Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units"

Transcriptie

1 Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2012 Dr. HLM van Straaten, medisch coördinator Isala klinieken, Zwolle Dr. P van Dommelen, TNO, Leiden Dr. PH Verkerk, TNO, Leiden De rechten van dit rapport berusten bij de Isalaklinieken. Zonder schriftelijke toestemming van de auteur(s) van de Isalaklinieken mag niets uit deze tekst, op geen enkele wijze, verder verspreid worden. 1

2 Afkortingen AABR ABR AC BERA Bilat afw Bdz pass Bdz refer NICU OAE PICU Unilat afw Uni refer JCIH Automated auditory brainstem response Auditory brainstem response Audiologisch centrum (of audiologisch onderzoek op KNO-afdeling) Brainstem Evoked Response Audiometry Bilateraal (beiderzijds) afwijkend Beiderzijds pass (geslaagd voor de test) Beiderzijds (bilateraal) refer (niet geslaagd voor de test) Neonatale intensive care unit Otoakoestische emissie Pediatrische intensive care unit Unilateraal (eenzijdig) afwijkend Unilateraal (eenzijdig) refer Joint Committee on Infant Hearing 2

3 Samenvatting Inleiding Vroegtijdige opsporing van permanente gehoorstoornissen vlak na de geboorte biedt een belangrijke mogelijkheid tot verbetering van de psychomotore ontwikkeling van het gehoorgestoorde kind. Kinderen die behandeld worden in een neonatale intensive care unit (NICU) behoren tot een hoog risico populatie voor permanente gehoorstoornissen. In Nederland is na de succesvolle implementatiefase (1998 t/m 2002) de gehoorscreening vanaf 2003 in alle NICU s standaard geworden. Doelstelling van de screening is het opsporen van zo mogelijk alle kinderen met een permanent aangeboren gehoorverlies > 40 db vóór de leeftijd van 3 maanden en aansluitend een behandeling vóór de leeftijd van 6 maanden (gecorrigeerd voor zwangerschapsduur). Hierbij treft u het jaarverslag over 2012 aan dat tevens een overzicht geeft over de voorgaande jaren (1998 t/m 2012). Methoden De NICU neonatale gehoorscreening is een twee traps screening. Als screeningstest wordt gebruik gemaakt van de Automated Auditory Brainstem Response (AABR) methode. Aan de screening nemen alle 10 NICU s in Nederland deel. Deze 10 NICU s zijn verspreid over 11 locaties. Het Leids Universitair Medisch Centrum heeft een tweede locatie in het Juliana Kinderziekenhuis te Den Haag. De Pediatrische Intensive Care Unit (PICU) in Rotterdam kent een status aparte. Bijzondere (chirurgische) zorg vindt hier plaats voor pasgeborenen met cranio-faciale afwijkingen. Ook de PICUpatiënten behoren tot de hoogrisicogroep. Daarom is in 2003 besloten ook bij deze populatie de AABR neonatale gehoorscreening conform het NICU protocol te verrichten. Vanwege de status aparte voor de PICU hebben we voor dit jaarverslag besloten om de resultaten van de PICU achterwege te laten. Hierbij moet als kanttekening worden geplaatst dat de registratie voor de PICU in de laatste periode wordt ingevoerd onder naam van het Erasmus MC en daarmee is het niet mogelijk om voor de laatste periode de PICU apart te excluderen. De NICU-verpleging voert de screening uit en rapporteert de klinische en poliklinische bevindingen aan TNO. Per centrum is een medicus eindverantwoordelijk. Ook is er centraal een medische coördinator, die ondersteund wordt door research verpleegkundigen. De centrale dataverwerking, data-evaluatie en kwaliteitsbewaking vindt plaats bij TNO. In overleg met de begeleidingscommissie zijn kwaliteitsnormen ontwikkeld voor deelname en timing van de screening. Resultaten In de periode 1998 t/m 2012 zijn 871 kinderen (prevalentie 1,8%) opgespoord met een bilateraal gehoorverlies en 282 kinderen met een unilateraal gehoorverlies (prevalentie 0,6%). In 2012 ging het om 94 kinderen met een bilateraal verlies (prevalentie 2,3%) en 33 kinderen met een unilateraal verlies (prevalentie 0,8%) (zie Figuur A). In 2012 is de positief voorspellende waarde gelijk aan 67,6% wanneer wordt uitgegaan van de kinderen die de screening op de correcte wijze doorlopen hebben. Sommige kinderen worden echter ook buiten de gebruikelijke screeningsprocedure verwezen en meestal zijn hiervoor goede (medische) redenen. In deze groep is de positief voorspellende waarde 52,6%. Het deelname percentage van de gecombineerde eerste test is evenals voorgaande jaren hoog, namelijk 99,0% (zie Tabel A). De norm van een minimale deelname percentage van 98% aan de gecombineerde eerste test wordt hiermee ruim gehaald. Het deelname percentage van de tweede test is nog niet eerder zo hoog geweest, namelijk 97,6%. Dit percentage ligt ruim boven de norm van 95%. De deelname aan het AC is 96,2% en ligt hiermee hoger dan in alle voorgaande jaren het geval was. Dit percentage voldoet ook aan de norm van 95%. In 2012 zijn de percentages waarbij de eerste test binnen 1 maand (96,5%), de tweede test binnen 6 weken (89,4%) en het audiologisch onderzoek binnen drie maanden (80,9%) worden afgenomen nog niet eerder zo hoog geweest. De timing van de eerste test voldoet hiermee ruim aan de norm van 90%. De tweede test voldoet bijna aan de norm van 90%. Er wordt nog niet aan de norm van 90% voor de timing bij het AC voldaan. Wel heeft 89,5% van de verwezen kinderen binnen 4 maanden (17 weken oftewel t/m 3 maanden) een onderzoek bij het AC. Conclusie De opbrengst van de screening, de deelname en de positief voorspellende waarde zijn erg hoog in Het deelname percentages van de tweede test en het AC zijn nog niet eerder zo hoog geweest. Opvallend is ook de sterke verbetering in de timing van de eerste en tweede test en het diagnostisch onderzoek bij het AC. 3

4 Figuur A. Stroomdiagram van het twee traps neonatale gehoorscreeningsprogramma in de NICU s. Links een overzicht van de geboortejaren 1998 t/m 2012 en rechts een overzicht van kinderen geboren in NICU kinderen n= NICU kinderen 2012 n=4.394 Overlevenden n= Overleden n=4.135 Overlevenden n=4.066 Overleden n=328 Deelname eerste AABR n= Geen deelname n= =574 Deelname eerste AABR n=4.001 Geen deelname n=65-23=42 Refer n=4.840 n=435 Pass n= Refer n=645 n=31 Pass n=3.356 n=135 Deelname 2de AABR n=491 n= =4.528 Geen deelname n= =256 n=25 n=1 (OAE) n=23 n=67 Deelname 2de AABR N=564+31=595 n=5 Geen deelname n=81-67=14 Refer n=1050 Pass n=3.478 Refer n=119 n=4 Pass n=476 Deelname AC n= =1588 n=27 Geen deelname n=141 Deelname AC n= = =210 Geen deelname n=8 Bilateraal gehoorverlies n=871 Unilateraal gehoorverlies n=282 Geen gehoorverlies n=435 Bilateraal gehoorverlies n=94 Unilateraal gehoorverlies n=33 Geen gehoorverlies n=83 Tabel A. Overzicht van de kwaliteitsnormen van de NICU neonatale gehoorscreening in 2012 en voorgaande jaren. Omschrijving Norm 2012 min/max in Deelname Gecombineerde eerste test >98% 99,0% 98,0-99,6% Tweede test >95% 97,6% 88,5-97,6% Audiologisch Centrum >95% 96,2% 83,9-96,2% Timing % Kinderen waarbij de 1 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde* leeftijd van 1 maand % Kinderen met 2 e test voor de gecorrigeerde* leeftijd van 42 dagen (<6 weken) % Verwezen kinderen waarbij het 1 e onderzoek op het AC is verricht voor de gecorrigeerde* leeftijd van 3 maanden % Verwezen kinderen waarbij de tijdsduur tussen verwijzing en het 1 e onderzoek op het AC minder is dan 12 weken >90% 96,5% 93,9-96,9% >90% 89,4% 64,2-89,4% >90% 80,9% 39,1-80,9% >90% 82,8% 50,0-82,8% * Gecorrigeerde leeftijd is in deze tabel als volgt gedefinieerd: Voor kinderen met een zwangerschapsduur groter dan of gelijk aan 40,0 weken is het de verstreken tijd na de geboorte. Voor kinderen met een zwangerschapsduur minder dan 40,0 weken is het de zwangerschapsduur minus 40 weken plus de verstreken tijd na de geboorte. Voor kinderen waarvan de zwangerschapsduur onbekend is, is het de verstreken tijd na de geboorte. M.a.w. een kind met een zwangerschapsduur van 32,0 weken dat 10,0 weken oud is heeft een gecorrigeerde leeftijd van 2 weken (32,0 40,0 +10,0). 4

5 Inleiding Vroegtijdige opsporing van permanente gehoorstoornissen vlak na de geboorte biedt een belangrijke mogelijkheid tot verbetering van de psychomotore ontwikkeling van het gehoorgestoorde kind. Kinderen die behandeld worden in een neonatale intensive care unit (NICU) behoren tot een hoog risico populatie voor permanente gehoorstoornissen. In Nederland is na de succesvolle implementatiefase ( ) de gehoorscreening vanaf 2003 in alle NICU s standaard geworden. Doelstelling van de screening is het opsporen van zo mogelijk alle kinderen met een permanent aangeboren gehoorverlies > 40 db vóór de leeftijd van 3 maanden en aansluitend een behandeling vóór de leeftijd van 6 maanden (gecorrigeerd voor zwangerschapsduur). Hierbij treft u het jaarverslag over 2012 aan dat tevens een overzicht geeft over de jaren 1998 t/m De NICU neonatale gehoorscreening is een 2-traps screening (fig. 1) en maakt gebruik van de automated auditory brainstem response (AABR) methode. Voor deze methode is gekozen op inhoudelijke gronden (een waarschijnlijk hoger risico op auditieve neuropathie binnen de NICU populatie) en op pragmatische gronden (goede testresultaten op een high tech afdeling met veel achtergrondlawaai). Ook is de AABR methode goed bruikbaar bij de te vroeg geborenen vanaf een zwangerschapsduur van 30 weken. Deze inzetbaarheid van AABR gehoorscreening bij jonge premature pasgeborenen sluit goed aan bij de typisch Nederlandse centrale organisatiewijze van neonatale intensive care. Hierbij is in verband met een gelimiteerd aantal intensive care plaatsen een snelle terugplaatsing naar het ziekenhuis van herkomst noodzakelijk. Screening van deze hoog risico populatie vindt plaats op enig moment tijdens de NICU opname, vlak voor terugplaatsing naar een high care afdeling elders. De officiële NIH 2000 risicocriteria voor permanent gehoorverlies in de neonatale periode zijn: meer dan 24 uur NICU opname, cranio-faciale afwijkingen, in utero infecties (TOxoplamose, Rubella, Cytomegalie, Herpes;TORCH), stigmata geassocieerd met een syndroom waarvan gehoorverlies onderdeel vormt, en/of familiaire oorzaken van gehoorverlies zonder bekende etiologie. In de meeste centra is het percentage te screenen kinderen zo hoog dat men er om praktische redenen voor kiest alle opgenomen kinderen te screenen. De 10 deelnemende NICU s zijn verspreid over 11 locaties. Dit zijn, in willekeurige volgorde, de Isala klinieken te Zwolle, het AMC te Amsterdam, het LUMC te Leiden, het VUMC te Amsterdam, het WKZ te Utrecht, het JKZ te Den Haag, het UMC St. Radboud te Nijmegen, het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven, het MUMC te Maastricht, het UMCG te Groningen en het Erasmus MC te Rotterdam. Het Leids Universitair Medisch Centrum heeft een tweede locatie in het Juliana Kinderziekenhuis te Den Haag. De Pediatrische Intensive Care Unit (PICU) in Rotterdam kent een status aparte. Bijzondere (chirurgische) zorg vindt hier plaats voor pasgeborenen met cranio-faciale afwijkingen. Op grond hiervan is in 2003 besloten om ook bij deze populatie de AABR neonatale gehoorscreening conform het NICU protocol te verrichten. Vanwege de status aparte voor de PICU hebben we voor dit jaarverslag besloten om de resultaten van de PICU achterwege te laten. Hierbij moet als kanttekening worden geplaatst dat de registratie voor de PICU in de laatste periode wordt ingevoerd onder naam van het Erasmus MC en daarmee is het niet mogelijk om voor de laatste periode de PICU apart te excluderen. In het vervolg zal dus over 11 NICU locaties worden gesproken. Figuur 1. Neonatale gehoorscreeningsprogramma in NICU s. refer AC AABR refer pass AABR Reguliere follow up refer pass AABR Reguliere follow up pass Reguliere follow up 5

6 Personeel In de NICU s worden de screeningen op zaal verricht door NICU-verpleegkundigen. Hiervoor is in de meeste centra een kerngroep van verpleegkundigen verantwoordelijk. In een klein aantal centra worden de screeningen door iedere verpleegkundige bij zijn/haar eigen kind verricht. Poliklinisch is eveneens de NICU-verpleegkundige verantwoordelijk, hoewel hier een enkele keer gekozen wordt voor de doktersassistente die zitting heeft tijdens het spreekuur. De NICU-verpleging voert de screening uit en rapporteert de klinische en poliklinische bevindingen aan TNO. Per centrum is een medicus eindverantwoordelijk voor de lokale inhoudelijke ontwikkelingen en de directe patiëntenproblematiek. Voor de centraal medische coördinatie is Mw. Dr. HLM van Straaten, kinderarts-neonatoloog Isala klinieken, verantwoordelijk. Zij wordt hierbij ondersteund door part-time research verpleegkundigen (Mw. L Groot Jebbink / Mw J Cornelissen). De centrale dataverwerking vindt plaats bij TNO in Leiden door Mw. LM Ouwehand. Data-evaluatie en kwaliteitsbewaking geschieden bij TNO door Mw. Dr. P van Dommelen en Dr. PH Verkerk. Apparatuur Vanaf 1998, bij de start van de NICU neonatale gehoorsrceening, is gebruik gemaakt van de ALGO Portable AABR screener (firma Natus). In 2011 werd minder succesvol de opvolger Algo 3i geïmplementeerd. Als alternatief kon in 2012 tevens worden beschikt over de AABR screener MB11 BERAphone (Firma Maiko). Daarmee werd 2012 een hybride jaar voor wat betreft het gebruik van beide screeners in diverse centra. Website Eind 2011 heeft er een aanpassing plaatsgevonden van het NICU webbased programma. Het doel hiervan is tweeledig: 1) het opsporen van oorzaken voor geen deelname aan de testen van de NICU en het onderzoek van het AC, en 2) het opsporen van oorzaken voor laat uitgevoerde 2e testen en voor laat uitgevoerd AC onderzoek. Dit betekent voor het programma dat er in plaats van één procedure Kind afmelden voor alle verrichtingen een aparte procedure voor de NICU en een aparte procedure voor het audiologisch onderzoek is gekomen. De mogelijke oorzaken van het afmelden van een kind zijn uitgebreid met meer antwoordcategorieën. Verder is er een procedure gekomen voor een late tweede test en een laat AC onderzoek waarbij, als een kind te laat is, de reden(en) hiervan ingevuld dienen te worden. De redenen van afmeldingen in het jaar 2012 worden in dit jaarverslag besproken. Karakteristieken van de NICU populatie Het totaal aantal kinderen dat in de afgelopen jaren (1998 t/m 2012) is aangemeld bij TNO bedraagt Hiervan zijn kinderen (7,9%) overleden in de neonatale periode en kwamen daarom niet voor screening in aanmerking. Vanaf 1998 is de NICU neonatale gehoorscreening gefaseerd ingevoerd in de diverse centra. Het aantal screeningen is sindsdien opgelopen naar ruim kinderen per jaar (fig. 2). In 1998 namen 7 centra deel aan de screening, in 2000 waren dit er 9 en in 2001 alle 11 NICU locaties. Vanaf 2003 is de neonatale gehoorscreening in de NICU s standaard geworden. Vandaar dat bij het presenteren van de resultaten de jaren 1998 t/m 2002 vaak zijn samengenomen. 6

7 Figuur 2. Aantal kinderen dat geïncludeerd is bij de NICU neonatale gehoorscreening naar geboortejaar excl overleden kinderen totaal Bij de inclusie worden de volgende criteria gehanteerd: meer dan één dag intensive care, craniofaciale afwijkingen, congenitale infectie (TORCH), stigmata geassocieerd met een syndroom of een positieve familie-anamnese voor aangeboren permanente gehoorverliezen. Indien het maken van onderscheid tussen kinderen met en zonder risicofactoren voor afdelingen problematisch is, kan gekozen worden voor het screenen van alle kinderen die op de NICU opgenomen worden. De figuren 3 en 4 laten de gemiddelde zwangerschapsduur en het geboortegewicht in de afgelopen jaren zien. Na exclusie van de overleden kinderen is in 2012 de mediane zwangerschapsduur 34,0 weken en het mediane geboortegewicht 2040 gram. Figuur 3. Mediane zwangerschapsduur (weken) in de centra naar geboortejaar. 35,00 34,00 33,00 33,5 34,0 34,0 34,0 33,1 33,0 33,0 33,0 33,0 34,0 32,00 32,0 31,00 30,

8 Figuur 4. Mediane geboortegewicht (gram) in de centra naar geboortejaar Tabel 1 laat zien dat de geïncludeerde aantallen, mediane geboortegewicht en mediane zwangerschapsduur sterk verschillen tussen de centra. Tabel 1. Aantal geïncludeerde kinderen geboren in 2012, en mediane geboortegewicht en zwangerschapsduur in de verschillende centra. centrum Aantal geïncludeerde kinderen in 2012 Mediane zwangerschapsduur (weken) Mediane geboortegewicht (gram) Isala AMC VUMC UMCG Radboud WKZ Máxima SKZ NICU LUMC JKZ AZM totaal Screeningsresultaten In totaal zijn kinderen onderzocht op het AC in de periode 1998 t/m 2012; dit is 3,3% van de geïncludeerde kinderen. Tabel 2 toont de opbrengst van het neonatale gehoorscreeningsprogramma in de NICU s. De prevalentie van bilateraal gehoorverlies is 1,8% in de periode 1998 t/m 2012 en 8

9 2,3% in het jaar De prevalentie van unilateraal gehoorverlies is 0,6% in de periode 1998 t/m 2012 en 0,8% in het jaar Deze prevalenties zijn over de jaren een redelijk constante bevinding gebleken (vetgedrukte percentages in Tabel 2). Van de kinderen geboren in 2012 die op het AC zijn onderzocht, heeft 43,0% een bilateraal gehoorverlies en 19,7% een unilateraal gehoorverlies (cursief gedrukte percentages in Tabel 2). Tabel 2. Overzicht resultaten alle audiologische diagnostiek, per geboortejaar en totaal Totaal normaal ,2% 25,9% 16,3% 25,8% 12,7% 24,6% 20,7% 27,3% 28,2% 38,3% 39,5% 27,4% 0,8% 0,6% 0,4% 0,8% 0,3% 0,8% 0,5% 0,7% 1,1% 1,9% 2,0% 0,9% unilat afw ,4% 11,8% 15,1% 15,0% 20,6% 18,9% 20,7% 20,2% 16,1% 19,2% 15,7% 17,8% 0,7% 0,3% 0,3% 0,5% 0,5% 0,6% 0,5% 0,5% 0,6% 1,0% 0,8% 0,6% bilat afw ,4% 62,4% 68,6% 59,2% 66,7% 56,6% 58,7% 52,5% 55,7% 42,5% 44,8% 54,8% 2,0% 1,5% 1,5% 1,8% 1,7% 1,8% 1,4% 1,3% 2,1% 2,2% 2,3% 1,8% totaal Totaal 3,5% 2,3% 2,3% 3,0% 2,6% 3,2% 2,4% 2,6% 3,8% 5,1% 5,2% 3,3% % in AC % van totaal audiologische diagnostiek % opbrengst van het neonatale gehoorscreeningsprogramma Terugkomdag Aan het begin van elk jaar vindt er een landelijke terugkomdag plaats in Zwolle voor alle betrokkenen bij de NICU neonatale gehoorscreening. Op 17 januari 2013 werd de 14e terugkomdag gehouden. Ruim 50 deelnemers vertegenwoordigden alle NICU s. Mevrouw dr. H.L.M. van Straaten opende de dag met een overzicht over de opbrengst en de belangrijkste veranderingen van het programma. Mevrouw dr. P. van Dommelen gaf een evaluatie over de kwaliteit van het screeningsprogramma en verzorgde de Uilenaward, die voor het jaar 2012 werd toegekend aan het LUMC/JKZ en het Máxima Medisch Centrum. De extra lezingen werden verzorg door: Mw E vd Ven (5 jaar Follow Up bij NICU kinderen met gehoorverlies) en Mw M Langereis (Welbevinden bij kinderen met CI). U kunt de presentaties downloaden via de website Financiën De Isala klinieken staan borg voor de verdeling van de toegekende middelen voor deze screening. De verdeling vindt plaats op basis van de aangeleverde gegevens aan TNO. Hiermee wordt het ook mogelijk om de kwaliteitsbewaking door de Isalaklinieken en TNO, een onlosmakelijk onderdeel van het programma, veilig te stellen. De aanvraag om de NICU AABR neonatale gehoorscreening uit te breiden binnen de beoogde post- IC/HC centra werd in het verleden niet gehonoreerd evenmin als de ICT-innovatie die in de nabije toekomst integratie met de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) database mogelijk zou moeten maken. Het was oorspronkelijk de bedoeling dat al in 2008 de overgang naar DBC financiering in de NICU s zou plaats vinden. Deze overgang is echter uitgesteld. Het lijkt erop dat vanaf 2014 sprake zal zijn van een veranderende financieringsvorm (DOT). 9

10 Registratie Sinds 2003 bestaat de mogelijkheid om webbased bidirectioneel data uit te wisselen met TNO. Dit is na een lang implementatietraject in alle centra gerealiseerd. In een aantal centra is een automatische datakoppeling vanuit het ziekenhuis patiëntenregistratiesysteem naar TNO gerealiseerd, hetgeen automatisch uploaden van NAW gegevens van nieuwe patiënten mogelijk maakt. Deze techniek wordt met succes toegepast in de Isala klinieken te Zwolle, het AMC te Amsterdam, het LUMC te Leiden, het AZM te Maastricht en het WKZ te Utrecht. Wel webbased, maar handmatige invoer van NAW gegevens vindt plaats in het VUMC te Amsterdam, JKZ te Den Haag, het St Radboud te Nijmegen, het Máxima Medisch Centrum te Veldhoven, het UMCG te Groningen en het SKZ NICU te Rotterdam. Digitale registratie is meer gemeengoed geworden en heeft geleid tot verdere verbetering van de kwaliteit van het screeningsprogramma. Digitale registratie kan ook leiden tot een betere afstemming met de JGZ. Kwaliteitsrapportage Methodiek van kwaliteitsnormen van de NICU neonatale gehoorscreening De Joint Committee on Infant Hearing statement (JCIH) geeft richtlijnen voor kwaliteitsbewaking van een neonataal screeningsprogramma voor de algemene populatie. De laatste richtlijn is in 2008 uitgebracht. Wij hebben deze richtlijn vertaald naar kwaliteitsnormen (zie Bijlage 1). Aangezien de NICU kinderen tot een hoog risicopopulatie voor gehoorverlies behoren, menen wij de normen voor de kwaliteit van het NICU neonatale gehoorscreeningsprogramma hoger te moeten leggen dan aangegeven door de JCIH voor de algehele populatie screening. De normen hiervoor zijn in samenspraak met de begeleidingscommissie tot stand gekomen. U kunt ze terugvinden in Bijlage 1. Het is goed te realiseren dat de kwaliteitsnormen het midden houden tussen wenselijkheid en vermeende haalbaarheid, en in het verleden arbitrair zijn vastgesteld. De norm voor het percentage kinderen dat zou moeten deelnemen aan de gecombineerde 1 e test, 2 e test of aan audiologisch onderzoek (AC) is gesteld op 98%. Bij norm 1 en 2 worden de kinderen die direct naar het AC verwezen zijn en daar een Brainstem Evoked Response Audiometry (BERA) hebben gekregen niet meegenomen bij de berekeningen. Aan zowel de verwijspercentages bij de gecombineerde 1 e test en bij de 2 e test als aan de positief voorspellende waarde is (voorlopig) geen norm gesteld. Deze percentages hangen sterk af van de populatie waarbinnen het screeningsprogramma draait. Bovendien is binnen de NICU populatie het moment waarop de AABR-screening wordt uitgevoerd (i.e. in relatie tot de vroeggeboorte) mede bepalend voor het verwachte verwijspercentage (van Straaten e.a. 2001). In de NICU s zijn deze percentages ook nog eens aanzienlijk hoger dan de richtlijnen die de JCIH aanbevelen. De Healthy People 2011 doelen heeft als één van zijn doelen om het percentage neonaten waarbij een gehoorscreening wordt verricht binnen 1 maand en audiologisch onderzoek wordt verricht binnen 3 maanden te verhogen. Dit is de reden dat we bij de NICU de afkappunten van de timing gelijk hebben getrokken aan deze doelstelling. Resultaten van kwaliteitsnormen van de NICU neonatale gehoorscreening Per kwaliteitsnorm zullen hieronder de resultaten vermeld worden, steeds eerst voor het jaar 2012, vervolgens voor de trend tussen 1998 en 2012 en als laatste voor de verschillende centra in het jaar Tabel 3 bevat allereerst het overzicht van de kwaliteitsnormen voor het jaar 2012 ten opzichte van de prestaties van 2011 (zie Bijlage 1 voor uitleg over de berekening van de normen). Voor de indicatoren waarbij een norm is vastgesteld, geldt dat de meeste percentages in het geboortejaar 2012 vergelijkbaar zijn met het jaar De uitzondering hierop zijn de positief voorspellende waarden, die in 2012 lager uitvallen. 10

11 Tabel 3. Overzicht van de kwaliteitsnormen van de NICU neonatale gehoorscreening op basis van verhoogde kwaliteitsnormen voor populatie screening (JCIH). Omschrijving Norm Prestaties in 2012 Prestaties in 2011 Deelname 1. Deelname gecombineerde 1 e test >=98% 99,0% 99,2% 2. Deelname 2 e test >=95% 97,6% 95,1% 3. Deelname AC >=95% 96,2% 95,4% Verwijspercentages en pos. voorspellende waarde 4. Refer, mislukt of geen uitslag op gecombineerde 1 e test 16,1% 14,2% 5. Refer, mislukt of geen uitslag op 2 e test van de kinderen 21,1% 24,3% die verwezen zijn na de gecombineerde 1 e test 6. Positief voorspellende waarde (de kans dat een kind dat verwezen wordt naar het AC een uni of bilateraal gehoorverlies heeft) 6.a) volgens gebruikelijke procedure verwezen 6.b) buiten gebruikelijke procedure verwezen b.c) alle naar AC verwezen kinderen Timing 7. % kinderen waarbij de 1 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde* leeftijd van 1 maand 8. % kinderen met 2 e test voor de gecorrigeerde* leeftijd van 42 dagen 9. % kinderen waarbij het 1 e onderzoek op het AC is verricht voor de gecorrigeerde* leeftijd van 3 maanden 10. % verwezen kinderen waarbij de tijdsduur tussen verwijzing en het 1 e onderzoek op het AC < 12 weken Definitie gecorrigeerde leeftijd: zie Bijlage 1 67,6% 52,6% 60,5% 62,4% 60,9% 61,7% >=90% 96,5% 95,5% >=90% 89,4% 81,0% >=90% 80,9% 73,6% >=90% 82,8% 76,1% Toetsing op deelname Een belangrijk kwaliteitscriterium is het percentage kinderen dat gescreend wordt uitgaande van de kinderen die in aanmerking komen voor de neonatale gehoorscreening in de NICU s. In 2012 is het deelnamepercentage 99,0% (Tabel 4). Dit percentage is evenals voorgaande jaren hoog. Tabel 4. Deelnamepercentages aan de gecombineerde 1 e test naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 1). FU = Follow Up Uitslag Combi 1 e test (%) 98,6 98,9 98,8 99,0 98,6 98,8 98,8 98,6 98,9 99,2 99,0 OAE (%) 0,1 0,5 0,4 0,6 0,8 0,3 0,2 0,1 0,0 0,1 0,1 Lost FU (%) 1,3 0,6 0,8 0,4 0,6 0,9 1,1 1,3 1,0 0,8 1,0 In 2012 zijn er 39 kinderen, die niet hebben deelgenomen aan de gecombineerde eerste test. Bij 6 kinderen (15%) is het bekend dat de ouders de test hebben geweigerd. Bij 7 kinderen (18%) zijn de ouders niet verschenen op de oproep. Twee kinderen zijn overgeplaatst naar het buitenland (5%). Eén kind was te ziek en één kind was echt als lost opgegeven (ouders/kind niet te traceren). Bij 4 kinderen (10%) werd er aangegeven dat de screening alsnog plaats vond via de Jeugdgezondheidszorg. De uitslagen van de OAE van deze 4 kinderen zijn niet teruggekoppeld en het deelname percentage van de gecombineerde eerste test is op lost gezet. Bij de overige kinderen was het niet duidelijk wat precies de oorzaak was het niet deelnemen aan de gecombineerde eerste test. In 2012 zijn er OAE testen uitgevoerd. In deze NICU populatie wordt de OAE test ook als onvoldoende gescreend beschouwd. In 2012 werden 23 kinderen direct verwezen naar het AC zonder enige AABR test. Deze kinderen vallen buiten deze kwaliteitsnorm. 11

12 Figuur 5. Deelnamepercentages aan de gecombineerde 1 e test in de verschillende centra voor het geboortejaar % 1,6% 1,8% 0,9% 0,6% 0,3% 0,4% 0,7% 0,8% 1,0% 0,4% 0,3% 3,2% 98% lost 97% 98,4% 100,0% 98,2% 99,1% 0,0% 99,0% 99,7% 99,6% 99,0% 99,2% 99,0% OAE verricht 96% 96,8% 95% A B C D E F G H I J K In alle centra is het deelnamepercentage aan de gecombineerde 1 e test hoog (96,8 - ; fig. 5). Alleen in centrum E wordt de norm van 98% deelname net niet gehaald. Conclusie kwaliteitsnorm 1: Het deelnamepercentage aan de gecombineerde 1e test is evenals voorgaande jaren hoog. In 2012 werd de 2 e screeningsronde bij 595 kinderen uitgevoerd.,inclusief 31 kinderen die een pass hadden op de eerste test (zie stroomdiagram op pagina 4), maar om medische redenen een herhaalde test kregen. Als we deze 31 kinderen excluderen, is bij 564 (97,6%) van de kinderen de 2 e test conform het screeningsprogramma uitgevoerd (zie Tabel 5). Bij 14 kinderen werd geen 2 e test uitgevoerd. Van 3/14 kinderen (21%) is het bekend dat de ouders de test hebben geweigerd. Bij 2/14 kinderen (14%) werd er aangegeven dat de screening alsnog plaats vond via de Jeugdgezondheidszorg. Van alle kinderen die een refer of mislukte gecombineerde 1 e test hadden, werden er 67 al direct naar het AC verwezen (vanwege pathologie of late tijdstip van de test). Deze kinderen vallen buiten de kwaliteitsnorm van de 2 e screeningsronde (en zijn dus niet geïncludeerd in Tabel 5). Tabel 5. Deelnamepercentages 2 e test naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 2). FU = follow-up Uitslag e test (%) 90,8 90,7 94,3 93,4 90,1 94,8 93,1 93,0 96,6 95,1 97,6 OAE (%) 0,3 2,2 1,1 2,5 1,1 0,9 0,4 Lost FU (%) 8,8 7,1 4,6 4,1 8,8 4,3 6,9 7,0 3,4 4,5 2,4 Het deelnamepercentage aan de 2 e test in 2012 varieert tussen de verschillende centra (89% ; fig. 6). Gemiddeld wordt de norm van 95% deelname ruim gehaald. Op 1 centrum na (F) ligt het deelnamepercentage boven de norm van 95%. Geen van de kinderen die aan een 2 e test moesten deelnemen werd gescreend met een OAE. Conclusie kwaliteitsnorm 2: De norm van 95% deelname voor de 2 e gehaald. test is in 2012 ruim 12

13 Figuur 6. Deelnamepercentages 2 e test in de verschillende centra voor het geboortejaar % 0% 4% 2% 4% 4% 1% 4% 96% 94% 92% 98% 11% 99% lost OAE verricht 90% 96% 96% 96% 96% 88% 89% 86% A B C D E F G H I J K In 2012 zijn 210 kinderen verwezen naar het AC (zie het stroomdiagram op pagina 4). Hiervan zijn er 23 kinderen zonder uitgevoerde screening naar het AC verwezen, 67 kinderen direct na een refer op de eerste test en 9 kinderen via een erg ongebruikelijke weg, namelijk via een pass op de 1 e of 2 e test. Dit resulteert in een deelnamepercentage aan het AC van 96,2% (Tabel 6). Dit percentage ligt hiermee hoger dan alle voorgaande jaren. Het percentage voldoet aan de kwaliteitsnorm van 95%. Tabel 6. Deelnamepercentages aan AC naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 3). FU=Follow Up Uitslag AC (%) 91,9 92,3 93,3 95,1 92,6 91,5 90,0 83,9 94,1 95,4 96,2 OAE (%) 2,2 0,7 0,5 Lost FU (%) 8,1 7,7 4,4 4,9 7,4 8,5 10,0 16,1 5,3 4,1 3,8 Figuur 7 toont per centrum het deelnamepercentage aan AC voor het geboortejaar De aantallen per centrum deelname AC zijn relatief klein, hetgeen voor schommelingen in de deelnamepercentages (89% ) zorgt. In totaal zijn er 3 van de 11 centra (G,J,K) met een deelname percentage van en is er 1 centrum (E) met een percentage van onder de 90%. Conclusie kwaliteitsnorm 3: De norm van 95% deelname aan het AC is in 2012 gehaald. Het deelname percentage in 2012 ligt hoger dan alle voorgaande jaren. 13

14 Figuur 7. Deelnamepercentages aan AC in de verschillende centra voor het geboortejaar ,5% 98% 96% 7,1% 4,3% 5,3% 5,9% 4,5% 94% 11,1% 10,0% lost 92% 98% OAE verricht 90% 93% 96% 95% 94% 95% 88% 89% 90% 86% A B C D E F G H I J K Toetsing op verwijspercentages en positief voorspellende waarde In technische zin is het afnemen van de gecombineerde 1 e test geen moeilijke opgave. De screening resulteert vrijwel altijd in een testresultaat (0,7% aan beide oren mislukt; niet in figuur). De resultaten van de gecombineerde 1 e test staan weergegeven in Figuur 8. Duidelijk wordt dat in 2012 in totaal 83,9% van de NICU kinderen slaagt bij de 1 e test. Kinderen die niet slagen (refer, mislukt of geen uitslag) voor de gecombineerde 1 e test (16,1%) worden op de à terme leeftijd nogmaals gescreend. Het verwijspercentage in 2012 is hoger dan in afgelopen jaren. Figuur 8. Verwijspercentage van de gecombineerde 1 e test naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 4). 89,1% 91,6% 92,5% 91,1% 92,5% 90,4% 91,4% 91,4% 89,5% 85,8% 83,9% 80% 60% 40% bdz pass refer, mislukt 20% 10,9% 8,4% 7,5% 8,9% 7,5% 9,6% 8,6% 8,6% 10,5% 14,2% 16,1% 0% Figuur 9 laat zien dat het verwijspercentage sterk wisselt tussen de centra (7-29%). De centra A t/m D, G, H, J en K hebben een hoog verwijspercentage van meer dan 10% bij de gecombineerde 1 e test. Centra E, F en I hebben juist een laag verwijspercentage (<10%) bij de gecombineerde 1 e test. De reden voor deze grote verschillen ligt voor een deel in de verschillende populatiesamenstelling en de omstandigheden op de afdeling van de centra. Het verschil kan mogelijk voor een klein deel verklaard worden door het merk en/of type AABR screener, namelijk de MB11 of de ALGO3i. De centra die het 14

15 minst vaak de MB11 (<40%) gebruiken zijn centra D, E en F. Centra E en F hebben ook een relatief laag verwijspercentage. Centra die het vaakst de MB11 (>80%) gebruiken zijn centra G, H en K. Alleen de centra G en H hebben hoge verwijspercentages. Figuur 9. Verwijspercentage van de gecombineerde 1 e test in de centra voor het geboortejaar % 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% uni pass, uni niet mislukt uni refer 11% bdz refer 7% 7% 7% 6% 5% 8% 5% 3% 15% 13% 10% 11% 3% 3% 7% 8% 4% 5% 3% 4% 5% A B C D E F G H I J K Algo3i versus MB11 Om verder te onderzoeken of het verhoogde verwijspercentage in 2012 gerelateerd is aan het gebruik van het merk en/of type AABR screener, werd een selectie van centra gemaakt die in 2012 minimaal 100 tests met zowel de MB11 (MAIKO) als de ALGO3i (NATUS) hebben uitgevoerd. Drie centra voldeden aan dit criterium (B,C,F) en in geen van deze centra kon verschil in verwijspercentage worden aangetoond tussen de MB11 en de ALGO3i. (Centrum B resp 20,0% vs. 19,2%; Centrum C 19,2% vs. 21,0%; Centrum F: 8,4% vs 8,8%). Onduidelijk is of de toestand van het kind invloed heeft gehad op de keuze van het type screener en of elke screener die de MB11 heeft gebruikt dit ook correct heeft ingevoerd in het registratiesysteem. Daarom kan niet met zekerheid worden gezegd dat de verwijspercentages werkelijk gelijk aan elkaar zijn. De centra (B,C,F) hadden in 2010, een jaar waarin standaard de Algo Portable werd gebruikt, verwijspercentages van resp. 9,2%, 13,2% en 3,4%. Deze verwijspercentages liggen aanzienlijk lager dan de verwijspercentages voor de MB11/ALGO3i in De ALGO Portable is helaas niet meer op de markt beschikbaar en tot op heden is de firma NATUS niet bereid productverbetering te realiseren. Dit geldt wel voor de firma MAIKO (MB11) waarmee een traject voor productverbetering in gang is gezet. Conclusie kwaliteitsnorm 4: Het verwijspercentage van de gecombineerde 1 e namelijk 16,1%. test is hoog, De resultaten van de 2 e test staan weergegeven in Figuur 10. In 2012 is het verwijspercentage van de 2 e test 21,1%. Dit betekent dat 78,9% van de NICU kinderen met een refer of een mislukte gecombineerde 1 e test slaagt bij de 2 e screeningsronde. Kinderen die niet slagen voor de 2 e AABR test (21,1% in 2012) of waarbij de 2 e AABR test mislukt (0% in 2012) worden verwezen voor diagnostisch onderzoek. Tussen de centra zitten grote verschillen in verwijspercentage van de 2 e test, namelijk tussen de 14% (centrum B) en 44% (centrum A) (fig. 11). De aantallen zijn klein (varieert tussen de 19 en 170 kinderen) en dat alleen al leidt tot toeval fluctuaties, maar verschillen tussen de populaties en omstandigheden op de afdeling liggen hier ook aan ten grondslag. 15

16 Figuur 10. Verwijspercentage van de 2 e test naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 5). 80% 71,7% 79,5% 74,8% 73,0% 69,9% 74,3% 76,8% 75,2% 76,1% 75,7% 78,9% 60% bdz pass 40% 20% 28,2% 20,5% 25,2% 27,0% 30,1% 25,7% 23,2% 24,8% 23,9% 24,3% 21,1% refer, mislukt 0% Figuur 11. Verwijspercentage van de 2 e test in de verschillende centra voor het geboortejaar % 40% 30% 20% 10% 0% 16% 10% 15% 13% 9% 6% 28% 12% 13% 13% 8% 11% 15% 13% 15% 17% 14% 6% 7% 6% 6% 5% A B C D E F G H I J K mislukt uni refer bdz refer Conclusie kwaliteitsnorm 5: Gemiddeld heeft 1 op de 5 kinderen bij de 2 e test een refer in Oftewel, 4 op de 5 kinderen met een refer of mislukte uitslag op de gecombineerde 1 e test slaagt bij de 2 e test op de à terme leeftijd. Dit aantal ligt hoger dan in de voorgaande jaren waarbij ongeveer 3 op de 4 kinderen slaagt. Mogelijk wordt dit verschil veroorzaakt door een hoger verwijspercentage op de gecombineerde 1 e test. Verder zijn er grote verschillen tussen de centra die voor een deel verklaard kunnen worden door een verschillende populatiesamenstelling. De positief voorspellende waarde van alle naar het AC verwezen kinderen is in 2012 gelijk aan 60,5% (Kwaliteitsnorm 6.c; zie ook Tabel 2). In de figuren 12 en 13 is een onderscheid gemaakt in de groep kinderen die conform de verwijsprocedure zijn verwezen (fig. 12) en die niet conform de verwijsprocedure zijn verwezen (fig. 13). Uit deze figuren blijkt dat bij de audiologische follow-up het merendeel van de kinderen een aantoonbaar gehoorverlies heeft op basis van de BERA. In 2012 was er 67,6% kans op een unilateraal of bilateraal gehoorverlies na 2 afwijkende AABR rondes (kinderen verwezen na gehele 2-traps AABR screening) (fig. 12). Als de kinderen zijn verwezen na een onvolledige 2-traps AABR screening is die kans kleiner (52,6%; fig. 13). Wat opvalt is dat de positief voorspellende waarde in 2012 wat is gestegen ten opzichte van 2011, maar nog steeds aan de lage kant is ten opzichte van de jaren ervoor. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door de stijging in het verwijspercentage bij de gecombineerde eerste test. 16

17 Figuur 12. Resultaten audiologische diagnostiek na gehele 2-traps AABR screening naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 6.a). 80% 60% 14,7% 15,9% 20,7% 11,4% 10,5% 17,5% 22,1% 13,0% 10,4% 16,4% 22,2% 23,6% 15,8% 19,2% 20,0% 28,1% 21,2% 20,0% 37,6% 19,8% 32,4% 16,2% normaal unilat afw 40% 20% 64,1% 72,7% 71,9% 64,9% 73,1% 54,2% 56,1% 59,6% 60,0% 42,6% 51,4% bilat afw 0% Figuur 13. Resultaten audiologische diagnostiek na onvolledige 2-traps AABR screening naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 6.b). 80% 60% 40% 41,6% 16,8% 36,6% 12,2% 27,6% 10,3% 32,6% 18,6% 17,1% 28,6% 28,0% 28,6% 12,0% 8,6% 36,2% 36,5% 39,1% 12,2% 19,1% 18,5% 47,5% 15,2% normaal unilat afw bilat afw 20% 41,6% 51,2% 62,1% 48,8% 54,3% 60,0% 62,9% 44,7% 51,4% 42,4% 37,4% 0% Tabel 7 geeft de absolute aantallen kinderen die geboren zijn in 2012 en zijn verwezen naar het AC in de verschillende centra. Vanwege de kleine aantallen is hier geen positief voorspellende waarde per centrum voor één geboortejaar berekend. 17

18 Tabel 7 Resultaten van alle audiologische diagnostiek in de verschillende centra voor het geboortejaar normaal unilat afw bilat afw totaal A B C D E F G H I J K Totaal Conclusie kwaliteitsnorm 6: De positief voorspellende waarde van audiologische diagnostiek na de gehele 2-traps AABR screening is hoger dan in 2011, maar wel lager dan in voorgaande jaren. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door de stijging in het verwijspercentage bij de gecombineerde eerste test. In totaal was de positief voorspellende waarde van audiologische diagnostiek in 2012 gelijk aan 60,5%. Toetsing op timing Een ander belangrijk kwaliteitscriterium van de neonatale gehoorscreening in de NICU s is de snelheid waarmee de eerste en tweede screeningsronde worden volbracht. Het lukt in 2012, evenals in voorgaande jaren, goed om de gecombineerde 1 e test voor de gecorrigeerde leeftijd van 1 maand uit te voeren (96,5%; fig. 14). Bijna alle centra halen ruim de kwaliteitsnorm van 90% (fig. 15). Alleen centrum H heeft een percentage van 88,2%. Figuur 14. Percentage kinderen waarbij de gecombineerde 1 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 1 maand naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 7). 95,8% 95,1% 96,5% 96,7% 96,1% 95,8% 94,8% 93,9% 95,4% 95,5% 96,5% 80% 60% 40% 20% 0% Conclusie kwaliteitsnorm 7: De timing van de gecombineerde 1 e test is ruim boven de norm van 90%, namelijk 96,5%. 18

19 Figuur 15. Percentage kinderen waarbij de gecombineerde 1 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 1 maand in de verschillende centra voor het geboortejaar ,2% 99,2% 97,3% 97,3% 98,4% 98,8% 98,3% 88,2% 96,4% 97,7% 99,0% 80% 60% 40% 20% 0% A B C D E F G H I J K De 2 e test voor het geboortejaar 2012 is in 89,4% van de gevallen voor de gecorrigeerde leeftijd van 42 dagen, oftewel binnen 6 weken, uitgevoerd. Dit percentage is hoger dan alle voorgaande jaren (zie fig. 16). In 2012 had 92,8% van de kinderen voor de gecorrigeerde leeftijd van 7 weken een 2 e test (zie Tabel 8). Bij de meerderheid van de centra het om de 2 e test voor de gecorrigeerde leeftijd van 42 dagen te verrichten (fig. 17). Acht centra (A,B,C,F,G,I, J,K) halen daarmee de kwaliteitsnorm van 90%. Figuur 16. Percentage kinderen waarbij de 2 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 42 dagen naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 8). 80% 79,4% 79,9% 84,0% 83,5% 84,6% 87,1% 79,1% 80,4% 79,7% 81,0% 89,4% 60% 40% 20% 0% Tabel 8. Percentage kinderen dat een 2 e test krijgt naar gecorrigeerde leeftijd en naar geboortejaar <6 wkn (%) 79,4 79,9 84,0 83,5 84,6 87,1 79,1 80,4 79,7 81,0 89,4 6-<7 wkn (%) 4,8 3,7 3,4 5,2 5,1 3,8 6,2 4,2 7,5 6,8 3,4 7-<8 wkn (%) 2,5 3,0 1,1 1,5 1,8 3,2 4,9 2,2 5,3 3,9 3,0 8-<9 wkn (%) 2,4 3,3 1,9 2,4 2,9 0,9 1,8 2,9 1,3 1,9 0,5 9-<10 wkn (%) 2,2 2,6 2,3 1,8 0,7 1,2 3,1 3,2 1,6 1,6 1,0 >=10 wkn (%) 8,8 7,4 7,2 5,5 4,8 3,8 4,9 7,1 4,5 4,7 2,7 19

20 Figuur 17. Percentage kinderen waarbij de 2 e test is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 42 dagen in de verschillende centra voor het geboortejaar % 3% 3% 3% 6% 3% 3% 5% 5% 80% 92% 95% 8% 93% 91% 7% 95% 95% 8 wkn 7 wkn 6 wkn <6 wkn 70% 79% 84% 84% 60% A B C D E F G H I J K Conclusie kwaliteitsnorm 8: In 8 van de 11 centra wordt de norm van 90% 2 e testen voor de gecorrigeerde leeftijd van 6 weken gehaald. In totaal heeft 89,4% van de kinderen een 2 e test binnen de gecorrigeerde leeftijd van 6 weken gekregen. Dit percentage is nog niet eerder zo hoog geweest. Het percentage kinderen waarbij vóór de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden (indien nodig) audiologische diagnostiek wordt verricht, was in ,9% (fig. 18). Voor de gecorrigeerde leeftijd van 17 weken (ongeveer 4 maanden) ligt dit percentage op 89,5%. Bij drie centra (C,F,K) wordt er bij minimaal 90% van de kinderen audiologische diagnostiek verricht voor de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden (fig. 19). In 2011 voldeed nog geen enkel centrum aan deze kwaliteitsnorm.. Figuur 18. Percentage kinderen waarbij de audiologische diagnostiek is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 9). 80% 60% 59,7% 64,7% 69,8% 69,4% 75,5% 73,8% 72,0% 66,0% 72,7% 73,6% 80,9% 40% 20% 0%

21 Figuur 19. Percentage kinderen waarbij de audiologische diagnostiek is uitgevoerd voor de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden in de verschillende centra voor het geboortejaar % 95% 80% 73% 72% 73% 71% 79% 67% 60% 56% 40% 20% 0% A B C D E F G H I J K Conclusie kwaliteitsnorm 9: In 2012 was het percentage kinderen dat vóór de gecorrigeerde leeftijd van 3 maanden (indien nodig) audiologische diagnostiek heeft gehad gelijk aan 80,9%. Dit percentage is nog niet eerder zo hoog geweest. De norm van 90% wordt in 2012 niet gehaald. Het percentage kinderen waarbij audiologisch onderzoek plaatsvindt binnen 12 weken na verwijzing is in 2012 gelijk aan 82,8% (Tabel 9). Dit percentage is 77,0% binnen 10 weken en 92,3% (niet in tabel) binnen 17 weken na verwijzing. De kwaliteitsnorm van minimaal 90% wordt niet gehaald. De verschillen tussen de centra zijn groot; 56% van de verwezen kinderen in centrum I heeft audiologisch onderzoek binnen 12 weken en in centrum K (Tabel 10). De verschillen zijn mede een gevolg van de kleine aantallen. Aangezien het hier om NICU kinderen gaat met veelal meervoudige en complexe pathologie, valt het niet uit te sluiten dat er kindsredenen (bv hartoperatie) aanwezig waren die de gewenste timing van audiologische diagnostiek hebben verhinderd. Tabel 9 Tijdsduur tussen verwijzing en 1 e audiologisch onderzoek naar geboortejaar (Kwaliteitsnorm 10) <2 wkn (%) 13,1 16,5 20,9 15,0 21,8 22,1 20,9 9,2 12,3 19,1 24,4 2-<4 wkn (%) 14,7 4,7 15,1 15,0 15,8 15,6 14,3 13,3 14,4 19,7 16,3 4-<6 wkn (%) 11,0 17,6 9,3 18,3 9,9 13,1 15,4 18,4 11,0 13,8 15,3 6-<8 wkn (%) 12,8 9,4 11,6 9,2 17,8 11,5 12,1 18,4 18,5 11,2 12,4 8-<10 wkn (%) 7,3 14,1 10,5 10,0 7,9 9,0 5,5 5,1 11,0 9,6 8,6 10-<12wkn (%) 18,3 7,1 8,1 8,3 5,9 7,4 2,2 6,1 6,2 2,7 5,7 >=12 wkn (%) 22,6 30,6 24,4 24,2 20,8 21,3 29,7 29,6 26,7 23,9 17,2 21

22 Tabel 10 Tijdsduur tussen verwijzing en 1 e audiologisch onderzoek in de verschillende centra voor het geboortejaar 2012 (Kwaliteitsnorm 10). A B C D E F G H I J K <2 wkn (%) 26,7 20,0 27,8 6,7 63,6 14,3 14,9 66,7 61,5 2-<4 wkn (%) 20,0 20,0 27,8 26,7 12,5 9,1 14,3 11,9 22,2 15,4 4-<6 wkn (%) 6,7 16,0 13,3 9,1 35,7 23,9 11,1 7,7 6-<8 wkn (%) 13,3 8,0 22,2 25,0 14,3 17,9 11,1 7,7 8-<10 wkn (%) 6,7 4,0 5,6 20,0 25,0 9,1 10,4 11,1 10-<12wkn (%) 6,7 4,0 5,6 6,7 12,5 4,5 7,5 7,7 >=12 wkn (%) 20,0 28,0 11,1 26,7 25,0 4,5 21,4 13,4 44,4 33,3 Conclusie kwaliteitsnorm 10: Bij 82,8% van de kinderen vindt audiologisch onderzoek binnen 12 weken na verwijzing plaats. Dit valt onder de norm van 90%, maar ligt wel hoger dan alle voorgaande jaren. Algemene conclusie timing kwaliteitsnormen: In vergelijking met voorgaande jaren is in 2012 het deelnamepercentage hoog. Ook het percentage kinderen dat op tijd een test of audiologisch onderzoek krijgt is in 2012 hoger dan in eerdere jaren. Verder valt op dat het percentage kinderen dat verwezen wordt op basis van de eerste gecombineerde test hoger is dan gebruikelijk in de jaren voor Mogelijk zou dit verhoogde percentage veroorzaakt kunnen worden door een toename in het gebruik van de MB11, maar nader onderzoek is nodig om dit met zekerheid te kunnen zeggen. 22

23 Publicaties / Voordrachten Publicaties, voordrachten, boeken, abstracts voor AABR neonatale gehoorscreeningsprogramma s in NICU s in de periode 2005 t/m (Eerdere publikaties zie voorgaande jaarverslagen) Publicaties: Gehoorscreening in de Nederlandse NICU s. HLM van Straaten. Kleine Maatjes 2006; 28(2): 7-8. Prevalence and independent risk factors for hearing loss in NICU infants. Hille ET, van Straaten HI, Verkerk PH; Dutch NICU Neonatal Hearing Screening Working Group.Acta Paediatr. 2007; 96: Risk indicators for hearing loss among infants treated in different Neonatal Intensive Care Units. Dommelen van P, Mohangoo AD, Verkerk PH, Ploeg van der CPB,Straaten van HLM, Dutch NICU Neonatal Hearing Screening Working Group. Acta Paediatr. 2010; 99: MB11 BERAphone) hearing screening compared to ALGOportable in a Dutch NICU: a pilot study. van den Berg E, Deiman C, van Straaten HL. Int J Pediatr Otorhinolaryngol Oct;74(10): Ten-year quality assurance of the nationwide hearing screening programme in Dutch neonatal intensive care units. van Dommelen P, van Straaten HL, Verkerk PH; Dutch NICU Neonatal Hearing Screening Working Group. Acta Paediatr. 2011;100: Causes of permanent childhood hearing impairment. Korver AM, Admiraal RJ, Kant SG, Dekker FW, Wever CC, Kunst HP, Frijns JH, Oudesluys-Murphy AM; on behalf of the DECIBEL-collaborative study group. Laryngoscope Feb;121(2): doi: /lary Auditory neuropathy in a low-risk population: a review A.M.H. Korver1, G.A. van Zanten2, A. Meuwese-Jongejeugd3, H.L.M. van Straaten4 and A.M. Oudesluys-Murphy1. Int J Pediatr Otorhinolaryngol Dec;76(12): Evaluation of treatment thresholds for unconjugated hyperbilirubinemia in preterm infants: effects on serum bilirubin and on hearing loss? Hulzebos CV, van Dommelen P, Verkerk PH, Dijk PH, Van Straaten HL. PLoS One May 7;8(5):e Boeken bijdragen: Arabin B, van Straaten HLM. Fetal and Neonatal hearing In: Kurjak A, Chervenak FA. Textbook of perinatal medicine, Informa, London 2006 second edition. Internet Leerboek audiologie (PJJ Lamoré & TS Kapteyn) /niveau2/hfd8/indexn2h8.htm Opsporing van permanent gehoorverlies bij pasgeborenen Informatie over de nicu neonatale gehoorscreening Abstracts (nationaal en internationaal) Results of 5 years AABR neonatal hearing screening in Dutch NICU s. HLM van Straaten (Zwolle), ETM Hille, PH Verkerk (Leiden). Ned Ver KNO, 28 april 2005, Nieuwegein. Follow-up after implementation of neonatal hearing screening in NICU's.HLM van Straaten, D Linschoten, ETM Hille, PH Verkerk. ESPR, Sienna, Pediatric Research, sept

24 Follow up after implementation of neonatal hearing screening in NICU s. HLM van Straaten, D Linschoten, PH Verkerk, ETM Hille. Wetenschapsavond Isala klinieken, ZES JAAR NEONATALE GEHOORSCREENING IN HOOG RISICO KINDEREN. ETM Hille, HLM van Straaten, PH Verkerk. Nederlands Congres Volksgezondheid 2006, april 2006 De Doelen, Rotterdam. Risicofactoren voor gehoorverlies bij ernstig te vroeg geboren kinderen. ETM Hille, HLM van Straaten, PH Verkerk. Nederlands Congres Volksgezondheid 2006, april 2006 De Doelen, Rotterdam. Evaluation of six years AABR hearing screening in NICU graduates in the Netherlands. ETM Hille, HLM van Straaten, PH Verkerk. NHS 2006, COMO Italie. Type and Severity of Hearing Loss in a NICU population after neonatal AABR hearing screening. HLM van Straaten, D. Linschoten, ETM Hille, PH Verkerk. NHS 2006, COMO Italie. First BERA highly predictive for severity Hearing Loss in NICU population. HLM van Straaten, D. Linschoten, ETM Hille, PH Verkerk. NHS 2006, COMO Italie. The relationship between hearing loss and risk indicators in infants who were born extremely preterm and/or with an extremely low birth weight. ETM Hille, HLM van Straaten, PH Verkerk. ISNS 2006, Osaka Japan. First BERA highly predictive for severity Hearing Loss in NICU population. HLM van Straaten, D. Linschoten, ETM Hille, PH Verkerk. ISNS 2006, Osaka Japan. Evaluation of nine years of AABR hearing screening in Dutch NICU's. P van Dommelen, HLM van Straaten, PH Verkerk. NHS 2008, COMO Italie. Neonatal screening for hearing loss among NICU infants in the Netherlands: participation rates and causes of differences in prevalence of hearing loss. AD Mohangoo, P van Dommelen, CPB van der Ploeg, HLM van Straaten. NHS 2008, COMO Italie. Quality assurance of Dutch AABR hearing screening in NICUs. HLM van Straaten, P van Dommelen, PH Verkerk. Second congress of the European Academy of Paediatrics-EAP 2008, Nice Frankrijk. Evaluation of nine years AABR hearing screening in Dutch NICU's. PH Verkerk, P van Dommelen, HLM van Straaten. 6th European Regional Meeting in Neonatal Screening 2010, Praag Tjechie. Evaluation of neonatal hearing screening in the Netherlands. PH Verkerk PH, P van Dommelen, N Uilenburg, CPB van der Ploeg, HLM van Straaten. EUSUHM 2010, Leiden. MB11 BERAphone compared to ALGOTMportable hearing screening in a Dutch NICU - van den Berg E, Deiman C, van Straaten HLM. NHS 2010, COMO Italie. Ten-year quality assurance of the nationwide hearing screening programme in Dutch neonatal intensive care units. Paula van Dommelen, Henrica van Straaten and Paul Verkerk 2011 PAS/ASPR Joint Meeting Denver. Auditieve neuropathie: een nog onbekende vorm van gehoorverlies. HLM van Straaten. 13e symposium neonatale neurologie , VUMC Amsterdam Irma van Straaten, Paul Verkerk, Paula van Dommelen. NICU Neonatal Hearing Screening program (Netherlands ). NHS, Como, 5-7 juni 2012 Hulzebos CV, van Dommelen P, Verkerk PH, Dijk PH, van Straaten HLM. Evaluation of treatment thresholds for unconjugated hyperbilirubinemia on hearing loss in preterm infants. NHS, Como, 5-7 juni

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2013 Dr. H.L.M. van Straaten, medisch coördinator, Isala Zwolle Dr. P. van Dommelen, TNO Leiden Dr. P.H. Verkerk, TNO Leiden De

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2007, medisch coördinator Isala klinieken P van Dommelen, TNO Kwaliteit van Leven PH Verkerk, TNO Kwaliteit van Leven 1 Afkortingen

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2016 Drs. K.S. de Graaff-Korf, medisch coördinator, Isala Zwolle Dr. P. van Dommelen, TNO Leiden Dr. H.L.M. van Straaten, Isala

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2017 Drs. K.S. de Graaff-Korf, medisch coördinator, Isala Zwolle Drs. S. Wins, TNO Leiden Dr. P. van Dommelen, TNO Leiden Dr.

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2014 Dr. H.L.M. van Straaten, medisch coördinator, Isala Zwolle Dr. P. van Dommelen, TNO Leiden Dr. P.H. Verkerk, TNO Leiden De

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening. in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening. in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2008, medisch coördinator Isala klinieken P van Dommelen, TNO Kwaliteit van Leven PH Verkerk, TNO Kwaliteit van Leven Jaarverslag

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2011 0 Dr. HLM van Straaten, medisch coördinator Isala klinieken, Zwolle Dr. P van Dommelen, TNO, Leiden Dr. PH Verkerk, TNO,

Nadere informatie

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units

Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units Jaarverslag neonatale gehoorscreening in de Neonatale Intensive Care Units 2009 Dr. HLM van Straaten, medisch coördinator Isala klinieken Dr. P van Dommelen, TNO Kwaliteit van Leven Dr. PH Verkerk, TNO

Nadere informatie

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s

5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s 5 jaar AABR neonatale gehoorscreening in Nederlandse NICU s Irma van Straaten kinderarts-neonatoloog Isala klinieken Zwolle Paul Verkerk arts epidemioloog TNO Kwaliteit van Leven Leiden Mw Dr HLM van Straaten

Nadere informatie

Isala Vrouw-kindcentrum

Isala Vrouw-kindcentrum Isala Vrouw-kindcentrum Terugkomdag NICU AABR neonatale gehoorscreening Auteur: K.S de Graaff-Korf Datum: 17 januari 2018 Isala Vrouw-kindcentrum Welkom! AMC VUMC SKZ WKZ AZN MMC LUMC / JKZ UMCG AZM Isala

Nadere informatie

Programma Terugkomdag NICU neonatale gehoorscreening 2016

Programma Terugkomdag NICU neonatale gehoorscreening 2016 Programma Terugkomdag NICU neonatale gehoorscreening 2016 Programma: Vanaf 13.30u: Ontvangst 13.45u: Resultaten NICU neonatale gehoorscreening 1998-2015 Mw. Dr. H.L.M. van Straaten, Isala Zwolle 14.15u:

Nadere informatie

KWALITEIT NICU NEONATALE GEHOORSCREENING. Paula van Dommelen Lidy-Marie Ouwehand, Paul Verkerk, Karin de Graaff-Korf

KWALITEIT NICU NEONATALE GEHOORSCREENING. Paula van Dommelen Lidy-Marie Ouwehand, Paul Verkerk, Karin de Graaff-Korf KWALITEIT NICU NEONATALE GEHOORSCREENING Paula van Dommelen Lidy-Marie Ouwehand, Paul Verkerk, Karin de Graaff-Korf PERIODE Vanaf 1998: Isala, AMC, VUMC, Radboud, WKZ, MMC, SKZ NICU Vanaf 2000: UMCG, LUMC,

Nadere informatie

NEONATALE GEHOOR SCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG

NEONATALE GEHOOR SCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG MONITOR OVER 2015 NEONATALE GEHOOR SCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG KITTY VAN DER PLOEG, SYLVIA VAN DER PAL EN PAUL VERKERK NOVEMBER 2016 BELANGRIJKSTE CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De neonatale gehoorscreening

Nadere informatie

Lange termijn follow-up van neonataal vastgesteld gehoorverlies in de NICU populatie

Lange termijn follow-up van neonataal vastgesteld gehoorverlies in de NICU populatie Lange termijn follow-up van neonataal vastgesteld gehoorverlies in de NICU populatie K.S. de Graaff-Korf 17 januari 2018 Isala Vrouw-kindcentrum Introductie Aanleiding voor follow-up onderzoek was met

Nadere informatie

Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen

Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen Bijlage I Indicatoren en kwaliteitsnormen Aanpassingen per 1 januari 2015 Definities normen, streefwaarden en n Norm Doel: Definitie: bewaken van de publieke waarden van de uitvoering. is een minimale

Nadere informatie

NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG

NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG MONITOR OVER 2016 NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG KITTY VAN DER PLOEG, MIRJAM POT EN PAUL VERKERK NOVEMBER 2017 BELANGRIJKSTE CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De neonatale gehoorscreening

Nadere informatie

NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG

NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG > MONITOR OVER 2017 NEONATALE GEHOORSCREENING DOOR DE JEUGDGEZONDHEIDSZORG KITTY VAN DER PLOEG, SOPHIE WINS EN PAUL VERKERK NOVEMBER 2018 > BELANGRIJKSTE CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De neonatale gehoorscreening

Nadere informatie

Gehoorscreening en -diagnostiek in een NICU-populatie

Gehoorscreening en -diagnostiek in een NICU-populatie Gehoorscreening en -diagnostiek in een NICU-populatie André Goedegebure, Saskia Coenraad, Hans Hoeve Afdeling KNO, Erasmus MC Rotterdam Sophia Kinder Ziekenhuis (SKZ) Vergroot risico gehoorverlies NICU

Nadere informatie

In CANG aanwezig. landelijke TNO- NICU database. Termijn$ I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst.

In CANG aanwezig. landelijke TNO- NICU database. Termijn$ I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst. I ja tekst. Wordt gereviseerd. Nieuwe versie oktober 2017 op de website Minimale gegevensset voor de neonatale gehoorscreening door de Jeugdgezondheidszorg Ontwikkeld door C.P.B. van der Ploeg en P. van Dommelen TNO

Nadere informatie

Neonatale gehoorscreening en de DECIBEL-studie: Moeten we anders werken? DECIBEL-study 1

Neonatale gehoorscreening en de DECIBEL-studie: Moeten we anders werken? DECIBEL-study 1 Neonatale gehoorscreening en de DECIBEL-studie: Moeten we anders werken? DECIBEL-study 1 Jan-11 Decibel: Marleen Korver en Saskia Konings Gezamenlijke inspanning alle AC s! Resultaten (proefschrift Korver/Como)

Nadere informatie

Factsheet Neonatale Gehoorscreening Mei 2016

Factsheet Neonatale Gehoorscreening Mei 2016 Neonatale Gehoorscreening Mei 2016 Wat houdt de neonatale gehoorscreening in? Sinds 2006 krijgt elke pasgeborene in Nederland gehoorscreening aangeboden. Het doel van de neonatale gehoorscreening is om

Nadere informatie

Neonatale gehoordiagnostiek

Neonatale gehoordiagnostiek Neonatale gehoordiagnostiek Hoe je met klikken verder komt Terugkomdag ALGO-screeners 17 januari 2018 Samuel Hoekman klinisch fysicus - audioloog Wat ga ik vertellen Outline Gehoor Gehooronderzoek Screening

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2011

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2011 TNO-rapport TNO/CH/2012 R10848 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2011 Met voorlopige diagnostiekuitkomsten over 2011 Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2008

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2008 TNO-rapport KvL/P&Z/2009.118 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2008 Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2009

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2009 TNO-rapport KvL/P&Z/2010.065 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2009 Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18

Nadere informatie

Van neonatale gehoorscreening tot behandeling; aandacht maakt alles beter

Van neonatale gehoorscreening tot behandeling; aandacht maakt alles beter Tijdschr Jeugdgezondheidsz (2018) 50:100 105 https://doi.org/10.1007/s12452-018-0158-6 Van neonatale gehoorscreening tot behandeling; aandacht maakt alles beter N. N. Uilenburg C. P. B. van der Ploeg R.

Nadere informatie

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg versie 8.0 010970 Draaiboek Neonatale Gehoorscreening versie 8.0 2018 1 Disclaimer Hoewel het RIVM aan dit draaiboek de uiterste zorg heeft besteed,

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2010

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2010 TNO-rapport TNO/CH 2012 R10845 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2010 Met definitieve diagnostiekuitkomsten over 2010 Behavioural and Societal Sciences Wassenaarseweg

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2014 Met voorlopige diagnostiekuitkomsten

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2014 Met voorlopige diagnostiekuitkomsten TNO-rapport TNO/CH 2015 R11327 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2014 Met voorlopige diagnostiekuitkomsten Behavioural and Societal Sciences Schipholweg 77-89

Nadere informatie

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db

Objectieve Diagnostiek. Tympanometrie Oto-Akoestische Emissies BERA Rechts 70 db, Links 90 db Objectieve Diagnostiek - casuïstiek - Arjan J Bosman en Henriëtte Koch Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Objectieve Diagnostiek Tympanometrie, stapedius reflexen functionaliteit middenoor Oto-Akoestische

Nadere informatie

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2013 Met definitieve diagnostiekuitkomsten

Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2013 Met definitieve diagnostiekuitkomsten TNO-rapport TNO/CH 2015 R11351 Monitoring van de neonatale gehoorscreening door de jeugdgezondheidszorg in 2013 Met definitieve diagnostiekuitkomsten Behavioural and Societal Sciences Schipholweg 77-89

Nadere informatie

Audiologische diagnostiek en revalidatie. Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog

Audiologische diagnostiek en revalidatie. Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog Audiologische diagnostiek en revalidatie Cas Smits, klinisch fysicus-audioloog Inhoud Werking van het gehoor Traject in het eerste jaar Aanmeldingen Diagnostiek Revalidatie Na het eerste jaar gehoorbeenketen

Nadere informatie

Neonatale gehoorscreening

Neonatale gehoorscreening Neonatale gehoorscreening Anneke Meuwese-Jongejeugd programmacoördinator 1 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen / Zie hieronder Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Neonatale Gehoorscreening. Neonatale gehoorscreening. 1. Fundament, organisatie en protocol (incl. aanpassingen afgelopen jaren) 2.

Neonatale Gehoorscreening. Neonatale gehoorscreening. 1. Fundament, organisatie en protocol (incl. aanpassingen afgelopen jaren) 2. Neonatale gehoorscreening Anneke Meuwese-Jongejeugd programmacoördinator 1 Informatiebijeenkomst regiocoördinatoren NGS 5.9.2017 Neonatale Gehoorscreening 1. Fundament, organisatie en protocol (incl. aanpassingen

Nadere informatie

Meningitis: het belang van gedegen multidisciplinaire diagnostiek van gehoor en communicatie De rol van het AC

Meningitis: het belang van gedegen multidisciplinaire diagnostiek van gehoor en communicatie De rol van het AC Meningitis: het belang van gedegen multidisciplinaire diagnostiek van gehoor en communicatie De rol van het AC Yvonne Simis, klinisch fysicus-audioloog, VUmc 12 oktober 2011 Inhoud De rol van het AC in

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER

SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER 9 SAMENVATTING VOOR DE NIET MEDISCH ONDERLEGDE LEZER In dit proefschrift zijn de eerste resultaten van de DECIBEL-study besproken. DECIBEL is het acroniem voor DEVELOPMENTAL EVALUATION OF CHILDREN: IMPACT

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening

Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening 3.1 Doel van de neonatale gehoorscreening De neonatale gehoorscreening heeft als doel om kinderen met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 decibel (db) aan

Nadere informatie

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch

Nadere informatie

De implementatie van het zorgverbeteringsproject

De implementatie van het zorgverbeteringsproject Nascholingsmiddag Slechthorendheid bij kinderen: etiologie, diagnostiek en revalidatie De implementatie van het zorgverbeteringsproject Sanne van Kordenoordt Projectmedewerker Centrum voor Diagnostiek

Nadere informatie

Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen in de leeftijd van 4-19 jaar

Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen in de leeftijd van 4-19 jaar Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen in de leeftijd van 4-19 jaar N. Uilenburg, A. Meuwese, P. Brienesse, Th. Goverts, G. Spaai & J. Meloen Noëlle Uilenburg NSDSK NVA Najaarsvergadering 2009 Onderdelen

Nadere informatie

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017

DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 DE SCREENING OP DOWN, EDWARDS EN PATAUSYNDROOM EN DE 20 WEKENECHO PUBLIEKSMONITOR 2017 SAMENVATTING In 2017 is 86,5 van de 173.244 zwangerschappen gecounseld voor prenatale screening. Bijna alle counselingsgesprekken

Nadere informatie

Gehoordiagnostiek neonataal CASUS

Gehoordiagnostiek neonataal CASUS Gehoordiagnostiek neonataal CASUS Presentatie Nascholingsdag audiologen te Utrecht Vrijdag 17 maart 2006 Age Hoekstra klinisch fysicus-audioloog Audiologisch Centrum van de Prof. J.J. Groen Stichting Amersfoort

Nadere informatie

Follow-up polikliniek Neonatologie

Follow-up polikliniek Neonatologie Follow-up polikliniek Neonatologie Uw kind werd behandeld op de afdeling neonatologie, meestal in de neonatale intensive care unit (NICU). Dat was voor u ongetwijfeld een spannende tijd waarin u veel

Nadere informatie

Medische diagnostiek naar gehoor bij meningitis: het landelijk protocol

Medische diagnostiek naar gehoor bij meningitis: het landelijk protocol 2e VUmc nascholingsdag over het jonge slechthorende kind: Medische diagnostiek naar gehoor bij meningitis: het landelijk protocol Paul Merkus Postmeningitis follow up in Nederland Eén jaar na meningitis

Nadere informatie

Behandeling en revalidatie van blijvende gehoorschade: hoortoestellen en cochleaire implantatie in een multidisciplinaire benadering

Behandeling en revalidatie van blijvende gehoorschade: hoortoestellen en cochleaire implantatie in een multidisciplinaire benadering Behandeling en revalidatie van blijvende gehoorschade: hoortoestellen en cochleaire implantatie in een multidisciplinaire benadering een presentatie aan de hand van casussen dr.ir. Cas Smits klinisch fysicus-audioloog

Nadere informatie

Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening

Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening Zorgtraject na de neonatale gehoorscreening Dr.L.Ruytjens klinisch fysicus-audioloog Sophia Kinderziekenhuis Rotterdam mede namens L.Heijkoop en A.Verbaan logopedisten Inhoud Neonatale gehoorscreening

Nadere informatie

VWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 07/12/2007 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB

VWVJ. Karen Van Doorslaer Referatendag - 07/12/2007 ONTWIKKELING VAN STANDAARD GEHOORONDERZOEK IN HET CLB ONTWIKKELING VAN STANDAARD VWVJ GEHOORONDERZOEK IN HET CLB Karen Van Doorslaer Referatendag - 07/12/2007 Opstellen van een screeningsprogramma Literatuurstudie Inventarisatie van de huidige werkwijze en

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn NVOG Nederlandse Vereniging voor RICHTLIJN Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn No 23 juni 1999 1 OMSCHRIJVING VAN HET PROBLEEM Er zijn geen formele landelijke afspraken

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening

Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening Hoofdstuk 3 De neonatale gehoorscreening 3.1 Doel van de neonatale gehoorscreening De neonatale gehoorscreening heeft als doel om kinderen met een permanent gehoorverlies van minimaal 40 decibel (db) aan

Nadere informatie

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u

Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Factsheet Zwangerschap en Geboorte 2016 gegevens onder embargo tot donderdag 25 januari, 08.00u Een globaal overzicht uit de perinatale registratie In Nederland worden gegevens over de perinatale zorg

Nadere informatie

Gehoorscreening via telefoon en internet: ervaringen met de Nationale Hoortest. Cas Smits, Joost Festen VU medisch centrum

Gehoorscreening via telefoon en internet: ervaringen met de Nationale Hoortest. Cas Smits, Joost Festen VU medisch centrum Gehoorscreening via telefoon en internet: ervaringen met de Nationale Hoortest Cas Smits, Joost Festen VU medisch centrum Screening Screening (of bevolkingsonderzoek) is medisch onderzoek bij mensen die

Nadere informatie

Neonatale hielprikscreening - Monitor 2014

Neonatale hielprikscreening - Monitor 2014 TNO-rapport TNO/CH 2015 R11437 Neonatale hielprikscreening - Monitor 2014 Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden www.tno.nl T +31 88 866 90 00 Datum

Nadere informatie

Neonatale gehoorscreening het belang van de etiologische diagnostiek

Neonatale gehoorscreening het belang van de etiologische diagnostiek Neonatale gehoorscreening het belang van de etiologische diagnostiek Dr. Anneke Meuwese-Jongejeugd, programmacoordinator neonatale gehoorscreening Centrum voor Bevolkingsonderzoek RIVM Heel hartelijk gefeliciteerd

Nadere informatie

41-ste DAG DER AKOEPEDIE. Thema: Centraal Auditieve Testen

41-ste DAG DER AKOEPEDIE. Thema: Centraal Auditieve Testen AUDIOLOGISCHE NIEUWSBRIEF nr. 65 april 2001 41-ste DAG DER AKOEPEDIE Donderdag 26 april 2001 9.30-12.00 uur Plaats Thema: Centraal Auditieve Testen "De Dialoog" Raadhuisplein 4 in Ermelo Tel. 0341-567386

Nadere informatie

Neonatale gehoorscreening, en daarna

Neonatale gehoorscreening, en daarna Maastricht University Medical Centre MUMC Neonatale gehoorscreening, en daarna de zorg voor het slechthorende kind JR Hof 27 mei 2014 Gehoorscreening Doel Aantonen van een permanent conductief, perceptief

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur

Nadere informatie

Subjectieve kinderaudiometrie

Subjectieve kinderaudiometrie Subjectieve kinderaudiometrie Patrick Brienesse Klinisch fysicus audiologie 13 april 2018 Drie pijlers van gehoorrevalidatie bij jonge kinderen Drie pijlers van gehoorrevalidatie bij jonge kinderen Hoorbaarheid

Nadere informatie

Verloop pieklatentie vs intensiteit

Verloop pieklatentie vs intensiteit Neonatale screening - OAE Audiometrie bij Jonge Kinderen Mogelijkheden en Valkuilen Arjan J Bosman Audiologisch Centrum UMC St Radboud Nijmegen Neonatale screening - ALGO Objectieve Diagnostiek Tympanometrie,

Nadere informatie

nazorg-poli neonatale intensive care unit

nazorg-poli neonatale intensive care unit nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar)

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar) Richtlijn JGZ-richtlijn Vroegtijdige opsporing van gehoorverlies bij kinderen en jongeren (0-18 jaar) Onderbouwing 1. Risicofactoren Uitgangsvragen Leidt een extra screening op het gebied van gehoor en

Nadere informatie

Het belang van etiologische diagnostiek bij slechthorendheid

Het belang van etiologische diagnostiek bij slechthorendheid Het belang van etiologische diagnostiek bij slechthorendheid Ad Snik, namens Hearing and Genes, otogenetisch spreekuur UMC Radboud Nijmegen Theo Goverts, namens centrum diagnostiek slechthorenheid (CDS)

Nadere informatie

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen Benchmark Rapport ICD procedures Periode: 2010-2012 Peildatum: Datum 26 juli 2013 Ziekenhuis: Catharina Ziekenhuis Michelangelolaan 2 5623 EJ Eindhoven Toelichting NCDR ICD 2010-2012 Deelnemende ziekenhuizen

Nadere informatie

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen

Staat voor: Registratie, Transparantie en Kwaliteit. Benchmark Rapport. ICD procedures. Toelichting NCDR ICD Deelnemende ziekenhuizen Benchmark Rapport ICD procedures Periode: 2010-2012 Peildatum: Datum 26 juli 2013 Ziekenhuis: Leids Universitair Medisch Centrum Albinusdreef 2 2333 ZA Leiden Toelichting NCDR ICD 2010-2012 Deelnemende

Nadere informatie

Prematuren Nazorg Bureau Parkstad

Prematuren Nazorg Bureau Parkstad Prematuren Nazorg Bureau Parkstad Inleiding Deze brochure is bedoeld voor ouders waarvan het kindje te vroeg is geboren (minder dan 34 zwangerschapsweken), een extreem laag geboortegewicht heeft of ernstige

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over

Nadere informatie

Voorbeeld Perinatale Audit 1

Voorbeeld Perinatale Audit 1 Voorbeeld Perinatale Audit 1 Doel Doel van de audits is om de kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren door reflectie op het eigen handelen. Het uiteindelijke doel is een daling van de perinatale sterfte.

Nadere informatie

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland Anita CJ Ravelli, AMC afdeling Klinische Informatiekunde Mede namens: Martine Eskes, Jan Jaap HM Erwich, Hens AA Brouwers, Erna Kerkhof, Joris

Nadere informatie

Bijlage 1 Privacyreglement

Bijlage 1 Privacyreglement Bijlage 1 Privacyreglement PRIVACYREGLEMENT AABR NEONATALE GEHOORSCREENING in de NICU s ISALA KLINIEKEN ZWOLLE LOCATIE SOPHIA ZIEKENHUIS TNO-PG CONCEPT VERSIE december 2008 Wijzigingen in verband met overgang

Nadere informatie

Hoorzorg binnen een instelling

Hoorzorg binnen een instelling Hoorzorg binnen een instelling Ingrid Hertgers, logopedist/ M SEN logopedist s Heeren Loo Advisium Ermelo Marrianne van de Glind-Zwart, Logopedist/teamleider Pento AC Amersfoort s Heeren Loo Ermelo wonen

Nadere informatie

Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2)

Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2) Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2) De sterfte in de 3 grote zorggroepen per hartchirurgisch centrum in de periode 2012-2014 Elders op deze website vindt u de gemiddelde sterfte na hartchirurgische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts

Audiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts udiologische zorg na prenatale CMV infectie Yvonne Simis, Cas Smits, Theo Goverts 22 maart 2013 Zorg bij CMV in het C Eén virus Zeven kinderen Zeven routes van/naar het C Zeven trajecten binnen het C Prenataal

Nadere informatie

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg versie 2.0 000315 Draaiboek Neonatale Gehoorscreening versie 2.0 2011 1 003125 Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugd.indb 1 22-11-11 14:33 Disclaimer

Nadere informatie

Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2)

Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2) Transparant over uitkomsten van hartchirurgie (2) De sterfte in de 3 grote zorggroepen per hartchirurgisch centrum in de periode 2013-2015 Elders op deze website vindt u de gemiddelde sterfte na hartchirurgische

Nadere informatie

Hoortoestelaanpassing bij kinderen met het Down Syndroom

Hoortoestelaanpassing bij kinderen met het Down Syndroom Hoortoestelaanpassing bij kinderen met het Down Syndroom Sander Ubbink klinisch fysicus audioloog i.o. academisch ziekenhuis Maastricht inhoud: prevalentie otologische problemen diagnostiek rehabilitatie

Nadere informatie

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later-

De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- De implementatie van het standaardverpleegplan preventie en behandeling van decubitus 2 jaar later- Auteur: Drs. M. Hanraets Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1993 Pagina: 27-29 Jaargang: 9 Nummer: 4 Toestemming:

Nadere informatie

Deskundigheidsbevordering SCID-screening. 12 december 2017 Maartje Blom

Deskundigheidsbevordering SCID-screening. 12 december 2017 Maartje Blom Deskundigheidsbevordering SCID-screening 12 december 2017 Maartje Blom SONNET SCID-screening ONderzoek in NEderland met TRECs Indeling presentatie 1. SCID-screening met TRECs 2. SCID-screening in het buitenland

Nadere informatie

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Samenvatting Een vroeggeboorte heeft een grote impact op het kind en zijn ouders, zelfs na de opname op de neonatologieafdeling. Te vroeg geboren kinderen laten meer gedragsproblemen zien dan op tijd geboren

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland

Vitamine B12 deficiëntie. Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland Vitamine B12 deficiëntie Een rapport naar De Incidentie en Prevalentie van vitamine B12 deficiëntie in Nederland In de periode januari 2010 tot en met december 2013 worden er in totaal 261.078 vitamine

Nadere informatie

Anser-project. Martijn Busstra. Rotterdams uroloog

Anser-project. Martijn Busstra. Rotterdams uroloog Anser-project Martijn Busstra Rotterdams uroloog Ja er zijn verschillen. Hand in hand Weer trekken wij ten strijde Maar toch hetzelfde doel! Het zorglandschap in 7 jaar 2010 Santeon oprichting Prostaatcentrum

Nadere informatie

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation

Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation UvA-DARE (Digital Academic Repository) Management of preterm delivery in women with abnormal fetal presentation Bergenhenegouwen, L.A. Link to publication Citation for published version (APA): Bergenhenegouwen,

Nadere informatie

Clinical Trials in Nederland: op weg naar topkwaliteit DCTF Congres 3 oktober 2012 Lunteren. M.P.W. Lamberti, BA Algemeen Directeur

Clinical Trials in Nederland: op weg naar topkwaliteit DCTF Congres 3 oktober 2012 Lunteren. M.P.W. Lamberti, BA Algemeen Directeur Clinical Trials in Nederland: op weg naar topkwaliteit DCTF Congres 3 oktober 2012 Lunteren M.P.W. Lamberti, BA Algemeen Directeur Maastricht UMC-Holding MUMC-Holding CTCM BPCM MI Groningen Utrecht Nijmegen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Waar staan we nu? Herma Vermeulen, afdelingshoofd Pre- en Neonatale Screeningsprogramma s. PNS-congres 17 april 2018

Waar staan we nu? Herma Vermeulen, afdelingshoofd Pre- en Neonatale Screeningsprogramma s. PNS-congres 17 april 2018 Waar staan we nu? Herma Vermeulen, afdelingshoofd Pre- en Neonatale Screeningsprogramma s Belangen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) CVAB 2015 [2015.5.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2014

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) CVAB 2015 [2015.5.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2014 Factsheet en CVA (CVAB) CVAB 2015 [2015.5.ZIN besluit ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2014 pagina 1 van 10 enoverzicht Nr. 1. Percentage TIA- en CVA patiënten ingevuld in de CVAB (2014) vergeleken

Nadere informatie

Voorbereiding van de implementatie van de standaard: 1 e kleuters

Voorbereiding van de implementatie van de standaard: 1 e kleuters Geachte directie, Beste CLB-verpleegkundige en CLB-arts, Beste VWVJ-lid of sympathisant, Praktijktoets Het schooljaar is volledig op dreef gekomen. Even zo de praktijktoets. Een aantal centra zijn al volop

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog

Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen. Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog Gehoorrevalidatie bij jonge kinderen Alex Hoetink klinisch fysicus - audioloog Onderwerpen Werking van het gehoor Gehoorverlies Gehoordiagnostiek op het Audiologisch Centrum (AC) Gehoorrevalidatie op het

Nadere informatie

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde

Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen. Oogheelkunde Retinopathie (ROP) bij te vroeg geboren kinderen Oogheelkunde Wat is prematuren retinopathie? Prematuren retinopathie (ROP) is een aandoening die kan ontstaan in het netvlies van te vroeg geboren kinderen.

Nadere informatie

Effecten van vroege screening op algemene taalvaardigheid bij kinderen in de DECIBEL-studie

Effecten van vroege screening op algemene taalvaardigheid bij kinderen in de DECIBEL-studie Effecten van vroege screening op algemene taalvaardigheid bij kinderen in de DECIBEL-studie M. Beers 1, C.C. Wever 1, A.M.H. Korver 2, S. Konings 1, W. Soede 1, A.M. Oudesluys-Murphy 2, J.H.M. Frijns 1

Nadere informatie

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE

BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER. Monitor 2017 EERSTE RESULTATEN VAN HET VERNIEUWDE a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor

Nadere informatie

KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS

KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS KINDERGENEESKUNDE IN HET FRANCISCUS GASTHUIS FRANCISCUS GASTHUIS Kindergeneeskunde in het Franciscus Gasthuis Het Franciscus Gasthuis heeft deze folder over de gang van zaken op de polikliniek en kliniek

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek en MS bij kinderen. Kinder MS dag 2014 Efteling Kaatsheuvel Daniëlle van Pelt, Arts-onderzoeker. ErasMS

Wetenschappelijk onderzoek en MS bij kinderen. Kinder MS dag 2014 Efteling Kaatsheuvel Daniëlle van Pelt, Arts-onderzoeker. ErasMS Wetenschappelijk onderzoek en MS bij kinderen Kinder MS dag 2014 Efteling Kaatsheuvel Daniëlle van Pelt, Arts-onderzoeker Kinder MS dag 2013 Blijdorp Rotterdam Kinder MS dag 2013 Onderzoek Risicogenen

Nadere informatie

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg

Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg Draaiboek Neonatale Gehoorscreening Jeugdgezondheidszorg versie 5.0 008487 Draaiboek Neonatale Gehoorscreening versie 5.0 2015 1 Disclaimer Hoewel het RIVM aan dit draaiboek de uiterste zorg heeft besteed,

Nadere informatie