Inhoud. I.A.B.-mededelingen. Boekhoudrecht

Transcriptie

1 Nummer 8 16 mei e jaargang Inhoud I.A.B.-mededelingen Ondernemingsloket : welke rol voor de accountant en de belastingconsulent? Standpunt van het I.A.B. inzake het Wetsontwerp tot oprichting van de Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister en tot oprichting van erkende ondernemingsloketten. Algemene ledenvergadering I.A.B. 27 april 2002 Op 27 april, om 9 uur, opende Voorzitter J. DE LEENHEER de zestiende Algemene Vergadering van het Instituut. Voor deze gelegenheid hadden een 800-tal leden naast talrijke vooraanstaande personen uit de economische en juridische wereld zich naar het Paleis voor Congressen begeven. Een verslag. Boekhoudrecht De nieuwe VZW-wetgeving : boekhouding en controle Na meer dan drie jaar hebben Kamer en Senaat hun goedkeuring gehecht aan de «vernieuwde» tekst van de VZW-wet. Het eindproduct heeft duidelijk een aantal vennootschapsrechtelijke invloeden ondergaan en vormt voortaan het wettelijk kader voor de vereniging zonder winstoogmerk, de stichting en de internationale vereniging zonder winstoogmerk. Wij brengen alvast een kort overzicht van de boekhoudkundige en controleverplichtingen die de nieuwe wet oplegt.

2 I.A.B.-mededelingen Ondernemingsloket : welke rol voor de accountant en de belastingconsulent? Ph. VAN EECKHOUTE Standpunt van het I.A.B. inzake het Wetsontwerp tot oprichting van de Kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister en tot oprichting van erkende ondernemingsloketten. I. Situatieschets Zoals we al aangaven in het nummer 7/2002 van IAB-Info, plant de regering in het kader van de administratieve vereenvoudiging de oprichting van een «Kruispuntbank van ondernemingen» waar alle gegevens inzake rechtspersonen, ondernemingen en verenigingen zonder winstoogmerk zullen worden gecentraliseerd en waaraan ook het handelsregister zal worden toegevoegd. Een wetsontwerp in die zin ligt voor advies bij de Raad van State. Hetzelfde wetsontwerp introduceert de «ondernemingsloketten», die voor de ondernemingen zullen fungeren als enig aanspreekpunt in hun relatie met de overheid. Deze VZW s zullen toegang hebben tot de Kruispuntbank. Meer concreet zullen de ondernemingsloketten instaan voor de inschrijvingen van ondernemingen in de Kruispuntbank, voor het verlenen van vestigingsattesten en, als mandataris van de ondernemingen, voor het vervullen van alle andere administratieve formaliteiten ten aanzien van andere (in eerste instantie) federale overheden. Het wetsontwerp maakt het tevens mogelijk dat deze ondernemingsloketten instaan voor de begeleiding en het adviseren van ondernemingen, meer bepaald met betrekking tot het opstellen van een financieel plan, het aanvragen van subsidies en dies meer... II. Standpunt van het I.A.B. Teneinde het bedrijfsleven toe te laten zo optimaal en efficiënt mogelijk te functioneren, is het Instituut steeds voorstander geweest van een doorgedreven administratieve vereenvoudiging. Zo onder meer was het Instituut één van de pioniers in de projecten met betrekking tot fiscale aangiften langs elektronische weg, en heeft het de leden accountants en belastingconsulenten permanent voor deze materie gesensibiliseerd via zijn publicaties, colloquia,... Het Instituut blijft uiteraard een fervent verdediger van het drastisch verminderen van de administratieve rompslomp. Bij het concreet voorstel inzake de ondernemingsloketten maakt het I.A.B. evenwel een belangrijke bedenking. Een essentiële overweging die destijds voor de wetgever doorslaggevend was om de beroepen van accountant (1985) en belastingconsulent (1999) bij wet te reglementeren, was de bekommernis om het bedrijfsleven de nodige kwaliteitswaarborgen te bieden in hoofde van de professionals die hen adviseren en begeleiden inzake bedrijfsorganisatie, boekhouding, fiscaliteit, vennootschapsrecht,... Het Instituut acht het dan ook onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat het niet werd betrokken bij de totstandkoming van het wetsontwerp dat een voor het bedrijfsleven cruciale materie regelt, met name de opstart en de fiscale en economische begeleiding, en heeft de zaak besproken met de bevoegde ministers Daems van KMO en Picqué van Economie.

3 Algemene ledenvergadering I.A.B. 27 april 2002 Op 27 april, om 9 uur, opende Voorzitter J. DE LEENHEER de zestiende Algemene Vergadering van het Instituut. Voor deze gelegenheid hadden een 800-tal leden naast talrijke vooraanstaande personen uit de economische en juridische wereld zich naar het Paleis voor Congressen begeven. Een verslag. Het bureau Het bureau was samengesteld uit de heren Johan DE LEENHEER, Voorzitter, Guy STEVENS, Vice- Voorzitter, André BERT, Secretaris-Penningmeester, en mevrouw Micheline CLAES, Secretaris, bijgestaan door de heer Philip VAN EECKHOUTE, Secretaris-generaal. Toespraak van de Voorzitter (1 e deel) Om te beginnen, vestigde M. DE LEENHEER de aandacht op de werkzaamheden van de nieuwe Stagecommissie en de Stagedienst, die, onder leiding van de heer Jos VAN WEMMEL en mevrouw Christine CLOQUET, van start zijn gegaan met het «omturnen» van het toelatingsexamen. De Voorzitter onderstreepte dat, in afwachting van een nieuw koninklijk besluit dat de stage en de examens voor kandidaat-accountants en -belastingconsulenten definitief zal regelen, de Raad besliste om reeds naar aanleiding van de examensessie 2002 een specifiek toelatingsexamen tot de stage voor kandidaatbelastingconsulenten te organiseren; voor deze sessie werd overigens een stelsel van vrijstellingen ingevoerd. Dhr. DE LEENHEER gaf aan dat het een eenmalige regeling betreft, die het fiat kreeg van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen, en die, hoogstwaarschijnlijk vanaf 2003, zal worden aangepast aan de bepalingen van het definitieve KB. Hij dankte de Stagecommissie en de Stagedienst hartelijk voor hun inzet en het prachtige werk dat zij in dit kader hebben verricht. De Voorzitter gaf vervolgens een overzicht van de belangrijkste activiteiten van het Instituut in 2001 : hij vermeldde het succes van het colloquium rond de strijd tegen de grote fiscale fraude, dat het Instituut organiseerde in samenwerking met Dhr. A. ZENNER, Regeringscommissaris belast met de strijd tegen de grote fiscale fraude en de vereenvoudiging van de fiscale procedures. Deze laatste pleit ervoor dat de Administratie voorrang zou geven aan de strijd tegen de zware en georganiseerde fraude, alsook voor het bewerkstelligen van een alliantie tussen de privé- en de openbare sector. Dhr. DE LEENHEER lichtte ook één van de thema s die tijdens het colloquium aan bod kwamen, nader toe, met name : het beroepsgeheim in het kader van de anti-witwaswetgeving. Voorzitter DE LEENHEER preciseerde dat de actualisering van de databank Eurochallenger, die werd toevertrouwd aan een opvolgingscomité, voorgezeten door de heer KROCKAERT, en samengesteld uit specialisten in verschillende vakgebieden, heeft geleid tot de ontwikkeling van een nieuwe versie die een succes kan worden genoemd vanuit alle perspectieven. Dhr. DE LEENHEER bedankte de heer KROCKAERT en zijn equipe voor het voortreffelijke werk dat ze in dit kader hebben geleverd. Dhr. DE LEENHEER noemde de nieuwe manier van communiceren die de elektronische belastingaangiften inluiden, «de hoeksteen van de administratieve vereenvoudiging». Hij verheugde zich erover dat de vruchtbare samenwerking tussen het Instituut, de vertegenwoordigers van het Ministerie van Financiën en van het Kabinet van Alain ZENNER heeft geleid tot het operationeel opstarten van de EDIVAT-module en tot de laatste tests van het INTERVAT-systeem.

4 De spreker becommentarieerde een aantal nieuwe opdrachten die de wetgever de externe accountants toevertrouwde in de loop van 2001 : De Wet op de Werknemersparticipatie maakt de tussenkomst van externe accountants mogelijk in geval van kapitaalsparticipatie, en met name wanneer de betrokken aandelen niet worden genoteerd of verhandeld op de beurs. Dhr. DE LEENHEER bedankte Professor Jean-Paul SERVAIS en de heren Jan VERHOEYE en Bruno COLMANT die meewerkten aan het colloquium dat het Instituut over dit onderwerp organiseerde in samenwerking met de FVIB. Het Instituut heeft, samen met de Nationale Kamer der Notarissen en het Instituut der Bedrijfsrevisoren, een gemengde commissie opgericht die de bepalingen van de Wet op het notariaat en het Koninklijk Besluit met betrekking tot de waardering van notariskantoren ten aanzien van de betrokken beroepsbeoefenaars op een concrete en praktische manier van toelichting zal voorzien. De Raad heeft beslist de wettelijke voorschriften die de stagiairs en de leden een opdracht inzake begeleiding van startende ondernemingen toevertrouwen, een concrete invulling te geven. In dat verband zal ook een handboek worden uitgegeven met als titel : «Oprichting en opstartfase van ondernemingen». Een handboek met betrekking tot de IAS-normen, «The Practical Guide to Applying IAS in Belgium», werd eind 2001 aan de leden toegestuurd. Het boek moet de leden helpen zich tijdig bewust te worden van de inspanningen die deze omschakeling zal vergen. Het Instituut ziet er bovendien op toe dat de IAS-normen in onze landstalen worden vertaald. Eind 2001, nodigde de Kamercommissie belast met de problemen inzake handels- en economisch recht het Instituut uit om, tijdens een hoorzitting, het standpunt van de Raad betreffende het wetsontwerp Corporate Governance toe te lichten (zie ook IAB-info nr. 20/2001). Tot slot bracht Dhr. DE LEENHEER alle confraters en medewerkers in herinnering die ons in 2001 zijn ontvallen. Hij noemde met name twee grote figuren van het beroep, André PRINZ en Joseph COLLEYE, maar ook Corry VANDER BORGHT, die gedurende jaren de administratieve diensten van het Instituut heeft versterkt. Hij bedankte al de personen die hun medewerking verlenen aan de erkenningscommissies en in het bijzonder mevrouw Anne SPIRITUS-DASSESSE, voorzitter van de Erkenningscommissie Belastingconsulenten; de leden die in de verschillende commissies en de FEE-werkgroepen zetelen en in het bijzonder Ruddy DE WILDE als lid van de Raad van de FEE; Guy STEVENS, Vice-Voorzitter, de Raad en het Uitvoerend Comité; Past-presidents Roger VANDELANOTTE en Raymond KROCKAERT; de diensten van het Instituut onder leiding van Philip VAN EECKHOUTE en Isabelle HAMERLINCK. Dhr. DE LEENHEER feliciteerde ook de stagiairs en wenste hen veel moed, doorzettingsvermogen en succes, evenals alle nieuwe confraters die hij van harte welkom heet in het Instituut. Tot besluit dankte hij hartelijk de leden voor hun inzet, loyauteit en professionalisme. Toespraak van de Vice-Voorzitter Vervolgens nam Dhr. STEVENS, Vice-Voorzitter, het woord. Hij herinnerde eraan dat, ten aanzien van de opleiding van de kandidaat-accountants, de wettelijke opdracht van het Instituut steeds is geweest erop toe te zien dat het toelatingsexamen, de stage en het bekwaamheidsexamen volledig gebaseerd waren op de materies van de 8 ste richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschap en dat, sinds de titel van belastingconsulent gereglementeerd is door de wet van 22 april 1999, het Instituut deze taak ook voor de belastingconsulenten vervult. De Vice-Voorzitter vatte kort het advies samen van de Hoge Raad voor de Economische Beroepen met betrekking tot het voorontwerp van koninklijk besluit betreffende de examens en de stage van de kandidatenaccountants en/of belastingconsulenten. Dat advies is opgebouwd rond zeven krachtlijnen waarop we terugkomen in het nr. 2/2002 van Accountancy & Tax.

5 Dhr. STEVENS becommentarieerde de twee wijzigingen die, in afwachting van het nieuwe KB, werden aangebracht aan het toegangsexamen, georganiseerd door de Raad op 2 en 16 maart Enerzijds hadden de kandidaten voor de eerste maal de keuze tussen het toelatingsexamen tot de stage van belastingconsulent en het toelatingsexamen tot de stage van accountant; anderzijds werden de kandidaten vrijgesteld van bepaalde onderdelen van de examenstof, afhankelijk van de voordien genoten opleiding. De Vice-Voorzitter belichtte de spreiding van de inschrijvingen d.i. meer dan het dubbele van het aantal bij de vorige examensessies, over de twee categorieën van toelatingsexamen. Tot besluit benadrukte hij dat dit examen het Instituut de kans heeft geboden om ervaring op te doen die in de praktijk, met name in het vooruitzicht van de publicatie van het nieuwe koninklijk besluit, nuttig kan blijken en bedankte hij de Stagecommissie en de Stagedienst voor het aanzienlijke werk dat ze in dit kader hebben verricht. Financieel verslag Dhr. André BERT, Secretaris-Penningmeester, bracht verslag uit over de financiële toestand van het Instituut het huidig boekjaar vertoont een batig saldo van BEF ( ,29 EUR) en besprak de financiële staten die aan de leden werden bezorgd. Verslag van de commissarissen Dhr. Hugo DOOMS, Commissaris, bracht, zowel in eigen naam als in naam van Dhr. Thierry BECKO, verslag uit over de rekeningen van het afgelopen jaar. Als conclusie van hun verslag van commissaris, een mandaat dat beiden in alle vrijheid en onafhankelijkheid hebben kunnen uitoefenen in een geest van samenwerking met de Raad en de diensten van het Instituut, konden de Commissarissen bevestigen dat de jaarrekening, die op 31 december 2001 een batig saldo vertoonde van BEF ( , 29 EUR) en een balanstotaal van BEF ( ,62 EUR), exact is en een getrouw beeld geeft van de financiële toestand en het vermogen van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, en dat de boekhouding de wettelijke boekhoudkundige regels naleeft, zoals ze in België worden toegepast. De leden van de algemene vergadering keurden de jaarrekening op 31 december 2001 unaniem goed. Voorstelling van de begroting 2002 Dhr. André BERT, Secretaris-Penningmeester, stelde vervolgens de begroting 2002 voor. Het bedrag van de ledenbijdragen, omgezet in euro, blijft ongewijzigd t.o.v. het vorig jaar. De leden van de algemene vergadering keurden unaniem de begroting 2002 goed en verleenden kwijting aan de leden van de Raad en aan de Secretaris-Penningmeester. Overhandiging van de prijzen van de Stichting van het Nationaal College der Accountants van België In naam van de Stichting overhandigden vervolgens de heren René HOUDMONT, Voorzitter van het College, en Serge VERELST, Vice-Voorzitter, een prijs van 750 EUR aan elk van de vijf Franstalige kandidaat-stagiairs en de vijf Nederlandstalige kandidaat-stagiairs die de beste resultaten behaalden bij het toegangsexamen sessie De namen van de laureaten worden gepubliceerd in Accountancy & Tax, nr. 2002/2. Beslissingen De Algemene Vergadering heeft unaniem de volgende beslissingen genomen : aanstelling van nieuwe Franstalige en Nederlandstalige commissarissen; goedkeuring van de rekeningen van het afgelopen boekjaar; kwijting van de leden van de Raad, de Secretaris-Penningmeester en de commissarissen; goedkeuring van de begroting 2002; het bedrag van de ledenbijdragen blijft onveranderd.

6 Hieronder zijn de ledenbijdragen voor 2002 weergegeven : CATEGORIEEN Bijdragen 1 1) Natuurlijke personen interne leden Een vermindering van 50 % wordt toegestaan aan de : a) nieuwe interne leden erkend in 2002, 2001, 2000 na afloop van een stage van 3 jaar b) gepensioneerde interne leden 2) Natuurlijke personen externe leden (inclusief verplichte CFI-bijdrage, H 12,64) Een vermindering van 50 % wordt toegestaan aan de : a) nieuwe externe leden erkend in 2002, 2001, 2000 na afloop van een stage van 3 jaar (inclusief verplichte CFI-bijdrage H 12,64) b) gepensioneerde interne leden (inclusief verplichte CFI-bijdrage H 12,64) H 297,47 H 148,74 H 148,74 H 458,85 H 235,74 H 235,74 3) Professionele vennootschappen eenpersoonsvennootschappen andere H 178,48 H 446,21 4) Stagiairs (administratieve kosten) H 74,37 1 Te voldoen voor 29 mei 2002 Voorstelling website van het Instituut Dhr. DE LEENHEER stelde de vernieuwde website van het Instituut voor. Deze werd inhoudelijk volledig geactualiseerd en grondig geherstructureerd. De Voorzitter benadrukte dat er veel belang werd besteed aan de gebruiksvriendelijkheid van de site, de snelheid en de navigatie. Bezoekers zullen met hetzelfde gemak kunnen surfen van de I.A.B.-site naar die van het IBR of naar het gemeenschappelijk deel van de site. De Voorzitter informeerde de aanwezige leden bovendien over de constructieve dialoog die de twee instituten voeren met betrekking tot het invoeren van een intranet. De Voorzitter stelde verder nog twee brochures voor : de ene gericht tot een publiek van studenten, de andere tot het potentiële cliënteel van onze beroepsbeoefenaars. Toespraak van de Voorzitter Academische zitting De Voorzitter stond stil bij de «leer van het gewekte vertrouwen», een theorie ontwikkeld door de Nederlandse professor Th. LIMPERG jr. omstreeks het jaar 1930, en plaatste deze in de hedendaagse economische context. Hij benadrukte ook een aantal nieuwe tendensen inzake corporate governance en formuleerde enkele reflecties met betrekking tot de rol van de deontologie binnen het beroep. Voor meer details over de beschouwingen van de Voorzitter, verwijzen we de lezer naar het nummer 2002/2 van Accountancy & Tax. Inleiding van de heer Eddy WYMEERSCH, Voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen Dhr. DE LEENHEER stelde vervolgens Eddy WYMEERSCH voor, Voorzitter van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, die bereid was gevonden om voor de leden van de algemene vergadering zijn «prospectieve beschouwingen omtrent het bedrijf van de accountant en de belastingconsulent» te formuleren. De weergave van deze uiteenzetting vindt u in Accountancy & Tax, nr. 2002/2.

7 Inleiding van de heer Didier REYNDERS, Minister van Financiën Het was naar aanleiding van de publicatie van een nieuw boek rond het thema van de fiscus, waarin illustrator SERDU 150 tekeningen heeft samengebracht, dat Dhr. DE LEENHEER de eer had het woord te geven aan de Minister van Financiën. De Voorzitter feliciteerde de Minister met zijn voorwoord waarin humor en zelfspot hand in hand gaan en benadrukte de boodschap die het Instituut zijn leden ondubbelzinnig wil meegeven : zij moeten eensgezind de weg inslaan die leidt naar evenwichtige relaties met de Administratie en het engagement van Minister REYNDERS voor het bevorderen van een nieuwe fiscale cultuur ondersteunen. Aanwijzing van de Nederlandstalige en Franstalige commissarissen In de mandaten van Nederlandstalig Commissaris werden de volgende leden aangesteld : de heren Hugo DOOMS (effectief) en Emile VANKEERBERGHEN (plaatsvervangend); in de mandaten van Franstalig Commissaris : de heer Thierry BECKO (effectief) en mevrouw Denise VERANNEMAN (plaatsvervangend).

8 Boekhoudrecht R. VAN BOVEN De nieuwe VZW-wetgeving : boekhouding en controle Meer dan drie jaar heeft het geduurd vooraleer Kamer en Senaat hun goedkeuring konden hechten aan de «vernieuwde» tekst van de VZW-wet. Het eindproduct is niet voorbijgegaan aan een aantal vennootschapsrechtelijke invloeden en vormt voortaan het wettelijke kader voor de vereniging zonder winstoogmerk, de stichting en de internationale vereniging zonder winstoogmerk. Huidig artikel beoogt een kort overzicht te geven van de nieuwe boekhoudkundige en controleverplichtingen 1. Drie categorieën van VZW s De nieuwe wet voorziet in verschillende boekhoudkundige- en controleverplichtingen naargelang de betrokken VZW beantwoordt aan specifieke omzet- en omvangcriteria. Voor een goed begrip wordt in dit artikel een onderscheid gemaakt tussen kleine, grote en zeer grote VZW s, alhoewel de wet dit niet doet 2. Men spreekt van een grote VZW 3 zodra deze bij de afsluiting van het boekjaar voldoet aan tenminste twee van de hiernavolgende criteria : 1 gemiddeld over het jaar 5 voltijdse werknemers tewerkstellen die ingeschreven zijn in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het Koninklijk Besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten; 2 in totaal EUR voortbrengen aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief BTW; 3 een balanstotaal hebben van EUR. Is dit niet het geval, dan zullen de regels toepassing vinden die gelden voor kleine VZW s. Een zeer grote VZW 4 daarentegen stelt op jaarbasis gemiddeld meer dan 100 voltijdse werknemers 5 tewerk of overschrijdt bij de afsluiting van het boekjaar tenminste twee van de volgende criteria : 1 het equivalent, gemiddeld over het jaar, van 50 voltijdse werknemers ingeschreven in het personeelsregister dat wordt gehouden overeenkomstig het Koninklijk Besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten; 2 in totaal EUR aan andere dan uitzonderlijke ontvangsten, exclusief BTW; 3 een balanstotaal van EUR. De hoger vermelde criteria kunnen door de Koning worden aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen 6. Kleine VZW s De kleine VZW s voeren een vereenvoudigde boekhouding die tenminste betrekking heeft op de mutaties in contant geld of op de rekeningen. Teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van de praktijk zal dit moeten gebeuren overeenkomstig een door de Koning vast te stellen model 7. Deze VZW s zijn bijgevolg niet onderworpen aan de Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen 8. Wel moet het bestuursorgaan ieder jaar, en ten laatste binnen de zes maanden na afsluiting van het boekjaar, de jaarrekening van het voorbije boekjaar, alsook de begroting van het volgende boekjaar ter goedkeuring voorleggen aan de algemene vergadering 9. De goedgekeurde jaarrekening moet vervolgens jaarlijks worden neergelegd op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg 10 van het arrondissement waar de VZW haar zetel of zetel van werkzaamheden 11 heeft 12.

9 Grote VZW s Grote VZW s moeten hun boekhouding voeren en hun jaarrekening opmaken overeenkomstig de boekhoudwet 13, zij het dat de verplichtingen die hieruit voorvloeien voor de VZW's bij K.B. zullen worden aangepast aan hun bijzondere werkzaamheden en hun wettelijk statuut. Naast de neerlegging ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg 14 zullen deze VZW s hun jaarrekening moeten neerleggen bij de Nationale Bank van België en dit binnen de dertig dagen na de goedkeuring ervan door de algemene vergadering 15. Zeer grote VZW s Net zoals de grote VZW s moeten zij hun boekhouding voeren conform de Boekhoudwet. Ook voor deze VZW s voorziet de nieuwe wet in een dubbele neerleggingsverplichting van de jaarrekening, nl. enerzijds ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg en anderzijds bij de Nationale Bank van België. Bovendien voorziet de wet in de verplichting voor deze VZW s om één of meer commissarissen aan te stellen met het oog op de controle van de financiële toestand, van de jaarrekening en van de statuten, evenals van de verrichtingen die in de jaarrekening moeten worden vastgesteld. 16 Deze commissaris is, net zoals bij handelsvennootschappen, een bedrijfsrevisor die moet worden benoemd door de algemene vergadering van de VZW 17. Sancties Vooreerst kan ieder lid, dan wel iedere belanghebbende derde of het openbaar ministerie de ontbinding vorderen van de VZW die gedurende drie opeenvolgende boekjaren haar jaarrekening niet heeft neergelegd ter griffie van de Rechtbank van eerste aanleg. 18 Deze vordering kan enkel worden ingesteld na het verstrijken van een termijn van dertien maanden te rekenen van de afsluiting van het derde boekjaar 19. De ontbinding kan worden voorkomen door de ontbrekende jaarrekeningen neer te leggen vóór de sluiting van de debatten. Bovendien zal het niet-neerleggen ter griffie van de Rechtbank van eerste aanleg 20 van de jaarrekening tot gevolg hebben dat de betrokken VZW geen koninklijke machtiging kan ontvangen met het oog op het verkrijgen van schenkingen 21 waarvan de waarde hoger is dan euro. 22 Tenslotte zal elke vordering ingesteld door een vereniging die haar jaarrekening niet heeft neergelegd worden opgeschort. In voorkomend geval moet de rechter een regularisatietermijn toestaan die, ingeval van niet-naleving, leidt tot de onontvankelijkheid van de vordering. 23 Sectoriële afwijkingen Verenigingen die wegens de aard van hun hoofdactiviteit onderworpen zijn aan een bijzondere wetgeving of een overheidsreglementering die afwijkende regels bevat aangaande het houden van hun boekhouding en het opstellen van hun jaarrekening, zullen afhankelijk blijven van deze regeling op voorwaarde dat deze minstens gelijkwaardig is aan die bepaald op grond van de nieuwe wet. 24 Inwerkingtreding De Belgische verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen van openbaar nut opgericht vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, evenals de buitenlandse verenigingen zonder winstoogmerk die in België een centrum van werkzaamheden hebben opgericht vóór die datum, moeten de verplichtingen vervat in artikel 26novies, 1 of 31 Wet naleven binnen een door de Koning te bepalen termijn die niet korter mag zijn dan één jaar en niet langer dan vijf jaar te rekenen van de datum van inwerkingtreding van deze wet. 25 Hetzelfde geldt voor de internationale verenigingen zonder winstoogmerk waaraan vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet rechtspersoonlijkheid is verleend. Voor het overige treedt de nieuwe wet in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de bekendmaking van het Koninklijk Besluit ter uitvoering van de wet in het Belgisch Staatsblad. 26 Noten Zie p. 8/9

10 (501/NB I.A.B.) 2002 Alle rechten voorbehouden. Noch deze publicatie, noch gedeelten ervan mogen worden gereproduceerd of opgeslagen in een retrieval systeem, en evenmin worden overgedragen in welke vorm of op welke wijze dan ook, elektronisch, mechanisch of door middel van fotokopieën, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De auteurs, de redactie en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Verantwoordelijke uitgever : J. De Leenheer, I.A.B., Livornostraat 41, 1050 Brussel (tel. (02) , info@iec-iab.be) I.A.B.-publicatie, in samenwerking met Ced.Samsom, Kouterveld 14, 1831 Diegem