Aan de raad van de gemeente. Gouda. Geachte leden van de gemeenteraad,

Transcriptie

1 Aan de raad van de gemeente Gouda dienst/afdeling dv/cja contactpersoon Ed van der Hoeven telefoon uw kenmerk onderwerp Jaarverslag Bezwaarschriftencommissie Gouda gouda 4 juli 2017 ons kenmerk verzonden 4 juli 2017 Geachte leden van de gemeenteraad, Hierbij bieden wij u aan het jaarverslag 2016 van de Bezwaarschriftencommissie Gouda. Het verslag bevat onder meer een verantwoording van de door de commissie gedane werkzaamheden en een aantal conclusies en aanbevelingen. De commissie is tevreden over de manier waarop de bezwaarschriften worden behandeld. Het aantal bezwaarschriften neemt na een aanvankelijke stijging in 2014 in 2015 en 2016 af. Afgewacht moet worden of deze trend zich in 2017 voortzet maar de eerste tekenen wijzen daar wel op. Niet duidelijk is waaraan deze teruggang aan bezwaarschriften valt toe te schrijven. Enerzijds is er in de primaire fase meer aandacht voor contact met een aanvrager, ook om de inhoud van een voorgenomen besluit te delen en om vragen te beantwoorden. Anderzijds zien we nog veel primaire besluiten die in bezwaar geheel of gedeeltelijk worden herzien. De informele aanpak om zowel in de primaire fase als in bezwaar oplossingsgericht in contact te treden met een inwoner, blijft vruchten afwerpen. In Gouda geldt als uitgangspunt Samen in Gesprek. Ook als een informele behandeling niet heeft geleid tot een voor betrokkene positieve oplossing, spreekt men, als het bezwaarschrift formeel wordt behandeld, de waardering uit voor de informele aanpak. Het college deelt de conclusies en aanbevelingen van de commissie. Over de Participatiewet, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet zijn diverse cursussen gegeven met als doel de inhoudelijke kennis van consulenten te vergroten en daarmee de kwaliteit van primaire besluiten te verbeteren. Voorts is een aparte cursus gegeven over de ingevoerde kostendelersnorm. Ten slotte is net als andere jaren doorgegaan met het geven van workshops bij (afdelingsoverschrijdende) onderwerpen gericht op juridische bewustwording en juridische consequenties. Burgemeester en wethouders van G o u d a, de secretaris, de burgemeester, dr. E.M. Branderhorst dr. M. Schoenmaker bezoekadres: Huis van de Stad, Burgemeester Jamesplein 1, Gouda correspondentieadres: postbus 1086, 2800 bb gouda fax gemeente@gouda.nl

2 JAARVERSLAG BEZWAARSCHRIFTENCOMMISSIE GOUDA 2016 Juni 2017

3 VOORWOORD Met genoegen bied ik u het jaarverslag van de Bezwaarschriftencommissie Gouda (hierna: de commissie) over het jaar 2016 aan. Een in inhoudelijk opzicht bijzonder jaar omdat de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het gehele sociaal domein sinds 1 januari 2015 een feit werd en in 2016 het overgangsrecht in veel zaken afliep. De verwachting was dat er een forse toename van bezwaarschriften zou plaatsvinden met name omdat de decentralisaties gepaard gingen met bezuinigingen vanuit het Rijk. Na een tijdelijke toename van bezwaren in het sociaal domein, onder meer vanwege een aanzienlijk aantal her-indicaties voor hulp bij het huishouden, bleek dit echter mee te vallen. Sinds 2010 was het gemiddeld aantal bezwaarschriften jaarlijks rond de 400. In 2014 werden nog 524 bezwaarschriften ingediend, in 2015 waren het er 439 en in 2016 waren het er net geen 350. Afgewacht moet worden of deze trend zich in 2017 zal voortzetten. Opvallend is dat tegen besluiten op grond van de Participatiewet relatief veel bezwaarschriften zijn ingediend, dat tegen besluiten op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 relatief weinig bezwaarschriften zijn ingediend en dat het aantal bezwaarschriften tegen besluiten op grond van de Jeugdwet vrijwel nihil is. Al met al blijkt dat de medewerkers van de gemeente zich van lieverlee alle facetten van de decentralisaties eigen hebben gemaakt. Ditzelfde geldt ook voor de commissie. Nieuwe regelgeving, zowel op landelijk als gemeentelijk niveau en ook verordeningen en regelingen zijn inmiddels inhoudelijk geen verrassing meer. De commissie stelt zich flexibel op, denkt mee en is in haar werk open en transparant. Belangrijk is en blijft dat de burger zich echt gehoord voelt. In dat opzicht komen er op zitting zaken voor waarbij in het primaire proces (nog) meer aandacht zou kunnen worden geschonken aan de emoties van burgers. Men voelt zich dan soms letterlijk niet gehoord. Voorafgaand overleg met belanghebbenden, die vaak echt wel begrijpen dat sommige ontwikkelingen onvermijdelijk zijn, maar wel invloed willen hebben op het besluitvormingsproces, levert alleen maar winst op voor alle betrokken partijen. Waar gewerkt wordt, zijn altijd verbeteringen in het proces aan te brengen. Dat geldt voor de commissie en dat geldt voor het gemeentelijk apparaat. De inzet en de professionaliteit van de medewerkers waar de commissie mee te maken heeft, is groot en van goed niveau. In het bijzonder dank ik de secretarissen van de commissie voor het vele werk dat zij met groot enthousiasme en gedegenheid uitvoeren. Peter Plambeck Algemeen voorzitter pagina 2/10

4 1. INLEIDING De Algemene wet bestuursrecht maakt het mogelijk voor iedereen die rechtstreeks is getroffen door een schriftelijk besluit van de gemeente om hiertegen een bezwaarschrift in te dienen bij het bestuursorgaan dat het besluit genomen heeft. De bestuursorganen van de gemeente zijn: de burgemeester, de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders. Het bestuursorgaan moet het besluit waartegen het bezwaar is gericht in de bezwaarschriftenprocedure volledig heroverwegen. Dit betekent dat het bestuursorgaan beoordeelt of het besluit procedureel zorgvuldig tot stand is gekomen, of het besluit voldoende is gemotiveerd en of er een goede belangenafweging heeft plaatsgevonden. Het bestuursorgaan beoordeelt daarnaast of het besluit in overeenstemming is met de wetgeving en het gemeentelijk beleid. De bestuursorganen van de gemeente Gouda laten zich adviseren door een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie: de Bezwaarschriftencommissie Gouda (hierna: de commissie). Dit is een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht. In het volgende hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op de procedurele aspecten van het behandelen van bezwaarschriften door de commissie. De verantwoordelijkheid voor het proces en de coördinatie van het behandelen van bezwaarschriften ligt bij de Centraal Juridische Afdeling. Via het jaarverslag legt de commissie verantwoording af van al hetgeen in het verslagjaar aan bezwaarschriften is behandeld. Daarbij gaat het over de formele aanpak zoals het horen in bezwaar, de gegeven adviezen aan de bestuursorganen en doorlooptijden. Verder valt de informele aanpak niet meer weg te denken bij het behandelen van bezwaarschriften. Daarnaast zijn gegevens van beroep, hoger beroep en voorlopige voorziening opgenomen in het verslag. 2. SAMENSTELLING COMMISSIE De samenstelling van de commissie was als volgt: Algemeen voorzitter: plv voorzitter: leden: de heer mr. P. Plambeck mevrouw mr. M.J. van Dasselaar de heer mr. L.T. Florijn, mevrouw mr. J.A. de Kruijk-Eijkelenboom, de heer mr. F.J. van der Steen,de heer dr. E.O.H.P. Florijn, mevrouw mr. M. Lint- Zwagemakers, de heer drs. R.M. Groeneweg, mevrouw mr. M. van Straten- Kooistra, mevrouw mr. C.M.A.W. Flendrie-van der Schoot, mevrouw mr. M. Piras, de heer R. van Leeuwaarden de heer L.A. de Meijer (lid namens werkgeversvertegenwoordiging) en mevrouw mr.drs. W.F. Odekerken (lid namens werknemersvertegenwoordiging) pagina 3/10

5 3. DE FORMELE BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE a. Adviescommissie Het bestuursorgaan heeft op basis van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid om zich bij de beslissing op het bezwaarschrift te laten adviseren door een adviescommissie. De commissie is een dergelijke adviescommissie. De commissie is volledig extern samengesteld en bestaat uit onafhankelijke deskundige leden. De voorzitters en leden maken geen deel uit van- en zijn niet werkzaam onder de verantwoordelijkheid van één van de bestuursorganen van de gemeente Gouda. De commissie beoogt met haar adviezen rechtsbescherming te bieden aan burgers en daarnaast bij te dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van besluiten en het gemeentelijk handelen. Het houden van een hoorzitting is daarbij een belangrijk instrument. Op basis van de op de zaak betrekking hebbende stukken en hetgeen tijdens de hoorzitting wordt besproken vormt de Bezwaarschriftencommissie Gouda zich een oordeel over de door het bestuursorgaan te nemen beslissing op bezwaar. De commissie legt haar overwegingen neer in een advies aan het bestuursorgaan. Het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen, neemt vervolgens een beslissing op het bezwaarschrift en moet hierbij het advies van de commissie betrekken. Het advies is niet bindend. Het bestuursorgaan kan afwijken van het advies maar moet dit dan wel motiveren in de beslissing op het bezwaarschrift. De commissie kent twee kamers: de algemene kamer en de personele kamer. De algemene kamer behandelt bezwaarschriften zoals die op het gebied van de Wet ruimtelijke ordening (zoals planschade), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (zoals omgevingsvergunningen en besluiten in het kader van handhaving), verkeer, subsidie, gehandicaptenparkeerplaatsen, de Algemene plaatselijke verordening (APV), de Participatiewet (bijstand), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet, urgentieverklaringen en gehandicaptenparkeerkaarten. De algemene kamer behandelt geen bezwaarschriften op het personele vlak. De behandeling van personele bezwaarschriften is voorbehouden aan de personele kamer. Aan die zittingen worden dan naast de voorzitter en twee leden nog een lid van de werkgeversorganisatie en een lid van de werknemersorganisatie toegevoegd. b. Horen in bezwaar De Algemene wet bestuursrecht vereist dat in bezwaar, met als grondslag de ingediende bezwaren, een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaatsvindt. Deze heroverweging houdt in dat op grond van rechtmatigheid en - voor zover de wet daarvoor ruimte biedt - op grond van doelmatigheid (belangenafweging) beoordeeld wordt of het besluit waartegen het bezwaarschrift is ingediend, in stand kan blijven. Dit betekent dat in de bezwaarschriftenprocedure het bestreden besluit niet alleen aan de wet maar ook aan beleid en het gemeentelijk handelen wordt getoetst. De Bezwaarschriftencommissie Gouda houdt naar aanleiding van het bezwaarschrift een hoorzitting. Dat gebeurt in een samenstelling met een voorzitter en twee leden. Er vindt hoor en wederhoor plaats. De hoorzitting stelt de indiener(s) van het bezwaarschrift en indien van toepassing zijn gemachtigde (vaak een advocaat) in de gelegenheid om hun bezwaren mondeling toe te lichten. De hoorzitting stelt daarnaast de vertegenwoordiger van het bestuursorgaan en de eventuele (derde)belanghebbende(n) in de gelegenheid om het bestreden besluit toe te lichten en een reactie op de ingebrachte bezwaren te geven. De behandeling is erop gericht om bij alle betrokken partijen begrip voor elkaars (vaak tegenstrijdige) standpunten te krijgen. Het enkele feit dat de indiener van een bezwaarschrift zich serieus behandeld en gehoord voelt is los van het al dan niet slagen van de bezwaren al een belangrijke winst. Dit positieve effect werkt ook door in de begripsvorming ten aanzien van de besluitvorming van het gemeentebestuur als zodanig en de manier waarop het gemeentebestuur omgaat met de (belangen van de) burgers. pagina 4/10

6 4. DE INFORMELE AANPAK De bezwaarschriftenprocedure is in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen om de inwoner een effectief en laagdrempelig rechtsmiddel tegen besluiten van bestuursorganen te bieden. Bij het inzetten van mediationvaardigheden willen en kunnen we niet om het bestuursrecht heen. Dit betekent dat voorop blijft staan dat er gekeken wordt naar het wettelijk kader maar dat juist de mogelijkheden binnen dat kader optimaal worden benut (leveren van maatwerk). Uit evaluaties van de Algemene wet bestuursrecht blijkt dat de huidige formele invulling van voorzieningen zoals de bezwaarschriftenprocedure onvoldoende aansluit bij het perspectief en de behoefte van de inwoner. Ook de Nationale Ombudsman heeft herhaaldelijk aangegeven dat een uitsluitend formele en proceduregerichte afdoening van bezwaarschriften onvoldoende is. De focus moet gericht zijn op behoorlijk overheidsoptreden in plaats van uitsluitend te focussen op rechtmatig overheidshandelen. Steeds vaker wordt hier de term Passend Contact met de Overheid voor gebruikt. Al weer voor het 8 e jaar wordt bij het behandelen van bezwaarschriften de informele aanpak toegepast. Wat is de informele aanpak? Bij een bezwaarschrift snel persoonlijk (telefonisch) contact opnemen met de bezwaarmaker(s). Het eerste telefoongesprek heeft als doel: Een snel en persoonlijk contact; Het wegnemen van ergernissen, in kunnen gaan op vragen of problemen; Het samen bespreken wat er precies speelt; Het samen bekijken wat de beste aanpak is voor de behandeling van een aanvraag, zienswijze, bezwaarschrift of klacht. In de praktijk blijkt dat één telefoongesprek vaak al voldoende is om een probleem op te lossen. Soms is een vervolggesprek nodig, zowel met de bezwaarmaker(s) als met (een) medewerker(s) van de gemeente. Een vervolggesprek vindt ook op informele wijze plaats. In het kort: een medewerker (opgeleid in het toepassen van mediationvaardigheden en niet betrokken bij de voorbereiding van het bestreden besluit) belt de bezwaarmaker met de vraag wat de beste aanpak van het bezwaarschrift voor de bezwaarmaker is. Vaak blijkt dat men persoonlijk contact heeft gemist of dat sprake is geweest van miscommunicatie. Het aanbod om samen in gesprek te gaan, wordt vrijwel altijd enthousiast begroet. Vervolgens wordt een informeel overleg gepland en wordt de formele behandeling van het bezwaarschrift met instemming van de bezwaarmaker - aangehouden. Als het informele traject is doorlopen, is het aan de bezwaarmaker om het formele traject te vervolgen dan wel zijn bezwaarschrift in te trekken. In het informele overleg wordt ook gezocht naar oplossingsmogelijkheden in het individuele geval (maatwerk). Het toepassen van mediationvaardigheden in het gesprek met de bezwaarmaker(s) kan meehelpen aan het vinden van een passende oplossing in het individuele geval. De burger staat centraal en er wordt getoetst wat de (emotionele) gevolgen van besluiten zijn. Ook kan oplossingsgericht worden gezocht naar mogelijkheden. Creativiteit in het meedenken met de burger wat er wél kan binnen de wettelijke kaders is daarbij van essentieel belang. Dit kan voor de vakafdeling/omgevingsdienst (ODMH) en het betreffende bestuursorgaan aanleiding zijn om de motivering en/of de inhoud van het in eerste instantie genomen besluit aan te vullen of aan te passen of aanleiding zijn het eerder genomen besluit te vervangen door een nieuw besluit en het oorspronkelijke besluit in te trekken. Tenzij hiermee aan de bezwaren geheel is tegemoet gekomen, wordt het bezwaarschrift volgens de Algemene wet bestuursrecht dan mede geacht tegen het nieuwe besluit gericht te zijn. Bij een handhavingsbesluit kan bijvoorbeeld met betrekking tot een last onder dwangsom de begunstigingstermijn worden verlengd of kan het in te vorderen bedrag alsnog worden verlaagd. Bij een subsidiebesluit kan bijvoorbeeld het bedrag van de subsidie worden aangepast. Bij een verkeersbesluit kan bijvoorbeeld het bezwaar aanleiding geven nader onderzoek naar de feiten en/of de gevolgen te (laten) verrichten. Het komt ook voor dat de vakafdeling bij het nemen van het primaire besluit een fout heeft gemaakt. Uiteraard wordt in die gevallen deze fout hersteld en krijgt de bezwaarmaker een nieuw besluit. Meestal pagina 5/10

7 is voor de bezwaarmaker daarmee tegemoet gekomen aan zijn bezwaren en wordt het bezwaarschrift ingetrokken. Het gaat hierbij vaak om besluiten die in het kader van de Participatiewet zijn genomen. Ook bij de formele behandeling van het bezwaarschrift door de commissie is het streven er altijd op gericht om in het aangaan van het gesprek indien de voorliggende kwestie zich daarvoor leent en alle partijen zich daartoe bereid tonen binnen de grenzen van de wettelijke en beleidsmogelijkheden met elkaar te zoeken naar mogelijkheden om tot een minnelijke oplossing voor het geschil te komen. Deze aanpak wordt vaak ook gebruikt om de vakafdeling/omgevingsdienst (ODMH) en het bestuursorgaan de gelegenheid te geven om een en ander eventueel na het verrichten van nader onderzoek en intern overleg, al dan niet met bezwaarmaker, opnieuw te bezien. Hierbij kunnen ook de eventueel andere belanghebbenden betrokken worden. Dit kan voor het bestuursorgaan aanleiding te zijn het besluit nader te motiveren, aan te passen en zo mogelijk in te trekken. Ook dit kan reden zijn voor bezwaarmaker om zijn bezwaarschrift alsnog in te trekken of kan de commissie in de gelegenheid stellen een beter gemotiveerd advies uit te brengen. Met deze werkwijze kan vaker dan voorheen een geschil tussen de burger en de gemeente definitief worden beslecht en tot een duurzame oplossing leiden. Deze aanpak heeft een goede uitwerking op het aantal beroepen dat tegen het (uiteindelijk heroverwogen primaire besluit in het) besluit op bezwaar bij de bestuursrechter wordt ingesteld. pagina 6/10

8 5. BEVINDINGEN OVER 2016 In dit hoofdstuk worden een aantal aspecten uit jaar 2016 toegelicht. Aan bod komen het aantal ingediende en afgehandelde bezwaarschriften en het aantal hoorzittingen, de wijze van afhandeling van de bezwaarschriften. Verder wordt ingegaan op de doorlooptijden, ingebrekestellingen, contraire besluiten op bezwaar en de werkvoorraad. a. Ingediende en afgehandelde bezwaarschriften en aantal hoorzittingen In schema zijn over het verslagjaar de volgende gegevens beschikbaar: Overzicht instroom uitstroom 2016 aantal op 1 januari Ingekomen 348 afgehandeld 428 nog te behandelen op 1 januari Uitgesplitst naar advies 2016 gegrond 9 gedeeltelijk gegrond 10 ongegrond 131 niet-ontvankelijk 39 informeel afgedaan 239 Totaal afgehandeld 428 Op grond van artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht dient, wanneer advies wordt ingewonnen van een adviescommissie, binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken, door het bestuursorgaan een beslissing op het bezwaarschrift te zijn genomen. De beslistermijn kan ingevolge artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht met zes weken worden verdaagd door het bestuursorgaan. Verder uitstel is alleen mogelijk als de bezwaarmaker én andere (derde) belanghebbenden daarmee instemmen en de andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad. Dit kan het geval zijn indien alle partijen bereid zijn om nader met elkaar te overleggen om tot overeenstemming te komen of om nader onderzoek te (laten) verrichten. Soms is uitstel noodzakelijk in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften. De commissie is in de algemene kamer 32x in vergadering bijeen gekomen, waarbij 128 bezwaarschriften zijn behandeld. De commissie heeft in de personele kamer 1x hoorzitting gehouden, waarbij 2 personele bezwaarschriften zijn behandeld. Vergelijk voorgaande jaren aantal op 1 januari Ingekomen afgehandeld: gegrond gedeeltelijk gegrond ongegrond niet-ontvankelijk informeel afgedaan te behandelen op 1 januari volgende jaar pagina 7/10

9 b. Wijze van afhandeling Een bezwaarschrift betekent in principe dat er gebeld wordt met de burger(s) met als doel samen in gesprek te komen over wat er precies speelt en wat het besluit voor de burger ook in emotionele zin - betekent. Alleen op grond van contra-indicaties (bijvoorbeeld dat er naast een bestuurlijk geschil ook een strafrechtelijke zaak over dezelfde kwestie speelt) kan besloten worden om meteen de formele procedure te volgen. Dat gebeurt soms ook als een advocaat als gemachtigde namens de burger is gesteld. Een gemachtigde heeft immers ook een (financieel) belang bij het op formele wijze behandelen van een bezwaarschrift. Gelukkig zijn steeds meer advocaten ook bereid om samen met hun cliënt een informeel gesprek te voeren. In de eerste helft van het verslagjaar is bij de behandeling van de ingekomen bezwaarschriften minder vaak dan het streven was een informele aanpak toegepast. De oorzaak was gelegen in mindere beschikbaarheid van medewerkers die opgeleid zijn in het voeren van informele gesprekken. Dat is inmiddels opgelost en sinds medio 2016 is weer vol ingezet op de informele aanpak. Belangrijk is te vermelden dat de bezwaarmaker regie heeft over de te volgen procedure. Op elk gewenst moment kan de bezwaarmaker kiezen voor de informele of de formele procedure. Hij behoudt zijn formele rechten om het bezwaar te handhaven. Alleen in het geval het bezwaarschrift wordt ingetrokken is de procedure definitief beëindigd. Vooral in het sociaal domein komt het relatief vaak voor dat een bestreden besluit al vrij snel na ontvangst van het bezwaarschrift wordt herzien. Deze herziening is voor de bezwaarmaker meestal aanleiding om zijn bezwaar in te trekken. In die gevallen heeft de betrokken vakafdeling, na het nemen van het primaire besluit, als gevolg van een nieuw of gewijzigd inzicht besloten het primaire besluit te herzien. In de primaire fase van besluitvorming, dus voorafgaand aan bezwaar, is ook bij de vakafdelingen een toename van bewustzijn voor informeel contact merkbaar. Voorafgaand aan het geven van een negatief besluit op een aanvraag moet de betrokken ambtenaar de aanvrager bellen. Enerzijds om het voorgenomen besluit uit te leggen maar anderzijds om goed na te gaan of niets over het hoofd is gezien en om na te gaan wat het voorgenomen besluit gaat betekenen. Ook moet worden nagegaan of in het individuele geval een (creatieve) oplossing kan worden gevonden. Het is niet eenvoudig om het effect van het bellen in het primaire proces te meten op het aantal ingediende bezwaarschriften. De indruk is dat deze manier van werken zowel voor aanvragers als voor de gemeente een positieve bijdrage oplevert. Een goede communicatie in de eerste fase van besluitvorming leidt ertoe dat misverstanden worden voorkomen en onjuiste feiten en omstandigheden worden ontdekt, waardoor de kwaliteit van de primaire besluiten verbetert en daarmee deels bezwaarschriften kunnen worden voorkomen. c. Doorlooptijden De gemiddelde doorlooptijd kan over het verslagjaar niet worden gemeten. De reden hiervan is gelegen in het nog niet ingevoerd zijn van een nieuw systeem bezwaar en beroep. Vanuit het secretariaat van de commissie wordt sterk gestuurd op het tijdig afhandelen van bezwaarschriften. Meer dan dat in een gering aantal bezwaarschriften sprake is geweest van overschrijding van de wettelijke beslistermijn kan hierover thans niet worden opgemerkt. d. Ingebrekestellingen vanwege niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift De bezwaarmaker kan het bestuursorgaan op grond van de Wet dwangsom en beroep bij het niet tijdig beslissen op een bezwaarschrift schriftelijk in gebreke stellen. Na ontvangst van de ingebrekestelling heeft het bestuursorgaan twee weken tijd om alsnog een besluit te nemen. Doet het bestuursorgaan dat niet, dan verbeurt het een dwangsom voor elke dag (met een maximum van 42 dagen) dat de beslissing nog langer uitblijft. pagina 8/10

10 Het college is in het verslagjaar 6 keer op grond van voornoemde wet in gebreke gesteld in een bezwaarschriftenprocedure. Dit heeft in 3 gevallen geleid tot uitbetaling van een dwangsom. e. Contraire besluiten op bezwaar Contraire besluiten op bezwaar zijn besluiten waarbij het bestuursorgaan niet (volledig) het advies van de commissie dan wel de aanbeveling van de ambtelijk hoorder volgt. In 2016 is er in 1 zaak een contrair besluit genomen door het college. Betrokkene heeft tegen dit besluit beroep aangetekend bij de rechtbank. De rechtbank heeft het beroep Inmiddels gegrond verklaard. De rechtbank volgt feitelijk het advies van de commissie. Dit betekent dat de burger alsnog gelijk heeft gekregen. In dit geval betekende dit dat over een korte periode alsnog recht op een uitkering (bijstand) bestond. f. Werkvoorraad Op 31 december 2016 waren er 94 bezwaarschriften in behandeling. pagina 9/10

11 6. Conclusies en aanbevelingen a. kwaliteit bestreden besluiten De commissie vraagt elk jaar aandacht voor de afweging/motivering in het besluit zelf. De motivering van besluiten blijft een punt van aandacht. Het komt regelmatig voor dat de motivering in de beslissing op bezwaar moet worden aangevuld of dat wordt geconstateerd dat het aan het besluit ten grondslag liggende onderzoek niet voldoende (zorgvuldig) is geweest. Hiervoor volstaat vaak de nadere motivering die alsnog in het naar aanleiding van het bezwaarschrift door de vakafdeling/omgevingsdienst (ODMH) uitgebrachte verweerschrift is opgenomen. Door middel van de behandeling op de hoorzitting kan deze motivering verder worden aangevuld en/of bijgesteld. Om beter en voldoende inzicht te krijgen in de feiten en/of omstandigheden die aan het besluit ten grondslag liggen wordt het bestuursorgaan vaak in de gelegenheid gesteld hier (eventueel na aanvullend onderzoek) alsnog voor te zorgen. Het zo nodig na het verrichten van nader onderzoek verbeteren/aanvullen van de motivering is overigens ook de bedoeling van de bezwaarschriftenprocedure. Een besluit kan op die manier gerepareerd worden. Het gaat immers om een volledige heroverweging van het besluit. Toch pleit de commissie voor het direct nemen van een kwalitatief beter primair besluit. Dat kan ook bijdragen aan een beter begrip voor de genomen besluiten, het daarmee verminderen van het aantal bezwaarschriften en de gewenste professionele en betrouwbare uitstraling van het gemeentebestuur richting de burger. b. de informele aanpak De informele aanpak is in Gouda gemeengoed. Bij het behandelen van de bezwaarschriften valt de commissie op dat deze aanpak een positieve invloed heeft op het aantal formeel te behandelen zaken. Ook als een zaak van een informele behandeling alsnog door is gezet naar een formele behandeling door de commissie is steevast het verhaal van de burger dat hij in het informele traject gehoord is en serieus is genomen. Er zijn diverse redenen waarom iemand toch kiest voor een formele behandeling: men wil een principiële uitspraak van de commissie (ter zitting) horen (en het bezwaar eventueel op zitting intrekken), men wil een beslissing op bezwaar ontvangen waarmee men door kan naar de rechter, men heeft een beslissing op bezwaar nodig om een beroep te kunnen doen op een andere voorziening. Het uitgangspunt dat het (ook) in de bezwaarschriftenprocedure gaat om de kwaliteit van dienstverlening en de tevredenheid van de burger over de afhandeling van zijn bezwaren, juicht de commissie toe. Eerder is in dit verslag al aangegeven dat vanwege interne factoren In het verslagjaar geen volledige inzet gepleegd kon worden op de informele aanpak. c. indienen nieuwe aanvraag Er werd in het verleden veelvuldig gebruik gemaakt van de bevoegdheid om een aanvraag met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling te laten of een aanvraag af te wijzen. De commissie ziet tot haar genoegen dat bij het beoordelen van een aanvraag tegenwoordig ook inzet wordt gepleegd om een aanvrager te wijzen op het feit dat hij bijvoorbeeld nog een bankafschrift moet overleggen. Dat voorkomt allerlei procedures en draagt bij aan een klantvriendelijke benadering. pagina 10/10