Congenitale toxoplasmose: praktische problemen bij het geven van adequate therapie in het eerste levensjaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Congenitale toxoplasmose: praktische problemen bij het geven van adequate therapie in het eerste levensjaar"

Transcriptie

1 Congenitale toxoplasmose: praktische problemen bij het geven van adequate therapie in het eerste levensjaar Congenital toxoplasmosis: obstacles during adequate treatment in the first year-of-life Auteurs M. Braamskamp, I. Koomen-Botman, I. Knobbe, T. van Gool, R.J. Wouters en G.W. ten Tusscher Trefwoorden congenitale toxoplasmose, Fansidar, neutropenie, sulfadoxine-pyrimethamine Key words congenital toxoplasmosis, Fansidar, neutropenia, sulfadoxin-pyrimethamin Samenvatting Congenitale toxoplasmose is een zeldzame aandoening die goed behandeld dient te worden om de kans op ernstige morbiditeit te verkleinen. Het behandelen van zuigelingen is echter niet eenvoudig. Een belangrijke bijwerking van de standaardtherapie is ernstige neutropenie. Recentelijk is er ervaring opgedaan met het gebruik van Fansidar, hetgeen beter hematologisch wordt verdragen. Aan de hand van een casus worden de diagnostiek en enkele praktische obstakels in de behandeling van congenitale toxoplasmose beschreven en oplossingen gegeven aan de hand van de praktijk en de huidige literatuur. (Tijdschr Infect 2010;5:104-7) Summary Untreated congenital toxoplasmosis has a high risk of serious morbidity. However, treating nursing infants is not uncomplicated. Serious adverse effects of standard treatment include neutropenia. We describe an infant with congenital toxoplasmosis and the obstacles encountered, and practical solutions employed, during his treatment. He was treated with an anti-malaria medication (Fansidar ). Current insights, based on a review of medical literature, are discussed. Inleiding Toxoplasmose is wereldwijd een van de meest voorkomende parasitaire zoönosen en wordt veroorzaakt door de protozoa Toxoplasma gondii. Hoewel toxoplasmose in de meeste gevallen subklinisch verloopt, kan bij een primaire infectie tijdens de zwangerschap overdracht van moeder naar kind plaatsvinden, wat kan resulteren in congenitale toxoplasmose. De kans hierop wordt geschat op circa 72% bij een primaire Toxoplasma-infectie bij 36 weken zwangerschap en 81% vlak voor de bevalling. 1 Congenitale toxoplasmose is tegenwoordig zeldzaam in Europa, met een incidentie van 1-10 gevallen per geboortes. 2 De belangrijkste complicaties van onbehandelde congenitale toxoplasmose zijn intracraniële calcificaties, hydrocefalus en chorioretinitis. In dit artikel wordt een jonge zuigeling met congenitale toxoplasmose beschreven. Aan de orde komen de behandeling hiervan en de bijwerkingen van de gebruikte medicatie, en alternatieve behandeling middels Fansidar (sulfadoxine-pyrimethamine). t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 nr

2 Casusbeschrijving De patiënt werd geboren bij een amenorroeduur van 38 2/7 week en had een goede start met apgarscores van 8 en 10 na respectievelijk 1 en 5 minuten. De zwangerschap werd gecompliceerd door een onverklaarde negatieve dyscongruentie. Antenatale echografische evaluatie liet geen aanwijzingen zien voor structurele afwijkingen. Anamnestisch was het onduidelijk of er sprake was geweest van consumptie van rauw vlees of contact met katachtigen. Bij lichamelijk onderzoek werd een mannelijke dysmatuur gezien met een geboortegewicht van g (-2,5 SD) en een schedelomtrek van 35 cm (-1 SD). Overig lichamelijk onderzoek toonde geen afwijkingen. De patiënt kreeg 1 mg vitamine K per os toegediend en werd opgenomen op de kraamafdeling. In verband met zijn dysmaturiteit werden glucosecontroles verricht, die niet afwijkend waren, zodat de jongen 2 dagen post partum in goede conditie kon worden ontslagen. Hij werd 2 weken post partum poliklinisch terug gezien, waarbij hij een gewicht had van g (<- 2,5 SD), ondanks standaard bijvoeding na de borstvoeding. Enkele weken na de geboorte van de patiënt werd bij zijn moeder de ziekte van Hodgkin vastgesteld. Bij de work-up van deze aandoening bleek zij tevens recentelijk een primaire Toxoplasma-infectie te hebben doorgemaakt. Bij het jongetje werd hierop eveneens Toxoplasma-serologie ingezet: 2 maanden na de geboorte was specifiek IgG, IgM en IgA bij herhaling positief. De Sabin-Feldmantest, de referentietechniek voor Toxoplasma-serologie waarmee met name specifiek IgG aangetoond wordt, was sterk positief (1:1.024, cut-off <1:2), evenals de met een AxSYM (Abbott Diagnostics) verkregen IgG-waarde (2.745 IE/ml, cut-off <2,9). Twee ISAGA-testen (bio- Mérieux), specifiek in gebruik bij pasgeborenen, waren beide positief: ISAGA-IgM 3+ (positief, bij neonaten 1:20 verdund) en ISAGA-IgA 12+ (sterk positief). In een tweede monster, 2 weken later afgenomen, werden vrijwel identieke waarden gevonden. In de IgG-westernblot werden bij de patiënt specifieke banden gezien die in het serum van de moeder niet aanwezig waren. Deze serologische bevindingen zijn bewijzend voor een congenitale toxoplasmose. Bij de moeder waren er serologisch aanwijzingen voor een vrij recente Toxoplasma-infectie: Sabin- Feldman 1:1.024 (sterk postief), AxSYM IgG 669 IU/ml (sterk positief), AxSYM IgM 0,93 (matig sterk positief, cut-off >0,60) en IgG-aviditeit 0,14 (negatief, positief >0,3). Indien de aviditeit positief was geweest, had de infectie met zekerheid meer dan 4 maanden voor het afname van het monster plaatsgevonden. Een negatieve aviditeit heeft geen toegevoegde waarde voor het bepalen voor het moment van infectie. De combinatie van een hoge waarde in de Sabin-Feldmantest en een matig verhoogde IgMwaarde maken een primaire toxoplasmose tijdens de zwangerschap zeer waarschijnlijk. Deze bevinding kan de congenitale Toxoplasma-infectie en daardoor dysmaturiteit van het kind goed verklaren. Naar aanleiding van de uitslag van de serologie werd bij de patiënt aanvullend laboratoriumonderzoek ingezet. Hierbij werden geen afwijkende waarden gevonden: Hb 6,0 mmol/l, Ht 0,28 l/l, leukocyten 5,5 x 10 9 /l waarvan 1,5 x 10 9 /l neutrofielen, ASAT 25 U/l, ALAT 16 U/l, LDH 485 U/l, alkalisch fosfatase 327 U/l, γ-gt 16 U/l. In verband met de stagering van zijn ziekteproces en met het oog op de verdere behandeling werd een lumbaalpunctie verricht. De onderzochte liquor gaf de volgende uitslag: 212 erytrocyten/µl, 4 leukocyten/µl, totaal eiwit 65 mg/l en glucose 2,5 mmol/l. Een echo van het cerebrum werd verricht, waarop een tweetal periventriculaire laesies zichtbaar was met mogelijk puntvormige calcificaties. Er werden geen aanwijzingen voor een hydrocefalus of voor bloedingen gevonden. Een röntgenfoto van de schedel toonde geen aanwijzingen voor calcificaties. Oogheelkundige evaluatie toonde geen aanwijzingen voor actieve choreoretinitis, maar wel een litteken en enkele perifere microaneurysmata. In navolging van recente aanbevelingen voor de behandeling van congenitale toxoplasmose werd bij de patiënt behandeling gestart met de combinatietherapie van pyrimethamine 1 dd 1 mg/kg (2 mg/ kg gedurende de eerste 2 dagen), sulfadiazine 2 dd 50 mg/kg en folinezuur 10 mg 3 keer per week. 1 Aangezien het eiwitgehalte in de liquor minder dan 1 g/l bedroeg, was een actieve chorioretinitis onwaarschijnlijk en werd het niet nodig geacht om prednisolon te geven. 1 Wekelijks laboratoriumonderzoek (volledig bloedbeeld en transaminases) werd uitgevoerd, zoals aanbevolen in de medische literatuur. 3,4 De patiënt reageerde goed op de ingezette therapie: zijn groei en ontwikkeling verliepen ongestoord. Binnen 6 weken ontwikkelde hij echter een neutropenie van 0,9 x 10 9 /l (totaal leukocyten 8,1 x 10 9 /l), wat een bekende bijwerking van de medicatie, met name van de pyrimethamine, is. 4 De folinezuur werd hierop verhoogd naar 20 mg 3 keer per week en de pyrimethamine en sulfadiazine werd 105 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

3 gestaakt gedurende 4 weken. De neutropenie van de patiënt herstelde en de combinatietherapie werd hierna herstart. Binnen 3 weken was er echter opnieuw sprake van een neutropenie van 0,5 x 10 9 /l (leukocyten 4,5 x 10 9 /l), waarop de medicatie wederom werd gestaakt. Een Franse toxoplasmose-onderzoeksgroep (dr. F. Kieffer, dr. Ph. Thulliez, Institut de Puériculture, Parijs) werd geconsulteerd naar aanleiding van de casus en herkende neutropenie als een veelvoorkomende bijwerking van deze medicamenteuze therapie. Mede op hun advies werd de therapie van de patiënt omgezet in een behandeling met Fansidar, een preparaat met pyrimethamine en sulfadoxine. Deze behandeling werd gestart bij een neutrofielenaantal boven 0,8 x 10 9 /l. Het bloedbeeld van de patiënt werd zeer regelmatig gecontroleerd, waarbij het bloed werd geprikt uit zijn voeten om zo zijn vingertoppen te beschermen. Indien hij slechtziend zou worden als gevolg van een chorioretinitis, zou het gevoel in zijn vingertoppen noodzakelijk zijn voor het leren van braille. Gedurende de volgende 9 maanden daalde het neutrofielenaantal van de patiënt niet meer onder 1,0 x 10 9 /l. Hij werd in totaal 12 maanden behandeld voordat zijn medicatie werd gestopt. Een afbouwschema van deze medicatie was niet nodig. 5 Herhalingen van de echo s van het cerebrum lieten geen afwijkingen, met name geen calcificaties, meer zien. Dit duidt op resolutie, een beschreven fenomeen bij een behandelde congenitale toxoplasmose. 6 Oogheelkundige controle vond in overeenstemming met het Franse protocol aanvankelijk halfjaarlijks plaats. Na 3 jaar werd dit omgezet in een jaarlijkse controle en dit zal waarschijnlijk levenslang gecontinueerd worden. 7,8 Kindergeneeskundige controle vond aanvankelijk maandelijks en vindt inmiddels halfjaarlijks plaats. Gedurende het jaar van behandeling toonde hij geen tekenen van recidiefvorming. Zijn groei en ontwikkeling verliepen voorspoedig. Op de leeftijd van 4 jaar (3 jaar na het stoppen van de therapie) was hij nog altijd vrij van recidief. De moeder van de patiënt is snel in remissie van de ziekte van Hodgkin gekomen; 4 jaar na behandeling was zij nog altijd ziektevrij. Of (relatieve) immuunsuppressie van de moeder, als gevolg van de ziekte van Hodgkin, de kans op transmissie vergroot heeft, is niet bekend. Discussie Ten aanzien van de duur van behandeling van congenitale toxoplasmose zijn de 2 meest gebruikte behandelstrategieën bij kinderen het Deense, maar vooral het Franse protocol. 1,9 Bij beide strategieën wordt gebruik gemaakt van een combinatiebehandeling met sulfadiazine, pyrimethamine en folinezuur. Sulfadiazine is een sulfonamide met een bacteriostatische werking, ook effectief tegen Toxoplasma gondii. In combinatie met pyrimethamine is er een synergistisch effect. 4 Pyrimethamine kan afwijkingen in het bloedbeeld geven, zoals een anemie of trombopenie. Om deze reden wordt aan de behandeling van toxoplasmose folinezuur toegevoegd. De gebruikte doseringen van de medicatie in beide protocollen verschillen niet, de totale behandelingsduur echter wel: het Deense behandelschema is voor een tijdsbestek van 3 maanden, het Franse behandelschema voor een jaar. 1,9 Op het moment dat de patiënt voor de tweede maal in neutropenie raakte, was hij circa 3 maanden behandeld en was het te overwegen de behandeling te staken. Asymptomatische congenitale toxoplasmose heeft echter tot ver in de volwassenleeftijd een risico op recidiefvorming in cerebro en met name oculair. 7,10 Het risico hierop neemt duidelijk af na behandeling, maar de kans op recidief blijft aanwezig. 8 Hoewel langetermijnstudies naar de recidiefkans na 3 maanden behandeling in vergelijking met 12 maanden behandeling nog niet voorhanden zijn, geeft de Franse onderzoeksgroep aan dat zij verwachten dat de kans op recidief groter zal zijn met het kortere behandelschema. In de Amerikaanse literatuur wordt momenteel bij kinderen met congenitale toxoplasmose een behandelingsduur van 2 jaar aanbevolen. 5 Bovendien was niet geheel duidelijk of de patiënt in deze casus daadwerkelijk asymptomatisch was, gezien het litteken in oculo en mogelijke cerebrale calcificaties. Hierdoor ontstond een dilemma: de gebruikelijke behandelingsstrategie leidde bij de patiënt tot ernstige neutropenie, maar gezien de ernstige morbiditeit was het zeer wenselijk de kans op een recidief zo klein mogelijk te maken en behandeling dus voort te zetten. 10,11 Op advies van de Franse onderzoeksgroep werd de behandeling voortgezet met sulfadoxine-pyrimethamine. Dit geneesmiddel werd vroeger veel gebruikt voor de behandeling van malaria en wordt geleverd in tabletten van 500 mg sulfadoxine en 25 mg pyrimethamine. Voor de beschreven patiënt werd de dosis aangepast naar 25 mg sulfadoxine en 1,25 mg pyrimethamine /kg (¼ tablet Fansidar / 5 kg) elke 10 dagen. 12 Bij deze therapie wordt sulfadiazine dus vervangen door sulfadoxine, wat een t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 nr

4 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Toxoplasmose verloopt vaak subklinisch; bij een primaire infectie in het laatste trimester van de zwangerschap is er een grote kans op verticale transmissie met als gevolg congenitale toxoplasmose bij de neonaat. 2. De belangrijkste complicaties van onbehandelde congenitale toxoplasmose zijn intracraniële calcificaties, hydrocefalus en chorioretinitis. Asymptomatische congenitale toxoplasmose heeft tot ver in de volwassen leeftijd een recidiefkans. 3. Congenitale toxoplasmose wordt behandeld met sulfadiazine, pyrimethamine en folinezuur. Internationaal is er nog geen consensus over de duur van de behandeling. Bijwerkingen van de medicatie zijn met name hematologische afwijkingen. 4. Alternatieve behandeling middels Fansidar (sulfadoxine-pyrimethamine), waarbij sulfadiazine vervangen wordt door sulfadoxine, is een effectieve therapie met minder hematologische bijwerkingen die minder frequent hoeft te worden toegediend. langere halfwaardetijd heeft. Onderzoek door Villena et al. in 1998 heeft uitgewezen dat sulfadoxine-pyrimethamine even effectief is bij congenitale toxoplasmose als de pyrimethamine-sulfadiazinecombinatie en bovendien minder frequent, namelijk 2 keer per maand, toegediend hoeft te worden. 12 De ervaring vanuit Frankrijk leerde tevens dat dit regime beter hematologisch wordt getolereerd met vergelijkbare langetermijnuitkomsten op het gebied van recidieven. Dit medicament werd bij de patiënt off-label gebruikt. De eigen apotheek heeft een suspensie gemaakt van de sulfadoxine-pyrimethamine. Folinezuur werd gecontinueerd op 20 mg 3 keer per week. Na het starten van de sulfadoxine-pyrimethamine bij de patiënt in deze casus trad er geen neutropenie meer op en kon verdere behandeling met deze medicatie worden afgemaakt. Conclusie Op basis van huidige inzichten worden kinderen met congenitale toxoplasmose gedurende het hele eerste levensjaar behandeld. Data over de effectiviteit van een korter durende behandeling (3 maanden) zijn niet voorhanden. Een kortere behandeling draagt het risico van blijvende neurologische en/of oogheelkundige afwijkingen. Behandeling met de voorgeschreven therapie van pyrimethamine, sulfadiazine en folinezuuur kan bij behandeling van kinderen aanleiding geven tot ernstige neutropenie. Het overgaan naar behandeling met sulfadoxinepyrimethamine, in combinatie met folinezuur, is vaak effectief voor het herstel van de hematologische parameters, waarmee tevens effectieve therapie tegen Toxoplasma aanwezig blijft. Dankwoord We willen dr. F. Kieffer van het Institut de Puériculture bedanken voor zijn waardevolle adviezen ten aanzien van de behandeling van de beschreven patiënt. Referenties 1. Ambroise-Thomas P, Petersen W. Congenital toxoplasmosis; scientific background, clinical management and control. Springer-Verlag; Cook AJ, Gilbert RE, Buffolano W, Zufferey J, Petersen E, Jenum PA, et al. Sources of toxoplasma infection in pregnant women: European multicentre case-control study. European Research Network on Congenital Toxoplasmosis. BMJ 2000;321: Pelloux H, Fricker-Hidalgo H, Pons JC, Bost-Bru C, Brenier-Pinchart MP, Jouk PS, et al. [Congenital toxoplasmosis: prevention in the pregnant woman and management of the neonate]. Arch Pediatr 2002;9: College voor Zorgverzekeringen. Farmacotherapeutisch Kompas. College voor Zorgverzekeringen McLeod R, Boyer K, Karrison T, Kasza K, Swisher C, Roizen N, et al. Outcome of treatment for congenital toxo- 107 v o l. 5 nr t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

5 plasmosis, : the National Collaborative Chicago-Based, Congenital Toxoplasmosis Study. Clin Infect Dis 2006;42: Patel DV, Holfels EM, Vogel NP, Boyer KM, Mets MB, Swisher CN, et al. Resolution of intracranial calcifications in infants with treated congenital toxoplasmosis. Radiology 1996;199: Wallon M, Kodjikian L, Binquet C, Garweg J, Fleury J, Quantin C, et al. Long-term ocular prognosis in 327 children with congenital toxoplasmosis. Pediatrics 2004;113: Gras L, Wallon M, Pollak A, Cortina-Borja M, Evengard B, Hayde M, et al. Association between prenatal treatment and clinical manifestations of congenital toxoplasmosis in infancy: a cohort study in 13 European centres. Acta Paediatr 2005;94: Schmidt DR, Hogh B, Andersen O, Fuchs J, Fledelius H, Petersen E. The national neonatal screening programme for congenital toxoplasmosis in Denmark: results from the initial four years, Arch Dis Child 2006;91: Mets MB, Holfels E, Boyer KM, Swisher CN, Roizen N, Stein L, et al. Eye manifestations of congenital toxoplasmosis. Am J Ophthalmol 1996;122: Roizen N, Swisher CN, Stein MA, Hopkins J, Boyer KM, Holfels E, et al. Neurologic and developmental outcome in treated congenital toxoplasmosis. Pediatrics 1995;95: Villena I, Aubert D, Leroux B, Dupouy D, Talmud M, Chemla C, et al. Pyrimethamine-sulfadoxine treatment of congenital toxoplasmosis: follow-up of 78 cases between 1980 and Reims Toxoplasmosis Group. Scand J Infect Dis 1998;30: Ontvangen 25 november 2009, geaccepteerd 25 februari Correspondentieadres Mw. drs. M. Braamskamp, arts-assistent kindergeneeskunde Mw. dr. I. Koomen-Botman, kinderarts Dhr. drs. I. Knobbe, arts-assistent kindergeneeskunde Dhr. dr. G.W. ten Tusscher, kinderarts Westfries Gasthuis Afdeling Kindergeneeskunde en Neonatologie Maelsonstraat NP Hoorn adres: g.tentusscher@westfriesgasthuis.nl Dhr. dr. R.J. Wouters, MHA, oogarts Oogcentrum Noordholland Dhr. dr. T. van Gool, arts-microbioloog Academisch Medisch Centrum Afdeling Medische Microbiologie Sectie Parasitologie Postbus DD Amsterdam Correspondentie graag richten aan dhr. dr. G.W. ten Tusscher. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 nr

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?

Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische

Nadere informatie

Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT)

Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT) Vlaamse consensus over beleid bij congenitale toxoplasmose (CT) A. Zecic NICU, UZ Gent Transmissierisico tijdens de zwangerschap Maternale seroconversie Incidentie Ziekte bij pasgeborene 1e trim 15 % ernstig

Nadere informatie

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 Congenitale Toxoplasmose: Hoe gebruik je de diagnostische informatie op een zinvolle manier? Filip Cools, MD, PhD Neonatologie, UZ Brussel Scenario

Nadere informatie

De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen

De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen Greet Boland, klinisch microbioloog / MMM er Aviditeitstesten Wat is aviditeit? Wat betekent de uitslag? Wanneer is toepassing zinvol/niet

Nadere informatie

Toxoplasma-serologie, wat kun je ermee?

Toxoplasma-serologie, wat kun je ermee? Toxoplasma-serologie, wat kun je ermee? Titia Kortbeek, MD Centre for Infectious Disease Control Netherlands cmgm.stanford.edu/.../boothroydlabdesc.ht ml Ca.16 x 10 6 inwoners Ca. 200.000 geboortes per

Nadere informatie

Een zuigeling met een infectie

Een zuigeling met een infectie Een zuigeling met een infectie Katja Heitink-Pollé, kinderarts, hematoloog-oncoloog WKZ en Flevoziekenhuis Masja de Haas Sanquin Casus Meisje van 6 maanden oud 3e kind van Surinaamse ouders Reden van komst:

Nadere informatie

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog

CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van

Nadere informatie

CMV screening Versie 2. dec 2016

CMV screening Versie 2. dec 2016 CMV screening Versie 2. dec 2016 Beoordelaars: F. Maingay-de Groof, B. Boersma, GJ Blok, C.Akkerman Inleiding Het Cytomegalovirus (CMV) kan de foetus transplacentair infecteren en aanleiding geven tot

Nadere informatie

Congenitale toxoplasmose: ernstige oculaire en neurologische complicaties

Congenitale toxoplasmose: ernstige oculaire en neurologische complicaties Klinische les Congenitale toxoplasmose: ernstige oculaire en neurologische complicaties Franka Hoekstra, Cecile Buzing, Jan M.J. Sporken, Corry E. Erasmus, Michiel van der Flier en Ben A. Semmekrot Dames

Nadere informatie

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 1. Prenatale diagnostiek en behandeling met DXM Indicatie: Echtparen, die beiden drager zijn van een mutatie van de klassieke vorm van AGS. Als een van

Nadere informatie

Routinematige controle leucocytenaantal bij thyreostatica. Madelon de Rooij 5 augustus 2014

Routinematige controle leucocytenaantal bij thyreostatica. Madelon de Rooij 5 augustus 2014 Routinematige controle leucocytenaantal bij thyreostatica Madelon de Rooij 5 augustus 2014 PICO P: patient behandeld met thioureumderivaat (thiamazol, carbimazol of PTU) vanwege hyperthyreoidie I: routinematige

Nadere informatie

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht Zwangerschap en HBV Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht 1 Virale aandoeningen die verticaal overdraagbaar zijn HIV Hepatitis B

Nadere informatie

Deel III Neonatale periode

Deel III Neonatale periode Gegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap Deel III Neonatale periode Het ingevulde formulier graag verzenden naar uw lokale GGD (zie www.ggd.nl). Bij inzending van laboratoriummaterialen

Nadere informatie

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts Kindergeneeskundig onderzoek naar de oorzaak van het congenitaal gehoorverlies doel Patiënt: te verwachten

Nadere informatie

Voriconazol en ritmestoornissen

Voriconazol en ritmestoornissen Voriconazol en ritmestoornissen MDO bespreking 29-10-2014 Michelle Oude Alink Casus Man 68 jaar oud Voorgeschiedenis 2014, juni: myocardinfarct wv DES-stent Sinds september verdenking pneumonie, aanvankelijk

Nadere informatie

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT 2005 AANBEVELINGEN: Niveau 2 Het routinematig voorschrijven van pyridoxine bij isoniazide toediening is niet nodig. Pyridoxine suppletie

Nadere informatie

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0 Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in

Nadere informatie

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn : Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Definitie... 1 Varicella zoster en zwangerschap... 2 Varicella zoster en neonaten... 3 Bronnen... 4 Bijlagen... 5 Stroomdiagram 1 : Beleid bij zwangere

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn

Nadere informatie

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene?

Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? Zuurstof of niet bij reanimatie pasgeborene? 6e Nationale Reanimatie Congres Frank van den Dungen Kinderarts-neonatoloog Afd. IC Neonatologie VU medisch centrum NVK werkgroep Reanimatie Pasgeborenen INHOUD

Nadere informatie

Hepatitis E, wat moet je ermee?

Hepatitis E, wat moet je ermee? Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut

Nadere informatie

Dermatitis herpetiformis

Dermatitis herpetiformis 88 08 Samenvatting Richtlijnen Dermatologie 2015 Dermatitis herpetiformis Dr. A.C. de Groot, dr. T.J. Stoof De richtlijn dateert uit 2008. De tekst van de samenvatting is niet gewijzigd. Inleiding De richtlijn

Nadere informatie

Zika virus en zwangerschap

Zika virus en zwangerschap Zika virus en zwangerschap 04/2016 Dit document bevat mogelijk vertrouwelijke informatie van JIJWIJ. Het kopiëren en/of verspreiden van dit document zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van JIJWIJ

Nadere informatie

SSRI. Protocol NVOG/NVK 2012 VSV Geert Jan Blok

SSRI. Protocol NVOG/NVK 2012 VSV Geert Jan Blok SSRI Protocol NVOG/NVK 2012 VSV 14-01-14 Geert Jan Blok Preconceptionele periode: Er bestaat geen duidelijke voorkeur voor een bepaalde SSRI. Indien een patiënte al goed is ingesteld op een bepaalde SSRI

Nadere informatie

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014

Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011. Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Addendum bij de multidisciplinaire richtlijn Dreigende Vroeggeboorte gepubliceerd in 2011 Opgesteld door de Otterlo Werkgroep, versie 2014 Uitgangsvraag: Leidt een rescue -behandeling met corticosteroïden

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006

Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Breda, 25 juni 2018 Ref.: PHNL/HIV/0618/0006 Belangrijke risico-informatie: Verhoogd risico op falen van de behandeling en verhoogd risico op transmissie van de hiv-infectie van moeder op kind door lage

Nadere informatie

Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap

Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap Acute myeloïde leukemie in het tweede en derde trimester van de zwangerschap Moderator Judith van Deursen 1st author / speaker Leonie van der Burg, fellow hematologie VUmc Co-authors Dr. M. van Marwijk

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Congenitale toxoplasmose

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu. Congenitale toxoplasmose Congenitale toxoplasmose Wat is congenitale toxoplasmose? Congenitale toxoplasmose is een aandoening waarbij kinderen een besmetting hebben opgelopen met de parasiet toxoplasmose tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat.

Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. : Pagina 1 van 5 Doel Behandeling bij Varicella Zoster virus (VZV) tijdens de zwangerschap en bij neonaat. Doelgroep Kinderarts en gynaecoloog. Algemene aandachtspunten Overtuig je van de juiste patiënt

Nadere informatie

NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE

NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE NEONATAAL BELEID BIJ MATERNALE SEROCONVERSIE VOOR CYTOMEGALOVIRUS TIJDENS DE ZWANGERSCHAP OF NEONATAAL VERMOEDEN VAN CONGENITALE INFECTIE 1. Diagnosestelling bij de pasgeborene Annelies Keymeulen April

Nadere informatie

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1

02.03.2013. Huisartsensymposium anno 2013. HAS AZ Monica 1 Huisartsensymposium anno 2013 1 2 CMV en Toxoplasmose bij zwangerschap en neonaat Dr. M. Traen 3 CMV en Toxoplasmose Bij immunocompetente hosts asymptomatisch of milde infectie Mogelijks zware ravage bij

Nadere informatie

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol.

(1) Risico op acute pancreatitis Er zijn meldingen geweest van acute pancreatitis na de behandeling met carbimazol/thiamazol. GEADRESSEERDE ADRES POSTCODE WOONPLAATS 31 januari 2019 Belangrijke risico-informatie: Geneesmiddelen die carbimazol of thiamazol (synoniem: methimazol) bevatten: (1) risico op acute pancreatitis en (2)

Nadere informatie

Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017

Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017 Behandelproblematiek en laatste ontwikkelingen in Hepatitis B Nationale hepatitis dag 2017 Bart Takkenberg Academisch Medisch Centrum Amsterdam Disclosures Speaker for Gore WL, Bayer, and Norgine Advisory

Nadere informatie

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid

Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Diagnostiek naar de oorzaak van slechthorendheid binnen het Centrum Diagnostiek Slechthorendheid Derde VUMC nascholingsdag 22 maart 2013 Margot Mulder, kinderarts Aangeboren slechthorendheid: Literatuur:

Nadere informatie

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties Doel Het doel van dit protocol is preventie, herkenning, optimalisering van diagnostiek en behandeling van early-onset

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap

Nadere informatie

IJZERSUPPLETIE. Samenvatting advies ijzersuppletie

IJZERSUPPLETIE. Samenvatting advies ijzersuppletie IJZERSUPPLETIE Premature pasgeborenen hebben een relatief kleine ijzervoorraad en minder erytrocyten. Ook de transferrinespiegel is laag. In de eerste 2 weken na de geboorte daalt het hemoglobine gehalte

Nadere informatie

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie

Reflecterend testen. Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie Reflecterend testen Dr. Wytze P. Oosterhuis Arts klinische chemie Wat is reflective testing / reflecterend testen? 1. Toevoegen van testen wanneer dat nodig wordt geacht 2. Toevoegen van commentaar 3.

Nadere informatie

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op?

Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? Tweede screening bij Rhc-negatieve vrouwen: Wat levert het op? 1 INHOUD PSIE programma Antistoffen Ontstaan en Risico Achtergrond Rhc-screening Doel Rhc-screening Evaluatiestudie Rhc-screening Opzet Inclusies

Nadere informatie

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S K.B. 2.10.2009 In werking 1.12.2009 B.S. 20.10.2009 Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE Wijzigen Invoegen Verwijderen 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen :

Nadere informatie

K.B B.S In werking

K.B B.S In werking K.B. 18.6.2017 B.S. 29.6.2017 In werking 1.8.2017 Wijzigen Invoegen Verwijderen Artikel 24bis - KLINISCHE BIOLOGIE 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken op genetisch materiaal van micro-organismen : 556872

Nadere informatie

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus Chapter 8 Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus Martijn A. Oudijk Barbara Ambachtsheer Philip Stoutenbeek Erik J. Meijboom 140 141 Chapter 8 Abstract Protocols

Nadere informatie

Prenatale behandeling met dexamethason bij AGS

Prenatale behandeling met dexamethason bij AGS Prenatale behandeling met dexamethason bij AGS Bij meisjes met een ernstige vorm van het adrenogenitaal syndroom (AGS) treedt vermannelijking van de uitwendige geslachtsdelen op voor de geboorte. In deze

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Preventie van groep B-streptokokken infectie

Preventie van groep B-streptokokken infectie Preventie van groep B-streptokokken infectie Het stroomdiagram dat is opgesteld door de NVOG en NvK vormt het uitgangspunt van dit lokale protocol (bijlage 1). Algemeen De vroege vorm van neonatale groep

Nadere informatie

SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk

SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk SSRI s bij moeder: richtlijn versus prak:jk J.E. Wakker- Deelen, A.C. de Mol Albert Schweitzer Ziekenhuis Dordrecht Opbouw Achtergrond Richtlijn NVK Onderdeel 1: Enquête onder alle afdelingen neonatologie/kindergeneeskunde

Nadere informatie

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding SAMENVATTING VOEDINGSPROTOCOL MCA Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (g) 1 < 1000 g 1000 1500 g > 1500 g A terme Dag 1 80-120 80-100 60-80 40-80 Dag 2 100-140 100-120 80-100 60-120

Nadere informatie

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland. Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch 04-11-2014 INTRODUCTIE HBV = dsdna virus, hoge viremie, zeer infectieus (50-100x infectieuzer dan HIV) Transmissie door contact met

Nadere informatie

Glucose-screening en Hypoglycemie

Glucose-screening en Hypoglycemie Inleiding is een frequent voorkomend probleem op een neonatologie afdeling. Het is belangrijk om hierop te anticiperen en daarom pasgeborenen, met een verhoogd risico op hypoglycemie, te screenen. Het

Nadere informatie

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44 A AAT 0,9-2,0 g/l ALAT m < 45 U/l v < 34 Albumine 35-50 g/l Albumine/kreatinine ratio m < 2,5 v < 3,5 Alkalische fosfatase 0-14 d < 248 U/l 15 d - 1 j < 470 1-10 j < 335 10-13 j < 417 m 13-15 j < 468 m

Nadere informatie

Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie?

Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie? Zes maanden valganciclovir voor congenitale cytomegalovirusinfectie? Six months valganciclovir for congenital cytomegalovirus disease? J.W. Wieringa 1, F.A.J. Schornagel 2, J.L.A.N. Murk 3, A.C.T.M. Vossen

Nadere informatie

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte

IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte IN ZWANG PROTOCOL: Preventie recidief spontane vroeggeboorte DEFINITIE: Vroeggeboorte: bevalling bij amenorroeduur < 37 weken Bij een zwangerschapsduur van meer dan 35 weken wordt het risico van belangrijke

Nadere informatie

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000 KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 "Artikel 24bis. Worden als verstrekkingen beschouwd waarvoor de bekwaming van specialist voor klinische biologie (P) vereist is : 1. Moleculaire Biologische Onderzoeken

Nadere informatie

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen

Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Vaccineren tegen Diarree; Wel of Niet? (of een beetje ) Patricia Bruijning-Verhagen Patient SEH, 10 uur s avonds Joanna, 20 maanden oud Verpleegkundige belt: bedreigd kind Bij binnenkomst: Lethargisch

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) Reumatologie

Abatacept (Orencia ) Reumatologie Abatacept (Orencia ) Reumatologie U heeft in overleg met uw arts besloten het geneesmiddel Abatacept (Orencia ) te gaan gebruiken. Deze folder geeft u informatie over dit geneesmiddel. Heeft u na het lezen

Nadere informatie

Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc

Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Geautomatiseerde medicatiereviews bij polyfarmacie patiënten in de eerstelijn: een retrospectieve studie Eerstelijnsgeneeskunde (ELG) Radboudumc Jorrit Harms OSV: Dr. Kees van Boven Inhoud Achtergrond

Nadere informatie

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam Ketenprotocol Kraamconsulten kinderartsen Auteurs: E.D. Stam Datum: 19 januari 2017 Algemeen Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 formeel opgericht ter verbetering

Nadere informatie

Dermatitis herpetiformis

Dermatitis herpetiformis Dermatitis herpetiformis 06 65 Dermatitis herpetiformis Dr. A.C. de Groot, dr. T.J. Stoof De richtlijn dateert uit 2008. Inleiding De richtlijn Dermatitis herpetiformis maakt deel uit van de multidisciplinaire

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar

Nadere informatie

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven

Kind met onbegrepen anemie. Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven Kind met onbegrepen anemie Matthieu Bosman, klinisch chemicus i.o. MMC Veldhoven Kennisplatform Transfusiegeneeskunde Regio Zuidoost, 31-03-2016 Kliniek en lab dag 1 Kind van 3 jaar komt op SEH. 3 weken

Nadere informatie

Serologische diagnostiek van toxoplasmose bij immuuncompetente patiënten en zwangeren

Serologische diagnostiek van toxoplasmose bij immuuncompetente patiënten en zwangeren Serologische diagnostiek van toxoplasmose bij immuuncompetente patiënten en zwangeren Serological diagnosis of toxoplasmosis in immunocompetent individuals and pregnant women Auteurs Trefwoorden Key words

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Nascholing Antistolling

Nascholing Antistolling Nascholing Antistolling Algemene module nivo 1 en 2 Een initiatief van de Stuurgroepketen Antistollingsbehandeling Dr. R. Fijnheer, versie 1, november 2011 doel antistollings therapie behandelen van arteriële

Nadere informatie

Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent

Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent Zwangerschap: wat willen we zien? Marleen Temmerman Verloskunde, UZGent Waarom screenen? Aandoening komt frequent voor Kan ernstige gevolgen hebben Kan opgespoord worden Kan behandeld worden of sequellae

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

NVOG-standpunt - algoritme: Zikavirus en zwangerschap, versie 1 Dit standpunt is identiek aan RIVM-richtlijn bijlage 2, zie zikaviruspagina

NVOG-standpunt - algoritme: Zikavirus en zwangerschap, versie 1 Dit standpunt is identiek aan RIVM-richtlijn bijlage 2, zie zikaviruspagina NVOG-standpunt - algoritme: Zikavirus en zwangerschap, versie 1 Dit standpunt is identiek aan RIVM-richtlijn bijlage 2, zie zikaviruspagina Inleiding Dit algoritme (standpunt) is bedoeld voor zorgverleners

Nadere informatie

Gegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap

Gegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap Gegevensverzameling met betrekking tot ZIKV-infectie tijdens de zwangerschap Deel I Zwangerschap Het ingevulde formulier graag verzenden naar uw lokale GGD (zie www.ggd.nl). Bij inzending van laboratoriummaterialen

Nadere informatie

Ontwikkeling van een instrument / werkwijze om perinatale zorg te stroomlijnen in psychiatrische en sociaal zwakkere moeders

Ontwikkeling van een instrument / werkwijze om perinatale zorg te stroomlijnen in psychiatrische en sociaal zwakkere moeders POP : Regeren is Vooruitzien Ontwikkeling van een instrument / werkwijze om perinatale zorg te stroomlijnen in psychiatrische en sociaal zwakkere moeders Om een goede dokter te zijn. Logistiek Empathie

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

7. Wat is de hoogste opleiding die de vader van uw kind heeft afgerond?

7. Wat is de hoogste opleiding die de vader van uw kind heeft afgerond? INTERVIEW A (registratie zo vroeg mogelijk in de zwangerschap) 1. Op welke datum viel de eerste dag van uw laatste menstruatie? 2. Is epilepsie de reden van uw anti-epilepticagebruik?, namelijk 3. Heeft

Nadere informatie

Directe communicatie aan gezondheidszorgbeoefenaars over de associatie van Sprycel (dasatinib) met Pulmonaire Arteriële Hypertensie (PAH)

Directe communicatie aan gezondheidszorgbeoefenaars over de associatie van Sprycel (dasatinib) met Pulmonaire Arteriële Hypertensie (PAH) Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER

ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER Deze aanpassingen aan de SPC en bijsluiter zijn valide op het moment van de beschikking van de commissie. Na de beschikking

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak gehanteerd:

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Vaak is het door keuze van het juiste geneesmiddel mogelijk om borstvoeding veilig te handhaven 11. Niveau 4 Toelichting Indien

Nadere informatie

VICTRELIS Boceprevir

VICTRELIS Boceprevir De gezondheidsautoriteiten van de EU hebben een aantal voorwaarden gekoppeld aan het in de handel brengen van het geneesmiddel VICTRELIS. Het verplichte plan voor risicobeperking in België, waarvan deze

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond

Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond Casus Meneer L., 50 jaar, Kaapverdische afkomst Voorgeschiedenis: jicht, astma, prostatisme

Nadere informatie

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen

Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Is er een rol voor het gebruik van Immunoglobulinen bij CML? M. Roeven Canisius Wilhemina Ziekenhuis Nijmegen Opbouw Casus Bespreking literatuur Hypothesen met betrekking tot casus Voorgeschiedenis: 1957

Nadere informatie

Multidisciplinair (pre)conceptioneel advies

Multidisciplinair (pre)conceptioneel advies Multidisciplinair (pre)conceptioneel advies POP expertise centrum Amsterdam Prof.Dr.Adriaan Honig SLAZ/VUmc Verloskunde conferentie 3 februari 2012 Utrecht Marion Heres Adriaan Honig Hanneke Wennink Multidisciplinair

Nadere informatie

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden:

CASUSSCHETSEN. Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende schildklierwaarden werden gevonden: INTERLINE INTERNE GENEESKUNDE Schildklierproblematiek, Osteoporose, (DVT) 9 januari 2007 CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mevrouw B. heeft bloed laten prikken voor een keuring. Ze heeft geen klachten. De volgende

Nadere informatie

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker:

KINDERFORMULARIUM. Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium Disclosure belangen spreker: RIVM Off-label 07 maart 2017 1 KINDERFORMULARIUM Tjitske van der Zanden Coordinator Kinderformularium vanderzanden@nkfk.nl Disclosure belangen spreker: Potentiële belangverstrengeling: geen RIVM Off-label

Nadere informatie

borstvoeding Uit enkele case-reports is bekend dat trazodon in kleine hoeveelheden overgaat in de moedermelk.

borstvoeding Uit enkele case-reports is bekend dat trazodon in kleine hoeveelheden overgaat in de moedermelk. Kinderwens, en : trazodon 2519 t/m 2522 NNH = Number Needed to Harm; non-sri = geen serotonineheropnameremmer; RR = Relatieve Risico; RV = Risico Verschil; SNRI =serotonine-noradrenalineheropnameremmer;

Nadere informatie

Vragen Ouderdag Congenitale CMV infectie. CMV-groep

Vragen Ouderdag Congenitale CMV infectie. CMV-groep Vragen Ouderdag Congenitale CMV infectie CMV-groep Vragen voor het vragenuurtje Wat zijn de risico s voor een volgende zwangerschap? Borstvoeding en CMV Wat moet ik doen bij andere zwangeren nu ik en mijn

Nadere informatie

Zwangerschap en bipolaire stoornis avontuur voor patient en behandelaar. Anja Stevens

Zwangerschap en bipolaire stoornis avontuur voor patient en behandelaar. Anja Stevens Zwangerschap en bipolaire stoornis avontuur voor patient en behandelaar Anja Stevens 14 december 2013 Inhoud Inleiding Kinderwens Zwangerschap Bevalling Kraambed en daarna Zwangerschapsplan Vaders Take

Nadere informatie

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes

Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015

Nadere informatie

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden.

KLINISCHE CHEMIE. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie /H.v.I./Versie1. referentie waarden. REFER002 Referentiewaarde Overzicht intern Klinische Chemie KLINISCHE CHEMIE 03012012/H.v.I./Versie1 waarden bronvermelding natrium mmol/l 135-145 NVKC consensus kalium (plasma!) mmol/l 3.5-4.8 Diagnostisch

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over screening op vasa praevia (2013Z01807).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gerven (SP) over screening op vasa praevia (2013Z01807). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 25 VX DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Familiaire Mediterrane Koorts

Familiaire Mediterrane Koorts https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Familiaire Mediterrane Koorts Versie 2016 2. DIAGNOSE EN BEHANDELING 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? Over het algemeen wordt de volgende aanpak

Nadere informatie

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017

Allemaal Beestjes. Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Allemaal Beestjes Eline van der Hagen Kcio 15 juni 2017 Voorgeschiedenis Vrouw, 68 jaar Diabetes type 2 (1995), hypertensie (2010), chronische nierinsuffiëntie (2012) Presentatie op de SEH In de nacht

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4-6 maanden postoperatief Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 4- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in een van

Nadere informatie

Medicalisering van de partus:

Medicalisering van de partus: Medicalisering van de partus: Gevolgen voor de borstvoeding Rob Hardeman Klinisch verloskundige Ziekenhuis Rivierenland Tiel "Borstvoeding loont" 7-10-2008 Medicaliseren van de partus Actief ingrijpen

Nadere informatie

Infecties in de zwangerschap. Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis

Infecties in de zwangerschap. Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis Infecties in de zwangerschap Inge Gyssens Internist infectioloog Jessa ziekenhuis Alfabetische lijst infecties Blaasontsteking nierbekkeninfectie Cytomegalovirusinfectie (CMV) Griep (Influenza) Groep A

Nadere informatie