Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat in Ossendrecht

Transcriptie

1 Provincie Noord-Brabant Onderzoek naar de luchtkwaliteit aan de Burgemeester voetenstraat in Ossendrecht Rapport L-O, 13 maart 2012 Resultaten van het luchtkwaliteitonderzoek aan de Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht, meetperiode 1 januari 2011 tot 1 januari De metingen hebben betrekking op fijnstof (PM 10 /PM 2,5 ), NO 2 en koolwaterstoffen. Projectverantwoordelijke: E.S. van der Bij Provincie Noord-Brabant Directie Ruimtelijke ontwikkeling & Handhaving (ROH) Bureau Milieumetingen (MM) Postbus 90151, 5200 MC s Hertogenbosch Telefoon Fax

2 Samenvatting In de Wet Luchtkwaliteit (Wlk) [1] staan wettelijke luchtkwaliteitsnormen opgenomen. Voor de luchtverontreinigende stoffen stikstof(di)oxiden (NO 2 en NO), koolmonoxide (CO), fijn stof (PM 10 ), benzeen (C 6 H 6 ), zwaveldioxide (SO 2 ) en lood (Pb) zijn in bijlage 2 van de Wet milieubeheer grenswaarden opgenomen. Voor de luchtverontreinigende stoffen ozon, arseen, cadmium, nikkel, benzo(a)pyreen zijn richtwaarden opgenomen. Toetsing van genoemde grens- of richtwaarden dient plaats te vinden op locaties waar sprake is van toepassing van de Wlk (artikel 5.19 Wm) én sprake is van significante blootstelling (artikel 65 en 22 Regeling beoordeling luchtkwaliteit). Indien op een te beoordelen locatie niet voldaan wordt aan het toepasbaarheidsbeginsel dan is toetsing niet aan de orde. Indien op de te beoordelen locatie wel voldaan wordt aan het toepasbaarheidsbeginsel maar er geen sprake is van significante blootstelling dan is toetsing eveneens niet aan de orde. Gedurende de derogatieperiode gelden er op grond van de richtlijn tijdelijke overschrijdingsmarges. Die zijn in de Wm opgenomen als grenswaarden. Tot 2015 geldt er voor stikstofdioxide (NO 2 ) een verhoogde grenswaarde van 60 microgram/m 3 (jaargemiddelde), resp. 300 microgram/m 3 (uurgemiddelde). Tot 2011 geldt er voor fijn stof (PM 10 ) een verhoogde grenswaarde van 48 microgram/m 3 (jaargemiddelde) en 75 microgram/m 3 (24 uurgemiddelde, maximaal 35 dagen per jaar te overschrijden). De verhoogde waarden zijn opgenomen in de voorschriften van bijlage 2 van de Wet milieubeheer (voorschrift 2.1a en voorschrift 4.2). Het doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de concentraties NO 2, fijn stof (PM 2,5 en PM 10 ), Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen in de buitenlucht, aan de Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht. De locatie ligt ten Noord-Oosten van het Antwerpse industriegebied. De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform het kwaliteitssysteem van het bureau Milieumetingen van de provincie Noord-Brabant. Dit kwaliteitssysteem voldoet aan de norm NEN-EN-ISO/IEC en is geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie onder registratienummer I073. De koolwaterstofmetingen en de metingen met de beta-stofmonitor vallen niet onder geaccrediteerde verrichtingen. De wegingen van stoffilters (ter verificatie van de beta-stofmonitoren) zijn uitgevoerd door de GGD medische milieukunde te Amsterdam en buro Blauw, die hiervoor zijn geaccrediteerd. Weergegevens zijn verkregen van Infoplaza. De gegevens van het regionale station Huijbergen zijn afkomstig van het RIVM. Het onderzoek is gestart in december Deze rapportage beschrijft de resultaten van de metingen uitgevoerd van 1 januari 2011 tot 1 januari De geselecteerde locatie is aan de Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht ten Noord-Oosten van het Antwerpse industrie gebied. De locatie ligt tussen de woonkern van Ossendrecht en industrie gebied Antwerpen. Rapport: L-O / 13 maart /37

3 Uit de meetresultaten van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012 kunnen de volgende conclusies worden getrokken: NO 2 metingen: - De gemeten jaargemiddelde NO 2 concentratie bedraagt 24 g/m 3. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor NO 2 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. Er zijn geen overschrijdingen van de uurgemiddelde NO 2 concentratie van 200 g/m3 op de meetlocatie. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2 bedraagt 18. Op de meetlocatie is het aantal uurgemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde NO 2 concentratie per windrichting blijkt dat de NO 2 concentraties bij windrichting graden (ZZO-ZZW) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit ZZO-ZZW waait de wind over het zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 1433 uren voorgekomen. PM 10 bemonsteringen: - Het aantal overschrijdingen van de daggemiddelde PM 10 concentratie van 50 g/m 3 bedraagt op de meetlocatie 19. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de daggemiddelde concentratie voor PM 10 bedraagt 35. Op de meetlocatie is het aantal daggemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. - De gemeten jaargemiddelde PM 10 concentratie op de meetlocatie bedraagt 27 g/m 3 (exclusief zeezoutcorrectie). De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 10 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde PM 10 concentratie per windrichting blijkt dat de stofconcentraties bij 50 graden NO windrichting het hoogst is (5 dagen). Bij wind afkomstig uit NO waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. PM 2,5 bemonsteringen: - De gemeten jaargemiddelde PM 2,5 concentratie op de meetlocatie bedraagt 16 g/m 3.De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 2,5 bedraagt 25 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde PM 2,5 concentratie per windrichting blijkt dat de stofconcentraties bij 50 graden NO windrichting het hoogst is (7 dagen). Bij wind afkomstig uit NO waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. Benzeen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Benzeen op de meetlocatie bedraagt 1,4 g/m 3. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor benzeen bedraagt 5 ug/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde Benzeen concentratie per windrichting blijkt dat de Benzeen concentraties bij windrichting graden (O-ZW) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit O-ZW waait de Rapport: L-O / 13 maart /37

4 wind over het Ossendrecht en het zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 3560 uren voorgekomen. Tolueen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Tolueen bedraagt 1,4 g/m 3. - Uit de gemiddelde Tolueen concentratie per windrichting blijkt dat de Tolueen concentraties bij windrichting graden (OZO-Z) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit OZO-Z waait de wind over zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 1524 uren voorgekomen. Ethylbenzeen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Ethylbenzeen bedraagt 0,3 g/m 3. - Uit de gemiddelde Ethylbenzeen concentratie per windrichting blijkt dat de Ethylbenzeen concentraties bij windrichting 90 graden (O) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit O waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 184 uren voorgekomen. m-p-xyleen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie m-p-xyleen bedraagt 0,8 g/m 3. - Uit de gemiddelde m-p-xyleen concentratie per windrichting blijkt dat de m-p-xyleen concentraties bij windrichting 110 graden (OZO) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit OZO waait de wind over oostelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 195 uren voorgekomen. o-xyleen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie o-xyleen bedraagt 0,7 g/m 3. - Uit de gemiddelde o-xyleen concentratie per windrichting blijkt dat de o-xyleen concentraties bij windrichting 180 graden (Z) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit Z waait de wind over zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 203 uren voorgekomen. Rapport: L-O / 13 maart /37

5 Inhoud 1 Inleiding Algemeen Aanleiding onderzoek Doel van het onderzoek Aanvullende projectinformatie 8 2 Algemeen Kwaliteitsborging Situatie meetlocatie Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht Uitvoering onderzoek Methode Meetprogramma 12 4 Resultaten Toelichting op de meet- en rekenresultaten Meetresultaten NO Meetresultaten fijn-stof (PM 10 en PM 2,5 ) Meetresultaten koolwaterstoffen Meteorologie 16 5 Relatie tussen de windrichtingen op de PM10, PM2,5, koolwaterstoffen en NO2 concentraties Relatie windrichting op concentratie Windroos PM Windroos PM 2, Windroos NO Windroos Benzeen Windroos Tolueen Windroos Ethylbenzeen Windroos m-p-xyleen Windroos o-xyleen 32 6 Conclusie 34 7 Referenties 36 8 Verantwoording 37 Bijlage A. Situatie Meetlocatie Ossendrecht 3 pagina's Bijlage B. Tabel daggemiddelde meetwaarden 6 pagina's Rapport: L-O / 13 maart /37

6 Bijlage C. Grafische weergave fijn-stof, NO2 en Koolwaterstoffen 8 pagina's Bijlage D. Meetonnauwkeurigheid 5 pagina's Bijlage E. CD meetdata 1 CD Rapport: L-O / 13 maart /37

7 1 Inleiding 1.1 Algemeen In de Wlk staan wettelijke luchtkwaliteitsnormen opgenomen. Voor de luchtverontreinigende stoffen stikstof(di)oxiden (NO 2 en NO), koolmonoxide (CO), fijn stof (PM 10 ), benzeen (C 6 H 6 ), zwaveldioxide (SO 2 ) en lood (Pb) zijn in bijlage 2 van de Wet milieubeheer grenswaarden opgenomen. Voor de luchtverontreinigende stoffen ozon, arseen, cadmium, nikkel, benzo(a)pyreen zijn richtwaarden opgenomen. Toetsing van genoemde grens- of richtwaarden dient plaats te vinden op locaties waar sprake is van toepassing van de Wlk (artikel 5.19 Wm) én sprake is van significante blootstelling (artikel 65 en 22 Regeling beoordeling luchtkwaliteit). Indien op een te beoordelen locatie niet voldaan wordt aan het toepasbaarheidsbeginsel dan is toetsing niet aan de orde. Indien op de te beoordelen locatie wel voldaan wordt aan het toepasbaarheidsbeginsel maar er geen sprake is van significante blootstelling dan is toetsing eveneens niet aan de orde. Gedurende de derogatieperiode gelden er op grond van de richtlijn tijdelijke overschrijdingsmarges. Die zijn in de Wm opgenomen als grenswaarden. Tot 2015 geldt er voor stikstofdioxide (NO 2 ) een verhoogde grenswaarde van 60 microgram/m 3 (jaargemiddelde), resp. 300 microgram/m 3 (uurgemiddelde). Tot 2011 geldt er voor fijn stof (PM 10 ) een verhoogde grenswaarde van 48 microgram/m 3 (jaargemiddelde) en 75 microgram/m 3 (24 uurgemiddelde, maximaal 35 dagen per jaar te overschrijden). De verhoogde waarden zijn opgenomen in de voorschriften van bijlage 2 van de Wet milieubeheer (voorschrift 2.1a en voorschrift 4.2). 1.2 Aanleiding onderzoek Gedeputeerde Staten hebben opdract gegeven om luchtkwaliteit te meten nabij industriegebied Antwerpen. Doel van deze metingen is om een eventuele invloed vanwege industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit van de woonkernen van Ossendrecht en Woensdrecht in beeld te brengen. Uit de metingen en rapportage wordt een trendanalyse gemaakt van minimaal 5 jaar. 1.3 Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is op de eerste plaats het in kaart brengen van de concentraties NO 2 en fijn stof (PM 2,5 en PM 10 ) en koolwaterstoffen in de buitenlucht, aan de Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht, door gebruik te maken van genormeerde (referentie)meetmethoden. Vervolgens worden de meetresultaten vergeleken met de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. Rapport: L-O / 13 maart /37

8 1.4 Aanvullende projectinformatie Om inzicht te krijgen in de mate van de invloed van het Antwerpse industriegebied op de luchtkwaliteit aan Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht worden de meetresultaten tevens verwerkt in een windroos. Om deze berekening mogelijk te maken worden gedurende de gehele meetperiode meteogegevens verzameld. Deze meteogegevens worden ontleend aan het dichtstbijzijnde meteo-station vliegveld Woensdrecht ten noordoosten van de meetlocatie [3]. De data zijn in tabelvorm als bijlage samengevat. Het complete databestand is opgeslagen op CD, welke is toegevoegd aan het rapport. Naast de meteo is informatie verzameld over achtergrondconcentraties bij het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM [4]. Deze informatie zal in tabelvorm als bijlage bij de rapportage worden toegevoegd en kan door belanghebbenden worden gebruikt als input voor eventueel uit te voeren modelberekeningen. Het complete databestand is opgeslagen op CD, welke is toegevoegd aan het rapport. Het onderzoek is gestart in december Deze rapportage beschrijft de resultaten van de metingen uitgevoerd van 1 januari 2011 tot 1 januari Rapport: L-O / 13 maart /37

9 2 Algemeen 2.1 Kwaliteitsborging De monsternemingen en meetmethoden zijn uitgevoerd volgens een kwaliteitssysteem in overeenstemming met de criteria ingevolge NEN-EN-ISO/IEC Bureau Milieumetingen is volgens deze criteria voor onderstaande verrichtingen geaccrediteerd: Inspectie van emissie naar lucht van - de componenten stof, chloride, fluoride en zware metalen; - de componenten zwaveldioxide, stikstofoxiden, koolmonoxide en kooldioxide; - vluchtige organische verbindingen; - de component geur. Inspectie van omgevingslucht m.b.t. - fijnstof PM 10 en PM 2,5 (referentie methode) - stikstofoxiden De werkzaamheden zijn uitgevoerd conform het kwaliteitssysteem van het bureau Milieumetingen van de provincie Noord-Brabant. Dit kwaliteitssysteem voldoet aan de norm NEN-EN-ISO/IEC en is geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie onder registratienummer I073. De koolwaterstofmetingen vallen niet onder geaccrediteerde verrichtingen. Omdat de fijnstofmetingen middels beta-stofmonitoring nog niet zijn opgenomen in de scope van geaccrediteerde verrichtingen, worden de meetresultaten van onderhavig onderzoek niet uitgebracht onder accreditatie. De vergelijkingsmetingen in onderhavig onderzoek worden wel gebruikt om gelijkbaarheid aan te tonen tussen beide meetmethoden, zodat in de toekomst de betastof methode eveneens opgenomen kan worden in de scope van geaccrediteerde verrichtingen. De weging van de stoffilters (referentiemetingen ter verificatie van de beta-stofmonitoren) is uitgevoerd door de geaccrediteerde laboratoria van de GGD medische milieukunde te Amsterdam en Buro Blauw te Wageningen. Discutabele meetdata die mogelijk is verkregen onder verdachte omstandigheden (zoals bijvoorbeeld storing en/of technisch defect, monitor-drift, nauwkeurigheid checks buiten acceptatiecriteria van termijncontroles, etc) worden verworpen bij de berekening van uurs-, dag en/of jaargemiddelde concentraties. De NO/NO x monitor wordt elke 72 uur gekalibreerd, de GC voor de bepaling van de afzonderlijke koolwaterstof elke 120 uur. Daarbij wordt het percentage uitval getoetst aan het maximale toegestane percentage uitval conform de Europese richtlijn 2008/50/EG. Rapport: L-O / 13 maart /37

10 2.2 Situatie meetlocatie Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht. De geselecteerde locatie ligt ten noorden van Antwerpse industriegebied aan Burgemeester Voetenstraat te Ossendrecht. (Amersfoortse coördinaten en , geografische coördinaten 51, N, 4, O ). De plaatsbepaling van de locatie voldoet, voor zover praktisch uitvoerbaar, aan de meest recente Europese richtlijn 2008/50/EG [2] m.b.t. technische voorwaarden en afmetingen. In bijlage A is de ligging van het meetstation van de provincie Noord-Brabant aangegeven. De locatie is geselecteerd in overleg met de gemeente Ossendrecht. Belangrijkste selectiecriteria bij deze locatiekeuze waren: Geen obstructies tussen Antwerpse industriegebied en bemonsteringspunt, zichthoek tussen De afmetingen van het meetstation bedragen 3,33x 2,65m x 2,62m (L x B x Hoogte). De buitenlucht is bemonsterd op een hoogte van circa 3,75 meter boven mv. Hiermee wordt voldaan aan de specificaties van een geschikt meetpunt volgens Richtlijn 2008/50/EG, bijlage III C (met betrekking tot optimale bemonsteringshoogte). De meteogegevens zijn ontleend aan het dichtstbijzijnde meteo-station Woensdrecht/Ossendrecht ten noordnoordoosten van de meetlocatie. De achtergrondconcentraties zijn afkomstig van het dichtstbijzijnde meetstation uit het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM, meetstation 235: Huijbergen (Vennestraat) (zie bijlage A). Rapport: L-O / 13 maart /37

11 3 Uitvoering onderzoek 3.1 Methode Bureau Milieumetingen van de Provincie Noord-Brabant beschikt over vier verplaatsbare meetstations voor het uitvoeren van luchtkwaliteitsmetingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van meetapparatuur, die geschikt is voor het meten van concentraties in een laag meetbereik (immissienivo). De component stikstofdioxide (NO 2 ) wordt continu gemeten middels een chemoluminescentiemonitor. De meetwaarden worden geregistreerd op een datalogger als minuutgemiddelden. De componenten Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen worden bemonsterd en geanalyseerd met behulp van GC van het merk Synspec met een PID detector, Het meetsysteem heeft een sequentiëel bemonsteringssysteem. Dit houdt in dat elke 60 minuten automatisch monsters worden genomen en geanalyseerd. Fijn stof wordt continu gemeten middels beta-stofmonitoren (BAM). Kalibratie van deze monitoren geschiedt via een interne cyclus. Met behulp van sequentiële bemonsteringsapparatuur voor beide fracties fijn stof (PM 10 en PM 2,5 ) wordt tevens de vergelijkbaarheid met de referentie methode geverifieerd. Dit houdt in dat, simultaan aan de BAM s, elk kwartaal gedurende circa twee weken (in deelmetingen per etmaal) automatisch monsters van stof separaat worden genomen. De filterbelading wordt bepaald door weging van de filters voorafgaand en na de monsternameperiode. De concentratie in de lucht wordt berekend door het massaverschil van de filters te delen door het doorgezogen volume bij actuele condities (monsternamepunt). Rapport: L-O / 13 maart /37

12 3.2 Meetprogramma In tabel 1 zijn de uitgevoerde werkzaamheden samengevat. De metingen zijn uitgevoerd in de periode van 1 januari 2011 tot 1 januari Tabel 1. Meetprogramma meetpunt Omschrijving voorschrift periode Kwaliteit Bepaling van het gehalte fijn stof (PM2,5 en PM10) MM/LU/17 Continue monitoring van fijn-stof PM2,5 en PM10 middels beta-stof monitoren (BAM s). Vergelijking middels referentiemethode: NEN-EN 12341:1998 en, Air quality - Determination of the PM 10 fraction of suspended particulate matter - Reference method and field test procedure to demonstrate reference equivalence of measurement methods, december 1998 Dagconcentraties gedurende 12 maanden Ossendrecht Continue bemonstering en meting van stikstofoxiden (NO/NO2) in omgevingslucht m.b.v. chemoluminescentie MM/LU/14 conform NEN-EN Thermo Scientific Model 42I Bepalen van benzeen, tolueen, GC 955 synspec met PID detector ethylbenzeen en xyleen Meteo-station Woensdrecht/Ossendrecht download via Meteogegevens Infoplaza Meetstation Huijbergen Huijbergen Achtergrondconcentraties Gevalideerde achtergrondconcentraties (uurgemiddelden) NO2 en fijnstof De met Q gemarkeerde verrichtingen zijn door de RvA geaccrediteerd Perioden van 24 uur gedurende 12 maanden Perioden van 60 minuten gedurende 12 maanden tot tot Q Rapport: L-O / 13 maart /37

13 4 Resultaten 4.1 Toelichting op de meet- en rekenresultaten Het onderzoek is gestart op 1 januari Dit rapport beschrijft de resultaten van de metingen uitgevoerd van 1 januari 2011 tot en met 1 januari Deze meetperiode van exact 1 jaar is gekozen omdat de referentie- en toetsingswaarden eveneens betrokken zijn op een meetperiode van 1 jaar. De voornaamste reden voor deze methodiek is dat de vier verschillende jaargetijden invloed hebben op de luchtkwaliteit en dus volledig meegenomen dienen te worden bij de beoordeling van de mate van eventuele luchtverontreiniging. In paragraaf 4.2 tot en met 4.4 zijn de resultaten van concentraties NO 2, fijn stof ( PM 10 en PM 2,5 ), Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen en Xyleen weergegeven en vergeleken met de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. 4.2 Meetresultaten NO 2 In onderstaande tabel zijn de resultaten vermeld van de stikstofdioxide (NO 2 )- concentraties aan de Burgemeester Voetenstraat in Ossendrecht, en vergeleken met de grenswaarden uit de Wet Milieubeheer, Titel 2, Luchtkwaliteitseisen. Ter vergelijking zijn dezelfde parameters gepresenteerd, afkomstig van het meetstation Huijbergen. Tabel 2. Meetgegevens stikstofdioxide in g/m 3 van1 januari 2011 tot 1 januari Stikstofdioxide grenswaarde uurgemiddelde grenswaarde jaargemiddelde 200 g/m 3 (1) 40 g/m 3 Meetstation Provincie Noord-Brabant Ossendrecht RIVM Huijbergen Aantal meeturen 8447 Hoogste uurconcentratie g/m Laagste uurconcentratie g/m 3 1 Gemiddelde jaarconcentratie g/m 3 24 Overschrijdingen uurgemiddelde (1) uurgemiddelde dat maximaal 18 keer per jaar mag worden overschreden Om aan de gegevenskwaliteitsdoelstelling voor de beoordeling van de luchtkwaliteit te voldoen dient de minimale gegevensvastlegging voor vaste metingen m.b.t. NO 2 90% te bedragen. De gepresenteerde meetresultaten in tabel 2 hebben betrekking op 8447 gevalideerde meeturen. Het uitvalpercentage voor de NO 2 uurgemiddelde concentraties in de gedefinieerde meetperiode bedraagt 3,6% (313 uren). Volgens de kwaliteitsdoelstelling wordt voldaan aan het betreffende criterium. Rapport: L-O / 13 maart /37

14 Uit de resultaten blijkt dat gedurende de meetperiode: de gemeten jaargemiddelde NO 2 concentratie 24 g/m 3 bedraagt. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor NO 2 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. Er zijn geen overschrijdingen van de uurgemiddelde NO 2 concentratie van 200 g/m 3 op de meetlocatie. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2 bedraagt 18. Op de meetlocatie is het aantal uurgemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. 4.3 Meetresultaten fijn-stof (PM 10 en PM 2,5 ) In onderstaande tabellen zijn de resultaten vermeld van de fijn-stof (PM 10 en PM 2,5 ) concentratie metingen en getoetst aan de Wm-normering. Ter vergelijking zijn dezelfde parameters gepresenteerd, afkomstig van het meetstation Huijbergen. Tabel 3. Daggemiddelde concentraties PM 10 in g/m 3 van 1 januari 2011 tot 1 januari PM 10 Grenswaarde: daggemiddelde jaargemiddelde Aantal meetdagen Hoogste dagconcentratie g/m 3 Laagste dagconcentratie g/m 3 Gemiddelde jaarconcentratie g/m 3 Gemiddelde jaarconcentratie g/m 3 na zeezoutcorrectie (2) Aantal overschrijdingen daggemiddelde zeezout gecorrigeerde overschrijdingsdagen (3) (1) mag op maximaal 35 dagen per jaar worden overschreden. (2) zeezoutcorrectie Ossendrecht 4 g/m 3. (3) zeezout correctie 6 dagen 50 g/m 3 (1) 40 g/m 3 Provincie Noord-Brabant Ossendrecht RIVM Huijbergen Om aan de gegevenskwaliteitsdoelstelling voor de beoordeling van de luchtkwaliteit te voldoen dient de minimale gegevensvastlegging voor vaste metingen m.b.t. fijnstof 90% te bedragen. De gepresenteerde meetresultaten in tabel 3 hebben betrekking op 327 gevalideerde meetdagen. Het uitvalpercentage voor de PM 10 daggemiddelde concentraties in de gedefinieerde meetperiode bedraagt 9,5% (38 dagen). Volgens de kwaliteitsdoelstelling wordt voldaan aan het betreffende criterium. Uit de resultaten blijkt dat gedurende de meetperiode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012, het aantal overschrijdingen van de daggemiddelde PM 10 concentratie van 50 g/m 3 op de meetlocatie 19 bedraagt. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de daggemiddelde Rapport: L-O / 13 maart /37

15 concentratie voor PM 10 bedraagt 35. Op de meetlocatie is het aantal daggemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. De gemeten jaargemiddelde PM 10 concentratie op de meetlocatie bedraagt 27 g/m 3 (exclusief zeezoutcorrectie). De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 10 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. Tabel 4. Jaargemiddelde concentratie PM 2,5 in g/m 3 van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012 PM 2,5 Grenswaarde fase 1: jaargemiddelde 2015 Grenswaarde fase 2: jaargemiddelde g/m 3 20 g/m 3 (1) Aantal meetdagen Hoogste dagconcentratie g/m 3 Laagste dagconcentratie g/m 3 Gemiddelde jaarconcentratie g/m (1) de indicatieve grenswaarde wordt door de Europese Commissie in 2013 herzien in het licht van nieuwe informatie over de gevolgen voor gezondheid en milieu, technische haalbaarheid en ervaring die met de streefwaarde is opgedaan in de lidstaten. Om aan de gegevenskwaliteitsdoelstelling voor de beoordeling van de luchtkwaliteit te voldoen dient de minimale gegevensvastlegging voor vaste metingen m.b.t. fijnstof 90% te bedragen. De gepresenteerde meetresultaten in tabel 4 hebben betrekking op 350 gevalideerde meetdagen. Het uitvalpercentage voor de PM 2,5 daggemiddelde concentraties in de gedefinieerde meetperiode bedraagt 4,1% (15 dagen). Volgens de kwaliteitsdoelstelling wordt voldaan aan het betreffende criterium ten aanzien van minimum aan gegevensvastlegging. Uit de resultaten blijkt dat gedurende de meetperiode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012: de gemeten jaargemiddelde PM 2,5 concentratie op de meetlocatie 16 g/m 3 bedraagt. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 2,5 bedraagt 25 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. Rapport: L-O / 13 maart /37

16 4.4 Meetresultaten koolwaterstoffen In onderstaande tabel 5 zijn de resultaten vermeld van Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen, m-p-xyleen en o-xyleen. Tabel 5. Uurgemiddelde koolwaterstofconcentraties in g/m 3 van 1 januari 2011 tot 1 januari Benzeen Tolueen Ethylbenzeen m-p-xyleen o-xyleen Grenswaarde jaargemiddelde g/m Aantal meeturen Hoogste uurconcentratie g/m 3 Laagste uurconcentratie g/m 3 Gemiddelde jaarconcentratie g/m <0,1 1, <0,1 1, <0,1 0, <0,1 0, <0,1 0,7 Uit de resultaten blijkt dat gedurende de meetperiode van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012, een gemiddelde jaarconcentratie benzeen van 1,4 g/m 3. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor benzeen bedraagt 5 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. 4.5 Meteorologie Het weer tijdens de meetperiode komt redelijk overeen met het langjarig gemiddelde. De gemiddelde temperatuur en windsnelheid was tijdens de meetperiode iets hoger. De overheersende windrichting WZW tot ZZW is overeenkomstig met het langjarige gemiddelde. In onderstaande tabel zijn een aantal parameters gepresenteerd van de opgetreden meteorologie, gemiddeld over de hele meetperiode, in vergelijking met het langjarig gemiddelde ( ). Er zijn geen langjarige meteogegevens beschikbaar van het meetstation vliegveld Woensdecht. Rapport: L-O / 13 maart /37

17 Tabel 6. Vergelijking met langjarige meteorologie, meetstation Gilze Rijen (bron KNMI) Meetperiode Langjarig gemiddelde 1 januari 2011 tot 1 januari Woendrecht Gilze Rijen Gemiddelde temperatuur in 0 C Minimale dagtemperatuur in C Maximale dagtemperatuur in C Relatieve vochtigheid Windsnelheid in m/s Overheersende wind richting 11,4 7,9 15,1 82 4,8 ZZW tot WZW Bepaling gemiddelde/overheersende windrichting per dag (bijlage B). Voor het bepalen van de windrichting per dag is uitgegaan van de uurgemiddelde waarden van Infoplaza. De windroos is door Infoplaza verdeeld over 36 sectoren van 10 graden. 9,8 5,5 13,9 81 4,1 ZW Rapport: L-O / 13 maart /37

18 5 Relatie tussen de windrichtingen op de PM 10, PM 2,5, koolwaterstoffen en NO 2 concentraties. 5.1 Relatie windrichting op concentratie In dit hoofdstuk wordt de relatie tussen de windrichting en de fijnstof-, NO 2, Benzeen, Tolueen, Ethylbenzeen, m-p-xyleen en o-xyleen concentratie grafisch weergegeven in een windroos. Voor het maken van een windroos worden alle metingen gesorteerd per windrichting. Het resultaat is weergegeven in de tabellen 7 tot en met 14. De windroos laat zien hoe hoog de gemiddelde concentratie bij een bepaalde windrichting is. Hierbij zijn de richtingen opgedeeld in 10 graden sectoren. Meetperioden met windstil weer en wind uit variabele richtingen worden niet weergegeven in de windroos. 5.2 Windroos PM 10 In onderstaande windroos is de fijn-stofconcentratie PM 10 per windrichting weergegeven. Gemiddelde concentratie PM10 per windrichting De windroos is gebaseerd op 327 daggemiddelde metingen. De gemiddelde concentratie is bij NO (50 graden) wind het hoogst. Deze windrichting is in de gehele meetperiode 5 dagen voorgekomen, waarbij 2 dagoverschrijdingen zijn gemeten. Rapport: L-O / 13 maart /37

19 Tabel 7. Meetdata windrichtingen en PM 10 concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Ossendrecht Windrichting Windrichting Gemiddeld hoogste laagste aantal dagen aantal overschrijdingen Rapport: L-O / 13 maart /37

20 5.3 Windroos PM 2,5 In onderstaande windroos is de fijn-stofconcentratie PM 2,5 per windrichting weergegeven. Gemiddelde concentratie PM2,5 per windrichting De windroos is gebaseerd op 350 daggemiddelde metingen. De gemiddelde concentratie is, net zoals bij de PM 2,5 -fraktie, bij NO (50 graden) wind het hoogst. Rapport: L-O / 13 maart /37

21 Tabel 8. Meetdata windrichtingen en PM 2,5 concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Ossendrecht Windrichting Windrichting Gemiddeld hoogste laagste aantal dagen Rapport: L-O / 13 maart /37

22 5.4 Windroos NO 2 In onderstaande windroos is de NO 2 concentratie per windrichting weergegeven. De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste NO 2 concentraties komen voor bij ZZO-ZWW wind (160 en 200 graden). Gemiddelde NO2 concentratie per windrichting Rapport: L-O / 13 maart /37

23 Tabel 9. Meetdata windrichtingen en NO 2 concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren VAR STIL geen meteo geen NO 2 metingen 314 Totaal 8760 Rapport: L-O / 13 maart /37

24 5.5 Windroos Benzeen In onderstaande windroos is de benzeen concentratie per windrichting weergegeven. Gemiddelde Benzeen concentratie per windrichting ,5 2 1,5 1 0, De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste uur gemiddelde Benzeen concentraties komen voor bij wind uit richting O-ZW ( graden). De hoogste uurgemiddelde Benzeen concentratie van 77 g/m 3 komt voor bij wind richting ZW (220 graden). Rapport: L-O / 13 maart /37

25 Tabel 10. Meetdata windrichtingen en Benzeen concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren 360 1,1 4,7 0, ,1 4,3 0, ,2 4,4 0, ,5 6,0 0, ,3 7,2 0, ,5 6,7 0, ,3 5,0 0, ,2 5,1 0, ,9 24,0 0, ,0 7,3 0, ,8 5,9 0, ,8 7,3 0, ,9 16,9 0, ,8 28,7 0, ,4 11,3 0, ,7 53,4 0, ,8 27,6 0, ,8 7,4 0, ,7 5,4 0, ,8 27,0 0, ,6 33,6 0, ,4 18,7 0, ,6 77,3 0, ,3 19,3 0, ,1 15,8 0, ,9 27,8 0, ,0 19,1 0, ,0 12,6 0, ,1 17,1 0, ,8 6,7 0, ,9 17,0 0, ,7 5,2 0, ,8 21,3 0, ,9 5,7 0, ,0 10,2 0, ,0 7,6 0,2 129 VAR 2,4 10,5 1,0 33 STIL 1,6 5,7 0,6 32 geen meteo 1,0 1,0 1,0 1 geen Benzeen metingen 455 Totaal 8759 Rapport: L-O / 13 maart /37

26 5.6 Windroos Tolueen In onderstaande windroos is de Tolueen concentratie per windrichting weergegeven. Gemiddelde tolueen concentratie per windrichting De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste uur gemiddelde Tolueen concentraties komen voor bij wind uit richting OZO-Z ( graden). Rapport: L-O / 13 maart /37

27 Tabel 11. Meetdata windrichtingen en Tolueen concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren 360 1,4 5,3 0, ,5 10,5 0, ,7 7,4 0, ,8 8,2 0, ,8 10,3 0, ,1 10,2 0, ,9 11,0 0, ,8 8,4 0, ,7 17,6 0, ,9 31,2 0, ,9 11,3 0, ,1 17,1 0, ,2 13,9 0, ,7 8,7 0, ,5 18,5 0, ,4 12,2 0, ,7 14,4 0, ,6 12,1 0, ,6 10,4 0, ,5 28,3 0, ,1 12,9 0, ,5 18,1 0, ,1 12,0 0, ,9 11,4 0, ,8 17,1 0, ,9 19,6 0, ,8 8,1 0, ,0 19,3 0, ,9 22,8 0, ,8 8,7 0, ,7 8,1 0, ,6 7,2 0, ,8 8,4 0, ,1 8,6 0, ,4 19,3 0, ,2 7,0 0,1 129 VAR 4,3 20,5 1,0 33 STIL 3,7 9,7 0,4 32 geen meteo 1,0 1,0 1,0 1 geen Tolueen metingen 455 Totaal 8759 Rapport: L-O / 13 maart /37

28 Windroos Ethylbenzeen In onderstaande windroos is de Ethylbenzeen concentratie per windrichting weergegeven. Gemiddelde Ethylbenzeen concentratie per windrichting ,8 0,6 0,4 0, De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste uur gemiddelde Ethylbenzeen concentraties komen voor bij wind uit richting O (90 graden). Rapport: L-O / 13 maart /37

29 Tabel 12. Meetdata windrichtingen en Ethylbenzeen concentraties ( g/m 3 ). Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren 360 0,2 2,0 0, ,2 2,0 0, ,3 1,1 0, ,3 7,9 0, ,3 2,2 0, ,3 8,0 0, ,3 2,3 0, ,3 10,6 0, ,3 4,1 0, ,7 19,5 0, ,5 8,7 0, ,6 10,7 0, ,4 7,9 0, ,4 5,5 0, ,3 5,1 0, ,4 5,7 0, ,4 6,4 0, ,3 9,2 0, ,3 3,6 0, ,4 19,0 0, ,3 9,4 0, ,2 5,6 0, ,2 5,0 0, ,2 22,4 0, ,1 4,9 0, ,1 4,7 0, ,1 8,9 0, ,1 3,9 0, ,1 6,5 0, ,1 1,1 0, ,1 1,1 0, ,1 0,9 0, ,1 1,9 0, ,1 1,0 0, ,2 3,9 0, ,2 3,2 0,0 129 VAR 0,8 4,7 1,0 33 STIL 0,5 1,2 0,1 32 geen meteo 0,1 0,1 0,1 1 geen Ethylbenzeen metingen 455 Totaal 8759 Rapport: L-O / 13 maart /37

30 Windroos m-p-xyleen In onderstaande windroos is de m-p-xyleen concentratie per windrichting weergegeven. Gemiddelde m-p-xyleen concentratie per windrichting ,5 2 1,5 1 0, De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste uur gemiddelde m-p-xyleen concentraties komen voor bij wind uit richting OZO (110 graden). Rapport: L-O / 13 maart /37

31 Tabel 13. Meetdata windrichtingen en m-p-xyleen concentraties ( g/m 3 ) Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren 360 0,8 3,5 0, ,9 9,2 0, ,9 3,6 0, ,1 22,9 0, ,0 9,1 0, ,2 26,1 0, ,9 7,6 0, ,1 12,5 0, ,2 11,6 0, ,7 34,2 0, ,4 10,1 0, ,9 29,7 0, ,4 22,0 0, ,4 11,5 0, ,1 14,9 0, ,2 10,2 0, ,1 9,3 0, ,2 10,6 0, ,1 9,0 0, ,0 11,9 0, ,8 6,6 0, ,7 16,4 0, ,4 11,1 0, ,3 5,2 0, ,4 11,1 0, ,4 12,7 0, ,4 4,1 0, ,5 12,4 0, ,4 18,4 0, ,4 4,0 0, ,3 4,3 0, ,3 4,0 0, ,4 4,8 0, ,6 6,3 0, ,8 12,4 0, ,7 6,3 0,0 129 VAR 2,4 14,2 1,0 33 STIL 1,7 5,5 0,2 32 geen meteo 0,5 0,5 0,5 1 geen m-p-xyleen metingen 455 Totaal 8759 Rapport: L-O / 13 maart /37

32 Windroos o-xyleen In onderstaande windroos is de o-xyleen concentratie per windrichting weergegeven. Gemiddelde o-xyleen concentratie per windrichting , , De windroos is gebaseerd op uurgemiddelde metingen. De hoogste uur gemiddelde o-xyleen concentraties komen voor bij wind uit richting Z (180 graden). Rapport: L-O / 13 maart /37

33 Tabel 14. Meetdata windrichtingen en o-xyleen concentraties ( g/m 3 ) Meetlocatie Windrichting Gemiddeld hoogste Ossendrecht laagste aantal uren 360 1,1 8,8 0, ,0 12,4 0, ,0 9,0 0, ,1 10,4 0, ,9 8,3 0, ,9 9,3 0, ,7 8,5 0, ,9 10,6 0, ,9 6,3 0, ,2 18,6 0, ,0 9,9 0, ,1 10,0 0, ,9 5,8 0, ,9 7,9 0, ,8 8,8 0, ,7 5,3 0, ,6 5,5 0, ,6 8,4 0, ,1 88,9 0, ,7 27,0 0, ,7 13,3 0, ,6 10,5 0, ,7 9,7 0, ,5 4,7 0, ,5 5,4 0, ,6 8,8 0, ,6 6,8 0, ,6 9,2 0, ,5 5,0 0, ,5 4,8 0, ,4 3,2 0, ,6 4,1 0, ,7 3,1 0, ,8 9,9 0, ,9 11,8 0, ,9 9,1 0,0 129 VAR 1,3 3,6 1,0 33 STIL 2,7 9,1 0,2 32 geen meteo 0,6 0,6 0,6 1 geen o-xyleen metingen 455 Totaal 8759 Rapport: L-O / 13 maart /37

34 6 Conclusie Uit de meetresultaten van 1 januari 2011 tot 1 januari 2012 kunnen de volgende conclusies worden getrokken: NO 2 metingen: - De gemeten jaargemiddelde NO 2 concentratie bedraagt 24 g/m 3. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor NO 2 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. Er zijn geen overschrijdingen van de uurgemiddelde NO 2 concentratie van 200 g/m3 op de meetlocatie. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de uurgemiddelde concentratie voor NO 2 bedraagt 18. Op de meetlocatie is het aantal uurgemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde NO 2 concentratie per windrichting blijkt dat de NO 2 concentraties bij windrichting graden (ZZO-ZZW) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit ZZO-ZZW waait de wind over het zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 1433 uren voorgekomen. PM 10 bemonsteringen: - Het aantal overschrijdingen van de daggemiddelde PM 10 concentratie van 50 g/m 3 bedraagt op de meetlocatie 19. Het maximaal toegestane aantal overschrijdingen van de daggemiddelde concentratie voor PM 10 bedraagt 35. Op de meetlocatie is het aantal daggemiddelde overschrijdingen lager dan de grenswaarde. - De gemeten jaargemiddelde PM 10 concentratie op de meetlocatie bedraagt 27 g/m 3 (exclusief zeezoutcorrectie). De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 10 bedraagt 40 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde PM 10 concentratie per windrichting blijkt dat de stofconcentraties bij 50 graden NO windrichting het hoogst is (5 dagen). Bij wind afkomstig uit NO waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. PM 2,5 bemonsteringen: - De gemeten jaargemiddelde PM 2,5 concentratie op de meetlocatie bedraagt 16 g/m 3.De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor PM 2,5 bedraagt 25 g/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde PM 2,5 concentratie per windrichting blijkt dat de stofconcentraties bij 50 graden NO windrichting het hoogst is (7 dagen). Bij wind afkomstig uit NO waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. Rapport: L-O / 13 maart /37

35 Benzeen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Benzeen op de meetlocatie bedraagt 1,4 g/m 3. De jaargemiddelde grenswaarde uit de Wlk voor benzeen bedraagt 5 ug/m 3. Op de meetlocatie zijn de gemeten waarden lager dan de grenswaarde. - Uit de gemiddelde Benzeen concentratie per windrichting blijkt dat de Benzeen concentraties bij windrichting graden (O-ZW) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit O-ZW waait de wind over het Ossendrecht en het zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 3560 uren voorgekomen. Tolueen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Tolueen bedraagt 1,4 g/m 3. - Uit de gemiddelde Tolueen concentratie per windrichting blijkt dat de Tolueen concentraties bij windrichting graden (OZO-Z) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit OZO-Z waait de wind over zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 1524 uren voorgekomen. Ethylbenzeen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie Ethylbenzeen bedraagt 0,3 g/m 3. - Uit de gemiddelde Ethylbenzeen concentratie per windrichting blijkt dat de Ethylbenzeen concentraties bij windrichting 90 graden (O) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit O waait de wind over Ossendrecht in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 184 uren voorgekomen. m-p-xyleen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie m-p-xyleen bedraagt 0,8 g/m 3. - Uit de gemiddelde m-p-xyleen concentratie per windrichting blijkt dat de m-p-xyleen concentraties bij windrichting 110 graden (OZO) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit OZO waait de wind over oostelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 195 uren voorgekomen. o-xyleen metingen: - De gemeten jaargemiddelde concentratie o-xyleen bedraagt 0,7 g/m 3. - Uit de gemiddelde o-xyleen concentratie per windrichting blijkt dat de o-xyleen concentraties bij windrichting 180 graden (Z) het hoogst zijn. Bij wind afkomstig uit Z waait de wind over zuidelijk deel van het Antwerps industriegebied in de richting van de meetlocatie. Deze windrichting is in de meetperiode 203 uren voorgekomen. Rapport: L-O / 13 maart /37

36 7 Referenties [1] Wet Milieubeheer, Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, 15 november [2] Richtlijn 2008/50/EG, richtlijn van het Europese Parlement en de Raad, 20 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa, document L 152/1. [3] Infoplaza, internet dataservice Infoplazaweb, meetstation Woensdrecht. [4] RIVM, Rijksinstituut voor Volkshuisvesting en Milieu, internet dataservice van gevalideerde meetdata achtergrondconcentraties vanuit het landelijk meetnet, meetstation Huijbergen, download dd [5] KNMI, internet dataservice langjarig gemiddelden 1971 tot Rapport: L-O / 13 maart /37

37 8 Verantwoording Namen en taakverdeling van de medewerkers E.S. van der Bij, projectverantwoordelijke P. Haagsma, medewerker W. van Dongen, medewerker P.F. Hubers, medewerker T.H. Visser, medewerker P. v.d. Kerkhof, medewerker Namen van instellingen waaraan een deel van het onderzoek is uitbesteed GGD Amsterdam en Buro Blauw Wageningen Datum waarop het onderzoek is gepubliceerd s-hertogenbosch, 13 maart 2012 Ondertekening Goedgekeurd door E.S. van der Bij Projectverantwoordelijke T.H. Visser Coördinator MM Rapport: L-O / 13 maart /37

38 Bijlage A. Situatie Meetlocatie Ossendrecht Deze bijlage bestaat uit 3 pagina s inclusief voorliggend. Rapport: L-O

39

40 L-O Meetstation Ossendrecht

41 Bijlage B. Tabel daggemiddelde meetwaarden Deze bijlage bestaat uit 6 pagina s inclusief voorliggende Rapport: L-O

42 Station: Station Ossendrecht Periodically: 01/01/ :00-31/12/ :59 Type: AVG 1 Day [1 Hr.] Meetstation Ossendrecht meetstation Huijbergen Meteo Ossendrecht Date & Time PM2.5_CONC PM10_CONC Benzene_ug/m3 Toluene_ug/m3 Ethylbenz_ug/m3 MP-Xylene_ug/m3 O-Xylene_ug/m3 NO_ug/m3 NO2_ug/m3 NOX_ug/m3 PM10-conc µg/m3 Temperatuur Neerslag & verdamping Wind ,6 1,6 0,1 0,5 0, ,5 0,8 1,2 2u 12m 0,2 2, , ,8 0,7 0,1 0,3 0, ,3 0,3 1,2 0u 48m 0,4 2, , ,6 1,4 0,2 0,6 0, ,3 0,4 1,9 1u 24m 0,2 2, ,8 1,9 0,1 0,7 0, ,5 0,5 <0,1 0uOm 0,3 5, , ,8 2,4 0,2 0,5 0, ,9-0,2 0,6 1u 12m 0,4 6, ,5 2,1 0,5 0,4 0, ,6 3,6 17,1 14u 0m 0,1 1, ,4 2,2 0,2 0,8 0, ,3 1,4 6,3 6u 12m 0,1 3, ,2 1,4 0,1 0,3 0, ,6 4,9 6,3 4u 36m 0,2 6, , ,1 0,6 0,1 0,2 0, ,9 1,2 0 0u 0m 0,5 4, ,4 3,1 0,3 1,1 0,4 29 4,9 0,3 0 0u 0m 0,4 4, , ,0 0,8 0,1 0,4 0,2 16 6,4 1,5 3,4 4u 42m 0,1 3, ,8 1,1 0,1 0,4 0,3 16 9,8 3,1 25,4 15u 54m 0,1 6, ,4 0,2 0,0 0,1 0, ,4 9, u 0m 0,1 11, ,0 0,5 0,1 0,2 0, ,6 8,4 6 6u 42m 0, ,3 0,4 0,1 0,2 0, ,9 7,6 < 0,1 0uOm 0, , ,1 1,0 0,1 0,3 0, , u 0m 0,5 6, , ,5 1,9 0,2 0,6 0, ,5 5,5 0,7 1u 36m 0,2 4, ,0 1,3 0,2 0,7 0, ,7 9,4 5u 36m 0,2 2, , ,0 0,8 0,1 0,4 0, ,7 1,6 1,1 1u 6m 0,3 3, , ,1 1,5 0,2 0,9 0, ,7 1,6 <0,1 0uOm 0,7 4, , ,5 2,4 0,3 1,2 0, , u 0m 0, , ,1 0,9 0,1 0,4 0, ,1 3,2 0,3 1u 36m 0,2 3, , ,8 0,6 0,1 0,3 0, ,3 2,7 0,8 1u 18m 0,1 4, ,0 0,6 0,1 0,3 0, ,6 4,1 0,4 0u 54m 0,3 4, ,1 0,5 0,1 0,3 0, ,9 4 3,1 5u 6m 0, , ,0 1,8 1,0 3,2 1, ,5 0,9 2 4u 12m 0,4 3, , ,9 1,1 0,1 0,5 0, ,5-1,2 0 0u 0m 0,6 6, , ,2 1,1 0,1 0,5 0, ,7-2,4 0 0u 0m 0,6 6, , ,6 2,2 0,2 0,9 0, ,8-2,6 0 0u 0m 0,7 4, ,6 1,3 0,1 0,6 0, ,6-3,2 0 0u 0m 0,2 5, , ,0 1,2 0,1 0,4 0, ,8-2,8 0 0u 0m 0,1 1, ,5 3,0 0,2 1,1 0, ,6-3,4 0,4 1u 12m 0,2 4, , ,4 2,7 0,3 1,5 0, ,7 2 0,1 0u 12m 0, ,8 1,1 0,1 0,4 0, ,5 3,1 0,9 1u 54m 0,7 5, , ,2 0,7 0,1 0,3 0, ,7 6,7 0,1 0u 30m 0,1 11, ,5 0,1 0,0 0,0 0, ,2 10,1 0 0u 0m 0,2 12, ,7 0,1 0,1 0,1 0, , u 0m 0,4 10, , ,5 0,7 0,2 0,3 0, ,4 6,4 0 0u 0m 0,5 7, , ,4 2,0 0,2 0,8 0, ,2 1,1 0 0u 0m 0,9 1, , ,5 4,2 0,5 2,1 5, ,4 0,9 0 0u 0m 0,5 3, , ,9 2,4 0,3 1,3 0, ,1 4,3 7,3 8u 0m 0,4 5, ,8 0,9 0,2 0,4 0, ,3 6,8 7,3 6u 42m 0,2 5, ,2 1,6 0,2 0,6 0, ,4 4u 54m 0,4 3, , ,4 0,9 0,1 0,3 0, ,2 3,1 0 0u 0m 0,5 4, , ,3 1,5 0,2 0,8 0, ,1 3,7 1,4 2u 42m 0,6 2, , ,2 1,5 0,2 0,8 0, ,2 3,2 1,8 2u 48m 0,7 4, ,9 3,3 0,7 1,9 0, ,7 3,6 0,2 0u 24m 1 2, , ,4 5,3 0,4 1,5 0, ,2 0,5 0 0u 0m 1,1 4, , ,5 2,6 0,3 0,9 0, ,3 0,6 0 0u 0m 0,2 3, ,0 2,9 0,3 1,0 0, ,2 2,8 6u 24m 0,5 5, , ,1 1,9 0,2 0,5 0, ,3 0,6 0,1 0u 54m 0,4 5, , ,3 1,4 0,1 0,4 0, ,8-1,4 0 0u 0m 0,5 5, , ,6 1,9 0,2 0,7 0, , u 0m 1 3, , ,9 3,0 0,3 0,9 0, ,3-0,3 6,7 7u 54m 0,3 5, ,7 2,2 0,3 1,2 0, ,7 3,3 1,5 4u 36m 0,5 2, , ,7 2,0 0,3 1,1 0, ,4 6,7 0 0u 0m 0,4 3, , ,7 1,9 0,2 0,7 0, ,6 6,3 8,3 8u 6m 0,2 3, ,7 0,2 0,0 0,1 0, ,1 5,1 0 0u 0m 0,8 8, , ,7 2,3 0,2 0,8 0, ,7 2,2 1,7 5u 6m 0,2 3, ,4 2,1 0,2 0,8 0, ,6 2,1 0 0u 0m 0,5 6, , ,8 1,7 0,1 0,5 0, ,2 0,2 0 0u 0m 1,4 6, , ,3 1,9 0,2 0,6 0, , u 0m 1, , ,5 2,3 0,2 0,9 0, ,3-0,8 0 0u 0m 1, , ,2 1,0 0,1 0,5 0, ,5 0 0u 0m 0,6 3, , ,6 0,4 0,1 0,2 0, ,5 1,1 0 0u 0m 1,3 5, , ,0 0,9 0,1 0,3 0, ,3-0,4 0 0u 0m 1,6 4, , ,7 1,9 0,2 0,8 0, ,6-1,3 0 0u 0m 1,7 3, , ,9 1,0 0,1 0,3 0, ,4 4,7 <0,1 Ou Om 1,1 7, , ,2 0,5 0,1 0,2 0, ,7 5 <0,1 Ou Om 0,6 9, , ,0 0,7 0,0 0,2 0, ,9 4 <0,1 0u 0m 1,7 5, , ,6 1,9 0,2 0,6 0, ,7 4,9 <0,1 Ou 0u 1,5 3, , ,3 0,7 0,1 0,2 0, ,5 8,8 <0,1 Ou Om 1,3 4, , ,6 4,9 0 0u 0m 1,7 1, , , u 0m 1,5 4, ,2 5,9 0 0u 0m 1,6 6, , ,1 1,3 0,2 0,8 0, ,9 4,8 0 0u 0m 0, ,3 1,5 0,2 0,8 0, ,8 5,1 11,6 8u 42m 0,3 0,