Milieurapport Vlaanderen: beleidsevaluatie MIRA-BE 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieurapport Vlaanderen: beleidsevaluatie MIRA-BE 2005"

Transcriptie

1 Milieurapport Vlaanderen: beleidsevaluatie MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid: operationalisering en uitvoering van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn An Cliquet, Geert Van Hoorick, Jesse Lambrecht en Dirk Bogaert Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005

2 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid: operationalisering en uitvoering van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn An Cliquet, Vakgroep Internationaal Publiekrecht, UGent Geert Van Hoorick, Centrum voor Milieurecht, UGent Jesse Lambrecht, Vakgroep Internationaal Publiekrecht, UGent Dirk Bogaert, Arteveldehogeschool Gent Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst Mits bronvermelding wordt overname uit deze tekst aangemoedigd Wijze van citeren: Cliquet A., Van Hoorick G., Lambrecht J. & Bogaert D. (2005) Gebiedsgericht natuurbeleid: operationalisering en uitvoering van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Onderzoeksrapport MIRA-BE Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst. 2 Augustus 2005

3 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid Inhoud Inleiding 1. Situering 2. Concepten & methoden 2.1. Indeling 2.2. Selectie van instrumenten 2.3. Evaluatiemethode en -criteria 3. Analyse 3.1. Aanwijzing van speciale beschermingszones 3.2. Instandhoudingsverplichtingen 3.3. Habitattoets 4. Evaluatie 4.1. Evaluatie van de omzetting van de verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn Aanwijzing van speciale beschermingszones Instandhoudingsverplichtingen Habitattoets 4.2. Evaluatie van de instrumenten Algemene evaluatie van het juridisch instrumentarium Beleidsplannen Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Milieubeleidsplan en milieujaarprogramma Verwervingsinstrumenten Aankoop Recht van voorkoop Subsidies voor natuurbeheer Subsidies voor beheer van erkende natuurreservaten Beheerovereenkomsten Natuurprojectovereenkomsten LIFE-Natuurfonds Natuurvergunning Inrichtingsinstrumenten Gebiedsgerichte plannen Natuurrichtplannen Beheerplannen Ruimtelijke Uitvoeringsplannen Augustus

4 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE Conclusies en aanbevelingen 5.1. Algemene conclusies 5.2. Aanbevelingen Referenties Afkortingen 4 Augustus 2005

5 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid Inleiding Het natuurbehoudsrecht wordt doorgaans opgesplitst in het gebiedsgerichte, het soortgerichte, het horizontale luik en het luik draagvlakvorming. Alhoewel al deze benaderingen elkaar aanvullen en noodzakelijk zijn, zullen we ons hier beperken tot het gebiedsgerichte natuurbeleid. Ook wordt zijdelings ingegaan op de draagvlakvorming. Veel van de gebiedsgerichte maatregelen die in Vlaanderen worden genomen, vloeien voort uit internationale verdragen (bv. Biodiversiteitsverdrag) en richtlijnen van de Europese Unie. De evaluatie beperkt zich tot de twee belangrijkste EU-natuurrichtlijnen, met name de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Volgende onderzoeksvragen komen daarbij aan bod: welke zijn de concrete gebiedsgerichte verplichtingen voor Vlaanderen die voortvloeien uit deze richtlijnen? heeft Vlaanderen de richtlijnen correct omgezet? welke instrumenten zijn voorzien en welke worden daadwerkelijk ingezet? wat zijn mogelijke succes- of faalfactoren? 1 Situering Op het vlak van het behoud van de wilde flora en fauna en hun habitats zijn twee Europese richtlijnen relevant, met name de Richtlijn 79/409 van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (Vogelrichtlijn - PB L 103, 25 april 1979; zoals gewijzigd) en de Richtlijn 92/43 van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Habitatrichtlijn - PB L 206, 22 juli 1992; zoals gewijzigd). De Vogelrichtlijn heeft betrekking op de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten. De richtlijn betreft onder meer de bescherming en het beheer van deze soorten en stelt regels voor de exploitatie ervan. Zij bevat zowel maatregelen voor het behoud van de habitats van vogelsoorten als maatregelen ter beperking van de vangst, de jacht en de handel in vogelsoorten. De Habitatrichtlijn heeft tot doel bij te dragen tot het behoud van de biologische diversiteit door het instandhouden van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europese grondgebied. Zij bevat aan de Vogelrichtlijn analoge maatregelen met betrekking tot de wilde flora en fauna, andere dan vogelsoorten. Centraal in beide richtlijnen staat de aanwijzing en het behoud van speciale beschermingszones (SBZ) voor kwetsbare vogelsoorten (ook wel vogelrichtlijngebieden genoemd, hier speciale vogelbeschermingszones) respectievelijk bepaalde planten- en andere diersoorten (ook wel habitatrichtlijngebieden genoemd, hier speciale habitatbeschermingszones). Deze twee soorten zones vormen het zogenaamde Natura 2000-netwerk, een Europees ecologisch netwerk. De aanwijzing van deze zones wordt in de Augustus

6 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 desbetreffende richtlijnen geregeld. De bescherming tegen nadelige plannen en projecten wordt voor beide types zones geregeld in de Habitatrichtlijn ( de zogenaamde habitattoets). 2 Concepten & methoden 2.1. Indeling In hoofdstuk 3 worden de belangrijkste gebiedsgerichte verplichtingen van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn opgelijst, aan de hand van een juridische tekstanalyse van de richtlijnen en een analyse van de desbetreffende rechtspraak van het Europees Hof van Justitie. Hoofdstuk 4 omvat de beleidsevaluatie (voor de gehanteerde methode van beleidsevaluatie en de evaluatiecriteria zie Tieleman & Leroy, 2003). Dit omvat een evaluatie van de omzetting van de verplichtingen uit de richtlijnen in de Vlaamse wetgeving enerzijds en een evaluatie van de belangrijkste instrumenten die in Vlaanderen worden ingezet ter verwezenlijking van de gebiedsgerichte verplichtingen anderzijds. De evaluatie wordt in het wetenschappelijk verslag telkens voorafgegaan door een korte beschrijving van het instrument. Hoofdstuk 5 omvat de conclusies en aanbevelingen Selectie van instrumenten Het natuurbeleid kan juridische, economische of sociale (communicatieve) instrumenten inzetten. Hiervoor is een veelheid aan instrumenten beschikbaar (zie o.a. Kayaerts, 2005 met een overzicht van financiële instrumenten). Voor de selectie van de instrumenten in deze bijdrage werden volgende criteria gehanteerd: het dient te gaan over gebiedsgerichte instrumenten; het gaat om instrumenten die in hoofdzaak kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van de internationale verplichtingen die voortvloeien uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn (zie ook mogelijke maatregelen opgelijst in Nara 2003 (Tack et al., 2003); de evaluatie beperkt zich hoofdzakelijk tot juridische instrumenten; financiële instrumenten (subsidies voor verwerving en beheer) worden mee betrokken in de evaluatie voor zover ze duidelijk verankerd zitten in de natuurbehoudswetgeving. Aangezien deze evaluatie handelt over het gebiedsgerichte beleid, zijn horizontale maatregelen van het natuurbeleid (zoals de zorgplicht) niet opgenomen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan het belang van deze instrumenten. In de uiteindelijke lijst van instrumenten die worden geëvalueerd, zit geen hiërarchische rangschikking. De instrumenten worden geclusterd in volgende groepen: beleidsplannen: Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Milieubeleidsplan en Milieujaarprogramma; 6 Augustus 2005

7 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid verwerving: aankoopbeleid, subsidiëring voor aankopen, recht van voorkoop; subsidiëring voor beheer: subsidies voor erkende natuurreservaten, beheerovereenkomsten, natuurprojectovereenkomsten; het LIFE-instrument; natuurvergunning; inrichting: natuurinrichting, landinrichting en ruilverkaveling; gebiedsgerichte plannen: natuurrichtplannen, beheerplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan het instrument van het natuurrichtplan omdat Vlaanderen met de natuurrichtplannen voorziet in een belangrijk instrument met het oog op het invullen van de instandhoudingsmaatregelen in de speciale habitatbeschermingszones. Vaak aangehaalde wetgeving Gebruikte afkorting Natuurdecreet Wijzigingsdecreet Natuurbesluit Maatregelenbesluit Natuurrichtplannenbesluit Reservatenbesluit Volledige titel Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, BS 10 januari 1998, zoals gewijzigd. Decreet van 19 juli 2002 houdende wijziging van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu ( ), BS 31 augustus B.Vl.Reg. van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, BS 10 september 1998, zoals gewijzigd. B.Vl.Reg. van 21 november 2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid, BS 27 januari B.Vl.Reg. van 28 februari 2003 betreffende natuurrichtplannen, BS 27 maart B.Vl.Reg. van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies, BS 12 september Evaluatiemethode en -criteria Deze evaluatie is een juridische en beleidswetenschappelijke evaluatie. Er is nagenoeg geen onderzoek gebeurd over de economische impact van speciale beschermingszones, noch in Vlaanderen, noch in andere Europese landen. Een uitzondering vormt een Oostenrijkste studie waarin de regionale economische impact van Natura 2000 gebieden werd onderzocht in 4 regio s (Getzner en Jungmeier, 2002). Ook het onderzoek naar de kosteneffectiviteit Augustus

8 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 van het natuurbeleid staat nog in zijn kinderschoenen (Van Reeth, 2005a; Wätzold & Schwerdtner, 2005). Een uiteindelijke beleidsevaluatie van de instrumenten zal zowel de ecologische, juridische, economische en maatschappelijke aspecten (draagvlak e.d.) dienen te omvatten. De evaluatie in dit onderzoek zal voor de meeste instrumenten beperkt blijven tot een planevaluatie. Daarbij worden volgende evaluatiecriteria gehanteerd: legaliteit (bij de evaluatie van de omzetting van de richtlijnen), concreetheid, coherentie en ambitieniveau (bij de verschillende instrumenten ter verwezenlijking van de gebiedsgerichte verplichtingen uit de richtlijnen). Slechts in een beperkt aantal gevallen zal het mogelijk zijn een productevaluatie (doeltreffendheid) van de instrumenten te maken of aan een bestaande productevaluatie te refereren (hoofdzakelijk het Natuurrapport 2005). Voor de meeste van deze instrumenten ontbreken de gegevens om op systematische manier een productevaluatie uit te voeren. Plan- en productevaluatie gebeuren aan de hand van literatuuronderzoek. Procesevaluatie wordt in deze bijdrage beperkt tot één instrument, met name de natuurrichtplannen. Aangezien het proces van de natuurrichtplannen slechts in een beginfase zit, zal de procesevaluatie vrij beperkt zijn. Het leek echter nuttig om juist in een vroeg stadium van het proces reeds een eerste evaluatie te doen. De procesevaluatie gebeurt aan de hand van een documentenanalyse en een beperkt aantal interviews met sleutelfiguren. 3 Analyse In dit hoofdstuk wordt een analyse gemaakt van de belangrijkste verplichtingen in de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn (Van Hoorick, 2004a) Aanwijzing van speciale beschermingszones Speciale vogelbeschermingszones Voor de instandhouding van de vogelsoorten van bijlage I van de Vogelrichtlijn ( bijzonder kwetsbare soorten ) (bv. de blauwborst, de ijsvogel, de roerdomp ) en de geregeld voorkomende trekvogelsoorten moeten de lidstaten speciale vogelbeschermingszones instellen. De Vogelrichtlijn verplicht de lidstaten tot het aanwijzen van de meest geschikte gebieden als speciale vogelbeschermingszones, wat onder meer inhoudt dat bij de afbakening geen rekening mag worden gehouden met economische criteria. Tot de zaak Marismas de Santoña bestond er onduidelijkheid over hoever de beleidsvrijheid van de lidstaten ging. In de zaak Marismas de Santoña oordeelde het Hof van Justitie dat Spanje, door een bepaald moerasgebied niet aan te wijzen, de verplichtingen haar opgelegd door de richtlijn, niet was nagekomen (HvJ 2 augustus 1993, nr. C-335/90, Commissie t. Spanje). Zuiver ornithologische criteria beslissen of een gebied moet aangewezen worden. In de zaak Lappel Bank heeft het Hof van Justitie verduidelijkt dat een lidstaat bij de keuze en afbakening van een speciale 8 Augustus 2005

9 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid vogelbeschermingszone geen rekening mag houden met economische eisen. Zo mag geen stuk buiten de aanwijzing worden gelaten om later een haven te kunnen uitbreiden (HvJ 11 juli 1996, nr. C-44/95, Regina t. Secretary of State for the Environment). In een aantal recente arresten werden o.a. Nederland, Frankrijk, Italië en Ierland door het Hof van Justitie veroordeeld wegens het onvoldoende aanwijzen van speciale vogelbeschermingszones. In de inbreukprocedures tegen Frankrijk ging het in tegenstelling tot in deze tegen Nederland om een welbepaald gebied. In de arresten heeft het Hof haar vroegere rechtspraak bevestigd en eraan toegevoegd dat de IBA 89, een inventaris van Important Bird Areas, die in opdracht van de Commissie is opgesteld, als maatstaf kan worden gebruikt om na te gaan in hoeverre een lidstaat zijn aanwijzingsverplichting is nagekomen. Het is dan aan de lidstaat om het (wetenschappelijk) tegenbewijs te leveren dat een gebied niet behoort tot de meest geschikte gebieden (HvJ 19 mei 1998, nr. C-3/96, Commissie t. Nederland; HvJ 18 maart 1999, nr. C-166/97, Commissie t. Frankrijk; HvJ 25 november 1999, nr. C-96/98, Commissie t. Frankrijk; HvJ 7 december 2000, nr. C-374/98, Commissie t. Frankrijk; HvJ 17 mei 2001, nr. C.159/99, Commissie t. Italiaanse Republiek; HvJ 13 juni 2002, nr. C.117/00, Commissie t. Ierse Republiek). Speciale habitatbeschermingszones De Habitatrichtlijn heeft tot doel door de aanwijzing van speciale habitatbeschermingszones het herstel of de handhaving van de natuurlijke habitats en soorten van communautair belang in een gunstige staat van instandhouding te waarborgen. Bijlage I bevat deze typen natuurlijke habitats (bv. droge heide, hoogveen...). Bijlage II omvat de dier- en plantensoorten (bv. bepaalde vleermuizen, de kamsalamander...). Anders dan de Vogelrichtlijn, bevat de Habitatrichtlijn een gedetailleerde aanwijzingsprocedure, die verloopt in drie fases. In de eerste fase maakt iedere lidstaat op basis van de criteria van bijlage III en relevante wetenschappelijke gegevens een nationale lijst op. De tweede fase houdt in dat op basis van deze door de lidstaten verstrekte gegevens, de Commissie vervolgens een lijst van gebieden van communautair belang vaststelt. Het is vanaf dat een gebied op deze lijst is geplaatst, dat het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn geldt. De derde fase houdt in dat alle in deze lijst opgenomen gebieden door de lidstaten zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen de zes jaar na opname van het gebied op deze lijst, dit is ten laatste op 10 juni 2004, als speciale habitatbeschermingszone moeten worden aangewezen. Er is echter belangrijke vertraging opgelopen ten opzichte van de door de richtlijn vooropgestelde data. Net zoals bij de Vogelrichtlijn mogen bij de afbakening van speciale habitatbeschermingszones geen andere overwegingen spelen dan zuiver wetenschappelijke. Recent werd dit nog bevestigd door het Hof van Justitie naar aanleiding van een prejudiciële vraag (HvJ 7 november 2000, nr. C- 371/98, First Corporate Shipping). Augustus

10 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE Instandhoudingsverplichtingen De lidstaten dienen de speciale beschermingszones te onderwerpen aan een geheel van passende voorschriften voor het behoud ervan. Over welke maatregelen een lidstaat moet nemen, zeggen de richtlijnen weinig concreets. Wel geven zij een resultaat aan, met name dat de soorten waarvoor zij zijn aangewezen, moeten kunnen voortbestaan en de kwaliteit van de natuurlijke habitats niet mag verslechteren. Ten aanzien van de speciale vogelbeschermingszones heeft het Hof van Justitie in de zaak Poitou reeds verduidelijkt dat de lidstaten de gebieden een juridische beschermingsstatus moeten geven, en dat vrijwillige maatregelen niet volstaan (HvJ 25 november 1999, nr. C-96/98, Commissie t. Frankrijk). De uitdroging van wetlands, het bouwen van constructies voor de viskweek en de uitvoering van oeverwerken, met een reductie van de overwinterende trekvogels tot gevolg, werden aanvaard als bewijs dat Frankrijk zijn actieve instandhoudingsverplichtingen niet was nagekomen. De administratieve overheid moet instandhoudingsmaatregelen nemen die beantwoorden aan de vereisten van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, ongeacht de ruimtelijke bestemming van het gebied. Met instandhoudingsmaatregelen worden volgens de Europese Commissie actieve en positieve maatregelen bedoeld Habitattoets De beschermingsvoorschriften van de Habitatrichtlijn houden onder meer in dat plannen of projecten die nadelige gevolgen hebben voor speciale beschermingszones aan een specifieke beoordeling worden onderworpen en slechts onder bepaalde cumulatieve voorwaarden mogen worden toegelaten (art. 6, leden 3 en 4 d.i. de habitattoets ), met name: 1) er moet een zogenaamde passende beoordeling worden gemaakt; 2) de bevolking moet de kans op inspraak krijgen; 3) en indien de passende beoordeling stelt dat het plan of project betekenisvolle effecten zal hebben in het gebied, geldt bovendien het volgende: a) er mogen geen minder belastende alternatieve oplossingen bestaan; b) er moeten dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, voorhanden zijn, waarbij in sommige gevallen ook nog het (niet-bindend) advies van de Commissie moet worden ingewonnen; 10 Augustus 2005

11 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid c) er moeten compenserende maatregelen worden getroffen om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. In het licht van de arresten inzake de Marismas de Santoña en de Lappel Bank moet worden aangenomen dat onder meer deze beschermingsvoorschriften directe werking hebben. Zij gelden ook al heeft een lidstaat een gebied dat daarvoor in aanmerking kwam, niet aangewezen, en ook al heeft een lidstaat deze beschermingsvoorschriften niet in intern recht omgezet. Het Hof van Justitie heeft zich echter in de zaak van de Basses Corbières in Frankrijk verzet dat een lidstaat van het afwijkingsregime zou gebruik maken, wanneer deze lidstaat het gebied in kwestie niet heeft aangewezen als speciale vogelbeschermingszone (HvJ 7 december 2000, nr. C-374/98, Commissie t. Frankrijk). Het Hof argumenteert dat een lidstaat geen voordeel mag halen uit de niet-nakoming van zijn communautaire verplichtingen. Een vergelijkbaar antwoord kan ons inziens geformuleerd worden voor lidstaten die het beschermingsregime zelf niet in hun interne wetgeving hebben omgezet. Van de mogelijkheid tot declassering van een (deel van een) speciale habitatbeschermingszone, die bij de speciale habitatbeschermingszones in tegenstelling tot bij de speciale vogelbeschermingszones expliciet is voorzien, mag overeenkomstig de Habitatrichtlijn alleen maar worden gebruik gemaakt wanneer de natuurlijke ontwikkeling dat rechtvaardigt ; uitsluitend wetenschappelijke criteria mogen spelen, zodat deze mogelijkheid niet als een ontsnappingsclausule voor de lidstaten kan fungeren. Ten aanzien van de speciale vogelbeschermingszones kan in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie in de zaak Poitou hetzelfde worden aangenomen (HvJ 25 november 1999, nr. C-96/98, Commissie t. Frankrijk). Een declassering omwille van andere redenen dan omwille van de natuurlijke ontwikkeling, moet worden aangezien als een nadelig plan dat valt onder de passende beoordeling, enz. van de Habitatrichtlijn. Anders is het wanneer alleen maar een vroegere vergissing bij de afbakening wordt rechtgezet. 4 Evaluatie 4.1. Evaluatie van de omzetting van de verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn Augustus

12 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Overzicht van Vlaamse wetgeving waarmee de verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn formeel werden omgezet. Verplichtingen uit de Vlaamse Wetgeving Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn Aanwijzing van speciale Art. 36bis Natuurdecreet beschermingszones Besluit van de Vlaamse Regering van 17/10/1988 Besluit van de Vlaamse Regering van 24/05/2002 Instandhoudingsverplichtingen Negatieve impact tegengaan Art. 36ter, 1 en 2 Natuurdecreet Art. 7 Maatregelenbesluit Art. 36 ter, 3 t.e.m. 7 Natuurdecreet Aanwijzing van speciale beschermingszones Speciale vogelbeschermingszones In het Vlaamse Gewest werden door het Besluit van de Vlaamse Regering van 17 oktober speciale vogelbeschermingszones aangewezen (B.Vl.Reg. van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin van art. 4 van de Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, BS 29 oktober 1988, zoals gewijzigd). Het gaat om ha. Daarmee bevindt Vlaanderen zich in de Europese middenmoot (7,2 % van het grondgebied voor Vlaanderen in vergelijking met 7,7 % als EU-gemiddelde (Vlaamse Regering, 2004)). De speciale vogelbeschermingszones kunnen onderverdeeld worden in 7 zones die over hun gehele oppervlakte beschermd zijn (het zijn gebieden die voorheen ook reeds grotendeels een beschermd statuut genoten als natuurreservaat) en 16 zones, waarin naast de vermelde habitats (bv. heiden en vennen, moerassen), ook de natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, bosgebieden en bosgebieden met ecologisch belang volgens de gewestplannen, beschermd zijn. De 23 kaarten van de speciale vogelbeschermingszones werden niet gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, maar wel ter inzage gelegd op het gemeentehuis van de betrokken gemeenten. Op het vlak van de aanwijzing heeft het Hof van Justitie de niet-publicatie van de kaarten van de speciale vogelbeschermingszones in het Belgisch Staatsblad als een onvoldoende omzetting beschouwd, omdat het voor het Hof niet vaststaat dat de afbakening op die manier dwingende kracht heeft voor de burger (HvJ 27 februari 2003, nr. C-415/01, Commissie t. België). De aanpassing van het Natuurdecreet in 2002 had als belangrijkste bedoeling het luik inzake speciale beschermingszones uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn om te zetten. Door dit wijzigingsdecreet (Decreet van 19 juli 2002, BS 31 augustus 2002 tot wijziging van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, BS 10 januari 1998) wordt de aanwijzing van de speciale vogelbeschermingszones in artikel 36bis van het Natuurdecreet geregeld. De 7 integraal aangewezen speciale vogelbeschermingszones worden als definitief aangewezen beschouwd. Bij de 16 niet-integraal aangewezen speciale 12 Augustus 2005

13 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid vogelbeschermingszones is dit alleen het geval voor de aangeduide habitats en bestemmingsgebieden (en dus niet voor de hele perimeter van de zones). Wel wordt het gehele gebied binnen de perimeter van deze speciale vogelbeschermingszones onderworpen aan de habitattoets. Speciale habitatbeschermingszones In Vlaanderen werden de speciale habitatbeschermingszones vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2002 (B.Vl.Reg. van 24 mei 2002 tot vaststelling van de gebieden die in uitvoering van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora aan de Europese Commissie zijn voorgesteld als speciale beschermingszones, BS 17 augustus 2002). Aangezien al deze gebieden bij Beschikking van de Europese Commissie van 7 december 2004 werden goedgekeurd en op de lijst van communautaire gebieden geplaatst, dient de Vlaamse Regering deze gebieden volgens het Natuurdecreet binnen de 3 maanden aan te wijzen als speciale habitatbeschermingszones. Dit is tot dusver nog niet gebeurd. Het gaat om ha (7,5 % van Vlaanderen), zij het dat 35 % van de aangeduide gebieden overlappen met de speciale vogelbeschermingszones. Het gemiddelde van de 15 EU-landen bedraagt evenwel 13,8 % (Vlaamse Regering, 2004). De kaarten van de als speciale habitatbeschermingszones voorgestelde gebieden werden samen met het vaststellingsbesluit van 24 mei 2002 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Sinds het wijzigingsdecreet van 2002 is de aanwijzing van nieuwe speciale habitatbeschermingszones in artikel 36bis van het Natuurdecreet geregeld. De reeds aangeduide zones van het Besluit van 24 mei 2002 worden volgens het wijzigingsdecreet beschouwd als definitief vastgesteld. Het is echter pas nadat deze gebieden ook zijn aangewezen als speciale habitatbeschermingszones dat alle voor de speciale beschermingszones geldende bepalingen op deze gebieden van toepassing zullen zijn Instandhoudingsverplichtingen Volgende specifieke maatregelen werden genomen: De instandhoudingsverplichtingen van de Habitatrichtlijn werden letterlijk overgenomen in het Natuurdecreet (artikel 36ter, 1 en 2), maar behalve in het Maatregelenbesluit (B.Vl.Reg. van 21 november 2003 houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht natuurbeleid, BS 27 januari 2004), werd hier nog geen concrete uitvoering aan gegeven. Volgens dit Besluit moet elke administratieve overheid de instandhouding realiseren van de habitats van bijlage I van het Natuurdecreet en de historisch permanente graslanden, vennen en heiden, moerassen en waterrijke gebieden, duinvegetaties en struwelen en kleine landschapselementen, die voorkomen op gronden waarover zij enig recht van beheer uitoefenen. Dit houdt een resultaatsverplichting in. Het Maatregelenbesluit omvat één nieuwe specifieke verbodsbepaling voor de aangewezen speciale habitatbeschermingszones. Het is verboden om overstorten aan te leggen in de speciale Augustus

14 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 beschermingszones aangeduid voor een vissoort uit bijlage II van het Natuurdecreet. Waarom deze ene, en geen andere verbodsbepalingen werden opgelegd, is niet duidelijk. Volgens het Natuurdecreet moet voor de speciale beschermingszones een natuurrichtplan (zie infra) worden opgesteld. In het Natuurdecreet ontbreekt in art. 36ter, 1 en 2 de vermelding van de geregeld voorkomende trekvogelsoorten waarvoor ook de nodige instandhoudingsmaatregelen moeten worden genomen. Overheden kunnen aan de instandhoudingsverplichtingen ontsnappen door de betrokken onroerende goederen (waarop zich de waardevolle soorten of habitats bevinden) te verkopen. Naar analogie met het Bosdecreet had kunnen voorzien worden in de vereiste van een machtiging van de Vlaamse Regering voor het vervreemden van onroerende goederen in speciale beschermingszones Habitattoets De omzetting van de habitattoets is geregeld in artikel 36ter, 3 tot en met 7 van het Natuurdecreet. Deze habitattoets omvat een passende beoordeling en de voorwaarden waaronder een plan of programma toch kan worden toegestaan wanneer het een betekenisvolle aantasting van een speciale beschermingszone kan veroorzaken. Deze regeling is van toepassing op integrale en niet-integrale aangewezen speciale vogelbeschermingszones en definitief vastgestelde speciale habitatbeschermingszones. Een eerste element in het afwijkingsregime vormt de passende beoordeling : een vergunningsplichtige activiteit die, of een plan of programma dat, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. Wat een passende beoordeling juist omvat, wordt niet gedefinieerd, doch het ligt voor de hand dat het een rapport door terzake deskundige personen betreft (Vos et al., 2002). De passende beoordeling wordt in voorkomend geval geïntegreerd in het milieueffectrapport (voor projecten of plannen en programma s). Niet louter activiteiten, plannen en programma s binnen een speciale beschermingszone, maar ook deze daarbuiten die betekenisvolle effecten kunnen hebben binnen een dergelijk gebied, vallen onder de passende beoordeling (Parl.St. Vl.Parl , nr. 967/1, 36). Het is daarbij moeilijk een algemeen geldende afstand te bepalen tot deze gebieden binnen dewelke de passende beoordeling zou moeten gebeuren. De invloed en dus deze afstand hangt te sterk af van het soort projecten dat wordt voorzien (cf. een grondwaterwinning, een windmolenpark, een kleine opslagplaats van afvalstoffen, enz.). 14 Augustus 2005

15 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid In het geval dat de passende beoordeling uitwijst dat het plan of programma of de uitvoering van de activiteit geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken, dan mag de overheid die over een vergunningsaanvraag, een plan of programma moet beslissen, de vergunning toestaan of het plan of programma goedkeuren. De bevoegde overheid moet er steeds zorg voor dragen dat door het opleggen van voorwaarden er geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan ontstaan. In het geval dat de passende beoordeling uitwijst dat het plan of programma of de uitvoering van de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken speciale beschermingszone kan veroorzaken, geldt een nee, tenzij. De overheid die over een vergunningsaanvraag, een plan of programma moet beslissen, mag in dat geval in beginsel de vergunning niet toestaan of het plan of programma niet goedkeuren. Doch in afwijking daarvan kan een vergunningsplichtige activiteit die of een plan of programma dat afzonderlijk of in combinatie met één of meer bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, toch nog toegestaan of goedgekeurd worden onder de volgende cumulatieve voorwaarden: 1) nadat is gebleken dat er voor de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone geen minder schadelijke alternatieve oplossingen zijn. Uit de parlementaire voorbereiding (Parl.St. Vl.Parl , nr. 967/1, 34 en 38) blijkt dat het onderzoek van alternatieve oplossingen dus een noodzakelijke eerste stap vormt, dat daarbij ecologische evaluatiecriteria moeten worden gehanteerd, en dat economische evaluatiecriteria (waarbij wellicht bedoeld wordt het prijskaartje van de alternatieve oplossingen) geen voorrang mogen hebben; 2) omwille van dwingende redenen van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard. Wanneer de betrokken speciale beschermingszone of een deelgebied ervan, een gebied met een prioritair type natuurlijke habitat of een prioritaire soort is, komen alleen argumenten die verband houden met de menselijke gezondheid, de openbare veiligheid of met voor het milieu wezenlijk gunstige effecten dan wel, na advies van de Europese Commissie, andere dwingende redenen van groot openbaar belang, in aanmerking. Het is (blijkbaar niet de overheid die de toelating of goedkeuring verleent doch) de Vlaamse regering die oordeelt over het bestaan van een dwingende reden van groot openbaar belang met inbegrip van redenen van sociale of economische aard. Volgens de parlementaire voorbereiding (Parl.St. Vl.Parl , nr. 967/1, 38) gaat het om situaties waarin de voorgenomen plannen of projecten aantoonbaar onontbeerlijk zijn in het raam van maatregelen of beleidsopties gericht op de bescherming van voor het leven van de Augustus

16 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 burger fundamentele waarden (gezondheid, veiligheid, milieu), van fundamentele beleidsmaatregelen voor de staat en de samenleving en van de uitvoering van economische of maatschappelijke activiteiten waardoor specifieke openbare dienstverplichtingen worden nagekomen. Dit lijkt alleszins economische belangen op korte termijn uit te sluiten. De additionele bescherming voor gebieden met een prioritair type natuurlijke habitat of een prioritaire soort is beperkt tot het feit dat een (niet-bindend) advies van de Commissie tussenkomt. In de gevallen dat geen advies van de Commissie vereist is, geldt wel een verplichting tot een voorafgaande kennisgeving aan de Commissie. 3) nadat de nodige compenserende maatregelen genomen zijn en de nodige actieve instandhoudingsmaatregelen genomen zijn of worden die waarborgen dat de algehele samenhang van de speciale beschermingszone en -zones bewaard blijft. De compenserende maatregelen moeten van die aard zijn dat een evenwaardige habitat of het natuurlijk milieu ervan, van minstens een gelijkaardige oppervlakte in principe actief is ontwikkeld. Volgens de parlementaire voorbereiding (Parl.St. Vl.Parl , nr. 967/1, 31 en 33) kunnen maatregelen om de biologische waarde van een reeds aangewezen speciale beschermingszone zo te verhogen dat de draagkracht van het gebied toeneemt in dezelfde mate als in het door het plan of project beïnvloede gebied zal verloren gaan, als aanvaardbare compenserende maatregelen beschouwd worden. In het licht van het arrest over het Deurganckdok van de Raad van State (RvSt Apers en co, nr , 30 juli 2002) is dit evenwel nog niet zo evident. De Raad van State oordeelt dat er van geen volwaardige compensatie sprake kan zijn als de compensatie een gebied betreft dat werd voorgesteld als gebied van communautair belang, en dat dus reeds moet instandgehouden worden op grond van de Habitatrichtlijn (Van Hoorick, 2003). Alhoewel de habitattoets behoorlijk is omgezet, zijn er nog enkele knelpunten: Bij de habitattoets in het Natuurdecreet wordt er gewerkt met de notie 'plan of programma' (in plaats van plan alleen) en de notie 'vergunningsplichtige activiteit' (in plaats van project zoals in de Habitatrichtlijn). De begrippen 'plan of programma' en vergunningsplichtige activiteit' worden in het Natuurdecreet gedefinieerd (art. 2, 40 resp. 46 Natuurdecreet). Aangezien bij plan of programma naar eerder grootschalige dingen wordt gerefereerd, ontstaat een hiaat in de regeling. Zaken zoals beheerplannen moeten volgens de Habitatrichtlijn wellicht als een project, zoniet als een plan worden aangezien, wat in de habitattoets van het Natuurdecreet niet steeds het geval lijkt. De decreetgever gaat ervan uit dat beheerplannen altijd aan de instandhoudingsdoelstellingen moeten (en zullen) beantwoorden, wat wellicht niet altijd het geval zal zijn in de praktijk. Ingevolge de overgangsbepalingen blijven oude bosbeheerplannen voor private bossen gewoon van kracht, wat problematisch kan zijn om de instandhoudingsdoelstellingen te halen. 16 Augustus 2005

17 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid Tevens is het een belangrijk gebrek in de implementatie van de habitattoets dat niet via een catch-all -bepaling alle voor de speciale beschermingszones nadelige ingrepen in de Vlaamse wetgeving vergunningsplichtig zijn gemaakt. Ook de verhouding en de afstemming tussen de habitattoets, de MER en de watertoets, kan inhoudelijke problemen geven Evaluatie van de instrumenten In dit hoofdstuk worden verschillende instrumenten geëvalueerd die worden ingezet voor de verwezenlijking van de gebiedsgerichte verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Per instrument wordt de wettelijke basis gegeven, het doel van het instrument, hoe dit wordt geoperationaliseerd en de evaluatie ervan. Vooraleer over te gaan tot de evaluatie van de verschillende instrumenten wordt een algemene evaluatie gegeven van het juridisch instrumentarium Algemene evaluatie van het juridisch instrumentarium Een degelijke wetgeving vormt een belangrijke basis voor een goed natuurbeleid. De huidige groene wetgeving (natuur, landschap, bos, flora en fauna) vertoont een aantal knelpunten: Er is een gebrek aan eenvormigheid, een gebrek aan integratie en onvoldoende afstemming. Eenzelfde gebied of activiteit wordt telkens benaderd vanuit één beperkt aspect (natuurwetenschappelijk, bosbouwkundig, cultuurhistorisch), met onder meer dubbele vergunningsplichten tot gevolg. Er zijn vaak opeenvolgende en elkaar overlappende beschermingsstatuten. Een groot deel van de wetgeving is van slechte juridische kwaliteit. Hoofdzaken en bijzaken worden onvoldoende als zodanig aangezien en door opeenvolgende recente wijzigingen gaat de logische opbouw van sommige wetgeving, voor zover die al aanwezig was, volledig verloren. Het is voor de rechtsonderhorige dan ook niet eenvoudig te kunnen achterhalen hoe al deze wetgevingen samen inwerken op een onroerend goed. Ook zijn sommige regelingen nodeloos ingewikkeld. Dit heeft ook zijn repercussies op de uitvoering, en vooral op de handhaving. Het primaat van de ruimtelijke ordening als centraal uitgangspunt in het Natuurdecreet vormt een probleem. De meeste juridische instrumenten van het natuurbeleid beperken zich tot groene of geelgroene bestemmingen. Een bijkomend probleem is dat men in een spreekwoordelijke flessenhals terechtkomt, met enorme vertragingen in verschillende beleidsprocessen (zoals afbakening van gebieden) tot gevolg. Ook wordt een flexibel natuurbeleid daardoor onmogelijk gemaakt (aangezien men wellicht nog een hele tijd zal gebonden zijn aan de gewestplanbestemmingen van meer dan 25 jaar oud). Dit alles maakt dat de juridische instrumenten te weinig bijdragen tot het natuurbeleid. Door het beleid wordt de noodzaak tot vereenvoudiging en optimalisering van het juridisch instrumentarium erkend. In 2000 werd een overheidsopdracht verleend voor het opstellen van een geïntegreerd decreet Augustus

18 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 milieubeheersrecht, wat geleid heeft tot het Voorontwerp van Vlaams Natuurwetboek (Van Hoorick et al., 2005c). Dit voorontwerp wil een antwoord bieden op de vraag naar een effectievere, geïntegreerde groene wetgeving, waarin ook het instrumentarium wordt uitgebreid en geoptimaliseerd (zie ook Van Hoorick, 2005b). Het voorontwerp tracht een oplossing te bieden voor verschillende knelpunten bij de diverse instrumenten. Een aantal van de oplossingen uit het voorontwerp wordt ook opgenomen in de conclusies en aanbevelingen van deze bijdrage. Het is wenselijk dat er een maatschappelijk debat op gang komt inzake de integratie en vereenvoudiging van de natuurwetgeving. Momenteel zijn er nog geen concrete stappen gezet om een dergelijk maatschappelijk debat op gang te brengen. Nochtans worden ook in het Milieubeleidsplan (MINAplan 3) en in de Beleidsnota Leefmilieu en Natuur van Minister Peeters vereenvoudiging van de regelgeving inzake natuur en bos als doelstelling geformuleerd (Vlaamse Regering, 2004) Beleidsplannen Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Wettelijke basis Decreet van 17 december 1997 houdende bekrachtiging van de bindende bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, BS 21 maart 1998; Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, BS 8 juni 1999; Decreet van 19 maart 2004 houdende bekrachtiging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003 tot definitieve vaststelling van een herziening van het RSV, wat de wijzigingen aan de bindende bepalingen betreft, BS 21 april Doel Structuurplanning heeft als doel een kader aan te geven voor de gewenste ruimtelijke structuur van een specifiek gebied en een langetermijnvisie te schetsen op de ruimtelijke ontwikkeling ervan. Er worden in Vlaanderen ruimtelijke structuurplannen opgemaakt op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is een wetenschappelijk onderbouwde visie over hoe men in Vlaanderen met de schaarse ruimte wil omgaan om een zo groot mogelijke ruimtelijke kwaliteit te krijgen (zie www. ruimtelijkeordening.be). Het is sinds 1997 van kracht en loopt tot Hoe wordt het geoperationaliseerd? Elk structuurplan bevat bindende, richtinggevende en informatieve bepalingen. De twee eerstgenoemde gelden enkel t.a.v. de overheid. Volgens de bindende bepalingen van het RSV moet het Vlaams Gewest tegen 2007 in de gewestplannen of in gewestelijke ruimtelijke 18 Augustus 2005

19 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid uitvoeringsplannen in overdruk (d.i. bovenop de grondkleur van de ruimtelijke bestemmingen) tot ha als grote eenheden natuur (GEN) en tot ha als grote eenheden natuur in ontwikkeling (GENO) afbakenen. De gezamenlijke oppervlakte van GEN en GENO bedraagt ha. Ten aanzien van de oppervlakte met bestemming natuur- en reservaatgebied op de gewestplannen ( ha), betekent dit een toename van ha tot een totaal van ha. De provinciale en gemeentelijke structuurplannen zijn gebonden door de bindende bepalingen van het RSV. Evaluatie In de bindende bepalingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werden voor de verschillende structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) oppervlakte- en tijdsdoelstellingen vastgelegd in de zogenaamde ruimteboekhouding. De term speciale beschermingszone komt op zich niet voor in de bindende bepalingen van dit document, zodat een specifieke planevaluatie voor speciale beschermingszones niet mogelijk is. Voor een planevaluatie moeten we terugvallen op doelstellingen die vallen onder het algemeen natuurbeleid. Het RSV geeft concrete doelstellingen weer ( ha bijkomend natuur- en reservaatsgebied en ha bijkomend bosgebied). Zeven jaar na de vaststelling van het RSV is er ca. 1/4 van de taakstellende oppervlakte gerealiseerd voor natuur-, reservaat- en bosgebied samen, waardoor er nog drie jaar rest om de resterende 3/4 af te bakenen (De Beck et al., 2005). De distance to target is hier dus nog aanzienlijk. Bovendien is er een gebrek aan coherentie tussen de oppervlaktedoelstellingen uit het Natuurdecreet en het RSV. Uit beide documenten blijkt dat de Vlaamse Overheid ha Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en ha natuurverwevingsgebieden wil afbakenen, maar er is deels sprake van een andere terminologie ( natuurlijke structuur in het RSV) en bovendien verschilt de timing voor de afbakening van deze natuurlijke structuur in beide documenten. Het Natuurdecreet en het RSV hanteren respectievelijk 2002 en 2007 als planhorizon (Bogaert, 2004; Van Hoorick, 2001) Milieubeleidsplan en milieujaarprogramma In het MINA-plan 3 is de aandacht voor speciale beschermingszones versnipperd. Nergens wordt specifiek ingegaan op een duidelijke planning voor het bereiken van de instandhoudingsdoelstellingen uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Wel wordt gesteld dat de bijdrage aan de realisatie van het Natura 2000-Netwerk een prioritair aandachtspunt is. Voorts wordt beklemtoond dat de uitbouw van het Natura 2000 netwerk en de afbakeningsprocessen op het Vlaams niveau van groot belang zijn (MINAplan 3, 2003) en dat de Gewenste Natuur- en Bosstructuur (GNBS, een intern werkdocument) is afgestemd op de afgebakende speciale beschermingszones. Het verder realiseren van de natuurlijke structuur blijft een centraal aandachtspunt. Met natuurrichtplannen als kader zal de Augustus

20 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Vlaamse overheid hiervoor instrumenten inzetten zoals verwerving, beheerplanning en -uitvoering, natuurinrichting, landinrichting en beheerovereenkomsten. Het beleidsplan wil als plandoelstelling de milieukwaliteit afstemmen op de ecologische vereiste van de kwetsbare soorten en habitats in onder meer de speciale beschermingszones, maar een indicator terzake wordt nog ontwikkeld. De realisatie van deze plandoelstelling verloopt niet altijd even vlot. Zo gelden voor de speciale habitatbeschermingszones die in landbouwgebied liggen (gele en geelgroene zones), bij gebrek aan politiek akkoord nog steeds de algemene bemestingsnormen. Daardoor zijn de bemestingsniveaus te hoog om de soorten en habitats van historisch permanente graslanden in stand te houden (Cliquet & Lambrecht, 2005). Naast de duidelijk te evalueren en voor speciale beschermingszones relevante plandoelstellingen in het kader van de verwerving, natuurinrichting en beheerovereenkomsten voor natuurgerichte maatregelen (infra), zijn er in het MINA-plan 3 geen specifieke, concrete of duidelijk te evalueren doelstellingen m.b.t. speciale beschermingszones te vinden. In het Milieujaarprogramma 2005 lezen we dat de communicatiecampagnes en vormingssessies die worden opgezet door de Vlaamse overheid vooral gefocust zijn op de belangrijke aspecten rond afbakening van VEN, speciale beschermingszones en het opstellen van natuurrichtplannen. Ook de monitoringsprogramma's zijn toegespitst op de vereisten voor internationale rapporteringen, meer in bijzonder de speciale beschermingszones en de soorten van internationaal belang (Milieujaarprogramma, 2005). Ook in dit beleidsdocument vinden we geen doelstellingen rond speciale beschermingszones die voldoende concreet of duidelijk zijn om te kunnen evalueren in het kader van dit onderzoek Verwervingsinstrumenten Aankoop Wettelijke basis Art. 44 Natuurdecreet; B.Vl.Reg. van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies, BS 12 september 2003 (Reservatenbesluit). Art. 5 t.e.m. 9 regelt gedetailleerd de subsidiëring van de aankoop van gebieden door terreinbeherende natuurverenigingen. Doel De overheid kan met het oog op het behoud van natuurwaarden gebruik maken van de (ver)koop en (ver)huur van gronden. Het Natuurdecreet bevat daarnaast ook specifieke bepalingen over de onteigening, de ruil, het recht 20 Augustus 2005

21 Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Gebiedsgericht natuurbeleid van voorkoop en de vervreemding. Indien natuur de hoofdfunctie uitmaakt van deze verworven natuurgebieden, spreken we van reservaten. De gebieden die door het Gewest zelf worden beheerd, kunnen aangewezen worden als Vlaamse natuurreservaten en aangewezen bosreservaten, terwijl diegene die worden beheerd door terreinbeherende verenigingen (of eventueel lokale besturen of particulieren) het statuut kunnen krijgen van erkende natuurreservaten en erkende bosreservaten, en hierdoor aanspraak kunnen maken op betoelaging. Het Vlaamse Gewest kan met het oog op de oprichting van erkende reservaten, de aankoop van gebieden door erkende terreinbeherende natuurverenigingen subsidiëren. Er zijn drie terreinbeherende natuurverenigingen erkend, met name Natuurpunt vzw (de fusie van Natuurreservaten vzw en De Wielewaal vzw), de Stichting Limburgs Landschap vzw en de vzw Durme. Hoe wordt het geoperationaliseerd? De eenmalige investeringssubsidie voor de aankoop van gebieden gebeurt d.m.v. een jaarlijks dossier, ingediend door de terreinbeherende natuurvereniging, dat door de AMINAL Afdeling Natuur wordt onderzocht en waarover wordt beslist door de minister bevoegd voor het natuurbehoud. In beginsel moet voor het gebied binnen de twee jaar de erkenning als natuurreservaat aangevraagd worden. De bovengrens van het voor subsidie in aanmerking komende bedrag is euro per hectare. De subsidie is gedifferentieerd volgens schijven in functie van het aankoopbedrag en volgens de ligging in bepaalde ruimtelijke bestemmingen of beschermde gebieden. Ze bedraagt 40 % (voor de hoogste schijf in agrarisch gebied) tot 90 % (voor de laagste schijf in het VEN, enz.) van het aankoopbedrag inclusief de kosten voor registratie, notariële erelonen, zegelrecht en eventuele uittredingsvergoeding (voor de pachter). De subsidiëring van de aankoop van de gronden gelegen in agrarische gebieden buiten het VEN is alleen maar mogelijk voor gebieden die voldoen aan bepaalde criteria. De subsidiëring is substantieel lager dan voor gebieden gelegen in VEN en groengebieden en bosgebieden. Voor aankopen buiten het VEN, maar in groengebieden bedraagt de vergoeding: - 90% voor de schijf van euro/ha (70% voor cultuurgronden), - 70% voor de schijf van euro/ha (80% voor speciale beschermingszones), en - 50% voor de schijf van euro/ha. De beperkende voorwaarden voor erkenning van natuurreservaten in de gebieden met een groen-gele en gele ruimtelijke bestemmingen gelden niet als deze liggen in een speciale beschermingszone (art. 36, 2 en 3 Natuurdecreet). Evaluatie Augustus

22 Gebiedsgericht natuurbeleid Onderzoeksrapport MIRA-BE 2005 Het belang van verwerving voor de instandhouding van speciale beschermingszones is aangetoond in NARA Terreinverwerving is onder meer belangrijk voor het instandhouden van heel wat kwetsbare soorten en habitats uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn, omdat daar een gericht beheer de verstoringen van buitenaf moet compenseren (Decleer et al., 2005). Voorts blijkt dat reservaten een positief effect hebben op de biologische diversiteit in het algemeen, maar dat ze daarenboven van wezenlijk belang zijn voor het grote aantal zeer kritische soorten en habitats (o.a. de meeste soorten en habitats uit de bijlagen bij de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn) die een gericht beheer vereisen (zie Decleer et al., 2005). Momenteel ligt 47 % (5 461 ha) van de oppervlakte van reservaten in speciale beschermingszones (waarvan 32% of ha louter in speciale habitatbeschermingszones en 6% of 685 ha louter in speciale vogelbeschermingszones (mond. med. V. Goethals, Instituut voor Natuurbehoud). Er zijn geen concrete doelstellingen inzake de verwerving van speciale beschermingszones geformuleerd, zodat we voor een evaluatie moeten terugvallen op de doelstellingen van het algemeen verwervingsbeleid. In het MINA-plan 3 worden inzake verwerving concrete en duidelijk te evalueren beleidsdoelen geformuleerd: tegen 2008 wil de Vlaamse overheid ha natuur- en bosgebieden verwerven, met als taakdoelstelling ha per jaar. De uiteindelijke bedoeling is om ha met een effectief natuurbeheer (d.i. Vlaams of erkend natuur- of bosreservaat, natuurgebieden met een goedgekeurd beheerplan) tegen het einde van de planperiode (d.i. eind 2007) te realiseren. Het aankoopbeleid is volgens het beleidsplan gebaseerd op een planmatige aanpak met prioriteit voor gebieden met speciaal beschermingsstatuut, met bedreigde natuurwaarden of gebieden die deel uitmaken van de speciale beschermingszones en van het VEN (MINA-plan 3, 2003). De doelstelling om jaarlijks ha natuuren bosgebied aan te kopen, werd niet gehaald. Redenen hiervoor zijn opgelijst in NARA 2005 (Decleer et al., 2005). Volgens het NARA 2005 zal nog een grote inspanning nodig zijn om de MINA-plan 3 doelstelling van ha onder effectief natuurbeheer te halen (zie de gegevens in het Milieujaarprogramma, 2005). Uit een verkennend onderzoek blijkt dat het ambitieniveau van deze oppervlaktedoelstelling (3,7 % van Vlaanderen) vrij laag ligt wanneer we ze vergelijken met mondiale doelstellingen en met de situatie in andere dichtbevolkte regio s in West-Europa (Decleer et al., 2005). In Nederland, het land dat in dit verband het meest met het Vlaamse Gewest te vergelijken valt, is bijna 10 % van het grondgebied natuurreservaat (Van Hoorick, 2005a). Grondiger onderzoek ontbreekt op dit moment: het zou zinvol zijn om hieromtrent een diepgaand vergelijkend onderzoek uit te voeren. Om de doelstelling tijdig te bereiken, zou in de periode 2004 tot en met 2007 een jaarlijkse aangroei van ongeveer ha noodzakelijk zijn. Daarvoor zijn de nodige financiële middelen vereist (Decleer et al., 2005; zie ook: Decleer & De Belder, 1999; Decleer & Vanroose, 2003). De Beleidsnota leefmilieu en natuur lijkt echter aan te geven dat de overheid indien mogelijk 22 Augustus 2005

De impact van het Europees milieurecht in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor de vogel- en habitatrichtlijn

De impact van het Europees milieurecht in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor de vogel- en habitatrichtlijn De impact van het Europees milieurecht in Vlaanderen, met bijzondere aandacht voor de vogel- en habitatrichtlijn Prof. Dr. Geert Van Hoorick Docent Universiteit Gent Vakgroep Publiekrecht en Belastingrecht

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING Voordracht VRP 29/01/02 Prof. dr. G. Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent INHOUD 1. Overzicht van het

Nadere informatie

Art. 14. Art. 15. Art. 16.

Art. 14. Art. 15. Art. 16. N. 2000 2153 [C 2000/35885] 17 JULI 2000. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin

Nadere informatie

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid

Overzicht. Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek. Algemeen opzet. Algemeen opzet. Beginselen van natuur- en landschapsbeleid Toelichting bij het voorontwerp-natuurwetboek Overzicht Algemeen opzet van het wetboek Bestuurlijke organisatie en planning Beschermde delen van natuur en landschap Algemene en gebiedsgerichte bescherming

Nadere informatie

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) ~\".. \ Vlaa~se 'l~ \ Regenng Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147) DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW, Gelet op het Bosdecreet

Nadere informatie

Het Vlaams decreet van 19 juli 2002 inzake de tenuitvoerlegging van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen in het Vlaams milieurecht

Het Vlaams decreet van 19 juli 2002 inzake de tenuitvoerlegging van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen in het Vlaams milieurecht 1 Het Vlaams decreet van 19 juli 2002 inzake de tenuitvoerlegging van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen in het Vlaams milieurecht Prof. Dr. Geert Van Hoorick Docent vakgebieden bestuursrecht en

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 28.05.2009 BELGISCH STAATSBLAD 39071 VLAAMSE OVERHEID N. 2009 1874 [2009/202265] 3 APRIL 2009. Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanwijzing van speciale beschermingszones en

Nadere informatie

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR

NATURA 2000 in Vlaanderen. Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR NATURA 2000 in Vlaanderen Filiep CARDOEN Afdelingsverantwoordelijke NATUUR Overzicht - Algemene doelstelling - Stand van zaken afbakening SBZ - Doelstelling Natura 2000 -Implementatie: - Juridisch kader

Nadere informatie

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte

Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte Kaartenreeks 5: Beleid open ruimte GEWESTPLAN OPEN RUIMTE Kaart: Gewestplan open ruimte bestemming Vlaanderen 3,2 2,4 1,8 33,7 59 Andere bestemmingen Landbouw Cijfers: Gewestplan open ruimte bestemming

Nadere informatie

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen)

1000 Brussel. Erkenning van het natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne-Waver (Antwerpen) Erkenning van het privaat natuurreservaat E-417 Fort van Walem te Mechelen en Sint-Katelijne- Waver (Antwerpen) Briefadvies Erkenning natuurreservaat Fort van Wale em Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator

Nadere informatie

Vierde uitbreiding erkend natuurreservaat Zeverenbeek

Vierde uitbreiding erkend natuurreservaat Zeverenbeek Briefadvies Vierde uitbreiding erkend natuurreservaat Zeverenbeek Vierde uitbreiding van het erkend natuurreservaat E- 063 Zeverenbeek te Deinze (Oost-Vlaanderen) Datum van goedkeuring 24 januari 2013

Nadere informatie

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken?

Habitatrichtlijn. Wat wil ze bereiken? Habitatrichtlijn Habitatrichtlijn Wat wil ze bereiken? Specifiek: habitats en soorten van Europees belang in een gunstige staat van instandhouding behouden of herstellen Algemeen: bijdragen tot het waarborgen

Nadere informatie

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014

Passende beoordeling Voortoets. Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 Passende beoordeling Voortoets Carl De Schepper De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014 1 1. Sinds of vanaf wanneer moet er een passende beoordeling gemaakt worden? 2. Is het resultaat

Nadere informatie

NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN

NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN NOTA VAN DE COMMISSIE OVER DE VASTSTELLING VAN INSTANDHOUDINGSDOELSTELLINGEN VOOR NATURA 2000-GEBIEDEN Het doel van deze nota is de lidstaten een leidraad te verschaffen voor de vaststelling van instandhoudingsdoelstellingen

Nadere informatie

VR DOC.0722/3

VR DOC.0722/3 VR 2017 1407 DOC.0722/3 Bijlage 1. Gegevens die moeten worden opgenomen in de verschillende delen van een natuurbeheerplan als vermeld in artikel 3, tweede lid Hieronder worden de gegevens vermeld die

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 14.11.2011 Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 68251 VLAAMSE OVERHEID N. 2011 2948 [C 2011/35922] 14 OKTOBER 2011. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING 1

NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING 1 NATUURBELEID EN RUIMTELIJKE ORDENING 1 Prof. dr. Geert Van Hoorick Docent in het vakgebied bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent Advocaat te Gent 1. Overzicht van het juridisch kader voor de ruimtelijke

Nadere informatie

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012 Briefadvies Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) Datum van goedkeuring Volgnummer Coördinator Co-auteur

Nadere informatie

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Hoofdlijnen Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Toestand plant-

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20; Ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot

Nadere informatie

Wat betekent de gedeeltelijke vernietiging van het PAS- Natuurdecreet?

Wat betekent de gedeeltelijke vernietiging van het PAS- Natuurdecreet? In een arrest van 28 april 2016 Wat betekent de gedeeltelijke vernietiging van het PAS- Natuurdecreet? vrijdag, 06 mei 2016 - Redactie Landbouwleven De lasten voor het natuurbehoudsbeleid mogen niet uitsluitend

Nadere informatie

PAS. dienst milieuvergunningen 1. Programmatische Aanpak Stikstof

PAS. dienst milieuvergunningen 1. Programmatische Aanpak Stikstof PAS dienst milieuvergunningen 1 Wat? Programmatische Aanpak Stikstof Deze programmatische aanpak beoogt het stelselmatig terugdringen van stikstofdeposities, voornamelijk via de lucht, zodat de habitattypes

Nadere informatie

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota BOS IN SINT-TRUIDEN Nota Ir. Koenraad Van Meerbeek 12/03/2012 1. Wat is bos? Wanneer we over bos spreken, is er een duidelijke definitie nodig van een bos. Iedereen moet immers over hetzelfde praten. Een

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

HET BOS IN HET EUROPEES RECHT: DE INVLOED VAN DE VOGELRICHTLIJN EN DE HABITATRICHTLIJN OP HET BOSBEHEER 1

HET BOS IN HET EUROPEES RECHT: DE INVLOED VAN DE VOGELRICHTLIJN EN DE HABITATRICHTLIJN OP HET BOSBEHEER 1 1 HET BOS IN HET EUROPEES RECHT: DE INVLOED VAN DE VOGELRICHTLIJN EN DE HABITATRICHTLIJN OP HET BOSBEHEER 1 Prof. Dr. Geert Van Hoorick Docent vakgebieden bestuursrecht en milieurecht Universiteit Gent

Nadere informatie

VR DOC.1571/2

VR DOC.1571/2 VR 2018 2112 DOC.1571/2 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de inrichtingsnota Kwetshage Meetkerkse Moeren DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen)

BRIEFADVIES. van 19 januari over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Duivenbos te Herzele (Oost-Vlaanderen) 12 09 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur

Nadere informatie

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012

BRIEFADVIES. van 19 januari 2012 BRIEFADVIES van 19 januari 2012 over de erkenningsaanvraag van het natuurreservaat Hof ten Berg te Galmaarden (Vlaams-Brabant) en Geraadsbergen (Oost-Vlaanderen) 12 11 Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité

Nadere informatie

Natuurdoelen realiseren in een versnipperd Vlaanderen

Natuurdoelen realiseren in een versnipperd Vlaanderen Natuurdoelen realiseren in een versnipperd Vlaanderen Colloquium duurzame ruimte 23/03/2018 Europees Natura 2000-netwerk WAT? Basis: Vogelrichtlijn (1979) en Habitatrichtlijn (1992) 26.000 Speciale Beschermingszones

Nadere informatie

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december 2008 ------------------------------ VR PV 2008/47 - punt 0027 Betreft : Regio Noorderkempen Afbakening van de gebieden van de natuurlijke

Nadere informatie

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H)

Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) Lidstaat: België - Vlaams gewest Datum: Informatie aan de Europese Commissie inzake plan/project in Natura 2000 vogelrichtlijngebieden (SBZ-V) en habitatrichtlijngebieden (SBZ-H) in navolging van artikel

Nadere informatie

De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen.

De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen. De wirwar van planologische natuurbeschermingsmaatregelen. Tim Struyve Dat onze wetgeving niet van de simpelste is weet iedereen. Hier doen we een eerste poging om alles wat als natuurgebied of groen op

Nadere informatie

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG

'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG ,3 Brussel, 16 juli 2002 'H &RPPLVVLH WUHHGW RS WHJHQ WLHQ OLGVWDWHQ GLH GH ULFKWOLMQHQ RYHU GH YRJHOVWDQG HQ KDELWDWV QLHW WHQ XLWYRHUKHEEHQJHOHJG 'H(XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW EHVORWHQ WRW )LQODQG HHQ WZHHGH

Nadere informatie

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België:

Overzicht. Bevoegdheden inzake milieu. Internationaal: België: Overzicht An Cliquet Vakgroep Internationaal publiekrecht, Universiteit Gent Brussel, 18 oktober 2011 Internationaal: Bevoegdheden inzake milieu Evolutie van internationaal milieurecht Internationale rechtsregels

Nadere informatie

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be

versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be versie 01/2019 Handleiding Omgevingsloket Vegetatiewijzigingen omgevingvlaanderen.be natuurenbos.be Omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen Vanaf 1 augustus 2018 is de natuurvergunning voor het wijzigen

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Europees beschermde natuur

Europees beschermde natuur Europees beschermde natuur Kwartelkoning Vlaanderen streeft naar 100 broedkoppels van deze soort, in 2007 waren er 6. Twee richtlijnen Vogelrichtlijn, 1979 Habitatrichtlijn, 1992 Afbakenen van gebieden

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

%,3û --, ÊtUÜ' lt UB- 2t12 5U6

%,3û --, ÊtUÜ' lt UB- 2t12 5U6 PROV. GOU\/F: qi' L--MENI OOíiì i'-vlf\/,\1,;l \F RËI\ Agentschap voor Natuur en Bos Aan Provi ncie Oost-Vlaanderen T.a.v. Alain Van Ghyseghem provlnciaal domein Het Leen Gentsesteenweg 80 9900 Eeklo IN

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN

AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN AGROFORESTRY - JURIDISCHE ASPECTEN Studiedag Beveren-Waas: agroforestry 2 SEPT 2014 Regelgeving LV inzake agroforestry Regelgeving beleidsdomein Landbouw en Visserij: BVR Agroforestry: BVR van 30 juli

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 2885 VLAAMSE OVERHEID [C 2019/30191] 21 DECEMBER 2018. Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de inrichtingsnota Kwetshage Meetkerkse Moeren DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990

VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET. van mevrouw Vera Dua. houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990 Stuk 136 (1995-1996) Nr. 1 VLAAMSE RAAD ZITTING 1995-1996 26 OKTOBER 1995 VOORSTEL VAN DECREET van mevrouw Vera Dua houdende wijziging van het bosdecreet van 13 juni 1990 TOELICHTING DAMES EN HEREN, Het

Nadere informatie

Workshop watertoets 4

Workshop watertoets 4 Workshop watertoets 4 Juridische aangelegenheden VMM 1 Watertoets Doel : nagaan of wat men vergund wil zien een schadelijk effect op watersysteem kan hebben(1). Is dat zo, dan moet men maatregelen opleggen

Nadere informatie

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen

Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen. Wetgeving: procedure en gevolgen Aanduiding ankerplaatsen - erfgoedlandschappen Wetgeving: procedure en gevolgen Decretale basis Decreet van 16 april 1996 betreffende de landschapszorg, gewijzigd bij decreet van 10 maart 2006, Hoofdstuk

Nadere informatie

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN

ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN ADVIES OVER HET ONTWERP VAN DECREET HOUDENDE MAATREGELEN TOT BEHOUD VAN DE ERFGOEDLANDSCHAPPEN Brussel, 9 oktober 2002 100902_AdviesErfgoedlandschappen INLEIDING De Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Export WebsiteBulletin :17

Export WebsiteBulletin :17 Export WebsiteBulletin 20-01-2015 17:17 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 49 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 9 oktober 2014 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Kustpolders - Bescherming

Nadere informatie

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd

Vrij vertrouwd. Redelijk vertrouwd Deel 1 Algemene vragen 1. Hoe belangrijk is natuurbescherming voor u? Niet belangrijk Niet erg belangrijk Belangrijk Heel belangrijk Er is een duidelijke maatschappelijke vraag is naar natuurbescherming.

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 7.03.2008 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 0170/2006, ingediend door Pedro Pablo Herrero Ruiz (Spaanse nationaliteit), gesteund door

Nadere informatie

Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos

Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos Decreet tot wijziging van de regelgeving inzake natuur en bos Bespreking Commissie Leefmilieu 25/2/2014 1 Doel Geïntegreerd beheer van natuur gaat over een efficiëntere en effectievere inzet van middelen

Nadere informatie

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden Gezamenlijk advies Gezamenlijk advies Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden Voorontwerpen van besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststellingen van de instandhoudingsdoelstellingen

Nadere informatie

uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed

uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed Briefadvies uitvoeringsbesluiten onroerend erfgoed Adviesvraag over het ontwerp van besluit betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 Datum van goedkeuring 20 februari

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU Europese Unie LIFE. - Communautair Financieel instrument voor het Leefmilieu Programma LIFE Natuur 1999 1. Context. In het kader van de verordening

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 september 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 september 2007 * COMMISSIE / ITALIË ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 september 2007 * In zaak C-388/05, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 24 oktober 2005, Commissie

Nadere informatie

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol Bijlage II: Stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf De

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12;

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 7, 11 en 12; 1 december 1998 - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van

Nadere informatie

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012

AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN. Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 AGROFORESTRY - JURIDISCH ASPECTEN Infoavond Agroforestry 17 augustus 2012 Agroforestry in het juridisch landschap Agroforestry was in Vlaanderen al aanwezig voor 2011 Voorbeelden: populieraanplant met

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

Gezien het verslag opgemaakt door auditeur G. DE BLEECKERE;

Gezien het verslag opgemaakt door auditeur G. DE BLEECKERE; RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 187.115 van 16 oktober 2008 in de zaak A. 146.512/VII-37.100. In zake : Xavier MARTENS, die woonplaats kiest bij advocaat A. LUST, kantoor

Nadere informatie

Omschrijving beleidsruimte

Omschrijving beleidsruimte BIJLAGE 2. TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn

Nadere informatie

Met betrekking tot deze vraag moet worden aangenomen. dat de richtlijn zich niet beperkt tot de speciale beschermingszones.

Met betrekking tot deze vraag moet worden aangenomen. dat de richtlijn zich niet beperkt tot de speciale beschermingszones. 1 IRAM AANBEVELINGEN WERKGROEP BIODIVERSITEIT 03/06/05 Prof. Dr. Geert Van Hoorick Mr. Liese Goethals 1. TOEPASSING VAN DE RICHTLIJN AANSPRAKELIJKHEID OOK BUITEN SPECIALE BESCHERMINGSZONES NOOD AAN INVENTARISATIE

Nadere informatie

bosgroepen en regionale landschappen

bosgroepen en regionale landschappen Briefadvies bosgroepen en regionale landschappen Bosgroepen en regionale landschappen Datum van goedkeuring 18 december 2014 Volgnummer 2014 42 Coördinator + e-mailadres Co-auteur + e-mailadres Kathleen

Nadere informatie

5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES

5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES 5.5.A - TECHNISCHE DIENST MILIEU NATUURVERGUNNING FORT 3 NEGATIEF ADVIES Voorgeschiedenis Op 7 maart 2006 heeft het provinciebestuur een natuurvergunningsaanvraag over de wijziging van de vegetatie door

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013 IHD & lokale besturen Dinsdag 26 maart 2013 Natura 2000 in Vlaanderen Vogelrichtlijn Habitatrichtlijn Natura 2000 VEN Natura 2000 = 12% Vlaanderen = Habitatrichtlijngebieden + Vogelrichtlijngebieden =

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het

Nadere informatie

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013). > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Natuur & Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

BL-AVES/ENR/E182uit04/ Vallei van de Herk, Haspengouw te Borgloon, Heers en Sint- Truiden (provincie Limburg)

BL-AVES/ENR/E182uit04/ Vallei van de Herk, Haspengouw te Borgloon, Heers en Sint- Truiden (provincie Limburg) Mevrouw Marleen Evenepoel Administrateur-generaal Agentschap voor Natuur en Bos Koning Albert-II-laan 20 1000 Brussel Datum 4 februari 2014 Uw referentie Onze referentie BL-AVES/ENR/E182uit04/13-09976

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 26 OKTOBER 2000. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en

Nadere informatie

Omschrijving beleidsruimte

Omschrijving beleidsruimte TRANSPONERINGSTABELLEN Tabel 1. Vogelrichtlijn Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20) Vogelrichtlijn Omgevingswet/

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1; 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 22 april 2016 tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Zwinpolders (B.S., 14 juli 2016, I : 10 d. na publicatie) De Vlaamse Regering, Gelet op

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Participatie bij de opmaak en realisatie van de Europese natuurdoelen in Vlaanderen

Participatie bij de opmaak en realisatie van de Europese natuurdoelen in Vlaanderen Participatie bij de opmaak en realisatie van de Europese natuurdoelen in Vlaanderen Europees Natura 2000-netwerk WAT? Basis: Vogelrichtlijn (1979) en Habitatrichtlijn (1992) 26.000 gebieden in 27 EU-lidstaten

Nadere informatie

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s Decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting Besluit van de Vlaamse Regering van.. betreffende de landinrichting 4.03.2014 Situering

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 59.744/1/V van 10 augustus 2016 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Kustpolders tussen Oudenburg, Jabbeke en Stalhille' DE VLAAMSE REGERING, Gelet

Nadere informatie

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS,

DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL VAN HET AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS, ---... - Agentschap voor Natuur en Bos Besluit van de administrateur-generaal houdende goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling voor Fort 8 gelegen op het grondgebied van de stad Antwerpen DE ADMINISTRATEUR-GENERAAL

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 2 MAART 1999. - Omzendbrief RO 99/01 over de advisering m.b.t. de verenigbaarheid van ' omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen ' zoals

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR,

DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR, Ministerieel besluit houdende goedkeuring van de toegankelijkheidsregeling voor het natuurreservaat Broekelei, gelegen op het grondgebied van de gemeente Keerbergen. DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 mei 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Ruimtelijke ordening. Uitvoering RSPA : PRUP Oude

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 9 FEBRUARI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende aanvullende bepalingen betreffende de toepassing van het artikel 15, 4, 1, 2 en 3 en 5 van het decreet

Nadere informatie

Het natuurbeheerplan. Beheerteamdag,

Het natuurbeheerplan. Beheerteamdag, Het natuurbeheerplan Beheerteamdag, 13-06-2015 Agenda Natuurdecreet Uitvoeringsbesluit beheerplannen Consequenties voor Natuurpunt Ideeën lokale aanpak Timing Decreet: goedgekeurd in 2014, in werking Uitvoeringsbesluiten:

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden? Directoraat-generaal Leefmilieu EUROSTATION Blok II 2 e verdieping Victor Hortaplein 40, bus 10 B 1060 BRUSSEL www.environment.fgov.be Secretariaat van het Adviescomité SEA: Sabine WALLENS t: + 32 2 524

Nadere informatie

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem

Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Gemeente Kruishoutem Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Kruishoutem Ontwerp Bindend gedeelte Uitgave Datum 1 november 2004 2 februari 2005 3 mei 2005 4 oktober 2005 5 april 2006 Studiebureau VDS b.v.b.a.

Nadere informatie