SPELMODEL. Nel Korstanje, Jan Heerze. Walvaboek 2. VAN TUSSENKLANK TOT UITROEPTEKEN! INHOUD
|
|
- Camiel Jansen
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nel Korstanje, Jan Heerze SPELMODEL 2. VAN TUSSENKLANK TOT UITROEPTEKEN! INHOUD Tussenklank [-e-] 2 Tussenklank [-s-] 4 Eindklank [-en] [-e] 8 Medeklinkerverandering 10 Trema 16 Apostrof 18 Accenten 22 Koppelteken 24 Meervouden - Verdubbeling lettertekens 32 Verkleinwoorden 36 Hoofdletters 38 Engelse en Duitse woorden in het Nederlands 42 Woordafbreking 44 Leestekens 46 illustraties: Emil Ariaans 2012, Walvaboek, Holten Derde druk Walvaboek Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN
2 TUSSENKLANK [-e-] keukentafel klerezooi studentencafé Koninginnedag 2 Op de woordgrens in een samenstelling hoor je vaak de tussenklank [-e-], de stomme [e]: rood + kool rodekool. Regels 1. Schrijf deze tussenklank [-e-] als -en-: als er al -en- staat: kussengevecht in oude naamvallen: merendeels als het eerste deel alleen een meervoud op -en heeft: bes - bessen bessenjam 2. Schrijf dus geen -en-, maar -e- in alle andere gevallen: als het eerste deel een meervoud op -s heeft, of op -s en -en en wel eindigt op een stomme [e]: horloge - horloges horlogemaker groente - groentes/groenten groentesoep als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is, maar bijvoeglijk naamwoord of werkwoord: goedemiddag, dwingeland als het eerste deel wel een zelfstandig naamwoord is, maar geen meervoud heeft: rijst rijstebrij. Let op In de volgende uitzonderingsgevallen wordt een -e- geschreven: I Het eerste deel verwijst naar iets of iemand waarvan er maar één bedoeld wordt: Koninginnedag, zonnebank. Maar: koninginnensoep. II De samenstelling is een versteende vorm: papegaai, takkewijf, petekind. III Het hele woord is een bijvoeglijk naamwoord, waarvan het eerste deel het tweede versterkt: beregoed, boordevol, reuzeleuk, pikkedonker.
3 1 Schrijf de samenstelling met de juiste tussenletter/tussenletters rogge + brood reus + leuk kip + soep toren + spits paard + hoofd blind + darm hart + wens keuze + pakket schroef + draaier deken + kist groot + deels rijk + lui vrijgezel + appartement conciërge + loge el + boog Regentes + laan pijp + kop gedachte + gang drink + broer beuk + nootje
4 TUSSENKLANK [-s-] damesjas dorpsstraat redding(s)boei bezienswaardig 4 Op de woordgrens in een samenstelling of afleiding hoor je vaak de tussenklank [-s-]. Het is niet altijd duidelijk of je -s- of -ss- moet schrijven. Regel Schrijf de tussenletter -s-: als je deze klank hoort: scheidsrechter als je de klank niet apart kunt horen, maar als je die in andere samenstellingen met hetzelfde woorddeel wél hoort: levensteken levensstandaard. Let op I Sommige woorden kunnen op twee manieren uitgesproken worden: druggebruik/drugsgebruik spellinghervorming/spellingshervorming gewichtloos/gewichtsloos. Bij twijfel: liever geen -s-. Raadpleeg in twijfelgevallen het woordenboek. II Soms heeft de vorm met -s- een andere betekenis dan de vorm zonder -s-: waternood (gebrek aan water) watersnood (overstroming). III Bij de groep afleidingen op -zins schrijf je altijd een -s-: enigszins. 1. roggebrood 2. reuzeleuk 3. kippensoep 4. torenspits 5. paardenhoofd 6. blindedarm 7. hartenwens 8. keuzepakket 9. schroevendraaier 10. dekenkist 11. grotendeels 12. rijkelui 13. vrijgezellenappartement 14. conciërgeloge 15. elleboog 16. Regentesselaan 17. pijpenkop 18. gedachtegang 19. drinkebroer 20. beukennootje
5 2 Schrijf de samenstelling met de juiste tussenletter/tussenletters ijs + schots stad + journaal bes + jenever alle + zins kas + tekort dame + sandaal getuige + verklaring verbinding + straat inkoop + prijs station + chef hoogte + vrees zon + bank boer + bruiloft liefde + scène geweten + zaak asperge + soep berk + blad liedje + zanger gedaante + verwisseling muis + stil
6 6 1. ijsschots 2. stadsjournaal 3. bessenjenever 4. alleszins 5. kastekort 6. damessandaal 7. getuigenverklaring 8. verbindingsstraat 9. inkoopprijs / inkoopsprijs 10. stationschef 11. hoogtevrees 12. zonnebank 13. boerenbruiloft 14. liefdesscène 15. gewetenszaak 16. aspergesoep 17. berkenblad 18. liedjeszanger 19. gedaanteverwisseling 20. muisstil
7 3 Noteer welke spelling de juiste is. 7 A B 1. gouderegen goudenregen koningzoon koningszoon hartenkreet hartekreet bruidsluier bruidssluier spinnewiel spinnenwiel mussennest mussenest prinsesseboon prinsessenboon krantenartikel kranteartikel geluidhinder geluidshinder apezat apenzat paddestoel paddenstoel personeelschef personeelchef klerestreek klerenstreek boordenvol boordevol doodkist doodskist geenszins geenzins kattekruid kattenkruid Onze-Lieve-Vrouwenkerk Onze-Lieve-Vrouwekerk ruggespraak ruggenspraak voorjaarszon voorjaarzon
8 EINDKLANK [-en] [-e] Sommigen kregen honderdduizenden euro s als gouden handdruk. 8 Bij bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden wordt de stomme [e] aan het eind van het woord in veel gevallen geschreven als -en: De besten studeren niet altijd het snelst. Velen zijn wel in staat de eindstreep te halen. Regel Men schrijft -en als aan drie voorwaarden is voldaan: het woord slaat op mensen, is meervoud en is zelfstandig gebruikt. Besten en velen slaan op mensen, zijn meervoud en zijn zelfstandig gebruikt. Dus: -en. Let op I De slechtste studenten werden geholpen door de beste. Beste is wel meervoud en het slaat wel op mensen, het is echter niet zelfstandig gebruikt: het woord mensen, dat in dezelfde zin staat, kan erachter geplaatst worden. Hier is slechts aan twee van de drie voorwaarden voldaan. Dus géén -en, maar -e. II De snelste dieren overleven. De snelste overleven. Snelste is zelfstandig gebruikt, meervoud, maar slaat niet op mensen. Ook hier is slechts aan twee voorwaarden voldaan. Dus geen -en, maar -e. III Meervouden van getallen schrijf je met -en, ook als deze bijvoeglijk zijn: Honderden bankbiljetten vlogen door de lucht. (bijvoeglijk) Het waren er vele duizenden. (zelfstandig) IV Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden schrijf je met -en: een gouden ring, een houten hamer, Koperen Ko. Opmerking: niet elk stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je met -en: een lakense jas. 1. B 2. B 3. A 4. B 5. A 6. A 7. B 8. A 9. A en B 10. A 11. B 12. A 13. A 14. B 15. A en B 16. A 17. B 18. B 19. A 20. A
9 4 Een aantal onderstreepte woorden moet voorzien worden van een -n. Schrijf in zo n geval de juiste vorm op Vele wisten niet op wie ze moesten stemmen Slechts weinige van de bezoekers merkten de vechtpartijen op De slimste studenten zijn niet altijd de hardstwerkende Er waren zes jonge katten, maar alleen de vier grootste bleven leven Van alle fans kregen slechts enkele duizende een kaartje Degene die nu nog betrapt worden, krijgen een proces-verbaal Keukenzout kun je niet in een blikke trommel bewaren Deze taart is voor de eerste die het juiste antwoord raadt De partijleider ging met de zijne in de oppositie De conducteurs en machinisten legden alle het werk neer Heb jij voorkeur voor een houte of een graniete aanrecht Zij zijn niet de beste rekenaars, wel altijd de vlugste Alleen de laagstbetaalde in elke categorie kregen salarisverhoging De vette worden in december geslacht, de overige in april In het ziekenhuis konden maar enkele geredde worden opgenomen Uiteindelijk moeten oudere spelers toch wijken voor jongere Frits en Carolien raakten beide gewond Van de oude eiken moesten de mooiste worden omgehakt Mijn app s zijn gratis. Hoe staat het met de jouwe? Je moet niet denken dat jullie de enige zijn
hond ja - - rood - ja - knorren - - ja brief tarwe huilen spinnen weide bij plat hoog
Opdrachten vooraf Opdracht 1: voorkennis Zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord of werkwoord? Vul de tabel verder in. Zelfstandig naamwoord Bijvoeglijk naamwoord Werkwoord Woord hond ja - - rood
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Spelling
Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 1180 woorden 1 juni 2004 6,5 85 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Alle spellingregels WW spelling Persoonsvorm? Ja Nee? TT: zo simpel
Nadere informatieThema 10. We ruilen van plek
Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in
Nadere informatieSamenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12
Samenvatting Nederlands NL Spelling 1 t/m 12 Samenvatting door een scholier 1040 woorden 26 februari 2014 4,5 16 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Punt Aan het eind van
Nadere informatie1.2.3 Trappen van vergelijking 20
INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)
Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling
Nadere informatieSpelling - Tussenletter v3. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 26 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/80865 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatiehond Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) Ik schrijf t Ik schrijf d
Categorie 44a Woorden met eind d of midden d die klinkt als t Thema 6 groep 7 Ik hoor t aan het eind. Ik maak het woord langer. Ik hoor te(n) Ik hoor de(n) hond Ik schrijf t Ik schrijf d Categorie 44a
Nadere informatieSpelling - tussenletter v3
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 06 june 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/80865 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van
Nadere informatieVisuele Leerlijn Spelling
Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,
Nadere informatieSpelling. 1. Werkwoorden
Stijl en spelling Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste stijl- en spellingregels die in de onderbouw bij Nederlands zijn behandeld. Bij schrijfopdrachten en bij het examen wordt in de bovenbouw
Nadere informatie6,3. Samenvatting door L woorden 12 november keer beoordeeld. Nederlands. 1. Werkwoordspelling. Persoonsvorm
Samenvatting door L. 1035 woorden 12 november 2014 6,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1. Werkwoordspelling Persoonsvorm Vinden van de pv: zin in andere tijd zetten à veranderende
Nadere informatieBasis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal
Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt dan schrijf je ij dan schrijf je ij
Groep 8 Spelling Thema 1 Je zit op mijn lip woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met ei (reis) woorden met ij (ijs) hoor je de zingende /n/, dan schrijf je -ng hoor je na een korte klank
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieOverzicht categorieën Taal actief groep 7
Overzicht categorieën Taal actief groep Introductie Onderstaand treft u in de eerste kolom het nummer van de categorie aan zoals die voorkomt in Taal actief, in de tweede kolom de omschrijving, in de derde
Nadere informatieWoorden die beginnen met en eindigen op s. Meer uitleg vind je bij woordpakket 14 op bladzijde 44 van het leerlingenboek.
Kaartje bij woordpakket panty s Woorden die beginnen met en eindigen op s Hoor je een /s/ voor een woord, die niet bij het woord hoort? Schrijf dan s (apostrof-s). Eindigt een woord in het enkelvoud op
Nadere informatieWoordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.
Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk
Nadere informatieZbeling Sbeling Speling Spelling
Zbeling Sbeling Speling Spelling Beknopt overzicht spellingregels: Meervoud van zelfstandige naamwoorden -s of s: Als er geen uitspraakprobleem is, schrijf je de -s vast: horloges, cafés, bureaus, milieus,
Nadere informatie1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8
Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.
Groep 6 Spelling Thema 1 Op heterdaad betrapt ng (tong) ch (pech) ei (reis) ij (ijs) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank /g/, dan schrijf je meestal ch, behalve bij ik
Nadere informatieinstapkaarten spelling
instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieschrijf je meestal ch, behalve bij hij ligt, hij legt en hij zegt. Hoor je /ie/ aan het eind van een klankgroep, dan schrijf je i. Dan schrijf je ij.
Groep 7 Spelling Thema 1 Het landje van ons woorden met ng (tong) woorden met cht (lucht) woorden met i die klinkt als ie (liter) Hoor je de zingende /n/, dan schrijf je ng. Hoor je na een korte klank
Nadere informatieinstapkaarten spelling
instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling thema 1 les 1/13a cat. 13 a/b 1 thema 1 les 3/13b volt. dw. 2 thema 1 les 5/14a cat. 16 a/b 3 thema 1 les 7/14b volt. dw. 4 thema 1 les 9/15a cat. 16d
Nadere informatieTotaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid
Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Werkwoordspelling Woordenschat en uitdrukkingen Naam takenmap Cito Spelling
Nadere informatieKernwoord Uitleg Voorbeeld
Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig
Nadere informatieGevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.
Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen
Nadere informatieInleiding 7. Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9
INHOUD Inleiding 7 Deel 1 BASISVAARDIGHEDEN SPELLING 9 Les 1 Stap voor stap op weg naar minder spellingfouten 11 1.1 Juist spellen is... 11 1.2 Stappenplan goed spellen 13 1.3 Hardnekkige spellingproblemen
Nadere informatieBasisspelling. Doelgroepen Basisspelling. Omschrijving Basisspelling
Basisspelling Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van de Nederlandse spelling; regels die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs nog wordt geoefend.
Nadere informatieHet verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).
Beste ouders, Wij zijn begonnen aan thema 8 van taal. Dit is het laatste thema van dit schooljaar. Volgend schooljaar krijgt u geen uitleg meer over de spellingscategorieën omdat de categorieën in groep
Nadere informatie1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.
1. poes 2. draak 3. muts 4. wolk Duo betekent twee De /u/ doet dus niet mee 5. krant 6. schaap Hoor je na een s een /g/? Dan schrijf je ch en nooit een g! 7. feest / vier Ik verdeel het woord in klankgroepen.
Nadere informatieInhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18
Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel
Nadere informatieToelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen
Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra
Nadere informatiekettinkje Ik hoor ju. ik schrijf je. Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6
Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 Ik hoor ju. ik schrijf je. kettinkje Categorie 43d Verkleinwoorden op nkje Thema 5 groep 6 buiginkje palinkje schuttinkje woninkje Categorie 43f Verkleinwoorden
Nadere informatieDe persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen. De werkwoorden die mee veranderen zijn persoonsvormen.
Samenvatting door een scholier 2350 woorden 20 maart 2012 5.8 109 keer beoordeeld Vak Nederlands Hoofdstuk 1 Werkwoordspelling 1.1 Persoonsvorm De persoonsvorm vind je door de tijd in de zin te veranderen.
Nadere informatieals iets niet letterlijk is bedoeld.
Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven
Nadere informatieOnthoudschrift spelling groep 8:
Onthoudschrift spelling groep 8: THEMA 1 Categorie basiswoord woordgroep 9A -ng tong weet/ 13B -ch lucht weet als je acht, echt, ucht of icht hoort schrijf je ch behalve bij hij ligt, hij legt, hij zegt
Nadere informatie2 leerde ze op school. 3 haar met haar. 4 leest boeken uit de. van de stad en gaat graag. 5 zich bij opa en oma. in de, dat is in. 6 Met hun dan over
Naam Datum Klas Ik luister goed. Ik vul de woorden in. 1 in een 2 leerde ze op school 3 haar met haar 4 leest boeken uit de van de stad en gaat graag naar het zich bij opa en oma in de, dat is in 6 Met
Nadere informatieAndere werkwoordsvorm (infinitief, voltooid of onvoltooid deelwoord) schrijf je zo simpel mogelijk. Op t- klank = verlengen, d-klank = verlengen.
Samenvatting door een scholier 1095 woorden 29 juni 2004 5,8 70 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Hoofdstuk 1: Reclame Werkwoordsspelling: Bij een werkwoord als persoonsvorm moet
Nadere informatieSpelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:
Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt
Nadere informatieAfspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.
Afspraak 30 regelwoord liniaal, actueel je een j of een w, maar die schrijf je niet Afspraak 31 weetwoord thermometer je een t, maar je schrijft th Afspraak 32a weetwoord team Leenwoorden uit het Engels
Nadere informatieBasisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica.
Basisspelling Basisspelling is onderdeel van de Bundel Basisprogramma's. Deze bundel bevat ook Basis Werkwoordspelling en Basisgrammatica. Het Muiswerkprogramma Basisspelling bestrijkt de basisregels van
Nadere informatieTaal & Spelling niveau 2
Taal & Spelling niveau 2 Organisatie X & Y 10-3-2011 INHOUDSOPGAVE WORKSHOP TAAL & SPELLING 2 II105 II106 II107 II108 II109 II 110 II111 II112 II114 II115 II117 II118 II119 II121 II123 WERKWOORDEN II HET
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren
Nadere informatieVisuele Leerlijn Taal
Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)
Nadere informatie9,6. Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart keer beoordeeld. Nederlands
Samenvatting door een scholier 1001 woorden 26 maart 2018 9,6 2 keer beoordeeld Vak Nederlands onderwerp pvtt pvvt ik stam stam + de/te je/jij achter pv stam stam + de/te je/jij voor pv stam +t stam +
Nadere informatieTaal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: 1.2: Duidelijke woordkeus: bepaald omdat door 1.3: Correcte woordkeus:
Taal: Hfst 1: Duidelijke en correcte woorden: 1.1: Woordkeus en tekst: Bij zakelijke teksten schrijven moet je op een aantal punten letten: Gebruik zakelijke taal. Gebruik een neutraal perspectief, niet
Nadere informatieLes 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30
Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieOnderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:
Nadere informatieCategorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 7 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch
Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7 Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 7 goedkeuring opvatting uitdrukking waarneming Categorie 13b Woorden met cht Thema 1
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieLIJST MET DE MEEST VOORKOMENDE SPELFOUTEN. AcroPDF - A Quality PDF Writer and PDF Converter to create PDF files. To remove the line, buy a license.
Spelfout tegen: Woorden splitsen Wat heb ik fout gedaan? Voorbeeld MOGELIJKE REGELS 1a woord verkeerd gesplitst ploo-ien i.p.v. plooi-en Bij twee medeklinkers kun je tussen die medeklinkers splitsen. De
Nadere informatieB fwordt v Bij de meeste Nederlandse woorden die eindigen op een f, verandert in het meervoud de fin de v.
Meervouden A + s, en, of eren De meeste zelfstandige naamwoorden kunnen in het enkelvoud en in het meervoud voorkomen. In de Nederlandse taal kan dat op drie manieren. Voorbeelden + s tafel - tafels broer
Nadere informatieEigen vaardigheid Taal
Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht
Nadere informatie(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS
(ZAKELIJKE) TAALVERZORGING 2 NEDERLANDS 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je op een juiste manier in meervoud schrijven. - Hoofdletters op een juiste manier gebruiken. - Onbepaalde hoofdtelwoorden
Nadere informatieSpelling - Tussenletters en koppelteken vmbo-b34
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 25 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74545 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieinstapkaarten spelling
7 instapkaarten spelling inhoud instapkaarten spelling Spelling thema 1 les 1/13a cat. 10 a/b 1 thema 1 les 3/13b t.t. 2 thema 1 les 5/14a cat. 33 a/b 3 thema 1 les 7/14b t.t. 4 thema 1 les 9/15a cat.
Nadere informaties middags gaat hij joggen; s avonds na de koffie zoekt hij ontspanning: dan dart hij in café De Gouden Tap (De gouden tap).
Antwoorden door een scholier 493 woorden 30 januari 2016 7 10 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands 1 Leestekens Opdracht 1 1 Dat de KRO-gids zo weinig verkocht wordt, valt me erg tegen,
Nadere informatieSpelling & Formuleren. Week 2-7
Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE
Nadere informatieMeer dan grammatica!
Gramm@foon Meer dan grammatica! 1e druk 2011 ISBN: 9789490807061 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Auteurs: Karine Jekel, Vika Lukina, Nynke Oosterhuis Redactie: Karine Jekel, Nynke Oosterhuis,
Nadere informatiewoorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.
Groep 5 Spelling Thema 1 Een plek om te werken De /f/ is de fietspompletter. Je hoort met f (fluit) /ffff/. De /v/ is van vlieg. Je hoort /vvvv/. met v (vis) woorden met aar (jaar) luisterwoord woorden
Nadere informatieOverzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I
Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 10
Inhoud 1 Spelling 10 1 geschiedenis van de friese spelling (stavering) in het kort 10 2 spellingregels 12 Hulpmiddelen 12 Klinkers en medeklinkers 12 Lettergrepen 13 Stemhebbend en stemloos 13 Basisregels
Nadere informatieWoorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft. Meer uitleg vind je bij woordpakket 2 op bladzijde 8 van het leerlingenboek.
Kaartje bij woordpakket baby Woorden waarin je /ie/, /i/ of /j/ hoort en y schrijft Bedenk of je het woord schrijft met ie, i, j of y. Dat kun je niet horen, dat moet je onthouden. Je schrijft teddy. Je
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Boodschappen
Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.
Nadere informatieLeerdoelen groep 8. Pluspunt rekenen
Leerdoelen groep 8 Pluspunt rekenen NB. De leerdoelen van deze rekenmethode bieden wij de kinderen aan middels Denken in Doelen. Dat betekent dat we niet exact de blokken van de methode volgen, maar dat
Nadere informatieSpelling - Tussenletters en koppelteken vmbo-kgt34
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 09 juni 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74575 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieπ (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46
Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord
Nadere informatieWoordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden
Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende
Nadere informatieCategorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8. Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong. Taal actief Groep 8 Categoriekaarten Malmberg s-hertogenbosch
Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 Ik hoor n. Ik schrijf ng. tong Categorie 9a Woorden met ng Thema 1 groep 8 toelichting overweging samenleving redenering Categorie 13b Woorden met cht Thema
Nadere informatieIN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit
IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als
Nadere informatieTaakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Spelling. Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen
Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager onderwijs Toetsen 91 92 Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem Spelling Eerste tot en met zesde leerjaar van het lager
Nadere informatieDe verschillende vormen van het werkwoord
De verschillende vormen van het werkwoord PV tt stam ( bij ik ervoor en erachter, bij je/jij erachter) Stam + t ( bij alle andere vormen van enkelvoud) Meervoud ( bij alle vormen van meervoud) Ik loop---
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Spelling
Samenvatting Nederlands Spelling Samenvatting door een scholier 623 woorden 17 februari 2004 5,1 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Spelling Sommige woorden houden een -e als tussenletter, hoewel ze volgens
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende
Nadere informatieDe spellingsregels. Nederlands. Mevrouw Rozendaal 1
De spellingsregels Nederlands Mevrouw Rozendaal 1 punt. komma, puntkomma; dubbele punt: aanhalingstekens vraagteken? uitroepteken! (haakjes) beletselteken leestekens Mevrouw Rozendaal 2 punt aan het eind
Nadere informatieZelfstandig naamwoord
2 Zelfstandig naamwoord 1 Weet jij wat een zelfstandig naamwoord is? Vink aan waar je het aan herkent. Je kunt er meervoud van maken. Je kunt er een voor zetten. Het is meestal een ding. Het is een doe-woord.
Nadere informatieje schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort
Groep 4 Spelling Thema 1 Een nieuw huis aan het begin (klas) aan het eind (tent) met st aan het eind (kist) met ts aan het eind (muts) aan het begin en aan het eind (krant) Thema 2 Wat word jij later?
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatieBeginnersfouten Nederlandse Vertalers
Beginnersfouten Nederlandse Vertalers Inhoud 1. Samenstellingen los schrijven die aan elkaar horen... 3 2. De komma tussen twee werkwoordsvormen vergeten... 3 3. Vele/velen en beide/beiden... 3 4. Die/dat...
Nadere informatieTijdsplanning werkstuk groep 5
Naam: Groep 5 Tijdsplanning werkstuk groep 5 Wat wanneer Aan de juf het onderwerp van maandag 21 januari 2013 mijn werkstuk doorgeven inleveren opdracht 1 maandag 28 januari 2013 inleveren opdracht 2 donderdag
Nadere informatieapen 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. Een woord met een lange klank aan het eind van een klankgroep. Net als jager.
spelling 27b 1 Kies uit: ogen tenen samen oren apen zalen muren tegels toren 1 Twee a hebben s : apen 2 vier o, vier o Je leert hoe je woorden met een lange klank aan het eind van een klankgroep schrijft.
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieJaarplanning spelling
Week 1 Jaarplanning spelling medeklinker(s) en klinkers die door 1 letter worden weergegeven (pen, bol) Kinderen spellen woorden die zijn samengesteld uit 2 eerder geleerde woorden (fietsbel, taalschrift,
Nadere informatieLuister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord.
5 Veldhuis & Kemper Te blond werkblad 1-1 Luister naar het lied en lees mee met de tekst. Kies telkens het juiste woord. Te blond Veldhuis & Kemper Je haren zijn te blond Je lippen veel te (1) bol/vol
Nadere informatieUitgebreide basisgrammatica NT2 Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam
Klare taal! Uitgebreide basisgrammatica NT2 Klare taal! Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam Tweede herziene druk, vijfde oplage, 2010 2006, Jenny van der Toorn-Schutte, Houten Behoudens de in
Nadere informatieTom zingt taal. Oefenmateriaal. Tom Clement. Tom Clement
Tom zingt taal Oefenmateriaal Beste leerkracht Je gaat naar de voorstelling Tom zingt taal kijken. Als smaakmaker geeft Tom 3 liedjes prijs die je op voorhand in de klas kan beluisteren. In deze bijlage
Nadere informatieVoor jongeren in het praktijkonderwijs. Oekraïners boos op president
PrO -weekkrant Week 49 december 2013 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 2-8 december 2013 Eenvoudig Communiceren Oekraïners boos op president Foto: ANP Foto: Shutterstock In Oekraïne protesteren inwoners
Nadere informatieSpelling 2F. Doelgroepen Spelling 2F. Omschrijving Spelling 2F
Spelling 2F De spellingstof die in het Spelling 2F behandeld wordt, is de stof van de basisschool die ook in lagere vo-opleidingen nog aan de orde komt, plus de door Meijering en de SLO aangegeven nieuwe
Nadere informatieAntwoorden Nederlands Ontleding
Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig
Nadere informatieToets taalbeschouwing
Toets taalbeschouwing Naam: Klas: Datum: 1 Soms mag er iets bij, soms moet er iets bij. Zet een kruisje waar het past. Er moet iets bij Er mag iets bij. /4 Sara gaat hem Oma schenkt in Ratten zijn wel
Nadere informatieLees U laat uw kind de eerste set woorden van de week voorlezen. Deze woorden staan rechtsboven op iedere uitlegkaart.
Snel aan de slag! Wat heeft u nodig? Het juiste Spelling in beeld-oefenboekje Een schriftje waar uw kind in kan werken Een pen waarmee uw kind prettig werkt Een markeerstift of een aantal kleurpotloden
Nadere informatieOPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER
OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 2F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN:
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld
Nadere informatieDit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 7 en 8 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.
Spelling op maat 3 De Muiswerkprogramma s Spelling op maat 1, 2 en 3 vormen een complete leerlijn voor de spelling die op de basisschool moet worden aangeleerd. Spelling op maat 3 is het derde deel van
Nadere informatie