Inventarisatie bestemmings- en

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inventarisatie bestemmings- en"

Transcriptie

1 Inventarisatie bestemmings- en streekplancapaciteit voor woningbouw 2004 In opdracht van: VROM DGRuimte Begeleidingscommissie: Mevr. J.J.E. van Steijn (VROM/DGRuimte) Dhr. J.J.M. van Eck (VROM/DGRuimte) Dhr. L.W. Nooteboom (VROM/DGwonen) Dhr. G. Milort (Interprovinciaal Overleg) Mevr. R.M. Kiès (Interprovinciaal Overleg) Contactpersoon RIGO: Dhr. J.A. van der Reijden februari 2005 Rapportnummer: RIGO Research en Advies BV De Ruyterkade AC Amsterdam telefoon telefax

2

3 Inhoudsopgave 0 SAMENVATTING I 1 INLEIDING ACHTERGROND AANPAK LEESWIJZER 3 2 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT INLEIDING EN DEFINITIE INVENTARISATIE METHODIEK EERSTE ANALYSE VAN DE GEGEVENS BEWERKINGEN EN RESULTATEN VERGELIJKING PLANCAPACITEIT MET HET VOORGAANDE JAAR WONINGBOUWAFSPRAKEN CONCLUSIES INVENTARISATIE INVENTARISATIE STREEKPLANCAPACITEIT ACHTERGROND EN DEFINITIE RESULTATEN EN METHODIEK CONCLUSIES EN INTERPRETATIE 40 4 MONITORING PLANCAPACITEIT IN DE TOEKOMST 43 BIJLAGE I JURIDISCHE STATUS BESTEMMINGSPLANNEN 47 BIJLAGE II ENQUÊTE GEMEENTEN 49 BIJLAGE III GLOBALE PLANNEN MET UITWERKINGSVERPLICHTING 51

4

5 SAMENVATTING I 0 Samenvatting In het kader van de stagnerende woningproductie wil VROM, evenals vorig jaar, inzicht in de huidige beschikbare plancapaciteiten voor woningbouw waar terstond gebouwd kan worden en in de capaciteiten in streekplannen. Tevens wil men inzicht in de potentiële en nog in procedure zijnde plannen voor woningbouw. Om dit inzicht te verkrijgen is op basis van de gegevens zoals aanwezig bij provincies een inventarisatie uitgevoerd. De gegevens dienden evenals vorig jaar te worden samengesteld uit verschillende type bronnen. De gegevens zijn daardoor niet altijd even goed vergelijkbaar. Er worden verschillende definities gehanteerd en de gegevens zijn niet altijd volledig. Zo bleken vier provincies geen recentelijk provinciedekkende inventarisatie te hebben uitgevoerd. Hierom zijn in december via gemeenten en regioverbanden deze ontbrekende gegevens voor een groot deel alsnog achterhaald. Uit de beschikbare gegevens kon niet worden achterhaald wat de plancapaciteit is waar direct gebouwd kan worden. Na een aantal bewerkingen en inschattingen voor alle provincies op Noord-Holland na is wel een indicatie te geven van de juridisch beschikbare capaciteit waar een bouwtitel op rust. Dit betekent dat het om capaciteit gaat waar in principe de procedure van bouwvergunningverlening gestart kan worden, reeds gestart is of al verleend is, waar dus gebouwd kan worden. Na de noodzakelijke bewerkingen en toegepaste inschattingen wordt de beschikbare capaciteit waar een bouwtitel op rust geschat op zo n woningen exclusief Noord-Holland. Dit aantal duidt er op dat er voor Nederland als totaal geen tekort aan plancapaciteit bestaat voor de komende jaren. Er dient echter rekening mee gehouden te worden dat deze buffer aan capaciteit: Ten eerste niet in zijn geheel direct voor woningbouw gebruikt kan worden. Er dienen immers veelal nog bouwvergunningprocedures doorlopen te worden en knelpunten aangaande bijvoorbeeld de exploitatie overwonnen te worden. Deze knelpunten vallen buiten het kader van dit onderzoek. Ten tweede is deze buffer aan capaciteit niet gelijk verdeeld over het land. Zo zijn er verschillen tussen de provincies, stedelijke regio s en gemeenten.

6 II SAMENVATTING Of de lokale capaciteit werkelijk voldoende of onvoldoende is of onvoldoende dreigt te worden is mede afhankelijk van de regionale woningbouwbehoefte of de daarvan afgeleide taakstelling. Een voorzichtige vergelijking tussen de woningbouwafspraken en de capaciteit in de 20 stedelijke regio s laat zien dat er duidelijke verschillen tussen de regio s waarneembaar zijn. Waar de één nog beschikbare capaciteit voor de komende vier jaar lijkt te hebben heeft de ander dat nog slechts voor een jaar. Voor de toekomst is het van belang dat de beschreven knelpunten zoals de verschillende definities en onvolledigheid tot het verleden behoren zodat de gegevens niet meer de status van een inschatting hebben. In de convenanten die met het merendeel van de 20 verschillende stedelijke regio s in het kader van de verstedelijkingsafspraken zijn afgesloten 1 is tevens een afspraak gemaakt over het uitvoeren van een jaarlijkse monitoring en evaluatie van de plancapaciteit voor woningbouw naar ruimtelijke capaciteit en aantallen woningen in bestemmings- en streekplannen. Deze inventarisatie zal geschieden door middel van een uniform format. Hierdoor kan in de toekomst mogelijk ook meer dan alleen sec de plancapaciteiten geïnventariseerd worden. Het gaat hierbij ook om zaken als het verbeteren van inzicht in het aantal geplande hectaren voor woningbouw en de ligging van de plannen binnen of buiten de grens bestaand bebouwd gebied Er zal nog nader gekeken dienen te worden hoe deze informatie het beste boven tafel kan komen. voetnoot 1 Voor de regio s Friesland, Drenthe Zwolle-Kampen, Limburg en Flevoland zijn nog geen definitieve woningbouwafspraken gemaakt (stand 12 januari 2005).

7 INLEIDING 1 1 Inleiding De woningproductie stagneert. Dit vraagt onder meer inzicht in de beschikbare capaciteit zodat beoordeeld kan worden hoe de beschikbare ruimte, op basis van bepaalde kwaliteitseisen, ingevuld gaat worden en welke actie bij een tekort aan capaciteit ondernomen moet worden om de capaciteit te vergroten. Om deze reden wil VROM, evenals vorig jaar, allereerst inzicht in de huidige beschikbare plancapaciteiten voor woningbouw waar terstond gebouwd kan worden en in de capaciteiten in streekplannen. Tevens wil men inzicht in de potentiële en nog in procedure zijnde plannen voor woningbouw. In vergelijking met vorig jaar is tevens gekeken of de inventarisatie waar mogelijk verbeterd en verfijnd kan worden. Vorig jaar had de inventarisatie in principe als peildatum In deze rapportage gaat het om de stand per Ook dit jaar is er uit tijd- en kostenoogpunt voor gekozen om zoveel mogelijk gebruik te maken van gegevens die provincies op dit gebied hebben verzameld. Naast een update van de inventarisatie van vorig jaar heeft deze inventarisatie tevens als doelstelling een ontwikkelingslijn in beeld te krijgen die inzicht geeft in wanneer beschikbare capaciteit voldoende is om de woningproductie op peil te houden. 1.1 Achtergrond Het hoofdthema van dit onderzoek is het inzicht krijgen in hoeveel beschikbare capaciteit voor woningbouw per beschikbaar is. Voor de lezer die niet tot in detail is ingevoerd in deze problematiek, komt mogelijk snel de vraag naar boven: Is de plancapaciteit voor woningbouw dan niet al bekend? Het antwoord is helaas nee, kwantitatieve gegevens over de capaciteit voor woningbouw op enig moment is met name op landelijk niveau maar in zeer beperkte mate aanwezig. De oorzaak hangt samen met de volgende aspecten: A. Veel inventarisaties zijn gericht op plankenmerken, niet op capaciteiten B. Inzicht in plannen is nog geen inzicht in concrete capaciteit C. Gestructureerde inventarisaties waren al geruime tijd niet verplicht

8 2 INLEIDING Ad A) Veel inventarisaties zijn gericht op plankenmerken, niet op capaciteiten In de praktijk richten beleidsmakers en marktpartijen zich op de plannen voor de toekomst. Zij willen hoofdzakelijk weten wat er op stapel staat. Hun aandacht is dan vooral gericht op de initiatieven die genomen gaan worden en welke rol zij daarbij kunnen en moeten spelen. Informatiebronnen zijn daarom vooral ingericht als een overzicht van de verschillende initiatieven. Deze kennisbehoefte heeft op landelijk niveau geleid tot inventarisaties zoals bijvoorbeeld De Nieuwe Kaart van Nederland, De Bouwlocaties 2 of het project Nederland in Plannen van DGR. Deze inventarisaties hebben gemeen dat zij gericht zijn op het in kaart brengen van de plannen voor de toekomst met de daarbijbehorende (voorlopige) cijfers over aantallen woningen en oppervlakten per plan (veelal uitgedrukt in woningen per hectare). De opzet van deze inventarisatie is echter niet om op enig moment te achterhalen voor hoeveel woningen er (nog) capaciteit in de plannen zit (restcapaciteit). Op basis van deze bronnen zijn wel inschattingen gemaakt van de capaciteit (Kolpron, ABF). Men liep echter tegen de beperkingen van deze inventarisaties aan. De informatie over aantallen woningen is gebrekkig, kleinere plannen zijn niet opgenomen en de binnenstedelijke capaciteit dient geschat te worden. Ad B) Een plan is nog geen concrete capaciteit Een plan voor woningbouw is zoals het begrip al aangeeft slechts een plan. Of dit plan concreet tot uitvoering komt is niet altijd zeker. De praktijk leert dat sommige plannen uiteindelijk niet doorgaan of in een later stadium gewijzigd worden. De capaciteit voor woningbouw is daarom niet direct af te leiden uit alleen een verzameling van bestemmingsplannen of stedenbouwkundige plannen. Indien men inzicht wil verkrijgen in de capaciteit op enig moment, dient van een plan minimaal de huidige status, en in hoeverre er al woningen gebouwd zijn, bekend en geadministreerd te zijn. Ad C) Gestructureerde inventarisaties waren al geruime tijd niet verplicht Plannen voor woningbouw worden uiteindelijk op gemeentelijk niveau gemaakt. De aantallen woningen en de bijbehorende hectaren zijn veelal bij gemeenten wel bekend. Deze zijn echter niet altijd systematisch opgenomen in een informatiesysteem. De aanwezigheid van kennis bij gemeenten betekent niet automatisch dat deze informatie op een hoger bestuurlijk niveau ook beschikbaar is. In het verleden speelden de provincie en het rijk een actieve rol bij het inventariseren van de geplande woningbouw. De provincies waren actief bij het inventariseren van aantallen te bouwen woningen zoals opgenomen in de gemeentelijke plannen. Alle provincies dienden in het kader van de toewijzing van contingenten en budgetten de planningslijsten woningbouw op te stellen. Dit gebeurde in opdracht van VROM in het kader van de nieuwbouw en verbetering. Op basis van deze lijsten werden geld en aantallen te bouwen woningen toegedeeld aan de provincies. Deels werd dit geoormerkt naar groeikernen en overige gemeenten. voetnoot 2 Kolpron Consultants BV & Uitgeverij TenHagenStam BV.

9 INLEIDING 3 Begin jaren 90 van de vorige eeuw is deze planning- en programmeringcyclus komen te vervallen. Hiermee is ook de verplichting voor provincies tot monitoring komen te vervallen. De beschikbaarheid van informatie over de capaciteiten voor woningbouw op hoger dan gemeenteniveau is hierdoor geen vast gegeven meer. Een viertal provincies voert de laatste jaren ook geen jaarlijkse inventarisatie meer uit. In de nabije toekomst zal het jaarlijks inventariseren van plancapaciteiten voor alle provincies weer in beeld komen. In de convenanten aangaande woningbouwafspraken die onlangs zijn aangegaan is het volgende opgenomen (artikel 5, Monitoring en evaluatie, lid 2): "Met ingang van 2005 vindt een jaarlijkse monitoring en evaluatie plaats van de plancapaciteit voor woningbouw naar ruimtelijke capaciteit en aantallen woningen in bestemmings- en streekplannen. De Minister van VROM levert daartoe een faciliterende bijdrage aan de provincie in de vorm van een uniform model voor registratie (waar het bestemmingsplannen betreft op basis van de juridische planstatus uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening en in het bijzonder de capaciteit die direct bouwtitel geeft). De provincie zorgt jaarlijks voor 1 april voor aanlevering van de plancapaciteitsgegevens aan de Minister van VROM ten behoeve van de monitoring en evaluatie en ter bevordering van transparante beleidsuitvoering." Deze afspraak heeft bij twee provincies er indirect toe geleid dat een inventarisatie van de stand per niet of maar gedeeltelijk is uitgevoerd. De provincies Zeeland en Noord-Holland (deel Noord) hebben een inventarisatie die aansluit op de landelijke (VROM-) model uitgesteld tot begin Aanpak Ten behoeve van deze meting bestemmingsplancapaciteit is een aantal onderzoeksstappen verricht: o o o o o opvragen van gegevens over plancapaciteiten bij provincies; verwerking van en bewerkingen op de gegevens van provincies; aanvullende inventarisatie van bestemmingsplancapaciteiten bij gemeenten; korte studie naar aandeel van de capaciteit plannen met uitwerkingsverplichting; analyse en presentatie van de gegevens. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de methodiek, de bewerkingen en de resultaten van de inventarisatie van bestemmingsplancapaciteit. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een paragraaf samenvattende conclusies en een interpretatie van de uitkomsten. Hoofdstuk 3 gaat in op de inventarisatie van de streekplancapaciteit. Ook dit hoofdstuk wordt afgesloten met een concluderende paragraaf en tevens wordt de streekplancapaciteit vergeleken met de bestemmingsplancapaciteit. In het laatste hoofdstuk (4) wordt ingegaan op de monitoring van de plancapaciteit zoals die er in de toekomst uit kan zien.

10 4 INLEIDING

11 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 5 2 Inventarisatie plancapaciteit 2.1 Inleiding en definitie In dit hoofdstuk worden de gebruikte methodiek en de uitkomsten van de meting plancapaciteit 2004 samengevat. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de inventarisatieactiviteiten, de kenmerken van de beschikbare gegevens en de bewerkingen die op gegevens hebben plaatsgevonden en tot slot worden de resultaten gepresenteerd. Definitie van beschikbare capaciteit Een van de belangrijkste doelstellingen van deze inventarisatie is het verkrijgen van inzicht in beschikbare capaciteit voor woningbouw. Op basis van de voorgaande inventarisatie is besloten dat een werkbare definitie van plancapaciteit afgeleid wordt uit de juridische status die geldt voor de capaciteit. Deze juridische status heeft voor bestemmingsplannen betrekking op de status die het plan heeft in het traject van goedkeuring door gemeenteraad en provincie (GS). Op basis van eerdere studies van provinciale gegevens is gebleken dat op dit moment alleen deze zogenaamde WRO-indeling, waarbij de juridische status in vijf categorieën is ingedeeld, kan worden ingezet ten behoeve van een bruikbaar vergelijkbaar landsdekkend resultaat. 3 De meeste provincies hanteren deze WRO-indeling wanneer zij aan gemeenten vragen de status van de plancapaciteit aan te geven. Een plan voor woningbouw doorloopt verschillende stadia. Dit begint bij eerste ideeën over locaties welke in de toekomst voor woningbouw in aanmerking komen (potentiële capaciteit) en gaat tot locaties welke juridisch gezien onderdeel uitmaken van juridisch beschikbare onherroepelijke capaciteit (figuur 1). De juridisch beschikbare onherroepelijke capaciteit bestaat uit meer dan alleen uit bestemmingsplannen die al deze fasen (chronologisch) hebben doorlopen. Zo is er de mogelijkheid tot bouwen via een artikel 19 procedure indien een plan nog in voetnoot 3 Zie ook Monitor plancapaciteit voor woningbouw Fase I: Aanzet tot een landsdekkende 0- meting, RIGO, september 2003.

12 6 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT procedure zit. Ook kan capaciteit onherroepelijk zijn indien er zelfs geen sprake is van een bestemmingsplan. Deze is voor bouwen binnen de bebouwde kom immers niet verplicht (figuur 1). figuur 1 Verschillende fasen van capaciteit naar juridische status (zie ook bijlage I) Status bestemmingsplan Overige juridisch beschikbare capaciteit Tijd 5. Potentiële capaciteit (volgens de huidige inzichten mogelijk in de toekomst voor woningbouw beschikbaar). 4. In voorbereiding (nog niet door gemeenteraad vastgesteld). 3. Vastgesteld (vastgestelde plancapaciteit door gemeenteraad). 2. Goedgekeurde plancapaciteit (door GS goedgekeurd maar nog niet onherroepelijk). 1. Juridisch beschikbare plancapaciteit o Door GS goedgekeurd en onherroepelijk bestemmingsplan. Hieronder vallen alle typen bestemmingsplannen: - globale plannen met een uitwerkingsverplichting; - globale plannen zonder zo'n uitwerkingsverplichting (globaal eindplan); - gedetailleerde plannen. o Capaciteit in een plan in procedure, op basis waarvan via een verleende en niet geschorste verklaring van geen bezwaar ex artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening of artikel 50, lid 5 van de Woningwet kan worden gebouwd. o De beschikbare en potentiële bouwgrondcapaciteit binnen de bebouwde kom waarvoor (nog) geen bestemmingsplan in ontwerp ter visie is gelegd of waarover een voorbereidingsbesluit is genomen. Voor een aanvraag voor een bouwvergunning hoeft dan alleen getoetst te worden aan de Bouwverordening. o Capaciteit in al dan niet geactualiseerde vigerende plannen die betrekking hebben op de vanouds grotendeels bebouwde gedeelten van de kom, waarin geen nieuwe ontwikkelingen zijn verwerkt. Dit kunnen oude bestemmingsplannen zijn, maar ook verordeningen, uitbreidings- en wederopbouwplannen, mits juridisch nog steeds vigerend. In dit onderzoek ligt bij het in beeld brengen van de status waarin de geïnventariseerde capaciteiten zich bevinden de nadruk op het onderscheiden van de beschikbare plancapaciteit waaraan een bouwtitel verleend kan worden. Dit betekent dat de procedure tot bouwvergunningverlening toegepast kan worden. Deze komt voor een groot deel overeen met de definitie van status 1 WRO; de juridisch beschikbare plancapaciteit waarop geen beroep meer kan worden aangetekend, in het vervolg van deze rapportage kortweg juridisch beschikbare plancapaciteit genoemd. Dat de definitie van status 1 WRO slechts gedeeltelijk overeenkomt met het in beeld brengen van plancapaciteit welke een bouwtitel geeft heeft twee oorzaken:

13 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 7 1 Indien een plan valt onder status 1 WRO betekent dit nog niet dat er in alle gevallen direct gebouwd kan gaan worden. Ten eerste bestaat er nog de mogelijkheid om bezwaar in te dienen tegen een bouwplan. 4 Daarnaast kunnen er nog verschillende vertragende factoren optreden zoals bijvoorbeeld factoren die te maken hebben met de financiële haalbaarheid. Deze factoren kunnen niet direct worden afgeleid uit provinciale gegevens en worden dan ook niet betrokken in de definitie voor deze meting. Dit betekent dat door gebruik te maken van deze definitie in een later stadium uitspraken over bijvoorbeeld in hoeverre de plancapaciteit voldoende of onvoldoende is alleen betrekking hebben op de juridisch beschikbare bestemmingsplancapaciteit. Dus niet op aspecten als nog te doorlopen bouwvergunningprocedures, financiële en markttechnische aspecten. 2 Er is nog een tweede reden waarom de zogenaamde juridisch beschikbare capaciteit nog niet altijd een directe bouwtitel geeft (mogelijkheid tot het verlenen van een bouwvergunning). Zeker waar het gaat om globale bestemmingsplannen met een uitwerkingsverplichting (art 11 WRO) kan het soms nog jaren duren voordat de betrokken partijen het eens zijn over de uitwerking van het plan. Dit zijn dus procedures volgend op de procedure van het globale bestemmingsplan. 5 Een globaal plan met uitwerkingsverplichting geeft geen directe bouwtitel. Er kan geen bouwvergunning worden verleend. Bij de meeste provincies is bekend of een plan is te oormerken als de juridisch beschikbare capaciteit waarop geen beroep meer kan worden aangetekend (WRO status 1). Hier vallen echter ook deze globale bestemmingsplannen met uitwerkingsverplichting onder. De provincies houden in de lijsten die zij hanteren niet op structurele wijze bij of het een globaal plan betreft. Hierdoor kan niet uit de capaciteit die valt onder status 1 worden opgemaakt of voor al deze capaciteit ook een directe bouwtitel geld. Om de capaciteit die deel uitmaakt van nog uit te werken (deel)plannen van het globale plan te bepalen, zal in deze studie een inschatting gemaakt worden op basis van interviews met gemeenten (paragraaf 2.4.4). Format inventarisatie voetnoot Naast de juridisch beschikbare plancapaciteit in aantallen woningen zijn ook nog andere plankenmerken uit de provinciale gegevens van belang. Zoals in de inleiding is aangegeven is het streven om op de lange termijn meer dan alleen de capaciteit naar planstatus te achterhalen. In de voor u liggende inventarisatie is getracht van de provincies meer aandacht te vragen voor aspecten als het oppervlak 4 5 Verlening van een bouwvergunning duurt minimaal 4 maanden, daarna moet minimaal 2 maanden worden gerekend voor de periode waarin bezwaar kan worden gemaakt. Wanneer de bouwvergunning wordt geschorst duurt het nog langer, mede afhankelijk van in hoeverre beroep wordt ingesteld tegen de verleende bouwvergunning. In de praktijk is dit overigens wel mogelijk. Het komt voor dat gemeenten door middel van de zogenaamde binnenplanse anticipatieregeling gaat bouwen via art.15 WRO. Er vindt dan een toetsing plaats aan het globale plan.

14 8 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT van het plan, een onderscheid naar ligging binnen en/of buiten de grens bestaand bebouwd gebied (BBG2000) en het in de vorige paragraaf beschreven onderscheiden van capaciteit welke zich bevindt in nog nader uit te werken (deel)plannen van globale plannen. In tabel 1 is het format van de inventarisatie weergegeven. tabel 1 Format voor de monitor plancapaciteit 2004 Format Beschikbare capaciteit Onttrekking Planstatus Fasering productie Definitie De restcapaciteit voor woningbouw in aantal woningen binnen het plan. Aantal te ontrekken woningen indien van toepassing. Juridische planstatus op basis van de WRO. Aantallen woningen per plan die een gemeente denkt te realiseren naar jaar. Overig Knelpunten Gemeentenaam, naam bestemmingsplan of bouwlocatie. Knelpunten zoals bekend op het moment van registratie. Extra aandachtspunten Oppervlak Locatie Onderscheid Oppervlak dat binnen het plan (nog) beschikbaar is voor woningbouw. Binnen en buiten bestaand bebouwd gebied volgens de indeling BBG2000. Nader onderscheid binnen juridisch beschikbare capaciteit (status 1 WRO) naar capaciteit met en zonder directe bouwtitel. 2.2 Inventarisatie methodiek De inventarisatie van plancapaciteit heeft in eerste instantie plaatsgevonden via het benaderen van de provincies. Alle provincies hebben een verzoek gehad van VROM om mee te werken aan deze nieuwe inventarisatie Deze provincies zijn door RIGO benaderd voor het toeleveren van de gewenste informatie (volgens het hiervoor beschreven format). tabel 2 Bronnen die gebruikt zijn voor de inventarisatie 2004 Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Bron Provincie Provincie Provincie Provincie Enquête Provincie Provincie Provincie; ROA + Haarlem + Velsen en Beverwijk Provincie; Gooi - Vechtstreek + IJmond Provincie; Noord-Holland Noord Enquête Regio Westland en Haaglanden

15 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 9 Provincie Bron Zeeland Enquête Noord-Brabant Provincie Limburg Regio Venlo Regio Maastricht Regio Roermond Regio Venray Regio Weerterkwartier Regio Parkstad Regio Mijnstreek Regio Maasduinen Een groot deel van de provincies heeft de informatie die zij in huis hadden beschikbaar gesteld (acht van de twaalf). Bij vier provincies bleek dat de provincie op korte termijn niet over een overzicht van plancapaciteiten kon beschikken. Voor deze provincies zijn twee alternatieve methoden gehanteerd: 1 Enquêtes In Zuid-Holland, Flevoland en Zeeland zijn in het kader van deze inventarisatie enquêtes gehouden onder alle gemeenten. Gezien de tijdsdruk is een kort enquêteformulier verstuurd naar de gemeenten. Deze dienden binnen een termijn van 1,5 week weer terug verzonden te worden. In bijlage II is een versie van dit formulier weergegeven. Na een week zijn alle gemeenten in Zuid- Holland en Zeeland telefonisch benaderd ter herinnering aan de deadline. Voor de gemeenten in Flevoland heeft de provincie deze coördinerende rol op zich genomen. 2 Regio s Voor een overzicht van de plancapaciteit in de gemeente Limburg is contact gelegd met de acht verschillende regio s. De contactpersonen zijn benaderd met het verzoek de meest recente gegevens aan te leveren.

16 10 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT tabel 3 Kwaliteit van de geïnventariseerde bronnen in relatie tot het format Provincie Bron Meest recente jaar Laagste meetniveau Planstatus juridisch beschikbaar (status 1 )* Planstatus overig status 2,3,4,5) BSG (eigen def.) BBG 2000 Knelpunten Oppervlak Fasering productie Onderscheid capaciteit in nog uit te werken plannen** Groningen Provincie Plan Ja Ja Deels Nee Deels Nee Ja Nee Friesland Provincie Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee Nee Nee Drenthe Provincie Plan ja Deels Ja Nee Nee Nee deels Nee Overijssel Provincie Plan Ja. ja Deels Nee Deels Nee deels Nee 3 Gemeenten Plan Ja ja Deels Nee Nee Nee ja Nee Flevoland Enquête Gemeente Ja Ja Deels Nee Nee Nee deels Nee Gelderland Provincie Gemeente Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Nee Utrecht Provincie Plan Ja Ja Ja Nee Deels Nee Ja Nee Noord-Holland Nood-Holland Zuid Plan Deels Deels Deels Nee Deels Nee Deels Nee Noord Holland Noord Plan Nee Nee Deels Nee Nee Nee Nee Nee Zuid-Holland Enquête Gemeente Ja Ja Deels Nee Nee Nee Nee Ja Regio Westland en Haaglanden Plan Ja nee Ja Nee Nee Nee ja Nee Zeeland Enquête Gemeente Ja Ja Deels Nee Nee Nee Ja Nee Noord-Brabant Provincie Plan Ja Deels Deels Nee Nee Nee Nee Nee Limburg Regio Venlo 2002/2004 Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee deels Nee Regio Roermond Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee deels Nee Regio Weerterkwartier Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee deels Nee Regio Mijnstreek Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee Nee Nee Regio Maastricht Gemeente Ja Nee Deels Nee Nee Nee Ja Nee Regio Venray Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee Ja Nee Regio Parkstad Plan Ja Nee Deels Nee Nee Nee Ja Nee Regio Maasduinen Plan Ja Ja Deels Nee Nee Nee Nee Nee *WRO definitie is af te leiden uit de gegevens (veelal na hercodering) ** onderscheid plancapaciteit binnen nog uit te werken plannen van een globaal plan met uitwerkingsverplichting

17 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT Eerste analyse van de gegevens De plangegevens die de provincie heeft aangeleverd zijn afkomstig van de gemeenten. De provincies enquêteren de gemeenten aan de hand van een vragenlijst waarop gemeenten zelf de namen van locaties, enkele plankenmerken en de restcapaciteit aangeven. De provinciale gegevens zijn voor het merendeel in digitale vorm aangeleverd. De provincie Utrecht en de regio Parkstad Limburg konden alleen op papier aanleveren. Na aanlevering van de gegevensbestanden is begonnen deze zodanig te bewerken dat deze volgens het in dit onderzoek gewenste format opgenomen konden worden in een centrale database. De voor inventarisatie afzonderlijk geënquêteerde gemeenten in Flevoland en Zuid-Holland en Zeeland zijn eveneens handmatig ingevoerd. In tabel 3 is een overzicht gegeven van de kwaliteit en volledigheid van de informatie per bron. Een aanduiding van de juridisch beschikbare capaciteit (WRO status 1) is (indirect bij alle provincies op Noord-Holland na) uit de toegeleverde gegevens te achterhalen. De volledigheid van de registratie van verschillende plankenmerken leidt ook tot knelpunten bij de totstandkoming van een landsdekkend uniform beeld. Bij een aantal provincies was een gedeelte van de kenmerken van een plan niet aangegeven. Het gaat dan om zaken als of het plan binnen of buiten bestaand stedelijk gebied is gelegen, wat de juridische status is of wat het verwachte jaar van oplevering is. In analytische termen: er zijn nogal wat missings aanwezig in de bestanden. De enquêtes die in het kader van dit onderzoek gehouden zijn onder gemeenten in Zeeland en Flevoland waren succesvol. Op twee gemeenten na in Zeeland hebben alle gemeenten gereageerd. Alleen de provincie Zuid-Holland leverde een lage respons op. Hier heeft de helft van de gemeenten op tijd gereageerd. tabel 4 Knelpunten in de aangeleverde data en de bewerkingen Onderwerp Knelpunt Bewerking Inschattingsmethode Provinciedekking Ontbrekende gemeenten - Aanvulling aan de hand van het voorgaande jaar Planstatus Eigen definitie provincie Hercodering naar WRO indeling - Onderscheid capaciteit in nog uit te werken globale plannen Niet aanwezig - Telefonische enquête onder 40 gemeenten BSG Eigen definitie Hercodering - Aspecten waar nagenoeg geen enkele provincie over beschikt zijn de ligging van de plannen, een systematisch overzicht van de knelpunten per plan en het oppervlak of de woningdichtheid van het plan. Daarnaast is er op één provincie na geen inzicht in de mate waarin de juridisch beschikbare capaciteit betrekking heeft op globale plannen die nog nader uitgewerkt dienen te worden. Door het ontbreken van ligginggegevens in de provinciale overzichten is de capaciteit binnen of buiten de grens BBG 2000 niet te bepalen. Wel is

18 12 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT een uitspraak te doen over de ligging binnen of buiten het bestaand bebouwd gebied volgens de (eigen) gemeente definitie (zie paragraaf 2.4.8) Zonder bewerkingen zijn de geïnventariseerde gegevens niet bruikbaar voor een landsdekkend overzicht. De bewerkingen en inschattingen die gemaakt zijn, worden samengevat in tabel 4. In de volgende paragraaf worden per stap de bewerkingen om tot een beter resultaat te komen weergegeven. 2.4 Bewerkingen en resultaten Volledigheid In de gegevens van de provincies ontbreken soms enkele gegevens. Het gaat om Overijssel en Zeeland, waar in beide provincies een drietal gemeenten dit jaar geen gegevens heeft aangeleverd en een tweetal regio s in Limburg waar voor enkele gemeenten geen nieuwe cijfers beschikbaar zijn. Ook voor Noord-Holland Noord en voor de helft van de gemeenten in Zuid-Holland (enquêtes 2004) ontbreken actuele gegevens. Daarnaast zijn de gegevens van de provincie Utrecht aangeleverd in de vorm van een Nota. Deze Nota is wel provinciedekkend maar locaties kleiner dan 15 woningen zijn hierin niet vermeld. Er is voor gekozen om zowel voor Overijssel en de twee Limburgse regio s als Utrecht de ontbrekende gegevens aan te vullen door gebruik te maken van de gegevens van het voorgaande beschikbare jaar Plancapaciteit naar juridische status zoals geïnventariseerd Voor het bepalen van de zogenaamde huidige juridisch beschikbare capaciteit is het van groot belang om inzicht te hebben in de juridische status van deze capaciteit. In deze studie wordt gebruik gemaakt van de indeling zoals die wordt gehanteerd in de huidige Wet Ruimtelijke Ordening (zie paragraaf 2.1 inleiding en definitie). Het merendeel van de provincies hanteert deze indeling. Voor een aantal is de juridische status echter op een andere wijze gecategoriseerd. Voor deze provincies zijn de gegevens voor zover mogelijk gehercodeerd aan de hand van de door de provincie gehanteerde definitie. Hierbij zijn veelal de provincie of documenten geraadpleegd voor een goede interpretatie van de definitie. Hierdoor kan uiteindelijk voor alle provincies, op Noord-Holland na, een overzicht gegeven worden van de juridisch beschikbare plancapaciteit (status 1 WRO). Voor Noord-Holland is alleen aan te geven of het gaat om harde plannen welke overeenkomen met status 1, 2 of 3. Het onderscheid naar de overige categorieën van potentiële capaciteit tot goedgekeurd was niet altijd mogelijk. Sommige provincies laten door gemeenten wel de status noteren maar deze is niet onderscheidend genoeg om in vijf categorieën in te delen. Men vraagt bijvoorbeeld alleen naar een onderscheid Hard of Zacht plan. In tabel 5 is, indien een nader onderscheid niet kon worden gemaakt, wel aangegeven op welke combinatie met betrekking tot de juridische status de capaciteit van toepassing is (Drenthe, Noord-Holland, Zuid-Holland Zuid, Noord-Brabant en Limburg).

19 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 13 tabel 5 Totale netto capaciteit 1 onderverdeeld naar juridische status (zie figuur 1 en bijlage I voor definitie) Provincie Peiljaar Juridisch beschikbaar (1) Goedgekeurd (2) Vastgesteld (3) In voorbereiding (4) Potentiële capaciteit (5) Status onbekend % Onbekende status Groningen % Friesland % Drenthe % Overijssel % Flevoland % Gelderland % Utrecht % Noord-Holland / % Zuid-Holland 2003/ % Zeeland % Noord-Brabant % Limburg 2002/ % Nederland % Nieuwbouw minus sloop. 2 De cijfers van Utrecht en Noord-Holland de status van een ambtelijke inventarisatie en zijn daarom indicatief. 3 Exclusief Noord-Holland. Totaal

20 14 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT Resultaat en betrouwbaarheid De onderverdeling naar juridische status is een eerste stap om inzicht te verkrijgen in de huidige beschikbare plancapaciteit. Het gaat hier in principe om de juridisch beschikbare capaciteit (kolom 1 tabel 1). Deze is volgens de beschikbare gegevens voor Nederland als totaal woningen (exclusief Noord-Holland). Zoals uit tabel 5 blijkt bestaat er echter bij een groot aantal provincies nog een deel van de plancapaciteit waar de juridische status niet van bekend is. De cijfers naar juridische status dienen dan ook nog gezien te worden als een onderschatting. Hierop heeft eerst een correctie plaatsgevonden Correctie van de capaciteit naar juridische status Voor een aantal provincies geldt dat van een aantal plannen geen juridische status bekend is. De oorzaak is dat gemeenten geen juridische status hebben doorgegeven aan de provincie. Deze status wordt door de gemeenten aangegeven in een enquêteformulier. Deze is echter niet altijd ingevuld. Door het ontbreken van de gegevens over de juridische status geven de gepresenteerde gegevens van de juridisch beschikbare capaciteit mogelijk een onderschatting van de werkelijke capaciteit. Na analyse van de groep onbekende status blijkt dat er geen grond is voor de veronderstelling dat er een grotere kans is dat deze plannen voornamelijk bijvoorbeeld alleen als potentiële capaciteit benoemd dienen te worden. Gebleken is dat het jaartal waarop men de aanvang van de bouw verwacht bij plannen zonder juridische status (status is onbekend) niet later of eerder ligt dan bij de plannen waarvan de juridische status wel bekend is. Er is zelfs een aantal plannen waarbij de juridische status niet is opgegeven maar wel al volgens planning binnen een jaar wordt gebouwd. figuur 2 Het aandeel plannen naar het jaar waarin de bouw volgens de gemeenten zal starten ** afgezet tegen de juridische status van het betreffende plan 1. Onherroepelijk 2. GS goedgekeurd 3. Vastgesteld 4. In voorbereiding 5. Potentieel 6. Onbekend 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 2003* e.v. *Start in 2003 is een gevolg van het feit dat sommige plangegevens betrekking hebben op stand (zie tabel 3). **Voor de plannen waarvoor dit startjaar bekend is. Om een betere inschatting te maken van de totale capaciteit naar planstatus is de groep onbekend daarom per provincie naar rato toegedeeld aan de vijf te onder-

21 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 15 scheiden soorten juridische status. Hierbij is steeds de verdeling van de plancapaciteit waarvoor de status wel bekend is als verdeelsleutel gehanteerd. Het resultaat van deze toedeling is opgenomen in tabel 6. tabel 6 Resultaat eerste correctie; Totale netto capaciteit 1 onderverdeeld naar juridische status na toedeling capaciteit met onbekende planstatus Provincie Peiljaar Juridisch beschikbaar (1) ding (4) capaciteit (5) In voorberei- Potentiële Goedgekeurd (2) Vastgesteld (3) Totaal Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland / Zuid-Holland / Zeeland Noord-Brabant Limburg 2003/ Nederland Nieuwbouw minus sloop 2 De cijfers van Utrecht en Noord-Holland de status van een ambtelijke inventarisatie en zijn daarom indicatief. 3 Exclusief Noord-Holland Uitkomsten en betrouwbaarheid De beschreven inschatting van een juridische status aan de capaciteit waarvan geen juridische status bekend is, brengt uiteraard onzekerheden met zich mee. Het aantal plannen waar een inschatting heeft plaatsgevonden verschilt per provincie en is het grootst in Groningen, Brabant en Zuid-Holland (tabel 5, kolom ontbrekende status). Hoe hoger dit aandeel hoe meer onzekerheid er bestaat of deze bijtelling een over- of onderschatting is. Met de huidige beschikbare gegevens is zo n bijschatting echter noodzakelijk. Zonder deze toedeling zou er sprake zijn van een onderschatting van de totale juridisch beschikbare plancapaciteit. Uit de gepresenteerde capaciteit naar planstatus is niet het aandeel van de capaciteit dat onderdeel uit maakt van nog uit te werken (deel)plannen van globale plannen te herleiden. Hiervan kan op dit moment methodisch alleen een schatting worden gegeven (zie de volgende paragraaf).

22 16 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT Correctie aantallen op basis van globale plannen met uitwerkingsplicht Bij de interpretatie van de juridisch beschikbare capaciteit (status 1 WRO) zoals deze uit de provinciale bestanden naar voren komt dient men rekening te houden met het feit dat dit bij het merendeel van de provincies zowel gaat om capaciteit in gedetailleerde bestemmingsplannen, globale eindplannen als in globale bestemmingsplannen met een uitwerkingsverplichting (drie typen bestemmingsplannen). Inzicht hierin is echter wel gewenst. Gedetailleerde plannen en globale eindplannen met status 1 (juridisch beschikbaar) bieden een directe bouwtitel. Een globaal plan met uitwerkingsverplichting biedt dat echter niet. Een procedure voor het verlenen van een bouwvergunning kan voor deze categorie niet zondermeer gestart worden. In de praktijk is dit overigens wel mogelijk. Het komt voor dat men door middel van de zogenaamde binnenplanse anticipatieregeling een bouwvergunningsprocedure start via art.15 WRO. Er vindt dan een toetsing plaats aan het globale plan. Wanneer men de procedure voor het uitwerkingsplan gelijk laat lopen aan die van het globale plan waar dit onderdeel van uit maakt kan dit na goedkeuring door de provincie (status 1 WRO) binnen een aantal maanden (+ zes) leiden tot het geven van een bouwtitel. In de praktijk heeft men echter meestal een reden om een globaal plan in te dienen dat vervolgens, vooral bij grotere plannen, veelal in fasen wordt uitgewerkt. De nog uit te werken deelplannen bieden daardoor nog geen bouwtitel. Daarnaast is het bij een aantal provincies de gewoonte om voor woningbouwplannen die naar verwachting pas na 5 jaar tot woningbouw zullen leiden, standaard de gemeenten een globaal plan te laten ontwikkelen (met name voor het landelijk gebied). Anderzijds is een deel van de capaciteit in globale plannen met uitwerkingsplicht al langere tijd juridisch beschikbaar. Daardoor is er een grote kans dat er (voor een deel) al een uitwerkingsplan is gemaakt waardoor dit deel van de capaciteit wel een bouwtitel biedt. Inschatting Om toch een beter beeld te krijgen van de totale beschikbare capaciteit die een bouwtitel biedt, is een inschatting gemaakt van het aandeel woningen binnen de juridisch beschikbare capaciteit waarop nog geen bouwtitel rust. Dit is de capaciteit in nog uit te werken (deel) plannen van globale plannen. Aan deze capaciteit kan nog geen bouwtitel ontleend worden en kan men beschouwen als capaciteit in voorbereiding. Vorig jaar kon een zeer globale inschatting gemaakt worden aan de hand van de gegevens uit Friesland en de gegevens die naar voren kwamen uit de inventarisatie door RIGO onder gemeenten in Zuid-Holland. Dit jaar is getracht een meer representatief beeld te verkrijgen door het houden van een interviewronde bij een steekproef van gemeenten (verspreid over het land). In bijlage III is de gevolgde methodiek en de resultaten weergegeven. Daarnaast is ook dit jaar een enquêtevraag daarover opgenomen in de enquêtes onder gemeenten in Zeeland, Zuid- Holland en Flevoland. Hier is evenals in de interviewronde gevraagd naar het aandeel van de juridische capaciteit dat onderdeel uit maakt van nog nader uit te wer-

23 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 17 ken (deel)plannen van een globaal plan. Deze vraag werd echter door een groot aantal gemeenten niet ingevuld. Daarnaast stuurden met name de gemeenten in Flevoland en Zeeland niet het enquêteformulier terug maar inventarisatielijsten met ieder hun eigen format. Alleen een 16-tal gemeenten in Zuid-Holland stuurden vragenlijsten terug waar de betreffende vraag was beantwoord. Resultaten De belangrijkste resultaten uit de interviews onder 30 gemeenten en de enquête onder gemeenten in Zuid-Holland zijn in onderstaande tabel samengevat. In totaal bleek van de juridisch beschikbare plannen groter dan 100 woningen 75% een globaal plan met uitwerkingsverplichting te betreffen (67 van de 89 onderzochte plannen). Van de 67 juridisch beschikbare globale plannen met een uitwerkingsverplichting blijkt een groot deel (64%) al uitgewerkt te zijn geeft een directe bouwtitel. Wanneer de globale plannen nog niet geheel zijn uitgewerkt, hoeft meestal nog maar een deel te worden uitgewerkt. Uit de interviewronde blijkt dat bij enkele plannen wordt gekozen de uitwerking te omzeilen, en via een artikel-19 procedure een bouwvergunning te verlenen. tabel 7 Samenvatting uitkomsten interviewronde en enquête Aantal geïnterviewde gemeenten 57 Aantal geënquêteerde gemeenten 16 Totaal 73 Aantal globale plannen met uitwerkingsverplichting 67 (100%) Hiervan reeds uitgewerkt 43 (64%) Hiervan nog uit te werken (deel) plannen 24 (36%) Juridisch beschikbare capaciteit in de onderzochte gemeenten Capaciteit in nog uit te werken (deel)plannen Aandeel van de juridisch beschikbare capaciteit in nog uit te werken (deel)plannen 13% Wanneer we het aantal woningen dat onderdeel uitmaakt van nog uit te werken (deel)plannen vergelijken met de totale juridisch beschikbare capaciteit is het volgende te zien: gemiddeld, voor alle onderzochte gemeenten, maakt 13% van de juridisch beschikbare capaciteit deel uit van nog nader uit te werken (deel)plannen. Dit aandeel is echter niet in alle onderzochte gemeenten gelijk. Zoals al vermeld, is in het merendeel van de gemeenten geen sprake van nog nader uit te werken plancapaciteit. Hier is ofwel geen sprake van globale plannen met uitwerkingsverplichting of de globale plannen zijn al geheel uitgewerkt. In enkele andere gemeenten maakt juist het merendeel van de juridisch beschikbare plancapaciteit onderdeel uit van nog uit te werken globale plannen (figuur 3).

24 18 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT figuur 3 Aandeel van de juridisch beschikbare capaciteit in nog nader uit te werken (deel)plannen naar aantal onderzochte gemeenten (n=73) gemeenten % 0-20% 20-50% % aandeel nog uit te w erken capaciteit Na analyse van de verschillen tussen de gemeenten is geen aanleiding gevonden te veronderstellen dat de omvang van de gemeente van invloed is op een groot of juist kleiner aandeel nog uit te werken plancapaciteit. Ook zijn er verschillen per provincie waargenomen. Het aantal waarnemingen per provincie is echter te klein om te veronderstellen dat deze verschillen ook in de werkelijkheid bestaan of op toeval berusten. Daarnaast ontbreekt een theorie over de invloed van regionale verschillen op het al of niet hanteren van het globale plan met uitwerkingsverplichting. Wel kwam uit de interviews naar voren dat globale plannen met uitwerkingsverplichting in praktijk nagenoeg nooit kleiner zijn dan 100 woningen. Gevolgen voor de inventarisatie bestemmingsplancapaciteit Voor de inschatting ten behoeve van deze meting kunnen de uitkomsten uit de interviews en enquêtes verdisconteerd worden in de geïnventariseerde juridisch beschikbare bestemmingsplancapaciteit. Gebleken is immers dat een deel van de geïnventariseerde juridisch beschikbare capaciteit in werkelijkheid onderdeel uitmaakt van plannen waar nog een uitwerking van het globale plan dient plaats te vinden. In deze studie is ervoor gekozen om op basis van de interview- en enquêteronde de geïnventariseerde juridisch beschikbare capaciteit als volgt te corrigeren. o o Capaciteit in juridisch beschikbare plannen met een omvang kleiner dan 100 woningen vallen niet onder nog uit te werken globale plancapaciteit. 13% van de capaciteit in plannen groter dan 100 woningen is nog nader uit te werken capaciteit. 87% van de deze capaciteit geeft dus een bouwtitel. In tabel 8 is het resultaat van de bovenstaande correcties weergegeven per provincie. Zoals aangegeven is een correctie voor de gegevens uit de provincie Overijssel niet noodzakelijk. Voor de volledigheid is de correctie ook toegepast op de gegevens van Noord-Holland. Het gaat hier echter niet om de juridisch beschikbare capaciteit maar om harde plannen (status 1,2 en 3 WRO).

25 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT 19 tabel 8 Inschatting van juridisch beschikbare capaciteit met bouwtitel op basis van het aandeel woningen in globale plannen dat nog uitgewerkt dient te worden Provincie Totale juridisch beschikbare capaciteit 1 Capaciteit in nog uit te werken (deel)plannen Capaciteit met bouwtitel 3 Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland (exclusief Noord-Holland) Juridisch beschikbare capaciteit na toedeling capaciteit met onbekende status (zie voorgaande paragraaf). 2 Voor Noord-Holland is niet de juridisch beschikbare (status 1) capaciteit bekend. Hierdoor is geen inschatting op de toegepast. 3 Inschatting van de capaciteit dat naar verwachting een directe bouwtitel geeft (bouwvergunning kan verleend worden) Resultaat correcties In tabel 9 op de volgende pagina is het resultaat van de correcties op geïnventariseerde capaciteiten weergegeven. Het gaat hier om de toedeling van de capaciteiten met onbekende planstatus (paragraaf 2.4.3) en de inschatting van het aandeel van de capaciteit met bouwtitel (paragraaf 2.4.4). Bij deze laatste inschatting is de capaciteit in nog uit te werken (deel) plannen die onderdeel uitmaken van globale plannen met status 1 ondergebracht onder in voorbereiding. Uit het overzicht in tabel 9 is naast de juridisch beschikbare capaciteit met bouwtitel tevens op te maken hoe groot de capaciteit is in de fasen hiervoor. Het gaat dan om de capaciteit met status 5, 4, 3 en 2. Hieruit valt op te maken hoe groot de capaciteit is die in de toekomst juridisch beschikbaar zou kunnen komen. Aan de hand van de gemiddelde proceduretijden kan tevens een indicatie van de termijn gegeven worden (tabel 10)

26 20 INVENTARISATIE PLANCAPACITEIT tabel 9 Provincie Peiljaar Juridisch beschikbaar(1) met bouwtitel Resultaat correcties; Totale netto capaciteit naar juridische status Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland / Zuid-Holland 2003/ Zeeland Noord-Brabant Limburg 2003/ Nederland De cijfers van Utrecht en Noord-Holland de status van een ambtelijke inventarisatie en zijn daarom indicatief. 2 Exclusief Noord-Holland Goedgekeurd (2) Vastgesteld (3) In voorbereiding (4)inclusief nog uit te werken (deel) plannen Potentiële capaciteit (5) De betrouwbaarheid van de totale capaciteit (de laatste kolom in de tabel) is sterk afhankelijk van de wijze waarop de gemeenten al dan niet de potentiële capaciteit (5) aangeven. Voor het bepalen van potentiële capaciteit door een gemeente is meer inspanning nodig dan voor de overige capaciteit, vooral om aan te geven om hoeveel woningen het gaat. Het gaat soms slechts om eerste ideeën. Gebleken is dat er tevens verschillen zijn tussen gemeenten in hoeverre zij potentiële capaciteit hebben aangegeven. Ook kan men om speculatie gedrag te voorkomen eerste ideeën nog niet openbaar willen maken. De potentiële capaciteit is moeilijk te bepalen en zal in werkelijkheid mogelijk groter zijn dan uit de gepresenteerde gegevens naar voren komt. Uit de gegevens van de provincies Drenthe, Brabant en Friesland is de potentiële capaciteit niet herleidbaar. Totaal tabel 10 Indicatie gemiddelde proceduretijd tussen de onderscheiden planfasen 6 voetnoot 6 Planstatus Tijdsduur tot juridisch beschikbare capaciteit 5. Potentiële capaciteit > 48 maanden 4. In voorbereiding maanden 3. Vastgesteld (gemeenteraad) 7-24 maanden 2. Goedgekeurde plancapaciteit 3-14 maanden 1. Juridisch beschikbare plancapaciteit De termijn waarbinnen GS een bestemmingsplan moeten goedkeuren bedraagt 12 weken tot maximaal 6 maanden. Inclusief de termijn van ter inzage legging, zit er 4 tot 7 maanden tussen vastgesteld en GS-goedkeuring. Tussen GS-goedkeuring en juridisch beschikbaar ligt tussen de 3 en 14 maanden. In de praktijk blijkt het een en ander strek afhankelijk van beroepsprocedures en het (gedeeltelijk) niet goedkeuren door GS. De aangegeven minima zijn alleen haalbaar indien er geen beroepsprocedure loopt. In de praktijk blijkt de tijdspanne tussen vaststelling door gemeenteraad en juridisch beschikbaar circa 2 jaar te bedragen. (bron: Quick scan hardheid bestemmingsplancapaciteit voor woningbouw, ECORYS-Kolpron, Rotterdam 2002).

Woningbouwcapaciteit provincies en de stedelijke regio s

Woningbouwcapaciteit provincies en de stedelijke regio s Woningbouwcapaciteit provincies en de stedelijke regio s 2006 In opdracht van: Interprovinciaal Overleg (IPO) Contactpersoon: Gerard Milort (070) 888 1238/1203 gmilort@ipo.nl Auteurs/onderzoekers Hans

Nadere informatie

Monitor woningbouwcapaciteit Noord-Holland 2006

Monitor woningbouwcapaciteit Noord-Holland 2006 Monitor woningbouwcapaciteit Noord-Holland 2006 In opdracht van: Provincie Noord-Holland, Sector Kennis & Beleidsevaluatie Contactpersoon: Drs. G. Biermann Augustus 2006 Rapportnummer: 93000 RIGO Research

Nadere informatie

Plancapaciteit stedelijke regio's

Plancapaciteit stedelijke regio's Plancapaciteit stedelijke regio's 27 De capaciteit in woningbouwplannen en de haalbaarheid van de woningbouwafspraken 25-29 In opdracht van: Interprovinciaal Overleg (IPO) Contactpersoon: Gerard Milort

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving  Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving www.rigo.nl Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte Edam-Volendam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO.

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Provinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze

Provinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze Provinciale ambtsdragers 2014 1. Inleiding en werkwijze Sinds 2011 inventariseert de Stichting Decentraalbestuur.nl In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties enkele kenmerken

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten Uitgevoerd door: 1 Colofon Uitgave Programma Elektrisch rijden Natuur&Milieu Postbus 1578 3500 BN Utrecht Hamburgerstraat 28a 3512 NS Utrecht Uitgevoerd

Nadere informatie

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Rapportage woningbouwplannen Stadsregio Amsterdam

RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Rapportage woningbouwplannen Stadsregio Amsterdam RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl Rapportage woningbouwplannen Stadsregio Amsterdam o.b.v. monitor plancapaciteit woningbouw 2012 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005 Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage Woonwagenstandplaatsen in Nederland Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 10 oktober Eindrapportage DATUM 10 oktober TITEL Woonwagenstandplaatsen in Nederland ONDERTITEL Stand van zaken

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2017 Publicatie april 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Notitie BOUWEN VOOR BEHOEFTE IN AFWACHTING VAN REGIONALE BESLUITVORMING

Notitie BOUWEN VOOR BEHOEFTE IN AFWACHTING VAN REGIONALE BESLUITVORMING Notitie BOUWEN VOOR BEHOEFTE IN AFWACHTING VAN REGIONALE BESLUITVORMING FEBRUARI 2015 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Opties vooruitlopend op vaststelling regionale woonagenda... 4 3. Bouwen voor de behoefte...

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2019 Publicatie juli 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2019 UWV brengt op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland Utrecht, januari 2010 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL 09.0023 Rv. nr.: 09.0023 B&W-besluit d.d.: 03-03-2009 B&W-besluit nr.: 09.0192 Naam programma +onderdeel: Nr.7, stedelijke ontwikkeling. Onderwerp: Voorbereidingsbesluit Van Vollenhovenkade

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO schoolbesturen, gemeenten en provincies Opdrachtgever: Ministerie

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Plan van aanpak aanvulling Regionale Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Projectnaam/ onderwerp: Aanvulling Regionale Holland Rijnland met de Rijnstreekgemeenten Status:

Nadere informatie

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad gemeentebestuur Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 636340 datum 18 oktober 2011 betreft VERZONDEN 2 1. 11.11 actualisatie bestemmingsplan

Nadere informatie

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003 R.J. Kenens L. Hingstman Februari 2004 NIVEL Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Telefoon: 030-27 29 700 www.nivel.nl Pagina 2 van 6 INLEIDING In

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan Landhof, fase 3 Inboeknummer 14bst01405 Beslisdatum B&W 23 september 2014 Dossiernummer 14.39.651 Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3" Inleiding De locatie Landhof ligt

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,

werkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen, Indieningsvereisten Ruimtelijke Plannen gemeente Woudenberg Zoals vastgesteld en van toepassing sinds januari 2012 en gewijzigd vastgesteld 16 juli 2015 Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan

Nadere informatie

TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG

TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG 12 januari 2016 drs. Fokke de Jong Australiëlaan 5, 3526 AB Utrecht 030 693 60 00 info@atrive.nl www.atrive.nl KvK: 31042832

Nadere informatie

Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren

Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren Voortgangsrapportage woningbouwontwikkelingen 2014 en volgende jaren Stand van zaken 2e halfjaar 2014 (peildatum: 1 november 2014) AFDELING: RO/FKR. VERSIE: NOVEMBER 2014 STATUS: OPENBAAR 1. INLEIDING

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2019 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2018 Publicatie januari 2019 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16 Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat: aanvullende analyses Augustus 2013 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doorstroming 5 3. Wegwerkzaamheden 7 4. Informatie 11 5. Aangeven maximumsnelheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Tweede kwartaal Publicatie oktober 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Tweede 2018 Publicatie oktober 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: tweede 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Eerste kwartaal Publicatie juli 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Eerste 2018 Publicatie juli 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: eerste 2018 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA Reactienota Zienswijzen Bestemmingsplan Harlingen - Ludinga Code 071905 / 19-11-14 GEMEENTE HARLINGEN 071905 / 19-11-14 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 Inhoudsopgave 1...1 2 Vragenlijst...2 1 Wat is uw geslacht?...2 2 Wat is uw leeftijd?...3 3 In welke provincie woont u?...4 4 Wat ziet u als oplossing voor de overpopulatie in de Oostvaardersplassen?...5

Nadere informatie

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Colofon Teksten Jeroen de Leede (VNG) Dataverwerking Marieke de Haan (VNG Informatiecentrum) Opmaak Chris Koning (VNG) Januari 2016 2 Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Veelgestelde vragen Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Veelgestelde vragen 1 Vragen over inrichting en planning 3 2 Vragen over de vragenlijst, documenten en interviews 4 3 Vragen over de internet-enquête

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2 1. Inleiding Voor de verdeling van de middelen uit de hoofdlijnennotitie van het ministerie van EZ ( 200 miljoen) is advies gevraagd aan onze commissie (Commissie Jansen-2). Dit advies is uitgebracht in

Nadere informatie

4 Onderzoeksverantwoording

4 Onderzoeksverantwoording 4 Onderzoeksverantwoording Het onderzoek Het veldwerk van de Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven 2005 liep 11 weken en vond plaats van 19 september tot en met 6 december 2005. In totaal zijn 38.030 bedrijven

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2018 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2017 Publicatie januari 2018 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2017 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek De raad van de gemeente Apeldoorn in vergadering bijeen op 30 mei 2013, Gehoord de beraadslagingen over het ontwerpbestemmingsplan Klarenbeek, Overwegende dat In

Nadere informatie

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg Startnotitie Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek In de jaarrekening en het jaarverslag leggen Gedeputeerde Staten jaarlijks verantwoording

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland

Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Leegstand van bedrijfsruimten in Noord-Holland Inhoud Blz. 1 Inleiding 1 2 Leegstand bedrijfsruimten 3 3 Typering leegstand 6 Bijlage 1 Contactpersonen 9 Uitgevoerd in opdracht van: Provincie Noord-Holland

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Vierde kwartaal Publicatie april 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Vierde 2016 Publicatie april 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: vierde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Bijlage Datum DOS-2014-0006307 Onderwerp toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Aan de regio s is gevraagd voor 1 juli 2017 de regionale woonvisies te actualiseren op basis van

Nadere informatie

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 Inhoudsopgave 1...1 2 Vragenlijst...2 1 Wat zie je als oplossing voor de sterfte van de grote grazers tijdens de winter?...2 2 Wat moet er gebeuren op de lange termijn?...3 3 Hoeveel hectare denk je dat

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie

De Staten na de verkiezingen van 2015

De Staten na de verkiezingen van 2015 Ing. 12 oktober 2015 PS2015-629 2015-013520 PS 16 dec De Staten na de verkiezingen van 2015 Stichting Decentraalbestuur.nl 12 oktober 2015 Colofon Onderzoeker Dr. P. Castenmiller (Stichting DecentraalBestuur.nl)

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

De corporaties is gevraagd of hun naam genoemd kan worden in de berichtgeving.

De corporaties is gevraagd of hun naam genoemd kan worden in de berichtgeving. Quick scan investeren in energiebesparing sociale huursector 2 juli 2013 Inleiding De Woonbond heeft via een kort onderzoek geïnventariseerd in hoeverre het kabinetsbeleid invloed heeft op het aantal projecten

Nadere informatie

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf Gemeente Zaanstad Rapportnummer: 203x00999.075242_2 Datum: 26 april 2013 Contactpersoon opdrachtgever:

Nadere informatie

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017

REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK. Derde kwartaal Publicatie januari 2017 REGIONALE TRENDRAPPORTAGE BANENAFSPRAAK Derde 2016 Publicatie januari 2017 Regionale trendrapportage banenafspraak: derde 2016 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Verantwoording CCV over 2014

Verantwoording CCV over 2014 Verantwoording CCV over 2014 Toelichting i) Jaarlijks voert de afdeling Toezicht van de NOvA namens alle dekens de centrale controle op de verordeningen (CCV) uit. In de CCV wordt teruggekeken naar het

Nadere informatie

Raadsvragenuan de raadsleden de heren B. Gerard en J. Vleeshouwers over

Raadsvragenuan de raadsleden de heren B. Gerard en J. Vleeshouwers over gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontvrikkeling en Beheer Raadsnummer 07. R2049. OOI Inboeknummer o7bstoo56a Beslisdatum B5MT 3 april 2007 Dossiernummer 7I4.35I Raadsvragenuan de raadsleden de heren

Nadere informatie

Initiatief voorstel tot de instelling van een ad hoc commissie op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde provincie Utrecht 2003.

Initiatief voorstel tot de instelling van een ad hoc commissie op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde provincie Utrecht 2003. Initiatief voorstel tot de instelling van een ad hoc commissie op grond van artikel 45 van het Reglement van Orde provincie Utrecht 2003. Datum: 12 september 2005 Aan: Van: Onderwerp: Provinciale Staten

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

Indieningsvereisten ruimtelijke plannen gemeente Wierden

Indieningsvereisten ruimtelijke plannen gemeente Wierden Beleidsregel Indieningsvereisten ruimtelijke plannen gemeente Wierden Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan is de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Er wordt veel belang gehecht aan

Nadere informatie

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang : Leeftijd intermediaire bedrijven Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang INLEIDING Het Ratinginstituut Financieel Dienstverleners (RiFD) publiceert regelmatig actuele,

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 0-meting december 2008 Rapportage: januari 2009 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/005277/9726 Agendapunt 5

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/005277/9726 Agendapunt 5 Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 23 september 2014 Onderwerp: Coördinatieregeling Plantage Aan de raad. Beslispunten *Z001DD51A1 1. De coördinatieregeling als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Memo Kenmerk thm/2009.00091 Aan Stuurgroep gasfabrieken Kopie Werkgroep B08 Van Remco de Boer, Thom Maas (Bodem+) Datum 2 april 2009 Onderwerp Herijking programma gasfabrieken Aanleiding De afspraken met

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Aanvullend advies aan het Interprovinciaal Overleg over de verdelingsvraagstukken samenhangend met de BBL-oud-grond Juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 2

Nadere informatie

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten. Ing. maart 2014 PS2014-1 2014-0039 PS23/4 Van: geurt van de kerk Verzonden: maandag 10 maart 2014 9:44 Aan: info@gdindex.nl Onderwerp: Gemeentelijke duurzaamheidsindex GDI#2014

Nadere informatie

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,

Nadere informatie

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032

Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Registratienr.: Z/14/002273/4032 Pagina 1 van 7 Versie Nr. 1 Afdeling: Beleid Ruimte Leiderdorp, 17 juni 2014 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan W4 Aan de raad. Beslispunten *Z000C92A36 1. Geen exploitatieplan vast te stellen

Nadere informatie

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011 Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60 info@buitenhek.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 27 562 Verstedelijkingsbeleid tot 2010 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur,

Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur, Bouwen in natuurgebieden in de Ecologische Hoofdstructuur, 2000-2012 Indicator 10 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015

Regionale trendrapportage banenafspraak: stand 3 e kwartaal 2015 Regionale trendrapportage afspraak: stand 3 e kwartaal 2015 UWV brengt op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Werkkamer vanaf 2016 elk kwartaal een regionale trendrapportage

Nadere informatie

Q & A Woningbouwprogramma Bispinckpark/ Landje van Van Riessen

Q & A Woningbouwprogramma Bispinckpark/ Landje van Van Riessen Q & A Woningbouwprogramma Bispinckpark/ Landje van Van Riessen Wat zijn de uitgangspunten voor het stedenbouwkundig perspectief van Landje van Van Riessen, Bispinckpark en Dr. Dirk Bakkerlaan? De ontwikkelingen

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding. NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding

NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding. NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding ROA NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding NEETs in Limburg: trends, spreiding, en duiding ROA Fact Sheet ROA-F-2018/2 ROA-F-2018/2 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Researchcentrum

Nadere informatie

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht Jeugdzorg Plus Plaatsings- en uitstroomgegevens 2018 In deze factsheet geven we u een beeld van het aantal plaatsingen in Jeugdzorg Plus instellingen in 2018, cliëntgegevens en uitstroomgegevens. De cijfers

Nadere informatie

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven

Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Financieringsvoorwaarden ondersteuning Samenwerkingsafspraken energiebesparing bij bedrijven Inleiding In september 2013 is door een groot aantal partijen, waaronder de rijksoverheid, werkgevers- en werknemersorganisaties,

Nadere informatie

Beleid Inzet Woningbouwcontingenten

Beleid Inzet Woningbouwcontingenten Beleid Inzet Woningbouwcontingenten Opgesteld door de afdeling Ruimte van de gemeente Vlagtwedde Datum:31-08-2010 Zaaknummer: ZA.10-5694/DN.10-324 Wijziging: Wijziging: Inhoud Inhoud...3 Inleiding...4

Nadere informatie

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020

Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 Overschrijdingen van de Europese normen voor stikstofdioxide en fijnstof in 2016 en 2020 In dit document wordt, vooruitlopend op de komende NSL rapportage van 2017, een kort overzicht gegeven van de resultaten

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES

RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES RWU INVENTARISATIE VOORRAADONTWIKKELING EN NIEUWBOUWPLANNEN CORPORATIES 2017-2022 1. De 3% groei ambitie De gemeenten van de U16 en de 22 corporaties, verenigd in het Regioplatform Woningcorporaties Utrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een

Nadere informatie

Quick-scan Huishoudelijk Hulp toelage

Quick-scan Huishoudelijk Hulp toelage Quick-scan Huishoudelijk Hulp toelage Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 10 februari 2015 Pagina 1 1 Inleiding en methodologie Het kabinet heeft op 7 juli jl. in een brief aan

Nadere informatie