Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 2552/Interpolis - SGG Beheer I. MELDING 1. Op 20 juni 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat N.V. Interpolis en SGG Beheer B.V. voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Als gevolg hiervan zullen N.V. Interpolis en SGG Beheer B.V. enerzijds en BMC Groep B.V.[1] anderzijds gezamenlijk zeggenschap verwerven over Tredin B.V. in de zin van artikel 27, onder c, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 121 van 27 juni Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. N.V. Interpolis (hierna: Interpolis) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht. Interpolis is een dochteronderneming van Coperatieve Centrale Raiffeisen Boerenleenbank B.A. (hierna: Rabobank Nederland) die aan het hoofd staat van de Rabobank groep. De Rabobank groep biedt banken verzekeringsdiensten aan zoals levens- en schadeverzekeringen, diensten op het gebied van betalingsverkeer, spaarvoorzieningen, kredietverlening, hypotheken, leasing, pensioen- en verzekeringsadministratie en vermogensbeheer. Tot de Rabobank groep behoren, naast Interpolis, onder andere de lokale Rabobanken, Rabobank International, De Lage Landen, Schretlen & C0 en Robeco Groep. 3. SGG Beheer B.V., h.o.d.n. Relan Beheer (hierna: Relan Beheer), is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Alle aandelen in Relan Beheer zijn in handen van Relan N.V.[2] Relan Beheer heeft 13 werkmaatschappijen, onderverdeeld in vijf productdivisies, te weten Relan Arbo, Relan Zekerheid, Relan Pensioen, Relan Support en Diversen. Relan Beheer is actief op het gebied van fondsenbeheer, automatisering, facilitaire dienstverlening, assurantiebemiddeling, administratieve dienstverlening, gegevenslogistiek en arbodienstverlening. 4. BMC Groep B.V. (hierna: BMC) is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Haar belangrijkste aandeelhouders zijn A&S Worksupport B.V., Kohler Consult & Management B.V. en een aantal particulieren. BMC oefent zeggenschap uit over Bestuur en Management Consultants Leusden B.V., TMOP B.V. en Bestuur en Management Consultants Antillen B.V. Zij is, samen met de genoemde

2 ondernemingen, actief op het gebied van interim-management, projectondersteuning, werving en selectie en communicatieconsultancy. 5. Tredin B.V. (hierna: Tredin) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Haar aandeelhouders zijn Interpolis, Relan Beheer, BMC en drie particulieren. Tredin biedt diensten aan op arbeidsdeskundig- en medisch gebied, waaronder claimbeoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en advisering met betrekking tot rentegratie. III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemelde operatie betreft een voorgenomen fusie en is neergelegd in een Fusie-Overeenkomst Coperatieve Centrale Raiffeisen Boerenleenbank B.A., N.V. Interpolis, Relan N.V., SGG Beheer, en [Merlijn][3] d.d. 15 juni Als gevolg van deze overeenkomst wordt een naamloze vennootschap "Merlijn" opgericht. De activiteiten van Interpolis en Relan Beheer worden ingebracht in Merlijn. Rabobank Nederland zal 92,5% van de aandelen in Merlijn houden; 7,5% van de aandelen zal worden gehouden door Relan N.V. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 6, omschreven transactie leidt er toe dat de activiteiten van Interpolis en Relan Beheer worden samengevoegd en ondergebracht in een nieuwe entiteit Merlijn. Rabobank Nederland, die de meerderheid van de aandelen in Merlijn zal gaan houden, zal uitsluitende zeggenschap over Merlijn kunnen uitoefenen. 8. Voorts zal de transactie tot gevolg hebben dat Interpolis en Relan Beheer enerzijds en BMC anderzijds gezamenlijke zeggenschap verwerven over Tredin.[4] Tredin is reeds als zelfstandige economische eenheid actief. Zij is voorts op duurzame basis werkzaam. BMC is niet actief op de markt voor arbodienstverlening of een aanverwante markt noch op enige markt waarop Rabobank Nederland en Relan Beheer actief zijn. Het is derhalve niet aannemelijk dat de moederondernemingen van Tredin als gevolg van de onderhavige transactie het marktgedrag gaan cordineren. Derhalve kan Tredin worden aangemerkt als een volwaardige onderneming zodat de gemelde operatie tevens een concentratie is in de zin van artikel 27, onder c van de Mededingingswet. 9. Betrokken ondernemingen zijn Interpolis, Relan Beheer, BMC en Tredin. 10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentraties binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht vallen. V. BEOORDELING

3 A. Relevante markten Relevante productmarkten 11. Volgens partijen is er overlap op de volgende markten: (a) voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen, (b) beheer van vermogen, (c) arbo-dienstverlening, (d) assurantiebemiddeling, (e) voeren van de administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen. (a) Administratie van collectieve pensioenregelingen 12. Volgens partijen vormt het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen een aparte, van andere typen van administratieve diensten te onderscheiden markt. De reden hiervan is dat grote kennis van toepasselijke wet- en regelgeving nodig is voor het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen. Partijen verwijzen hierbij naar de zaak 644/PVF - Achmea[5] waarin eveneens is uitgegaan van een aparte markt voor het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen. 13. Met partijen kan worden aangenomen dat het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen een aparte, van andere administratieve diensten te onderscheiden, activiteit is.[6] Er is grote kennis nodig van toepasselijke wet- en regelgeving hetgeen ertoe leidt dat in het onderhavige geval kan worden uitgegaan van een markt voor het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen. De afnemers van administratiediensten ten behoeve van collectieve verzekeringen zijn bedrijfspensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen. Of de markt voor het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen nader onderscheiden dient te worden in aparte markten voor het administreren van bedrijfspensioenfondsen enerzijds en het administreren van ondernemingspensioenfondsen anderzijds kan in het onderhavige geval in het midden blijven, aangezien de uiteindelijke materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 27). (b) Vermogensbeheer 14. Partijen merken de activiteiten op het gebied van vermogensbeheer aan als een aparte markt. Zij verwijzen hierbij naar het besluit 644/PVF - Achmea [7]. Met partijen kan worden aangenomen dat voor de onderhavige beoordeling moet worden uitgegaan van een markt voor vermogensbeheer. (c) Arbo-dienstverlening 15. Partijen geven aan dat deze markt in feite een scala aan diensten omvat. Het is mogelijk om deze activiteiten nader onder te verdelen naar de verschillende sectoren waarin de afnemers werkzaam zijn. Voor de onderhavige beoordeling zal een dergelijk nader onderscheid volgens partijen echter geen verschil maken. 16. Met partijen kan worden aangenomen dat in het onderhavige geval kan worden uitgegaan van de markt voor het aanbieden van arbo-dienstverlening. In eerdere besluiten[8] is geconcludeerd dat de markt voor arbodienstverlening een scala van diensten omvat, waarvan de door de Arbeidsomstandighedenwet omschreven diensten de kern vormen, maar die

4 mede daarmee verband houdende, niet-wettelijke diensten omvat. 17. Een nader mogelijk onderscheid zou gemaakt kunnen worden naar de verschillende sectoren waarin de afnemers van de arb0-dienstverlening actief zijn. In de besluiten als genoemd in punt 16 is in het midden gelaten of er sprake is van n markt voor arbo-dienstverlening of van markten voor arbodienstverlening per sector. Een eventuele opsplitsing naar sectoren of soorten afnemers kan ook in het onderhavige geval achterwege blijven nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 29). (d) Assurantiebemiddeling 18. Partijen geven aan dat de bemiddelingsactiviteiten bij de totstandkoming van alle soorten van verzekeringen behoren tot de markt van assurantiebemiddeling. Onder assurantiebemiddeling wordt voor de beoordeling van het onderhavige geval verstaan de activiteiten van daartoe gespecialiseerde tussenpersonen die op provisiebasis bemiddelen bij het sluiten van verzekeringen.[9] Een nadere onderverdeling zou nog kunnen worden gemaakt tussen bemiddeling bij de totstandkoming van levensverzekeringen enerzijds en bij de totstandkoming van schadeverzekeringen anderzijds. Ook zou mogelijk nog een onderscheid kunnen worden gemaakt naar assurantiebemiddeling ten behoeve van de zakelijke markt enerzijds en ten behoeve van de particuliere markt anderzijds. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of de twee weergegeven segmenteringen van de markt moeten worden gemaakt nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 31). (e) Administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen 19. Partijen geven aan dat de activiteiten betreffende de administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen zoals WAO-hiaatverzekeringen en Ziektewet-vervangende verzekeringen een aparte markt vormen. Deze activiteiten vragen een grote kennis van toepasselijke wet- en regelgeving en is daardoor te onderscheiden van andere (verzekerings)administratiediensten, aldus partijen. Partijen wijzen er op dat geen overkoepelende markt voor administratieve diensten is aan te wijzen, aangezien administratieve activiteiten, zoals salarisverwerking, assurantiebemiddeling, verzekeringsadministratie en pensioensadministratie, dermate verschillend van aard zijn dat zij voor afnemers geen substitueerbaar aanbod opleveren. 20. Met partijen kan worden aangenomen dat het administreren van geprivatiseerde sociale verzekeringen andere vaardigheden vergt dan het aanbieden van administratieve diensten in algemene zin, mede gelet op de specifieke wet- en regelgeving. In het besluit 1672/Interpolis en VSP Beheer - Van Spaendonck AA[10] is uitgegaan van een markt voor de administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen als meest nauwe marktafbakening. In het onderhavige geval kan de precieze marktafbakening evenwel in het midden blijven, omdat de uiteindelijke materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 33). Relevante geografische markten (a) Administratie van collectieve pensioenregelingen 21. Partijen geven aan dat de relevante geografische markt voor de

5 administratie van pensioenregelingen geheel Nederland omvat. De afnemers, de pensioenfondsen en de aanbieders zijn op landelijke schaal actief en hebben niet of nauwelijks activiteiten buiten Nederland. De toepasselijke weten regelgeving verschilt per land zodanig dat om die reden moet worden uitgegaan van een landelijke markt, aldus partijen. 22. Met partijen kan op grond van de genoemde argumenten worden uitgegaan van een nationale markt voor het voeren van de administratie van collectieve pensioenregelingen. (b) Vermogensbeheer 23. Partijen geven aan dat de geografische markt voor vermogensbeheer ten minste Europa omvat. Volgens partijen is de markt van vermogensbeheer door de omvang van het te beleggen vermogen van nature een markt die zich niet tot Nederlandse landsgrenzen beperkt. Vragers en aanbieders van de diensten op het gebied van vermogensbeheer opereren op een markt die in ieder geval de Europese Unie bestrijkt. Deze internationalisering wordt bevorderd door de vergaande liberalisering die de financile dienstverlening, waaronder het vermogensbeheer valt, binnen de Europese Unie ondergaat. In dit kader is onder meer een gemeenschappelijke valuta ingevoerd, waardoor valutarisicos tot het verleden behoren, aldus partijen. In de zaak 1694/Detam Pensioenservices - Relan Groep[11] is uitgegaan van tenminste een Europese markt. In het onderhavige geval kan een exacte afbakening achterwege blijven nu dat de materile beoordeling niet benvloedt (zie punt 28). (c) Arbo-dienstverlening 24. De relevante geografische omvang van arbo-dienstverlening is volgens partijen Nederland vanwege de toepasselijke wet- en regelgeving. De in Nederland geldende wet- en regelgeving met betrekking tot arbodienstverlening wijkt af van die in andere landen. Voorts is de structuur van vraag en aanbod als nationaal aan te merken.[12] Met partijen kan worden uitgegaan van een Nederlandse markt voor het aanbieden van arbo-diensten. (d) Assurantiebemiddeling 25. Partijen geven aan dat sprake is van een nationale markt voor assurantiebemiddeling. Vanuit de afnemers bezien is er echter eerder sprake van een lokale markt ten behoeve van particuliere afnemers en mogelijk een regionale of nationale markt ten behoeve van de grotere zakelijke afnemers. Partijen zijn evenwel landelijke spelers met activiteiten verspreid over het hele land. In het onderhavige geval kan in het midden blijven of (een) markt(en) voor assurantiebemiddeling nationaal, regionaal of lokaal is/zijn, aangezien de uiteindelijke materile beoordeling hierdoor niet wordt benvloed (zie punt 31). (e) Administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen 26. De geografische omvang van de markt voor het voeren van administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen omvat volgens partijen Nederland. Volgens partijen worden de contractsvoorwaarden bij het voeren van verzekeringsadministraties landelijk overeengekomen en worden er geen lokaal gedifferentieerde contractsvoorwaarden gehanteerd. In een eerder besluit[13] is eveneens een nationale markt voor administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen aannemelijk geacht onder meer nu de

6 aanbieders van deze diensten nationaal actief zijn alsmede het feit dat de toepasselijke wet- en regelgeving in belangrijke mate verschilt van andere landen hetgeen een ruimere dan nationale markt onaannemelijk maakt. In het onderhavige geval kan met partijen worden uitgegaan van een nationale markt voor de administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen. B. Gevolgen van de concentratie (a) Administratie van collectieve pensioenregelingen 27. Partijen geven aan dat het gezamenlijke marktaandeel van de betrokken ondernemingen[14] minder dan [0-10]% bedraagt op basis van jaarpremies. Wordt gekeken naar het aantal actieve deelnemers of naar het aantal fondsen dan behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15%.[15] Wordt gekeken naar bedrijfspensioenfondsen dan behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 25%[16], wordt gekeken naar ondernemingspensioenfondsen dan behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15%[17]. Er bestaat geen aanleiding om aan deze gegevens te twijfelen. (b) Vermogensbeheer 28. Partijen stellen het gezamenlijke marktaandeel[18] met betrekking tot vermogensbeheer op een Europese markt op minder dan [0-10]%.[19] Zij geven aan dat er grotere spelers actief zijn zoals UBS, AXA, Barclays, Allianz en Deutsche Bank. Er bestaat geen aanleiding om aan de opgave van partijen te twijfelen. Indien uit wordt gegaan van een Europese markt voor vermogensbeheer, dan neemt Robeco op een ranglijst van de top Europese vermogensbeheerders van ultimo 1999 een 33e plaats in op deze ranglijst. Er zijn zeker vijf Nederlandse vermogensbeheerders die een groter beheerd vermogen hebben dan Robeco. Indien er van uit zou worden gegaan dat de markt voor vermogensbeheer wereldwijd is, dan is het gezamenlijke marktaandeel van Interpolis en SGG Beheer op de markt voor vermogensbeheer logischerwijs lager. (c) Arbo-dienstverlening 29. In punt 8 is reeds aangegeven dat BMC niet actief is op de markt voor arbodienstverlening of een aanverwante markt. Partijen geven aan een gezamenlijk marktaandeel op basis van omzetten te behalen van minder dan 15%. Indien wordt uitgegaan van het aantal werknemers dat zij onder contract hebben dan behalen partijen een marktaandeel van ongeveer [15-25]%.[20] Er bestaat geen aanleiding om aan de informatie van partijen te twijfelen. Naast partijen zijn er grotere spelers actief, zowel wat betreft omzet, Arbo Unie en ArboNed, als aantal werknemers, Arbo Unie. Daarnaast zijn er nog veel andere spelers actief. Indien een ander odnerscheid zou worden gemaakt naar de sectoren waarin de afnemers actief zijn, dan blijkt dat Interpolis en SGG Beheer (gezamenlijk) met name relatief sterk zijn in de sectoren landbouw, jacht en bosbouw en reparatie consumentenartikelen en handel. Als gevolg van de onderhavige concentratie vindt er echter geen versterking aangezien uitsluitend Relan Arbo relaties heeft in de sectoren landbouw, jacht en bosbouw. Commit Arbo is met name relatief sterk in de sector handel. Ook op sectorniveau bezien, zijn er steeds in voldoende mate andere landelijke aanbieders van arbodiensten actief.

7 30. Partijen zijn tevens actief op het gebied van collectieve en private inkomensvervangende en -ondersteunende verzekeringen. Gelet op de positie van partijen op deze markten alsmede gelet op het feit dat er voldoende overige spelers actief blijven, is het niet aannemelijk dat als gevolg van de onderhavige transactie marktafsluitende effecten zouden kunnen optreden. In dit verband kan er op worden gewezen dat Interpolis op het gebied van collectieve en private inkomensvervangende en -ondersteunende verzekeringen een marktaandeel heeft van minder dan 10%. Onder deze omstandigheden is niet aannemelijk dat op grond van eventuele synergieeffecten tussen de activiteiten van partijen op het gebied van collectieve en private inkomensvervangende en -ondersteunende verzekeringen enerzijds en de activiteiten van de betrokken ondernemingen op het gebied van arbodiensten anderzijds voor het ontstaan van een economische machtspositie op n of meer van de betrokken markten zou moeten worden gevreesd. (d) Assurantiebemiddeling 31. Op nationaal niveau behalen partijen[21] op de markt voor assurantiebemiddeling een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 10%. Er is geen reden om aan het voorgaande te twijfelen. De assurantiebemiddelingsactiviteiten die Relan via Cadans Intermediair B.V. en Sigma B.V. verricht, beperken zich uitsluitend tot de zakelijke markt en betreffen geprivatiseerde sociale verzekeringen. Het uiterst beperkte marktaandeel van Relan op het gebied van assurantiebemiddeling van [0-10]% is volgens partijen een duidelijke indicatie daarvoor. Indien de markt voor assurantiebemiddeling zou worden gesegmenteerd naar schadeverzekeringen en levensverzekeringen en vervolgens naar particuliere afnemers en zakelijke afnemers achten partijen het niet aannemelijk dat de marktaandelen op de mogelijk te onderscheiden markten meer dan 10% beloopt. Er is geen reden om aan deze opgaven van partijen te twijfelen. Indien wordt uitgegaan van lokale of regionale markten voor assurantiebemiddeling, al dan niet nader gesegmenteerd, zal de positie van partijen niet noemenswaardig afwijken. 32. Partijen zijn niet alleen actief op het gebied van assurantiebemiddeling maar ook op het gebied van verzekeringen. Echter gelet op de positie van partijen op deze markten alsmede gelet op het feit dat er voldoende overige spelers actief blijven, is het niet aannemelijk dat als gevolg van de onderhavige transactie marktafsluitende effecten zouden kunnen optreden. (e) Administratie van geprivatiseerde sociale verzekeringen 33. Partijen[22] behalen op het gebied van het administreren van geprivatiseerde sociale verzekeringen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 15% indien wordt uitgegaan van het aantal werknemers.[23] Er bestaat geen aanleiding om aan de opgave van partijen te twijfelen. Op een markt van administratieve diensten zal de positie van Interpolis en SGG Beheer niet veel anders zijn, gelet op de marktaandelen van Interpolis en SGG Beheer op de markten van assurantiebemiddeling (zie punt 31) en het voeren van verzekeringsadministraties (zie hiervoor) en het feit dat slechts de Rabobank Groep via Van Spaendonck Administratie en Automatisering B.V. op de markt van het voeren van salarisadministratie actief is.

8 VI. CONCLUSIE 34. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 35. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 10 augustus 2001 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. G.F. Pieters Wnd. directeur Juridische Dienst Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam [1] Voorheen genaamd: Bestuur & Management Consultants Participatie B.V. [2] Stichting Administratiekantoor SGG is houder van aandelen B in Relan N.V., evenals Stichting Cadans Groep. De aandelen A in Relan N.V. worden gehouden door Stichting Cadans Holding en Stichting GUO Publiek Beheer. [3] Merlijn is de naam van de vennootschap in oprichting die de gezamenlijke activiteiten van Interpolis en Relan Beheer zal voortzetten. [4] Op grond van artikel 37 van de statuten van Tredin zal Merlijn samen met BMC beslissende invloed kunnen uitoefenen op de onderneming van Tredin. [5] Besluit van 20 mei [6] Vergelijk ook het besluit van 11 februari 2000 in de zaak 1671/Interpolis en Van Spaendonck - Spint, punten 24 tot en met 27. [7] Reeds aangehaald.

9 [8] Zie onder meer het besluit van 17 maart 2001 in de zaak 2400/NN-ASR - SFB Arbo-SFB ArboDuo, het besluit van 22 juni 2000 in de zaak 1924/Achmea - Gak Holding, het besluit van 14 april 2000 in zaak 1809/Interpolis Commit Beheer, het besluit van 19 oktober 1999 in zaak 1326/Arbo Unie, het besluit van 30 augustus 1999 in zaak 1423/Arbo Groep Gak Arbo Management Groep en het besluit 27 augustus 1999 in zaak 1414/PGGM-VGZ Twaalf Provincin. [9] Sommige verzekeraars bieden verzekeringen rechtstreeks aan; andere verzekeraars bieden zowel rechtstreeks als via tussenpersonen verzekeringen aan. Aangezien Cadans Intermediair B.V., Sigma B.V., Van Spaendonck Risk B.V. en de lokale Rabobanken actief zijn via tussenpersonen is er verder geen aanleiding om een eventuele markt voor verkoop van verzekeringen, ongeacht de wijze van aanbod oftewel inclusief rechtstreeks aangeboden verzekeringen te bekijken. [10] Besluit van 11 februari [11] Besluit van 11 februari [12] Zie besluit van 17 maart 2001 in zaak 2400/NN-ASR-SFB Arbo-AFB ArboDuo en besluit van 19 oktober 1999 in zaak 1326/Arbo Unie. [13] Vergelijk ook het besluit van 11 februari 2000 in de zaak 1672/Interpolis en VSP Beheer - Van Spaendonck AA, punt 24. [14] Interpolis & Van Spaendock Pensioenen, Beon en Relan Pensioen. [15] Het totaal aantal pensioenfondsen stellen partijen vast op 945, het totaal actieve deelnemers op en de totale jaarpremie (x1000) op Partijen hebben deze totale marktvolumes vastgesteld op basis van het Statistisch Jaarboek 2000, Financile gegevens pensioenfondsen 1998 van de Verzekeringskamer. [16] Berekend op basis van aantal; berekend op basis van jaarpremies of aantal actieve deelnemers zou dit aandeel lager zijn. [17] Berekend op basis van jaarpremies; berekend op basis van aantal (actieve deelnemers) zou dit aandeel lager zijn. [18] Op dit gebied zijn Robeco, Interpolis & Van Spaendonck Pensioenen B.V. en Relan Pensioen B.V. actief. [19] Partijen gaan hierbij uit van een totaal beheerd vermogen door Europese beleggingsfondsen van ongeveer USD 3000 miljard. Zij baseren zich hierbij op interne documentatie. [20] Partijen baseren zich hierbij op cijfers die afkomstig zijn uit het Financieel Dagblad alsmede op interne informatie. [21] Cadans Intermediair B.V., Sigma B.V., Van Spaendonck Risk B.V. en de lokale Rabobanken. [22] Van Spaendonck AA B.V., SGG Collectief B.V., Cadans Assurantie

10 Administratie B.V. en Beon Employee Benefits B.V. [23] Er bestaan, voor zover partijen bekend, geen omzetgegevens op het gebied van het administreren van geprivatiseerde sociale verzekeringen. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.