Nieuwsbrief Wet en Regelgeving per 2017

Transcriptie

1 Nieuwsbrief Wet en Regelgeving per 2017 Voor 2017 staan er weer een belangrijk aantal wijzigingen aan te komen op het personeels- en salarisgebied. In deze nieuwsbrief hebben wij een opsomming gemaakt van de belangrijkste thema s op de agenda van de Wet en regelgeving voor volgend jaar. Bijtellingstarieven auto Het kabinet wil het stelsel van autobelastingen eenvoudiger maken, onder andere door het aantal bijtellingspercentages te verminderen. De veranderingen moeten ook zorgen voor stabiele belastinginkomsten en een efficiëntere bijdrage aan een gezonder milieu. De bijtelling voor alle (lease)auto's gaat geleidelijk naar 22%. Alleen volledig elektrische auto's krijgen een extra stimulans door een bijtelling van 4%. Datum eerste toelating De datum van eerste toelating van de auto is het moment waarop voor de auto een kenteken is afgegeven. Die datum is gekoppeld aan de auto en wijzigt gedurende het bestaan van de auto niet, ook niet als de auto om wat voor reden dan ook een ander kenteken, een andere eigenaar of een andere berijder krijgt. Voor auto s met een verlaagde bijtelling met een eerste tenaamstelling op of na 1 juli 2012, blijft het bijtellingspercentage gedurende zestig maanden hetzelfde. Na afloop van die periode moet u opnieuw kijken in welke bijtellingscategorie de auto op dat moment valt.

2 Lage-inkomensvoordeel (LIV) Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een onderdeel van de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) en regelt dat werkgevers vanaf 1 januari 2017 een vaste tegemoetkoming per uur krijgen voor werknemers die minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimumloon verdienen. Hier wordt gekeken naar het SV uurloon inclusief vakantietoeslag. In het kalenderjaar moet ten minste 1248 verloonde uren zijn opgenomen in de loonaangifte. De hoogte van het LIV loopt op van tot maximaal per jaar en is afhankelijk van het aantal gewerkte uren en de hoogte van het loon. Een werkgever heeft recht op een lage-inkomensvoordeel van: 1. 1,01 per uur en maximaal per jaar als het gemiddelde uurloon per kalenderjaar meer bedraagt dan 9,54 (100%) maar niet meer dan 10,49 (110%); 2. 0,51 per uur en maximaal per jaar als het gemiddelde uurloon per kalenderjaar meer bedraagt dan 10,50 (110%) maar niet meer dan 11,92 (125%); De LIV wordt door de belastingdienst na afloop van het kalender jaar berekend en eventueel toegekend. U hoeft zelf niets te doen. Indien u in aanmerking komt voor de LIV zal dit in september 2018 uiterlijk worden uitgekeerd. Compensatie voor hoger minimumjeugdloon per 2018 Minimumjeugdloon stapsgewijs verhoogd in 2017 De leeftijd waarop werknemers recht krijgen op het volledige minimumjeugdloon wordt stapsgewijs verlaagd vanaf 1 juli Tegelijkertijd wordt het minimumloon voor werknemers van achttien tot en met twintig jaar verhoogd. Het kabinet wil dat werknemers een minimumloon verdienen waarvan ze kunnen rondkomen. Dat geldt ook voor jongeren van 21 jaar die werken en van wie wordt verwacht dat ze financieel zelfstandig zijn. Daarom wordt het minimumloon verhoogd voor werknemers van 18 tot en met 22 jaar. 22-jarigen krijgen daardoor per 1 juli 2017 recht op het volledige minimumloon. Hoewel het minimumjeugdloon waarschijnlijk al per 1 juli 2017 omhoog gaat, komt er pas per 1 januari 2018 een compensatie voor deze verhoging. In het eerste jaar wordt de tegemoetkoming ter compensatie wel anderhalf keer zo hoog. Bedragen tegemoetkoming 2018 Leeftijd op 31 december v/h afgelopen jaar Compensatie per uur Maximum per kalenderjaar 21 jaar 1, ,40 20 jaar 0, ,40 19 jaar 0,23 478,40 18 jaar 0,18 374,40 De tegemoetkoming die werkgevers zullen krijgen werkt op dezelfde manier als het lage inkomensvoordeel (LIV). Dat betekent dat werkgevers behalve het voeren van een correcte loonadministratie niets hoeven te doen om de compensatie te ontvangen. Ze krijgen het na afloop van het kalenderjaar automatisch.

3 Handhaving Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) wordt opgeschort naar 1 januari 2018 Staatssecretaris Wiebes erkent dat de Wet DBA in de huidige vorm niet werkbaar is. Hij verlengt de implementatietermijn van de wet tot 1 januari 2018 en neemt een aantal maatregelen om in deze extra tijd knelpunten op te lossen. Wat betekent dit voor u als werkgever? De Belastingdienst zal niet vanaf 1 mei 2017, maar met ingang van 2018 handhavend optreden. Op deze manier hoopt de staatssecretaris dat de rust terugkeert terwijl hij tegelijk ook tijd creëert om een aantal knelpunten weg te nemen. Hij erkent dat opdrachten niet meer worden toegekend. In de VAR-systematiek was alleen de opdrachtnemer verantwoordelijk voor de fiscale gevolgen van de arbeidsrelatie, terwijl de opdrachtgever en opdrachtnemer de arbeidsrelatie samen vormgeven. De Wet DBA brengt de verantwoordelijkheden tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers weer in balans doordat opdrachtgevers en opdrachtnemers samen verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van de arbeidsrelatie en de gevolgen daarvan voor de loonheffingen. Vaak is het duidelijk dat er geen sprake is van loondienst. Maar bij twijfel over hun arbeidsrelatie kunnen opdrachtgevers en zelfstandigen zonder personeel (zzp ers) nu in plaats van een VAR een modelovereenkomst gebruiken. Toetsingscriteria Toetsingscriteria voor vaststellen van een dienstbetrekking zijn: 1. persoonlijk verrichten arbeid; 2. loon; 3. gezagsverhouding; 4. overige feitelijke omstandigheden. Bij overige feitelijke omstandigheden spelen onder meer mee: - Zijn er andere opdrachtgevers? - Heeft de arbeid een incidenteel karakter? - Wie is aansprakelijk (werknemer namelijk vrijwel nooit)? - Wie deelt werkzaamheden in/bepaalt werktijden? - Wordt er ondernemingsrisico gedragen? - Moet de zzp er zelf zorg dragen voor hulpmiddelen en/of grondstoffen? - Moeten werkzaamheden (administratie) worden verantwoord/urenregistratie? - Is er toezicht op werk?

4

5 Verbod op inhoudingen op minimumloon vanaf 2017 Het verbod op inhoudingen op het minimumloon treedt op 1 januari 2017 in werking. Dit is geregeld in de Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS). In 2015 zijn de eerste wijzigingen volgens de wet WAS doorgevoerd. 1. Het loon mag niet meer contant worden overgemaakt. U moet minimaal het salarisgedeelte gelijk aan het wettelijk minimumloon giraal overmaken. 2. Een AOW er heeft recht op het minimumloon 3. Duidelijke loonstrook gespecificeerd In 2017 volgt het verbod op inhoudingen Verrekeningen en inhoudingen op het minimumloon zijn niet meer toegestaan. Op dit verbod gelden twee uitzonderingen: - Inhoudingen op kosten voor huisvesting met een maximum van 25% - Inhouding van de gemiddelde zorgverzekeringspremie Gegevens voor betaling huur Voor de rechtstreekse betaling van de huisvestingskosten van een werknemer geldt per 1 januari 2017 dat werkgevers al deze gegevens in hun administratie moeten bewaren: een schriftelijke volmacht van de werknemer; loonstroken; een afschrift van de huurovereenkomst; gegevens over de verhuurder; zo nodig een bewijs van de certificering van de verhuurder; bewijzen van betalingen aan de verhuurder. Elke keer als een werknemer verhuist, moeten deze gegevens bijgewerkt worden. Werkgevers krijgen dus te maken met behoorlijk wat administratieve rompslomp als zij rechtstreeks de huisvestingskosten van hun werknemers willen betalen. Uitzondering op de uitzondering voor arbeidsbeperkte werknemers Voor de doelgroep van de banenafspraak geldt een uitzondering: werkgevers mogen voor deze werknemers alle huisvestingskosten en zorgverzekeringspremie rechtstreeks betalen aan de verhuurder, energieleverancier en zorgverzekering. Daarmee wil de overheid voorkomen dat deze groep werknemers in de problemen komt. Volmacht is een vereiste Om rechtstreeks de huur, nutsvoorzieningen of zorgverzekeringspremie van een werknemer te mogen betalen, heeft de werkgever straks een volmacht van de betreffende werknemer nodig. Heeft de werkgever die niet, dan is er in feite sprake van onderbetaling.

6 Veranderingen Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) Wettelijke vernietigingstermijnen van personeelsdossiers: serieuze zaak Op 1 januari 2016 is in Nederland de vernieuwde Wet bescherming persoonsgegevens van kracht geworden. Veel organisatie gebruiken persoonsgegevens en wisselen deze uit. De belangrijkste regels voor de omgang met persoonsgegevens zijn in deze wet vastgelegd. De wet is de Nederlandse uitwerking van de Europese richtlijn bescherming persoonsgegevens(95/46eg). Het is voortaan verplicht datalekken te melden. Daarnaast heeft de Autoriteit persoonsgegevens, die toeziet op naleving van de Wbp, meer bevoegdheden gekregen. Op vrijwel alle overtredingen van de Wbp kunnen nu -per overtreding- boetes worden uitgedeeld tot euro of, indien dat bedrag niet passend is, tot maximaal 10 procent van de jaaromzet. De belangrijkste wettelijke eisen die aan personeelsdossiers worden gesteld: Gegevens, bestanden en documenten mogen niet langer worden bewaard dan wettelijk vastgesteld. Gegevens dienen zorgvuldig en correct te worden verwerkt, bewaard en vernietigd. Het doel van de gegevensvergaring dient duidelijk te zijn. Werknemers hebben het recht op inzage en, indien nodig, op correctie van hun dossier. Zowel de eigenaar als de leverancier voor opslag van de gegevens zijn verantwoordelijk voor de bescherming van deze gegevens. De oplossing Met het nieuwe document management systeem Qwoater is het mogelijk om heel eenvoudig vanuit loket.nl de belangrijke documenten vast te leggen en te raadplegen van de werknemersdossiers. Wijziging Arbowet vanaf 1 juli 2017 Preventie ziekteverzuim levert meer op dan geld Een zieke werknemer kost anderhalf tot tweeënhalf keer zoveel als zijn bruto-loonkosten: dat bedrag bestaat uit omzetverlies en vervanging of extra werk door collega s. Het is dan ook noodzakelijk om een ziekteverzuimbeleid te voeren dat past bij de verzuimproblematiek in uw organisatie. De gewijzigde Arbowet richt zich met name op betere preventie. De regering wil beroepsziekten en arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten zoveel mogelijk voorkomen. Vooral het vermijden van een te hoge werkdruk is uiterst belangrijk. De wet heeft gevolgen voor Arbocontracten en Risico-inventarisatie & evaluaties (RI&E), maar de werkgever krijgt een jaar de tijd om die te wijzigen. Het basiscontract met de arbodienst moet voldoen aan de volgende minimumeisen: De bedrijfsarts moet iedere werkplek kunnen bezoeken Hoe medewerkers gebruik kunnen maken van het recht op een second opinion van een andere bedrijfsarts. Iedere werknemer heeft directe toegang tot de bedrijfsarts via een open spreekuur, ook wel arbeidsomstandigheden spreekuur. Hoe de arbodienstverlener of bedrijfsarts zijn wettelijke taken kan uitvoeren Hoe de preventie-advisering van de bedrijfsarts en met de preventiemedewerker is geregeld Een adequate klachtenprocedure Hoe de bedrijfsarts omgaat met de meldingsplicht voor beroepsziekten