Samenwerkingsvaardigheden bij coöperatief leren: de ontwikkeling van een observatie-instrument

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenwerkingsvaardigheden bij coöperatief leren: de ontwikkeling van een observatie-instrument"

Transcriptie

1 Samenwerkingsvaardigheden bij coöperatief leren: de ontwikkeling van een observatie-instrument Eddie Denessen* Henny van der Meijden* Lisanne Martens* Iris Verbruggen* Karen Krol** Paper gepresenteerd tijdens de Onderwijs Research Dagen juni te Groningen * Onderwijskunde Radboud Universiteit Nijmegen ** Universiteit van Amsterdam Correspondentie: E.Denessen@pwo.ru.nl 1

2 Samenwerkingsvaardigheden bij coöperatief leren: de ontwikkeling van een observatie-instrument Samenvatting In dit paper wordt verslag gedaan van een ontwikkelingsonderzoek ten behoeve van een observatieinstrument voor het meten van samenwerkingsvaardigheden van leerlingen in coöperatieve settings. Op basis van de literatuur is een observatie-instrument ontwikkeld waarmee 34 uitingen van gedrag die wijzen op het voorkomen van een samenwerkingsvaardigheid geregistreerd konden worden. De bruikbaarheid van dit observatieinstrument is nagegaan door de samenwerkingsvaardigheden van 20 leerlingen die in tweetallen aan een coöperatieve taak werkten te registreren. Naast de interbeoordelaarsoverstemming en de interne, factoriële validiteit, is tevens nagegaan in hoeverre sprake was van relaties met externe criteria, zoals de prestaties van de leerlingen. Uit het onderzoek bleek dat met het ontwikkelde instrument samenwerkingsvaardigheden als een ééndimensionioneel construct bepaald konden worden. De interne consistentie van de beoordelingen van de onderscheiden aspecten van samenwerkingsvaardigheden bleek goed te zijn, zij het dat een aantal aspecten die theoretisch gerelateerd zouden zijn aan het construct samenwerkingsvaardigheden, onvoldoende samenhang vertoonden met de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen in dit onderzoek. Coöperatief leren (CL) staat sinds een aantal jaren volop in de belangstelling (Van der Linden, Erkens, Schmidt, & Renshaw, 2000). CL wordt gedefinieerd als een onderwijssituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een gemeenschappelijke taak (Förrer, Kenter, & Veenman, 2000). Onderzoek naar de effecten van CL heeft aangetoond dat CL bijdraagt aan de cognitieve en sociale ontwikkeling van leerlingen (Slavin, 1995). Volgens McConnell (2000) leidt CL tot betere leerprestaties, tot meer metacognitieve vaardigheden en uitleg aan elkaar, tot meer nieuwe ideeën en oplossingen en tot transfer van wat er in de groep geleerd is naar situaties waarbij de leerlingen alleen moeten werken. Onderzoek naar de effecten van CL is hoofdzakelijk gericht op de cognitieve vaardigheden van leerlingen. Naar de effecten van CL op de ontwikkeling van sociale vaardigheden is aanzienlijk minder onderzoek verricht. Slavin (1995) heeft op basis van een review van onderzoeken naar effecten van CL op de sociale vaardigheden van leerlingen de volgende sociale opbrengsten van CL geïdentificeerd: meer respect voor en een betere omgang met leerlingen met een andere culturele achtergrond, sociale acceptatie van leerlingen die minder goed presteren, meer zelfvertrouwen, verbetering van prestaties doordat groepsleden elkaar meer aanmoedigen, meer tijdsbesteding aan leeractiviteiten, het leuk vinden om naar school te gaan, klasgenoten aardig vinden en aardig gevonden worden door klasgenoten, meer altruïstisch en sociaal gedrag en het zich kunnen verplaatsen in elkaars perspectieven. CL lijkt dus niet alleen bij te dragen aan betere leerprestaties, maar ook aan 2

3 sociale vaardigheden. Bovendien zou CL motivatieverhogend werken (Van der Meijden, 2005). De effecten van CL zijn onder andere afhankelijk van de samenwerkingsvaardigheden die leerlingen bezitten (Battistich, Solomon, & Delucchi, 1993; Gillies, 2003; Jordan & Le Métais, 1997). Om met succes te kunnen samenwerken, zouden leerlingen een aantal basisvaardigheden moeten bezitten, zoals het luisteren naar elkaar, elkaar laten uitpraten en adequaat reageren op datgene dat medeleerlingen inbrengen. Dat CL niet altijd de gewenste effecten oplevert zou deels te wijten kunnen zijn aan een niet adequaat verlopende samenwerking. Indien dat het geval is, is daar volgens Kagan (2005) meestal één van de volgende redenen voor te geven: de leerlingen willen niet samenwerken of ze kunnen niet samenwerken. Teamvormingsactiviteiten kunnen ervoor zorgen dat leerlingen wel willen samenwerken (Kagan, 2005). Aandacht besteden aan het aanleren van samenwerkingsvaardigheden kan ervoor zorgen dat leerlingen beter kunnen samenwerken (Kagan, 2005). Naast voorwaardelijk voor positieve effecten van CL, kunnen samenwerkingsvaardigheden ook zelf als effect van CL worden beschouwd. Als leerlingen regelmatig coöperatief leren, leren ze steeds meer samenwerkingsvaardigheden, zodat de samenwerking steeds meer oplevert. De rol van samenwerkingsvaardigheden bij CL is dus tweeledig: enerzijds hebben leerlingen samenwerkingsvaardigheden nodig samen te kunnen werken, anderzijds zou de ontwikkeling van samenwerkingsvaardigheden worden gestimuleerd door de toepassing van CL (Förrer et al., 2000). Naar de effecten van samenwerkingsvaardigheden op de uitvoering van coöperatieve taken en de effecten van deze samenwerkingsvaardigheden op het rendement van CL is echter nog zeer weinig onderzoek verricht (Dillenbourg, Baker, Blaye, & O Malley, 1996). Reden waarom deze studie met name gericht is op de samenwerkingsvaardigheden van leerlingen bij CL. In onderzoeken die tot dusver zijn verricht naar de rol van samenwerkingsvaardigheden bij CL werd veelal nagegaan welke effecten bepaalde vormen van instructie hebben op het verwerven van samenwerkingsvaardigheden. Putnam, Rynders, Johnson en Johnson (1989), bijvoorbeeld, onderzochten het effect van instructie van samenwerkingsvaardigheden op de interactie tussen gehandicapte en niet gehandicapte leerlingen. De interactie van leerlingen die wél instructie hadden gehad op het gebied van samenwerkingsvaardigheden was positiever dan de interactie van leerlingen die geen instructie hadden gehad. Door de instructie was er meer interactie met leerlingen met een handicap. Ook Prater, Bruhl en Serna (1998) constateerden dat instructie in samenwerkingsvaardigheden de interacties binnen coöperatieve groepen ten goede kwam. Naast instructie lijkt ook (met name individuele) feedback op het samenwerkingsproces van invloed te zijn op de ontwikkeling van samenwerkingsvaardigheden (Archer-Kath, Johnson, & Johnson, 1994). In de hierboven beschreven onderzoeken zijn samenwerkingsvaardigheden gemeten met specifiek voor het betreffende onderzoek ontwikkelde meetinstrumenten. Een algemeen bruikbaar observatie-instrument voor het meten van samenwerkingsvaardigheden tijdens CL 3

4 is nog niet ontwikkeld. Hoewel in de literatuur diverse typen samenwerkingsvaardigheden zijn onderscheiden, is er nog weinig empirisch bewijs voor de validiteit van typen samenwerkingsvaardigheden. Ook bij de kwaliteit van de gegevens die in onderzoek naar samenwerkingsvaardigheden zijn verzameld over de mate waarin leerlingen over deze vaardigheden beschikken zijn vraagtekens te plaatsen, door het gebrek aan inzicht in de psychometrische eigenschappen van meetinstrumenten die zijn ingezet om deze vaardigheden te meten. Vanwege het belang van samenwerkingsvaardigheden voor het proces van CL en vanwege het ontbreken van instrumentarium voor het systematisch registreren van dergelijke vaardigheden hebben we onderzoek opgezet met als doel het ontwikkelen van een observatieinstrument voor het meten van samenwerkingsvaardigheden bij CL. Van dit ontwikkelingsonderzoek wordt in dit paper verslag gedaan. De ontwikkeling van een observatie-instrument Op basis van de literatuur over CL hebben we een overzicht gemaakt van mogelijk te observeren samenwerkingsvaardigheden. In praktijkboeken worden veel verschillende vaardigheden beschreven die belangrijk zijn bij samenwerken (Baloche, 1998; Bontekoe et al., 1994; Förrer et al., 2000; Johnson, Johnson, & Holubec, 1994; Kagan, 2005). Bij het beschrijven van de vaardigheden hanteren de bovengenoemde auteurs een indeling op basis van de moeilijkheidsgraad van de samenwerkingsvaardigheden. Zo hanteren Förrer et al. (2000) een indeling van vaardigheden in basisvaardigheden, voortgezette vaardigheden en vaardigheden voor gevorderde groepen. De basisvaardigheden hebben volgens Förrer et al. betrekking op het functioneren in een groep en het gericht zijn op anderen in het algemeen. Voorbeelden hiervan zijn anderen aankijken en om de beurt praten. Voortgezette vaardigheden dragen er volgens Förrer et al. toe bij dat het samenwerken nog meer oplevert. Voorbeelden van voortgezette vaardigheden zijn elkaar aanmoedigen en hulp vragen. Tenslotte verwijzen vaardigheden voor gevorderde groepen naar vaardigheden als problemen oplossen en je in het standpunt van een ander verplaatsen (Förrer et al., 2000). Ook Bontekoe et al. (1994) maken een indeling in drie typen samenwerkingsvaardigheden: elementaire samenwerkingsvaardigheden, moeilijkere samenwerkingsvaardigheden en nog moeilijkere samenwerkingsvaardigheden. Als elementaire vaardigheden worden bijvoorbeeld naar elkaar luisteren en zelf een inbreng hebben genoemd. Onder moeilijkere samenwerkingsvaardigheden vallen vaardigheden als verduidelijking vragen en een ander vragen of hij begrijpt hoe ze tot het gezamenlijke antwoord gekomen zijn. Onder nog moeilijkere vaardigheden vallen volgens Bontekoe et al. (1994) in andere woorden herhalen of samenvatten wat in de groep is besproken en op een juiste manier laten merken dat je het ergens niet mee eens bent. Johnson et al. (1994) hanteren een indeling van forming skills, functioning skills, formulating skills en fermenting skills. Forming skills zijn vaardigheden om het leren in 4

5 groepjes te organiseren. Deze vaardigheden vormen de minimumnormen voor gewenst gedrag. Voorbeelden van forming skills zijn de spreker aankijken en iedereen aanmoedigen mee te doen. Functioning skills zijn vaardigheden om effectieve werkrelaties te behouden en om samen opdrachten af te maken, zoals hulp vragen en aanbieden om iets uit te leggen. Formulating skills zijn vaardigheden om meer over de leerstof te weten te komen, om dieper op de leerstof in te gaan en om op een hoger niveau te redeneren. Voorbeelden van formulating skills zijn hardop samenvatten en elaboreren. Fermenting skills stellen leerlingen in staat om op elkaars bijdragen in te gaan en om constructief te overleggen over alternatieve oplossingen of beslissingen. Voorbeelden van fermenting skills zijn kritiek leveren op ideeën (niet op personen) en verschillende ideeën integreren. Baloche (1998) baseert zijn indeling van samenwerkingsvaardigheden op de indeling van Johnson et al. (1994) en hanteert vier categorieën: getting together skills, getting the job done and staying together skills, getting it skills en een tweede categorie van getting it skills (in het vervolg: getting it skills-ii ). Getting together skills zijn vaardigheden die leerlingen nodig hebben om op de juiste manier met elkaar om te gaan in de groep. Voorbeelden van getting together skills zijn bij je groepje blijven, deelnemen en interesse tonen. Getting the job done and staying together skills zijn vaardigheden die leerlingen nodig hebben om de taak af te maken en om hun relaties met leeftijdsgenootjes te behouden. Voorbeelden van getting the job done en staying together skills zijn informatie vragen en om de beurt praten. Getting it skills zijn vaardigheden die nodig zijn om leerlingen de leerstof te laten begrijpen en goed te kunnen presteren. Leerlingen leren strategieën om kennis te onthouden en om hun werk te plannen. Ook leren ze vaardigheden die nodig zijn om uitleg, kennis en verschillende perspectieven met elkaar te delen. Voorbeelden hiervan zijn hardop denken, herhalen en samenvatten. Getting it skills-ii zijn vaardigheden die nodig zijn om dieper op de leerstof in te gaan, om er meer over na te denken, bijvoorbeeld verschillende perspectieven innemen en verdiepende vragen stellen. Een nadere beschouwing van de in bovenstaande onderzoeken geconceptualiseerde samenwerkingsvaardigheden en een eerste try-out, leverde een lijst op met 34 te observeren samenwerkings-vaardigheden. Wat betreft het niveau van de vaardigheden bleek dat in de geraadpleegde literatuur een eenduidig onderscheid tussen basisvaardigheden en vaardigheden van hoger niveau aanwezig leek te zijn, maar dat tussen onder de onderzoekers wat betreft de hogere niveaus weinig eenduidigheid van indelingen van vaardigheden leek te bestaan. Om deze reden hebben wij vooralsnog een tweedeling gehanteerd van samenwerkingsvaardigheden in basis- en voortgezette vaardigheden (zie Tabel 1). Van deze 34 vaardigheden leek een groot aantal te observeren door de frequentie van deze gedragingen te scoren (bijvoorbeeld de frequentie van het stellen van vragen, het geven van complimentjes en elkaar herinneren aan de opdracht), terwijl een kleiner aantal vaardigheden niet op deze wijze leek te kunnen worden gescoord (bijvoorbeeld inbreng hebben, conflicten oplossen of 5

6 Tabel 1. Samenwerkingsvaardigheden bij coöperatief leren Basisvaardigheden 17. Het werk plannen 1. Op een ordelijke en gedisciplineerde manier in de groep 18. Elkaar aanmoedigen gaan zitten 19. Complimenten geven 2. Bij de groep blijven 20. Hulp vragen 3. Rustig praten en andere groepjes niet storen 21. Hulp aanbieden 4. Elkaars naam gebruiken 22. Helpen om materialen te organiseren 5. Anderen aankijken 23. Elkaar vragen hardop te denken 6. Handen en voeten thuis houden 24. Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen 7. Inbreng hebben 25. Vragen stellen aan elkaar 8. Elkaar laten uitpraten 26. Inhoudelijk of regulatief reageren op wat een ander zegt 9. Zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan 27. Verschil van mening accepteren 10. Materiaal met elkaar delen 11. Aan de taak doorwerken totdat deze af is 12. Aanwijzingen opvolgen 13. Reageren op wat een ander zegt 14. Elkaar of elkaars activiteiten observeren Voortgezette vaardigheden 15. Elkaar herinneren aan de opdracht 28. Met elkaar conflicten oplossen 29. Overeenstemming met elkaar bereiken 30. Een ander vragen of hij het begrijpt 31. Een ander om zijn mening vragen 32. Initiatief nemen om iets te gaan doen 33. Je inleven in de gevoelens van een ander 34. Naar bevestiging vragen 16. De tijd in de gaten houden op een ordelijke manier bij de groep gaan zitten) en beoordeeld zouden moeten worden door observatoren. Het leek erop dat twee observatiesystemen dienden te worden ontwikkeld om samenwerkingsvaardigheden te kunnen observeren: een frequentiesysteem om de frequentie van het gedrag te observeren, en een ratingsysteem om de kwaliteit van bepaalde gedragingen te kunnen beoordelen. We hebben een observatie-instrument ontwikkeld om deze 34 vaardigheden te observeren volgens de twee hierboven vermelde scoringssystemen. Om de bruikbaarheid en de inzetbaarheid van dit observatie-instrument te toetsen is gebruik gemaakt van bestaande data. Het betrof videomateriaal en transcripten die in maart 2001 verzameld zijn in het kader van het onderzoek van Krol-Pot (2005). In haar onderzoek zijn video-opnames gemaakt van leerlingen uit groep 8 die in duo s samenwerkten aan een taaltaak. Voor ons onderzoek werden twee opdrachten van deze taak geanalyseerd met behulp van het observatieinstrument. De tweetallen kregen elk een tekst. Bij de eerste opdracht kregen de leerlingen de instructie op het verschil tussen beide teksten te benoemen. Door te overleggen met elkaar konden ze erachter komen wat het verschil in beide teksten was. Bij de tweede opdracht werden de leerlingen geïnstrueerd de betekenis te zoeken van drie moeilijke woorden in hun tekst. Er werd echter niet meegedeeld dat in de tekst van de ene leerling dat moeilijke woord te vinden was en in de tekst van de andere leerlinge de betekenis van dat moeilijke woord. De samenwerkingsvaardigheden van vier duo s leerlingen van vier verschillende scholen werden geregistreerd op basis van de video-opnames. De registratie vond plaats met 6

7 behulp van een frequentiesysteem en/of een ratingsysteem. Het frequentiesysteem werd gebruikt om uitingen van gedrag die wijzen op een bepaalde vaardigheid te registreren; telkens als een dergelijke uiting voorkwam. Vaardigheden die niet observeerbaar waren in afzonderlijke uitingen zijn beoordeeld met behulp van een ratingsysteem. Het betrof de vaardigheden op een ordelijke manier bij de groep gaan zitten, inbreng hebben, elkaar of elkaars activiteiten observeren en met elkaar conflicten oplossen. Per individuele leerling werd op een schaal van 1 (weinig) tot 5 (vaak) beoordeeld in hoeverre de leerlingen volgens de observatoren over deze vaardigheden beschikten. Voor enkele vaardigheden hebben we zowel een frequentiesysteem als een ratingsysteem toegepast om na te gaan op welke wijze het betreffende gedrag het meest valide en het efficiëntst kon worden geregistreerd. Het betrof de vaardigheden anderen aankijken, materiaal met elkaar delen, en reageren op wat een ander zegt. Een overweging voor de keuze van een ratingsysteem is dat het registreren volgens deze methode minder tijdrovend is (Satler, 1988), bijvoorbeeld bij vaardigheden die veelvuldig worden getoond, zoals het kijken naar medeleerlingen. Vijf vaardigheden werden gescoord als ze op een negatieve wijze werden vertoond. Het betrof de vaardigheden bij de groep blijven, rustig praten en de andere groepjes niet storen, handen en voeten thuis houden, elkaar laten uitpraten en zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan. Als leerlingen elkaar bijvoorbeeld niet lieten uitpraten of onduidelijk spraken werd dit gedrag gescoord met een negatieve score, hetgeen betekent dat een score van 0 op deze vaardigheid wijst op het in hoge mate beschikken over de betreffende vaardigheid. De betrouwbaarheid van het observatie-instrument Volgens Satler (1988) is een goede interbeoordelaarsovereenstemming een voorwaarde voor repliceerbare en consistente observaties. Om de interbeoordelaarsovereenstemming vast te stellen, zijn de interacties van twee duo s uit het onderzoek van Krol-Pot (2005) door twee observatoren geobserveerd. De observatoren hebben onafhankelijk van elkaar codes aan uitingen van gedrag toegekend en het gedrag beoordeeld, zowel met behulp van het frequentiesysteem als met het ratingsysteem. In de geobserveerde interacties zijn in totaal 221 gedragingen gescoord als indicatief voor één van de onderscheiden samenwerkingsvaardigheden. Bij 152 (68.8%) van deze 221 gedragingen hebben beide observatoren een code toegekend aan een uiting van een samenwerkingsvaardigheid. Van deze 152 gedragingen bleek het percentage overeenstemming tussen de observatoren 86.8% en Cohen s Kappa.84. Dit duidt op een grote mate van overeenstemming (De Vocht, 2002). Voor de basisvaardigheden (N = 48) bleek de overeenstemming groter (Cohen s Kappa = 1.00) dan voor de voortgezette vaardigheden (N = 96, Cohen s Kappa =.83). Voor het bepalen van de interbeoordelaarsovereenstemming van de beoordeling van samenwerkingsvaardigheden door middel van het ratingsysteem is een gewogen Cohen s Kappa berekend. Cohen s Kappa was.39. Dit duidt op een zwakke overeenstemming (De Vocht, 2002). Overigens bleken correlaties van de scores van het frequentiesysteem en het 7

8 ratingsysteem van de gedragingen die met beide systemen zijn gescoord relatief hoog (elkaar aankijken: r =.54, p <.05; reageren op wat een ander zegt: r =.51, p <.05; materiaal met elkaar delen: r =.65, p <.05). Op grond van deze correlaties en de overweging dat ratings minder tijdrovend zijn dan registraties van frequenties is ervoor gekozen om in het vervolg van het onderzoek met de rating van deze gedragingen te werken. Overigens bleek in de geselecteerde interacties een tiental vaardigheden niet te zijn geobserveerd. Het betrof de vaardigheden op een ordelijke en gedisciplineerde manier in de groep gaan zitten, bij de groep blijven, rustig praten en andere groepjes niet storen, handen en voeten thuis houden, hulp vragen, hulp aanbieden, elkaar vragen hardop te denken, verschil van mening accepteren, een ander vragen of hij het begrijpt en je inleven in de gevoelens van een ander. Oorzaken voor het ontbreken van scores voor deze vaardigheden kunnen enerzijds worden gezocht in de operationalisering van de vaardigheid, anderzijds in de aard van de coöperatieve setting. De kwaliteit van het instrument kon verder dus maar voor een deel van de geoperationaliseerde samenwerkingsvaardigheden worden nagegaan. De validiteit van het observatie-instrument De validiteit werd op verschillende manieren vastgesteld, namelijk op basis van beschrijvende gegevens en inter-itemcorrelaties en op basis van correlaties van totaalscores met externe criteria, zoals een scholingsprogramma, het geslacht van de leerlingen, de leerprestaties en de bereidheid om samen te werken en de waardering van het samenwerken. De onderzoeksgroep waarmee de validiteit van het observatie-instrument is vastgesteld, bestond uit twintig leerlingen (tien jongens en tien meisjes) uit groep 8 van het reguliere basisonderwijs die samenwerkten in duo s. Zes van deze duo s waren eerder geobserveerd in het kader van het onderzoek naar de interbeoordelaarsovereenstemming van de observaties van samenwerkingsvaardigheden, en twee duo s in het kader van de betrouwbaarheidsanalyses van onderhavig onderzoek. Aan deze data werden de data van vier door dezelfde observatoren geobserveerde duo s toegevoegd. De registraties van de frequenties van samenwerkingsvaardigheden per leerling zijn weergegeven in Tabel 2. Per samenwerkingsvaardigheid is een overzicht gegeven van de laagste en hoogste score van de leerlingen, de gemiddelden en standaardafwijkingen van de frequenties, en ook van de proporties. Met proporties (het aantal scores op een vaardigheid gedeeld door het maximale aantal scores op deze vaardigheid) is gewerkt, om leerlingen die bijvoorbeeld veelvuldig de naam van een medeleerling noemen niet over te waarderen wat betreft het bezitten van samenwerkingsvaardigheden. Tabel 2 Beschrijvende gegevens van de samenwerkingsvaardigheden geobserveerd bij leerlingen in een coöperatieve setting door middel van het frequentiesysteem (N =20) 8

9 Samenwerkingsvaardigheid Min Max M SD M Prop. # SD Prop. # Elkaars naam gebruiken Elkaar laten uitpraten * Zo duidelijk praten dat anderen je kunnen verstaan * Aan de opdracht doorwerken totdat deze af is Aanwijzingen opvolgen Elkaar herinneren aan de opdracht De tijd in de gaten houden Het werk plannen Elkaar aanmoedigen Complimenten geven Bijdrage leveren aan het org. van materialen in het groepje Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen Vragen stellen aan elkaar Inhoudelijk of regulatief reageren op wat een ander zegt Overeenstemming met elkaar bereiken Een ander om zijn mening vragen Initiatief nemen om iets te gaan doen Naar bevestiging vragen * = Samenwerkingsvaardigheden die geregistreerd zijn op het moment dat ze op een negatieve manier voorkwamen in plaats van op het moment dat ze op een positieve manier voorkwamen, # = Het gemiddelde en de standaarddeviatie van de proportiescores op de samenwerkingsvaardigheden. Uit Tabel 2 blijkt dat de frequenties en de spreiding van de frequenties sterk uiteenlopen. Opvallend is dat leerlingen veel vragen stelden aan elkaar en inhoudelijk of regulatief reageerden op de inbreng van een medeleerling. Andere vaardigheden werden minder frequent vertoond, zoals het in de gaten houden van de tijd of het geven van complimenten. Een helder onderscheid tussen de frequenties van basis- en voortgezette vaardigheden kon niet worden geconstateerd. Gezien de verschillen in de proporties lijkt het onderscheid tussen basisvaardigheden en vaardigheden niet terug te vinden. Leerlingen bleken niet in sterkere mate over basis- dan voortgezette vaardighedente beschikken, hetgeen twijfels oproept of sprake is van een cumulativiteit van basis- en voortgezette vaardigheden (basisvaardigheden lijken niet voorwaardelijk te zijn voor het beschikken over voortgezette vaardigheden). Tabel 3 bevat de beschrijvende gegevens van de ratings van de samenwerkingsvaardigheden van 20 leerlingen. De ratings van de samenwerkingsvaardigheden lagen rond het midden van de ratingschaal (score 3), hetgeen betekent dat de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen gemiddeld genomen zeer sterk of zwak waren. 9

10 Tabel 3. Beschrijvende gegevens van de samenwerkingsvaardigheden geobserveerd bij leerlingen in een coöperatieve setting door middel van het ratingsysteem (range 1-5) Samenwerkingsvaardigheid n Min Max M SD Anderen aankijken Inbreng hebben Materiaal met elkaar delen Reageren op wat een ander zegt Elkaar of elkaars activiteiten observeren Met elkaar conflicten oplossen 4 # , # = Bij zestien leerlingen (acht duo s) was geen sprake van een conflict. Om na te gaan of de onderscheiden vaardigheden naar één onderliggende dimensie verwezen is getracht een factoranalyse uit te voeren. De uitvoering van de factoranalyse leverde echter problemen op, met name vanwege de geringe spreiding op een aantal vaardigheden. Vervolgens is met een componentenanalyse getracht de relaties van de items met een onderliggend construct te bepalen. Uit een componentenanalyse van de observatiescores bleek dat van de itemvarianties van de proporties van de frequentiescores en de ratingscores 22% werd verklaard door één dimensie. Het onderscheiden van een groter aantal dimensies van samenwerkingsvaardigheden leverde geen overtuigende winst op in termen van verklaarde variantie, noch wat betreft interpreteerbare constructen. Na verwijdering van items met lage ladingen (ladingen <.30) bleek één dimensie te kunnen worden onderscheiden met dertien samenwerkingsvaardigheden (verklaarde variante: 37%). De ladingen van de samenwerkingsvaardigheden zijn weergegeven in Tabel 4. Tabel 4. Componentladingen van dertien samenwerkingsvaardigheden op één dimensie (N =20) Samenwerkingsvaardigheid Elkaar laten uitpraten Elkaar herinneren aan de opdracht Het werk plannen Kritiek formuleren op ideeën, niet op personen Vragen stellen aan elkaar Inhoudelijk of regulatief reageren op wat een ander zegt Overeenstemming met elkaar bereiken Een ander om zijn mening vragen Initiatief nemen om iets te gaan doen Naar bevestiging vragen Inbreng hebben Materiaal met elkaar delen Elkaar of elkaars activiteiten observeren lading Opvallend was de zeer hoge negatieve lading van de vaardigheid elkaar laten uitpraten op de samenwerkingsvaardighedendimensie. Het lijkt erop te wijzen dat elkaar niet laten uitpraten een indicatie zou kunnen zijn van samenwerkingsvaardigheden, wellicht in de vorm van een sterke betrokkenheid van de leerling tijdens de interactie met de medeleerling. Vanwege deze hoge lading zijn de scores gespiegeld en meegenomen in een totaalscore voor 10

11 het meten van samenwerkingsvaardigheden. De betrouwbaarheid van de scores was redelijk hoog (Cronbach s alpha =.71). Een totaalscore voor samenwerkingsvaardigheden werd bepaald door de proporties van de leerlingen op de vaardigheden die met het frequentiesysteem waren bepaald bij elkaar op te tellen en daarbij de ratingscores (waarvan de range was gereduceerd naar 0-1) op te tellen. Gemiddeld scoorden de 20 leerlingen 4.23 op deze totaalscore (sd = 2.23). Om na te gaan in welke mate de totaalscores samenhingen met externe criteria zijn twee t-toetsen voor het verschil tussen twee gemiddelden en drie correlatietoetsen uitgevoerd. In eerste instantie is nagegaan in hoeverre leerlingen wier leerkracht een scholing in het toepassen van CL had gevolgd verschilden in de mate waarin ze over samenwerkingsvaardigheden beschikten van leerlingen wier leerkracht een dergelijke scholing niet hadden gehad. Het scholingsprogramma Coöperatief leren, voor docenten uit het basisonderwijs (Krol-Pot, 2005) had plaatsgevonden op het moment van dataverzameling. In het scholingsprogramma werd onder andere aandacht besteed aan het bevorderen van samenwerkingsvaardigheden. Te verwachten was dat leerlingen van docenten die het scholingsprogramma gevolgd hadden, meer samenwerkingsvaardigheden toepasten dan leerlingen van docenten die het scholingsprogramma niet gevolgd hadden. Door middel van variantieanalyses is het effect van het scholingsprogramma op de twee totaaltotaalscores van het observatie-instrument gemeten. De leerlingen die afkomstig waren van scholen die het scholingsprogramma van Krol-Pot (2005) hadden gevolgd, bleken over significant meer samenwerkingsvaardigheden te beschikken (n = 10, gem. = 5.58, sd = 2.36), dan de kinderen die afkomstig waren van scholen die het scholingsprogramma van Krol-Pot (2005) niet hebben gevolgd (n = 10, gem. = 2.88, sd =.94; t(11.8) = 3.35, p <.05). Op competitie gerichte en individuele manieren van werken passen over het algemeen meer bij jongens, terwijl coöperatieve manieren van werken over het algemeen meer bij meisjes passen (Busato, Ten Dam, Van den Eeden, & Terwel, 1995). Men is van mening dat meisjes samenwerken en contact met anderen waarderen, terwijl jongens competitie waarderen en gericht zijn op zichzelf (Hawkins & Power, 1999). Het zou dus te verwachten zijn dat meisjes meer samenwerkingsvaardigheden toepasten dan jongens. Derhalve is nagegaan of jongens en meisjes van elkaar verschilden wat betreft hun samenwerkingsvaardigheden. Dit bleek niet het geval te zijn (jongens: gem. = 3.99, sd = 1.59; meisjes: gem. = 4.47, sd = 2.64; t(18) = -.47, p >.05). Correlaties zijn berekend en getoetst van samenwerkingsvaardigheden met de bereidheid van leerlingen om samen te werken, hun waardering van het samenwerken en leerprestaties van de leerlingen. Bereidheid om samen te werken en de waardering ervan. Naarmate leerlingen meer samenwerkingsvaardigheden toepassen, verloopt het samenwerken beter en heeft CL veel positieve effecten zoals, een betere sfeer in de klas, het leuker vinden om naar school te gaan, een grotere intrinsieke motivatie, meer interesse in anderen en meer zelfvertrouwen (Battistich 11

12 et al., 1993). Toepassen van samenwerkingsvaardigheden kan dus leiden tot veel positieve effecten van CL, waaronder meer bereid zijn om samen te werken en het samenwerken meer waarderen. Door middel van de schaal De bereidheid om met elkaar samen te werken van de leerlingvragenlijst van Krol-Pot (2005), is de bereidheid van leerlingen om samen te werken gemeten. Leerlingen gaven individueel op een schaal van 1 (eens) tot 4 (oneens) aan in hoeverre ze het eens waren met stellingen. Voorbeelden van items binnen deze schaal zijn: Ik kan in mijn groepje belangrijke dingen van andere kinderen leren en In dit groepje vind ik het leuk om met andere kinderen samen te werken. Door middel van een andere schaal van dezelfde leerlingvragenlijst, de schaal De waardering van het samenwerken in coöperatieve leergroepen, is de waardering van het samenwerken van de in onderhavig onderzoek geobserveerde leerlingen gemeten. Ook op deze schaal gaven de leerlingen aan op een schaal van 1 (eens) tot 4 (oneens) in hoeverre ze het eens waren met stellingen. Voorbeelden van items binnen deze schaal zijn: Ik vind samenwerken leuker dan alleen werken, en Als ik alleen moet werken, ben ik bang dat ik het niet zo goed doe. De samenhang tussen de samenwerkingsvaardigheden en de bereidheid om samen te werken en de waardering van samenwerken bleken beide niet significant (respectievelijk r = -.17 en r = -.23, p >.05). Volgens Krol-Pot hangt de leeropbrengst van CL en de kwaliteit van het leren tijdens CL af van de samenwerkingsvaardigheden van de leerlingen die coöperatief leren; naarmate leerlingen meer samenwerkingsvaardigheden bezitten, leren ze meer en beter (Krol- Pot, 2005). Naarmate leerlingen zich meer samenwerkingsvaardigheden eigen maken, verloopt het coöperatief leren succesvoller, leren ze meer van elkaar en verbeteren hun leerprestaties (Battistich et al., 1993; Gillies, 2003; Johnson et al., 1994; Jordan & Le Métais, 1997). In het kader van het promotie-onderzoek van Krol-Pot (2005) is voor elke leerling die in onderhavig onderzoek geobserveerd is een algemene prestatiescore vastgesteld. Deze prestatiescore is berekend op basis van de scores van die leerling op cito-toetsen van verschillende leergebieden. De correlatie tussen de scores op samenwerkingsvaardigheden en de prestatiescores bleek niet significant (r = -.18, p >.05). Op basis van de resultaten met betrekking tot de samenhang met de externe variabelen, kan geconcludeerd worden dat er nauwelijks relaties te constateren waren. Uitzondering was de relatief hoge samenwerkingsvaardigheid van leerlingen wier leerkracht getraind was in het uitvoeren van CL. Discussie Doel van het onderzoek was het ontwikkelen van een betrouwbaar en valide observatieinstrument voor het meten van samenwerkingsvaardigheden bij CL. Met het in dit onderzoek 12

13 ontwikkelde instrument lijken op een betrouwbare manier observaties met betrekking tot samenwerkingsvaardigheden bij leerlingen in een coöperatieve setting uitgevoerd te kunnen worden. Op grond van de overeenstemming van observatoren wat betreft het registreren en beoordelen van samenwerkingsvaardigheden in coöperatieve settings kunnen we concluderen dat het mogelijk is om de door ons onderscheiden samenwerkings-vaardigheden op een eenduidige wijze te observeren. In ons onderzoek zijn we in staat gebleken om één construct te construeren, bestaande uit dertien verschillende samenwerkingsvaardigheden. De scope van samenwerkingsvaardigheden die in dit construct vertegenwoordigd zijn is beperkt, gelet op de grotere hoeveelheid samenwerkingsvaardigheden die uit de literatuur konden worden gedestilleerd (Baloche, 1998 ; Bontekoe et al., 1994 ; Förrer et al., 2000 ; Johnson et al., 1994). Dit roept de vraag op in hoeverre de theoretisch onderscheiden samenwerkingsvaardigheden een empirische geldigheid bezitten. Op grond van ons onderzoek kunnen we hierover nog geen stellige uitspraak doen. Ondanks de grote hoeveelheid tijd die is besteed aan het scoren van interacties van leerlingen tijdens coöperatieve taken, hebben we relatief weinig interacties geobserveerd. Ook hebben we in dit onderzoek gebruik gemaakt van interacties binnen een setting die het etaleren van bepaalde samenwerkingsvaardigheden door leerlingen zouden kunnen hinderen. Wat betreft de inhoud van het construct samenwerkingsvaardigheden zijn op zijn minst twee resultaten opvallend. Allereerst viel op dat het onderscheid tussen basis- en voortgezette vaardigheden in ons onderzoek niet kon worden gevalideerd. Basisvaardigheden leken niet voorwaardelijk voor het tonen van voortgezette vaardigheden. Met aanvullende data zou de moeilijkheidsgraad van samenwerkingsvaardigheden verder kunnen worden onderzocht. Verder viel op dat een enkele vaardigheid zich niet gedroeg zoals verwacht. Het betrof de vaardigheid het elkaar laten uitpraten. Blijkbaar getuigt het van meer samenwerkingsvaardigheid als leerlingen elkaar niet laten uitpraten, ook al wordt in menige interventie inzake CL er bij leerlingen op gewezen dat het van belang is om elkaar te laten uitpraten (zie bijvoorbeeld Krol-Pot, 2005). Leerlingen die enthousiast met elkaar samenwerken en betrokken zijn bij de interacties tijdens een coöperatieve taak zouden hun medeleerlingen wellicht minder vaak laten uitpraten. Ook kan het niet laten uitpraten van een medeleerling een uiting van hulpvaardigheid zijn, wanneer leerlingen elkaar corrigeren of elkaars inbreng tussentijds bevestigen. Met het oog op de validiteit van de scores die met het ontwikkelde observatieinstrument zijn verkregen, zijn op basis van literatuur verwachtingen uitgesproken over hoe het concept samenwerkingsvaardigheden samen zou kunnen hangen met andere concepten (zoals waardering van samenwerken en leerprestaties). Zoals op basis van deze literatuur werd verwacht, bleek uit onderhavig onderzoek dat het trainen van leerkrachten in CL gunstig was voor de samenwerkingsvaardigheden door leerlingen. De samenhang tussen de samenwerkingsvaardigheden en andere constructen kwam niet overeen met de verwachtingen. 13

14 Op basis hiervan zou geconstateerd kunnen worden dat a) samenwerkingsvaardigheden als construct zich goed laat onderscheiden van andere constructen, b) de relatie tussen de samenwerkingsvaardigheden en andere constructen anders is dan theoretisch wordt verondersteld, of c) de validiteit van de samenwerkingsvaardigheden zoals in dit onderzoek bepaald, te wensen overlaat. Om meer inzicht te verkrijgen in de adequate interpretatie van de geconstateerde zwakke relaties met andere constructen, zou het ontwikkelingsonderzoek voortgezet moeten worden. De ten behoeve van dit onderzoek verzamelde gegevens zouden moeten worden aangevuld met observaties van interacties in coöperatieve groepen, liefst in een grotere variatie aan settings. De volgende kanttekeningen zijn te formuleren met betrekking tot de coöperatieve setting die gebruikt is in onderhavig onderzoek. Eerder is beschreven dat in onderhavig onderzoek bepaalde samenwerkingsvaardigheden tegen de verwachting op basis van literatuur in niet geobserveerd zijn (bijvoorbeeld de samenwerkingsvaardigheid hulp vragen ). Een verklaring hiervoor kan liggen in de coöperatieve setting. Er bestaan verschillende typen taken en taken kunnen verschillen in de mate waarin ze gestructureerd zijn (Lockhorst, 2004). De taak in onderhavig onderzoek was in grote mate voorgestructureerd. Het leek erop dat door de structuur van deze taak weinig interactie werd uitgelokt (er was bijvoorbeeld slechts één antwoord juist, waardoor er weinig noodzaak tot discussie was). Een meer open taak zou misschien meer interactie kunnen uitlokken. Van belang in een coöperatieve setting is ook de samenstelling van de groep, bijvoorbeeld voor wat betreft de groepsgrootte (Lockhorst, 2004). In de coöperatieve setting van onderhavig onderzoek hebben leerlingen in tweetallen samengewerkt. Coöperatieve werkvormen voor groepjes van vier leerlingen zijn echter ook mogelijk (Förrer et al., 2000). Een wijziging in de groepssamenstelling zou veranderingen te weeg kunnen brengen in welke samenwerkingsvaardigheden leerlingen toepassen, of in de manier waarop vaardigheden toegepast worden. Verder kan er wellicht een verschil zijn in welke samenwerkingsvaardigheden leerlingen toepassen in een laboratoriumsetting, zoals in onderhavig onderzoek, of in een reële klassensituatie. Samenvattend kunnen we stellen dat we met dit ontwikkelingsonderzoek van een observatie-instrument voor samenwerkingsvaardigheden een kleine bijdrage hebben geleverd aan een waarschijnlijk langdurig proces van observaties en analyses van samenwerkingsvaardigheden in coöperatieve settings. Voordat een instrument voorhanden is om samenwerkingsvaardigheden betrouwbaar en valide te kunnen meten zullen nog veel gegevens moeten worden verzameld bij een groot aantal leerlingen tijdens een grote variatie aan coöperatieve activiteiten. Literatuur Archer-Kath, J., Johnson, D. W., & Johnson, R. T. (1994). Individual versus group feedback in 14

15 cooperative groups. The Journal of Social Psychology, 134(5), Baloche, L. A. (1998). The cooperative classroom. Empowering learning. New Yersey: Prentice- Hall. Battistich, V., Solomon, D., & Delucchi, K. (1993). Interaction processes and student outcomes in cooperative learning groups. The Elementary School Journal, 94(1), Bontekoe, H., Förrer, M., Meijer, P., & Van Vugt, J. (1994). Samen werken, samen leren. Samenwerkend leren in het basisonderwijs. Hoevelaken: Christelijk Pedagogisch Studiecentrum. Busato, V. V., Ten Dam, G. T., Van den Eeden, P., & Terwel, J. (1995). Gender-related effects of cooperative learning in a mathematics curriculum for year-olds. Journal of Curriculum Studies, 27(6), De Vocht, A. (2002). Basishandboek SPSS 11 voor Windows. Utrecht: Bijleveld Press. Dillenbourg, P., Baker, M., Blaye, A., & O Malley, C. (1996). The evolution on collaborative learning. In P. Reimann, & H. Spada (Eds.), Learning in humans and machines: Towards an interdisciplinary learning science (pp ). Oxford: Pergamon. Förrer, M., Kenter, B., & Veenman, S. (2000). Coöperatief leren in het basisonderwijs. Amersfoort: CPS, onderwijsontwikkeling en advies. Gillies, R. M. (2003). Structuring co-operative learning experiences in primary school. In R. M. Gillies, & A. F. Ashman (Eds.), Co-operative learning. The social and intellectual outcomes of learning in groups (pp ). London: RoutledgeFalmer. Hawkins, K., & Power, C. B. (1999). Gender differences in questions asked during small decisionmaking group discussions. Small group research, 30(2), Johnson, D. W., Johnson, R. T., & Holubec, E. (1994). New circles of learning. Cooperation in the classroom and school. Alexandria, Va: Association for Supervision and Curriculum Development. Jordan, D. W., & Le Métais, J. (1997). Social skilling through cooperative learning. Educational Research, 39(1), Kagan, S. (2005). Structureel coöperatief leren: Hét internationale standaardwerk (3rd ed.). (J. Copper, & R. Slootbeek, Trans.) Middelburg: RPCZ Educatieve Uitgaven. Krol-Pot, K. (2005). Toward interdependence. Implementation of cooperative learning in primary schools. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen. Lockhorst, D. (2004). Design principles for a CSCL environment in teacher training. Proefschrift Universiteit Utrecht. McConnell, D. (2000). Implementing computer supported collaborative learning. London: Kogan Page. Prater, M. A., Bruhl, S., & Serna, L. A. (1998). Acquiring social skills through cooperative learning and teacher-directed instruction. Remedial and Special Education, 19(3), Putnam, J. W., Rynders, J. E., Johnson, R. T., & Johnson, D. W. (1989). Collaborative skill instruction for promoting positive interactions between mentally handicapped and nonhandicapped 15

16 children. Exceptional Children, 55(6), Sattler, J. M. (1988). Assessment of children. San Diego: Sattler. Slavin, R. E. (1995). Cooperative learning: Theory, research and practice (2nd ed.). Boston, MA: Allyn and Bacon. Slavin, R. E. (1996). Research on cooperative learning and achievement: What we know, what we need to know. Comtemporary Educational Psychology, 21(1), Solomon, D., Watson, M. S., Delucchi, K. L., Schaps, E., & Battistich, V. (1988). Enhancing children s prosocial behavior in the classroom. American Educational Research Journal, 25, Van der Linden, J.L., Erkens, G., Schmidt, H., & Renshaw, P. (2000). Collaborative learning. In R. J. Simons, J. L. van der Linden, & T. M. Duffy (Eds.), New learning (pp ). Dordrecht: Kluwer Academic Publishers. Van der Meijden, H. A. T. (2005). Knowledge construction through CSCL. Student elaborations in synchronous, asynchronous, and three-dimensional learning environments. Duiven: Tamminga. 16

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten Samenvatting 142 Samenvatting Leerlingen van nu zullen hun werk in steeds veranderende omstandigheden gaan doen, met daarbij horende eisen van werkgevers. Het onderwijs kan daarom niet voorbijgaan aan

Nadere informatie

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden.

Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve leertijd en sociale vaardigheden. Ontwikkelingslijn: Ontwikkelingsveld 2: Eigenaar: Coöperatief leren Tandemleren Inge Kiers Doel Het vergroten van de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen, het bevorderen van de effectieve

Nadere informatie

Tijdens de vergadering van

Tijdens de vergadering van BAS: Samenwerken Coöperatief leren Versie Versie 2 opgesteld door Erik Datum 31 augustus 2015 Documenteigenaar Borging vastgesteld in het team Teamleden Initiatief planning Tijdens de vergadering van Ria

Nadere informatie

Hoe kun je samenwerkend leren zo inzetten dat het een positief effect heeft op de leerprestaties?

Hoe kun je samenwerkend leren zo inzetten dat het een positief effect heeft op de leerprestaties? Opgesteld door: Yolande Emmelot (Kohnstamm Instituut) en Edith van Eck (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: po-instelling - leraar/ Teacher Leader Referentie: Kennisrotonde. (2019). Hoe kun je

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Stan Buis & Jirka Born

Stan Buis & Jirka Born Toetsen van groepsproducten Toetsen van groepsproducten Stan Buis & Jirka Born Doelen workshop Theoretische achtergrond van toetsen van groepsproducten Beoordelingswijze van groepswerk kritisch onder de

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, promovenda-docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Doelen en

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR LEERLINGEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL

Nadere informatie

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Coöperatief leren is een onderwijsleersituatie waarin de leerlingen in kleine groepen op een gestructureerde manier samenwerken aan een leertaak met een gezamenlijk

Nadere informatie

Effectieve maatregelen

Effectieve maatregelen Effectieve maatregelen In het taal- en rekenonderwijs Pieter Danes 27 maart 2012 Bijeenkomst Taal in mbo 01-11-2011 Presentatie toen: Van Anja Schaafsma (ROC Mondriaan) Over effectief onderwijs Presentatie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 6 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van een instrument om sociale competentie van basisschoolleerlingen te meten. Het doel van die meting is om aanknopingspunten te bieden voor het bevorderen

Nadere informatie

Feedback middels formatief toetsen

Feedback middels formatief toetsen Feedback middels formatief toetsen Studiedag Mbo Taalacademie Kim Schildkamp Contact: k.schildkamp@utwente.nl Formatief toetsen en feedback Waar denkt u aan bij de termen formatief toetsen en feedback?

Nadere informatie

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst

Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Child Care Quality in The Netherlands: From Quality Assessment to Intervention K.O.W. Helmerhorst Samenvatting en Conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De studies die in dit proefschrift worden

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Popeijus, H. L., & Geldens,

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen

VOORBEELD. Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst. Naam docent: Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen Uw lesobservatie en de leerlingvragenlijst Een terugkoppeling ten behoeve van uw professionele ontwikkeling Naam docent: VOORBEELD Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen juli 2016 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE I. NAAM INSTRUMENT ASOS - Adult Style Obsersation Schedule Begeleiderstijl / leerkrachtstijl II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Leerlingen Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten

Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Paper 3 Onderzoeksinstrumenten Auteur: Erik de Vries Gonggrijp September/oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1: samenvatting paper 1 blz. 22 2: beschrijving van de onderzoeksmethode blz. 22 Literatuur blz. 28

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n.

Citation for published version (APA): Scheepstra, A. J. M. (1998). Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Groningen: s.n. University of Groningen Leerlingen met Downs syndroom in de basisschool Scheepstra, Adriana IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

Nadere informatie

De cruciale rol van taal binnen het aanbod voor het jonge kind

De cruciale rol van taal binnen het aanbod voor het jonge kind De cruciale rol van taal binnen het aanbod voor het jonge kind Workshop CPS congres 13 oktober 2016 Lotte Henrichs Centrum voor Onderwijs & Leren Onderwijsadvies & Training Doel vandaag Inzicht in hoe

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN

FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: BEVORDERENDE EN BELEMMERENDE FACTOREN ONDERWIJS RESEARCH DAGEN, ROTTERDAM, 26 MEI 2016 CHRISTEL H.D. WOLTERINCK WILMA B. KIPPERS KIM SCHILDKAMP CINDY L. POORTMAN FORMATIEF

Nadere informatie

Rapportage Normeringsonderzoek SCOL-VO

Rapportage Normeringsonderzoek SCOL-VO Rapportage Normeringsonderzoek SCOL-VO Datum CED-Groep, oktober 2007 Afdeling O&O Auteur David Verschoor Project SCOL-VO Normeringsonderzoek SCOL-VO, 2/19 Normeringsonderzoek SCOL-VO, 3/19 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Leren observeren en collegiale consultatie

Leren observeren en collegiale consultatie 1 03-09-2015 30-09-2016 1 Leren observeren en collegiale consultatie Michelle Helms-Lorenz 2 03-09-2015 30-09-2017 2 Bij het observeren komt veel kijken Bij het trekken van conclusies nav observaties komt

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst

Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst Leergang AOS - Bijeenkomst 2 26 november 2015 Ari de Heer Hans Poorthuis Larike Bronkhorst Programma en doelen bijeenkomst 1. Uitwisselen peerfeedback 2. Doordenken onderzoeksopzet 3. Vooruitblik startreviews

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Leren met elkaar, leren van elkaar : De effecten van peer-interacties op motivatie, zelfdeterminatie en rekenresultaten

Leren met elkaar, leren van elkaar : De effecten van peer-interacties op motivatie, zelfdeterminatie en rekenresultaten Leren met elkaar, leren van elkaar : De effecten van peer-interacties op motivatie, zelfdeterminatie en rekenresultaten Annemie van Loo: leerkracht PO/schoolopleider dnp Inleiding Interventie Onderzoeksdesign

Nadere informatie

Coöperatieve werkvormen

Coöperatieve werkvormen Universiteit Utrecht Coöperatieve werkvormen Het effect van coöperatieve werkvormen op samenwerkingsvaardigheden van leerlingen in de middenbouw van het daltononderwijs Definitieve versie Datum: 16-05-2014

Nadere informatie

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch Mentoren van Duhamel College Den Bosch (vmbo) hebben het programma Een Positieve Klas in het schooljaar 2011-2012 uitgevoerd met eerste en tweede

Nadere informatie

Indirect opvoeden in de klas

Indirect opvoeden in de klas Artikel geschreven voor een onderwijsvakblad voor docenten & leidinggevenden in het basisonderwijs Indirect opvoeden in de klas Een veilig klassenklimaat wordt in vrijwel elke schoolgids genoemd. Een plek

Nadere informatie

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools

Cooperative learning during math lessons in multi-ethnic elementary schools Hoe kan de leerkracht het leerproces van leerlingen tijdens een coöperatief leren (CL) curriculum op multiculturele basisscholen optimaliseren? Moet de leerkracht de leerlingen zoveel mogelijk aansturen

Nadere informatie

sa m e n v A t t i n G

sa m e n v A t t i n G sa m e n v A t t i n G In dit proefschrift staat de samenwerking tussen ouders, revalidatieprofessionals en onderwijsprofessionals in de zorg voor kinderen met een cerebrale parese (CP) centraal. Het belang

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/41478 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hei, Miranda de Title: Collaborative learning in higher education : design, implementation

Nadere informatie

Hoe observeer je in de klas?

Hoe observeer je in de klas? Hoe observeer je in de klas? Een vliegende start Donderdag 15 oktober 2015 Rosanne Zwart Welkom en voorstellen Ik begeleid startende docenten Ik werk op een school Ik werk op een universiteit of Hogeschool

Nadere informatie

Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom. Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland

Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom. Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland Inclusief onderwijs aan kinderen met Downsyndroom Gert de Graaf, Stichting Downsyndroom, Nederland www.downsyndroom.nl/reviewinclusive Aantal kinderen met Downsyndroom (4-13 jaar) dat in Nederland naar

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1

Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting Dit proefschrift onderzocht manieren om community ontwikkeling in opleidingsscholen te stimuleren. De vier studies leverden inzichten op in de manier waarop docentenin-opleiding (dio s) samenwerken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht

Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) ICALT. verdieping voor coach en leerkracht. leerkracht Kijkwijzer (voorheen observatie instrument) Veiliger, vraagt naar algemeenheden: basis Overzichtelijk maar te globaal Niet gedifferentieerd in niveau ICALT Meer gedetailleerd, biedt mogelijkheden tot verdieping

Nadere informatie

RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie. Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16.

RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie. Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16. RTI: een prachtig instrument om zicht te krijgen op het effect van je instructie Beurs Beter begeleiden, 17 april 2012, 15.15-16.00 uur Vragen die beantwoord worden: Wat is RTI, wat zijn het doel en de

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

De ervaren leerzaamheid van Lesson Study Concept 3 juni 2015

De ervaren leerzaamheid van Lesson Study Concept 3 juni 2015 De ervaren leerzaamheid van Lesson Study Concept 3 juni 2015 Siebrich de Vries en Gerrit Roorda, Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrag en Maatschappijwetenschappen, Lerarenopleiding Mail: s.de.vries@rug.nl;

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Tool IC-2 Toetsen en beoordelen van onderzoekend leren

Tool IC-2 Toetsen en beoordelen van onderzoekend leren Onderzoekend leren Wat zijn de uitdagingen in het gebruik van onderzoekend leren? Tool IC-2 Toetsen en beoordelen van onderzoekend leren 2016 mascil project (G.A. no. 320693). Lead partner University of

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

D U TC H S U M M A RY Samenvatting In zowel westerse als diverse niet-westerse samenlevingen wordt veel waarde gehecht aan schoolprestaties. Ouders en docenten stimuleren kinderen al op jonge leeftijd

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011 Welke middelen kan een docent tijdens zijn les gebruiken / hanteren om leerlingen van havo 4 op het Sophianum meer te motiveren? Motivatie

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES

UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP 1/25/2017 FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES UNIVERSITY OF TWENTS MEESTERSCHAP FORMATIEF TOETSEN IN DE KLAS: TIPS VOOR IN DE LES Kim Schildkamp Wilma Kippers Christel Wolterinck Fer Coenders 1 IN DEZE WORKSHOP: 1. 2. 3. 4. 5. LEERDOELEN THEORIE VRAGENLIJST

Nadere informatie

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Feedback geven en krijgen Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Overzicht Wat is feedback? Feedback van leraar aan leerlingen Hét model van Hattie & Timperley (2007) Zelf aan de slag Uitwisselen

Nadere informatie

Probleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs

Probleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs Probleemoplossen, ook in het speciaal basisonderwijs Marjolijn Peltenburg, Marnix Academie Nog te weinig aandacht voor 21e eeuwse vaardigheden 21e eeuwse vaardigheden: wie heeft er niet van gehoord? Vaak

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie Iris Hoogendoorn 5617596 Schoolvak Nederlands Ontwerponderzoek paper 3: onderzoeksopzet Ontwerprapport Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie

Nadere informatie

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn. BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.

Nadere informatie

Effectief samenwerkend leren op het MBO

Effectief samenwerkend leren op het MBO Effectief samenwerkend leren op het MBO Samenwerkend leren: wat is het? In een studie waarbij mbo-studenten werden geïnterviewd (Hijzen, 2006) over hun motivatie voor school, riep één van de studenten

Nadere informatie

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129.

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129. 7.6 Zorgen voor samenhang ecologie Conceptmap maken Marcel Kamp Het maken van een conceptmap is een werkvorm die bij uitstek samenhang in het denken bevordert. In Ecologie leren en onderwijzen wordt op

Nadere informatie

Populariteit, sociale relaties, buitensluiten en

Populariteit, sociale relaties, buitensluiten en sociaal-emotioneel Sociometrisch onderzoek uitvoeren Sociale relaties tussen kleuters Welke kinderen liggen goed in de groep? Wie speelt met wie? Zijn er ook kinderen die buiten de groep vallen of die

Nadere informatie

SAMENVATTING Samenwerkend leren wordt gekenmerkt door een didactiek die interacties tussen lerenden stimuleert. Door studenten te laten samenwerken ontstaan leersituaties waarin ideeën, informatie en ervaringen

Nadere informatie

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 8, 9 en 0 juni 017 te Antwerpen Melline Huiskamp (Iselinge Hogeschool), Emmy Vrieling (Open Universiteit) en Iwan Wopereis (Open Universiteit) Titel: Waardevol

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Samen werken Samen leren

Samen werken Samen leren Samen werken Samen leren Wanneer Samen werken en Samen leren gecombineerd worden, ontstaat het begrip Samenwerkend Leren oftewel Coöperatief leren. In Amerika is het cooperative learning model voor het

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Dit proefschrift bestudeert het gebruik van handelskrediet in de rijstmarkten van Tanzania. 18 We richten ons daarbij op drie aspecten. Ten eerste richten we ons op het

Nadere informatie

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven.

Fabel Positieve feedback in het schrijfschrift zorgt ervoor dat kinderen leesbaar leren schrijven. Fabel of feit? Auteurs: Annelies de Hoop & Johannes Noordstar Goed zo! Kinderen leren leesbaar schrijven door positieve feedback. Kerndoel van het schrijfonderwijs is dat leerlingen gedurende de basisschool

Nadere informatie

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas Doel Dit werkdocument is bedoeld voor scholen in het voorgezet onderwijs die een initiatief voor passend onderwijs aan het opzetten

Nadere informatie

Samenvatting / Dutch summary

Samenvatting / Dutch summary Samenvatting / Dutch summary De verantwoordelijkheid die mensen al dan niet nemen voor hun eigen leven is een centraal thema op dit moment, zowel binnen de politieke als de publieke discussie: we gaan

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Een goede hand functie is van belang voor interactie met onze omgeving. Vanaf het moment dat we opstaan, tot we s avonds weer naar bed gaan,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT

PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT PROCES OBSERVATIE-INSTRUMENT / BETROUWBAARHEID VAN HET INSTRUMENT 1. OPSTELLEN OBSERVATIE-INSTRUMENT Stap 1 Voor het opstellen van het observatie-instrument hebben we in eerste instantie diverse bronnen

Nadere informatie

Samenvatting. Moving towards independence? 103

Samenvatting. Moving towards independence? 103 Samenvatting Moving towards independence? 103 In dit proefschrift wordt verslag gedaan van de evaluatie van het bewegingsgerichte Amerikaanse curriculum Mobility Opportunities Via Education (MOVE) bij

Nadere informatie

Coöperatief leren in het voortgezet onderwijs: evaluatie van een scholingsprogramma

Coöperatief leren in het voortgezet onderwijs: evaluatie van een scholingsprogramma Coöperatief leren in het voortgezet onderwijs: evaluatie van een scholingsprogramma Simon Veenman, Lobke Koenders & Marieke van der Burg Training in cooperative learning methods for secondary school teachers

Nadere informatie

Techniek: Het CBAM. 1.1 Lijst met uitspraken over de voorgestelde vernieuwing. Vragenlijst met toelichting

Techniek: Het CBAM. 1.1 Lijst met uitspraken over de voorgestelde vernieuwing. Vragenlijst met toelichting Techniek: Het CBAM Vragenlijst met toelichting Met de CBAM (Concerns Based Adoption Model) kan worden nagegaan hoe leerkrachten tegen een vernieuwing aan kijken en in hoeverre een vernieuwing ook daadwerkelijk

Nadere informatie

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties Grace Ghafoer Memory strategies, learning styles and memory achievement Eerste begeleider: dr. W. Waterink Tweede begeleider: dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Les Dieren met een baan, thema vermaak Les Dieren met een baan, thema vermaak Lesvoorbereidingsformulier Doelgroep: groep 6 Beginsituatie: Wat kunnen en kennen de leerlingen al m.b.t. de doelstelling? Kijk in de methode, praat met je mentor,

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces

Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Lezen met begrip: de sleutel tot schoolsucces Mariët Förrer is Senior consultant CPS onderwijsontwikkeling en advies te Amersfoort. E-mail: m.förrer@cps.nl Dit artikel verkent, vanuit het perspectief van

Nadere informatie

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum In 'The Parallel Curriculum' van Tomlinson et al. (2009) worden de 'Habits of Mind' van mensen die intelligent handelen beschreven, op basis van onderzoek

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

helga.bellaert@vsko.be WAT WERKT OP SCHOOL? IN DE KLAS? R. MARZANO John Hattie Visible Learning, 2009 University of Auckland, New Zealand INHOUD Belangrijkste invloeden op leerprestaties op basis van 800

Nadere informatie

ISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2

ISED Denk- & leervaardighedensymposium, februari 2011 Rijksuniversiteit Groningen 2 Samenvattende posters van leerkrachten over Britse L2L' projecten 10 februari 2011 Titel Poster 1 Exploring cooperative learning strategies and social interaction. De lollipop methode (elke week een andere

Nadere informatie

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant

TH-PI Performance Indicator. Best Peter Assistant Best Peter Assistant TH-PI Performance Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 11-11-2015 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 10-03-2015. OVER DE PERFORMANCE INDICATOR

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands

The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)

Nadere informatie