Gemeente Ingelmunster RUP Oostrozebekestraat

Transcriptie

1 baron ruzettelaan brugge tel (050) fax (050) Bijgaand bij het besluit van deputatie van de Provincie West-Vlaanderen houdende goedkeuring van het RUP Oostrozebekestraat (gemeente Ingelmunster) Goedkeuringsbeslissing met ref.: RP/DEP/15/137, Brugge, 21/05/2015 De provinciegriffi er, De gouverneur-voorzitter, (Get.) Geert ANTHIERENS (Get.) Carl DECALUWE Voor eensluidend afschrift Namens de deputatie, Stephaan Barbery De adviseur Dienst ruimtelijke planning Gemeente Ingelmunster RUP Oostrozebekestraat plan_id: RUP_36007_214_00005_00001 april 2015

2

3 Inhoud

4 Stedenbouwkundige voorschriften 1 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN 2 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN 7 ARTIKEL 2 - BESTAANDE NIET WOONFUNCTIES 12 ARTIKEL 3 - AAN DE LANDBOUW GERELATEERD KLEINHANDELSBEDRIJF 17 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE 21 ARTIKEL 5 - STAPELZONE 29 ARTIKEL 6 - BUFFERZONE 31 ARTIKEL 7 - ERFDIENSTBAARHEID WATERLOOP 33

5 Stedenbouwkundige voorschriften

6 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN stedenbouwkundige voorschriften 1. Begrippen De nevenbestemming is deze waarvoor minder dan 50% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten per perceel of percelen waarop een project wordt gerealiseerd, is aangewend of zal aangewend worden. De in nevenbestemming toegelaten bestemmingen naast de woonbestemming kunnen enkel gerealiseerd worden als deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving en de privacy respecteren. 2. Algemene bepalingen 2.1. Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig GRUP Alle bepalingen van dit plan, zowel grafi sch als geschreven vormen één geheel. Bouwwerken dienen dus steeds te voldoen aan de meest beperkende voorwaarden van deze bepalingen Bepaling omtrent reliëf Reliëfswijzigingen zijn toegestaan mits een maximale aansluiting op het bestaande reliëf. Om het verlies in waterbergingsruimte effectief te verhelpen, dienen alle ophogingen in mogelijks overstroombaar respectievelijk effectief overstroombaargebied te worden gecompenseerd Bepaling omtrent huidige toestand Alle vergunde of vergund geachte constructies kunnen hun huidige toestand behouden. Bij grondige verbouwing, renovatie of nieuwbouw 2 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

7 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN stedenbouwkundige voorschriften dient te worden voldaan aan de voorwaarden onderschreven in onderhavig RUP Gemeenschapsvoorzieningen In alle voor bebouwing in aanmerking komende bestemmingszones in dit plan mogen gebouwen voor gemeenschapsvoorzieningen opgericht worden voor zover ze voldoen aan de bouwvoorschriften van de betreffende zone en mits deze in hun exploitatie geen hinder betekenen voor het normaal functioneren van de betreffende bestemmingszone Gemeenschapsvoorzieningen bv. school, postkantoor, kinderopvang, lokalen voor verenigingen, Bepaling omtrent werken in functie van waterbeheer Werken in functie van waterbeheer zijn steeds toegelaten, dit ongeacht de betrokken bestemmingszone Bepaling omtrent afwatering Afvloei van hemelwater naar aanpalende onverharde zones voor infi l- tratie mag enkel op eigen terrein plaats vinden Bepaling omtrent afsluitingen Tenzij in de voorschriften van de zones anders bepaald, zijn enkel afsluitingen die bestaan uit streekeigen haag, eventueel gecombineerd met palen of draadafsluiting toegelaten Draadafsluiting met een maximale hoogte van 2.00 m Haag met een maximale stamhoogte van 1.50m Indien de afsluiting bestaat uit een groene haag wordt deze geplant op 0.50m achter de grens van het openbaar domein. Afsluitingen bestaande uit beton, hout of kunststofplaten zijn niet toegelaten. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 3

8 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN stedenbouwkundige voorschriften 2.8. Bepaling omtrent werken / constructies in functie van openbaar nut Kleinschalige constructies in functie van openbaar nut kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik,...) geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone Bepalingen omtrent niet bebouwde delen De niet-bebouwde gedeelten van het perceel vallen onder de voorschriften met betrekking tot de tuin. Naargelang het type bebouwing kunnen t.o.v. het hoofdvolume verschillende stroken in een tuin onderscheiden worden, namelijk: De voortuinstrook begrepen tussen de rooilijn en de voorbouwlijn van het volume. De zijtuinstroken begrepen tussen de zijkavelgrenzen en de zijgevels van het hoofdvolume De achtertuinstrook begrepen tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van het hoofdvolume. Deze stroken behouden de bouwmogelijkheid vooropgesteld in de bouwvoorschriften Aansluiting op de aanpalende gebouwen De dakvormen, de kroonlijst en de materialen van de zichtbare gevels moeten harmonieus aansluiten op de aanpalende gebouwen. Er dient een kwalitatieve en esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren tussen aanpalende gebouwen, zodat continuïteit in het straatbeeld bewerkstelligd wordt. De delen van de bestaande gevel op de zijkavelgrens waar niet tegenaan wordt gebouwd of die om redenen visueel zichtbaar blijven, dienen op een harmonieuze en esthetisch verantwoorde manier 4 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

9 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN stedenbouwkundige voorschriften afgewerkt te worden in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies Bepaling omtrent materialen De gebruikte materialen van al de bouwdelen, dat wil zeggen, van hoofd- en bijgebouwen en van de bouwwerken die geen gebouwen zijn, dienen zowel eigentijds als duurzaam te zijn. De materialen voor de van op de openbare weg zichtbare bouwdelen dienen qua kleur, textuur en schaal de continuïteit in het straatbeeld te ondersteunen. Het plaatsen van fotovoltaïsche cellen, zonneboilers en dakvlakramen in en op het dak en/of de gevels is toegelaten, mits deze zich op een esthetisch verantwoorde manier integreren. 3. Definities 3.1. Bepaling omtrent bebouwingspercentage (terreinbezetting) Is de verhouding van de grondoppervlakte van één of meer bouwwerken (verhardingen en constructies die geen gebouwen zijn niet inbegrepen) op één terrein of perceel ten aanzien van de totale oppervlakte van het terrein of perceel binnen betrokken bestemmingszone. De terreinbezetting wordt uitgedrukt in ofwel een max. aantal m² ofwel in het procent van de totale bebouwde oppervlakte van het hoofd- en bijgebouw t.o.v. de totale oppervlakte van de kavel waarop de betreffende bebouwing voorkomt Hoofdgebouw Het gebouw dat bedoeld is, de voorziene bestemming te herbergen en dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van de verdiepingen. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 5

10 ARTIKEL 0 - BEGRIPPEN, ALGEMENE BEPALINGEN EN SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN stedenbouwkundige voorschriften 3.3. Bijgebouwen Het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, maar niet bedoeld is om de bestemming voorzien in de bestemmingszone te herbergen, tenzij de berging van goederen, gebruiksmid delen, voertuigen, en dergelijke, die inherent verbonden zijn aan de bestemming voorzien in de bestemmingszone Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekt, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt Bouwhoogte De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot de bovenkant kroonlijst of dakrand. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max m hoger dan het peil van as van de openbaar domein, aan de inkomdorpel gemeten. Voor woningen wordt de max. bouwhoogte uitgedrukt in aantal bouwlagen. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst of dakrand. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een maximale hoogte van 3.50 meter toegekend, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften Bouwdiepte Deze afmetingen gelden voor het hoofdvolume en worden gemeten tussen de voorbouwlijn en de achtergevel ter hoogte van de zijgevels of de gemeenschappelijke kavelgren(s)(zen). 6 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

11 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ANVERWANTE ACTIVITEITEN Stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemmingsvoorschriften De zone valt onder de categorie woongebied 1.1. Hoofdbestemming Het gebied is bestemd voor ééngezinswoningen. Zorgwoningen zijn eveneens toegelaten. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten. Landbouw is toegelaten. Dit is een gebied waarin wonen, landbouw en aan het wonen verwante activiteiten samen voorkomen. Activiteiten in het gebied voor wonen en agrarische productie moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. De beoordeling van de verenigbaarheid zal in de praktijk sterk verschillen. Voor werken met een beperkte ruimtelijke impact of een beperkte schaal zal de beoordeling beknopt blijven. De beoordeling gebeurt door de vergunningverlener. Het aanvraagdossier moet dus afhankelijk van de beoogde ingreep, de nodige elementen bevatten om de beoordeling mogelijk te maken Nevenbestemming Diensten, vrije beroepen, detailhandel en kleinschalige kantoorfuncties zijn in nevenbestemming bij de woonfunctie toegelaten, mits verenigbaar met de woonomgeving. De woonfunctie dient hoe dan ook aanwezig te zijn. De nevenbestemming is deze waarvoor minder dan 50% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten per perceel of percelen waarop een project wordt gerealiseerd, is aangewend of zal aangewend worden. Die 50% mag niet groter zijn dan 100,00m² Nevenbestemming Zelfstandige diensten, vrije beroepen, detailhandel en kleinschalige kantoorfuncties zonder de aanwezigheid van een woning op hetzelfde perceel zijn dus niet toegelaten. Deze functies dienen steeds bij een woonfunctie voorzien te worden. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 7

12 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN Stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichtingsvoorschriften 2.1. Bebouwingspercentage / terreinbezetting Maximum 60% van de perceelsoppervlakte gelegen binnen onderhavige zone mag bebouwd worden, inclusief bijgebouwen. Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemd maximum reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw het bestaande regelmatig vergunde bezettingspercentage als maximum Bebouwingspercentage / terreinbezetting Het bebouwingspercentage is de verhouding van de grondoppervlakte van alle gebouwen samen (hoofdgebouw en bijgebouwen) t.p.v. de perceelsoppervlakte gelegen binnen deze zone Inplanting van het hoofdvolume Er is zowel open, halfopen, als aaneengesloten bebouwing toegelaten. Voor de inplanting van het hoofdvolume gelden volgende afstandsregels: Tov de rooilijnen minimum 8,00m Tov de zijperceelsgrens Bij open bebouwing: minimum 3,00m Bij halfopen bebouwing: 0,00m waar het volume gekoppeld wordt met een volume op het aanpalend perceel, minimum 3,00m waar geen koppeling gebeurt. Gesloten bebouwing: 0,00 m Tov de achterkavelgrens: minimum 5,00m 2.2. Inplanting van het hoofdvolume Verhardingen, zwemvijvers, pergolola s, luifels en zwembaden worden niets als gebouw aanschouwd Bouwdiepte Voor open bebouwing 20,0m op het gelijkvloers en 14,00m op de verdieping. Voor halfopen en aaneengesloten bebouwing 20,00m op het gelijkvloers en 12,00m op de verdieping. 8 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

13 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN Stedenbouwkundige voorschriften 2.4. Bouwhoogte Er zijn maximum 2 volle bouwlagen toegelaten, eventueel vermeerderd met 1 onderdakse bouwlaag bij hellende of gebogen daken. De maximum toegelaten kroonlijsthoogte bedraagt 7,00m. De maximum toegelaten nokhoogte bedraagt 12,00m Dakvorm De dakvorm is vrij te bepalen. Bij hellende daken mag de dakhelling niet meer bedragen dan 50. Dakuitbouwen zijn toegelaten, voor zover hun gezamenlijke breedte niet meer bedraagt dan de helft van de breedte van het dak waarin ze zich bevinden Dakvorm Gebogen daken worden voor wat betreft de 50 -regel niet beschouwd als hellend Vrijstaande constructies en bijgebouwen Vrijstaande constructies en bijgebouwen horende bij de woonfunctie en niet inbegrepen in het hoofdvolume - zoals losstaande garages, carports, bergingen en tuinhuisjes, evenals carports in een niet-bebouwde zijtuinstrook - kunnen binnen onderhavige zone worden voorzien, mits de voor deze zone bepaalde bebouwingspercentage niet wordt overschreden en aan volgende voorwaarden is voldaan : De inplanting van deze gebouwen dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te gebeuren, waarbij esthetische, functionele en ruimtelijke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorgestelde inplanting. De inplanting mag geenszins hinder veroorzaken ten aanzien van de eigenaars van aanpalende percelen. Bij koppeling op de perceelsgrens met een gelijkaardige constructie op het aanpalend perceel dient een harmonieuze koppeling / aaneenschakeling te gebeuren. De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 9

14 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN Stedenbouwkundige voorschriften De totale grondoppervlakte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50,00m². Maximale kroonlijsthoogte 3,00m en maximale nokhoogte 4,50m 2.7. Inrichting van de niet bebouwde ruimte De niet bebouwde delen van het perceel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin, en dienen een groene inrichting te krijgen. Maximaal één derde van de niet-bebouwde ruimte mag worden verhard ten behoeve van een oprit, parkeerplaatsen, tuinpaden en bouwwerken die geen gebouwen zijn. Het is verboden goederen, afval, wrak(ken), container(s), caravan(s), voertuig(en) en dergelijke permanent te plaatsen in de niet bebouwde delen van het perceelsdeel Inrichting van de niet bebouwde ruimte Maximaal één derde van de niet-bebouwde ruimte van de totale perceelsoppervlakte mag worden verhard ten behoeve van een oprit, parkeerplaatsen, tuinpaden en bouwwerken die geen gebouwen zijn Voortuinstrook Bestemd voor de aanleg van verharding met begeleidend groen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn ten behoeve van het nemen van ontsluiting naar de N357 en het inrichten van parkeerplaatsen en een groene voortuinzone. Het plaatsen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in open lucht is niet toegelaten. Het oprichten van gebouwen is niet toegelaten. De verhardingen dienen indien mogelijk aangelegd te worden in kleinschalige, waterdoorlatende materialen. Bij de inrichting van percelen met nieuwe bebouwing is er maximum één ontsluiting naar de N357 toegelaten met een breedte van maximum 4,50m. Voor bestaande situaties dient de ontsluiting op de N357 tot een minimum beperkt te worden, dat evenwel de bestaande bedrijfsvoering mogelijk maakt Voortuinstrook Bij nieuwe inrichtingen kan er op het perceel geanticipeerd worden om de toegang van en naar de N357 tot maximum 4,50m te beperken. Voor bestaande situaties is dat niet altijd meer mogelijk en moet een pragmatische oplossing mogelijk zijn met een zo beperkt mogelijke impact op de N stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

15 ARTIKEL 1 - ZONE VOOR WONEN EN AANVERWANTE ACTIVITEITEN Stedenbouwkundige voorschriften 2.9. Afsluitingen Er zijn enkel afsluitingen toegelaten die bestaan uit streekeigen haag, eventueel gecombineerd met palen of draadafsluitingen Draadafsluiting met een maximale hoogte van 2.00 m In de eerste 2,00m van de zone van achteruitbouw, vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn, zijn hagen toegelaten met een maximale hoogte van 1,50m en met een maximum hoogte van 0,75m ter hoogte van de wegaansluitingen. Indien de afsluiting bestaat uit een groene haag wordt deze geplant op 0,50m achter de grens van het openbaar domein. Afsluitingen bestaande uit beton of kunststofplaten zijn niet toegelaten. De afrasteringen in de langsrichting van de beek moeten worden geplaatst op Ofwel 0,50m landinwaarts vanaf de kruin van de oever van de waterlopen en zijn maximaal 1,50m hoog Ofwel 5,00m landinwaarts vanaf de kruin van de waterloop Bij afrastering in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop moeten de nodige voorzieningen getroffen worden om een vrije doorgang mogelijk te maken binnen de 5,00m strook door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4,00m Afsluitingen In de overige delen van de zone van achteruitbouw mogen beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordening. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 11

16 ARTIKEL 2 - BESTAANDE ANDE NIET WOONFUNCTIES Stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemmingsvoorschriften De zone valt onder de categorie woongebied Het gebied is bestemd voor wonen met daarbijhorende bijgebouwen onder volgende vormen: Eéngezinswoningen: open, halfopen, geschakeld en gestapeld. Zorgwonen In combinatie met wonen zijn volgende activiteiten eveneens in hoofdbestemming toegelaten: Diensten, opslag, vrije beroepen, gemeenschapsvoorzieningen, openbare functies Kleinschalige horeca, detailhandel en kantoorfuncties zijn in combinatie met wonen toegelaten. De oppervlakte van deze activiteiten dient beperkt te worden tot 100,00m². Bij reconversie van bestaande gebouwen, waar momenteel geen woonbestemming aanwezig is, is de verplichte combinatie met een woonbestemming niet van toepassing. Dancings en feestzalen, ambachtelijke bedrijvigheid en grootschalige detailhandelsbedrijven en andere functies en activiteiten die niet verenigbaar zijn met de woonomgeving - die voor abnormale hinder zorgen en de rust van de woonomgeving kunnen aantasten - zijn binnen onderhavige zone niet toegelaten. In geen geval mag de ruimtelijke draagkracht van de omgeving overschreden worden. Gestapelde of geschakelde ééngezinswoningen hebben steeds hun eigen toegang zonder hiervoor door een gemeenschappelijke inkom te moeten passeren. Op de meeste percelen binnen deze bestemmingszone is in de huidige situatie een woonactiviteit aanwezig. De verplichting ook in geval van nieuwbouw of reconversie ook steeds een woonactiviteit te voorzien heeft een evidentere inpassing in het omliggende woonweefsel tot gevolg. Horeca, detailhandel en kantoren groter dan 100,00m² worden gezien als kernversterkende activiteiten en zijn hier bijgevolg niet wenselijk. Er wordt voor de bestaande gebouwen zonder een woonfuncties een uitzondering gemaakt. Onder reconversie wordt verstaan dat de bestaande bebouwing zoals aangeduid op het bestemmingsplan en het plan van de bestaande toestand wordt verbouwd. Verbouwen betreft het doorvoeren van aanpassingswerken binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor ten minste 60% behouden worden. 12 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

17 ARTIKEL 2 - BESTAANDE NIET WOONFUNCTIES Stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichtingsvoorschriften 2.1. Bebouwingspercentage / terreinbezetting Maximum 60% van de perceelsoppervlakte gelegen binnen onderhavige zone mag bebouwd worden, inclusief bijgebouwen. Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemd maximum reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw het bestaande regelmatig vergunde bezettingspercentage als maximum Bebouwingspercentage / terreinbezetting Het bebouwingspercentage is de verhouding van de grondoppervlakte van alle gebouwen samen (hoofdgebouw en bijgebouwen) t.p.v. de perceelsoppervlakte gelegen binnen deze zone Inplanting van het hoofdvolume Er is zowel open, halfopen, als aaneengesloten bebouwing toegelaten. Voor de inplanting van het hoofdvolume gelden volgende afstandsregels: Tov de rooilijnen minimum 8,00m Tov de zijperceelsgrens: Bij open bebouwing: minimum 3,00m. Bij halfopen bebouwing: 0,00m waar het volume gekoppeld wordt met een volume op het aanpalend perceel, minimum 3,00m waar geen koppeling gebeurt. Gesloten bebouwing: 0,00 meter Tov de achterkavelgrens minimum 5.00 meter 2.2. Inplanting van het hoofdvolume Verhardingen, zwemvijvers, pergolola s, luifels en zwembaden worden niets als gebouw aanschouwd Bouwdiepte Voor open bebouwing 20,0m op het gelijkvloers en 14,00m op de verdieping. Voor halfopen en aaneengesloten bebouwing 20,00m op het gelijkvloers en 12,00m op de verdieping. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 13

18 ARTIKEL 2 - BESTAANDE NIET WOONFUNCTIES Stedenbouwkundige voorschriften 2.4. Bouwhoogte Er zijn maximum 2 volle bouwlagen toegelaten, eventueel vermeerderd met 1 onderdakse bouwlaag bij hellende of gebogen daken. De maximum toegelaten kroonlijsthoogte bedraagt 7,00m. De maximum toegelaten nokhoogte bedraagt 12,00m Dakvorm De dakvorm is vrij te bepalen. Bij hellende daken mag de dakhelling niet meer bedragen dan 50. Dakuitbouwen zijn toegelaten, voor zover hun gezamenlijke breedte niet meer bedraagt dan de helft van de breedte van het dak waarin ze zich bevinden Dakvorm Gebogen daken worden voor wat betreft de 50 -regel niet beschouwd als hellend Vrijstaande constructies en bijgebouwen Vrijstaande constructies en bijgebouwen kunnen binnen de onderhavige zone worden voorzien, mits het onder 2.1. beschreven bebouwingspercentage niet wordt overschreden en aan volgende voorwaarden is voldaan: De inplanting van deze gebouwen dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te gebeuren, waarbij esthetische, functionele en ruimtelijke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorgestelde inplanting. De inplanting mag geenszins hinder veroorzaken ten aanzien van de eigenaars van aanpalende percelen. De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. Bij koppeling op de perceelsgrens met een gelijkaardige constructie op het aanpalend perceel dient een harmonieuze koppeling / aaneenschakeling te gebeuren. Bij inplanting tussen 0,00 en 3,00m vanaf de perceelsgrens is de maximale kroonlijsthoogte 3,00m en kan de hoogte toenemen tot Als bvb. op een aanpalend perceel een gebouw van 4,00m staat tot op de perceelsgrens, is het toegelaten om een nieuw gebouw met een maximum hoogte van 4,00m aan te bouwen. Staat het 14 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

19 ARTIKEL 2 - BESTAANDE NIET WOONFUNCTIES Stedenbouwkundige voorschriften maximum 6,00m onder een hoek van 45. Indien er op het aanpalende perceel een constructie is op de perceelsgrens waar kan tegen aangebouwd worden, is het toegelaten dezelfde bouwhoogte aan te houden met een maximum bouwhoogte van 6,00m. Bij inplanting op meer dan 3,00m vanaf de perceelsgrens is een maximale bouwhoogte van 6,00m toegelaten. bestaande gebouw niet op de perceelsgrens dan dient de maximum bouwhoogte op de perceelsgrens van 3,00m gerespecteerd te worden. Deze laatste kan dan onder een hoek van 45 oplopen tot een bouwhoogte van 6,00m. Hoger bouwen dan 6,00m is niet toegelaten Inrichting van de niet bebouwde ruimte De niet bebouwde delen van het perceel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin, en dienen een groene inrichting te krijgen. Maximum 50% van de niet-bebouwde ruimte kan worden verhard ten behoeve van opritten, parkeerplaatsen, tuinpaden en bouwwerken die geen gebouwen zijn. Het is verboden goederen, afval, wrak(ken), container(s), caravan(s), voertuig(en) en dergelijke meer permanent te plaatsen in de niet bebouwde delen van het perceelsdeel Voortuinstrook Bestemd voor de aanleg van verharding met begeleidend groen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn ten behoeve van het nemen van ontsluiting naar de N357 en het inrichten van parkeerplaatsen en een groene voortuinzone. Het plaatsen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in open lucht is niet toegelaten. Het oprichten van gebouwen is niet toegelaten. De verhardingen dienen indien mogelijk aangelegd te worden in kleinschalige, waterdoorlatende materialen. Bij de inrichting van percelen met nieuwe bebouwing is er maximum één ontsluiting naar de N357 toegelaten met een breedte van maximum 4,50m. Voor bestaande situaties dient de ontsluiting op de Bij nieuwe inrichtingen kan er op het perceel geanticipeerd worden om de toegang van en naar de N357 tot maximum 4,50m te beperken. Voor bestaande situaties is dat niet altijd meer mogelijk en moet een pragmatische oplossing mogelijk zijn met een zo beperkt mogelijke impact op de N357. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 15

20 ARTIKEL 2 - BESTAANDE NIET WOONFUNCTIES Stedenbouwkundige voorschriften N357 tot een minimum beperkt te worden, dat evenwel de bestaande bedrijfsvoering mogelijk maakt Afsluitingen Er zijn enkel afsluitingen toegelaten die bestaan uit streekeigen haag, eventueel gecombineerd met palen of draadafsluitingen Draadafsluiting met een maximale hoogte van 2.00 m In de eerste 2,00m van de zone van achteruitbouw, vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn, zijn hagen toegelaten met een maximale hoogte van 1,50m en met een maximale hoogte van 0,75m ter hoogte van de wegaansluitingen. Indien de afsluiting bestaat uit een groene haag wordt deze geplant op 0,50m achter de grens van het openbaar domein. Afsluitingen bestaande uit beton of kunststofplaten zijn niet toegelaten. De afrasteringen in de langsrichting van de beek moeten worden geplaatst op Ofwel 0,50m landinwaarts vanaf de kruin van de oever van de waterlopen en zijn maximaal 1,50m hoog Ofwel 5,00m landinwaarts vanaf de kruin van de waterloop Bij afrastering in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop moeten de nodige voorzieningen getroffen worden om een vrije doorgang mogelijk te maken binnen de 5m strook door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4m Afsluitingen In het overige deel van de zone van achteruitbouw mogen de beplantingen niet hoger zijn dan bepaald in de gemeentelijke verordening. 16 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

21 ARTIKEL 3 - AAN AN DE LANDBOUW GERELATEERD KLEINHANDELSBEDRIJF IJF Stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemmingsvoorschriften De zone valt onder de categorie woongebied 1.1. Hoofdbestemming De gronden gelegen binnen onderhavige zone zijn enerzijds bestemd voor een aan de landbouw toeleverend bedrijf en anderzijds zijn ze bestemd voor kleinhandel onder de vorm van een tuincentrum, voorzover de ruimtelijke draagkracht van de omgeving niet wordt overschreden, de activiteit verenigbaar is met zijn agrarische en/of woonomgeving, en de aard van het bedrijf en de ermee gepaard gaande activiteiten geen abnormale hinder en/of risico s met zich meebrengen. Binnen de zone zijn eveneens woongelegenheden in hoofdbestemming toegelaten, zowel onder de vorm van ééngezinswoningen en zorgwoningen. De bestemmingvoorschriften van Artikel 1 zijn hiervoor van toepassing Hoofdbestemming Landbouw toeleverend bedrijf: agrarische groothandel dwz verkoop van landbouwproducten aan landbouwers in combinatie met een beperkte winkelactiviteit dwz verkoop van eigen landbouwproducten. Toekomstgericht is verdere uitbouw van de huidige activiteiten op de huidige site niet wenselijk. De mogelijkheid om de winkelactiviteit te herlocaliseren naar de Oostrozebekestraat zou hier een antwoord kunnen bieden. Indien het bestaande aan de landbouw gerelateerd kleinhandelsbedrijf niet herlocaliseert naar de Oostrozebekestraat is onderhavige zone bestemd als zone voor wonen en aanverwante activiteiten Nevenbestemming De noodzakelijke kantoren, EHBO, sociale uitrustingen en voorzieningen in functie van de bestaande bedrijfsvoering, toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen, stapelplaatsen, tuin en openluchttentoonstellingsruimten zijn eveneens toegelaten. Eén bedrijfs- of conciërgewoning is toegelaten, mits deze geïntegreerd is in het bedrijfsgebouw. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 17

22 ARTIKEL 3 - AAN DE LANDBOUW GERELATEERD KLEINHANDELSBEDRIJF Stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichtingsvoorschriften 2.1. Bebouwingspercentage Andere hoofdbestemming dan wonen: Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 80%, voor zover het voorzien in de eigen parkeerbehoefte kan gerealiseerd worden. Eén geïntegreerde bedrijfswoning met een maximale grondoppervlakte van 220m² is binnen onderhavige zone toegelaten. Woningen: het bebouwingspercentage van Artikel 1 is van toepassing Inplanting van het hoofdvolume Andere hoofdbestemming dan wonen: De gebouwen dienen ingeplant te worden op: Minimum 3,00m van de perceelsgrens, bij een maximale kroonlijsthoogte van 7,00m Op minimum 5,00m van de perceelsgrens, bij een kroonlijsthoogte van 7.00m m 8,00m van de rooilijn van de N357. Behoudens bovenstaande afstandsregels is de inplanting vrij Bouwdiepte Gebouwen en constructies met andere hoofdbestemming dan wonen: Bouwdiepte is vrij. Woningen: de bouwdiepte van Artikel 1 is van toepassing Bouwhoogte Andere hoofdbestemming dan wonen: De maximum toegelaten hoogte bedraagt 9,00m Woningen: de bouwhoogte van artikel 1 is van toepassing 18 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

23 ARTIKEL 3 - AAN DE LANDBOUW GERELATEERD KLEINHANDELSBEDRIJF Stedenbouwkundige voorschriften 2.5. Dakvorm Dakvorm is vrij Bij hellende daken mag de dakhelling niet meer bedragen dan 50. Dakuitbouwen zijn enkel toegelaten wanneer de hoofdfunctie wonen is, voor zover hun gezamelijke breedte niet meer bedraagt dan de helft van de breedte van het dak waarin ze zich bevinden Architectuur De bebouwing mag geen monotoon karakter hebben, en dient zich in te passen in de omgeving en bij te dragen tot een positief en harmonieus straatbeeld. In het bijzonder dienen de gevels gericht naar de N357 van een hoogwaardige architectuur te getuigen. Teneinde bij de beëindiging van een activiteit de gebouwen te kunnen hergebruiken voor nieuwe activiteiten, dienen de gebouwen dermate geconcipieerd dat ze gemakkelijk aanpasbaar zijn, en bijgevolg een grote flexibiliteit naar invulling toelaten Inrichting van de niet bebouwde ruimte Andere hoofdbestemming dan wonen: De niet bebouwde delen van de zone kunnen voor maximum 80% verhard worden ten behoeve van parking, toeritten en laad- en losplaatsen. Voor alle verharding moet het regenwater afkomstig van deze verharding infi ltreren in de bodem. Teneinde het water in de bodem te laten infiltreren dient ook de fundering waterdoorlatend te zijn. Parkeerruimte dient voorzien te worden van groen. Daarom dient per 10 parkeervakken één hoogstammige boom aangeplant te worden op diezelfde parking. Het stapelen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in de voortuinstrook is niet toegelaten. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 19

24 ARTIKEL 3 - AAN DE LANDBOUW GERELATEERD KLEINHANDELSBEDRIJF Stedenbouwkundige voorschriften Gebouwen met wonen als hoofdbestemming: De inrichting van de niet-bebouwde ruimte van Artikel 1 zijn van toepassing Achteruitbouwzone Bestemd voor de aanleg van verharding met begeleidend groen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn ten behoeve van het nemen van ontsluiting naar de N357 en het inrichten van parkeerplaatsen. Het plaatsen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in open lucht is niet toegelaten. Het oprichten van gebouwen is niet toegelaten. De verhardingen dienen indien mogelijk aangelegd te worden in kleinschalige, waterdoorlatende materialen. Per bedrijfsperceel is maximum 1 ontsluiting toegelaten naar de N357, met een breedte van maximum 7,00 meter. Indien dit noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering kan van bovenstaande regel afgeweken worden en kunnen 2 ontsluitingen op de N357 worden voorzien met een breedte van maximum 2x 5,00 meter. Voor nieuwe woongelegenheden is maximum 1 ontsluiting toegelaten naar de N357, met een breedte van maximum 4,50 meter. Voor bestaande situaties dient de ontsluiting op de N357 tot een minimum beperkt te worden Afsluitingen Inrichting van de afsluiting volgens de toepassingen van Artikel 1. Bij oprichting van nieuwe bedrijfsgebouwen is het plaatsen van een afsluiting verplicht. 20 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

25 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemming De zone valt onder de categorie bedrijvigheid 1.1. Hoofdbestemming Het gebied is bestemd voor KMO, kleinschalige kantoorfuncties, diensten, vrije beroepen, opslag en daarbijhorende voorzieningen noodzakelijk voor het functioneren van deze bestemmingen en mits verenigbaar met de woonomgeving. Landbouw is toegelaten. Binnen de zone zijn eveneens woongelegenheden zowel onder de vorm van ééngezinswoningen, kangoeroewoningen en mantelzorgwoningen als hoofdbestemming toegelaten. Meergezinswoningen zijn niet toegelaten Hoofdbestemming Dit is een gebied waarin wonen, landbouw en aan het wonen verwante activiteiten samen voorkomen. Activiteiten in het gebied voor wonen en agrarische productie moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. De beoordeling van de verenigbaarheid zal in de praktijk sterk verschillen. Voor werken met een beperkte ruimtelijke impact of een beperkte schaal zal de beoordeling beknopt blijven. De beoordeling gebeurt door de vergunningverlener. Het aanvraagdossier moet dus afhankelijk van de beoogde ingreep, de nodige elementen bevatten om de beoordeling mogelijk te maken. Nieuwe woongebouwen moeten opgericht worden langs de N357, Krekelstraat of Warandestraat tenzij het herbouw van bestaande woningen betreft 1.2. Nevenbestemming Eén bedrijfs- of conciërgewoning is toegelaten, mits deze geïntegreerd is in het bedrijfsgebouw. Een woonfunctie is binnen de zone niet verplicht. Maximaal 50%, met een maximum van 500m², van de oppervlakte van een KMO-perceel mag in nevenbestemming gebruikt worden als toonzaal. Deze toonzalen kunnen enkel gebruikt worden om ter plaatse vervaardigde producten tentoon te stellen, handel is niet toegelaten Nevenbestemming Bij enkele van de bestaande KMO s is er momenteel een toonzaal aanwezig. Gelet op de ligging nabij het stedelijk gebied, de zichtlocatie en de reeds aanwezige grootschalige bedrijfsgebouwen is het verantwoord dat tot 50% van het perceel kan worden ingenomen door toonzalen, weliswaar met een maximum van 500m². Door handel uit te sluiten is het hier niet mogelijk om in die toonzalen bijvoorbeeld een meubelwinkel te vestigen. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 21

26 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichting en beheer 2.1. Algemeen Het betreft een multifunctionele zone, alwaar verschillende activiteiten verweven met elkaar voorkomen. Bij aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen wordt een inrichtingsstudie gevoegd. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. Aan de hand van bovenvermeld inrichtingsplan dient te worden aangetoond dat aan volgende eisen is voldaan: Zuinig en compact ruimtegebruik Bundelen van functies Kwalitatief kleur en materiaalgebruik, met bijzondere aandacht naar de gevelonderdelen gericht naar de N357 De parkeerproblematiek is opgelost Inpassing van de site in de omgeving met kwalitatieve groenvoorzieningen ten opzichte van aangrenzende percelen, in het bijzonder naar de woonomgeving toe. De inrichting van de achteruitbouwzone dient dan ook integraal deel uit te maken van elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen deze zone. Bundeling van op- en afrit en parkeergelegenheden met andere functies binnen het plangebied wordt gerealiseerd. Enkel indien gemotiveerd kan aangetoond worden dat dit niet haalbaar is kan van dit principe afgeweken worden. Maximaal bebouwingspercentage en de terreinbezetting 22 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

27 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften Bij aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen van handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect moet geen inrichtingsplan gevoegd worden. Indien er enkel ééngezinswoningen worden opgericht, dient geen inrichtingsstudie te worden opgemaakt Bebouwingspercentage Andere hoofdbestemming dan wonen: Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 80%, voor zover het voorzien in de eigen parkeerbehoefte kan gerealiseerd worden. Eén geïntegreerde bedrijfswoning met een maximale grondoppervlakte van 220,00m² is binnen onderhavige zone toegelaten. Woningen: Het maximum bebouwingspercentage bedraagt 60%, inclusief bijgebouwen Bebouwingspercentage Het bebouwingspercentage is de verhouding van de grondoppervlakte van alle gebouwen samen (hoofdgebouw en bijgebouwen) t.o.v. de perceelsoppervlakte gelegen binnen deze zone Inplanting van het hoofdvolume Andere hoofdbestemming dan wonen: De gebouwen dienen ingeplant te worden op: Op minimum 3,00m van de perceelsgrens, bij een maximale kroonlijsthoogte van 7,00m. Op minimum 5,00m van de perceelsgrens, bij een kroonlijsthoogte van 7,00m - 9,00m 8,00m van de rooilijn van de N357 Indien halfopen bebouwing aanwezig is of aangewezen is, kan tot op de zijdelingse perceelsgrens gebouwd worden. Indien een wachtgevel aanwezig is, dient men hierop aan te sluiten. Behoudens bovenstaande afstandsregels is de inplanting vrij Inplanting van het hoofdvolume Rooilijn: grafi sch bepaald op het bestemmingsplan. Bouwen tot op de kavelgrens: realiseren van een halfopen bebouwing wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 23

28 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften Gebouwen met wonen als hoofdbestemming: Er is zowel open, halfopen als aaneengesloten bebouwing toegelaten. Voor de inplanting van het hoofdvolume gelden volgende afstandsregels: 8,00 meter van de rooilijn van de N357 T.o.v. de zijperceelsgrens: Bij open bebouwing: minimum 3,00m Bij halfopen bebouwing: 0,00 meter waar het volume gekoppeld wordt met een volume op het aanpalend perceel, minimum 3,00m waar geen koppeling gebeurt Gesloten bebouwing: 0,00m T.o.v. de achterkavelgrens minimum 5,00m. Indien de bestaande bebouwing bovenvernoemde afstandsregels tot de achterkavelgrens reeds overstijgt, dan geldt bij afbraak en wederopbouw de bestaande regelmatig vergunde afstandsregels als maximum Bouwdiepte Gebouwen en constructies met andere hoofdbestemming dan wonen: Bouwdiepte is vrij Woningen: de maximum toegelaten bouwdiepte bedraagt Voor open bebouwing 20,00m op het gelijkvloers en 14,00m op de verdieping. Voor halfopen en aaneengesloten bebouwing 20,00m op het gelijkvloers en 12,00m op de verdieping. 24 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

29 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften 2.5. Bouwhoogte Andere hoofdbestemming dan wonen: De maximum toegelaten hoogte bedraagt 9,00m Gebouwen met wonen als hoofdbestemming: Er zijn maximum 2 volle bouwlagen toegelaten, eventueel vermeerderd met 1 onderdakse bouwlaag bij hellende of gebogen daken. De maximum toegelaten hoogte bedraagt 9,00m 2.6. Dakvorm Dakvorm vrij. Bij hellende daken mag de dakhelling niet meer bedragen dan 50. Dakuitbouwen zijn enkel toegelaten wanneer de hoofdfunctie wonen is, voor zover hun gezamelijke breedte niet meer bedraagt dan de helft van de breedte van het dak waarin ze zich bevinden Architectuur De bebouwing mag geen monotoon karakter hebben, en dient zich in te passen in de omgeving en bij te dragen tot een positief en harmonieus straatbeeld. In het bijzonder dienen de gevels gericht naar de N357 van een hoogwaardige architectuur te getuigen. Teneinde bij de beëindiging van een activiteit de gebouwen te kunnen hergebruiken voor nieuwe activiteiten, dienen de gebouwen dermate geconcipieerd dat ze gemakkelijk aanpasbaar zijn, en bijgevolg een grote fl exibiliteit naar invulling toelaten Vrijstaande constructies en bijgebouwen Vrijstaande constructies en bijgebouwen horende bij de woonfunctie en niet inbegrepen in het hoofdvolume, zoals losstaande garages, carports, bergingen en tuinhuisjes, evenals carports in een niet-bebouwde zijtuinstrook, kunnen binnen onderhavige zone worden voorzien, wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 25

30 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften mits het voor deze zone hoger bepaalde bebouwingspercentage niet wordt overschreden en aan volgende voorwaarden is voldaan: De inplanting van deze gebouwen dient op een ruimtelijk verantwoorde manier te gebeuren, waarbij esthetische, functionele en ruimtelijke criteria worden gehanteerd bij de beoordeling van de in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voorgestelde inplanting. De inplanting mag geenszins hinder veroorzaken ten aanzien van de eigenaars van aanpalende percelen. Bij koppeling op de perceelsgrens met een gelijkaardige constructie op het aanpalend perceel dient een harmonieuze koppeling / aaneenschakeling te gebeuren. De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn. De totale grondoppervlakte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50,00m². Maximale kroonlijsthoogte 3,00m en maximale nokhoogte 4,50m Inrichting van de niet bebouwde ruimte Andere hoofdbestemming dan wonen: De niet bebouwde delen van de zone kunnen voor maximum 80% verhard worden ten behoeve van parking, toeritten en laad- en losplaatsen. Voor alle verharding moet het regenwater afkomstig van deze verharding infi ltreren in de bodem. Teneinde het water in de bodem te laten infi ltreren dient ook de fundering waterdoorlatend te zijn: Tenzij dit vanuit andere wetgeving niet wordt toegelaten. Tenzij gelet op de activiteit het niet mogelijk is de verharding voldoende te infi ltreren in de bodem. In dit geval moet een voldoende buffer met vertraagde afvoer voorzien worden Inrichting van de niet bebouwde ruimte 26 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

31 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften Parkeerruimte dient voorzien te worden van groen. Daarom dient per 10 parkeervakken één hoogstammige boom aangeplant te worden op diezelfde parking. Het stapelen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in de voortuinstrook is niet toegelaten. Bij een nieuwe bedrijfsactiviteiten en/of opslag in hoofdbestemming dient een groenbuffer voorzien te worden zoals omschreven in Art.6 - Bufferzone. Gebouwen met wonen als hoofdbestemming: De niet bebouwde delen van het perceel gelegen binnen onderhavige bestemmingszone, dienen ingericht te worden als tuin, en dienen een groene inrichting te krijgen. Maximaal één derde van de niet-bebouwde ruimte worden verhard ten behoeve van oprit, parkeerplaats, tuinpaden en bouwwerken die geen gebouwen zijn. Het is verboden goederen, afval, wrak(ken), container(s), caravan(s), voertuig(en) en dergelijke meer permanent te plaatsen in de niet bebouwde delen van het perceelsdeel. Onder bouwwerken die geen gebouwen zijn (en ook niet meegerekend worden in het bebouwingspercentage) worden zwemvijvers, pergola s, luifels en zwembaden verstaan Achteruitbouwzone Bestemd voor de aanleg van verharding met begeleidend groen tussen de rooilijn en de voorgevelbouwlijn ten behoeve van het nemen van ontsluiting naar de N357 en het inrichten van parkeerplaatsen. Het plaatsen van onafgewerkte goederen, grondstoffen, afvalstoffen en verpakking in open lucht is niet toegelaten. Het oprichten van gebouwen is niet toegelaten. De verhardingen dienen indien mogelijk aangelegd te worden in kleinschalige, waterdoorlatende materialen. Per bedrijfsperceel is maximum 1 ontsluiting toegelaten naar de N357, met een breedte van maximum 7,00 meter. Indien dit wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 27

32 ARTIKEL 4 - MULTIFUNCTIONELE ZONE stedenbouwkundige voorschriften noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering kan van bovenstaande regel afgeweken worden en kunnen 2 ontsluitingen op de N357 worden voorzien met een breedte van maximum 2x 5,00 meter. Voor nieuwe woongelegenheden is maximum 1 ontsluiting toegelaten naar de N357, met een breedte van maximum 4.50 meter. Voor bestaande situaties dient de ontsluiting op de N357 tot een minimum beperkt te worden Afsluitingen Er zijn enkel afsluitingen toegelaten die bestaan uit streekeigen haag, eventueel gecombineerd met palen of draadafsluitingen Draadafsluiting met een maximale hoogte van 2,00m Een haag met een maximale hoogte van 1,50m en met een maximale hoogte van 0,75m ter hoogte van de wegaansluitingen. Indien de afsluiting bestaat uit een groene haag wordt deze geplant op 0,50m achter de grens van het openbaar domein. De hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien Afsluitingen bestaande uit beton of kunststofplaten zijn niet toegelaten. De afrasteringen in de langsrichting van de beek moeten worden geplaatst op: Ofwel 0,50m landinwaarts vanaf de kruin van de oever van de waterlopen en zijn maximaal 1,50m hoog. Ofwel 5,00m landinwaarts vanaf de kruin van de waterloop Bij afrastering in de dwarsrichting ten opzichte van de waterloop moeten de nodige voorzieningen getroffen worden om een vrije doorgang mogelijk te maken binnen de 5,00m strook door middel van een opening of een poort met een minimum breedte van 4,00m. De waterloop is binnen onderhavige zone ingebuisd (zie ook Art. 7 - Erfdienstbaarheid waterloop), de voorschriften zijn van toepassing wanneer deze zou worden open gelegd. 28 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

33 ARTIKEL 5 - STAPELZONE stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemming De zone valt onder de categorie bedrijvigheid De zone wordt bestemd voor het stapelen van goederen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van het aangrenzend bedrijf. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 29

34 ARTIKEL 5 - STAPELZONE stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichtingsvoorschriften 2.1. Inrichting stapelzone De niet-bebouwde delen van de zone kunnen maximaal verhard worden ten behoeve van parking, toeritten en laad- en losplaatsen. Er dient, indien mogelijk, gebruik te worden gemaakt van waterdoorlatende materialen Inrichting stapelzone De mate van waterdoorlatendheid is afhankelijk van de infi ltratiegevoeligheid van het gebied, de ondergrond, de hoogte van de waterstand en andere watertoetselementen Opslag van producten, grondstoffen en afvalstoffen De opslag buiten het bedrijfsgebouw is toegelaten onder de volgende voorwaarden: De opslag mag niet hinderlijk zijn voor de aanpalende bedrijven en de omgeving De opslag van deze goederen dient afgeschermd te worden door middel van een esthetische scheiding die dezelfde hoogte zal hebben als de gestapelde goederen De gestapelde goederen hebben een maximale hoogte van 3,00m. 30 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi

35 ARTIKEL 6 - BUFFERZONE stedenbouwkundige voorschriften 1. Bestemming De zone valt onder de categorie bedrijvigheid 1.1. Hoofdbestemming Bestemd voor de aanleg van groen Gegroepeerde nevenontsluiting (in overdruk) Ter ontsluiting van de aanpalende bedrijven naar de Fortstraat is het toegelaten om één nevenontsluiting te voorzien doorheen de bufferzone. De hoofdontsluiting van de aanpalende bedrijven dient gericht te blijven op de Oostrozebekestraat. wvi april 15 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster 31

36 ARTIKEL 6 - BUFFERZONE stedenbouwkundige voorschriften 2. Inrichting en beheer Tussen enerzijds de bedrijfsactiviteiten binnen de multifunctionele zone (Art.4) met aansluitende stapelzone (Art.5) en de omliggende omgeving anderzijds wordt een buffer voorzien, die moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing: Indien een nieuwe bedrijfsactiviteit zich vestigt binnen de multifunctionele zone en de bestaande stapelzone wordt uitgebreid of enkel de stapelzone wordt uitgebreid, dient de buffer te worden voorzien. Indien een nieuwe bedrijfsactiviteit zich vestigt binnen de multifunctionele zone zonder ingebruikname van de stapelzone of wanneer er geen stapelzone (Art.5) aan de multifunctionele zone grenst, dient een groenbuffer te worden voorzien binnen de multifunctionele zone. De groenbuffer moet worden beplant met streekeigen struiken en hoogstammige bomen (minimum 1 boom per 6,00 lopende meter groenbuffer) over de volledige lengte en breedte van de grafi sche aanduiding. Enkel werken en handelingen met het oog op de aanleg en onderhoud van de groenbuffer zijn toegelaten. De zone moet aangelegd en beplant zijn uiterlijk in het plantseizoen dat volgt op het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning. Toeritten zijn binnen deze zone niet toegelaten behoudens één doorsteek thv de aanduiding in overlay op het verordenende grafi sch plan ifv een nevenontsluiting voor de aanpalende bedrijven. De op- en afrit(ten), met een maximum totale breedte van 9,00m, dient gegroepeerd te worden en ontsluiting bieden voor alle actviteiten binnen de stapelzone. Bedrijfsactiviteiten en stapelzone: Binnen de multifunctionele zone (Art.4) moet een buffer gerealiseerd worden als er een stedenbouwkundige vergunning is afgeleverd voor KMO, opslag en daarbijhorende voorzieningen (= indien de activiteiten gerealiseerd worden in hoofdbestemming) of het stapelen van goederen in de stapelzone (Art.5). Buffer voorzien binnen de multifunctionele zone: deze groenbuffer is niet grafi sch aangeduid op het bestemmingsplan maar dient bij nieuwe bedrijfsactiviteiten in de multifunctionele zone (indien van toepassing zonder gebruik van de nog niet gebruikte stapelzone) voorzien te worden. Voor deze groenbuffer is geen lengte of breedte opgelegd maar moet voldoen aan de voorwaarden van visuele afscherming, geluidsafscherming en landschappelijke inpassing. Als de bufferzone zoals grafi sch weergegeven evenwijdig grenst aan de multifunctionele zone is uiteraard geen twee buffer binnen de multifunctionele zone noodzakelijk. Er wordt maar één doorsteek door de bufferzone om de volledige stapelzone te ontsluiten en kan bestaan uit: Twee maal een op- en afrit die aan elkaar grenzen van telkens bvb. 4,50m. Eén op- en afrit voor al de bedrijven met een breedte van maximum 9,00m. 32 stedenbouwkundige voorschriften RUP Oostrozebekestraat te Ingelmunster april 15 wvi