Opgesteld door Sjoerd Vogels

Transcriptie

1 Directie Grondgebied Projecten- en Interimmanagement Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling Aan Projectteam Knoop Lent Datum 11 juni 2013 Opgesteld door Sjoerd Vogels Extra afschriften voor Gerben Siebenga, Manon van der Krabben, Mart Haumann Onderwerp Ruimtelijke onderbouwing Locatie fietstunnel Laauwikstraat 1. Inleiding Binnen Knoop Lent komen diverse belangrijke verkeersnetwerken samen. Het kruispunt Prins Mauritssingel Graaf Alardsingel vormt het splitsingspunt voor verkeer vanaf de Prins Mauritssingel - Noord van/naar Nijmegen-centrum en verdeelt het verkeer over beide waalbruggen. Voor het openbaar vervoer vormt station Nijmegen Lent het overstappunt tussen trein, (H)OV en overige vervoerswijzen. Voor de fietsers vormt Knoop Lent de draaischijf waar verschillende belangrijke (snel)fietsroutes samenkomen en na realisatie van het nieuwe station Nijmegen-Lent zal de voetganger als verkeersstroom ook een groeiend belang krijgen. Binnen de beperkte ruimte kunnen al deze vervoerswijzen niet gelijkvloers gekruist en afgewikkeld worden. Het is niet mogelijk om de zware auto-intensiteit én de HOV-prioriteit binnen een acceptabele verkeersregeling te regelen, zodanig dat de overstekende fietsers en voetgangers voldoende tijd en kwaliteit zouden krijgen. Vooral de doorstroming en de verkeersveiligheid zouden hiermee in het gedrang komen. Er is dan ook een noodzaak om fietsers en voetgangers de Prins Mauritssingel in Oost - West richting t.h.v. het nieuwe station Nijmegen Lent ongelijkvloers te laten kruisen. Voor de Lentse Lus zijn de laatste jaren twee raadsmoties aangenomen, waarin steun is uitgesproken voor een ongelijkvloerse kruising op deze locatie. 8 februari 2011 is door het college het besluit genomen over de ongelijkvloerse fietskruising t.p.v. de kruising Laauwikstraat in de vorm van een tunnel. In het collegebesluit van 24 november 2011 wordt deze zelfs onder de noemer majeure kwesties als opgaven met een groot belang voor de fietser genoemd. In deze memo wordt een onderbouwing gegeven voor de meest optimale locatie van de fietstunnel Laauwikstraat, rekening houdend met de ruimtelijke en verkeerskundige inpasbaarheid Fietstunnel vs. Fietsbrug Hoewel in het voortraject ook de variant van een fietsbrug t.p.v. de kruising PMS - Laauwikstraat is onderzocht, wordt in deze memo alleen ingegaan op de fietstunnel en de ruimtelijke onderbouwing van de locatie van deze tunnel. De afweging tussen een tunnel en een brug wordt als afgerond beschouwd als gevolg van het besluit van 8 februari } Locatie tunnel Laauwikstraat

2 1 2. Probleemstelling Als gevolg van de realisatie van Splitsingspunt Lent wordt de huidige ongelijkvloerse kruising, de Lentse Lus juni 2013 gesloopt. Vervolgens wordt tot april 2014 een tijdelijke fietsbrug als vervanging van de Lentse Lus toegepast. Na april 2014 is er uitsluitend een gelijkvloerse oversteek met de Prins Mauritssingel Mogelijk voor fietsers en voetgangers. Uit de diverse verkeerskundige berekeningen blijkt dat dan de cyclustijd boven de 120 seconden uitkomt, terwijl de gemeente Nijmegen bij kruispunten waarbij zowel snel als langzaamverkeer wordt afgewikkeld een grenswaarde van 90 seconden hanteert. Omwille van de verkeersveiligheid en de doorstroming moet de periode zonder een ongelijkvloerse kruising zo kort mogelijk zijn. 3. Primaire Doelstellingen Het project fietstunnel Laauwikstraat heeft de volgende (hoofd)doelstellingen: 1. Het verbeteren van de verkeersdoorstroming van het snelverkeer en (hoogwaardig) openbaar vervoer op de Prins Mauritssingel door het scheiden van verkeersstromen; 2. Het binnen budget en planning realiseren van een ongelijkvloerse kruising in de vorm van een fietstunnel ter hoogte van het kruispunt Prins Mauritssingel Laauwikstraat ten behoeve van het veilig faciliteren van een langzaamverkeersverbinding in Oost-West richting, het verminderen van de barrièrewerking van de Prins Mauritssingel en het versterken van de relatie van het dorp Lent met het toekomstig centrumgebied Citadel / Hof van Holland; 3. Het duurzaam (her)inrichten van de openbare ruimte aan de Oost en Westzijde van de Prins Mauritssingel; 4. Het (her)ontwikkelen van het gebied aan de oostzijde van de Prins Mauritssingel t.p.v. de (te slopen) Lentse Lus en Laauwikstraat tot een uitgeefbaar gebied voor ruimtelijk passende functies. 4. Besluitvorming De volgende besluitvorming is van toepassing op de fietstunnel Laauwikstraat Collegevoorstel: Fietskruisingen knoop Lent en vervanging Lentse Lus, 8 februari 2011 Collegevoorstel: Uitvoeringsplan Fietsinfrastructuur, d.d Uitvoeringsplan Fietsinfra Waalsprong XL, d.d ; Uitvoeringsplan Fietsinfrastructuur Waalsprong, 28 november 2011; Nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar, augustus 2011; Raadsmoties 5. Documenten In de voorgaande fasen zijn diverse onderzoeken en studies uitgevoerd naar de noodzaak, mogelijke varianten en inpassing van een ongelijkvloerse kruising t.p.v. de kruising PMS- Laauwikstraat. Onderstaand een opsomming van de van toepassing zijnde documenten. Indien onderdelen van deze notitie(s) van toepassing zijn op de locatiebepaling van de fietstunnel worden deze apart in deze memo benoemd. Omschrijving Kenmerk Datum 1 Inpassing fietstunnel Laauwikstraat Advies kruispunt Laauwikstraat 9V7670.C0/N001/412360/Nijm Ruimtelijke inpassing fietstunnel Laauwikstraat Ongelijkvloerse kruising Splitsingspunt; Variantenafweging 9V7670.A0/R##/SMOM/Nijm augustus Verkeerskundige afweging brug vs. tunnel Laauwikstraat Splitsingspunt Lent, Verificatie verkeerskundige eisen V7670.C1/N002/LLF/SVLI/Nijm

3 2 7 Haalbaarheidsonderzoek fietstunnel Laauwikstraat en BRM Grondlichaam Oost Lentse Eisen en randvoorwaarden Voor het bepalen van de optimale locatie van de ongelijkvloerse kruising zijn naast de topeisen (de hoofddoelstellingen zoals benoemd onder 3.) de volgende eisen en randvoorwaarden van toepassing: Verbeteren verkeersdoorstroming De bestaande configuratie van snelverkeer op het kruispunt PMS Laauwikstraat dient minimaal gehandhaafd te blijven; De aansluiting PMS-Laauwikstraat dient zo compact mogelijk vormgegeven te worden in verband met de verkeersafwikkling van de krusing PMS - Laauwistraat; De parkeercapaciteit t.p.v. het Witte Huis dient gehandhaafd te blijven, inclusief de busopstelplaats; De aansluiting van de Laauwikstraat dient zo ver mogelijk van de kruising PMS GAS gesitueerd te worden om zo de verkeersafwikkeling te optimaliseren. De verkeersafwikkeling van de Pastoor van Laakstraat naar de Laauwikkstraat dient gehandhaafd te blijven. Ongelijkvloerse kruising Het dwarsprofiel van de ongelijkvloerse kruising dient minimaal te voldoen aan het Profiel van Vrije Ruimte (PVR) en de breedtes van de fietstunnel Laauwikstraat o PVR fietspad minimaal 2,80 meter, breedte fietspad minimaal 4,00 meter; o PVR voetpad minimaal 2,50 meter, breedte voetpad minimaal 2,00 meter; Hellingen in/naar de ongelijkvloerse kruising dienen te voldoen aan de CROW richtlijnen o Maximaal hellingspercentage 4%; Een tunnelbak en aanliggende hellingen dienen in principe één rechte lijn te vormen, om de sociale veiligheid te waarborgen; De ongelijkvloerse kruising dient aan te sluiten op de (bestaande of ontwikkeling zijnde ) ruimtelijke plannen, o.a.: o Station Lent met Stationsplein o Ontwikkellocatie Station Lent o Snelbinder o HOV banen Inrichting Openbare ruimte Er dient maximaal gebruik gemaakt te worden van de beschikbare openbare ruimte, de noodzaak tot het verwerven van percelen dient geminimaliseerd te worden De ongelijkvloerse kruising dient verkeerskundig optimaal aan te sluiten op de bestaande langzaamverkeersstromen van het RijnWaalpad en de Snelbinder; De verkeersstromen en uitwisseling tussen verkeersstromen dienen zoveel mogelijk gecombineerd te worden ((H)OV, voetgangers); Overig De aanleg van de ongelijkvloerse kruising dient binnen het gestelde financiële kader uitgevoerd te worden; de geraamde projectkosten bedragen conform het haalbaarheidsonderzoek circa 5.7 miljoen.

4 3 7. Varianten Gezien de topeis dat de verkeersdoorstroming van het snelverkeer verbeterd dient te worden heeft de keuze voor de optimale locatie van de ongelijkvloerse kruising direct verband met de locatie van de aansluiting van de Laauwikstraat op de Prins Mauritssingel. Voor het bepalen van een optimale locatie van de ongelijkvloerse kruising t.p.v. de kruising PMS Laauwikstraat zijn de volgende varianten onderzocht. 1. Verplaatsen aansluiting Laauwikstraat en tunnel t.p.v. huidige locatie Laauwikstraat Door het verplaatsten van de aansluiting van de Laauwikstraat naar het noorden wordt ruimte gecreëerd om de tunnel t.p.v. de huidige aansluiting van de Laauwikstraat te situeren. 2. Handhaven locatie aansluiting Laauwikstraat en tunnel aan noordzijde aansluiting Laauwikstraat De huidige aansluiting van de Laauwikstraat blijft gehandhaafd en de tunnel wordt aan de noordzijde van de aansluiting van de Laauwikstraat gesitueerd (t.p.v. perceel 56). De verkeersafwikkeling van de Pastoor van Laakstraat naar de Laauwikkstraat blijft gehandhaafd. 3. Splitsen toe- en afleidende wegen Laauwikstraat en tunnel in het midden van de aansluiting Laauwikstraat 4. De huidige aansluiting van de Laauwikstraat wordt gesplitst en de tunnel wordt in het midden van de nieuwe aansluiting van de Laauwikstraat gesitueerd. De verkeersafwikkeling van de Pastoor van Laakstraat naar de Laauwikkstraat dient nader onderzocht / ontworpen te worden 5. Handhaven locatie aansluiting Laauwikstraat en tunnel aan zuidzijde aansluiting Laauwikstraat De huidige aansluiting van de Laauwikstraat blijft gehandhaafd en de tunnel wordt aan de zuidzijde van de aansluiting van de Laauwikstraat gesitueerd (t.p.v. perceel 56). De verkeersafwikkeling van de Pastoor van Laakstraat naar de Laauwikkstraat dient nader ontworpen te worden. 6. Fietsbrug Voor de volledigheid wordt ook de variant fietsbrug kort beschouwd. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de huidige locatie van de Lentse Lus of de fietsbrug kan t.p.v. de locatie van de huidige aansluiting van de Laauwikstraat gesitueerd worden. De verschillende alternatieven zijn indicatief in bijlage 1 aangegeven. Bij het bepalen van de optimale locatie is vooralsnog alleen gekeken naar de optimale locatie in het platte vlak / dwarsprofiel. Er worden geen expliciete uitspraken gedaan over de hoogteligging, benodigde lengte van de ongelijkvloerse kruising en/of verkeerskundige aansluitingen. Gezien de vele aansluitingen met de bestaande infrastructuur aan de oostzijde van de tunnel wordt vooralsnog als uitgangspunt aangehouden dat de hoogteligging van de Prins Mauritssingel gehandhaafd blijft. 8. Beoordelingscriteria Rekening houdend met de doelstellingen van de ongelijkvloerse kruising en de gestelde uitgangspunten en randvoorwaarden worden voor de afweging van de varianten de volgende beoordelingscriteria toegepast:

5 4 1. Verkeersafwikkeling Prins Mauritssingel / Laauwikstraat a. Handhaven verkeersfunctionaliteit Laauwikstraat / Past van Laakstraat b. As Laauwikstraat zo ver mogelijk van kruising PMS / GAS 2. Verkeersafwikkeling langzaam verkeer a. Comfort b. Sociale veiligheid 3. Inpassing in omgeving a. Oostzijde b. Westzijde 4. Minimaliseren verwerving (kosten en overlast omgeving) 9. Variantenafweging In bijgevoegde trade-off matrix (bijlage 2) zijn de verschillende varianten beoordeeld tegen over bovenstaande beoordelingscriteria. Per onderdeel is een korte toelichting gegeven van de score. 10. Conclusies en aanbevelingen De volgende conclusies en aanbevelingen worden gedaan: Variant 2: handhaven aansluiting Laauwikstraat en tunnel aan noordzijde aansluiting Laauwikstraat is de beste variant: o De aansluiting van de Laauwikstraat is zo ver als mogelijk van het kruispunt PMS-GAS gesiyeerd en het kruispunt is zo compact mogelijk gehouden; o De locatie heeft voldoende mogelijkheden om binnen de geldende richtlijnen de toe- en afritten met voldoende comfort en veiligheid te ontwerpen; o De verwerving van perceel 56 is bij elke variant noodzakelijk, bij de ligging van de tunnel ten noorden van de Laauwikstraat wordt maximaal gebruik gemaakt van de beschikbare ruimte en is er voldoende mogelijkheid om de openbare ruimte een kwaliteitsimpuls te geven; o Aan de westzijde sluit de noordelijke locatie perfect aan op de snelbinder en het RijnWaalpad en kan de optimalisatie en toegang van de ontwikkellocatie meegenomen worden in het integrale ontwerp. De aansluiting van het fietspad vanaf de Waalbrug is niet optimaal, hier zijn echter geen betere opties voor. De locatiekeuze betreft een principelocatie, verdere detailaanpassingen als gevolg van het engineeringproces zijn nog zeker mogelijk.

6 5