Geachte leden van de wijkraden Binnenstad, Leidsche Rijn, Noordoost, Noordwest, Overvecht, Oost, West en Zuid,

Transcriptie

1 Burgemeester en wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon ; Fax De leden van de wijkraden Binnenstad, Leidsche Rijn, Noordoost, Noordwest, Overvecht, Oost, West en Zuid Behandeld door: Marten de Vries Datum: 5 november 2007 Doorkiesnummer: Ons kenmerk: marten.de.vries@utrecht.nl Onderwerp: Uw adviezen over regels Bijlage(n): tweekolommenstuk leefbaarheidsbudgetten Uw kenmerk: Verzonden: 29 november 2007 Uw brief van: Bij antwoord datum, kenmerk en onderwerp vermelden Geachte leden van de wijkraden Binnenstad, Leidsche Rijn, Noordoost, Noordwest, Overvecht, Oost, West en Zuid, In de eerste plaats willen wij u danken voor uw constructieve bijdragen aan de ontwikkeling van de regels voor de leefbaarheidsbudgetten. In bijgaand tweekolommenstuk kunt u in detail lezen hoe wij uw adviezen verwerkt hebben. In deze brief willen wij in hoofdlijnen schetsen welk afwegingskader wij gehanteerd hebben bij het al dan niet overnemen van uw adviezen. Wij streven een eenvoudige procedure na, omdat wij met de inzet van de leefbaarheidsbudgetten willen stimuleren dat er veel (kleinschalige) initiatieven genomen worden voor de verbetering van de leefbaarheid. Wij willen verzoeken om ondersteuning snel afhandelen. Daarom hebben wij zo weinig mogelijk specifieke situaties in de regels opgenomen, en ook om deze reden willen wij wijkraden niet betrekken bij de behandeling van elk afzonderlijk initiatief. Voor elke wijk is er een leefbaarheidsbudget. Er is geen stedelijk leefbaarheidbudget. Dit betekent dat er in beginsel geen bovenwijkse initiatieven ondersteund worden. Wij willen een uitzondering maken voor bovenwijkse initiatieven waar voor binnen één of meerdere wijken een groot draagvlak bestaat, en bewoners of ondernemers werkelijk betrokken zijn. Eventueel zullen wij in deze gevallen de initiatiefnemer vragen om dit draagvlak aan te tonen. Initiatieven van bewoners of ondernemers hebben in beginsel voorrang boven gemeentelijke initiatieven. Maar waar wel serieuze problemen met de leefbaarheid zijn en bewoners of ondernemers geen initiatief nemen, zal de gemeente zelf initiatief nemen. Dan geldt wel de vereiste dat voor dit gemeentelijk initiatief wel aantoonbaar draagvlak moet bestaan. In beginsel worden initiatieven éénmalig ondersteund. Uitzonderingen maken we voor communicatieactiviteiten, ondersteuning van bewonersgroepen en sommige jaarlijkse activiteiten. Zie artikel 4 lid 1 sub g van de beleidsregels. Belangrijk is voor ons het uitgangspunt dat het leefbaarheidsbudget aanvullend is op het basisniveau van de leefbaarheid. Belangrijk is daarbij wat het begrip basisniveau is. Het basisniveau van de leefbaarheid

2 Burgemeester en wethouders Datum Kenmerk hebben wij gedefinieerd als "de mate van leefbaarheid die zou ontstaan als er geen leefbaarheidsbudgetten zouden zijn, en als de middelen voor de leefbaarheidsbudgetten ook niet op een andere manier voor leefbaarheid worden ingezet". Wat de gemeente doet voor de leefbaarheid staat immers in de gemeentebegroting en de gemeentebegroting wordt jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Daarnaast zien wij het als een signaal van een gebrek in het basisniveau van de leefbaarheid als over hetzelfde onderwerp in meerdere wijken herhaaldelijk initiatieven genomen worden. Dit duidt dan in ieder geval op een structurele wens op het gebied van de leefbaarheid. Wij hopen met deze brief en bijgaand tweekolommenstuk duidelijk gemaakt te hebben op welke wijze wij uw adviezen gebruikt hebben. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, De burgemeester De secretaris, 2/7

3 Tweekolommenstuk: 5 november 2007 Wijkraadadviezen over de nieuwe beleidsregels voor het leefbaarheidsbudget en de reactie van de gemeente daarop. Wij hebben de volgende adviezen ontvangen: Wijkraad Binnenstad d.d. 20 september 2007 adviezen B-1 t/m B-5 Wijkraad Leidsche Rijn d.d. 19 augustus 2007 adviezen LR-1 t/m LR-6 Wijkraad Noordoost d.d. 6 juli en 20 september 2007 adviezen No-01 t/m No-15 Wijkraad Noordwest d.d. 19 september 2007 adviezen Nw-1 t/m Nw-5 Wijkraad Overvecht d.d. 18 september 2007 adviezen Ov-1 t/m Ov-2 Wijkraad Ooost d.d. 5 auguatus 2007 advies O-1 Wijkraad West d.d. 19 september 2007 advies W-1 t/m W-5 Wijkraad Zuid d.d. 20 september 2007 advies Z-1 t/m Z-8 In dit tweekolommenstuk zijn de adviezen gesorteerd op onderwerp. Daardoor zijn sommige adviezen gesplitst. Dat is aangegeven door een adviesnummer van een a of b te voorzien. Wijk-Nr Adviezen Adviezen over de afweging van aanvragen No-01 Wensen van bewoners moeten te allen tijde eerst in aanmerking komen voor ondersteuning; belangen van welzijnsorganisaties komen op de tweede plaats. Uit initiatieven van welzijnsorganisaties moet blijken dat deze voortkomen uit wensen van bewoners of ondernemers in de wijk. Als die ondersteuning er is behandelen we initiatieven van welzijnsorganisaties alsof het initiatieven van bewoners zijn, in het andere geval ondersteunen we deze initiatieven niet. No-02 Hoe wordt draagvlakonderzoek vormgegeven? Als het om een grotere gemeentelijke inspanning gaat, of als discussie over het initiatief verwacht mag worden zal de wijkmanager een breder draagvlakmeting of -onderzoek doen. No-07 Bij draagvlakonderzoek doet ook de mening van de wijkraad er toe. Wij vinden niet dat de wijkraad bij de behandeling van alle initiatieven betrokken moet worden. Dat zou te veel snelheid uit de behandeling halen. Als de wijkmanager de mening van de wijkraad in een specifiek geval belangrijk acht zal hij de wijkraad raadplegen. No-16 Bespreek eventuele afwijzingen van bijdragen Zie onze reactie hierboven bij punt No-07. eerst met de wijkraad LR-3a Bij twijfel of erg grote bedragen of discussie Zie onze reactie hierboven bij punt No-07. tussen voor- en tegenstanders dient eerst de wijkraad te worden geconsulteerd alvorens de wijkmanager besluit. LR-4b Weerkerende toekenning dient niet stilzwijgend te worden verlengd, maar gelimiteerd in jaren en daarna alleen verlengd te worden nadat consultatie van de wijkraad heeft plaatsgevonden. B-5 Leg aanvragen waarbij twijfel bestaat over de vraag of het hier niet gaat om een reguliere gemeentelijke taak, of over een stedelijk initiatief, eerst voor aan de wijkraad. Nw-3 Geef de wijkraad een steviger en duidelijker positie bij de leefbaarheidsbudgetten door wijkraden te laten adviseren over toekenningen van bijdragen vanaf tienduizend euro. Zie onze reactie hierboven bij punt No-07. Zie onze reactie hierboven bij punt No-07. Advisering door de wijkraad over concrete aanvragen vinden wij niet gewenst omdat het hierdoor langer duurt voordat de gemeente de behandeling van het initiatief kan afronden. 3/7

4 Z-1a Geef wijkraad grotere rol bij de besteding van het leefbaarheidsbudget, want 1. het wijkbureau kan eigenmachtig eisen stellen aan aanvragen; 2. wijkbureau kan zelf een relatief groot deel van het leefbaarheidsbudget uitgeven; 3. voorheen werd hierover overleg gepleegd met de voorlopers van de wijkraden. Nw-1 Label een deel van het leefbaarheidsbudget voor snelle interventies door wijkwelzijnsorganisaties. LR-3b Bij twijfel of erg grote bedragen of discussie tussen voor- en tegenstanders dient eerst de wijkwethouder te worden geconsulteerd alvorens de wijkmanager besluit. No-05 Laat de raad of een raadscommissie beslissen over uitgaven boven vijftigduizend euro Adviezen over de criteria "Meer schijven" vragen vaak meer tijd. De gemeente wil juist de reactietermijn zo kort mogelijk houden zodat de indieners van een leefbaarheidsinitiatief snel een reactie krijgen. Wel kan de wijkmanager het initiatief nemen om de wijkraad te raadplegen, bijvoorbeeld in het kader van een draagvlakonderzoek. Het kenmerk van de leefbaarheidsbugetten is dat het ongelabeld of vrij besteedbaar geld is. Bij bedragen boven twintigduizend euro beslist de wijkwethouder. De wijkmanager beslist hoe te handelen wanneer er sprake is van discussie tussen voor- en tegenstanders. Welke handelwijze dan gekozen wordt willen wij niet bij voorbaat in regelgeving vastleggen omdat dat leidt tot veel en gedetailleerde beleidsregels. Wij vinden het een goed idee om voor grotere uitgaven een hoger geplaatst orgaan te laten besluiten. Maar besluitvorming door een raadscommissie of de gemeenteraad zou de besluitvormingstermijn teveel oprekken. Wij gaan er daarom als volgt mee om: a. Over bedragen tot en met euro beslist de wijkmanager. b. Over bedragen van meer dan euro tot bijdragen van euro beslist de wijkwethouder. c. Over eventuele bedrag van meer dan euro beslist het college. B-4 De Wijkraad Binnenstad vraagt om uiterste Initiatieven die op meerdere (of alle) wijken terughoudendheid waar het gaat om stedelijkebetrekking hebben worden alleen gehonoreerd in de initiatieven. wijken waar aantoonbaar draagvlak bestaat bij bewoners of ondernemers. Z-3 Stedelijke initiatieven zouden betaald moeten Zie onze reactie hierboven op advies B-4. worden uit stedelijke budgetten, en dus niet uit het leefbaarheidsbudget. No-09 Stel de volgende eisen als de gemeente zelf met initiatieven voor besteding van het LBB komt: Uw eisen a. en c. komen overeen met ons voorstel. Punt b.: in principe zullen we initiatieven van de gemeente pas ondersteunen als duidelijk wordt dat a. initiatieven van bewoners krijgen voorrang; het budget niet volledig uitgegeven zal worden op b. wordt bij voorkeur pas aan het eind van hetbasis van initiatieven van bewoners en ondernemers. jaar toegekend wanneer bekeken kan worden of er voldoende financiële ruimte over is; Maar als een gemeentelijk initiatief urgent en belangrijk blijkt te zijn zullen we van dit principe afwijken, waarbij de gemeente van tevoren nagaat of c. erop van toepassing zijn dezelfde limieten er draagvlak is in de wijk. en (draagvlak)eisen die gelden voor de aanvragen door burgers; d. de wijkraad wordt door de wijkmanager in een zo vroeg mogelijk stadium geïnformeerd, en als het tijdsbestek het toelaat geconsulteerd; e. voor bedragen boven wordt de goedkeuring gevraagd van de gemeenteraad. Punt d. nemen we niet over want in principe heeft de wijkraad geen adviserende rol bij toekenningen uit het leefbaarheidsbudget. Een uitzondering treedt op als de wijkmanager de wijkraad wil raadplegen, bijvoorbeeld in het kader van een draagvlakonderzoek. Punt e. nemen we niet over want beslissingen over bedragen boven vijftigduizend euro worden door burgemeester en wethouders genomen. 4/7

5 No-14 Hanteer en aantal standaardbedragen: a. voor een wijkkrant 1680 euro, afhankelijk van de oplage en het aantal uitgaven per jaar; b. voor een straatfeest 250 euro, afhankelijk van het thema en het aantal bezoekers; c. voor het voeren van een specifieke actie 250 euro, rekeninghoudende met werkelijk gemaakt kosten; No-15 Het wijkbureau moet prioriteit geven aan thema's die door de wijk belangrijk gevonden worden boven thema's die door de gemeente worden voorgesteld. Daarbij moet onder andere worden uitgegaan van de wijkraadpleging. LR-5 De gemeente mag zelf (in dit kader) wel initiatieven nemen, maar aanvragen ten laste van het leefbaarheidsbudget kan zij niet indienen, dat moet altijd door wijkbewoners of groeperingen daarvan gebeuren. Nw-2 Geef de wijkraad een steviger en duidelijker positie bij de leefbaarheidsbudgetten door wijkraden de mogelijkheid te geven wijkgebonden criteria op te stellen. Z-5 Zorg dat bijdragen ook besteed kunnen worden aan (loon)kosten voor een dagvoorzitter, een deskundige spreker, enzovoorts. No-08 Maak het mogelijk om derden in te huren. W-1 Wat wordt bedoeld met specifieke beleidsterreinen waarvoor de wijkraad inhoudelijke criteria kan voorstellen? W-3; Geef een andere formulering voor "bewoners Z-6 in staat te stellen hun ideeën voor het voetlicht te brengen". We houden de mogelijkheid open om voor sommige soorten van aanvragen richtbedragen te gaan hanteren. Daarbij tekenen we aan dat we het gebruik van standaardbedragen of richtbedragen in het algemeen niet wenselijk vinden omdat de meeste aanvragen een specifieke afweging vergen. Wij vinden dat het leefbaarheidsbudget vooral besteed moet worden door de wijk, en niet door de gemeente. Het geven van prioriteit voor een bepaald thema in de wijk zien is niet alleen een taak van het wijkbureau, maar vooral van de wijk zelf. Daarnaast heeft de gemeente, en dus ook het wijkbureau, de mogelijkheid om zelf initiatieven te nemen voor uitgaven. Maar voor initiatieven van het wijkbureau geldt: initiatieven van bewoners gaan in principe voor. Zie de alinea hier direct boven vanaf "Daarnaast " Wij vinden het belangrijk dat wijkraden invloed hebben op het leefbaarheidsbudget. Dit willen we als volgt vormgeven: a. Wijkraden kunnen adviezen geven over het gebruik van inhoudelijke wijkgebonden criteria. b. De wijkraad krijgt vier maal per jaar inzicht te geven in de uitgaven van het leefbaarheidsbudget. Dit kan behulpzaam zijn bij het formuleren van adviezen over inhoudelijke criteria. Nemen we over, want dit rekenen wij tot ondersteuning van communicatie en participatie. Inhuur is mogelijk voor de ondersteuning van een initiatiefnemer bij het ontwikkelen of uitdragen van dit initiatief. Dit rekenen wij tot ondersteuning van communicatie een participatie. Inhuur van derden bij de uitvoering van een initiatief is een beslissing van de gemeente. De gemeente kan bijvoorbeeld beslissen tot inhuur van derden als hij zelf onvoldoende capaciteit heeft om het initiatief met eigen medewerkers te ondersteunen. Met "specifieke beleidsterreinen" doelen wij op specifieke kansen of problemen in de wijk. De wijkraden zijn uitgenodigd om voorstellen te doen voor wijkspecifieke criteria, zodat de leefbaarheidsbudgetten ook ingezet kunnen worden tegen problemen die in de wijk spelen of voor het benutten van kansen die de wijk heeft. Het gaat erom dat bewoners ondersteund kunnen worden bij: a. het zoeken van andere bewoners of partners in de wijk, zodat ideeën in gezamenlijkheid ontwikkeld kunnen worden; b. het bekend maken van ideeën, plannen of wensen; c. het werven van draagvlak. 5/7

6 Z-7 Verduidelijk de term sociale integratie. Met termen als sociale integratie en samenhang in de buurt bedoelen we dat bewoners zich betrokken voelen bij hun straat of buurt, en dus met elkaar. Adviezen over de procedure No-03 B-1 Stel de grens tussen de eenvoudige aanvraagprocedure en de procedure voor Recht van Initiatief op vijfentwintigduizend euro in plaats van op twintigduizend euro. No-06 Zorg ervoor dat een honorering van een wens B-3 niet leidt tot het uitblijven van onderhoud, zodat de gehonoreerde wens uiteindelijk niet of nauwelijks leidt tot een grotere leefbaarheid dan het basisniveau. B-2 Neem als uitzonderingsbepaling op dat wijkkranten via een gewone leefbaarheidsaanvraag ondersteuning kunnen aanvragen, ook als het voorziene bedrag hoger is dan het grensbedrag waarboven de aanvraagprocedure Recht van Initiatief geld. W-4 Maak het mogelijk om bijdragen vooraf te geven. LR-1 Het is duidelijker en daarom mogelijk te Dit nemen we over. prefereren om procedure en criteria van elkaar te scheiden. Nw-4 Zie toe op naleving van regels. Z-1b gemeenteraad. LR-2 Hanteer als uitgangspunt om zoveel mogelijk aspecten van de procedures voor het leefbaarheidsbudget, omdat het lokale budgetten betreft, in principe lokaal, dus op wijkniveau te houden. LR-3c Eventueel beroep tegen dat besluit kan pas worden ingesteld bij het College nadat consultaties van wijkmanager en wijkwethouder hebben plaatsgevonden. LR-4a Weerkerende toekenning dient niet stilzwijgend te worden verlengd, maar gelimiteerd in jaren en daarna alleen verlengd te worden nadat consultatie van wijkwethouder heeft plaatsgevonden. Adviezen over budgetbeheer No-04 Als er aan het eind van het jaar voldoende budget over is moeten meer aanvragen twintigduizend euro of meer toegekend kunnen worden. No-11 Als er aan het eind van het jaar middelen overblijven moeten deze over gaan naar het daaropvolgende jaar Hoge grensbedragen hebben een opdrijvend effect voor het gemiddelde bedrag voor aanvragen uit het leefbaarheidsbudget. Het leefbaarheidsbudget is juist bedoeld voor relatief kleinschalige ingrepen. Het sleutelbegrip hierbij is het "basisniveau van de leefbaarheid". Het zorgdragen voor dit basisniveau is een reguliere gemeentelijke taak. Wat het basisniveau is blijkt uit de gemeentebegoting. Er leeft een grote voorkeur om een zo eenvoudig mogelijke regeling te maken. Voor specifieke uitzonderingen is daarom geen plaats Nemen wij over. Ook nu al bestaat de mogelijkheid om ondersteuning vooraf bieden, maar de communicatie daarover kan beter. Toezicht op en handhaving van de regelgeving wordt uitgevoerd door de accountantsdienst en door de Voor de wijkraad maken wij elk kwartaal een overzicht van alle initiatieven en de bijbehorende reacties, op basis waarvan de wijkraden ontwikkelingen die in hun ogen ongewenst zijn kunnen signaleren. De beslissingen worden zoveel mogelijk lokaal, dat wil zeggen in de wijk, genomen. In de meeste gevallen beslissen de wijkmanager of de wijkwethouder. Er vindt -uiteraard- wel overleg plaats met andere partijen, voor zover dat nodig is. In die gevallen dat een beroepsgang openstaat zijn de Algemene Subsidieverordening en de Algemene bestuurswet van toepassing. De te volgen procedure ligt vast in deze regelgeving. Wij nemen over dat weerkerende toekenning niet stilzwijgend wordt verlengd. Het doel is om de wijk zoveel mogelijk zelf te laten bepalen hoe de leefbaarheid in de wijk verbeterd kan worden. In beginsel hebben wij een voorkeur voor kleine initiatieven en beperken we het aantal grotere initiatieven. Als er voldoende budget leggen we deze beperking niet op. Het is vooral de bedoeling om leefbaarheidsbudgetten snel te besteden en het is niet de bedoeling van leefbaarheidsbudgetten op te sparen. Alleen in uitzonderlijke gevallen zullen we de raad voorstellen overblijvende budgetten naar het volgende jaar over te laten gaan. 6/7

7 W-5 Maak het, in het geval sprake is van jaarlijkse Daar waar sprake is van jaarbudgetten zullen we de bijdragen, overschotten te verrekenen met de mogelijkheid om overschotten te verrekenen met het bijdrage van het volgende jaar. volgende jaar open laten. In het algemeen echter is de inzet van de leefbaarheidsbudgetten gericht op activiteiten, niet op het creëren van constante geldstromen. Z-4 Waarom wordt het maximum van het aantal toe te kennen initiatieven per wijk boven twintigduizend euro niet beperkt tot drie. Adviezen over de afstemming met overig gemeentelijk beleid No-12 Geef klip en klaar aan wat de hoogte van het basisniveau is. No-13 Waar uitgaven uit het leefbaarheidsbudget leiden tot extra onderhoud moet hiertoe voldoende ruimte gemaakt worden in de gemeentebegroting. Nw-5 Toets of bijdragen ook daadwerkelijk bijdragen tot een grotere leefbaarheid. No-12 Zorg voor een goede samenwerking met de wijkraad en informatie aan de wijkraad. Ov-1 Geef de wijkraad elk kwartaal inzicht in de bestedingen van het leefbaarheidsbudget Z-2 In het overzicht dat de wijkraden ontvangen over de besteding van de leefbaarheidsbudgetten staat: a. welke aanvragen er geweest zijn b. voor welk bedrag een aanvraag is gedaan c. door wie of welke organisatie een aanvraag is gedaan. d. waarom een aanvraag al dan niet gehonoreerd is. W-2 Als verbeteringen van veiligheid of openbare ruimte boven het basisniveau moeten worden betaald uit het leefbaarheidsbudget wordt het leefbaarheidsbudget te zwaar belast. Overige adviezen Deze beperking is uit de beleidsregels gehaald omdat er geen reden voor deze beperking is. De Beleidsregels Leefbaarheidsbudgetten laten wel de mogelijkheid open deze beperking aan te brengen. Het basisniveau van de leefbaarheid hebben wij gedefinieerd als "de mate van leefbaarheid die zou ontstaan als de leefbaarheidsbudgetten er niet zouden zijn, en als de middelen voor de leefbaarheidsbudgetten ook niet op een andere manier voor leefbaarheid worden ingezet". Eventuele toekomstige onderhoudskosten moeten bij de financiële onderbouwing meegenomen te worden. Ook het wijkbureau let daarop. De relatie tussen de uitvoering van een initiatief en de verbetering van de leefbaarheid is niet altijd éénduidig vast te stellen. Daarnaast moet de (financiële) inspanning van de toetsing in verhouding staat tot de ondersteuning. Over twee jaar zullen we de huidige regeling evalueren, de effectiviteit van de leefbaarheidsbudgetten zal daarbij ook bezien worden. Daarbij maken we ook gebruik van de resultaten van de tweejaarlijkse "Utrecht Monitor". Nemen we over: vier maal per jaar informeren over uitgaven. Nemen we over. Nemen we over met uitzondering van punt c. Hierom is er een beperking in de grootte van uitgaven zodat ondersteuning van veel kleinschalige initiatieven mogelijk blijft. No-10 Geef meer bekendheid aan van het Nemen we over. Ov-2 Z-8 leefbaarheidsbudget. Evalueer de regeling na een jaar. Nemen we gewijzigd over: we evalueren na twee jaar, omdat een jaar te weinig informatie zal bieden. LR-6 Het lijkt nuttig om de procedure en de criteria Nemen we over. met enige regelmaat te evalueren met de wijkmanager, de wijkwethouder en de wijkraad. O-1 Instemming met het plan Wij danken u voor uw ondersteuning. == // == 7/7