Van alternatieve tot autonome straf: een modeverschijnsel?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Van alternatieve tot autonome straf: een modeverschijnsel?"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Van alternatieve tot autonome straf: een modeverschijnsel? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door David Delefortrie ( ) Promotor: Prof. dr. Brice De Ruyver Commissaris: Prof. dr. Tom Vander Beken

2

3 VOORWOORD Ik zou dit werkstuk niet tot een goed einde gebracht hebben zonder de hulp van enkele personen. Een dankwoord is dan ook op zijn plaats. Vooreerst wil ik mijn promotor Prof. dr. Brice De Ruyver bedanken voor de begeleiding en mogelijkheid om met dit onderwerp aan de slag te gaan. Vervolgens wil ik mijn commissaris Prof. dr. Tom Vander Beken bedanken voor het lezen en het beoordelen van dit werk. Een bijzonder dankwoord gaat uit naar mijn ouders voor de mentale en financiële steun gedurende mijn gehele opleiding. In het bijzonder wens ik mijn moeder, in het vooruitzicht van het afstuderen van de laatste student in huis en na ettelijke jaren van inleving in bijzonder stressvolle situaties, welverdiende rust toe. Ten slotte wil ik ik nog mijn zus Déborah en mijn goede vriend Matthias bedanken voor het nalezen van dit werk, alsook Kaya, Gaëlle, Judith en Jonathan voor hun onvoorwaardelijke steun. David Delefortrie Gent, 17 augustus 2015

4

5 Inhoudsopgave 1 INLEIDING PROBLEEMSTELLING OPMERKING VAN CONCEPTUELE AARD DE PROBATIE INLEIDING DE PROBATIE ALS MODALITEIT Totstandkoming Historiek Doelstelling Kenmerken van de probatie als modaliteit Algemeen Probatievoorwaarden Toepassingsvoorwaarden voor opschorting en uitstel Algemeen Instemming Gerechtelijke antecedenten Aard van de feiten De tenlastelegging is bewezen Duur Met redenen omkleed Informatie voor de rechter Quid ex post niet-vervulling van de toepassingsvoorwaarden? Initiatief Bijkomende toepassingsvoorwaarden voor probatie-opschorting en uitstel Instemming met probatie-uitstel Informatie- en hoorplicht Gemotiveerd advies inzake bepaalde zedenfeiten De uitvoering van de probatie Algemeen De justitiehuizen en justitieassistenten De probatiecommissie Herroeping Algemeen... 31

6 Facultatieve herroeping Herroeping van rechtswege Mislukking Gevolgen van de herroeping Evaluatie DE PROBATIE ALS AUTONOME STRAF Totstandkoming Aanloop naar de probatie als autonome straf Doelstelling Inwerkingtreding en evaluatie Kenmerken van de probatie als autonome straf Algemeen Toepassingsvoorwaarden Correctionele en politiestraf Aard De zwaarte van de straf Niet combineerbaar met andere hoofdstraffen Enkel van toepassing op natuurlijke personen Voor welke misdrijven? Gerechtelijke antecedenten Verhouding ten opzichte van de Probatiewet Beslissing door de rechter Algemeen Bepaling van de autonome probatiestraf Kwantum van de straf Duur Samenloop, herhaling en verzachtende omstandigheden Aanwijzingen Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquete Toestemming, informatie en hoorplicht Motivering Bepaling van de vervangende straf De uitvoering en de invulling van de autonome probatiestraf Algemeen... 66

7 Begeleiding Justitiële begeleiding De overeenkomst Territoriale bevoegdheid Opschorten, nader omschrijven, verlengen of beëindigen Niet-naleving Strafregister Kritische reflectie: een meerwaarde? HET ELEKTRONISCH TOEZICHT INLEIDING HET ELEKTRONISCH TOEZICHT ALS MODALITEIT Totstandkoming Historiek Doelstelling Kenmerken van het elektronisch toezicht als modaliteit Algemeen Ministerïele omzendbrief van 17 juli Beslissing van de penitentiaire administratie Algemeen Beslissing van de gevangenisdirecteur Beslissing van de directie Detentiebeheer Activering, uitvoering, controle en einde Wet Externe Rechtspositie (WERV) Toekenningsvoorwaarden Invulling, uitvoering, controle en opvolging Herroeping, schorsing en herziening Evaluatie HET ELEKTRONISCH TOEZICHT ALS AUTONOME STRAF Totstandkoming Aanloop naar het elektronisch toezicht als autonome straf Doelstelling Inwerkingtreding en evaluatie Kenmerken van het elektronisch toezicht als autonome straf Algemeen

8 Toepassingsvoorwaarden Aard Correctionele en politiestraf Zwaarte van de straf Niet combineerbaar met andere hoofdstraffen Voor welke misdrijven? Gerechtelijke antecedenten Verhouding ten opzichte van de Probatiewet Beslissing door de rechter Algemeen Bepaling van de straf onder elektronisch toezicht Kwantum van de straf Duur Samenloop, herhaling en verzachtende omstandigheden Aanwijzingen Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquête Toestemming, informatie en hoorplicht Motivering Bepaling van de vervangende straf De uitvoering en de invulling van de straf onder elektronisch toezicht Algemeen Begeleiding en controle Algemeen Bevoegde dienst Schorsing Niet-naleving Strafregister Kritische reflectie: een meerwaarde? BESLUIT BIBLIOGRAFIE WETGEVING Wetgeving Voorbereidende stukken Beleidsnota s en akkoorden

9 5.2 RECHTSPRAAK RECHTSLEER Boeken, verzamelwerken en reeksen Bijdragen in tijdschriften Online bronnen

10

11 1 INLEIDING 1.1 PROBLEEMSTELLING 1. De noodzaak om de gevangenisstraf, die het strafrechtelijk landschap als een ware zondvloed overspoelt, terug te dringen tot een ultimum remedium, is intussen geen geheim meer. In de stille waters van de vrijheidsberoving weerklinkt reeds jaren de roep om meer humane alternatieven. Als broeinest van criminaliteit en leerschool voor elke recidivist die naam waardig, komt de gevangenisstraf sedert lang onder vuur te staan. Tussen heden, verleden en toekomst zijn de antecedenten van vruchteloze vergelding reeds lang gekend: sociale ontwrichting, stigmatisering, institutionalisering, depersonalisering, recidive... 1 Het oordeel luidt dan ook onverbiddelijk: de gevangenisstraf werkt niet De chronische en contraproductieve realiteit van de vrijheidsberoving leidt ons tot een steeds verdergaande en slopende zoektocht naar alternatieven. Doch, de overvloed aan aangereikte maatregelen en verzuchte pogingen om de schijnbaar ongeneeslijke kwalen van de eeuwenoude vrijheidsberoving te verhelpen monden slechts uit in een bitter uitputtende strijd zonder blijvende winnaar. Nothing works In 1980 kopt T. PETERS met De gevangenissen zitten overvol want de alternatieve sancties doen het niet als pleidooi voor de invoering van meer alternatieven bij de straftoemeting in plaats van alternatieven als strafuitvoeringsmodaliteit, die slechts zouden uitnodigen tot een overmatige aanwending van de gevangenisstraf. 4 Het spraakmakend stuk doet de bal aan het rollen. Een decennium later komt B. DE RUYVER met De alternatieve straffen: een modetrend of een volwaardig instrument? op de proppen ter beschouwing of de opkomst van de alternatieve straffen en alternatieve afdoeningen in strafzaken, in alle ketens van de strafrechtsbedeling, wel kunnen voldoen aan de hoge verwachtingen waartoe zij worden 1 C. ELIAERTS en S. SNACKEN, De toepassing van de gevangenisstraf: een straatje zonder eind?, Panopticon 1982, 7; K. BEYENS, S. SNACKEN en C. ELIAERTS, Barstende muren. Overbevolkte gevangenissen: omvang, oorzaken en mogelijke oplossingen, Antwerpen, Kluwer, 1993, 325; E. MAES, Van gevangenisstraf naar vrijheidsstraf: 200 jaar Belgisch gevangeniswezen, Antwerpen, Maklu, 2009, K. BEYENS, De alternatieven doen het nog steeds niet, Orde dag 2001, afl. 16, R. MARTINSON, What works? Questions and Answers about Prison Reform, Public Interest, 1974, T. PETERS, De gevangenissen zitten overvol want de alternatieve sancties doen het niet, Panopticon 1980,

12 geroepen. 5 Ondanks de vele en diverse hervormingen voelt K. BEYENS zich echter nog een decennium later genoodzaakt de woorden van T. PETERS te herhalen. De gevangenissen zitten mogelijks nog voller en we zijn terug bij af: De alternatieven doen het nog steeds niet De oorverdovende politieke stilte en de jarenlange verwaarlozing van justitie mondt stilaan uit in een ware legitimiteitscrisis. 7 Diep ongeloof in een ongeloofwaardig schrijnende situatie dwingt minister van Justitie S. DE CLERCK in 1996 met zijn Oriëntatienota Strafbeleid en gevangenisbeleid op de knieën voor de aanvang van een pleidooi voor reductionisme. 8 Alhoewel de daaropvolgende ministers van Justitie eveneens pleiten voor de zogenaamde voordeurstrategie 9, waarin de gevangenis primair tracht te worden vermeden, krijgt ook het pleidooi voor expansionisme vernieuwde draagkracht, met als klap op de vuurpijl het Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden van minister van Justitie J. VANDEURZEN, waarin de minister capaciteitsuitbreiding als een master move tegen een master problem beschouwt. 10 Teneinde een geloofwaardige strafuitvoering te verzorgen volgt een inflatie aan wetgeving en een lappendeken van zowel reductionistische als expansionistische remedies. Barstende muren worden steen per steen gedicht, straffen op maat presenteren zich als een naald in een berg naalden. 5. Een decennium na de invoering van de werkstraf als autonome straf bij wet van 17 april kenmerkt het jaar 2014 zich door een belangrijke stap in de verdere diversificatie van het straffenarsenaal door de invoering van twee nieuwe autonome straffen. Met de komst van de wet van 7 februari 2014 tot invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf 12 en de wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 5 B. DE RUYVER, De alternatieve straffen: een modetrend of een volwaardig instrument? in X., Liber Amoricum Jules D Haenens, Gent, Mys &Breesch, 1993, K. BEYENS, De alternatieven doen het nog steeds niet, Orde dag 2001, afl. 16, E. MAES, Van gevangenisstraf naar vrijheidsstraf: 200 jaar Belgisch gevangeniswezen, Antwerpen, Maklu, 2009, S. DE CLERCK, Oriëntatienota Strafbeleid en gevangenisbeleid, Brussel, juni 1996, K. BEYENS, De gevangenis uit en de gemeenschap in?, Ad. Rem 2010, J. VANDEURZEN, Masterplan voor een gevangenisinfrastructuur in humane omstandigheden, Brussel, 18 april 2008, Wet van 17 april 2002 tot invoering van de werkstraf als autonome straf in correctionele en in politiezaken, BS 7 mei Wet van 7 februari 2014 tot invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf, BS 28 februari

13 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie 13 worden twee nieuwe hoofdstraffen ingevoerd in artikel 7 van het Strafwetboek. De doorgedreven intentie om alternatieve straffen om te vormen tot volwaardige autonome alternatieven blijkt eveneens uit het huidige regeerakkoord. Zo wordt aangekondigd dat ook de bijzondere verbeurdverklaring zich aan verzelfstandiging mag verwachten Hoewel het oorspronkelijke doel van deze masterproef gelegen lag in de onderzoeksvraag of alternatieve straffen op het niveau van de straftoemeting de gevangenisstraf onder de drie jaar volledig zouden kunnen vervangen met als oorspronkelijke titel Alternatieve straffen en/of uitbreiding van het straffenarsenaal als vervanging van de gevangenisstraf van minder dan drie jaar? is de focus van dit werkstuk meer specifiek gericht op deze nieuwe wending in het strafrechtelijk beleid, waar de omvorming van alternatieve straffen tot volwaardige autonome straffen klaarblijkelijk het nieuwe wapen blijkt te zijn dat de wetgever wenst aan te wenden in zijn strijd tegen het verdrijven van de gevangenisstraf onder de drie jaar of de bestrijding van de overmatige aanwending van de gevangenisstraf en de problematische overbevolking in de Belgische gevangenissen in het algemeen. Met andere woorden, wat is de bijdrage van deze nieuwe autonome straffen in het vraagstuk van de vervanging of de reductie van de gevangenisstraf onder de drie jaar? 15 De vraag rijst mijns inziens immers in welke mate de alternatieven het wel zullen doen onder de vorm van autonome straf. Kan men, met verwijzing naar bovenstaande aangehaalde werken, over enkele jaren ook koppen met De autonome alternatieve straffen: een modetrend of een volwaardig instrument? of De gevangenissen zitten overvol want de autonome alternatieven doen het (nog steeds) niet? De vraag of de autonome alternatieven überhaupt zullen slagen in hun opzet de overbevolkingsproblematiek enigszins terug te dringen, of nog verder of zij wel degelijk welgekomen kwalitatieve vernieuwingen zijn met enige overlevingskansen dan wel dead on arrival, is in die zin pertinent daar zij de 13 Wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 19 juni Regeerakkoord, 9 oktober 2014, Het onderscheidend criterium van de korte en de lange gevangenisstraf ligt reeds lang gelegen op de grens van een gevangenisstraf van drie jaar en werd wettelijk verankerd bij wet van 17 mei 2006 houdende oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken, BS 15 juni Zie: P. HOET, Gemeenschapsgerichte straffen en maatregelen. Opschorting, uitstel, probatie, werkstraf en elektronisch toezicht, Brussel, Larcier, 2014, 9. 3

14 vraag of de gevangenisstraf onder de drie jaar finaal zou kunnen worden vervangen door alternatieven a fortiori logischerwijze voorafgaat. 7. De loutere invoering als autonome straf van reeds bestaande alternatieven voor de gevangenisstraf zullen deze bestraffingsvormen immers niet opeens volwaardig maken, indien niet tegemoet wordt gekomen aan de gebreken, tekortkomingen dan wel de limieten of beoogde doelstellingen van hun niet-autonome varianten. Aangezien de invoering van deze nieuwe autonome straffen wellicht eveneens is ingegeven door het succes van de autonome werkstraf 16, rijst bovendien de vraag of bij de invoering van deze nieuwe autonome straffen eveneens rekening is gehouden met alle gevolgen die de invoering van een nieuwe hoofdstraf met zich meebrengt, zoals mogelijks zou kunnen gebleken zijn door de invoering van de autonome werkstraf. De vraag stelt zich met andere woorden in welke mate de invoering van de werkstraf als autonome straf en het reeds meer dan tienjarig praktisch verloop van deze hoofdstraf zich leent als een glazen bol, waaruit voorzichtige voorspellingen kunnen afgeleid worden of voorzienbare moeilijkheden vermeden kunnen worden. 8. Zoals verder zal blijken is de wetgever echter aan vele problematische vaststellingen en kritische bedenkingen uit zowel de rechtsleer, de parlementaire bespreking alsook veelvuldig wetenschappelijk onderzoek en verschroeiende adviezen van zowel de Raad van State als de Hoge Raad voor Justitie voorbijgegaan, waardoor mijns inziens ter inleiding van dit werkstuk daadwerkelijk de vraag dient gesteld te worden: is ook deze tendens mogelijks een onverhoopt modeverschijnsel? Bied het verder verzelfstandigen van alternatieven enige meerwaarde of is zij zoals P. MARY het verwoordt mogelijks een diversification à tout prix? De behandeling van deze onderliggende vraag verantwoordt de behandeling en de doorploeging van de wetgevende initiatieven van zowel de invoering van het elektronisch toezicht als de probatie als autonome straf. Voor een goed begrip van de context en achtergrond, de uitgebreide kritiek en de afgewogen bedenkingen inzake de meerwaarde van deze nieuwe autonome straffen wordt eveneens kort ingegaan op de totstandkoming, 16 Zie o.a.: H. DOMINICUS, De autonome werkstraf in België: een eerste stand van zaken, Fatik 2004, 5-14; K. BEYENS en I. AERTSEN, De autonome werkstraf in België: hoe sterk het karakter, Panopticon 2006, afl. 4, P. MARY, La peine de probation autonome ou la diversification à tout prix, JT 2015, nr. 13,

15 de toepassingsvoorwaarden en het verder verloop van hun voorafgaande niet-autonome varianten. Helaas voor deze masterproef is zowel de inwerkingtreding van de wet tot invoering van de probatie als autonome straf als de wet tot invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf inmiddels uitgesteld, respectievelijk voorlopig nog niet bepaald. 18 Doch, de uitgestelde inwerkingtreding en bijgevolg het gebrek aan enige praktische observatie alsook enige rechtspraak en rechtsleer van het eerste uur verhindert niet dat deze toekomstige straffen en het bijtend zuur aan kritiek waarin de moeizaam doorgeslikte wetgevende initiatieven momenteel liggen te verteren niet onder de loep kunnen worden genomen. 10. Ten slotte dient nog verduidelijkt te worden dat zowel het wetsvoorstel als de uiteindelijke wet inzake het invoeren van het elektronisch toezicht als autonome straf van vroegere datum zijn dan de wetgevende initiatieven met betrekking tot de autonome probatiestraf. De keuze om het stelsel van de probatie eerst te behandelen alvorens het elektronisch toezicht is echter ingegeven door de vaststelling dat de roep om verzelfstandiging van de probatie zich reeds vroeger en meer langzaam heeft gepresenteerd dan de meer recente stroomversnelling inzake het elektronisch toezicht. 1.2 OPMERKING VAN CONCEPTUELE AARD 11. Vooraleer beide nieuwe autonome straffen uitgebreid besproken kunnen worden dient vooreerst een en ander van terminologische en conceptuele aard in vraag gesteld te worden. De invoering van een nieuwe autonome straf verantwoordt mijns inziens de schijnbaar niet gestelde noch betwiste vraag: wat maakt een straf autonoom? Het valt immers op dat zowel in de parlementaire voorbereidingen als in de rechtsleer veelal verschillende termen zoals autonome straffen, hoofdstraffen, alternatieve straffen dan wel bijkomende straffen weinig consistent door elkaar gebruikt worden of nu en dan ten opzichte van elkaar worden geplaatst. 12. Wat de alternatieve straffen betreft, dient opgemerkt te worden dat het alternatieve betrekking heeft op het geboden alternatief ten opzichte van de vrijheidsberoving en dus slaat op de tenuitvoerlegging van de straf, namelijk het gegeven dat de veroordeelde in de 18 Infra, nr en

16 gemeenschap blijft (vandaar ook wel de term gemeenschapssanctie ). Doch, het betreft wel degelijk een straf met alle kenmerken van dien, zoals bewuste leedtoevoeging. 19 In dat opzicht dient opgemerkt te worden dat de autonome straffen nog steeds alternatieve straffen uitmaken. Een autonome straf staat dus niet ten opzichte van het alternatieve van de straf. In principe is strikt gezien ook de geldboete als hoofdstraf in dat opzicht een alternatieve straf, daar zij ook een alternatief biedt voor de gevangenisstraf en op zichzelf niet in vrijheidsberoving wordt uitgevoerd Het autonome van de straf houdt daarentegen in dat de straf op zichzelf kan worden opgelegd en met andere woorden derhalve zelfstandig is. Het gegeven dat een straf op zichzelf kan opgelegd worden verbindt de wetgever aan de invoering van die straf in artikel 7 Sw., met betrekking tot de hoofdstraffen in criminele, correctionele en politiezaken. 21 Een autonome straf is daarmee gelijk aan een hoofdstraf en staat tegenover een bijkomende straf, die slechts samen met een hoofdstraf mag opgelegd worden. Hoofdstraffen mogen daarentegen niet worden gecombineerd. 22 Het autonome van de straf dient dus begrepen te worden als het onderscheidend criterium met een niet-autonome strafuitvoeringsmodaliteit of maatregel. In dat opzicht is een autonoom alternatief of een alternatieve hoofdstraf een niet-vrijheidsberovende bestraffingsvorm die op zichzelf kan opgelegd worden in de fase van de straftoemeting, in die zin dat zij niet de uitvoering van een andere straf beoogt of gekoppeld wordt aan de opschorting van de uitspraak van de veroordeling of het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf, doch de straf op zich uitmaakt. 14. De ratio achter deze terminologische verduidelijking is mijns inziens de enigzins problematische kanttekening van conceptuele aard die zich verwoordt in de vraag of er geen andere, anders dan de louter formele invoering van een bepaalde straf in artikel 7 Sw., meer inhoudelijke vereisten zijn om een bepaalde straf autonoom te mogen noemen. Met andere woorden, kleeft aan de loutere invoering van een bepaalde straf in artikel 7 Sw. een etiket 19 B. DE RUYVER, De alternatieve straffen: een modetrend of een volwaardig instrument? in X., Liber Amoricum Jules D Haenens, Gent, Mys &Breesch, 1993, 93; P. HOET, Gemeenschapsgerichte straffen en maatregelen. Opschorting, uitstel, probatie, werkstraf en elektronisch toezicht, Brussel, Larcier, 2014, K. BEYENS, De alternatieven doen het nog steeds niet, Orde dag 2001, afl. 16, M. ROZIE, De probatie kan voortaan ook op eigen vleugels vliegen, NC 2014, Artikel 7, lid 3 Sw. 6

17 van een opzichzelfstaande zelfstandige straf? Of nog anders gesteld, leent elke bestraffingsvorm zich mits invoering in artikel 7 Sw. tot verzelfstandiging? 15. Zonder al te veel vooruit te lopen op de zaken zou reeds geopperd kunnen worden dat de probatie als autonome straf weinig verschil toont met probatie-uitstel. Beide voorzien in het geval van niet-naleving van de opgelegde voorwaarden in een procedure die uiteindelijk leidt tot een bepaalde straf, veelal een gevangenisstraf of een geldboete. Alhoewel deze gevangenisstraf of geldboete in beide gevallen een verschillende juridische aard heeft, zijnde een opgelegde hoofdstraf die slechts uitgesteld is inzake probatie-uitstel ten opzichte van de vervangende, doch vooraf bepaalde, in principe verplicht uit te voeren vervangende straf inzake de autonome probatiestraf, komen zij mijns inziens uiteindelijk op hetzelfde neer. Beide voorzien namelijk in de nakoming van bepaalde voorwaarden teneinde een gevangenisstraf of een geldboete te vermijden. Het gegeven dat deze voorwaarden al dan niet autonoom opgelegd kunnen worden, ontkracht deze gelijkenis niet. Verder functioneert het afschrikwekkende vooruitzicht van een uiteindelijke gevangenisstraf of geldboete bij niet-naleving als zogenaamde stok achter de deur en heeft zij tot doel de uitvoering en het welslagen van een andere, al dan niet primair opgelegde straf of voorwaarde te garanderen of af te dwingen. Hetzelfde gaat uiteindelijk ook op voor de autonome werkstraf, die eveneens voorziet in een vervangende gevangenisstraf of geldboete. Deze laat met andere woorden eveneens onrechtstreeks toe een gevangenisstraf of geldboete te vermijden mits naleving van een bepaalde voorwaarde, namelijk het uitvoeren van een bepaald werk. In die zin zou men kunnen opperen dat de autonome alternatieve straffen eigenlijk een vorm van probatie-uitstel uitmaken. Doch, wie tracht te beargumenteren dat een straf slechts zelfstandig is en pas werkelijk op zichzelf kan staan indien deze niet hoeft te voorzien in een vervangende straf om zijn naleving af te dwingen en zijn welslagen te garanderen, dient uiteindelijk vast te stellen dat de enige werkelijke zelfstandige straf de gevangenisstraf zelf is, daar ook de traditionele geldboete als hoofdstraf in een vervangende gevangenisstraf voorziet. 16. Alhoewel deze redenering wellicht ietwat kort door de bocht is en enige nuancering behoeft, brengt deze denkpiste mijns inziens een belangrijke, doch voorlopig onbeantwoorde vraag boven water: indien uiteindelijk slechts de juridische aard en enkele 7

18 toepassingsvoorwaarden verschillen, waarom verkoos de wetgever de optimalisering van de bestaande instrumenten dan niet boven de invoering van deze nieuwe straffen? Ter verantwoording van de invoering van deze nieuwe straffen haalt de wetgever tevens telkens argumenten aan waar steevast dezelfde vraag op afgevuurd (of eerder afgevoerd) kan worden: kon men deze gebreken of tekortkomingen niet verhelpen door de bestaande instrumenten te optimaliseren? Zo noodzaken bijvoorbeeld de al te strikte toepassingsvoorwaarden met betrekking tot de gerechtelijke antecedenten inzake opschorting en uitstel volgens de wetgever de verzelfstandiging van de probatie. 23 Nochtans geldt wederom de vraag waarom deze toepassingsvoorwaarden niet gewoon aangepast konden worden of wat dit mogelijks belet. Meerdere wetsvoorstellen werden hiertoe ingediend, doch niet behandeld. 24 Wat het elektronisch toezicht betreft beoogt de wetgever reeds in de mogelijkheid te voorzien een vrijheidsstraf uit te zitten onder elektronisch toezicht zonder primair een gevangenisstraf gedeeltelijk te moeten ondergaan alvorens men in aanmerking zou komen voor de huidige strafuitvoeringsmodaliteit. Nochtans zou even goed werk kunnen gemaakt worden van de verdere inwerkingtreding van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (verder: WERV ) 25, in het bijzonder van artikel 22 en 23 van voornoemde wet, die het immers eveneens mogelijk maken een vrijheidsstraf geheel onder elektronisch toezicht uit te zitten indien het een veroordeling betreft tot een of meer vrijheidsstraffen waarvan het uitvoerende gedeelte niet meer dan drie jaar bedraagt. Indien uiteindelijk, niettegenstaande de verschillende juridisch formele aard en toekenning, hetzelfde resultaat bereikt kan worden door de optimalisering van de bestaande 23 Memorie van toelichting bij het wetsontwerp van 8 januari 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek, tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, Parl. St. Kamer, nr /001, Wetsvoorstel van 6 juni 2013 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie wat betreft de afwezigheid van voorafgaande veroordelingen (S. BECQ et al.), Parl. St. Kamer , nr /001; Wetsvoorstel van 3 juli 2013 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, teneinde de vereiste van het ontbreken van gerechtelijke antecedenten af te schaffen in verband met de opschorting van de uitspraak van de veroordeling en het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straffen (F. LAHSSAINI, S. VAN HECKE en E. JADOT), Parl. St. Kamer , nr / Wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, BS 15 juni

19 instrumenten, zijn deze nieuwe straffen dan werkelijk autonoom? Of nog anders, waarom verkiest de wetgever verzelfstandiging boven optimalisering van bestaande instrumenten teneinde een meer gediversifieerd straffenpalet te bekomen? 17. Het essentiële, al dan niet uitdrukkelijk beoogde verschil dient mijns inziens derhalve gezocht te worden in het doel van de wetgever om bepaalde bestraffingsvormen zoals de probatie te herintroduceren en te herbevestigen in het aan de strafrechter ter beschikking gestelde straffenpalet, dan wel de bestaande strafuitvoeringspraktijk van het elektronisch toezicht als novum wettelijk vast te leggen in de fase van de straftoemeting. De noodzaak te benadrukken dat het wel degelijk een autonome straf en volwaardige straf betreft lijkt mijns inziens wellicht ingegeven door de knagende kwelling van de wetgever om tegemoet te komen aan de herhaalde en hardnekkige prevalerende perceptie bij de publieke opinie dat de alternatieve straffen alsook de alternatieve strafuitvoeringsmodaliteiten als te soft en zelfs onbekwaam beschouwd worden. 26 Deze, bij gebrek aan een beter woord, straftoemetingslegitimiteit, lijkt derhalve mijns inziens verscholen te zijn achter het autonome van deze nieuwe autonome straffen. 18. Zoals reeds eerder werd aangehaald staat het alternatieve van de straf mijns inziens niet ten opzichte van het autonome. Doch met de titel Van alternatieve tot autonome straf: een modeverschijnsel? wordt enigszins kritisch verwezen naar deze nieuwe wending in het strafrechtelijk beleid die schijnbaar de voorkeur van de wetgever heeft verkregen, namelijk de verzelfstandiging van het alternatief als ultiem reddingsmiddel. Indien dit reddingsmiddel uiteindelijk inhoudelijk eveneens behept blijkt te zijn met dezelfde kwalen als haar nietautonome varianten dan blijkt zij daarentegen slechts een louter formeel etiket te zijn en slechts meer van hetzelfde, doch onder een andere benaming. 26 K. BEYENS, De alternatieven doen het nog steeds niet, Orde dag 2001, afl. 16, 22. 9

20 2 DE PROBATIE 2.1 INLEIDING 19. Vijftig jaar na de invoering van de probatie als modaliteit inzake de opschorting van de uitspraak van de veroordeling en het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf bij wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie (verder: Probatiewet ) 27 lijkt het licht eindelijk op groen te staan voor een nieuw hoofdstuk in het alom bekende boek van de probatie. Met de wet van 10 februari 1994 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie 28 en de wet van 22 maart 1999 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie 29 werd nog hevig gesleuteld aan het toepassingsgebied van de Probatiewet. Toch heeft de wetgever er voor gekozen de probatie op andere wijze te herwaarderen. Met de wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie 30 kan de probatie immers weldra als autonome straf opgelegd worden. 20. Als instrument op maat voor de resocialisatie van delinquenten met een psychosociale problematiek en als adequaat alternatief inzake de bestrijding van de overbevolking in de Belgische gevangenissen blijken de verwachtingen gesteld in de verzelfstandiging van de probatie torenhoog. Nochtans onderkent men reeds lang het besef dat de probatie een van de moeilijkste vormen van strafrechtsbedeling is en derhalve een lange rijpingstijd nodig heeft alvorens de vruchten te kunnen afwerpen die er redelijkerwijze van verwacht mogen worden. 31 Probatievoorwaarden op zich werden bij de invoering van het probatiestelsel immers niet beschouwd als straffen maar werden gekwalificeerd als behandelingsmethodes, waarbij de 27 Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 17 juli Wet van 10 februari 1994 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 27 april Wet van 22 maart 1999 tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 1 april Wet van 10 april 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek en tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, BS 19 juni R. VERHEYDEN, De probatie tussen toekomst en verleden, RW ,

21 finaliteit van hulpverlening en begeleiding primeerde. 32 Als een van de weinige nietrepressieve methodes van delinquentenbehandeling in een punitief systeem van bitse repressie werd bijgevolg onderstreept dat het diep ingewortelde vooroordeel, volgens welke de strengste straffen eveneens de meest doelmatige zijn, onderdrukt diende te worden teneinde dergelijke hulpverleningsbereidheid een eerlijke kans te geven om degelijk te functioneren. 33 Een van de voornaamste doelen van de invoering van de probatie als autonome straf ligt gelegen in het openstellen van deze behandelingsmogelijkheid voor personen met gerechtelijke antecedenten. Hierdoor lijkt deze pertinente constatering mijns inziens bovendien bijzonder actueel, daar het afwachten is of de hulpverleningsbereid voor dergelijke categorieën van delinquenten een mogelijke punitieve reflex kan bedwingen. 21. Gezien de traditionele kwalificatie als behandelingsmethode hekelt de Raad van State in haar advies naar aanleiding van de invoering van de probatie als autonome straf dan ook het gegeven dat de probatie als modaliteit, al dan niet voorlopig, naast de probatie als autonome straf blijft bestaan. Volgens de Raad van State is dergelijke co-existentie immers niet consistent en kan de probatie bezwaarlijk nu eens wel en andermaal niet een straf uitmaken. De Raad van State bepleitte dan ook de intentie om de probatie in te voeren als autonome straf in te ruilen voor de invoering van de probatie als een maatregel sui generis. Niet alleen zou dergelijk statuut volgens de Raad van State meer overeenkomen met de eigenlijke aard van de probatie, zij zou overigens het optreden van de probatiecommissie meer aannemelijk maken. Het zou immers logischer zijn om de strafuitvoeringsrechtbanken te betrekken bij de uitvoering van een nieuwe straf. Bovendien zou de kwalificatie als straf eveneens vragen doen rijzen naar de eerbiediging van het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel aangezien de concrete invulling van de straf niet door de rechter maar door de probatiecommissie wordt bepaald en dus niet op voorhand kenbaar is. 34 De Hoge Raad voor Justitie bestempelt deze kwestie daarentegen als een ronduit ongeoorloofde delegatie. De Hoge Raad voor Justitie maakte duidelijk te kennen eerder voorstander te zijn van een 32 Verslag namens de commissie voor de Justitie van 4 juli 1962 (F. ROBYNS) met betrekking tot het wetsontwerp van 29 november 1956 waarbij in het strafstelsel de opschorting van de uitspraak der veroordeling, het uitstel van de tenuitvoerlegging der straffen en de opproefstelling worden ingevoerd, Parl. St. Kamer , nr. 401/2, 6. Zie ook: A. DE NAUW, Inleiding tot het algemeen strafrecht, Brugge, die Keure, 2006, R. VERHEYDEN, De probatie tussen toekomst en verleden, RW , Adv. RvS nr /1/V van 24 september 2013 bij het wetsontwerp van 8 januari 2014 tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek, tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, Parl. St. Kamer 2014, nr /001,

22 optimalisering van het bestaande probatiesysteem, eerder dan de invoering van een nieuwe straf. 35 Impliceren deze kritieken van het eerste uur mogelijks dat de probatie nog niet rijp is voor verzelfstandiging? Of dient eerder de vraag gesteld te worden of de wetgever mogelijks de verkeerde, nog onrijpe vruchten heeft trachten te plukken en aldus niet de meest optimale keuze voor het rijpingsproces van de probatie heeft gemaakt? 22. Vooraleer uitgebreid op deze kritiek wordt ingegaan dient het stelsel van de probatie eerst in al zijn aspecten onderzocht te worden. In wat volgt wordt eerst de probatie als modaliteit zoals zij vandaag geldt besproken. Vervolgens volgt een bespreking van de totstandkoming van de probatie als autonome straf alsook haar toepassingsvoorwaarden. Ten slotte wordt de kritiek op en de meerwaarde van de invoering van de probatie als autonome straf onderzocht. 2.2 DE PROBATIE ALS MODALITEIT Totstandkoming Historiek 23. De oorsprong van de probatie situeert zich in de tweede helft van de negentiende eeuw in de Verenigde Staten, waar J. AUGUSTUS in 1841 als privaat liefdadigheidsinitiatief voor het eerst vorm geeft aan de probatie. Het project van J. AUGUSTUS had tot doel primaire gelegenheidsdelinquenten, overwegend alcoholici, op te vangen teneinde deze delinquenten mits verbetering van hun gedrag te reclasseren en door middel van begeleiding terug aan te passen aan de maatschappij. Als uitgangspunt geldt immers dat niet enkel zij die na een vrijheidsberovende straf hun plaats in de maatschappij terug dienen in te nemen, doch ook de delinquenten bij wie vrijheidsberoving kan vermeden worden, behandeling en begeleiding behoeven. 36 In 1878 werd het concept van de probatie naderhand voor het eerst wettelijk verankerd in de Massachusetts Habitation Act. Geleidelijk 35 Hoge Raad voor de Justitie, Ambtshalve advies over het voorontwerp van wet tot invoering van de probatie als autonome straf in het Strafwetboek, tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en tot wijziging van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, goedgekeurd door de Algemene Vergadering op 6 december 2013, Memorie van toelichting bij het wetsontwerp van 18 mei 1948 waarbij het probation-regime in het strafstelsel wordt ingevoerd, Parl. St. Kamer , nr. 469, 3; R. VERHEYDEN, De probatie tussen toekomst en verleden, RW ,

23 aan namen de meeste Amerikaanse staten dit wettelijk omschreven proefstelsel over en uiteindelijk werd het uit de praktijk ontstane probatiesysteem in 1925 zelfs opgenomen in het federale wetboek. 37 Een vergelijkbare ontwikkeling deed zich voor in het Verenigd Koninkrijk, waar de magistraat M. HILL omstreeks 1841 experimenteerde met de opschorting van de veroordeling mits plaatsing van de delinquent onder voogdij. Het duurde echter nog tot 1907 vooraleer de probatie officieel erkend werd in de Probation of Offenders Act en uiteindelijk haar definitieve vorm kreeg in de Criminal Justice Act van Het Angelsaksische gedachtegoed inzake de probatie wordt in België voor het eerst vertolkt door P. CORNIL in In België weerspiegelt het Strafwetboek van 1867 inmiddels echter het heersende gedachtegoed van de klassieke strafrechtsschool. Volgens de klassieke leer moest de straftoemeting slechts bepaald worden in functie van het misdrijf en de objectieve ernst daarvan. De persoonlijkheid van de dader speelt met andere woorden geen rol. 40 Niettemin had de wet van 31 mei 1888 tot invoering van de voorwaardelijke invrijheidstelling in het strafstelsel 41, beter gekend als de wet Lejeune naar haar schepper alsook bezieler en vroege pleitvoerder van het positivistisch gedachtegoed in België, minister van Justitie J. LEJEUNE, inmiddels voor een grote omwenteling gezorgd in het strafrechtsdenken. De wet Lejeune voorzag reeds in de mogelijkheid een voorwaardelijke veroordeling op te leggen alsook om de veroordeelde gedurende zijn voorwaardelijke invrijheidstelling voor een bepaalde proefperiode onder post-penitentiarie voogdij te plaatsen van beschermingscomités. De groeiende kritiek op de beperkte mogelijkheden van de wet Lejeune, die immers slechts bestemd was voor 37 B. DE RUYVER, De strafrechtelijke politiek gevoerd onder de socialistische ministers van justitie E. Vandervelde, P. Vermeylen en A. Vranckx in Interuniversitaire reeks criminologie en strafwetenschappen, dl. 117, Antwerpen, Kluwer, 1988, R. CHARLES en P. VAN DROOGHENBROECK, Suspension, sursis et probation, Brussel, Bruylant, 1974, 28-30; W. E. CAVENAGH, Point de vue d un magistrat sur la probation appliquée aux délinquants adultes en Angleterre, RDPC , P. CORNIL, La mise en probation aux Etats-Unis, RDPC 1928, B. DE RUYVER, Het strafrechtelijk beleid in een postmoderne samenleving, in T. BALTHASAR, J. CHRISTIAENS, M. COOLS, T. DECORTE, B. DE RUYVER, P. HEBBERECHT, P. PONSAERS, S. SNACKEN, P. TRAEST, T. VANDER BEKEN en G. VERMEULEN (eds.), Update in de criminologie. Het strafrechtssysteem in de Laatmoderniteit, Mechelen, Kluwer, 2004, Wet van 31 mei 1888 tot invoering van de voorwaardelijke invrijheidstelling in het strafstelsel, BS 3 juni

24 gelegenheidsmisdadigers, wekte stilaan interesse op voor het ten tonele verschenen probatiesysteem In 1937 vond voor het eerst een probatie-experiment plaats in Brussel, waarbij onder leiding van het parket een vorm van voogdij werd georganiseerd over de veroordeelden wiens gevangenisstraf werd opgeschort naar aanleiding van een genadeverzoek. 43 Enkele jaren later ziet minister van Justitie P. JANSON, ingegeven door de omstandigheden van de bezetting, zich genoodzaakt de procureur-generaals via omzendbrief van 6 januari 1940 en 9 maart 1940 te machtigen de probatie toe te passen op personen die veroordeeld werden tot een korte gevangenisstraf. Ten gevolge van de mobilisatie dreigde de korte gevangenisstraf immers niet meer uitgevoerd te worden, omdat er een blijvend gebrek aan plaats en personeel heerste. 44 Later volgen nog verdere probatie-experimenten in Gent (1946), Brussel (1951) en Luik (1955) Naast de groeiende praktijk van de probatie-experimenten wordt ook veelvuldig onderzoek verricht naar de wenselijkheid van de probatie. Reeds in 1935 onderzoekt de Belgische Vereniging voor Criminele prophylaxe onder meer de wenselijkheid van de probatie ter begeleiding van delinquenten in vrijheid onder de vorm van uitstel van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. 46 In 1939 publiceert de studiegroep van het ULB haar onderzoek Contribution à l étude des courtes peines privatives de liberté et des mesures répressives de nature à réduire leur application waarin globaal geconcludeerd wordt dat korte gevangenisstraffen bijna steeds nutteloos en zelfs schadelijk zijn. 47 De idee dat de probatie zijn meerwaarde kan bieden door middel van heropvoeding, moreel besef en een gedifferentieerde behandeling komt ook tot uiting in meerdere publicaties van 42 E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, (99) P. VAN DROOGHENBROECK, Opportunité de la probation, RDPC , E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, X., Les courtes peines de prison. Contribution à l étude des courtes peines privatives de liberté et des mesures répressives de nature à réduire leur application, RDPC 1939, ; ; ; ;

25 enkele vooraanstaande, invloedrijke penalisten. 48 De groeiende aandacht voor de persoonlijkheid van de delinquent in zijn sociologische context, de beginnende belangstelling voor de opvolging en de begeleiding van veroordeelden in vrijheid alsook de succesvolle probatie-experimenten en de steun van een meer neoklassiek, humanitair denken in de groeiende stroming van het nieuw sociaal verweer na de oorlog maakten de probatie ontvankelijk voor zijn tijdsgeest. De weg was vrij voor de eerste wetgevende initiatieven inzake de probatie Op 18 mei 1948 werd uiteindelijk voor het eerst een wetsontwerp tot invoering van de probatie ingediend. 50 Het wetsontwerp van minister van Justitie P. STRUYE voorzag in de mogelijkheid het stelsel van de voorwaardelijke veroordeling te koppelen aan het stelsel van de probatie. Dit hield in dat aan het uitstel van de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf voortaan ook voorwaarden konden verbonden worden die gedurende een proeftermijn dienden nageleefd te worden en waarvan de naleving door een probationagent gecontroleerd werd. Het wetsontwerp had tot doel te voorzien in een tussenmogelijkheid voor de gevallen waarin de louter voorwaardelijke veroordeling onvoldoende, doch de voorwaardelijke invrijheidstelling daarentegen te zwaar leek te zijn. Het wetsontwerp verviel evenwel ingevolge de ontbinding van de wetgevende kamers. 51 Enkele jaren later werd het wetsontwerp van 18 mei 1948, enigszins geamendeerd, opnieuw ingediend door minister van Justitie L. LAGAE op 11 november Als redenen voor het heropnemen van voormeld wetsontwerp wordt het welslagen van de pretoriaanse probatie als ook de ondoelmatigheid van de korte gevangenisstraffen opgegeven. Het wetsontwerp 48 P. CORNIL, Déclin ou renouveau de la répression pénale, RDPC , 723; P. CORNIL, La probation ou mise à l épreuve des délinquantsé, RDPC 1936, ; P. VAN DROOGHENBROECK, Opportunité de la probation, RDPC , 545; G. BOEYKENS, De Probation of de Vrije Straf -voltrekking onder toezicht, RW , 1488; P. VAN DROOGHENBROECK, Les modifications nécessaires à notre régime de condemnation conditionelle et d un complement necessaire la mise sous probation, RDPC , 33; H. BEKAERT, Een Probation -proefneming, RW , 36; P. CORNIL, Une nouvelle mesure pénale, JT 1945, ; R. CHARLES, Réflexions sur dix ans de probation prétorienne, JT 1961, ; J. RUBBERECHT, Kanttekeningen bij het wetsontwerp over Probation, RW , E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, Wetsontwerp van 18 mei 1948 waarbij het probation-regime in het strafstelsel wordt ingevoerd, Parl. St. Kamer , nr E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, Wetontwerp van 11 november 1952 waarbij het probation-regime in het strafstelsel wordt ingevoerd, Parl. St. Kamer , nr

26 van 11 november 1952 stuit echter op weerstand daar zij voorziet in een effectieve veroordeling, in tegenstelling tot haar Angelsaksische variant alsook de pretoriaanse probatie. 53 Om die reden dient minister van Justitie A. LILAR op 26 november 1956 een nieuw wetsontwerp in welke het vooropgestelde stelsel aanvult met de mogelijkheid tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling. 54 Het is uiteindelijk dit wetsontwerp die het gehaald heeft en finaal tot de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie heeft geleid Doelstelling 28. Zoals uit bovenstaande historische uiteenzetting blijkt ligt de uiteindelijke finaliteit van de probatie gelegen in de reclassering van de veroordeelde. Het doel van de probatie is het vermijden van de negatieve desocialiserende en stigmatiserende effecten die verbonden zijn aan de veroordeling tot of de uitvoering van bepaalde vrijheidsberovende straffen. Als modaliteit van opschorting en uitstel heeft de probatie vervolgens een meerwaarde wanneer het louter op proef stellen door de opschorting van de veroordeling of het uitstellen van de straf op zich niet volstaat om aan de verwachtingen die gelegen zijn in het opleggen van een dergelijke maatregel te voldoen. 55 De probatie is bijgevolg voornamelijk een behandelingsmethode die een sociale tussenkomst vergt en in die zin de opschorting of het uitstel aanvult en ondersteunt. 56 Het fundamentele verschil met andere reclasseringsmethodes zoals een penitentiaire behandeling of een voorwaardelijke invrijheidsstelling is immers dat de veroordeelde niet primair van zijn vrijheid wordt beroofd. Doch, een mogelijke vrijheidsberoving of een andere straf blijft als stimulans boven zijn hoofd hangen. Zo houdt men toch nog een dwangmiddel bij de hand indien de probatie zou falen. Het effect van de probatie zal dan ook mede bepaald worden door de realiteit van de dreiging. Is de dreiging daarentegen louter hypothetisch, bijvoorbeeld door de nietuitvoering van de gevangenisstraf wegens gebrek aan plaats, dan heeft zij geen nut. Het 53 E. PEETERS, Het ontstaan van de probatie in België. Een poging tot historische reconstructie, Panopticon 1982, Wetsontwerp van 26 november 1956 waarbij in het strafstelsel de opschorting van de uitspraak der veroordeling, het uitstel van de tenuitvoerlegging der straffen en de opdeproefstelling worden ingevoerd, Parl. St. Kamer , nr J.Y. DAUTRICOURT, De techniek en de aanwijzingen van de Belgische probatie, RW , P. HOET, Gemeenschapsgerichte straffen en maatregelen. Opschorting, uitstel, probatie, werkstraf en elektronisch toezicht, Brussel, Larcier, 2014, 77; R. VERHEYDEN, De probatie tussen toekomst en verleden, RW ,

27 dreigen met een straf dient met andere woorden als hefboom om tot resocialisatie en rechtsherstel te komen Bovendien heeft de probatie als modaliteit van opschorting en uitstel ook tot doel de individualisering van de straf na te streven. Dit gegeven veruiterlijkt zich in de mogelijkheid om een maatschappelijke enquête of een beknopt voorlichtingsrapport op te stellen aan de hand waarvan men individueel aangepaste probatiemaatregelen kan bepalen die de grootste kans op resocialisering met zich meebrengen Kenmerken van de probatie als modaliteit Algemeen 30. De probatie wordt in artikel 1, 2 van de Probatiewet omschreven als de bijzondere voorwaarde die aan de opschorting van de uitspraak van de veroordeling of het uitstel van de tenuitvoerlegging van de straf kan worden verbonden, in welk geval er sprake is van probatie-opschorting respectievelijk probatie-uitstel. Gelet op de bewoording van het stelsel van de probatie als modaliteit van opschorting en uitstel, namelijk het gegeven dat de rechter deze maatregelen kan opleggen, wordt veelal afgeleid dat de probatie een gunst is. De rechter is namelijk niet verplicht opschorting, uitstel dan wel probatie-opschorting of probatie-uitstel toe te kennen wanneer de beklaagde aan de wettelijke vereisten van de maatregelen voldoet. Aangezien de rechter zelf in concreto afweegt of een probatieopschorting of probatie-uitstel aangewezen is, heeft de beklaagde er immers geen recht op Artikel 1, 2bis, lid 1 van de Probatiewet somt vervolgens drie algemene voorwaarden op die te allen tijde aan de probatie moeten worden verbonden, meer bepaald geen strafbare feiten plegen, een vast adres hebben en, bij wijziging ervan, de nieuwe verblijfplaats onmiddellijk meedelen aan de justitieassistent die met de begeleiding is belast en ten slotte gevolg geven aan de oproepingen van de probatiecommissie en aan die van de 57 P. HOET, Gemeenschapsgerichte straffen en maatregelen. Opschorting, uitstel, probatie, werkstraf en elektronisch toezicht, Brussel, Larcier, 2014, E. MAES, Vijf jaar justitiehuizen. Enkele cijfers over de werking van de justitiehuizen tijdens de periode van , Panopticon 2004, afl. 6, P. HOET, Werkbare probatie en herroeping in F. DERUYCK, E. GOETHALS, L. HUYBRECHTS, J. LECLERQ, J. ROZIE, M. ROZIE, P. TRAEST en R. VERSTRAETEN (eds.), Amicus Curiae. Liber amicorum Marc De Swaef, Antwerpen, Intersentia, 2013,

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord...

Bibliotheek Strafrecht Larcier... Voorwoord... vii INHOUDSTAFEL Bibliotheek Strafrecht Larcier....................................... Voorwoord..................................................... i iii Hoofdstuk 1. Inleiding historisch overzicht.........................

Nadere informatie

Elektronisch toezicht

Elektronisch toezicht Hoofdstuk 2 Maatregelen en toepassingsvoorwaarden 127 AFDELING 4 Elektronisch toezicht 1. Definiëring, situering in het straffenarsenaal en doelstelling 273. Het elektronisch toezicht is reeds geruime

Nadere informatie

DE PROBATIE ALS AUTONOME STRAF

DE PROBATIE ALS AUTONOME STRAF Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 DE PROBATIE ALS AUTONOME STRAF Masterproef van de opleiding Master in de Rechten Ingediend door Yannick Smet (studentennr. 01100265)

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Inhoudstafel - Memorie van toelichting

Inhoudstafel - Memorie van toelichting - Memorie van toelichting Hoofdstuk 1 Voorafgaande bepaling 31 Hoofdstuk 2 Het Strafwetboek 31 Inleiding 31 1. Algemeen 31 2. De bouwstenen voor een optimale strafwetgeving ( accuraat, coherent, eenvoudig

Nadere informatie

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten

Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten Goede afspraken maken goede vrienden: het beroepsgeheim van de GGZ bij justitie-patiënten 6 e Vlaamse GGZ-congres Macht en kracht. Zorgrelaties in verandering 18 en 19 september 2012, Antwerpen Freya Vander

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 JUNI 2014 P.14.0929.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0929.N F A H, veroordeelde tot een vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Jürgen Millen, advocaat bij de balie te Tongeren. I.

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent foto s: Lieven Nollet Strafuitvoeringsrechtbanken Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik Gelet op artikel 128, 1, van de Grondwet; Gelet op de bijzondere

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard.

Suggesties voor een volgende editie, zijn welkom bij de auteur op Alle constructieve opmerkingen worden in dank aanvaard. Voorwoord Dit leerboek vormt een goede basis voor het opleidingsonderdeel strafrecht binnen een professionele bacheloropleiding. We denken hierbij in het bijzonder aan de afstudeerrichting Rechtspraktijk

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

De invoering van de probatie als autonome straf moest bijdragen tot de sociale re-integratie en de bestrijding van recidive 2.

De invoering van de probatie als autonome straf moest bijdragen tot de sociale re-integratie en de bestrijding van recidive 2. DEEL II: DE AUTONOME STRAFFEN ELEKTRONISCH TOEZICHT EN PROBATIE NA DE POTPOURRI II RELEVANTE ELEMENTEN VOOR HET STRAFRECHTELIJK BELEID VAN HET OPENBAAR MINISTERIE Artikel 345 van het Gerechtelijk Wetboek,

Nadere informatie

Vertaling van het Franse origineel

Vertaling van het Franse origineel Nota van de Verenigde advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad van Justitie met het oog op de hoorzitting voor de Commissie Justitie van de Kamer op 20 maart 2019 over het wetsvoorstel 3527/001

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten. Ellen Verding Scriptie ingediend tot het behalen van de graad van master in de rechten

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten. Ellen Verding Scriptie ingediend tot het behalen van de graad van master in de rechten 2015 2016 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Vergelijkbare nieuwe straffen, verschillende regimes: in hoeverre doostaan het elektronisch toezicht, de werkstraf en de probatiestraf de toetsing

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Hoe punitief is België?

Hoe punitief is België? Hoe punitief is België? Editors: Ivo Aertsen Kristel Beyens Torn Daems Eric Maes Antwerpen / Apeldoorn Inhoud Voorwoord 9 Punitiviteitshypotheses in de criminologie. Slaan ze de nagel op de kop? 11 Tom

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds?

DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds? Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 DE UITVOERING VAN DE WERKSTRAF Doorstaat de uitvoeringsfase de tand des tijds? Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend

Nadere informatie

Sociaal werk en Beroepsgeheim

Sociaal werk en Beroepsgeheim Sociaal werk en Beroepsgeheim Studiedag 13 maart 2018 KdG Hogeschool Antwerpen Mario Wijns Substituut-procureur des Konings Parket Antwerpen, afdeling Antwerpen, Sectie Jeugd en gezinszaken Justitie of

Nadere informatie

DBK GENT. Concept & implementatie

DBK GENT. Concept & implementatie DBK GENT Concept & implementatie 1 INHOUD PRESENTATIE I. Drugs en justitie II. O.M. en problematisch druggebruik III. De rechtbank en problematisch druggebruik IV. Zoektocht naar een oplossing V. DBK Gent

Nadere informatie

Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht

Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De externe rechtspositie van de gedetineerden doorgelicht Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken.

*** Een nieuwe regeling van de externe rechtspositie van veroordeelde gedetineerden en de. de oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken. A CTUALIA RABG 2006/13-14 Adoptie door personen van hetzelfde geslacht http://www.strada.be/staatsblad/link.php?blz=31128&jaar=2006&seq=1 In het Belgisch Staatsblad van 20 juni 2006 verscheen de wet van

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE

DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK DE STRAFUITVOERINGSRECHTER DE MINISTER VAN JUSTITIE V.U. Eric Beaucourt 9000 Gent stand januari 2018-1 I.DE STRAFUITVOERINGSRECHTBANK 1.Algemeen. De Belgische strafuitvoeringsrechtbanken

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Rolnummer 3681. Arrest nr. 197/2005 van 21 december 2005 A R R E S T

Rolnummer 3681. Arrest nr. 197/2005 van 21 december 2005 A R R E S T Rolnummer 3681 Arrest nr. 197/2005 van 21 december 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 9 van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen

Nadere informatie

De justitiehuizen: een essentiële ontmoetingsplaats om het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen. Probatie

De justitiehuizen: een essentiële ontmoetingsplaats om het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen. Probatie De justitiehuizen: een essentiële ontmoetingsplaats om het vertrouwen van de burger in justitie te herstellen Probatie U hebt een misdrijf gepleegd dat strafbaar is met een criminele straf van maximum

Nadere informatie

Sanctions dans la communauté

Sanctions dans la communauté Sanctions dans la communauté TRADUCTION EN COURS Het openbaar ministerie kan met het oog op het verval van de strafvordering gemeenschapsgerichte maatregelen voorstellen: meer bepaald de minnelijke schikking

Nadere informatie

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1553 Datum van uitspraak 12 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000545 Notitienummer parket

Nadere informatie

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5762. Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5762 Arrest nr. 185/2014 van 18 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 56, tweede lid, van het Strafwetboek, in samenhang gelezen met artikel 25 van het Strafwetboek,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31)

Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Persbericht van de Ministerraad Oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken (2004-03-31) Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, keurde de Ministerraad

Nadere informatie

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening

DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening DBK: Het Gents Model Concept & implementatie Organisatie vanuit Justitie en vanuit Hulpverlening 1 INHOUD PRESENTATIE I. Belgisch drugbeleid II. O.M. en problematisch druggebruik III.De rechtbank en problematisch

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus EH Den Haag De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 6 mei 2013 doorkiesnummer 06-18609322 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 360518 onderwerp Advies

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 17 I Inleiding, onderzoeksvragen en onderzoeksmethoden 19 1 Inleiding 19 2 Meervoudige aansprakelijkstelling nader beschouwd 20 2.1 Een omschrijving van meervoudige

Nadere informatie

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2006 (01.12) (OR. en) 15445/1/06 REV 1 COPEN 119 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 15115/06 COPEN 114 nr. Comv.: COM(2005) 91 def.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt.

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. Ministerie van Justitie t.a.v. Mr. drs J.T.J.Struyker Boudier Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 16 augustus 2007 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl uw kenmerk 5475995/07/6 onderwerp conceptwetsvoorstel

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Brussel, 14 december 1998. College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 16/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Mijnheer/Mevrouw de Procureur-generaal, Mijnheer/Mevrouw

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 -VERSTEK- Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000096 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen,

Nadere informatie

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014

WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 WET BETREFFENDE DE INTERNERING 5 MEI 2014 I. Algemene bepalingen II. Gerechtelijke fase van de internering III. Uitvoeringsfase van de internering IV. Definitieve invrijheidstelling V. Diverse bepalingen

Nadere informatie

DE ROL VAN HET SLACHTOFFER TIJDENS DE STRAFUITVOERING

DE ROL VAN HET SLACHTOFFER TIJDENS DE STRAFUITVOERING DE ROL VAN HET SLACHTOFFER TIJDENS DE STRAFUITVOERING Aantal woorden: 38.089 Pieter-Jan Logghe Studentennummer: 01207325 Promotor: Prof. dr. Brice De Ruyver Commissaris: Yente Neelen Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken Vonnisnummer/ Griffienummer 1988/2018 Repertoriumnummer / Europees 2018/2551 Datum van uitspraak 7 november 2018 Naam van de beklaagde V. S. Systeemnummer parket 17CP16424 Rolnummer 18L001556 Notitienummer

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 SEPTEMBER 2015 P.15.0512.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0512.N 1. M M J V, beklaagde, 2. IMMO LEDUC DE HAMONT nv, met zetel te 3724 Kortessem, Leopold III-straat 113, beklaagde, eisers,

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie

Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Kanselarij Boudewijnlaan 30 1000 Brussel T. secretariaat:

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel - -- f "... ",."" ;"t.,-:-7") u "-.a. \'j"'., p \ 162..JB Vonnisnummer I Griffienummer 2018/1573 Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 4 december 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 Griffie nr. 585 Not. Nr. ME43.L3.302-08 CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 De rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 10 de kamer rechtsprekend in correctionele zaken,

Nadere informatie

De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie

De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID De beperkte detentie als strafuitvoeringsmodaliteit: een evaluatie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de criminologische wetenschappen door (01000365)

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 28 / 2007 van 19 september 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 28 / 2007 van 19 september 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf?

Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf? 2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Noodzaak van het elektronisch toezicht als autonome straf? Promotor : Prof. dr. Bart SPRIET De transnationale Universiteit Limburg is een uniek

Nadere informatie

Misdaad Wanbedrijf Overtreding

Misdaad Wanbedrijf Overtreding Materieel strafrecht praktische oefeningen : Kort schema : Bert Buysse Om tot een correcte beschrijving en analyse te komen van een casus in het materieel strafrecht moeten we een aantal stappen doorlopen,

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE XVII LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING XIX INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XVII XIX I. INLEIDING TOT DE STUDIE VAN HET STRAFRECHT 1 A. BEGRIPSBEPALING 2 I. Bepaling van het strafrecht 2 II.

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43

Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 I. DRUGWET: 24 FEBRUARI II. DRUGS IN HET VERKEER 86. C. Verzwarende omstandigheden 43 Inhoudsopgave INLEIDING: SOORTEN DRUGS EN HUN EFFECTEN 1 A. Drugs: vriend of vijand van alle tijden? 1 1. Inleiding 1 2. De psychoactieve stoffen van alle tijden: de klassieke drugs 4 3. De nieuwe psychoactieve

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 25 / 2007 van 4 juli 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 25 / 2007 van 4 juli 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt'

Datum 29 januari 2010 Onderwerp WODC-onderzoek 'Strafrechtelijke ontzetting uit beroep of ambt' > Retouradres Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.justitie.nl Onderwerp WODC-onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 400 Besluit van 4 september 2012, houdende regels ter uitvoering van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

COL 17/ Elektronisch toezicht als autonome straf Herziene versie

COL 17/ Elektronisch toezicht als autonome straf Herziene versie COL 17/2016 - Elektronisch toezicht als autonome straf Herziene versie 27.10.2016 Hoofdstuk 1 Synthese Door de wet van 7 februari 2014 (B.S. 28 februari 2014) werd het elektronisch toezicht als autonome

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 29 / 95 van 27 oktober 1995 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 95 / 029 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2019-06-19 Numac : 2019041200 5 MEI 2019. - Wet houdende diverse bepalingen inzake informatisering van Justitie, modernisering van het statuut van rechters

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2015 P.15.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0003.N E H J V G, veroordeelde, verzoeker tot herziening, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T Rolnummer 1144 Arrest nr. 93/98 van 15 juli 1998 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de gecoördineerde wetten van 12 juli 1978 betreffende het accijnsregime van alcohol, gesteld door de Correctionele

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDEN 1) X X geboren te Heusden-Zolder op X wonende te X, X van Belgische nationaliteit Bijgestaan door Mr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 169 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met het beperken van de mogelijkheden om een taakstraf op te leggen voor ernstige zeden-

Nadere informatie

De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf

De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2010-11 De invoering van het elektronisch toezicht als autonome straf Masterproef van de opleiding 'Master in de rechten' Ingediend door Stefanie

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 LE43.LC.22655-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut procureur des Konings L. D. H.. BURGERLIJKE PARTIJ P. S., wonende te 3000

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Elektronisch toezicht bij daders van intrafamiliaal geweld

Elektronisch toezicht bij daders van intrafamiliaal geweld Elektronisch toezicht bij daders van intrafamiliaal geweld 1. Inleiding De daadwerkelijke en snelle uitvoering van de straffen en hoofdzakelijk van de korte gevangenisstraffen is noodzakelijk opdat het

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 18L000969 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door, substituut-procureur des Konings. BURGERLIJKE PARTIJEN wonende te die persoonlijk verschijnt.

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25

Inhoudstafel. Lijst figuren 13. Lijst tabellen 17. Rechtbank onder invloed 25 ASP Migranten in de balans.book Page 7 Friday, January 15, 2010 10:47 AM Inhoudstafel Inhoudstafel 7 Lijst figuren 13 Lijst tabellen 17 Rechtbank onder invloed 25 Deel I: Etnische minderheidsgroepen :

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 5 Besluit van 14 december 2011, houdende regels inzake het uit te oefenen toezicht bij voorwaardelijke veroordeling (Uitvoeringsbesluit voorwaardelijke

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie