Richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse"

Transcriptie

1 Richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse (Para)medische gegevens Ziektebeeld Diagnose Chronische nierinsufficiëntie is een proces waarbij de nierfunctie irreversibel gestoord is. Vaak is er sprake van een progressieve aandoening. Op den duur is dit niet meer verenigbaar met het leven. Wanneer de restfunctie slechts 3-5% is (terminale nierinsufficiëntie, klaring < 5-10ml/min) of eerder wanneer er uremische klachten bestaan, wordt overgegaan op nierfunctievervangende therapie, zoals hemodialyse (HD) of peritoneaal dialyse (PD). Soms is het mogelijk om wanneer nierfunctievervangende therapie nodig is direct een transplantatie te ondergaan, veelal zal dit een nier van een familielid betreffen (living-related nier). Bij uitzondering is er direct een postmortale donornier beschikbaar voor transplantatie. Door middel van een voorlichtingstraject vindt uitgebreide informatieoverdracht plaats. De nefroloog zal in overleg met de patiënt uiteindelijk beslissen welke therapie het meest geschikt is. Hierbij worden zowel medische als sociale omstandigheden meegewogen. Hemodialyse betekent in de huidige tijd dat de patiënt 2 of 3 hemodialyse behandelingen per week krijgt. Als er geen restfunctie is, is 3x per week dialyseren medisch noodzakelijk. De meeste behandelingen duren 3 à 4 uur. (9 tot 12 uur/week). Voor hemodialyse is een toegang tot de bloedbaan nodig. Bij voorkeur wordt er met behulp van een shunt of fistel gedialyseerd. Operatief wordt een verbinding aangelegd tussen een arterie en vene in de arm. Een alternatieve methode is dialyse via een centrale lijn. Dit laatste heeft als voordeel dat een aangebrachte lijn direct voor dialyse beschikbaar is en wordt vaak gebruikt als de patiënt acuut moet starten met hemodialyse en bij bestaande shuntproblemen. Het bloed van de patiënt circuleert met een aangepaste flow met behulp van een hemodialysemachine door de kunstnier. In de kunstnier bevinden zich semi-permeabele membranen. Aan de ene kant stroomt het bloed van de patiënt en aan de andere kant in tegengestelde richting een dialysevloeistof. (Beto 1995) Opgeloste stoffen worden verwijderd door een concentratieverschil tussen bloed en dialysevloeistof. Water en zout worden verwijderd door een drukverschil tussen bloed en dialysaatcompartiment (ultrafiltratie) De hoeveelheid en snelheid waarmee vocht en afvalproducten uit het bloed verwijderd worden kan gevarieerd worden door het gebruik van verschillende kunstniermembranen, snelheid van de bloedstroom, en de dialysaatsamenstelling. De samenstelling van het dialysaat kan zijn: Natrium mmol/l, Kalium 2.0 mmol/l, Calcium mmol/l, Magnesium mmol/l, Glucose 0.20g /l. (Pastan 1998, Dialyse Groep Nederland (DGN)) Het is in beperkte mate mogelijk om op medische indicatie de samenstelling van het dialysaat te wijzigen. Wanneer te snel of teveel vocht onttrokken wordt kan hypotensie optreden, dit gaat gepaard met ernstige krampen. Bij patiënten met een matige pompfunctie van het hart zal dit eerder optreden. De efficiëntie van de dialysebehandeling wordt uitgedrukt in Kt/V (Klaring x dialysetijd) / verdelingsvolume van het ureum. Deze meting is gebaseerd op 1

2 de klaring van ureum en is afhankelijk van de tijd die de patiënt dialyseert, de klaring van de kunstnier en de eventuele restklaring. Adequaatheid dialyse Een goede dialyse-efficiëntie wordt bereikt bij Kt/V>3.6 per week of 1.2 per dialyse (DGN). Een belangrijk doel van de hemodialysebehandeling en het daarbij behorende dieet is het voorkomen van grote veranderingen in de vochtbalans en een te grote stapeling van afvalproducten van de stofwisseling. Hierbij wordt gestreefd naar voor HD patiënten aanvaardbare normaal waarden (Beto 1995). Op dit moment is de meest gangbare behandeling om 2-3 keer per week een dagdeel in het dialysecentrum te dialyseren. Er zijn ontwikkelingen dat de patiënt dagelijkse thuisdialyse (DHHD) kan ondergaan. Dit betekent 5-6 maal per week 2 uur dialyseren. Ook vindt het eerste Nederlandse onderzoek plaats waarbij de patiënt 6 maal per week 8 uur gedurende de nacht dialyseert. Doordat er vaker gedialyseerd wordt is het theoretisch denkbaar dat vocht en afvalstoffen een minder groot probleem geven dan met de huidige manier van hemodialyseren. Ook laten de eerste, weliswaar kleine studies met deze intensieve manier van dialyseren verbeteringen in de voedingstoestand zien. Welke gevolgen dit voor het dieet heeft is nog een punt van onderzoek (Galland 2001). PNA (Protein equivalent of Nitrogen Appearance, vroeger meestal PCR genoemd) geeft informatie over de hoeveelheid eiwit die de patiënt per dag gebruikt. De npna reflecteert de hoeveelheid eiwit die de patiënt per dag per kilogram lichaamsgewicht gebruikt. Hierbij is een stabiele eiwitbalans het uitgangspunt. Anabolie of katabolie kan de npna beïnvloeden. Ook de analysemethode van de ureumbepaling kan van invloed zijn. Recent onderzoek geeft ook aan dat de totale PNA en PNA, berekend naar kg vetvrije massa, betere informatie met betrekking tot de voedingstoestand geeft dan de npna (Kloppenburg 1999) Tabel 1. Normaal waarden in serum(let op ieder ziekenhuis gebruikt eigen referentiewaarden, reden hiervan is het gebruik van verschillende meet- en bepalingsmethoden of het gebruik van andere reagens) Normaal waarde* Geaccepteerde waarde voor dialysebehandeling Natrium mmol/l Zie normaalwaarde Kalium 3,5-5,0 mmol/l 3,5-6,0 mmol/l Ureum 3,0-7,0 mmol/l mmol/l Creatinine Man micromol/l micromol/l Vrouw micromol/l Calcium 2,2-2,6 mmol/l ** 2,2-2,9 mmol/l Fosfaat 0,8-1,5 mmol/l 1,1-1,9mmol/l Ca x P 4,4 (kan variëren per dialysecentrum, liberaler bij hoog PTH, in Nederland wordt tot nu toe nog CaP < 5,0 geaccepteerd) 2

3 Cholesterol*** 3,0-5,0 mmol/l Zie normaalwaarde HDL-Cholesterol > 1,0 mmol/l Zie normaalwaarde LDL-Cholesterol < 3,5 mmol/l Zie normaalwaarde Albumine g/l g/l Kt/V per dialyse 1,2 NPNA 1.2 * Normaalwaarden uit: interpretatie van uitkomsten van laboratoriumonderzoek in de geneeskunde, vierde, herziene druk 1996 **Om na te gaan of het geïoniseerd calcium verhoogd is dient bij een laag albumine een correctiefactor toegepast te worden: Calciumcorrectie = Ca-gemeten + (1 albumine/40) *** Streefwaarden, niet de referentiewaarde weergegeven Uit: Pocket guide to nutrition assessment of the renal patient, 3 nd edition 2002, hoofdstuk 2, waarden zijn teruggerekend naar de in Nederland gebruikelijke eenheden. Risicoprofiel 1. Renale osteodystrofie Ten gevolge van nierinsufficiëntie zijn endocriene en excretoire functies verstoord. Er ontstaan metastatische verkalkingen in bloedvaten, huid, ogen, gewrichten, longen. Dit leidt tot ernstige jeuk, roodheid van de ogen, aderverkalking en verhoogde kans op longembolie. Secundaire hyperparathyreoidie speelt hierbij een belangrijke rol. (Janssen 2001, Block 2002). Dit ontstaat bij nierinsufficiëntie door: 1. een verlaagde productie van actief vit D met als gevolg een verlaging van het serumcalcium. 2. een verminderde uitscheiding van het fosfaat door de nieren Fosfaat wordt tijdens dialyse onvolledig uitgescheiden. Door middel van het gebruik van fosfaatbinders kan de opname van fosfaat uit de voeding worden beperkt. Tot voorkort hadden calciumhoudende fosfaatbinders de voorkeur. Toenemend duidelijk wordt dat de calcificaties van de arteriën een rol spelen bij de hoge cardiovasculaire mortaliteit van dialysepatiënten. Dit lijkt mede gerelateerd te zijn aan de belasting met orale calciumhoudende fosfaatbinders. Derhalve wordt toenemend gebruik gemaakt van niet calciumhoudende fosfaatbinders, zoals sevelamer. Andere fosfaatbinders die geen aluminium en of calcium bevatten worden op dit moment ontwikkeld. Een bijkomend voordeel van sevelamer is het gunstige effect op het serumlipiden profiel. (Janssen 2001, Jernigan 2001, Block 2002, Chertow 1999, Raggi 2002) Een langdurig sterk verhoogd parathormoon (PTH) geeft een moeilijk te reguleren hyperfosfatemie en een laag normaal serumcalcium. Bij een PTH 2-4 keer de normaalwaarde wordt 1-hydroxy-vitamine D (Alfa-calcidol, Etalpha ) voorgeschreven. Het vitamine D uit de voeding kan bij patiënten met nierinsufficiëntie onvoldoende tot actief vitamine D (1,25 dihydroxy vitamine D) omgezet worden. De 3

4 hydroxylering op de eerste plek vindt plaats in de nier en is bij nierinsufficiëntie gestoord. Hydroxylering op de 25-ste plek gebeurt in de lever en verloopt bij nierpatiënten ongestoord. Bij vitamine D-suppletie is het belangrijk dat het serumcalcium niet verhoogd is. Wanneer vitamine D-suppletie onvoldoende effect heeft is (partiële) parathyreotectomie geïndiceerd. Kenmerk van het peritoneaaldialysedieet is een eiwitadvies van 1.2 gram eiwit per kg, dit gaat gepaard met een ruime fosfaatinname. Het accent van de dieetvoorlichting zal dan ook liggen op een goed gebruik van de fosfaatbinders. De fosfaatbinders moeten ingenomen worden met de maaltijden die fosfaat bevatten. De hoeveelheid fosfaatbinders moet worden afgestemd op de hoeveelheid fosfaat in de voeding. Er is veel discussie over het feit of de binders vlak voor, tijdens of na de maaltijd moeten worden ingenomen. De resultaten van de studies spreken elkaar tegen waardoor het advies aan het begin van de maaltijd voorlopig het duidelijkste is voor de patiënt. Meer onderzoek is nodig naar de resorptie van fosfaat uit de verschillende voedingsmiddelen en naar het effect van binding van fosfaat door de verschillende fosfaatbinders. Met deze kennis zal een duidelijker advies gegeven kunnen worden over de juiste verhouding fosfaatbinders ten opzichte van het fosfaat in de voeding. 2. Hart- en vaatziekten De belangrijkste doodsoorzaak bij HD patiënten zijn hart- en vaatziekten. Dislipidemie als gevolg van de nierziekte en de behandeling, een verhoogd product van fosfaat en calcium waardoor metastatische verkalkingen in bloedvaten ontstaan, persisterende hypertensie en 50 tot 60% van de HD-patiënten heeft hypertensie (Mailloux 2000, Block 2002, Kes 2001, Gonzalez 2003). Steeds vaker wordt het MIA syndroom beschreven, waarbij ondervoeding in combinatie met inflammatie een sterk verhoogd risico op harten vaatziekten geeft (Basile 2003, Stenvinkel 2002). Tenslotte worden bij HD patiënten verhoogde homocysteinespiegels gevonden, bij overigens goede status van foliumzuur, vitamine B6 en vitamine B12. Er is nog onvoldoende onderzoek gedaan naar het verband tussen homocysteine en het ontstaan van hart- en vaatziekten bij HD patiënten. Wel komt uit recente studies naar voren dat een combinatie van ondervoeding, diabetes mellitus en een verhoogd homocysteine het risico van sterfte door hart- vaatziekten sterk vergroot. (Bilion 2002, Mallamaci 2002) Dieetmaatregelen ter bescherming van hart- en vaatziekten bij hemodialysepatiënten zijn nog niet goed onderzocht. Het is evident dat gestreefd wordt naar een zo laag mogelijke fosfaatwaarde. In het protocol wordt gestreefd naar de richtlijnen goede voeding. Bij een bestaande hypercholesterolemie wordt verwezen naar het protocol hypercholesterolemie, hoewel niet bekend is of dit dieet bij de hemodialysepatiënt effectief is. Er zijn studies die aantonen dat het gebruik van visolie capsules een verminderde kans op trombose geeft, op dit moment is het nog voorbarig om deze te adviseren (Khajehdehi 2000, Peck 1997, Bonanome 1996). Ook is er nog onvoldoende bekend over het voorkomen en voorkómen van hyperhomocystenemie bij de hemodialysepatiënt. 4

5 3. Anorexie Anorexie is vaak verantwoordelijk voor een verminderde inname van energie en nutriënten tijdens een behandeling met hemodialyse. Meerdere oorzaken liggen hieraan ten grondslag. Het gebruik van fosfaatbinders kan een negatieve invloed hebben op de eetlust. Metabole acidose (HCO 3<21) geeft eveneens een verminderde eetlust en katabolie. Ten gevolge van de uremie ontstaan metabole veranderingen, zoals veranderingen in het aminozuurspectrum en hormonale veranderingen. Het effect hiervan op de eetlust is nog onvoldoende bekend (Bergstrom 1999) Recent zijn een aantal studies gepubliceerd over het mogelijk effect van leptine. Een verhoogd leptine heeft een direct effect op de hypothalamus, het vermindert de eetlust en verhoogt het basaalmetabolisme, bij hemodialysepatiënten (maar meer nog bij peritoneaaldialysepatiënten) worden onder meer verhoogde leptinespiegels gevonden (Norton 2002, Wolf 2002). Ook chronische inflammatie kan leiden tot metabole veranderingen die anorexie veroorzaken. Cytokines als Insulin Like growthfactor I (IL-I) en Tumor necrose factor A (TNF A) waarden zijn bij hemodialysepatiënten verhoogd ( Stenvinkel 1999, Abdullah e.a. 1997, Kopple 1999). Zoals gezegd is het exacte mechanisme niet bekend. Ten aanzien van anorexie en smaakveranderingen worden ook studies gedaan naar de zinkstatus. Veelal wordt gekeken naar het serum zink hetgeen een slechte maat is om de zinkstatus te bepalen. In slechts 1 studie wordt een verbeterde npna gevonden na zinksuppletie, op dit moment is het nog voorbarig om een advies ten aanzien van zink in het protocol op te nemen (Jern 2000). Naast metabole factoren spelen ook sociale omstandigheden een rol. 4. Hypertensie ten gevolge van overvulling De nier zorgt voor het handhaven van de vochtbalans in ons lichaam door de uitscheiding van zout en vocht. Als de patiënt start met HD zal hij nog wat urineproductie hebben, maar dit zal geleidelijk afnemen. Een grote groep patiënten heeft op den duur geen eigen diurese meer. Als de patiënt tussen 2 dialyses meer dan 2 kg aankomt is er een verhoogd risico op hypertensie, 50-60% van de hemodialysepatiënten heeft hypertensie (Mailloux 2000) Een patiënt die te veel aankomt tussen 2 dialyses krijgt het advies minder te drinken. Uit meerdere studies blijkt dat een natriumbeperking het dorstgevoel kan verminderen Behalve voeding kunnen ook medicijnen een belangrijke bron van natrium zijn, bij de inschatting van de natriuminname dient deze hoeveelheid natrium meeberekend te worden. Bij een overvulde patiënt zal tijdens de dialyse in korte tijd veel vocht onttrokken worden, waardoor een verhoogd risico op hypotensieve krampen ontstaat. Dit risico neemt toe als de patiënt voor de dialyse antihypertensiva heeft ingenomen. De toegestane hoeveelheid vocht per patiënt is afhankelijk van de restfunctie van de nieren. Als er nog urineproductie is mag deze hoeveelheid vocht extra genomen worden. Daarnaast is er vochtverlies via huid, longen en ontlasting. Ook wordt vocht opgenomen door vrijkomende oxidatiewater ten gevolge van de stofwisseling. In de literatuur is geen eenduidigheid over de hoeveelheden perspiratie- en oxidatievocht. 5

6 Tabel 2. Berekening vochtbalans bij normale lichaamstemperatuur volgens Krause in Food Nutrition and diet therapy (vocht in ml) Vocht opname Per 24 uur Vocht uitscheiding Per 24 uur Oxidatiewater van 200 ml Water in ontlasting 100 ml het metaboliseren van de voeding Urine Variabel Dialyse Variabel Voeding * Variabel Perspiratie (onzichtbaar) verlies via: Huid En longen 350 ml 350 ml Dranken Incl. yoghurt, vla etc Variabel Totaal 200 ml 800 ml Rekenvoorbeeld van een vochtbalans per 24 uur bij een anure patiënt die 3 keer per week dialyseert. Aantal dagen tussen 2 dialyses Maximale gewichtstoename tussen 2 dialyses Vocht uitscheiding door het lichaam +vochtonttrekking met dialyse per 24 uur 3 dagen 2 kg=2000 ml 800ml + (2000ml:3) = dagen 2 kg=2000 ml 800ml+ (2000ml:2) = dagen 1,5 kg=1500 ml 800ml + (1500ml:3) = dagen 1,5 kg=1500 ml 800ml + (1500ml:2) = 1550 Vochtopname door het lichaam (200ml oxidatievocht ) verminderd met totaal van vochtuitscheiding per 24 uur = 1300 ml = 1600 ml = 1100 ml = 1350 ml Maximaal toegestaan drinkvocht, waarbij vaste voeding 500 ml levert* (als er nog verlies met urine is mag deze hoeveelheid bij deze getallen opgeteld worden) = 800 ml = 1100 ml = 600 ml = 850 ml 6

7 * Voorbeeldberekening vocht uit een warme maaltijd, vochtanalyses uit NEVO 2001: 3 aardappelen (150 gram) 110 ml 150 gram groente 130 ml 100 gram vlees 60 ml 2 lepels jus (50 ml) 50 ml 1 portie vla 150 ml Totaal 500 ml Het uitgangspunt van een goede vochtbalans bij de hemodialysepatiënt is een maximale toename van 2 kg (= 2 liter) tussen 2 dialyses, bij patiënten met cardiale problemen is de voorkeur maximaal 1,5 kilo gewichtstoename tussen 2 dialyses. Om goede adviezen met betrekking tot de hoeveelheid toegestaan vocht te kunnen funderen is meer onderzoek naar de vochtbalans nodig, de verschillende literatuurbronnen melden met name verschillende hoeveelheden perspiratievocht (Mahan 1999). 5. Obstipatie Een veel voorkomende complicatie is obstipatie Yasuda vond een prevalentie van 63% (Yasuda 2002). Fosfaatbinders hebben als bijwerking obstipatie. Sevelamer is hierbij een gunstige uitzondering. Bovendien heeft een HD patiënt over het algemeen weinig lichaamsbeweging en een vochtbeperking. IJzerpreparaten worden toegediend naast EPO. Deze factoren beïnvloeden de darmpassage ongunstig. Obstipatie wordt behandeld met laxantia. Wees attent op het verhoogd kaliumgehalte in metamucil Het effect van prebiotica (vezels zoals benefiber en stimulance,) en probiotica is bij deze patiëntengroep nog niet voldoende onderzocht. 6. Jeuk Door een verhoogd fosfaat en calcium (CaP>5, de meest recente DOQI richtlijnen gaan zelfs uit van een CaP < 4,4) ontstaan metastatische verkalkingen, onder andere in de huid, waardoor jeuk kan ontstaan (Block 2002). Ook een hoog ureum kan jeukklachten geven. Medische geschiedenis De volgende aspecten uit de medische geschiedenis van de patiënt kunnen van belang zijn voor de dieetbehandeling. - Het basislijden dat de nierinsufficiëntie veroorzaakt heeft, bijvoorbeeld hypertensie, - cystenieren, glomerulonefritis of diabetes mellitus. - Het is zinvol om na te gaan of te patiënt bekend is met HD of PD, wanneer dit was en of de patiënt getransplanteerd is geweest. 7

8 - Hoe is de voedingstoestand van de patiënt bij start van de peritoneaal dialysebehandeling. - Recente opnames en/of operaties. - Hoeveel tijd heeft de patiënt gehad om zich voor te bereiden op deze behandeling. Dieetgeschiedenis - Eerdere dieetadviezen - Compliance - Voedingstoestand Relevant medicijngebruik Als aanvulling op de hemodialysebehandeling en de voedingsadviezen gebruikt de hemodialysepatiënt veel medicijnen. Tegen complicaties zoals hypertensie, hyperlipidemie en osteoporose en medicijnen voor diabetes mellitus wordt verwezen naar de dieetprotocollen die voor deze ziektebeelden beschikbaar zijn. Medicijnen tijdens de hemodialyse worden naast het dieet gebruikt om de metabole waarden binnen aanvaardbare grenzen te houden. Omdat een aantal medicijnen veel natrium bevatten wordt het natriumgehalte van deze medicijnen genoemd. Tevens worden de bijwerkingen genoemd zoals ze in het farmacoceutisch kompas vermeld zijn. (Farmacoceutisch kompas 2002) Medicatie Werking Bijwerking Kalium (Ionenwisselaars) Resonium A Zerolit, Sorbisterit Ionenwisselaar waarbij kalium tegen natrium uitgewisseld wordt Ionenwisselaar waarbij kalium wordt uitgewisseld tegen calcium Resonium bevat 4,3 mmol natrium per gram, Mogelijk: anorexie, misselijk, braken, obstipatie Calciumzout, kan bij hypercalciaemie niet gebruikt worden, Mogelijk: anorexie, misselijkheid, braken en obstipatie 8

9 Fosfaatbinders Calciumcarbonaat (Calcichew ) Fosfaatbinder waarbij calcium aan fosfaat gebonden wordt. Voorkomt dat fosfaat uit de voeding in het lichaam opgenomen wordt Calciumacetaat (Phos-Ex ) Fosfaatbinder waarbij calcium aan fosfaat gebonden wordt. Voorkomt dat fosfaat uit de voeding in het lichaam opgenomen wordt Calciumcitraat Fosfaatbinder waarbij calcium aan fosfaat gebonden wordt. Voorkomt dat fosfaat uit de voeding in het lichaam Aluminiumhydroxide (Algeldraat ) Sevelamer (Renagel ) opgenomen wordt Zeer efficiënte fosfaatbinder waarbij aluminium aan fosfaat gebonden wordt. Bindt fosfaat in de darm, waardoor fosfaat niet opgenomen wordt Hypercalciaemie Calci-chew 500 bevat 500 mg calcium per tablet, Calci-chew 1000 bevat 1000 mg calcium per tablet Mogelijk: Maag/darmirritaties, obstipatie, flatulentie, oprispingen Hypercalciaemie Mogelijk: Maag/darm klachten zoals misselijkheid en obstipatie Hypercalciaemie 1 gram bevat 240 mg calcium Mogelijk: Maag/darmklachten en obstipatie Aluminiumbelasting en aluminiumstapeling. Mogelijk: Misselijk en obstipatie Gunstig effect op het serumlipidenprofiel Vrij van calcium en aluminium Mogelijk: Misselijk, braken, diarree of obstipatie Bij langdurig gebruik door binding galzure zouten kunnen lage spiegels van vetoplosbare vitamines ontstaan Zuurgraadherstellers Natriumbicarbonaat. Bicarbonaat herstelt zuurbase evenwicht 11 mmol Na/g Behandeling 9

10 Hemodialyse betekent in de huidige tijd dat de patiënt 2 of 3 hemodialyse behandelingen per week krijgt. Als er geen restfunctie is, is 3x per week dialyseren medisch noodzakelijk. De meeste behandelingen duren 3 à 4 uur. (9 tot 12 uur/week). Om metabole schommelingen tussen 2 dialyses binnen wenselijke grenzen te houden zal behalve een hemodialysebehandeling een ondersteunend dieet en medicijngebruik nodig zijn. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar frequentere en langere dialyses. Diëtistische gegevens Voedingsanamnese Bij start van de hemodialyse behandeling vindt een eerste voedingsconsult plaats. Middels een dietary history wordt het huidige voedingspatroon bepaald. Op dit moment is een gestandaardiseerde gevalideerde voedingsanamnese of voedselfrequentievragenlijst nog niet beschikbaar voor de Nederlandse hemodialysepopulatie. Voedingsanalyse De energie- en eiwitinname wordt berekend en vergeleken met gestelde dieeteisen bij de dialysebehandeling. Als blijkt dat de patiënt verhoogde kalium en/of fosfaatuitslagen heeft wordt de mogelijke relatie met de voeding gecontroleerd. Tevens wordt nagegaan of de patiënt zijn fosfaatbinders op de goede momenten inneemt. Bij een verhoogde bloeddruk of bij een te grote gewichtstoename tussen 2 dialyses wordt behalve de vochtinname de zoutinname geanalyseerd. Het uiteindelijk streven is, indien mogelijk een voeding volgens de richtlijnen gezonde voeding (Gezondheidsraad 2002), de dieetrichtlijnen voor het hemodialysedieet hebben daarbij voorrang boven de richtlijnen gezonde voeding. Voedingsstoffen Bij de informatie over de samenstelling van de voeding is bijzondere aandacht nodig voor de volgende voedingsstoffen Energie: Hoewel 40%-56% van de hemodialysepatiënten ondervoed is, blijkt de energiebehoefte niet verhoogd te zijn. ( Bergstrom 1995, Kopple 1998, Kuhlman 1999) De prevalentie van ondervoeding kan in de literatuur variëren omdat ondervoeding geen eenduidige term is en op verschillende manieren gemeten wordt. (Zie Protocol Depletie) De energiebehoefte is 30 tot 35 kcal per kilogram actueel lichaamsgewicht, waarbij de behoefte iets afneemt bij een toenemende leeftijd. In het protocol adviseren we 35 kcal/kg bij volwassenen tot 60 jaar en 30 kcal/kg boven de 60 jaar (Kopple 1998, O Sullivan 2002). Wanneer er sprake is van klinische ondervoeding is de energiebehoefte verhoogd tot 45 kcal per kg/ actueel gewicht (Kuhlman 1999). In de literatuur wordt geen correctie gevonden voor aanpassing bij overgewicht, in de klinische praktijk wordt bij een BMI > 27 gerekend met BMI 27.(Best clinical practice) 10

11 De ratio hierachter is dat energiestofwisseling bepaald wordt door de vetvrije massa, bij een (te) laag gewicht is er in absolute zin minder vetvrije massa. Bij overgewicht is er met name een toename van vetmassa, maar ook een geringe toename van metabool actief weefsel. Meer onderzoek naar de mogelijkheid om de vetvrije massa te bepalen is nodig. (Zie hiervoor ook anthropometrie) In tegenstelling tot de overlevingscijfers van de totale bevolking leidt een hogere BMI tijdens hemodialyse tot een betere overleving, hoe deze paradox verklaard kan worden moet nog verder onderzocht worden (Port ea 2002, Leavy ea 2001) Bij klinische ondervoeding bestaat een hogere behoefte, in de literatuur worden geen goede maten gegeven voor klinische ondervoeding bij dialysepatiënten. Beschreven worden de SGA-score (welke is beschreven in het protocol klinische depletie), een BMI < 18 en recent gewichtsverlies (> 5% binnen een maand of > 10% binnen 6 maanden). Eiwit: De eiwitbehoefte van hemodialysepatiënten is verhoogd ten opzichte van de adviezen van de Gezondheidsraad. Dialyse vermindert de eiwitsynthesecapaciteit en tijdens dialyse ontstaat afhankelijk van de gebruikte filters een gering eiwitverlies. Tevens kan onderliggend lijden de eiwitbehoefte verhogen. De veel optredende metabole acidose bevordert katabole reacties. In de literatuur wordt een eiwitbehoefte gevonden variërend van 0,9 tot 1,4 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht (Kloppenburg 2002, Kuhlman 1999, Kopple 1998). Wanneer een behoefte van 0,9 gram eiwit gevonden wordt gaat dit om stabiele hemodialysepatiënten (Kloppenburg 2002) Bij klinische ondervoeding is de eiwitbehoefte verhoogd tot 1,5 g eiwit/ kilogram lichaamsgewicht (Kuhlman 1999). Ook bij de eiwitberekening wordt uitgegaan van het actueel lichaamsgewicht. In de literatuur wordt geen correctie toegepast bij overgewicht. In de klinische praktijk wordt bij een BMI > 27 gerekend met BMI 27 (Best clinical practice). Ook hier geldt dat de eiwitstofwisseling in belangrijke mate door de vetvrije massa bepaald wordt. Het verschil in eiwitbehoefte dat de verschillende studies vinden wordt mogelijk verklaard doordat de hemodialysepatiënten uiteindelijk een heterogene groep vormen, waarbij verschillen in oorspronkelijke ziekte en stoornissen in het metabolisme kunnen bestaan. Inflammatoire reacties, metabole acidose en hormonale veranderingen hebben een katabool effect, tevens is er sprake van eiwitverlies via de kunstnier tijdens dialyse. De npna is een belangrijke biologische merker voor de inname van eiwit. Bij een katabole patiënt kan een negatieve stikstofbalans ontstaan waardoor de npna een hogere eiwitinname suggereert dan daadwerkelijk het geval is. 11

12 Vet Advies vetgebruik energieprocent. Bij een ongewenst stijgend gewicht of overgewicht 20 tot 30 energieprocent. Daarnaast een zo laag mogelijk gehalte transvetzuren (welke voorkomen in geharde plantaardige vetten), maximaal 10 energieprocent verzadigd vet en maximaal 12 energieprocent meervoudig onverzadigd vet. Het grootste deel van de vetconsumptie zal moeten worden geleverd door enkelvoudig onverzadigd vet. Wanneer er sprake is van een dislipidemie verwijzen wij naar de protocollen hyperlipidemie, hoewel zoals eerder vermeld er geen onderzoek gedaan is naar het effect van een dieet ten aanzien van hyperlipidemie bij hemodialysepatiënten (Gezondheidsraad 2001). Elektrolyten Natrium: Een natriumbeperking is van belang bij hypertensie, 50-60% van de hemodialysepatiënten heeft hypertensie. Daarnaast kan een natriumbeperking ondersteunend werken ten behoeve van de vochtbeperking. Het vocht dat tijdens de dialyse onttrokken wordt bevat 140 mmol natrium per liter. Wanneer er 2 liter vocht onttrokken wordt is dit gelijk aan 280 mmol of 6440 mg natrium. Wanneer meer dan deze hoeveelheid natrium gebruikt wordt ontstaat een toegenomen dorstgevoel en zal de vochtbeperking niet gehouden kunnen worden. In een tijd waarin steeds meer kant- en klaarproducten gebruikt worden, die over het algemeen veel zout bevatten, is het niet eenvoudig een natriumbeperking consequent door te voeren. Kalium: Kaliumrijke voedingsmiddelen zijn aardappelen, frites of andere aardappelproducten, groenten, fruit, gedroogde vruchten, vruchtensappen, peulvruchten, melk(producten), koffie, tomaat, cacao, natriumarme producten en dieetzouten die verrijkt zijn met kaliumzout De wijze van bereiden heeft ook invloed op het kaliumgehalte van de maaltijden. Kalium is oplosbaar in water en daarom gaat bij koken voor een deel het kalium verloren. Kooktechnieken waar geen water en een kortere kooktijd gebruikt worden geven dus minder verlies (frituren, roerbakken, smoren, gebruik magnetron). Bij een verhoogd kalium wordt een kaliumbeperkte voeding geadviseerd. Ook kan een ionenwisselaar voorgeschreven worden, hierbij moet de patiënt er wel rekening mee houden dat bij een verminderde kaliuminname de medicijnen aangepast moeten worden, om te voorkomen dat de kaliumwaarde ongewenst laag wordt. Er kan gebruik gemaakt worden van een dialysaat dat minder kalium bevat. Fosfaat: Bij een fosfaat > 1,8 wordt een voedingsanamnese afgenomen. Tevens worden de hoeveelheid en het gebruik van fosfaatbinders nagegaan. Voedingsmiddelen die rijk zijn aan eiwit, bijvoorbeeld melk, vis, vlees peulvruchten en brood, bevatten relatief veel fosfaat. Met name melk(producten) en noten leveren veel fosfaat in verhouding tot de hoeveelheid eiwit die ze leveren. 12

13 De NEVO tabel bevat helaas niet de meest recente analyses van P. Bijvoorbeeld Cola 200mg/100 ml.(bron die NEVO 2001 gebruikt dateert uit 1983) Volgens de Nederlandse Frisdrank Industrie 30mg/100ml (bron Frisdrank industrie dateert uit 2002). Door de snelle ontwikkelingen in de voedingsindustrie is dit ook moeilijk bij te houden in tabellen. Fosfaten worden door de voedingsmiddelenindustrie op ruime schaal gebruikt als additieven (voorbeelden zijn buffers, smeltzouten, emulgeermiddelen, complexvormers De fabrikant moet dit vermelden maar hoeft geen hoeveelheden aan te geven. Het staat vaak vermeld als een E nummer E 338, 339, 340, 341, 343. Deze additieven worden door de industrie toegevoegd aan vlees-, kaas-,bakkerijproducten, dressings en dranken. Gebruik van deze producten kan een extra fosfaatinname van 1000mg per dag geven. (Uribarri J 2003) Enkele dieetpreparaten die gegeven worden om extra energie en eiwit te leveren bevatten zeer weinig fosfaat. Anthropometrische gegevens en bepalen voedingstoestand Een goed overzicht van het bepalen van de voedingstoestand wordt gegeven in het protocol Depletie onder het hoofdstuk: Dietistische gegevens: bepalen voedingstoestand. Het bepalen van de voedingstoestand bij hemodialysepatiënten wordt bemoeilijkt door een instabiele vochtbalans. De BMI is als maat onvoldoende om het al dan niet bestaan van klinische ondervoeding vast te stellen. Een BMI van < 18 wordt gezien als een risicofactor voor klinische depletie. Subjective Global Assessment Een voor hemodialysepatiënten gevalideerd screeningsinstrument is de subjective global assessment (SGA). Met behulp van een beknopte medische en voedingsanamnese wordt een algemene beoordeling van de voedingstoestand gegeven. Hoewel het hier om een subjectieve en algemene beoordelingslijst gaat is hij valide gebleken. Ook in Nederland is een valideringsstudie bij hemodialysepatiënten gedaan, helaas is hierbij een kleine patiëntengroep onderzocht. Ook zij vonden de SGA betrouwbaar, mits afgenomen door een selecte en getrainde groep observatoren. Recente publicaties geven aan dat de SGA een goede screenings methode is maar dat dit onvoldoende informatie geeft om ondervoeding vast te stellen. Binnen de Necosadstudie werd gevonden dat de SGA een onafhankelijke voorspeller was voor overleving binnen de HD populatie in Nederland (Visser 1999, Cooper 2002). Anthropometrie Bij hemodialysepatiënten wordt standaard lengte, gewicht en BMI bepaald. De moeilijkheden om het gewichtsbeloop goed te interpreteren zijn reeds aangegeven. Andere anthropometriemetingen zoals de BIA (beschreven in protocol klinische depletie)en de DEXA zijn bij de hemodialysepatiënt eveneens uiterst moeilijk te interpreteren door de wisselende vochthuishouding. De Dual-energy x-ray absorptiometry (DEXA) is een radiologische methode voor het bepalen van de lichaamssamenstelling. Deze indirecte methode is minder gevoelig voor storingen in de vochtbalans dan de BIA en geeft daarom meer betrouwbare gegevens, echter de bepaling 13

14 is erg kostbaar (Visser 2000). Bij dialysepatiënten is de DEXA als meest geaccepteerd methode om lichaamssamenstelling te bepalen (Locatelli 2002). Wellicht is het in de toekomst mogelijk om betere omrekeningsformules voor de weerstanden te vinden waardoor de BIA wel een geschikt instrument wordt. (Chertow 1999 Piccoli 1998, Oe ea 2000 en 1998) Huidplooimetingen zijn niet goed reproduceerbaar en kennen een grote inter- persoonsvariatie. Tenslotte zijn er meer betrouwbare methodes die onvoldoende beschikbaar zijn door kostbare apparatuur en/of laboratoriumbepalingen zoals de verdunningsmethoden en de onder water weging (Visser 2000). Om deze redenen worden antropometrische bepalingen anders dan lengte en gewicht in de klinische praktijk nog weinig toegepast. Dagelijks eetpatroon Dieetmaatregelen kunnen tijdens de hemodialyse anders zijn dan in de recente periode ervoor. Patiënten die lange tijd een predialyse dieet hebben gevolgd kunnen problemen ervaren met de extra hoeveelheid eiwit. Tengevolge van anorexie is het voor sommige patiënten moeilijk om voldoende energie en eiwit te gebruiken. Ook kan de natriumbeperking problemen opleveren. Een natriumbeperking is met name van belang wanneer de urineproductie afneemt en de patiënt een vochtbeperking krijgt. Als de patiënt te veel zout eet lukt een vochtbeperking niet. Voor anderen blijft de kaliumbeperking een moeilijke beperking met name wanneer groente en fruit in beperktere mate in het dieet ingepast kan worden dan men voorheen gewend was. Navragen van drink en eetgewoonten bij sociale gebeurtenissen, de regelmaat van het eten en het aantal eet en drinkmomenten per dag is van belang in verband met het voorkomen van ondervoeding en overvulling. Op niet dialysedagen wordt vaak anders gegeten dan op dialysedagen. Emotionele beleving van eten Bij de start van HD zijn veel patiënten zeer verdrietig en voelen zich erg moe en hebben vaak een beperkte eetlust. Zodra de dialyse start en de afvalproducten van de stofwisseling tot normaalwaarden voor dialysepatiënten worden teruggebracht zal de patiënt zich beter gaan voelen en kan de eetlust verbeteren. Soms hebben zij het gevoel dat zij niets meer mogen eten. Het is van belang dat de diëtist zich openstelt voor de beleving van de patiënt en laat blijken dat deze reactie vaker voorkomt bij patiënten. Daarbij is uiteindelijk het leren beheersen en sturen van het eetgedrag het einddoel. 14

15 Diversen Sport en beweging Naast gezonde voeding is lichaamsbeweging van groot belang voor een gezonde leefstijl. Elke dag 30 minuten bewegen is het advies van de Nederlandse Hartstichting. De diëtist kan navraag doen naar de voorkeuren van bewegen en sportbeoefening en naar de frequentie hiervan. Diëtistische diagnose De voedingstherapie bij de hemodialysepatiënt is een complex geheel en vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling. Adviezen worden individueel opgesteld en lijken soms strijdig met eerdere adviezen of adviezen ten aanzien van een gezonde voeding. Het is belangrijk om met de arts als hoofdbehandelaar, verpleging, maatschappelijk werk en fysiotherapie als andere medebehandelaars af te stemmen welke medische, sociale en/of voedingstechnische problemen zoals ondervoeding, metabole stoornissen de eerste prioriteit krijgen. In de diëtistische diagnose is het belangrijk om 3 aspecten te onderscheiden, namelijk de voedingstoestand, metabole stoornissen ten gevolge van de hemodialysebehandeling en de nierziekte en metabole stoornissen ten gevolge van een gestoorde vetstofwisseling. Wanneer er tevens sprake is van diabetes mellitus zal de interpretatie van de gegevens aangepast moeten worden aan de combinatie van diabetes mellitus met hemodialyse en kan niet zonder meer verwezen worden naar het protocol bij diabetes mellitus. Dieetbehandelplan Doelen De totale behandeling moet zich op de hierna volgende aandachtspunten richten. - Bevorderen kwaliteit van leven - Verlagen morbiditeit en mortaliteit - Streven naar aanvaardbare metabole waarden - Goede vochtbalans voor HD patiënten - Ondersteuning van de bloeddrukregulatie - Optimaliseren voedingstoestand - Ondersteunen van de behandeling ter voorkoming van verder botverlies, fracturen en verkalkingen in het lichaam - Verbeteren risicoprofiel ten aanzien van Hart- vaatziekten 15

16 De algemene doelen van de diëtistische behandeling - De patiënt aanvaart het dieet als een belangrijk onderdeel van zijn of haar behandeling en kan aangeven in eigen woorden waarom deze aanpassingen noodzakelijk zijn. - De patiënt kan de dieetprincipes in het dagelijks leven integreren Inhoud De hoofdelementen van dieetbehandeling zijn: - Informatie en instructie tijdens dieetbehandeling - De patiënt zelfstandig maken in het houden van het dieet - De patiënt inzicht geven in achtergrond van het dieet - Begeleiding tijdens hemodialysebehandeling Informatie en instructie Aansluitend op de informatie die de patiënt al heeft informeert de diëtist zowel mondeling als schriftelijk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het boek Eten met plezier, dieetinformatie en recepten voor nierpatiënten, welke door de nierstichting uitgegeven wordt. Er wordt naar gestreefd de patiënt de dieetprincipes dusdanig aan te leren dat hij/zij er zelfstandig mee om kan gaan. Bij onvoldoende inzicht en bij wijzigingen in aandachtsgebieden binnen het dieet is intensievere begeleiding nodig. De naam van het dieet Dieet bij hemodialyse Literatuur Abdullah MS, Wild G, Jacob V et al. Cytokines and the malnutrion of chronic renal failure. Miner Electrolyte Metab 1997;23(3-6): Basile C. The effect of convection on the nutritional status of haemodialysis patients. Nephrol Dial Transplant Aug;18 Suppl 7:vii46-9; discussion vii58-9. Bergstrom J. Regulation of appetite in chronic renal failure. Miner Electrolyte Metab 1999 Jul-Dec;25(4-6): Beto, J.A. Which diet for which renal failure: making sense of the options. J Am Diet Assoc Aug;95(8): Bilion S, Tribout B, Cadet E et al. Hyperomocysteinaemia, folate and vitamin B12 in unsupplemented haemodialysis patients: effect of oral therapy with folic acid and vitamin B12. Nephrol Dial Transplant Mar;17(3):

17 Block G, Uribarri J, Coladonato JA, Fan SL, Cunningham J, Nolan CR, Qunibi WY, Lindberg JS. How should hyperphosphatemia be managed in dialysis patients? Semin Dial Sep-Oct;15(5): Bonanome A, Biasia F, De Luca M, Munaretto G, Biffanti S, Pradella M, Pagnan A. n-3 fatty acids do not enhance LDL susceptiility to oxidation in hypertriacylglycerolemic hemodialyzed patients. Am J Clin Nutr 1996 Feb; 63(2);261-6 Bushinsky, D. (2001), Dysregulation of the calcium,phosphorus, parathyroid hormone, and vitamine D axis: What are the causes and risks'. In: Amercan Juornal of Kidney Diseases 37 nr6, pp Chertow GM, Burke SK, Dillon MA, Slatopolsky E for the RenaGel study group. Long term effects of sevalamer hydrochloric on the calcium x phosphate product and lipid profile of haemodialysis patients. Nephrol Dial Transplant (1999) 14: Cooper BA, Bartlett IH, Aslani A. Validity of subjective global assessment as a nutritional marker in end stage renal disease. Am J Kidney Dis 2002 Jul; 40(1): Farmacotherapeutisch kompas Uitgever: Bohn Stafleu en van Loghum Galland R Traeger J, Arkouche W, Cleaud C, Delawari E, Fouque D. Short daily hemodialysis rapidly improves nutritional status in hemodialysis. Kidney Int 2001 Oct;60(4): Gezondheidsraad: 2001: Voedingsnormen energie, eiwitten, vetten en verteerbare koolhydraten Gonzalez AI, Schreier L, Elbert A, Berg G, Beresan H, Lopez G, Wilkinski R. Lipoprotein alterations in hemodialysis: differences between diabetic and non diabetic patients. Metabolism 2003 Jan;52(1) Hergesel, O. and Ritz,E. (2002) 'Phosphate in uraemia: pharmacodynamics, pharmacoeconomics, pharmacoethics' 17, pp14-17 Janssen, M. Preventieve normalisatie van een verstoord systeem. Pharmaceutisch Weekblad jaargang 136 nr.36 pp Jernigan P, Andress DL. Vitamin D analogs in uremia: integrating medical and nutritional issues. J Ren Nutr Jan;11(1):3-8. Jern NA, VanBerber AD, Gorman MA. Eber CG, Liepa GU, Cochran CC. The effects of zinc suppletion on serum zinc concentration and protein catabolic rate in hemodialysis patients. J Renal Nutr 2000, Jul;10(3) Khajehdehi P. Lipid lowering effect of polyunsaturated fatty acids in hemodialysis patients. J Ren Nutr 2000 Oct ;10(4):

18 Kes P. Lipid abnormalities in chronic renal failure, nephrotic syndrome and dialysis. Acta Med Croatica (4-5): Kloppenburg WD, Stegeman CA, de Jong PE, Huisman RM, Relating protein intake to the nutritnal status in hemodialysis patients: How to normalize the protein equivalent of total nitrogen appearence (PNA)? Nephrol Dial Transplant 14: Kloppenburg WD, de Jong PE, Huisman RM. The contradiction of stable body mass despite low reported dietary energy intake in chronic haemodialysis patients. Nephrol Dial Transplant Sep;17(9): Kopple JD. Dietery protein and energy requirements in ESRD patients. Am J Kidney Dis 1998 Dec;32(6 Suppl 4):S Kopple JD. Pathophysiology of protein energy wasting in chronic renal failure Journal of Nutrtion 1999 Jan;129(1)Suppl.S:247S-251S Kuhlmann MK, Schmidt F, Kohler H. High protein/energy vs. standard protein/energy nutritional regimen in the treatment of malnourished hemodialysis patients. Miner Electrolyte Metab Jul-Dec;25(4-6): Leavey SF, c Cullough K, Hecking E et al. Body mass index and mortality in healthier as compared with sicker haemodialysis patients: results from the dialysis outcomes and practice patterns study. Nephrol Dial Transplant 2001 Dec;16(12): Locatelli F, Fouque D, Heimburger O, Drueke TB, Cannata-Andia JB, Horl WH, Ritz E. Nutritional status in dialysis patients: a European consensus. Nephrol Dial Transplant Apr;17(4): Lucchesi A, Ardini M, Donadio E etal. Nutritional status in renal transplant recpients, ealuated by means of body composition analysis. Transplant Proc 2001 Nov-Dec; 33 (7-8): Mailloux LU. The overlooked role of salt restriction in dialysis patients. Semin Dial May-Jun;13(3): Mahan LK, Escott-Stump S. In ' Krause's Food Nutrition and diet Therapy' 1999 Edition 10, pp 155 Uigever: W.B. Saunders Mallamaci F, Zoccali C, Tripep G et al. Hyperhomocysteinemia predicts cardiovascular outcomes in hemodialysis patients. Kidney Int 2002 Feb; 61(2): Norton PA. Affect of serum leptin on nutritional status in renal disease. J Am Diet Assoc Aug;102(8): Oe B, de Fijter CWH, Stevens P et al. Four site skinfold anthropometry (FSA) versus body impedance analysis (BIA) in assessing nutritional status of patients on maintenance 18

19 hemodialysis: which method is to be preferred in routine patient care? Clinical Nephrology Vol 49 no ( ) Oe B, de Fijter CWH, Geers ABM et al. The impact of equations on calculation of lean body mass by bioelectrical impedance in RDT patients. The Int J of Art Organs Vol 23 no 3;2000: Pastan, S.and Baily J. (1998), 'Dailysis Therapy'. In The New England Journal of Medicine vol 338 nr.20, pp Peck LW. Essential fatty acid deficiency in renal failure: can supplements really help? J Am Diet Assoc Oct;97(10 Suppl 2);S50-3 Piccoli A. Identification of operational clues to dry weight prescription in hemodialysis using bioimpedance vector analysis. Kidney International Vol 53 (1998) pp Port FK, Ashby VB, Rajnish K et al. Dialysis dosis and body mass inde are strongly associatedwith survival in dialysis patients. J Am Soc Nephrol : Raggi P et al Cardiac Calcification in adult hemodialysis patients. A link between ESRD and cardiovasculair disease? Jour of the Amer college of cardiology Vol 39, no 4 O Sullivan AJ, Lawson JA, Chan M et al. Body composition and energy metabolism in chronic renal insufficiency. Am J Kidney dis 2002 Feb;39(2): Stenvinkel P, Heimburger O, Paultre F et al. Strong association between malnutrition, inflammation, and atherosclerosis in chronic renal failure. Kidney Int 1999 May; 55(5) : Stenvinkel P, Alvestrand A. Inflammation in end-stage renal disease: sources, consequences, and therapy. Semin Dial Sep-Oct;15(5): Visser R, Dekker FW, Boeschoten FW et al. Reliability of the 7-point subjective global assessment scale in assesssing nutritional state of dialysispatients. Adv Perit Dial 1999; 15: Visser M, Methoden voor het vaststellen van delichaamssamenstelling In: Informatorium Voeding en dietetiek, december 2000, Voedingsleer VIII-1-29 Wolf G, Chen S, Han DC, Ziyadeh FN. Leptin and renal disease Am J Kidney Dis Jan;39(1):1-11 Wolfson, M. (1999),'Effectiveness of nutrition interventions in the management of malnourished patients treated with maintenance dialysis' 9, no 3, pp Yasuda G, Shibata K, Takizawa T, Ikeda Y, Tokita Y, Umemura S, Tochikubo O. Prevalence of constipation in continuous ambulatory peritoneal dialysis patients and comparison with hemodialysis patients. Am J Kidney Dis Jun;39(6):

20 20

CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade

CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade CNE vasculaire zorg, 18 maart 2014 Dieetadviezen bij chronische nierschade Sanne Huisman, diëtist Inhoud Dieetadviezen bij nierfunctiestoornissen: Verwijzen Doelstelling behandeling diëtist Dieetkenmerken

Nadere informatie

Dieet bij peritoneale dialyse

Dieet bij peritoneale dialyse Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij peritoneale dialyse Doelgroep: Volwassen patiënten. Deze richtlijn vervangt: Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaaldialyse - DNN 2004 Dieetbehandelingsrichtlijn

Nadere informatie

Interdialytic Weight Gain (IDWG)

Interdialytic Weight Gain (IDWG) Position Paper hemodialyse Interdialytic Weight Gain (IDWG) Inhoud 1. Inleiding 2. IDWG, vocht en natrium 3. IDWG en voedingstoestand 4. IDWG, UFR en mortaliteit 5. Overwegingen 6. Conclusie en aanbevelingen

Nadere informatie

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus Bij gebruik van GLP-1-analoog Aangezien u lijdt aan Diabetes mellitus, type 2 (oftewel ouderdomsdiabetes) én overgewicht hebt, heeft de arts u een behandeling met zogenaamd

Nadere informatie

Dieet bij chronische nierschade oktober Gine Hassink Diëtist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn

Dieet bij chronische nierschade oktober Gine Hassink Diëtist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Dieet bij chronische nierschade oktober 2016 Gine Hassink Diëtist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Inhoud Stellingen Waarom een dieet Eiwitten Zout Kalium Fosfaat Vocht Carambola Stellingen Ruimte voor vragen

Nadere informatie

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 70 kg Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 Voedingstoestand Daling van het gewicht (BMI) en ALSFRS-R gerelateerd, wijst

Nadere informatie

PD: Peritoneale Dialyse

PD: Peritoneale Dialyse PD: Peritoneale Dialyse Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Peritoneale Dialyse (PD). De arts zal u en

Nadere informatie

Consequenties voor de voeding

Consequenties voor de voeding Alleen Diabetes? Chronische Nierschade Diabetes Mellitustype 2 wat betekent dat voor de voeding? DieGo, diëtisten Gooi en Omstreken Mariëtte Hoogers, diëtist te Hilversum Bron: DieGo Caresharing Nevendiagnoses

Nadere informatie

Normaal- en streefwaarden, formules

Normaal- en streefwaarden, formules Achtergrond richtlijn chronische nierinsufficiëntie Normaal- en streefwaarden, formules Inhoud 1. Normaalwaarden bloedparameters 2. Normaalwaarden urineparameters 3. Indeling stadia nierschade 4. Streefwaarden

Nadere informatie

HHS Workshop Ondervoeding en chronische nierschade. Verminderen Chronische Nierschade. Leerdoelen

HHS Workshop Ondervoeding en chronische nierschade. Verminderen Chronische Nierschade. Leerdoelen 8-0-00 Workshop Ondervoeding en chronische nierschade Verminderen Chronische Nierschade Hans van Overbeeke, specialist ouderengeneeskunde Maria Lutke Schipholt Pouderoijen, dietiste Ton v.d. Maas, internist-nefroloog

Nadere informatie

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Diabetes mellitus. Victoza en voeding Diabetes mellitus Victoza en voeding In het kort Wat is diabetes? Diabetes mellitus wordt in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Bij Diabetes mellitus is er geen of onvoldoende insuline beschikbaar

Nadere informatie

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3)

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3) Samenvatting 144 SAMENVATTING 145 Samenvatting Een veel voorkomend probleem bij hemodialyse patiënten is ondervoeding hetgeen leidt tot verlies van spiermassa en verminderd lichamelijk functioneren. Ondervoeding

Nadere informatie

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken?

Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken? Hoe werken de nieren en wat als de nieren niet meer werken? Nierfunctie en nierfunctievervangende therapie J. Lips, nefroloog 27-4-2011 1 27-4-2011 2 Inhoud Anatomie normale nieren Functie nieren Wat als

Nadere informatie

Voeding en Dieet Stomazorg Symposium De Naakte Waarheid

Voeding en Dieet Stomazorg Symposium De Naakte Waarheid Voeding en Dieet Stomazorg Symposium De Naakte Waarheid Hoeveelheden per dag volwassenen 19-50 jaar 5 opscheplepels groente (250 gram) 2 porties fruit (200 gram) vrouw: 4-5 snee bruin- of volkoren brood

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie)

CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie) CVVH(DF): Continue Veno-Veneuze Hemo (DiaFiltratie) Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt een behandeling die zijn of haar nierfunctie gaat vervangen, genaamd Continue Veno-Veneuze

Nadere informatie

Gezonde voeding (voor ouderen)

Gezonde voeding (voor ouderen) Gezonde voeding (voor ouderen) We worden steeds ouder Europe 29% North America 25% Eastern Asia 21% LA & Caribbean 14% 1953 Schijf van vijf 2004 1981 voorjaar van 2016 1965 1991 Algemene voedingsadviezen

Nadere informatie

DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE. Dialyse patiënt met diabetes Mellitus. Insulinebehoefte rond start van HD. Vraag. Hemodialyse & hypoglykemie

DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE. Dialyse patiënt met diabetes Mellitus. Insulinebehoefte rond start van HD. Vraag. Hemodialyse & hypoglykemie Dialyse patiënt met diabetes Mellitus DIABETESREGULATIE RONDOM HEMODIALYSE Casus: Mevr. L, 65 jaar, DM2 Net gestart met HD 2 x daags 22 E insuline sc. Ingrid de Vries & Casper Franssen Toegang: getunnelde

Nadere informatie

Dieet bij hemodialyse

Dieet bij hemodialyse Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij hemodialyse Doelgroep: Volwassen patiënten. Deze richtlijn vervangt: Richtlijnen voor het dieet bij hemodialyse - DNN 2004 Dieetbehandelingsrichtlijn Terminale nierinsufficiëntie:

Nadere informatie

Reikwijdte volwassenen met chronisch nierfalen stadium G5D - hemodialyse

Reikwijdte volwassenen met chronisch nierfalen stadium G5D - hemodialyse Position paper Eiwit Hemodialyse Reikwijdte volwassenen met chronisch nierfalen stadium G5D - hemodialyse Inhoud 1. Inleiding 2. Aanbevolen hoeveelheid eiwit 3. PNA 4. Eiwitinname tijdens dialyse 5. Literatuur

Nadere informatie

Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse

Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse (Para)medische gegevens Ziektebeeld Diagnose Chronische nierinsufficiëntie is een proces waarbij de nierfunctie irreversibel gestoord is. Vaak is er sprake

Nadere informatie

Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse

Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse Richtlijnen voor het dieet bij peritoneaal dialyse (Para)medische gegevens Ziektebeeld Diagnose Chronische nierinsufficiëntie is een proces waarbij de nierfunctie irreversibel gestoord is. Vaak is er sprake

Nadere informatie

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Eiwit (chronische nierschade)

Eiwit (chronische nierschade) Position Paper Eiwit (chronische nierschade) Reikwijdte volwassenen met chronische nierschade met matig en sterk verhoogd risico (oranje en rood in de stadiëringstabel): stadia G1A3, G2A3, G3aA2, G3aA3,

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek PATIËNTEN INFORMATIE Ondervoeding in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek Ondervoeding bij ziekte Ondervoeding door ziekte is in ziekenhuizen een veel voorkomend probleem. Ongeveer 1 op de 4 patiënten is

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie en voeding

Nierinsufficiëntie en voeding Nierinsufficiëntie en voeding Kirsten Berk Voeding bij CVRM en diabetes - 2013 Inhoud: Gewichtsreductie Natriumbeperking Eiwitbeperking Kalium Praktisch: dieetinzicht Gewichtsreductie Overgewicht -> vergrote

Nadere informatie

Acute dialyse Nierfunctievervangende behandeling

Acute dialyse Nierfunctievervangende behandeling Acute dialyse Nierfunctievervangende behandeling Afdeling dialyse Inhoudsopgave Inleiding blz. 2 Algemene informatie over de nieren blz. 3 Verschijnselen bij nierziekten blz. 4 Nierfunctievervangende behandeling

Nadere informatie

Bijna alle levensmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten.

Bijna alle levensmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten. Elk kind wegen bij opname, groeicurve invullen Anamnese : allergie, nierinsufficiëntie, gluten intolerantie, Hoe is zijn eetlust? Is hij vegetariër? Heeft hij pijn? Koolhydraten zijn een belangrijke energieleverancier.

Nadere informatie

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies. Gezond gewicht Wat kunt u er zelf aan doen? Vraag ons gerust om advies altijd dichtbij www.alphega-apotheek.nl Gezond gewicht De meeste mensen willen graag een aantal kilo s afvallen. Maar is dat wel nodig?

Nadere informatie

Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren

Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren Pagina 1 / 5 Aanbevolen Dagelijks Hoeveelheden (ADH) voor zwangeren Energie Energie De basaal stofwisseling neemt tijdens de zwangerschap geleidelijk toe. Aan het eind van de zwangerschap is de basaal

Nadere informatie

Voedingstoestand meten met SGA. Hans Brandts

Voedingstoestand meten met SGA. Hans Brandts Voedingstoestand meten met SGA Hans Brandts Ondervoeding bij Dialyse Patienten Prevelentie bij Subjective Global Assessment (SGA) Studies N % Ondervoed Young, 1991 Kawaguchi,1996 Cianciaruso,1995 Enia,

Nadere informatie

Chronische nierinsufficiëntie

Chronische nierinsufficiëntie Chronische nierinsufficiëntie 15 april 2013 Sadie van Esch, internist-nefroloog St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg Consequenties late verwijzing nefroloog Verschil in overleving tussen vroeg en laat naar

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Dieet bij chronisch nierfalen

Dieet bij chronisch nierfalen Dieetbehandelingsrichtlijn Dieet bij chronisch nierfalen Doelgroep: Volwassen patiënten zonder nierfunctievervangende therapie Deze richtlijn vervangt: Dieetbehandelingsrichtlijn Chronische nierinsufficiëntie

Nadere informatie

GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN

GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN GEZONDE NIEREN VOOR IEDEREEN Publiekslezing door Prof.dr. Ron T. Gansevoort Hoogleraar Interne Geneeskunde, UMC Groningen in het bijzonder preventie van chronische nierschade. Martinikerk Groningen, 14

Nadere informatie

Eiwit Chronische nierschade

Eiwit Chronische nierschade Position paper Eiwit Chronische nierschade Reikwijdte volwassenen met chronische nierschade met matig en sterk verhoogd risico (oranje en rood in de stadiëringstabel): stadia G1A3, G2A3, G3aA2, G3aA3,

Nadere informatie

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet

Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet Ziek zijn en voeding Informatie voor de ondervoede patiënt met een natrium- en/of vochtbeperkt dieet Deze folder is bedoeld voor patiënten met een natrium en/of vochtbeperkt dieet waarbij ondervoeding

Nadere informatie

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Er gaat niets boven Groningen! Inhoud Behandeling van NAFLD 1. Rol van

Nadere informatie

Minder kalium in uw voeding Bij nierschade

Minder kalium in uw voeding Bij nierschade Minder kalium in uw voeding Bij nierschade Albert Schweitzer ziekenhuis Mei 2013 Pavo 1071 Inleiding U heeft van uw specialist het advies gekregen om minder kalium in uw voeding te gaan gebruiken, omdat

Nadere informatie

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand

Inhoud Presentatie. Femke Mensen, diëtist. Definitie voedingstoestand Inhoud Presentatie ingebouwd in Epic Femke Mensen Diëtist nefrologie Wie ben ik? Voedingstoestand Aanleiding Wat is de? in Elektronisch dossier Epic inbouwen, hoe ziet dat eruit? Disclosure belangen spreker

Nadere informatie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie

www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie www.azstlucas.be > Wegwijs in uw bloeduitslagen Centrum voor behandeling van Chronische Nierinsufficiëntie Inhoud Inleiding a. Rode bloedcellen b. Witte bloedcellen c. Bloedplaatjes d. Hematocriet e. Hemoglobine

Nadere informatie

Energie Chronische nierschade

Energie Chronische nierschade Position paper Energie Chronische nierschade Reikwijdte volwassenen met chronische nierschade met matig en sterk verhoogd risico (oranje en rood in de stadiëringstabel; stadia G1A3, G2A3, G3aA2, G3aA3,

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende

Nadere informatie

Afdeling Diëtetiek. Voedingsadvies bij jicht

Afdeling Diëtetiek. Voedingsadvies bij jicht Afdeling Diëtetiek Algemeen U heeft jicht. In deze folder vindt u een aantal algemene adviezen die eventuele klachten kunnen voorkomen of verminderen. Wat is jicht? Jicht is een aandoening die behoort

Nadere informatie

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen Er gaat niets boven Groningen! Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Inhoud 1. Rol van dieet en samenstelling

Nadere informatie

24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren

24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren 24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren Annette Schormans, diëtist Lezing 26 januari 2015 KBO Boxtel Gezondheidsproblemen leefregels voor senioren goede keuze in voeding maken blijven bewegen hersenen

Nadere informatie

Informatie voor dialyse-patiënten die Sevelamerhydrochloride

Informatie voor dialyse-patiënten die Sevelamerhydrochloride De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RENAGEL. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Ondervoeding: een miskend probleem

Ondervoeding: een miskend probleem Heeft u opmerkingen of suggesties i.v.m. deze brochure? Geef ons gerust een seintje! Ondervoeding: een miskend probleem Dienst Kwaliteit E-mail: info@jessazh.be Tel: 011 28 91 11 Jessa Ziekenhuis vzw Maatschappelijke

Nadere informatie

Informatie. Vochtbeperking en streefgewicht bij hemodialysepatiënten WWW.ELKERLIEK.NL

Informatie. Vochtbeperking en streefgewicht bij hemodialysepatiënten WWW.ELKERLIEK.NL Informatie Vochtbeperking en streefgewicht bij hemodialysepatiënten WWW.ELKERLIEK.NL Inleiding Via deze folder krijgt u informatie over het gebruik van vocht en het behouden van een streefgewicht bij hemodialyse.

Nadere informatie

Ondervoeding. 1.1 Begrippen

Ondervoeding. 1.1 Begrippen 1 Ondervoeding Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen volgt eerst een uiteenzetting van de diverse

Nadere informatie

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Nutritional assessment and body composition Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Inhoud Nutritional Assessment: wat, waarom, hoe? Methoden body composition Aanbevelingen voor de praktijk Ziektegerelateerde

Nadere informatie

Cholesterol Cholesterol

Cholesterol Cholesterol Cholesterol Een verhoogd cholesterolgehalte (ook hypercholesterolemie of hyperlipidemie genoemd) in het bloed vergroot de kans op harten vaatziekten. Hart- en vaatziekten zijn een veel voorkomende complicatie

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker Wondzorg Symposium 14 oktober 2014 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of

Nadere informatie

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw?

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw? Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS

KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS Cholesterol is een vetachtige stof die van nature in het lichaam voorkomt, en wordt aangemaakt door de lever (endogene cholesterol). Cholesterol

Nadere informatie

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN

NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN NIERZIEKTEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN WEGWIJS IN UW BLOEDUITSLAGEN 03 Rode bloedcellen 03 Witte bloedcellen 04 Bloedplaatjes 04 Hematocriet 04 Hemoglobine 04 Ureum 05 Creatinine 05 Urinezuur 05 Natrium

Nadere informatie

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade

Nierschade Acute nierschade Klachten acute nierschade Nierschade Vaak is er sprake van chronische Doordat er in het begin weinig tot geen klachten zijn, kan het lange tijd onopgemerkt blijven. Nierschade kan ook plotseling ontstaan: acute Als acute nierschade

Nadere informatie

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen Ellen Govers Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen 1. patiënten kunnen goed afvallen op de Richtlijnen Goede Voeding 2. overgewicht behandelen

Nadere informatie

Brandwonden en voedingstherapie

Brandwonden en voedingstherapie Brandwonden en voedingstherapie Auteur: A. Meijer Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1989 Pagina: 31-33 Jaargang: 5 Nummer: 1 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: Kernwoorden: voeding brandwonden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

VOCHT- EN ZOUTBEPERKING GOEDE EIWITINNAME EN FOSFORBEPERKING AVVZ-DIEET (ARM AAN VERZADIGDE VETTEN) DIABETES-DIEET

VOCHT- EN ZOUTBEPERKING GOEDE EIWITINNAME EN FOSFORBEPERKING AVVZ-DIEET (ARM AAN VERZADIGDE VETTEN) DIABETES-DIEET HET DIEET INHOUD INLEIDING 3 VOCHT- EN ZOUTBEPERKING 4 5 GOEDE EIWITINNAME EN FOSFORBEPERKING 6 AVVZ-DIEET (ARM AAN VERZADIGDE VETTEN) 7 DIABETES-DIEET 7 2 INLEIDING Alles wat u eet en drinkt geeft afvalstoffen.

Nadere informatie

TPE: Therapeutic Plasma Exchange

TPE: Therapeutic Plasma Exchange TPE: Therapeutic Plasma Exchange Uw kind is opgenomen op de Intensive Care (IC) kinderen en krijgt Therapeutic Plasma Exchange (TPE), oftewel plasmawissel of plasmafiltratie. De arts zal u en eventueel

Nadere informatie

Kaliumverrijkt voedingsadvies

Kaliumverrijkt voedingsadvies Kaliumverrijkt voedingsadvies Wat doet kalium in het lichaam? Kalium heeft een belangrijke rol bij de bloeddruk en het doorgeven van prikkels naar het zenuwstelsel. Het zorgt tevens voor het samentrekken

Nadere informatie

Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding

Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding Refereeravond Multidisciplinaire route naar detubatie Beademen: kan het nog beter? De rol van voeding 17 juni 2014, Geertje Raemakers-van Driel, diëtist Inleiding doel voeden op IC eiwitstofwisseling,

Nadere informatie

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse

Nadere informatie

Voorlichting. diabetespatiënten. Waarom. in de Prédialyse. 19 november voor. Als ik dat geweten had!

Voorlichting. diabetespatiënten. Waarom. in de Prédialyse. 19 november voor. Als ik dat geweten had! Voorlichting voor diabetespatiënten in de Prédialyse Waarom Goede voorlichting ten aanzien van diabetes in de prédialysefase is belangrijk om: Aan de patiënt de mogelijkheid te bieden een verantwoorde

Nadere informatie

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Afdeling interne geneeskunde Deze informatie is een aanvulling op de folder Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus, die u heeft

Nadere informatie

Dieetadviezen bij wondgenezing

Dieetadviezen bij wondgenezing Dieetadviezen bij wondgenezing Diëtetiek Bereikbaarheid afdeling Diëtetiek Amphia Ziekenhuis: Locatie Langendijk, Molengracht, Pasteurlaan: (076) 595 30 75 Algemeen telefoonnummer Amphia Ziekenhuis: (076)

Nadere informatie

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen

Checklists. Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Uitneembaar katern, handig om mee te nemen Hoofdstuk 2 Zorgverleners bij diabetes type 2 21 Checklists Dit uitneembare katern bevat checklists over controles die bij goede zorg horen; tips voor communicatie

Nadere informatie

Voedingenwondzorg. Hanneke van Beek Diëtist

Voedingenwondzorg. Hanneke van Beek Diëtist Voedingenwondzorg Hanneke van Beek Diëtist 30-1-2018 Disclosure Hanneke van Beek, diëtist Groene Hart Dieetadvies, gelieerd aan het Groene Hart Ziekenhuis Inhoud -Wonden - Doel behandeling - Voedingstoestand

Nadere informatie

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Esther Pekel diëtist Diabetescentrum 2015 1 Voedingsrichtlijn 2015 1e wetenschappelijke onderbouwde voedingsrichtlijn DM geschreven i.o.v. de NDF in 2006. 2e herziene richtlijn

Nadere informatie

Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade

Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Advies bestemd voor:.. Datum:.. Heeft u vragen over deze folder of het dieetvoorschrift,

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

Protocol module Voeding Generiek

Protocol module Voeding Generiek Protocol module Voeding Generiek ZIO Versie 1.0, 180418 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Behandeling... 2 3. Algemene voedingsadviezen door praktijkondersteuner en huisarts... 2 Richtlijnen Gezonde voeding...

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Uitgebreide antropometrie in de praktijk: meten is, goed kunnen adviseren in, weten wat te eten! Cora Jonkers Academisch Medisch Centrum Nutritional assessment

Nadere informatie

Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade

Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade Fosfaat Informatie voor patiënten met nierschade Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0999 Inleiding De termen fosfaat en fosfor worden vaak door elkaar gebruikt. We spreken van fosfor als het in

Nadere informatie

Kaliumverrijkt voedingsadvies

Kaliumverrijkt voedingsadvies Kaliumverrijkt voedingsadvies Wat doet kalium in het lichaam Kalium heeft een belangrijke rol bij de bloeddruk en het doorgeven van prikkels naar het zenuwstelsel. Het zorgt tevens voor het samentrekken

Nadere informatie

Goed eten tijdens of direct na de dialysebehandeling.

Goed eten tijdens of direct na de dialysebehandeling. Goed eten tijdens of direct na de dialysebehandeling. Goed eten tijdens of direct na de dialysebehandeling. Voldoende en gezond eten is belangrijk. Ook als u dialyseert. Wanneer u voldoende eet, voelt

Nadere informatie

Nefrotisch syndroom Symptomen

Nefrotisch syndroom Symptomen Nefrotisch syndroom Het Nefrotisch Syndroom (NS) is een zeldzame aandoening van de nieren. Het is geen ziekte op zich, maar een combinatie van ziekteverschijnselen (symptomen) die samen optreden. Verschillende

Nadere informatie

AARDAPPELS. voedzaam & veelzijdig

AARDAPPELS. voedzaam & veelzijdig KENNIS PLATFORM AARDAPPELS AARDAPPELS voedzaam & veelzijdig Deze brochure is voor diëtisten en andere gezondheidsprofessionals en bevat praktische informatie over de voedingswaarde van aardappels en de

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Wat zijn de nieuwe voedingsaanbevelingen vanuit de wetenschap? Prof. Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Voedingsonderzoek is moeilijk! Hoe komen Richtlijnen tot

Nadere informatie

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Gezond gewicht Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Overgewicht 3 Oorzaken 4 Gezond gewicht 4 Tailleomvang 5 Voorkomen van overgewicht 6 Wat kun je

Nadere informatie

Nutritional Assessment bij nierfunctievervangende behandeling

Nutritional Assessment bij nierfunctievervangende behandeling Position Paper dialyse (HD en PD) Nutritional Assessment bij nierfunctievervangende behandeling Inhoud 1. Inleiding 2. Onderbouwing klinische blik 3. Lichaamssamenstelling 4. Functionaliteit 5. Balans

Nadere informatie

Eiwit en zoutbeperkt = gewoon gezond. Nederlandse Nierdag 25 mei 2019 Marjolein Bense, diëtist

Eiwit en zoutbeperkt = gewoon gezond. Nederlandse Nierdag 25 mei 2019 Marjolein Bense, diëtist Eiwit en zoutbeperkt = gewoon gezond 1 Even voorstellen Marjolein Bense 2003-2007 Voeding en Dietetiek Sinds 2009 diëtist Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede Voedingsziekenhuis Alliantie met Wageningen Universiteit,

Nadere informatie

Frequente Thuishemodialyse

Frequente Thuishemodialyse Frequente Thuishemodialyse met de NxStage System One INFORMATIE VOOR NIERPATIËNTEN www.dirinco.com Inhoudsopgave Wat doen de nieren? 3. Wat is dialyse? 3. Wat is hemodialyse? 3. De shunt 4. De katheter

Nadere informatie

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten

Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten Refeedingsyndroom in de Oncologie Marleen Ariëns en Esther Heijkoop Diëtisten 2015 Agenda Historie Ondervoeding en oncologie Refeeding Casus tijdens de presentatie 1ste lijn Refeeding? Historie Belegeringen

Nadere informatie

Risicovolle levende nierdonor: to do or not to do?

Risicovolle levende nierdonor: to do or not to do? Risicovolle levende nierdonor: to do or not to do? Kathleen De Greef, MD, PhD Hepatobiliaire, endocriene en transplantatieheelkunde Universitair Ziekenhuis Antwerpen Risicodonor 1: to do or not to do?

Nadere informatie

Indicatie Te hoog fosfaat ten gevolge van niet goed werkende nieren.

Indicatie Te hoog fosfaat ten gevolge van niet goed werkende nieren. Fosfaatbinders De hoeveelheid calcium (kalk) en fosfaat in het bloed wordt geregeld door een aantal organen en weefsels: de darm, de botten, de bijschildklieren, de lever, de nieren en de huid. Calcium

Nadere informatie

Glomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS

Glomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS Glomerulaire hyperfiltratie Maren Schütz - ANIOS Glomerulaire hyperfiltratie (GH) Geen eenduidige definitie (150-160ml/min/1,73m 2 ) 3 Verandering in tubuloglomerulaire feedback en activatie van vasoactieve

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Obesitas

Praktische opdracht ANW Obesitas Praktische opdracht ANW Obesitas Praktische-opdracht door een scholier 1250 woorden 4 juni 2007 5,9 20 keer beoordeeld Vak ANW Wat is obesitas? Zwaarlijvigheid is één van de grootste gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Chronische nierinsufficiëntie Wat doet de nefroloog?

Chronische nierinsufficiëntie Wat doet de nefroloog? Chronische nierinsufficiëntie Wat doet de nefroloog? 23 april 2015 Sadie van Esch, internist-nefroloog St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg Fusie TSZ en EZ TSZ: vasculair geneeskundigen EZ: nefrologen Toekomst:

Nadere informatie

10 Samenvatting

10 Samenvatting 10 Samenvatting Chapter 10 Chronische nierinsufficiëntie komt bij ongeveer 10% van de bevolking voor en is daarmee een groot probleem voor de volksgezondheid. De belangrijkste functies van de nieren

Nadere informatie

PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING

PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING PATIËNTENINFORMATIE COPD EN VOEDING 2 COPD EN VOEDING Algemeen Door middel van deze informatiefolder wil het Maasstad Ziekenhuis u informatie geven over de rol van voeding bij COPD. Indien u specifieke

Nadere informatie

Diëtetiek. Patiënteninformatie. Kaliumbeperkt dieet. Slingeland Ziekenhuis

Diëtetiek. Patiënteninformatie. Kaliumbeperkt dieet. Slingeland Ziekenhuis Diëtetiek Kaliumbeperkt dieet i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen U heeft een te hoog kaliumgehalte in het bloed. Uw arts heeft u daarom geadviseerd om een kaliumbeperkt dieet te volgen.

Nadere informatie

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie Jan Steijns physical activity, athletic performance, and recovery from exercise are enhanced by optimal nutrition @

Nadere informatie

Afdeling diëtetiek Richtlijnen kaliumbeperkt dieet

Afdeling diëtetiek Richtlijnen kaliumbeperkt dieet Afdeling diëtetiek Richtlijnen kaliumbeperkt dieet Telefoonnummer: 0344 674285 Kalium Kalium is een mineraal dat in vrijwel alle voedingsmiddelen voorkomt. Kalium is nodig voor de geleiding van zenuwprikkels.

Nadere informatie

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová

Fosfaat. 4/10/2014 Aegida Neradová Fosfaat 4/10/2014 Aegida Neradová Indeling fosfaat fosfaat en het menselijk lichaam nierfunctie(s) chronische nierschade dieet fosfaatbinders Fosfaat Fosfaat EU-verbod op fosfaten in wasmiddelen 14 dec

Nadere informatie