De Thébault-punten van een driehoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Thébault-punten van een driehoek"

Transcriptie

1 De Thébault-punten van een driehoek DICK KLINGENS ( Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel maart 008 In [1] stelde Victor Thébault ( , Frankrijk) het volgende probleem: Stelling 1. In een (niet-rechthoekige) driehoek ABC met hoogtelijnen AD, BE, CF (hoogtepunt H) snijden de Euler-lijnen p, q, r van de driehoeken AFE, BDF, CED elkaar in een punt T dat op de negenpuntscirkel (N) van driehoek ABC ligt. Bewijs. We gaan uit van een scherphoekige driehoek ABC (voor een stomphoekige driehoek verloopt het bewijs analoog). De Euler-lijnen van de drie hoek-driehoeken gaan (per definitie) door de hoogtepunten P, Q, R van die driehoeken. De punten K, L, M zijn de middens van de bovenste hoogtelijnstukken AH, BH, CH van de hoogtelijnen van driehoek ABC. Zoals bekend (zie Appendix) liggen K, L, M en D, E, F op de negenpuntscirkel (N) van driehoek ABC. Nu is vierhoek AFHE een in E en F rechthoekige vierhoek. AFHE is dan een koordenvierhoek, waarvan AH een diagonaal is. Het midden K van AH is het middelpunt van de omcirkel (het omcentrum) van AFHE. Het punt K is daarom het omcentrum van driehoek AFE. Daarom gaat de Euler-lijn p van die driehoek (ook per definitie) door het punt K. Analoog zijn de lijnen LQ q en MR r de Euler-lijnen van opvolgend de driehoeken BDF en CED. De Thébault-punten van een driehoek [ 1 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

2 De hoek-driehoeken AEF, DBF, DEC zijn elk indirect gelijkvormig (hh) met driehoek ABC (en dus onderling direct gelijkvormig) []. Daarom kunnen de driehoeken AEF, DBF, DEC op elkaar worden afgebeeld via een draaistrekking [3]. Bij zo n draaistrekking worden overeenkomstige punten en lijnen van die driehoeken op elkaar afgebeeld [4]. Zij D = D F de draaistrekking die driehoek AEF afbeeldt op driehoek DBF, waarbij F het centrum is van de draaistrekking. De rotatiehoek (in positieve draairichting gemeten) is gelijk aan: ϕ = C Dan is: D(P) = Q, D(K) = L en dan ook: D(p) = q De hoek tussen de lijnen p en q is dan gelijk aan C: LTK = C Driehoek KLM is (direct) gelijkvormig (hh) met driehoek ABC, zodat M = C. Omdat (N) ook omcirkel is van driehoek KLM, geldt: M = 1 bg(kfl) Maar dan is ook: LTK = 1 bg(kfl) Volgens de omgekeerde stelling van de omtrekshoek bij een cirkel ligt het snijpunt T van de lijnen p en q dan op (N). Een zelfde redenering kan worden toegepast op het snijpunt van q en r en op het snijpunt van p en r. Het gemeenschappelijk snijpunt T van de lijnen p, q, r ligt dus op (N ). Opmerkingen 1. Het punt T wordt in dit verband wel het Thébault-punt van driehoek ABC genoemd. In een ander verband wordt het punt aangeduid als het Jerabek-middelpunt (naar Vaclav Jerabek, , Tsjechië). Het punt is dan het middelpunt van de orthogonale hyperbool (de zogenoemde Jerabek-hyperbool) die gaat door de hoekpunten van driehoek ABC, door het hoogtepunt H (noodzakelijk voor de orthogonaliteit van de hyperbool) en door het omcentrum O. Zie verder [6, 7]. Het punt staat ook bekend als X 15 in de zogenoemde Kimberling-classificatie (het Kimberlingnummer van het punt T is 15) [7].. In [4; pag. 35] wordt aangetoond dat als drie overeenkomstige lijnen (hier de lijnen p, q, r) elkaar snijden bij drie draaistrekkingen die na elkaar uitgevoerd de identieke afbeelding zijn, hun gemeenschappelijk snijpunt (in dit geval het punt T) op de zogenoemde DS-cirkel van het systeem van de drie draaistrekkingen ligt (de DS-cirkel is per definitie de omcirkel van de driehoek - de DS-driehoek - waarvan de hoekpunten de centra van de drie beschouwde draaistrekkingen zijn). Hier is DEF de DS-driehoek en is de negenpuntscirkel de DS-cirkel; we hebben immers: DF DD DE AEF DBF DEC AEF 3. In Stelling 1 wordt gesproken van een niet-rechthoekige driehoek ABC. Is de driehoek wel rechthoekig, dan is Stelling 1 (bijna) triviaal, omdat een aantal punten dan samenvallen (zie onderstaande figuur). De Thébault-punten van een driehoek [ ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

3 Het punt T heeft, naast de hierboven genoemde eigenschappen, nog een andere bijzonderheid; zie daarvoor Stelling. Stelling. Voor het Thébault-punt T van een driehoek ABC geldt voor de lijnstukken TD, TE, TF dat het grootste ervan gelijk is aan de som van de beide andere. Opmerking. Driehoek DEF is de zogenoemde voetpuntsdriehoek van driehoek ABC; dwz. de driehoek met de voetpunten van de hoogtelijnen op de zijden van driehoek ABC als hoekpunten. Stelling doet daarmee een uitspraak over de afstanden van T tot de hoekpunten van de voetpuntsdriehoek van driehoek ABC. Bewijs. We moeten (in het in bovenstaande figuur getekende geval) aantonen dat: TD = TE + TF L is het omcentrum van de koordenvierhoek BDHF. Daarom is LD = LF. Het punt L is daarmee het midden van boog DF. Dus: FTL = LTD = y M is het omcentrum van koordenvierhoek CEHD. Daarom is MD = ME. Het punt M is daarmee het midden van boog DE. Dus: DTM = MTE = z Is dan in driehoek DTF het punt L' het snijpunt van q met de zijde DF en in driehoek DET het punt M' het snijpunt van r met de zijde DE, dan geldt in die driehoeken (volgens de bissectricestelling): FT : DT = FL' : DL' en ET : DT = EM' : DM' De Thébault-punten van een driehoek [ 3 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

4 Zodat: definitie TE + TF FT ET FL EM S = = + = + (1) TD DT DT DL DM Omdat de hoek-driehoeken DBF en DEC gelijkvormig zijn met driehoek ABC, kunnen we de lijnen q en r ook via twee (verschillende) draaistrekkingen afbeelden op de Euler-lijn e van driehoek ABC. Snijdt de lijn e de zijde AC in O' en de zijde AB in O", dan volgt uit het gebruik van die draaistrekkingen: FL' : DL' = CO' : AO' en EM' : DM' = BO" : AO" zodat: TE + TF CO BO S = = + TD AO AO () Zoals bekend (zie Appendix) gaat de lijn e door het zwaartepunt Z van driehoek ABC. Zijn verder A', B', C' en X' de projecties van de punten A, B, C en X (het midden van de zijde BC) op de lijn e, dan is: CO' : AO' = CC' : AA' en BO" : AO" = BB' : AA' CC BB CC + BB waarmee: S = + = (3) AA AA AA Verder is in het rechthoekige trapezium BCC'B': XX' = CC' + BB' XX En met (3): S = AA' Maar ook is XX' : AA' = XZ : AZ = 1 :, waarmee S = 1. TE + TF Zodat, zie (1): S = = 1 TD Met andere woorden: TE + TF = TD Gevolg (van stelling). In bovenstaande figuur, zie daarvoor ook (), is aangetoond dat: CO BO + = 1 (4) AO AO waarbij O' en O" de snijpunten zijn van een lijn door Z (in dit geval de Euler-lijn e) met de zijden AC en AB. Evenwel, gezien het feit dat het bewijs onafhankelijk is van de punten H en O, geldt eigenschap (4) voor elke lijn door het zwaartepunt Z van een driehoek. We zullen in hetgeen volgt laten zien dat er meerdere punten met de Thébault-eigenschap op de negenpuntscirkel van een driehoek liggen. Daaraan voorafgaand bekijken we, in Lemma 1, een eigenschap die te maken heeft met een speciale lijn door het punt I, het middelpunt van de incirkel van een driehoek (het incentrum van de driehoek). Lemma 1. Zijn A', B', C' de middens van de bogen BC, CA en AB van de omcirkel van een driehoek ABC, en ligt het punt P op boog AB, dan liggen de snijpunten Q en R van opvolgend PB' met AC en van PA' met BC op een lijn l die door I gaat. De Thébault-punten van een driehoek [ 4 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

5 Bewijs Gevolg We hebben daarmee bewezen: We bewijzen deze hulpstelling via de Stelling van Pascal: «de snijpunten van de overstaande zijden van een zeshoek, beschreven in een kegelsnede (cirkel), liggen op dezelfde rechte lijn «. We beschouwen nu de koordenzeshoek AA'PB'BC, waarin de lijnen AA', BB' bissectrices van driehoek ABC zijn (die elkaar snijden in I ). Nu zijn [8] : R = A'P & BC, I = B'B & AA', Q = CA & PB' snijpunten van overstaande zijden van de bedoelde zeshoek. Waaruit het gestelde (Q, R, I liggen op de lijn l ) volgt. Nu zijn PQ ( PB' ) en PR ( PA' ) bissectrices in de driehoeken PCA en PBC. Op grond van Lemma 1 gaat de lijn QR dan door I. Volgens de bissectricestelling in die driehoeken is dan: PA : PC = AQ : CQ, PB : PC = BR : CR PA + PB AQ BR zodat: = + PC CQ CR Gaat de lijn l nu ook door het zwaartepunt Z van driehoek ABC, dan is, overeenkomstig het gevolg van Stelling : PA + PB = PC Stelling 3. Het incentrum I van driehoek ABC bepaalt één punt P op de omcirkel van die driehoek waarvoor geldt dat PA + PB = PC. Opmerking. De in Stelling 3 genoemde eigenschap geldt ook voor de uitcentra U c, U b, U a van driehoek ABC; de uitcentra zijn de middelpunten van de aangeschreven cirkels (uitcirkels) van driehoek ABC. In dit geval berust de eigenschap op de buitenbissectrices van driehoek ABC. In onderstaande figuur zijn de door die uitcentra bepaalde punten P aangegeven met P c, P b, P a. Zodat: De Thébault-punten van een driehoek [ 5 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

6 Stelling 4. Op de omcirkel van een niet-gelijkbenige driehoek liggen (in ieder geval) vier punten waarvoor geldt dat de afstand van zo n punt tot een hoekpunt van die driehoek gelijk is aan de som van de afstanden tot de beide andere hoekpunten. Opmerkingen 1. Dat in Stelling 4 niet-gelijkbenige driehoek staat, kan eenvoudig worden verklaard door te kijken naar een gelijkbenige of naar een gelijkzijdige driehoek. In een gelijkbenige driehoek zijn er drie punten met de genoemde eigenschap (zie de figuur hieronder, links). De lijn ZI valt in dit geval samen met de lijn ZU c. In een gelijkzijdige driehoek geldt de genoemde eigenschap voor elk punt P van de omcirkel (zie de figuur hierboven, rechts). Immers, in zo n driehoek vallen de punten Z en I samen, waardoor de lijn l ZI willekeurig gekozen kan worden. De eigenschap voor een gelijkzijdige driehoek was reeds bekend aan Frans van Schooten jr. (ca , Nederland). Hij bewees de eigenschap in zijn beschouwingen over kegelsneden ( De organica conicarum sectionum in plano descriptione, Tractatus ; 1646). De eigenschap voor de gelijkzijdige driehoek wordt daarom wel Stelling van Van Schooten genoemd. Maar op sommige plaatsen in de wiskundige literatuur wordt ook wel Stelling van Pompeiu gebruikt (naar Dimitrie Pompeiu, , Roemenië). Zie ook [9].. Dat de in Stelling 4 bedoelde vier punten ook de enige punten op de omcirkel zijn, zullen we hierna bewijzen (zie Stelling 6). We kijken nu eerst naar driehoeken XYZ die driehoek ABC als voetpuntsdriehoek hebben. De hoogtelijnen van een driehoek zijn tevens de bissectrices van de hoeken van de voetpuntsdriehoek van die driehoek [10]. De punten X, Y, Z moeten daarom (1) liggen op de bissectrices van driehoek ABC, en wel zo, dat () A, B, C op de (eventueel verlengde) zijden van driehoek XYZ liggen en met (3) XA YZ, YB ZX, ZC XY. De enige punten die aan voorwaarden (1), () én (3) voldoen, zijn de punten I, U a, U b, U c. Daarbij zijn de punten U a, U b, U c dus de uitcentra zijn van de uitcirkels van driehoek ABC. De Thébault-punten van een driehoek [ 6 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

7 We hebben hiermee aangetoond: Stelling 5. Er zijn vier driehoeken waarvan ABC de voetpuntsdriehoek is, en wel: D 0 U a U b U c, D 1 IU b U c, D U a IU c, D 3 U a U b I We bewijzen nu: Stelling 6. De Thébault-punten T k (k = 0, 1,, 3) van de driehoeken D k (zie Stelling 5) zijn de vier in Stelling 4 genoemde punten. Bewijs. Uit Stelling 5 volgt dat de omcirkel (O) van driehoek ABC de negenpuntscirkel is van elk van de driehoeken D k (k = 0, 1,, 3). Van elke driehoek D k ligt het Thébault-punt T k op cirkel (N ), waarbij (zie Stelling ) de afstand van T k tot een voetpunt (A, B of C) gelijk is aan de som van de afstanden tot de beide andere voetpunten. We hebben hierbij dus te maken met dezelfde vier punten als in Stelling 4. We kunnen daarom Stelling 4 en Stelling 6 samenvatten als: Stelling 7. Op de omcirkel van een niet-gelijkbenige driehoek liggen precies vier punten waarvoor geldt dat de grootste afstand van zo n punt tot een hoekpunt van die driehoek gelijk is aan de som van de afstanden tot de beide andere hoekpunten. Deze vier punten zijn de Thébault-punten van de driehoeken U a U b U c, IU b U c, U a IU c, U a U b I. In hetgeen volgt kijken we op een iets andere manier naar de Thébault-punten (en, als gevolg daarvan, naar Stelling 7). We bewijzen allereerst: Lemma. Zijn A', B', C' de middens van de zijden BC, CA, AB van driehoek ABC en zijn T, U, V de raakpunten van de incirkel (I ) met die zijden, dan is het grootste van de lijnstukken TA', UB', VC' gelijk aan de som van de beide andere lijnstukken. De Thébault-punten van een driehoek [ 7 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

8 In nevenstaande figuur is a < c < b. We zullen bewijzen dat in het hier getekende geval met A'T = x, B'U = y, C'V = z geldt: z = x + y Bewijs. De raaklijnstukken uit A, B, C aan de incirkel geven we opvolgend aan met v, t, u. Nu is: t + u+ v = 1 ( a+ b+ c) Verder geldt hier: 1 t = BA TA = a x 1 1 u = CB UB = b y t + u+ v = ( a+ b+ c) + z ( x+ y) 1 v = AC + CV = c+ z Waaruit inderdaad volgt dat: z = x + y Zoals bekend (zie Appendix) raken de incirkel (I ) en de negenpuntscirkel (N) van een driehoek elkaar, en wel in het zogenoemde Feuerbach-punt van die driehoek (zie [11]). Stelling 8. Zijn A', B', C' de middens van de zijden BC, CA, AB van driehoek ABC en is F het Feuerbach-punt van die driehoek dan is het grootste van de lijnstukken FA', FB', FC' gelijk aan de som van de beide andere lijnstukken. Bewijs. Zie bovenstaande figuur. We zullen aantonen daarin geldt: FC = FA + FB. De lijnstukken FA', FB', FC' snijden de incirkel (I ) van driehoek ABC ook in de punten X, Y, Z. Omdat F het gelijkvormigheidspunt is van beide cirkels, geldt: XY // A'B', YZ // B'C', ZX // C'A' Nu is [1] : FB YB FB YB = = FC ZC FC ZC (5) Volgens de raaklijneigenschap is ook: BY BF = ( BU ), CZ CF = ( CV ) (6) zodat, via (5) en (6): FB B U = FC C V Analoog vinden we: FC C V = FA A T Met andere woorden: FA : FB : FC = A T : B U : C V Volgens Lemma is hier: CV = AT + BU Zodat ook: FC = FA + FB Opmerking. Analoog kunnen we bewijzen dat Stelling 8 ook geldt voor de zogenoemde uitwendige Feuerbach-punten F a, F b, F c van driehoek ABC, dwz. voor de raakpunten van de uitcirkels (U a ), (U b ), (U c ) met de negenpuntscirkel (N ); zie Appendix en onderstaande figuur. De Thébault-punten van een driehoek [ 8 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

9 We kiezen vervolgens opnieuw een niet-gelijkbenige driehoek ABC met omcirkel (O); zie onderstaande figuur. Door de hoekpunten van die driehoek tekenen we lijnen evenwijdig met de overstaande zijden. Deze lijnen vormen een driehoek A'B'C' waarvan (O) de negenpuntscirkel is; immers de punten A, B, C zijn de middens van de zijden B'C', C'A', A'B' van driehoek A'B'C'. Cirkel (I' ) is de incirkel, en (U a' ), (U b' ), (U c' ) zijn de uitcirkels van driehoek A'B'C'. Op de omcirkel (O) van driehoek ABC liggen nu de punten F, F a, F b, F c, de Feuerbach-punten van driehoek A'B'C'. Opmerking. Driehoek A'B'C' heet de anticomplementaire driehoek (in dit verband ook wel omgeschreven driehoek) van driehoek ABC. Nu hebben we (en vergelijk met Stelling 7): Stelling 9. Op de omcirkel van een niet-gelijkbenige driehoek liggen precies vier punten waarvoor geldt dat de grootste afstand van zo n punt tot een hoekpunt van die driehoek gelijk is aan de som van de afstanden tot de beide andere hoekpunten. Deze vier punten zijn de Feuerbach-punten van de anticomplementaire driehoek van die driehoek. Of, op basis van Stelling 7 en Stelling 9 (zie ook onderstaande figuur, links): De Thébault-punten van een driehoek [ 9 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

10 Stelling 10a. Als bij een niet-gelijkbenige driehoek ABC geldt: - A'B'C' is de anticomplementaire driehoek van driehoek ABC, en - A"B"C" is een driehoek waarvan ABC voetpuntsdriehoek, dan vallen de vier Feuerbach-punten van driehoek A'B'C' samen met de vier Thébaultpunten van driehoek A"B"C". Gaan we uit van de voetpuntsdriehoek A'B'C' van driehoek ABC (zie bovenstaande figuur, rechts), dan kunnen we Stelling 10a ook formuleren als: Stelling 10b. Als bij een niet-gelijkbenige driehoek ABC geldt: - A'B'C' is de voetpuntsdriehoek van driehoek ABC, en - A"B"C" is de anticomplementaire driehoek van driehoek A'B'C', dan vallen de vier Thébault-punten van driehoek A'B'C' samen met de vier Feuerbachpunten van driehoek A"B"C". Opmerking. In de linker figuur hierboven zijn de hoekpunten van driehoek A"B"C" de uitcentra van driehoek ABC. In de rechter figuur zijn de hoekpunten van driehoek ABC de uitcentra van driehoek A'B'C'. Naschrift. Het bovenstaande is een bewerking van twee in Die Wurzel (uitgever: Verein zur Förderung der Mathematik an Schulen und Universitäten e.v., Jena [13] ) opgenomen publicaties van E.D. Kulanin & O. Faynshteyn: Eigenschaften der Punkte von Feuerbach und Thébault (4e jaargang, & 3+4, 008). De Thébault-punten van een driehoek [ 10 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

11 Appendix Over de Euler-lijn en de negenpuntscirkel Per definitie is de lijn door het omcentrum O en het hoogtepunt H van een driehoek ABC de Euler-lijn e van die driehoek (naar Leonhard Euler, , Zwitserland). Het midden N van het lijnstuk OH is het middelpunt van de negenpuntscirkel van driehoek ABC. Deze cirkel gaat door de middens A', B', C' van de zijden en door de voetpunten D, E, F van de hoogtelijnen. De middens K, L, M van de lijnstukken AH, BH, CH (de bovenste stukken van de hoogtelijnen) liggen eveneens op de negenpuntscirkel. Het zwaartepunt Z van de driehoek ligt ook op de Eulerlijn. Voor een bewijs van deze eigenschappen zie (bijvoorbeeld) [4] en [11]. Overigens, op de Euler-lijn liggen naast de boven genoemde punten meer bijzondere punten van de driehoek; zie [7a] en [7b]. Een belangrijke eigenschap van de negenpuntscirkel is: De incirkel en de drie uitcirkels van een driehoek raken aan de negenpuntscirkel van die driehoek. (Stelling van Feuerbach, 18; naar Karl Wilhelm Feuerbach, , Duitsland) In nevenstaande figuur is (I ) de incirkel van driehoek ABC en zijn (U a ), (U b ), (U c ) de uitcirkels. Deze cirkels raken in F, F a, F b, F c aan de negenpuntscirkel (N) van driehoek ABC. Een synthetisch bewijs van deze eigenschappen is niet eenvoudig (zie [11]). Enkele bewijzen, o.a. gebaseerd op inversie, zijn eveneens via [11] te vinden. De Thébault-punten van een driehoek [ 11 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

12 Noten [1] V. Thébault (1949): Problem 438. In: American Mathematical Monthly 56; pp (oplossing in AMM 57; pp ). Zie ook: N. Dergiades, P. Yiu: Antiparallels and Concurrent Euler Lines. In: Forum Geometricorum 4 (004); pp Hierin staat een bewijs van Stelling 1 op basis van barycentrische coördinaten. Het artikel is online beschikbaar via: [] In driehoek ABC zijn AD, BE, CF de hoogtelijnen met H als hoogtepunt. Daarmee is vierhoek HDCE een koordenvierhoek, zodat: D 1 = EDC = ½ bg(ce) = EHC = H 1 Nu verder: H 1 = H = 90 B 1 terwijl in driehoek ABE: A = 90 B 1 Zodat: D 1 = A Analoog bewijzen we dat E 1 = B. En daarmee zijn de driehoeken ABC en DEC gelijkvormig (hh). [3] Een gelijkvormigheidsafbeelding bestaande uit een draaiing (rotatie) over een hoek ϕ gevolgd door een puntvermenigvuldiging, beide met hetzelfde centrum, heet draaistrekking (ook wel draaivermenigvuldiging). [4] Dick Klingens: Draaistrekking en negenpuntscirkel. In: Euclides 81 (7), mei 006; pp Dit artikel is online beschikbaar via Maar zie ook [5]. [5] Wim Pijls: Gelijkvormigheid 1,. In: Euclides 80 (, 3), 004; pp , pp [6] Dick Klingens (001): Orthogonale hyperbool en driehoek. Op: orthodrie.htm (website). [7] [a] Clark Kimberling (1998): Triangle Centers and Central Triangles. Winipeg (Canada): Utilitas Publishing Inc. (Congressus Numerantium 19). [b] Clark Kimberling: Encyclopedia of Triangles Centers (ETC). Op: (website). [c] Eric W. Weisstein: Jerabek Hyperbola. Op: (MathWorld website). De Thébault-punten van een driehoek [ 1 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

13 [8] Met A = BC & DE bedoelen we het snijpunt A van de lijn(stukk)en BC en DE. [9] Dick Klingens (006): Stelling van Van Schooten (1646). Op: (website). [10] In onderstaande figuur is DEF de voetpuntsdriehoek van driehoek ABC. Nu is vanwege de gelijkvormigheid van de driehoeken ABC, AFD en EBD (zie ook []): C = ADF = EDB De lijn CD is hoogtelijn in ABC; dus geldt ook: ADF + D 1 = EDB + D = 90 Zodat: D 1 = D Met andere woorden: DC is bissectrice in driehoek DEF. [11] Dick Klingens (000): Over de cirkel van Feuerbach en de lijn van Euler. Op: demon.nl/feuerbach.htm#ste (website). [1] Er wordt gebruik gemaakt van de volgende eigenschap van evenredigheden: a c ac ac = = k k = k = b d bd bd [13] Wurzel e.v., Friedrich-Schiller-Universität, Fakultät für Mathematik und Informatik, Jena (Duitsland); (website). De Thébault-punten van een driehoek [ 13 ] Copyright 008 PandD Software, Rotterdam

Draaistrekking en negenpuntscirkel

Draaistrekking en negenpuntscirkel Draaistrekking en negenpuntscirkel [ Dick Klingens ] Vooraf In twee al enige tijd geleden verschenen nummers van Euclides schrijft Wim Pijls over Gelijkvormigheid (zie [e]). In de tweede aflevering stelt

Nadere informatie

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel

Cabri-werkblad Negenpuntscirkel Cabri-werkblad Negenpuntscirkel 0. Vooraf - Bij dit werkblad wordt kennis verondersteld van de eigenschappen van parallellogrammen, rechthoekige driehoeken en van de elementaire eigenschappen van de koordenvierhoek.

Nadere informatie

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek

Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Een bol die raakt aan de zijden van een scheve vierhoek Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel oktober 005 We bewijzen allereerst de volgende hulpstelling: Hulpstelling 1 De meetkundige

Nadere informatie

Twee kegelsneden en een driehoek

Twee kegelsneden en een driehoek Twee kegelsneden en een driehoek Dick Klingens juni 2005 We gaan in hetgeen volgt steeds uit van twee kegelsneden S en S' en van een driehoek ABC die beschreven is in S (een ingeschreven driehoek van S)

Nadere informatie

Over het Monge-punt van een viervlak

Over het Monge-punt van een viervlak Over het Monge-punt van een viervlak Dick Klingens Krimpenerwaard College, Krimpen ad IJssel september 2005 Inleiding Het is mogelijk door elke ribbe van een viervlak een vlak aan te brengen evenwijdig

Nadere informatie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie Euclides van Alexandrië (ca. 265-200 v.chr.) Thales van Milete (ca. 624 v.chr. - 547 v.chr.) INHOUDSOPGAVE Algemene begrippen..blz. 1-3 - Stelling en bewijs

Nadere informatie

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden Lesbrief 6 Meetkunde 1 Hoektransversalen in een driehoek ABC is een driehoek. Een lijn l door een hoekpunt A van de driehoek heet een hoektransversaal van A. We zullen onderzoeken onder welke voorwaarden

Nadere informatie

Appendix MeetMini Twee meetkunde-miniaturen DICK KLINGENS ( adres: maart 2018

Appendix MeetMini Twee meetkunde-miniaturen DICK KLINGENS ( adres: maart 2018 1 Appendix MeetMini Twee meetkunde-miniaturen DICK KLINGENS (e-mailadres: dklingens@gmail.com) maart 018 1. De omgekeerde stelling van Reim [1] figuur a1 Gegeven in figuur a1: - de cirkels Γ en Γ' ; -

Nadere informatie

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] 1 8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn. De twee rode hoeken (F-hoeken) zijn gelijk.

Nadere informatie

Over de lengte van OH, OZ en OI in een willekeurige driehoek

Over de lengte van OH, OZ en OI in een willekeurige driehoek Over de lengte vn OH, OZ en OI in een willekeurige driehoek DICK KLINGENS (e-mil: dklingens@pndd.nl Krimpenerwrd College, Krimpen n den IJssel (Nederlnd pril 2007 1. De lengte vn OH en OZ De punten O,

Nadere informatie

Driehoeken. Enkele speciale topics. Arne Smeets. Trainingsweekend Februari 2008

Driehoeken. Enkele speciale topics. Arne Smeets. Trainingsweekend Februari 2008 Driehoeken Enkele speciale topics Arne Smeets Trainingsweekend Februari 2008 Trilineaire en barycentrische coördinaten Definitie van trilineaire coördinaten Beschouw (in het vlak) een driehoek ABC en een

Nadere informatie

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw) Meetkunde, Moderne Wiskunde, pagina 1/10 Rechthoekige driehoek In een rechthoekige driehoek is een van de hoeken in 90.

Nadere informatie

Appendix MoMe Een mooi voorbeeld van mooie meetkunde Dick Klingens oktober 2016

Appendix MoMe Een mooi voorbeeld van mooie meetkunde Dick Klingens oktober 2016 Appendix MoMe Een mooi voorbeeld van mooie meetkunde Dick Klingens oktober 016 1. Vermenigvuldiging Een belangrijke transformatie (meetkundige afbeelding) is de vermenigvuldiging. Het is een afbeelding

Nadere informatie

Passermeetkunde een bewijs van de stelling van Mohr-Mascheroni. Mascheroni DICK KLINGENS. aaaaa

Passermeetkunde een bewijs van de stelling van Mohr-Mascheroni. Mascheroni DICK KLINGENS. aaaaa - 1 Passermeetkunde een bewijs van de stelling van Mohr-Mascheroni Mascheroni DICK KLINGENS 1. Probleemstelling Stelling. Iedere constructie in het euclidische vlak die met passer en liniaal mogelijk is,

Nadere informatie

Tien niet zo bekende eigenschappen van (koorden)vierhoeken

Tien niet zo bekende eigenschappen van (koorden)vierhoeken Tien niet zo bekende eigenschappen van (koorden)vierhoeken Dick Klingens Krimpenerwaard College Krimpen aan den IJssel, Nederland mei 2005 Inleiding In het onderstaande behandelen we enkele eigenschappen

Nadere informatie

Bewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR

Bewijs. Zie figuur 2. Zijn U en V de projecties van P en Q op r, dan geldt: PU = PR (in driehoek RQV met PU // QV) QV QR Cabri-vraag VRAAG Hoe teken je een kegelsnede waarvan een punt P, een brandpunt F en de bij F behorende richtlijn r gegeven zijn? ANTWOORD Zoals bekend kan je met Cabri een kegelsnede tekenen (we spreken

Nadere informatie

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2 Meetkundige Ongelijkheden Groep Trainingsweek Juni 009 1 Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus

Nadere informatie

Pascal en de negenpuntskegelsnede

Pascal en de negenpuntskegelsnede Pascal en de negenpuntskegelsnede De zijden van driehoek ABC hierboven vatten we op als lijnen en niet als lijnstukken. De middens van de lijnstukken AB, BC en CA zijn D, E en F. De middens van de lijnstukken

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 : De driehoek

Hoofdstuk 5 : De driehoek Hoofdstuk 5 : De driehoek - 89 1. Congruente figuren Figuren die elkaar volkomen kunnen bedekken noemen we congruente figuren. Congruente figuren hebben dezelfde vorm (~ ) en dezelfde grootte (=). Als

Nadere informatie

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules

1 Introductie. 2 Oppervlakteformules Introductie We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor het gemak laten we de absoluutstrepen weg. De lengte van een lijnstuk XY wordt dus ook weergegeven met XY. Verder zullen we de volgende notatie

Nadere informatie

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten

De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten januari 2008 De Cirkel van Apollonius en Isodynamische Punten Inleiding Eén van de bekendste meetkundige plaatsen is de middelloodlijn van een lijnstuk. Deze lijn bestaat uit alle punten die gelijke afstand

Nadere informatie

Cabri-werkblad Pool en poollijn bij een cirkel

Cabri-werkblad Pool en poollijn bij een cirkel Cabri-werkblad Pool en poollijn bij een cirkel 1. Inleiding In dit werkblad bekijken we enkele eigenschappen van de pool en poollijn bij cirkels (gedeelten uit de pooltheorie). Ook de pooldriehoek bij

Nadere informatie

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer.

De constructie van een raaklijn aan een cirkel is, op basis van deze stelling, niet zo erg moeilijk meer. Cabri-werkblad Raaklijnen Raaklijnen aan een cirkel Definitie Een raaklijn aan een cirkel is een rechte lijn die precies één punt (het raakpunt) met de cirkel gemeenschappelijk heeft. Stelling De raaklijn

Nadere informatie

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d.

Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d. 17 Vermoeden: De drie deellijnen gaan door 1 punt. 33c. Vermoeden: De drie zwaartelijnen gaan door 1 punt. 33d. 18 Vermoeden: De drie hoogtelijnen gaan door 1 punt 34. a. De drie middelloodlijnen van een

Nadere informatie

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus

CEVA-DRIEHOEKEN. Eindwerk wiskunde 2010. Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi. Soetemans Dokus CEVA-DRIEHOEKEN Eindwerk wiskunde 010 Heilige-Drievuldigheidscollege 6WeWIi Soetemans Dokus Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1. Info over Giovanni Ceva... 4 1.. Wat zijn Ceva-driehoeken?... 4 1.3. Enkele voorbeelden...

Nadere informatie

Cabri-werkblad. Apollonius-cirkels

Cabri-werkblad. Apollonius-cirkels Cabri-werkblad Apollonius-cirkels 1. Doel We zullen in dit werkblad kennismaken met de zogenoemde Apollonius-cirkels [1] van een driehoek. Daarvoor moeten ook enkele eigenschappen van (binnen- en buiten)bissectrices

Nadere informatie

Over de tritangent stralen van een driehoek

Over de tritangent stralen van een driehoek Over de tritngent strlen vn een driehoek Dick Klingens mrt 004 Inleiding. Het bijvoeglijk nmwoord 'tritngent' gebruiken we ls we spreken over de incirkel (ingeschreven cirkel) en de uitcirkels (ngeschreven

Nadere informatie

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde Overzicht eigenschappen en formules meetkunde xioma s Rechten en hoeken 3 riehoeken 4 Vierhoeken 5 e cirkel 6 Veelhoeken 7 nalytische meetkunde Op de volgende bladzijden vind je de eigenschappen en formules

Nadere informatie

Cabri-werkblad. Koordenvierhoeken en enkele stellingen van Miquel

Cabri-werkblad. Koordenvierhoeken en enkele stellingen van Miquel Cabri-werkblad Koordenvierhoeken en enkele stellingen van Miquel Vooraf Bekend veronderstelde begrippen zijn: middelloodlijnen, stelling van de omtrekshoek (stelling van de constante hoek), definitie van

Nadere informatie

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Beschouw de 4 termen: x y, x, 6, 9x Voor welke waarden van x en y vormen deze termen een rekenkundige rij? x 9x x, 6, 9 x : RR 6 0x x 0,9 0,9 y ;,9 ; 6 ; 8,,

Nadere informatie

De orthoptische cirkel van een ellips (de Monge-cirkel)

De orthoptische cirkel van een ellips (de Monge-cirkel) De orthoptische cirkel van een ellips (de Monge-cirkel) DICK KLINGENS (e-mail: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (Nederland) 31 januari 007 In hetgeen volgt zullen we enkele

Nadere informatie

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: 14.0 Voorkennis Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel: a b c sin sin sin Voorbeeld 1: Gegeven is ΔABC met c = 1, α = 54 en β = 6 Bereken a in twee decimalen nauwkeurig. a c sin sin a 1 sin54 sin64

Nadere informatie

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen) Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen). Jozef Hoekmeters bevindt zich op de top van een berg die hoog uit zee rijst (zie figuur ). Aan de overkant van het water ziet hij een appartementsgebouw vlakbij

Nadere informatie

Over conflictlijnen. Gevolg

Over conflictlijnen. Gevolg Over conflictlijnen Een synthetische behandeling [ Dick Klingens] Definitie. De afstand van een punt X tot een gegeven punt A is de lengte van het lijnstuk XA. In plaats van die lengte noemen we ook wel

Nadere informatie

Appendix Een driehoek en twee vierkanten DICK KLINGENS ( november 2016

Appendix Een driehoek en twee vierkanten DICK KLINGENS (  november 2016 Appendix Een driehoek en twee vierkanten DICK KLINGENS (e-mail: dklingens@gmail.com) november 2016 1. Twee andere bewijzen van stelling 2 Zie voor beide andere bewijzen toch ook figuur 3a in het artikel.

Nadere informatie

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht Hoofdstuk 1 : Hoeken -1 - Complementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken zijn complementair als... van hun hoekgrootten... is. Supplementaire hoeken ( boek pag 7) Twee hoeken noemen we supplementair als...

Nadere informatie

Een sangaku (en niet alleen) als het regent

Een sangaku (en niet alleen) als het regent Een sangaku (en niet alleen) als het regent DICK KLINGENS (dklingens@gmail.com) Krimpen aan den IJssel, juli 7. Vooraf Ik bewijs eerst enkele eigenschappen van de driehoek die in verband staan met het

Nadere informatie

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP OEFENINGEN 1 Kleur de figuren die congruent zijn met elkaar in dezelfde kleur. 2 Gegeven: PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP Gevraagd: Zijn de driehoeken congruent? Verklaar. 3 Gegeven: Gevraagd: Is

Nadere informatie

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] 12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1] Stelling van de constante hoek: Voor de punten C en D op dezelfde cirkelboog AB geldt: ACB = ADB. Omgekeerde stelling van de constante hoek: Als punt D aan dezelfde

Nadere informatie

Vlakke meetkunde en geogebra

Vlakke meetkunde en geogebra Vlakke meetkunde en geogebra Open de geogebra-app. Kies het algebra- en tekenvenster. Aan de linkerkant zie je het algebravenster en rechts daarvan het tekenvenster met een x-as en een y-as. Om een rooster

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken,

Nadere informatie

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's

Cabri-werkblad. Driehoeken, rechthoeken en vierkanten. 1. Eerst twee macro's Cabri-werkblad Driehoeken, rechthoeken en vierkanten 1. Eerst twee macro's Bij de opdrachten van dit werkblad zullen we vaak een vierkant nodig hebben waarvan alleen de beide eindpunten van een zijde gegeven

Nadere informatie

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ² 1 Herhaling 1.1 Het vlak, punten, afstand, midden Opdracht: Teken in het vlak de punten: A ( 1, 2) B(3,6) C( 5,7) Bepaal de coördinaat van het midden van (lijnstuk) [A B]: M [B C ]: N Bepaal de afstand

Nadere informatie

Scheve projectie. DICK KLINGENS ( adres: Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) oktober 2008

Scheve projectie. DICK KLINGENS ( adres: Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) oktober 2008 Scheve projectie DICK KLINGENS (e-mailadres: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) oktober 2008 1. Afbeelden Om een juiste indruk (afdruk, of een juist beeld) van 3-dimensionale

Nadere informatie

Involutie: algebraïsch en meetkundig

Involutie: algebraïsch en meetkundig Involutie: algebraïsch en meetkundig 1. Algebraïsche definitie Op een lijn m liggen de puntenparen (P, P'), (Q, Q'), die voldoen aan: PO P O = QO Q O = = k waarbij O een vast punt is op m en k een constante.

Nadere informatie

1 Het midden van een lijnstuk

1 Het midden van een lijnstuk Inleiding Deze basisconstructies worden aan de leerlingen gegeven in de vorm van werkbladen voor zelfstandig werken. Met behulp van een beginschets van de gegevens en de constructiebeschrijving maken de

Nadere informatie

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4. 3 Driehoeken 8. 4 Vierhoeken 12 Katern 3 Meetkunde Inhoudsopgave 1 Hoeken 2 2 Congruentie en gelijkvormigheid 4 3 Driehoeken 8 4 Vierhoeken 12 5 Lijnen in een driehoek 15 Inleiding De vlakke meetkunde is de meetkunde die zich afspeelt

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het

Nadere informatie

Extra oefeningen: de cirkel

Extra oefeningen: de cirkel Extra oefeningen: de cirkel 1. Gegeven een cirkel met middelpunt M en straal r 5 cm en. De lengte van de raaklijnstukken PA PB uit een punt P aan deze cirkel bedraagt 1 cm. Bereken de afstand PM. () PAM

Nadere informatie

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden.

7.0 Voorkennis. Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. 7.0 Voorkennis Definitie = Een afspraak, die niet bewezen hoeft te worden. Voorbeeld definitie: Een gestrekte hoek is een hoek van 180 ; Een rechte hoek is een hoek van 90 ; Een parallellogram is een vierhoek

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 18 maart 2011

Uitwerkingen toets 18 maart 2011 Uitwerkingen toets 8 maart 20 Opgave. Alle positieve gehele getallen worden rood of groen gekleurd, zodat aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Er zijn zowel rode als groene getallen. De som van drie

Nadere informatie

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden

Nadere informatie

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk

Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructies, de werkbladen 1 Het midden van een lijnstuk Basisconstructie 1 Het lijnstuk AB Neem vanuit A een afstand tussen de benen van de passer die wat groter is dan van A tot het geschatte midden

Nadere informatie

IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 2013

IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 2013 IMO-selectietoets I woensdag 5 juni 201 NEDERLANDSE W I S K U N D E OLYMPIADE Uitwerkingen Opgave 1. Vind alle viertallen (a, b, c, d) van reële getallen waarvoor geldt ab + c + d =, bc + d + a = 5, cd

Nadere informatie

dan liggen C en D op dezelfde cirkelboog AB (constante hoek) dus A, B, C en D liggen op één cirkel, dus ABCD is een koordenvierhoek

dan liggen C en D op dezelfde cirkelboog AB (constante hoek) dus A, B, C en D liggen op één cirkel, dus ABCD is een koordenvierhoek . Omtrekshoeken en middelpuntshoeken Opgave : ACB is constant Opgave : a. * b. * c. ACB AMB Opgave 3: a. * b. de drie cirkels gaan door één punt c. de drie lijnstukken gaan door één punt Opgave 4: a. Teken

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden 4.0 Voorkennis Rekenregels voor wortels: 1) A B AB met A 0 en B 0 A A 2) met A 0 en B 0 B B Voorbeeld 1: 2 3 23 6 Voorbeeld 2: 9 9 3 3 3 1 4.0 Voorkennis Voorbeeld 3: 3 3 6 3 6 6 6 6 6 1 2 6 Let op: In

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 018 tijdvak 1ti maandag 14 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Nadere informatie

Inversie. r 2 P Q. P Q =

Inversie. r 2 P Q. P Q = Inversie Zij O een punt in het vlak en zij r > 0 een reëel getal. De inversie I O,r met centrum O en straal r is de afbeelding vlak \ {O} vlak \ {O} die als volgt wordt gedefinieerd: I O,r (P ) het unieke

Nadere informatie

Cabri-werkblad Pool en poollijn bij cirkels (vervolg)

Cabri-werkblad Pool en poollijn bij cirkels (vervolg) Cabri-werkblad Pool en poollijn bij cirkels (vervolg) 1. Inleiding Dit werkblad is een vervolg op het Cabri-werkblad 'Pool en poollijn bij cirkels', waarin basiskennis omtrent de pooltheorie bij cirkels

Nadere informatie

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] 2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen

Nadere informatie

Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten

Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten januari 2008 Enkel-, Dubbelverhouding en Harmonische Objecten Inleiding In de meetkunde werkt men vaak met verhoudingen van de afstanden van één punt tot twee andere. In het bijzonder natuurlijk bij de

Nadere informatie

Vl. M. Nadruk verboden 1

Vl. M. Nadruk verboden 1 Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is

Nadere informatie

Oefeningen analytische meetkunde

Oefeningen analytische meetkunde Oefeningen analytische meetkunde ) orte herhaling. Zij gegeven twee vectoren P en Q. Bewijs dat de loodrechte projectie P' van P op Q gegeven wordt door: PQQ P'. Q. De cirkel c y 4y wordt gespiegeld om

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 9 juni 2010

Uitwerkingen toets 9 juni 2010 Uitwerkingen toets 9 juni 2010 Opgave 1. Zij ABC een scherphoekige driehoek met de eigenschap BAC = 45. Zij D het voetpunt van de loodlijn vanuit C op AB. Zij P een inwendig punt van het lijnstuk CD. Bewijs

Nadere informatie

Inversie. Hector Mommaerts

Inversie. Hector Mommaerts Inversie Hector Mommaerts 2 Hoofdstuk 1 Definities en constructies 1.1 Definitie We weten hoe we een punt moeten spiegelen rond een rechte. We gaan nu kijken hoe we een punt spiegelen rond een cirkel.

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen.

Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6. Meetkundige plaatsen. Uitwerkingen Hoofdstuk 25 deel vwob1,2 6 1 Meetkundige plaatsen. 1 Punt F(0, 1) en de lijn l : y = -1 a. Voor de oorsprong O geldt: d( O, F) = d( O, l) = 1 ben c. c. Waarschijnlijk liggen de gevraagde

Nadere informatie

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi

Meetkunde. Trainingsweekend 23 25 januari 2009. 1 Gerichte hoeken. gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Meetkunde gerichte hoeken, driehoeksongelijkheid, Ravi Trainingsweekend 23 25 januari 2009 Als je een meetkundig probleem aan het oplossen bent, stuit je vaak op verschillende oplossingen voor de verschillende

Nadere informatie

De arbelos. 1 Definitie

De arbelos. 1 Definitie De arbelos 1 Definitie De arbelos is een meetkundige figuur die bestaat uit drie aan elkaar rakende halve cirkels. De raakpunten liggen op een lijn. In onderstaande tekening is de arbelos de paarse figuur.

Nadere informatie

Bogen op kegelsneden in Cabri

Bogen op kegelsneden in Cabri Bogen op kegelsneden in Cabri DICK KLINGENS (e-mailadres: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen ad IJssel april 2008 Het tekenen van een ellipsboog Zomaar een vraag van een Cabri-gebruiker

Nadere informatie

Voorbeeldoplossing toets: Analytische meetkunde loodrechte stand

Voorbeeldoplossing toets: Analytische meetkunde loodrechte stand Voorbeeldoplossing toets: Analytishe meetkunde loodrehte stand met A,, B,7 en C, Bepaal de Gegeven is een driehoek ABC oördinaat van het snijpunt van de zwaartelijn uit A met de hoogtelijn uit C M, BC

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen VWO 07 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 4 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 7 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende.

Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende. Cabri-werkblad Rond het zwaartepunt van een driehoek Een bekende eigenschap van de middens van de zijden van een driehoek is de volgende. Stelling De verbindingslijn van de middens van twee zijden van

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

wiskunde B bezem vwo 2018-I

wiskunde B bezem vwo 2018-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder? H1 Vlakke figuren 2 BBL 1.1 Eigenschappen van vlakke figuren 1 a. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 1 hieronder? b. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 2 hieronder? c. Hoeveel hoekpunten heeft figuur 3 hieronder?

Nadere informatie

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling = P Q M N R l M ˆ N M ˆ N 4M ˆ 4N ZZZ dus M ˆ N ˆ QP ˆ P ˆ M stelling van de omtrekshoek M ˆ N Q R ˆ 80 koordenvierhoekstelling R ˆ N stelling van de omtrekshoek Q PQ ˆ 80 gestrekte hoek Hieruit volgt dat

Nadere informatie

Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab].

Neem [pr]=[ps] en beschrijf uit r en s twee cirkelbogen met dezelfde straal, die elkaar in c snijden. [cp] is de loodlijn op [ab]. Met a en b als middelpunt en met straal groter dan de helft van [ab] trekt men met dezelfde straal twee cirkelbogen, die elkaar snijden in c en d; cd is de middelloodlijn en m het midden van [ab] Neem

Nadere informatie

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 5. 3 Driehoeken 9. 4 Vierhoeken 14

Katern 3. Meetkunde. Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Hoeken 2. 2 Congruentie en gelijkvormigheid 5. 3 Driehoeken 9. 4 Vierhoeken 14 Katern 3 Meetkunde Inhoudsopgave 1 Hoeken 2 2 Congruentie en gelijkvormigheid 5 3 Driehoeken 9 4 Vierhoeken 14 5 Lijnen in een driehoek 18 Inleiding De vlakke meetkunde is de meetkunde die zich afspeelt

Nadere informatie

Meetkundige ongelijkheden Groep A

Meetkundige ongelijkheden Groep A Meetkundige ongelijkheden Groep A Oppervlakteformules, sinus- & cosinusregel, de ongelijkheid van Euler Trainingsweek, juni 011 1 Oppervlakteformules We werken hier met ongeoriënteerde lengtes en voor

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde. Vlaamse Wiskunde Olympiade 99 99 : Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen, opgemaakt door de jury van VWO Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I Eindexamen vwo wiskunde B 04-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen Les 0 (Extra) Aant. Voorkennis: Hoeken en afstanden Theorie A: Sinus, Cosinus en tangens O RHZ tan A = A RHZ O RHZ sin A = SZ A RHZ cos A = SZ Afspraak: Graden afronden

Nadere informatie

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen

Nadere informatie

Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS. [ Dick Klingens ]

Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS. [ Dick Klingens ] Kleine didactiek DE VERSCHILFORMULE VOOR DE SINUS [ Dick Klingens ] In de vierde klas vwo komt de uitbreiding van de goniometrische verhoudingen sinus en cosinus voor andere dan scherpe hoeken aan de orde.

Nadere informatie

Uitwerkingen toets 8 juni 2011

Uitwerkingen toets 8 juni 2011 Uitwerkingen toets 8 juni 0 Opgave. Vind alle paren (x, y) van gehele getallen die voldoen aan x + y + 3 3 456 x y. Oplossing. Omdat links een geheel getal staat, moet rechts ook een geheel getal staan.

Nadere informatie

Spelen met passer en liniaal - werkboek

Spelen met passer en liniaal - werkboek Spelen met passer en liniaal - werkboek Basisconstructie 1: het midden van een lijnstuk (de middelloodlijn) Gegeven: lijnstuk AB. Gevraagd: het midden van lijnstuk AB. Instructie Teken (A, r) en (B, r)

Nadere informatie

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur.

Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur. VRAAG 1 Kleur de congruente vierhoeken in onderstaand mozaïek in eenzelfde kleur. VRAAG 2 Duid in de onderstaande figuur de overeenkomstige zijden en hoeken van de congruente driehoeken aan met eenzelfde

Nadere informatie

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren

Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39. Het construeren van figuren Vlakke Meetkunde. Les 20 Nadruk verboden 39 20,1. De cirkel Het construeren van figuren Een cirkel of cirkelomtrek is een gesloten kromme lijn, waarvan alle punten in hetzelfde vlak liggen en even ver

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 017 tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 14 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 69 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal

Meetkundige constructies Leerlingmateriaal Meetkundige constructies Leerlingmateriaal Nynke Koopmans Roeland Hiele Historical Aspects of Classroom Mathematics Universiteit Utrecht, juni 2013 Inleiding Inleiding Een meetkundige constructie is een

Nadere informatie

1 Cartesische coördinaten

1 Cartesische coördinaten Cartesische coördinaten Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-d Analytische Meetkunde Cartesische coördinaten Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. (Als je er

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN

Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN 1 / 6 H2 Vlakke figuren Hoofdstuk 2 : VLAKKE FIGUREN 1. Wat moet ik leren? (handboek p. 46-74) 2.1 Herkennen van vlakke figuren In verband met een veelhoek: a) een veelhoek op de juiste wijze benoemen.

Nadere informatie

Vlakke Analytische Meetkunde

Vlakke Analytische Meetkunde Vlakke Analytische Meetkunde L. Van Maldeghem L. Van Hyfte Handleiding voor 3 Latijn-Wiskunde, 3 Grieks-Latijn 5 3 Moderne Talen-Wiskunde, 3 Economie-Wiskunde 2 Hoofdstuk 1 Vectoren en transformaties 1.1

Nadere informatie

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 juni 4 Tijd: 4. - 7. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een redenering,

Nadere informatie

De Stelling van Pascal Inhoud

De Stelling van Pascal Inhoud De Stelling van Pascal Inhoud 1 Inleiding De stelling van Pascal voor een cirkel en ellips 3 De stelling van Pascal voor hyperbolen en parabolen 4 De stelling van Pappus 5 Een bewijs van Jan van IJzeren

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2017-II

wiskunde B vwo 2017-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2015-II

wiskunde B vwo 2015-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie