Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005"

Transcriptie

1

2

3 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in 2005 Stand van het Zand XI / Lint aan het Grind IX December 2006 Noot vooraf Aan de gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. De gebruiker neemt bij toepassing van gegevens uit dit rapport eventuele risico's aan deze informatie en / of interpretatie over. Rijkswaterstaat en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig verzameld naar de laatste stand van wetenschap en techniek. Desondanks kunnen er onjuistheden in deze publicatie voorkomen. Het Rijk sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de hierin opgenomen gegevens mocht voortvloeien.

4

5

6

7 Inhouidsopgave Inhoudsopgave Inleiding Doelstelling Relatie met voorgaande rapportages Definities Opzet van het onderzoek Opbouw van dit rapport Extern statistisch materiaal Inleiding LCCO-WIG cijfers: productie van beton- en metselzand en grind Productiecijfers rijkswateren Dienst Domeinen Import van tout-venant uit Engeland (Crown Estate) Import van steenslag uit Noorwegen (NGU) Import en export van zand en grind (CBS) Verbruik van beton- en metselzand en grind op basis van statistische gegevens Handelsgegevens NVLB Industriële statistieken Omzet in de bouwnijverheid (Bouwend Nederland) Onderzoek onder producenten en handelaren Inleiding Uitvoering van het onderzoek Leveringen door producenten en handelaren Productie van beton- en metselzand, grind en steenslag Inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag Import en export Onderzoek onder verbruikers Inleiding Opzet van de enquête Verbruikerspopulatie en steekproef Respons Correctie resultaten Het verbruik van beton- en metselzand Het verbruik van grind in Nederland Import van beton- en metselzand en grind Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen Verbruik van grindvervangende materialen Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Inleiding Het waargenomen totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Import en export van beton- en metselzand en grind Verbruik van zand- en grindvervangende materialen 70 3

8 Inhouidsopgave 5.5 De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Betrouwbaarheid van de gegevens Aanbevelingen 74 Bijlagen Bijlage A Producenten- en handelarenenquête Bijlage B Verbruikersenquête Bijlage C Enquêteresultaten producenten en handelaren Bijlage D Enquêteresultaten verbruikers Bijlage E Combinatie resultaten producenten/handelarenenquête en verbruikersenquête Bijlage F Samenstelling begeleidingsgroep 4

9 Samenvatting Samenvatting Aanleiding en doelstelling Om inzicht te hebben in productie, import, export en verbruik van beton- en metselzand en grind (inclusief vervangende materialen) laat het ministerie van Verkeer en Waterstaat sinds 1988 monitoringsonderzoek uitvoeren. Zowel het Rijk als de provincies, als beheerders en vergunningverleners, hebben behoefte aan betrouwbaar cijfermateriaal. Het onderzoek in 2006 is uitgevoerd in opdracht van DG-Water van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en richt zich vooral op beton- en metselzand en grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen, die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast met name bij de productie van betonmortel, betonproducten en asfalt. Doelstelling van dit monitoringsonderzoek is om op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier de noodzakelijke gegevens te verzamelen om inzicht te verkrijgen in diverse aspecten van het verbruik van beton- en metselzand, grind en vervangende materialen. Werkwijze Het onderzoek is uitgevoerd door Syncera GeoData onder begeleiding van het Expertisecentrum Bouwstoffen van Rijkswaterstaat Dienst Wegen Waterbouwkunde. Zowel onder producenten en handelaren (aanbodzijde) als onder de verbruikers (vraagzijde) is het monitoringsonderzoek uitgevoerd via het afnemen van schriftelijke, telefonische en persoonlijke enquêtes. De enquêteresultaten van de vraag- en aanbodzijde zijn gecombineerd om een totaalbeeld te verkrijgen. Voor de ophoging van de enquêteresultaten onder producenten en handelaren en ter controle en ijking van de verbruiksgegevens, is gebruik gemaakt van de door de LCCO-WIG verzamelde productiegegevens voor beton- en metselzand en grind. Daarnaast is gebruikgemaakt van cijfers van de NVLB en zijn externe statistische bronnen geraadpleegd om meer inzicht te krijgen in de correctheid van de verzamelde gegevens. De verbruikersresultaten zijn opgehoogd op basis van responspercentages per sector en groottecategorie en zijn gecontroleerd en waar nodig aangepast aan de hand van industriële statistieken, zoals de landelijke productie van betonmortel en asfalt. Tenslotte zijn de resultaten vanuit de aanbodzijde en vanuit de verbruikkerszijde met elkaar gecombineerd en is middels een betrouwbaarheidsfactor een gewogen totaalverbruik bepaald voor de verschillende onderzochte bouwgrondstoffen. Responsresultaten en betrouwbaarheid De respons onder de producenten van beton- en metselzand en grind is wederom hoog. Vergeleken met de LCCO-cijfers is ruim 80% van het geproduceerde beton- en metselzand en grind in deze enquête geregistreerd. Vanwege de hoge respons onder de producenten zijn de onderzoeksresultaten voor de producenten betrouwbaar. Ten behoeve van een volledige dekking is de productie handmatig opgehoogd met 1,5 miljoen ton op de Noordzee gewonnen bijmengzand en is een ophoogfactor van 1,1 gehanteerd. De respons onder de handelaren is lager dan onder de producenten. De respondenten vertegenwoordigen absoluut 21% van de handelaren, 5

10 Samenvatting maar zijn gezamenlijk wel verantwoordelijk voor alle leveringen door handelaren van beton- en metselzand aan eindverbruikers en voor 72% van alle leveringen van (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots. De handelarenresponsresultaten voor grind en steenslag zijn daarom met een factor van 1,7 opgehoogd. De respons onder de verbruikers is net als in voorgaande jaren vrij laag. De respondenten vertegenwoordigen een gezamenlijk verbruik van ruim 7 miljoen ton beton- en metselzand, van bijna 7 miljoen ton (gebroken) grind en van ruim 2 miljoen ton steenslag uit gebroken rots. Per sector en per groottecategorie is een ophoogfactor gehanteerd die indien mogelijk aan de industriële statistiek getoetst en aangepast is. De productie van beton- en metselzand en grind De productie van beton- en metselzand en grind in 2005 bedraagt volgens de gegevens van de LCCO-WIG respectievelijk 14,0 en 3,6 miljoen ton. Figuur 1 toont de ontwikkeling van de productie in de afgelopen tien jaar volgens de gegevens van de LCCO-WIG. De gestage daling van de jaarlijkse winning van beton- en metselzand lijkt ten einde te zijn gekomen. Daarbij moet echter worden aangetekend dat van de totale winning in 2005 het bijna 3 miljoen ton relatief fijn beton- en metselzand betreft dat op de Noordzee is gewonnen en als zogenaamd bijmengzand wordt toegepast. productie in mln. ton Beton- en metselzand Grind Jaar Figuur 1: De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar (miljoen ton). Bron: LCCO-WIG. Het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots kan zowel gebaseerd worden op de leveringen door producenten en handelaren plus de eigen import van de verbruikers, als op het berekende verbruik vanuit de verbruikersenquête. Omdat dit verschillende resultaten oplevert is een, op basis van de betrouwbaarheid van beide onderzoekssporen gewogen, gemiddelde berekend. Dit geeft inzicht in het daadwerkelijke verbruik van beton- en metselzand en grind in Nederland. Tabel 1 toont voor beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots beide berekende verbruiken en het gewogen gemiddelde verbruik. Hierin valt op dat het berekende verbruik op basis van de leveringen hoger is dan het berekende verbruik op basis van de verbruikersenquête. Voor beton- en metselzand is dit mogelijk deels te verklaren door het niet gemeten verbruik in ongebonden toepassingen. 6

11 Samenvatting Tabel 1: Het berekende verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2005, enerzijds op basis van leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers, anderzijds op basis van de gemeten inkoop door verbruikers, alsmede het gewogen verbruik. Bron: Stand van het Zand XI / Lint aan het Grind IX (hoofdstuk 5). verbruik o.b.v. leveringen aan en eigen import en productie door verbruikers (V1) verbruik o.b.v. totale inkoop door verbruikers (V2) gewogen verbruik (= 0,75 x V1 + 0,25 x V2) beton- en metselzand 24,3 17,9 22,7 (gebroken) grind 19,7 14,9 18,5 Steenslag uit gebroken rots 12,2 5,9 10,6 Figuur 2 toont de ontwikkeling van het waargenomen, gewogen verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots in de afgelopen tien jaar. Het gewogen verbruik van betonen metselzand ligt 0,1 miljoen ton hoger dan in Dit komt overeen met het licht gestegen productievolume in de bouw. Het gewogen verbruik van (gebroken) grind valt 3 miljoen ton hoger uit dan in 2004 en het gewogen verbruik van steenslag tenslotte is 5 miljoen ton hoger dan in Deze grote stijgingen worden mogelijk veroorzaakt door de beperkte betrouwbaarheid van het onderzoek over 2004 vanwege de lage respons, met name in de betonproductenindustrie in dat jaar. 30 Beton- en metselzand Grind Steenslag 25 Verbruik (miljoen ton) Jaar Figuur 2: Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in de periode (in miljoen ton). Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor exacte cijfers en achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. De import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag Tabel 2 toont de waargenomen import en export van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots, gebaseerd op de resultaten van zowel het onderzoek onder de producenten en handelaren als het onderzoek onder verbruikers. Figuur 3 toont de ontwikkeling van de netto import in de afgelopen jaren. 7

12 Samenvatting Tabel 2: Waargenomen import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten, handelaren en verbruikers in 2005 (miljoen ton). Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag uit gebroken rots Import door producenten en handelaren 7,4 11,7 8,2 Import uit tout-venant door producenten en handelaren 2,4 1,7 - Directe import door verbruikers 2,6 2,9 3,9 Totale import 12,4 16,3 12,1 Totale export 2,5-0,3 - Netto import 9,9 16,0 12, beton- en metselzand grind steenslag netto import in mln. ton jaar Figuur 3: Waargenomen netto import van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots sinds De import van zand en grind uit tout-venant wordt pas sinds 2000 gemonitord en is dus niet in eerdere cijfers opgenomen. Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het Grind VIII; 2005: dit onderzoek (hoofdstuk 5). De waargenomen netto import van beton- en metselzand is in 2005 met 1,4 miljoen ton gestegen ten opzichte van De import van steenslag uit gebroken rots is gestegen met 6 miljoen ton, terwijl de import van (gebroken) grind juist gedaald is met 1 miljoen ton. Het verbruik per type verbruiker De verschillende verbruikerscategorieën verbruiken in verschillende hoeveelheden beton- en metselzand, grind en steenslag. Op basis van de resultaten van het onderzoek onder verbruikers kan bepaald worden welke verbruikerscategorie verantwoordelijk is voor welk percentage van het verbruik. Tabel 3 toont dit relatieve verbruik in Tussen haakjes is het procentuele verbruik in 2004 weergegeven. Hierin valt met name het lage relatieve verbruik van beton- en metselzand en grind door de aannemerij op. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de strenge controle die dit jaar heeft plaatsgevonden op toepassing van zand en grind in ongebonden vorm. Dit oneigenlijke gebruik is dit jaar vrijwel volledig buiten het onderzoek gehouden. Het lage verbruik van (gebroken) grind door de asfaltinstallaties wordt gecompenseerd door een hoger verbruik van steenslag uit gebroken rots. 8

13 Tabel 3: Waargenomen procentueel verbruik per gebruikerscategorie van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots in 2005 op basis van de inkopen door de verbruikers. Tussen haakjes het procentuele verbruik in Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 5). Samenvatting Categorie beton- en (gebroken) steenslag uit metselzand grind gebroken rots aannemers in de B&U-sector 13% (19%) 5% (7%) 0% (0%) aannemers in de GWW-sector 1% (14%) 3% (10%) 3% (29%) asfaltinstallaties 7% (5%) 4% (10%) 71% (45%) betonmortelfabrikanten 47% (41%) 58% (53%) 4% (1%) betonproductenfabrikanten 31% (21%) 30% (21%) 22% (24%) Het verbruik van secundaire zand- en grindvervangende materialen Behalve steenslag, een primaire grindvervanger, gebruikt de zand- en grindverwerkende industrie ook nog diverse soorten secundaire betonen metselzand- en grindvervangende materialen. In 2005 bedroeg het waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de beton- en asfaltsector ca. 1,2 miljoen ton (zie Tabel 4), waarvan 0,8 miljoen ton door de asfaltindustrie. Het waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de betonsector in 2005 bedraagt bijna 0,3 miljoen ton, tegen 22 kiloton in Het waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2005 bedraagt 2,4 miljoen ton, 0,6 miljoen ton meer dan in Hiervan is 1,7 miljoen ton asfaltgranulaat (zie Tabel 5). Het verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de betonsector in 2005 bedraagt 0,5 miljoen ton, tegen 0,2 miljoen ton in Het verbruik van secundaire beton- en metselzand- en grindvervangende materialen in de aannemerij bedraagt respectievelijk 0,1 en 0,05 miljoen ton. Vanwege de strenge controle op verbruik in gebonden toepassing is dit veel minder dan in 2004 (2,1 en 15,2 miljoen ton) Tabel 4: Waargenomen verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2005 in miljoen ton. Tussen haakjes de hoeveelheden in Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 4 en Bijlage D.7). jaar brekerzand van natuurlijke mineralen brekerzand van BSA anders totaal 2005 (2004) 0,83 (0,29) 0,08 (0,07) 0,19 (0,09) 1,1 (0,5) Tabel 5: Waargenomen verbruik van secundaire grindvervangende materialen in de beton- en asfaltsector in 2005 in miljoen ton. Tussen haakjes de hoeveelheden in Bron: dit onderzoek (hoofdstuk 4 en Bijlage D.8). jaar asfaltgranulaat BSA-granulaat fosforslak anders totaal 2005 (2004) 1,71 (1,09) 0,41 (0,52) 0,0 (0,09) 0,27 (0,07) 2,4 (1,8) 9

14 Samenvatting Stroomschema beton- en metselzand en vervangers De productie, import, export, handel en het verbruik van beton- en metselzand en vervangers is op basis van de gecombineerde onderzoeken schematisch weergegeven in onderstaand stroomschema. Nederlandse beton- en metselzandwinningen Buitenlandse beton- en metselzandwinningen 14 mln. ton Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. 9,8 mln. ton Export naar België 2,5 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten Producenten van secundaire beton- en metselzandvervangers 1,2 mln. ton 15,3 mln. ton 2,6 mln. ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 4. Nederlandse verbruikers Primair beton- en metselzand Betonmortel: 7,5 mln. ton Betonproducten: 7,1 mln. ton Asfalt: 1,4 mln. ton Overig: 1,6 mln. ton Secundair beton- en metselzand Asfalt: 0,8 mln. ton Overig: 0,4 mln. ton Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1. Ongebonden toepassingen Totaal: ca. 2 mln. ton Totaal: ca. 22,7 mln. ton Totaal: ca. 24 mln. ton NB: Doordat de cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbuik op basis van productie, import en export ongelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 10

15 Samenvatting Stroomschema (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en vervangers De productie, import, export, handel en het verbruik van (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en grindvervangers is op basis van de gecombineerde onderzoeken schematisch weergegeven in onderstaand stroomschema. Nederlandse grindwinningen Buitenlandse grindwinningen Buitenlandse steenslag uit gebroken rots Op basis van onderzoek onder producenten en handelaren. Zie Figuur 1, Tabel 1 en Tabel 2. 3,5 mln. ton 13,4 mln. ton 8,2 mln. ton Export naar België 0,3 mln. ton Nederlandse handelaren en producenten Producenten van secundaire grindvervangers 2,9 mln. ton 2,4 mln. ton 20,8 mln. ton 3,9 mln. ton Op basis van onderzoek onder verbruikers. Zie Tabel 1, Tabel 2, Tabel 3 en Tabel 5. Nederlandse verbruikers Primair grind en steenslag Betonmortel: 8,9 mln. ton Betonproducten: 5,8 mln. ton Asfalt: 4,7 mln. ton Overig: 1,4 mln. ton Secundair grind Asfalt: 1,7 mln. ton Beton: 0,7 mln. ton Gecombineerde onderzoeksresultaten. Zie Tabel 1. Totaal: ca. 29,1 mln. ton Totaal: ca. 31 mln. ton NB: Doordat de cijfers uit verschillende onderzoeken afkomstig zijn, is het verbuik op basis van productie, import en export ongelijk aan het gemeten verbruik onder de verbruikers. 11

16

17 Inleiding 1. Inleiding Doelstelling Rijk en provincies hebben, als beheerders en vergunningverleners, behoefte aan betrouwbaar cijfermateriaal over de jaarlijkse productie, import, export en consumptie van bouwgrondstoffen in Nederland. Vooral gegevens over beton- en metselzand en grind, relatief schaarse bouwgrondstoffen, die in vrij grote mate in Nederland worden toegepast met name bij de productie van betonmortel en betonproducten, moeten daarom op een betrouwbare, consistente en inzichtelijke manier verzameld worden. Vanuit dit oogpunt worden de volgende gegevens verzameld: - de productie van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland; - de import en export van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; - de handel (transport en logistiek) van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots; - het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag in Nederland per type toepassing; - het verbruik van vervangende materialen voor beton- en metselzand en (gebroken) grind. Over het jaar 2005 zijn deze gegevens voor veruit het belangrijkste deel verzameld via telefonische en schriftelijke enquêtes en persoonlijke interviews onder producenten, handelaren en verbruikers van beton- en metselzand en grind, uitgevoerd in de periode april t/m juli Aanvullend is informatie verzameld uit diverse statistische bronnen. 1.2 Relatie met voorgaande rapportages Het onderzoek naar beton- en metselzand is het elfde onderzoek in de reeks Stand van het Zand. Samen met eerdere onderzoeken wordt nu gedurende 18 jaar onderzoek op dit gebied verricht. Het onderzoek naar (gebroken) grind is het negende in de reeks Lint aan het Grind en is sinds 2000 geïntegreerd in het onderzoek Stand van het Zand. Het totale onderzoek maakt deel uit van het project Monitoring Bouwgrondstoffen, dat sinds 2005 wordt uitgevoerd door Syncera GeoData in opdracht van Rijkswaterstaat/DWW. Het project wordt vanaf 2006 gefinancierd door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, DG Water. 13

18 Inleiding 1.3 Definities Beton- en metselzand is in dit onderzoek gedefinieerd als zand, dat wordt verbruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Grind, gebroken grind en steenslag betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 4 mm en maximaal 40 mm. Deze definities zijn identiek aan die uit eerdere onderzoeken in deze reeks. Tijdens de uitvoering van dit onderzoek is extra aandacht besteed aan de toepassing in gebonden vorm. Hierdoor is het gebruik van beton- en metselzand en grind in andere toepassingen (bijvoorbeeld als funderingszand) meer dan in vorige jaren buiten het onderzoek gehouden. 1.4 Opzet van het onderzoek Conform het protocol Stand van het Zand/Lint aan het Grind, versie , is het onderzoek opgesplitst in drie onderzoekssporen, gebaseerd op het systeem beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland (zie Figuur 1.1). Spoor 1 betreft het onderzoek van bestaand extern statistisch materiaal. Dit materiaal dient om de onderzoeksresultaten te ijken, zoals de landelijke productiecijfers voor oppervlaktedelfstoffen (LCCO-WIG), exportcijfers van naar Nederland exporterende landen en cijfers van de diverse brancheorganisaties (de betonsector en de cementindustrie). Input: Systeem: 1 Output Nederlandse zanden grindwinningen (handelende) producenten Export (m.n. België) 2 Import (m.n. Duitsland, Engeland en België) (niet producerende) Handelaren (transport & logistiek) Verbruikers: - betonmortelcentrales - betonproducten - asfaltcentrales - B&U aannemers - GWW-aannemers 1 Uit het buitenland geïmporteerd materiaal dat direct naar het buitenland wordt doorgevoerd ( transit ) wordt zoveel mogelijk buiten het onderzoek gehouden. 2 Inkoop door producenten bij handelaren komt nauwelijks voor. Figuur 1.1 Stroomschema van het systeem Beton- en metselzand- en grindvoorziening in Nederland 14

19 Inleiding Spoor 2 betreft het onderzoek onder producenten en handelaren. Zij zijn verantwoordelijk voor de aanbodzijde van de beton- en metselzand- en grindmarkt en verzorgen de inbreng van het materiaal in het systeem vanuit de inputbronnen (Nederlandse winningen, buitenlandse winningen in Nederlandse handen en overige import uit het buitenland). De producenten en handelaren zijn tevens verantwoordelijk voor de levering van het materiaal naar de eindverbruikers en voor de export. Tussendoor kan het materiaal via verschillende handelaren gaan. Zo hebben de (pure) producenten, de producerende handelaren en de niet-producerende handelaren een belangrijke rol bij de afstemming van vraag en aanbod. Ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek wordt onderscheid gemaakt in twee categorieën bedrijven aan de aanbodzijde: - producenten; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland (en eventueel in het buitenland) zand en/of grind produceren en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers); - handelaren; dit zijn Nederlandse bedrijven die in Nederland of het buitenland zand en/of grind inkopen en dit leveren aan Nederlandse bedrijven (andere producenten, handelaren of gebruikers). Bedrijven die zowel materiaal produceren als inkopen (i.e. het merendeel van de producenten) worden beschouwd als producenten, tenzij de productie geen structurele bijdrage levert en het bedrijf duidelijk als handelaar te bestempelen is (bijvoorbeeld als het incidentele productie is, of de productie plaatsvindt in het buitenland en uitsluitend bedoeld is om in de handel te kunnen voorzien). Onder de producenten en handelaren zijn zowel schriftelijke als persoonlijke interviews gehouden om de cijfers te verzamelen. De belangrijkste producenten en handelaren zijn persoonlijk geïnterviewd, de meeste overige producenten zijn telefonisch benaderd en bij de meeste overige handelaren is de enquête schriftelijk afgenomen met medewerking van de brancheorganisatie van handelaren (NVLB). Spoor 3 van het onderzoek richt zich op de verbruikers van beton- en metselzand en grind. Deze betrekken hun grondstoffen bij producenten en handelaren of direct uit het buitenland. Onder de verbruikers zijn zowel telefonische als schriftelijke enquêtes afgenomen. De concepteindresultaten van het onderzoek zijn eind november 2006 met de begeleidingsgroep, bestaande uit de opdrachtgever en de betrokken brancheorganisaties, besproken. In Bijlage F is de samenstelling van de begeleidingsgroep weergegeven. Eventuele opmerkingen en commentaar van de begeleidingsgroep zijn in het eindrapport verwerkt. Dit heeft niet tot noemenswaardige aanpassing van de cijfers geleid. 15

20 Inleiding 1.5 Opbouw van dit rapport De opbouw van dit rapport volgt de benadering via deze drie sporen: Spoor 1: onderzoek extern statistisch materiaal (Hoofdstuk 2) Spoor 2: onderzoek onder producenten en handelaren (Hoofdstuk 3) Spoor 3: onderzoek onder verbruikers (Hoofdstuk 4). In Hoofdstuk 5 komen de resultaten van de drie gevolgde onderzoekssporen bij elkaar en worden de resultaten met elkaar vergeleken, zodat meer betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan. In dit hoofdstuk wordt ook stilgestaan bij de betrouwbaarheid van het onderzoek, de consistentie van de resultaten en worden aanbevelingen gedaan om in 2006 de betrouwbaarheid van het onderzoek verder te verbeteren. 16

21 Extern statistisch materiaal 2. Extern statistisch materiaal Inleiding Het doel van dit deel van het onderzoek is het verzamelen van statistisch materiaal dat kan helpen bij het vaststellen van de productie, de import en export en het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind. Deze gegevens vormen een belangrijke ijk- en controlemethode voor de enquêteresultaten. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de verschillende gegevens en gegevensbronnen die afkomstig zijn uit extern statistisch materiaal. In de volgende paragrafen worden deze bronnen achtereenvolgens behandeld. Tabel 2.1 Extern statistisch materiaal zoals gebruikt in dit onderzoek Bron: Cijfers: Ten behoeve van: LCCO-WIG cijfers over de productie van beton- en metselzand en grind - bepaling respons productie en ophoogfactor voor (handelende) producenten Dienst Domeinen productiecijfers uit Rijkswateren - controle op LCCO-WIG-cijfers UK Crown Estate cijfers over op het Engels continentaal plat gewonnen, en naar Nederlandse - controle import van tout-venant naar Nederland havens getransporteerd tout-venant NGU (Noorse Geologische Dienst) cijfers over de import van steenslag uit gebroken rots vanuit Noorwegen - controle import van steenslag uit gebroken rots naar Nederland CBS cijfers over de import en export van - beperkte waarde voor het onderzoek zand en grind cijfers over de productie van betonmortel in Nederland - beperkte waarde voor het onderzoek cijfers over de cementproductie - beperkte waarde voor het onderzoek NVLB handel in beton- en metselzand en grind - bepaling respons handel en ophoogfactor voor niet-producerende handelaren Industrie cijfers over de cementproductie - controle verbruik van beton- en metselzand en grind cijfers over de productie van betonmortel (VOBN) - controle verbruik van beton- en metselzand en grind en controle ophoogfactor betonmortelindustrie cijfers over de productie van asfalt (VWB-Asfalt) - controle verbruik van beton- en metselzand en grind controle ophoogfactor asfaltindustrie Bouwnijverheid diverse statistische cijfers over de bouwnijverheid (EIB) - controle verbruik van beton- en metselzand en grind 17

22 Extern statistisch materiaal 2.2 LCCO-WIG cijfers: productie van beton- en metselzand en grind Jaarlijks moeten alle vergunninghouders van ontgrondingen aan de vergunningverlener (provincie of Rijkswaterstaat) opgeven hoeveel ton beton- en metselzand en grind er in het voorgaande jaar is gewonnen. Deze cijfers worden door de Werkgroep Inventarisatie Gegevens van de Landelijke Commissie voor de Coördinatie van het Ontgrondingenbeleid (LCCO-WIG) verzameld LCCO-WIG cijfers 2005 De onderstaande Tabellen 2.2 en 2.3 geven een overzicht van de productie van beton- en metselzand en grind per vergunningverlenende instantie gedurende de afgelopen 10 jaar. Figuur 2.1 toont de productie van beton- en metselzand en grind in grafiekvorm. Tabel 2.2 Productie van beton- en metselzand naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 1996 tot en met 2005 (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG, gem. Groningen 0,4 0,5 0,3 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3 0,3 0,4 Drenthe 0,9 1,0 0,7 0,8 0,8 0,9 0,9 0,8 0,7 0,7 0,8 Overijssel 0,9 1,0 1,0 1,1 1,1 1,0 0,8 0,8 0,9 0,9 1,0 Gelderland 5,6 5,3 5,7 3,8 5,3 4,5 3,2 3,0 3,3 3,2 4,3 Utrecht 0,1 0,1 0,1 0,2 0,1 0,2 0,1 0,1 0,3 0,3 0,2 Noord-Brabant 4,5 4,4 3,8 7,0 7,7 5,6 5,4 3,6 3,0 3,1 4,8 Limburg 7,4 8,0 6,8 5,8 3,2 5,1 2,8 3,7 3,2 2,6 4,9 Rijkswaterstaat 1,3 1,6 2,5 1,4 2,4 2,1 3,1 3,0 1,9 3,0 2,2 Nederland 21,0 21,8 20,9 20,5 21,2 19,8 16,7 15,2 13,6 14,0 18,5 Tabel 2.3 Productie van grind naar vergunningverlenende instantie voor de jaren 1996 tot en met 2005 (in miljoen ton) Bron: LCCO-WIG, gem. Overijssel 0,06 0,06 0,06 0,07 0,06 0,04 0,05 0,04 0,01 0,01 0,0 Gelderland 0,8 0,5 0,8 0,5 0,7 0,5 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 Noord-Brabant 0,7 0,6 0,5 0,6 1,2 1,1 0,8 0,6 0,6 0,5 0,7 Limburg 4,4 4,5 3,2 3,8 3,4 2,1 1,7 3,0 2,5 2,0 3,1 Limburg (reg.) 0,7 0,7 0,8 1,1 0,8 0,9 0,6 0,4 0,4 0,7 0,7 Rijkswaterstaat 0,01 0,1 0,3 0,02 0,3 0,2 0 0,02 0 0,01 0,1 Nederland 6,7 6,5 5,7 6,0 6,5 4,8 3,6 4,5 3,8 3,6 5,2 18

23 Extern statistisch materiaal productie in mln. ton Beton- en metselzand Grind Jaar Figuur 2.1 De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar volgens de LCCO-WIG (miljoen ton). Bron: LCCO-WIG. 2.3 Productiecijfers rijkswateren Dienst Domeinen De Dienst Domeinen van het Ministerie van Financiën verzamelt productiecijfers van de winning van oppervlaktedelfstoffen uit de Nederlandse rijkswateren ten behoeve van de berekening van de afdracht van de verplichte domeinvergoeding. Daarbij wordt voor wat betreft zeezand geen onderscheid gemaakt in beton- en metselzand en ophoogzand. Voor de overige rijkswateren geven de bedrijven soms wel aan dat ze industriezand hebben gewonnen. Voor het IJsselmeergebied betreft dit, gezien de winlocaties in de Randmeren, veelal kalkzandsteenzand. In de rivieren geldt dat waarschijnlijk ook een deel van het geregistreerde ophoogzand industriezand betreft, aangezien de NVLB de winning van rivierzand op ca. 0,6 mln. ton schat. De gegevens van de Dienst Domeinen zijn weergegeven in Tabel 2.4. Tabel 2.4 Productie van zand en grind uit de Nederlandse Rijkswateren in 2005 opgesplitst naar Noordzee, IJsselmeergebied, Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren en rivieren voor zover hierover domeinafdracht verplicht is (in tonnen). Bron: Dienst Domeinen, augustus Rijkswater ophoogzand industriezand zeezand (1) Noordzee IJsselmeergebied (2) Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren Rivieren (3) (3) Waddenzee overig Totaal Deels industriezand 2 Merendeels kalkzandsteenzand gewonnen in het Veluwemeer en het Gooimeer 3 Een deel van het in rivieren gewonnen ophoogzand betreft waarschijnlijk ook industriezand aangezien de NVLB de winning van rivierzand op ca. 0,6 mln. ton schat. 19

24 Extern statistisch materiaal 2.4 Import van tout-venant uit Engeland (Crown Estate) De Engelse overheid (UK Crown Estate) houdt gegevens bij van de export van tout-venant vanuit Engeland naar Nederlandse havens. De opgave van de managing agents offshore for the Crown Estate betreft marine dredged aggregates, oftewel op zee gewonnen tout-venant. Dit materiaal bestaat voor ca. 45% uit beton- en metselzand en voor ca. 55% uit grind, maar deze percentages schommelen per lading. In Tabel 2.5 is de import voor 2005, totaal 3,8 miljoen ton, uitgesplitst per zeehaven waar het materiaal is aangeland. Tabel 2.6 geeft een overzicht van deze cijfers voor de afgelopen 10 jaar. Hieruit blijkt de import van tout-venant terug is op het hoge niveau van 2000 en Tabel 2.5 Import van Engels tout-venant in Nederlandse in 2005 per Nederlandse zeehaven (in tonnen) Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics Nederlandse zeehaven 2005 Harlingen Amsterdam Rotterdam Vlissingen Totaal Tabel 2.6 Import van Engels tout-venant in Nederlandse havens voor de jaren 1996 tot en met 2005 (in miljoen ton) Bron: Marine Aggregates, Crown Estate Licenses, Summary of Statistics gem. Engels tout-venant 3,5 3,6 3,6 3,5 3,8 3,9 3,3 3,5 3,5 3,8 3,6 - waarvan 45% zand 1,6 1,6 1,6 1,6 1,7 1,8 1,5 1,6 1,6 1,7 1,6 - waarvan 55% grind 1,9 2,0 2,0 1,9 2,1 2,1 1,8 1,9 1,9 2,1 2,0 2.5 Import van steenslag uit Noorwegen (NGU) De Noorse geologische dienst (NGU) verzamelt cijfers over de export van steenslag uit gebroken rots. In 2005 is er volgens de NGU 2,21 miljoen steenslag naar Nederland geëxporteerd. Sinds 2001 is de import met bijna 2 miljoen ton gestegen. Tabel 2.7 Import steenslag uit Noorwegen voor de jaren 1996 tot en met 2005 (in miljoen ton) Bron: NGU, diverse jaarlijkse rapporten Steenslag uit gebroken rots 0,38 0,97 1,38 1,67 2,21 20

25 Extern statistisch materiaal 2.6 Import en export van zand en grind (CBS) Het CBS verzamelt gegevens over de import en export van o.a. zand, grind en steenslag naar en vanuit Nederland. Deze cijfers dienen met grote voorzichtigheid te worden behandeld. Ten eerste wijken de productomschrijvingen van het CBS af van de in dit onderzoek gehanteerde definities voor beton- en metselzand en grind. Ook de door CBS gehanteerde criteria met betrekking tot de handelswaarde ( ) leiden tot afwijkingen, doordat bedrijven die voor een kleinere waarde importeren niet aan CBS rapporteren. Doordat in de zand- en grindwinning en -handel de hoeveelheden vaak lager zijn (< ton) leidt dit gemakkelijk tot een structurele onderschatting van de totale hoeveelheden, met name van de eigen import door verbruikers. Verder weten de transporteurs (meestal binnenvaartschippers) vaak niet wat voor materiaal ze precies bij zich hebben, wat kan leiden tot vervuiling van de cijfers. Tenslotte kunnen de cijfers vervuild zijn met direct doorgevoerd materiaal, zogenaamd transit. Een gevolg van deze onzuiverheden is dat de cijfers alleen bruikbaar zijn om een trend weer te geven van de import en export van betonen metselzand en grind, en niet om absolute uitspraken op te baseren CBS importgegevens per land in 2005 De importhoeveelheden van zand (kiezelzand en kwartszand, inclusief gekleurd en natuurlijk zand van alle soorten), grind (keistenen en grind) en steenslag (steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag) vanuit de belangrijkste naar Nederland exporterende landen in 2005 zijn weergegeven in Tabel 2.8. Tabel 2.8 Import van zand, grind en steenslag in 2005 naar Nederland vanuit de belangrijkste importlanden (in tonnen) Bron: CBS, juli 2006 Zand Grind Steenslag Land kiezel- en kwartszand ander natuurlijk zand Duitsland België UK Noorwegen nihil Frankrijk Overig Totaal

26 Extern statistisch materiaal CBS exportgegevens per land in 2005 De exporthoeveelheden van zand (kiezelzand en kwartszand, inclusief gekleurd en natuurlijk zand van alle soorten), grind (keistenen en grind) en steenslag (steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag) vanuit Nederland naar de belangrijkste Nederlandse exportlanden voor bouwgrondstoffen in 2005 zijn weergegeven in Tabel 2.9. Tabel 2.9 Export van zand, grind en steenslag in 2005 vanuit Nederland naar de belangrijkste exportlanden (in tonnen) Bron: CBS, juli Zand Grind Steenslag Land kiezel- en kwartszand ander natuurlijk zand Duitsland België UK nihil Noorwegen nihil nihil Frankrijk nihil Overig Totaal CBS import- en exportgegevens De historische import- en exportgegevens voor beton- en metselzand en grind zijn opgenomen in Tabel 2.10 op de volgende bladzijde. Wanneer de netto import (i.e. totale zandimport totale zandexport) grafisch wordt weergegeven (Figuur 2.2) valt het ontbreken van een trend op. Verder valt het beperkte importoverschot in de laatste jaren op (ca. 1 miljoen ton), terwijl de Stand van het Zand onderzoeken in de afgelopen jaren importoverschotten van 5 tot 10 miljoen ton registreren. netto import (mln. ton) 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0-0, jaar Figuur 2.2 Grafische weergave van de netto import van beton- en metselzand gedurende de periode op basis van de import- en exportgegevens van het CBS (in miljoen ton)

27 Extern statistisch materiaal 2.7 Verbruik van beton- en metselzand en grind op basis van statistische gegevens Het totale binnenlandse verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland kan in principe worden geschat met behulp van de LCCO-WIG productiecijfers en de gegevens over import en export van het CBS (zie Tabel 2.10): Verbruik = Productie WIG + Import CBS Export CBS Hierbij gelden wel de in Paragraaf 2.6 genoemde kanttekeningen bij de CBS-cijfers. In de afgelopen jaren zijn de resultaten van deze benadering niet of nauwelijks in lijn gebleken met de resultaten van de overige onderzoekssporen. De in deze paragraaf gepresenteerde cijfers dienen dan ook met voorzichtigheid te worden behandeld. Tabel 2.10 Verbruik van beton- en metselzand (in miljoen ton) op basis van de LCCO-WIG productiecijfers en de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland import ander import kiezel- en totale zandimport export ander export kiezel- en totale zandexport binnenlands verbruik (prod.+ import - export) (LCCO- WIG) natuurlijk zand (CBS) kwartszand (CBS) (CBS) natuurlijk zand (CBS) kwartszand (CBS) (CBS) o.b.v. import ander natuurlijk o.b.v import alle zanden zand ,0 4,1 3,7 7,8 7,3 1,1 8,4 17,8 20, ,8 5,1 3,1 8,2 6,4 1,1 7,5 20,5 22, ,9 6,3 3,0 9,3 5,8 1,0 6,8 21,4 23, ,5 4,2 3,9 8,1 6,4 1,1 7,5 18,3 21, ,2 4,8 3,4 8,2 6,2 0,3 6,4 19,8 23, ,8 7,0 2,7 9,7 7,8 0,3 8,1 19,0 21, ,7 5,8 2,5 8,3 8,5 0,3 8,8 14,0 16, ,3 6,2 2,5 8,7 7,8 0,3 8,1 13,7 15, ,6 6,3 2,6 8,9 7,2 0,6 7,7 12,7 14, ,0 6,0 1,4 7,4 6,6 0,6 7,2 13,4 14,2 Gebaseerd op deze statistieken ligt het verbruik van beton- en metselzand in 2005 in Nederland waarschijnlijk tussen de 13,4 en 14,2 miljoen ton, omdat de geregistreerde import en export van 'kiezel- en kwartszand waarschijnlijk zowel een hoeveelheid beton- en metselzand en een hoeveelheid zilverzand betreft (import 0,6 miljoen ton, export 0,3 miljoen ton) Opvallend in deze cijfers is de daling van het verbruik van ca. 20 miljoen ton eind jaren 90 naar minder dan 15 miljoen ton in de afgelopen jaren. Dit is niet realistisch en versterkt het idee dat deze cijfers nauwelijks betrouwbaar zijn. 23

28 Extern statistisch materiaal Verder tonen de CBS-cijfers voor 2005 een importoverschot (netto import) van 0,8 miljoen ton voor kiezel- en kwartszand en een exportoverschot van ander natuurlijk zand van 0,6 miljoen ton. Gezamenlijk is er dus een netto importoverschot voor zand van 0,2 miljoen ton. Het totale binnenlandse verbruik van grind kan op dezelfde wijze geschat worden (zie Tabel 2.11). Ook voor grind geldt dat de productgroepen niet direct aansluiten op de in dit onderzoek gehanteerde definities en dat de CBS-cijfers in de afgelopen jaren niet in lijn zijn gebleken met de resultaten van de Lint aan het Grind onderzoeken. Gebaseerd op de beschikbare statistieken ligt het totale verbruik van grind in Nederland in 2005 op 10,1 miljoen ton, waarvan 6,5 miljoen ton import. Tabel 2.11 Verbruik van (gebroken) grind (in miljoen ton) op basis van de LCCO-WIG productiecijfers en de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland (LCCO-WIG) import keistenen en grind, vuur- en rolstenen (CBS) export keistenen en grind, vuur- en rolstenen (CBS) binnenlands verbruik (= productie + import - export) ,7 6,6 1,1 12, ,5 6,6 0,8 12, ,7 7,5 0,6 12, ,0 8,7 0,4 14, ,5 8,8 0,4 14, ,8 10,2 0,4 14, ,6 11,1 0,2 14, ,5 8,4 0,7 12, ,8 8,2 0,7 11, ,6 7,2 0,7 10,1 Tenslotte ligt het verbruik van steenslag volgens de beschikbare statistiek op 4,8 miljoen ton (zie Tabel 2.12). Steenslag wordt niet in Nederland geproduceerd zodat dit binnenlands verbruik volledig bestaat uit import, verminderd met een kleine hoeveelheid export. De import in 2005 komt goed overeen met die in Tabel 2.12 Verbruik van steenslag (in miljoen ton) in 2005 op basis van de CBS maandstatistieken jaar productie Nederland (LCCO-WIG) import steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag (CBS) export steenslag van dolomiet en van kalksteen en overige steenslag (CBS) binnenlands verbruik (= productie + import - export) ,95 0,01 4, ,80 0,01 4,80 24

29 Extern statistisch materiaal 2.8 Handelsgegevens NVLB Jaarlijks houdt de NVLB (Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwstoffen) een onderzoek onder de leden van de vereniging aan de hand waarvan zij inzicht probeert te krijgen in de structuur en grootte van de Nederlandse handel in grind en industriezand in Nederland. Hoewel dit onderzoek en de resultaten een vertrouwelijk karakter hebben, zijn ten behoeve van het onderzoek Stand van het Zand / Lint aan het grind, de belangrijkste eindresultaten door de NVLB aangeleverd. Deze zijn weergegeven in Tabel In vergelijking met 2004 is de handel in industriezand in 2005 met ongeveer 10% gestegen. Het verbruik is gelijk gebleven. De handel in grind is in 2005 ten opzichte van 2004 met ruim 7% gestegen. Het verbruik is volgens de NVLB met 3% gestegen. Tabel 2.13 Verbruik van en handel in industriezand en grind(vervangers) door de Nederlandse markt (in miljoen ton). Bron: Structuuronderzoek 14, De handel in grind en industriezand in Nederland , NVLB, juni verbruik 2005 rond grind 13,5 gebroken grind 3,5 grindvervangend natuursteen ( steenslag ) 8,0 ander grindvervangend materiaal ( secundair ) 1,3 grind + steenslag totaal 26,3 industriezand voor beton en asfalt 20,0 industriezand voor overige toepassingen 2,0 industriezand totaal (1) 22,0 Totaal 48,3 1 Het totale verbruik van industriezand volgens het NVLB Structuruonderzoek is inclusief een beperkte hoeveelheid kalkzandsteenzand. 2.9 Industriële statistieken Productie van cement Via de Vereniging Nederlandse Cementindustrie zijn van de ENCI gegevens ontvangen voor het cementgebruik in Nederland voor 2005 en voor de vier voorgaande jaren. In Tabel 2.14 is dit verbruik weergegeven in relatie tot het in voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind berekende verbruik van beton- en metselzand en grind (inclusief vervangende materialen) door de betonsector. Zo kunnen de verhoudingen tussen het cementgebruik enerzijds en het gebruik van betonen metselzand en grind anderzijds bepaald worden. 25

30 Extern statistisch materiaal Tabel 2.14 Verbruik van cement in Nederland zoals berekend door de ENCI en de VNC in relatie tot het verbruik van beton- en metselzand, grind en zand- en grindvervangende materialen door de betonsector in de periode (in miljoen ton). De verwachte cijfers voor het zand- en grindverbruik in 2005 zijn berekend op basis van het door de ENCI/VNC gerapporteerde cementverbruik in 2005 en de historische verhoudingen zand:cement en grind:cement. Bron: Cementverbruik: ENCI, 2005; verbruik beton- en metselzand, grind en vervangende materialen: SvhZ/LahG 2001 t/m jaar cementgebruik in Nederland verbruik beton- en metselzand en zandvervangers in verhouding zand:cement verbruik grind en grindvervangers in de betonsector verhouding grind:cement de betonsector ,01 19,39 3,23 : 1 19,04 3,17 : ,75 18,72 3,26 : 1 21,96 3,82 : ,16 17,21 3,34 : 1 18,59 3,60 : ,30 14,38 2,71 : 1 13,40 2,53 : 1 gemiddelde 5,56 17,42 3,13 : 1 18,25 3,28 : ,20 16,29 (verwacht) 3,13 : 1 17,05 (verwacht) 3,28 : 1 De bij de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken over 2001 t/m 2004 gesignaleerde verhoudingen zand-cement en grindcement van respectievelijk 3,1:1 en 3,3:1 komen vrij goed overeen met wat volgens de ENCI/VNC gebruikelijk is. ENCI/VNC hanteert namelijk een verhouding zand-cement van 3:1 en een verhouding grind-cement van 3,5:1. Wel vallen de lage zand-cement en grind-cement verhoudingen in 2004 op. Deze hebben te maken met het lage berekende verbruik van beton- en metselzand en grind in 2004 (zie Stand van het Zand X / Lint aan het Grind VIII). Op basis van de gemiddelde verhouding zand-cement en grind-cement en het door de ENCI/VNC gerapporteerde cementgebruik in 2005 van 5,20 miljoen ton zijn voorspellingen te doen over het verwachte verbruik van beton- en metselzand (en vervangers) en grind (en vervangers) in 2005 door de betonsector. Dit is respectievelijk 16,3 en 17,1 miljoen ton. In Hoofdstuk 5 zal worden bekeken of dit overeenkomt met de resultaten van voorligend onderzoek. Productie van betonmortel De VOBN houdt als brancheorganisatie van de betonmortelfabrikanten, gegevens bij omtrent de jaarlijks productie van betonmortel. Tabel 2.15 toont de cijfers voor de betonmortelproductie over De cijfers geven inzicht in de trends in de productie van betonmortel en daarmee in het verbruik van beton- en metselzand en grind. De cijfers voor 2005 tonen een lichte stijging van de betonmortelproductie (+4,1%). Op basis daarvan is ook voor het verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005 door de betonmortelfabrikanten een kleine stijging te verwachten. Ook het CBS verzamelt gegevens over de productie van stortklaar beton in Nederland. Hoewel deze gegevens niet als zeer betrouwbaar mogen worden gezien (vanwege de eerder al besproken door het CBS gehanteerde criteria), geven ze wel een beeld van de lange termijn ontwikkelingen en tonen ze de algemene trend. Ook deze gegevens zijn opgenomen in Tabel Voor 2005 blijkt de productie van stortklaar beton met maar liefst 20% te zijn gestegen. 26

31 Extern statistisch materiaal Tabel 2.15 Aantal betoncentrales en productie van betonmortel in Nederland zoals berekend door de VOBN en van stortklaar beton' zoals berekend door het CBS (Prodcom code ) (miljoen m 3 ). Bron: Betonmortel: VOBN, augustus 2006; stortklaar beton: CBS, augustus jaar Betonmortel (VOBN) 7,58 8,17 8,31 9,45 9,69 9,00 8,35 8,44 8,27 8,61 Verschil t.o.v. voorgaand jaar +1,9% +7,8% +1,7% +14% +2,5% -7,0% -7,2% +1,1% -2,0% +4,1% Stortklaar beton (CBS) ,79 5,19 5,31 4,74 4,48 5,42 Verschil t.o.v. voorgaand jaar % 2,3% -11% -5,5% +20% Productie van betonproducten Van de BFBN zijn dit jaar geen cijfers ontvangen over de productie van betonproducten in Nederland. Ook bij het CBS is geen overzicht te krijgen van de productie van betonproducten. Op basis van EIB-cijfers over 2004 (Factsheet ABN AMRO Industrie Bouwmaterialen, september 2005) en een geringe stijging in 2005 zou een productie van betonproducten van circa 10 mln. ton te verwachten zijn. Dit komt goed overeen met een hoeveelheid van ca. 7 miljoen m 3, berekend uit het productievolume van betonmortel x 85%. Deze vuistregel wordt door de betonbranche gehanteerd om enig zicht te hebben op het productievolume aan betonproducten. Productie van asfalt Gegevens over de productie van asfalt in Nederland worden bijgehouden door de VBW-Asfalt, de Vereniging tot Bevordering van Werken in Asfalt. Voor de periode 1996 t/m 2005 zijn de gegevens over de productie van asfalt en de hoeveelheid hergebruikt asfaltgranulaat weergegeven in Tabel Voor 2001 en 2002 zijn geen gegevens bekend. Opvallend is dat het verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche, zoals gerapporteerd in de SvhZ/LahG onderzoeken, fluctueert (van 3,3 tot 9,6 miljoen ton) en veelal enkele miljoenen tonnen afwijkt van het verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) zoals door de branche gerapporteerd. Alleen in 2003 wordt een vrijwel gelijk verbruik gerapporteerd. Het gebruik van de relatie met het asfaltproductievolume bij het bepalen van het verbruik van verse toeslagmaterialen door de asfaltbranche dient dus met grote voorzichtigheid te gebeuren. Wanneer op basis van de historische relatie over de jaren 1997 t/m 2004 tussen het verbruik van toeslagmaterialen door de asfaltbranche zoals gemeten in de SvhZ/LahG -onderzoeken enerzijds en het verbruik van verse toeslagmaterialen zoals gerapporteerd door de branche anderzijds het verbruik voor 2005 wordt bepaald, blijkt een verbruik van ca. 7,4 miljoen ton te verwachten te zijn. In Hoofdstuk 5 zal worden gekeken of deze voorspelling overeenkomt met de resultaten van voorliggend onderzoek. 27

32 Extern statistisch materiaal Tabel 2.16 Productie van asfalt en gebruik van asfaltgranulaat in Nederland zoals berekend door de VBW-Asfalt in relatie tot het verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche op basis van de Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken (in miljoen ton). Hierbij is rekening gehouden met de toevoeging van 5% bitumen aan nieuw asfalt. Bron: Asfaltproductie: VBW-Asfalt, 2006; verbruik zand, grind en steenslag: SvhZ/LahG-onderzoek jaargangen 1996 t/m totale asfaltproductie 7,7 8,1 7,5 8,4 7, ,9 7,7 8,6 gebruikt asfaltgranulaat 1,8 1,8 1,7 2, ,3 2,2 2,4 verse toeslagmaterialen, exclusief 5% bitumen 5,6 6 5,5 6 5, ,3 5,2 5,9 verbruik zand, grind en onbekend 7,4 8,7 9,4 5,0 9,6 9,1 8,1 6,0 3,3 steenslag (SvhZ/LahG) (verwacht) 2.10 Omzet in de bouwnijverheid (Bouwend Nederland) Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid publiceert economische cijfers over de bouw, gebaseerd op eigen onderzoek en cijfers van het CBS en het CPB. Deze geven een goede indicatie van de bouwactiviteit en daarmee van de te verwachten trend in het verbruik van beton- en metselzand en grind. Tabel 2.16 toont de bouwproductie in Nederland voor de periode sinds De bouwproductie in Nederland blijkt in 2005 met 2,0% te zijn gestegen ten opzichte van Dit is tevens in lijn met de stijging van de productie van betonmortel. In lijn hiermee kan verwacht worden dat ook het verbruik van betonen metselzand, grind en steenslag in Nederland in beperkte mate gestegen is. Tabel 2.16 Bouwproductie (in miljoenen euro s). Bron: : De bouw in cijfers , uitgave 2005, Bouwend Nederland, juni 2005; 2005: Jaarverslag 2005, EIB. jaar Bouwproductie Verandering t.o.v. voorgaand jaar in procenten - +6,6% +2,1% -1,4% +0,8% +2,0% 28

33 Onderzoek onder producenten en handelaren 3. Onderzoek onder producenten en handelaren Inleiding Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren. Paragraaf 3.2 gaat in op de opzet en uitvoering van de enquête. In Paragraaf wordt ingegaan op de inhoud van de enquête. In Paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling van de responsgroep en in Paragraaf geven we aan hoe de respons is opgehoogd naar de totale populatie voor de verschillende deelpopulaties van de producenten en handelaren. In Paragraaf 3.2 t/m 3.6 zijn de resultaten van het onderzoek onder producenten en handelaren opgenomen. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de volgende onderzoeksdoelstellingen: het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand en grind onder de geënquêteerde bedrijven en het daaruit afgeleide dekkingspercentage t.o.v. de totale productie volgens de LCCO- WIG (Paragraaf 3.2); het krijgen van inzicht in de leveringen door producenten en handelaren van beton- en metselzand, grind en steenslag aan verbruikers (Paragraaf 3.3); het krijgen van inzicht in de productie van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.4); het krijgen van inzicht in de inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.5); het krijgen van inzicht in de import en export van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 3.6). 3.2 Uitvoering van het onderzoek Inhoud van de enquête In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over de eigen winning van beton- en metselzand en grind in Nederland en de winning in het buitenland, zowel van zand, grind en steenslag, als van tout-venant. Verder is gevraagd naar de hoeveelheid en herkomst van ingekocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots. Zo ontstaat inzicht in de herkomst van het in Nederland door producenten en handelaren geleverde materiaal (Nederlandse winningen, buitenlandse winningen in bezit van (of gelieerd aan) Nederlandse bedrijven (import) en overige leveringen vanuit het buitenland (import)). Verder is de bedrijven gevraagd naar de hoeveelheden verkocht beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots aan de verschillende afnemerscategorieën ((tussen)handelaren, eindverbruikers, eigen verbruik en export). Op deze manier is het materiaal te volgen van de herkomst, via de handel tot aan de toepassing ervan. 29

34 Onderzoek onder producenten en handelaren De vraag over de leveringen van beton- en metselzand aan eindverbruikers per provincie is dit jaar vervallen. Hierin wordt dus geen inzicht meer gegeven. Het producenten- en handelarenenquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage A Samenstelling van de enquêtegroep Ten behoeve van de enquête is in eerste instantie gebruik gemaakt van de adressenbestanden van de brancheorganisaties van de zand- en grindwinnende industrie en van de zand- en grindleverende industrie: de Nederlandse Vereniging van Regionale Industriezand en grind Producenten (NEVRIP); de vereniging van IndustrieZand- en GrindProducenten (IZGP) de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen (NVLB). Het adressenbestand van de zand- en grindwinnende industrie is aangevuld met adresgegevens van vergunninghouders, afkomstig van de vergunningverlenende instanties. Het adressenbestand van leveranciers van bouwgrondstoffen is aangevuld met het vorig jaar gebruikte adressenbestand zodat ook leveranciers die geen lid zijn van de NVLB benaderd konden worden. In afwijking van het Protocol is er geen gebruik gemaakt van openbare adressenbestanden, zoals van Marktselect of de Kamer van Koophandel, omdat deze bestanden veel bedrijven bevatten die niet actief zijn in de productie van of handel in beton- en metselzand, grind en steenslag. In totaal zijn 147 bedrijven voor het onderzoek benaderd: 43 producenten (al dan niet met handelsactiviteiten); 104 handelaren (zonder eigen productie). Het aantal benaderde producenten is door opschoning van het adressenbestand lager dan in 2005 toen ook een aantal bedrijven benaderd is die uitsluitend ophoogzand produceren. Op basis van de productie- en leveringencijfers van 2004 is bepaald welke bedrijven het grootste marktaandeel hebben zodat deze benaderd konden worden voor het persoonlijk afnemen van een enquêteinterview Uitvoering van de enquête Afhankelijk van de brancheorganisatie waar de bedrijven lid van zijn zijn deze op verschillende manieren benaderd. NVLB-leden Alle NVLB-leden zijn dit jaar door de NVLB benaderd of ze aan dit onderzoek mee wilden werken. Deze bedrijven ontvingen in maart de enquête tegelijk met de NVLB-enquête. Op deze wijze wordt de enquetedruk voor de bedrijven enigszins beperkt en hoeven de bedrijven de cijfers maar één keer op te zoeken. Belangrijke handelaren zijn indien nodig nagebeld ter verkrijging van de cijfers. 30

35 Onderzoek onder producenten en handelaren NEVRIP-leden De producenten die lid zijn van de NEVRIP en niet via de NVLB-mailing waren benaderd, zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht waarbij tevens een aanbevelingsbrief van de NEVRIP is gevoegd. Deze bedrijven zijn vervolgens telefonisch benaderd voor afname van de enquête, of zijn bezocht ( grote producenten ). IZGP-leden De producenten die lid zijn van de IZGP, zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht waarbij tevens een aanbevelingsbrief van de IZGP is gevoegd. Deze bedrijven zijn vervolgens bezocht. In één geval is de enquête schriftelijk afgenomen. Overige producenten De overige producenten zijn schriftelijk over het onderzoek op de hoogte gebracht en vervolgens telefonisch benaderd voor afname van de enquête. Drie bedrijven waarvan geen telefoonnummer bekend is hebben de enquête per post ontvangen, maar hebben niet geresponeerd. Overige handelaren De overige handelaren hebben de enquête per post ontvangen Controle transit -zand en -grind De import- en exportgegevens voor beton- en metselzand en grind zijn extra gecontroleerd op zogenaamd transit. Dit is zand en grind dat door Nederlandse bedrijven in het buitenland geproduceerd of ingekocht wordt ten behoeve van export naar een ander land dan Nederland. In de praktijk gebeurt dit vooral met beton- en metselzand dat in Duitsland geproduceerd of ingekocht wordt en in België afgezet wordt. De responscijfers zijn gecontroleerd op dit transit -zand door voor bedrijven die zowel veel zand exporteren als importeren na te gaan of hier transit -zand bij zit inbegrepen Controle dubbeltellingen Er is een extra controle uitgevoerd op via Nederlandse administratiekantoren van buitenlands bedrijven ingekocht zand en grind. Indien dit zowel door het administratiekantoor als door het inkopende bedrijf als import wordt opgenomen leidt dit tot dubbeltellingen. Het vermoeden bestaat dat in devoorgaande jaren op deze wijze dubbeltellingen zijn ontstaan. In 2004 heeft dit hoogstwaarschijnlijk geleid tot een enkele miljoenen tonnen te hoge beton- en metselzand- en grindimport Samenstelling responsgroep en populatie Absoluut responspercentage Van de in totaal 43 benaderde producenten is bij 20 bedrijven de enquête afgenomen. Enkele bedrijven gaven aan geen beton- en metselzand en/of grind te produceren of te verhandelen en enkele bedrijven konden of wilden niet aan de enquête meewerken. 31

36 Onderzoek onder producenten en handelaren Van de 104 benaderde, niet producerende, handelaren is de enquête bij 21 bedrijven afgenomen. Enkele bedrijven gaven aan niet actief te zijn als handelaar in beton- en metselzand en/of grind. Deze responsresultaten zijn weergegeven in Tabel 3.1. Tabellen C.1 en C.2 in Bijlage C geven meer informatie over de respondenten. Het aantal respondenten en het responspercentage onder de handelaren zonder eigen productie is lager dan vorig jaar, ondanks de benadering via de NVLB. Het aantal respondenten onder de producenten is iets lager dan in 2004, het percentage iets hoger. Tabel 3.1 Respons in aantallen producenten en handelaren in 2005 totale populatie (volledig benaderd) uitval (1) responsaantal (2) absoluut responspercentage producenten % handelaren % totaal % 1 Uitval vanwege onbestelbaar, geen productie/handel, etc. 2 Het aantal bedrijven, waarvan de gegevens in dit onderzoek zijn verwerkt. Toevoeging enquêteresultaten Voor drie bedrijven die een belangrijke rol spelen in de handel van beton- en metselzand en grind zijn dit jaar geen gegevens ontvangen. Omdat deze bedrijven op een specifiek onderdeel van de handel een belngrijke rol spelen, is besloten voor deze bedrijven de cijfers over 2004 te hanteren in plaats van ze volledig weg te laten, omdat dit tot onevenredig grote verschuivingen zou leiden. Respons op basis van leveringen aan eindverbruikers Door de responsresultaten voor de totale levering aan eindverbruikers te beschouwen en te vergelijken met het verbuik van beton- en metselzand, grind en steenslag zoals gerapporteerd door de NVLB (zie paragraaf 2.8), is een goed inzicht te krijgen in de dekking van de enquete. Dit is gedaan in Tabel 3.2. Hieruit blijkt de dekking van het onderzoek over 2005 met 84% beter is dan over Tabel 3.2 Gemeten totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag aan Nederlandse eindverbruikers in 2004 en in 2005 (in miljoen ton) en hieruit berekend dekkingspercentage van de responsgroep op basis van de NVLB-cijfers. totale levering aan eindverbruikers NVLB 2005 dekkingspercentage beton- en metselzand 18,1 20,0 21,5 93% (gebroken) grind 12,0 12,8 17,0 75% steenslag 3,3 6,4 8,0 80% totaal 33,5 39,2 46,5 84% 32

37 Onderzoek onder producenten en handelaren Relatieve dekking en omrekening naar de totale producentenpopulatie Om een beeld te krijgen van de totale productie, inkoop en leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots in Nederland dienen de enquêteresultaten voor de producenten gecorrigeerd te worden voor de ontbrekende respons. Om een ophoogfactor te kunnen bepalen dient de respons beschouwd te worden als het dekkingspercentage van de Nederlandse productie en handel door de responsgroep. De door de responsgroep in Nederland gewonnen hoeveelheid betonen metselzand is 11,2 miljoen ton. Dit is minder dan de totale productiecijfers volgens de LCCO-WIG (14,0 miljoen ton inclusief 3 miljoen ton in de Noordzee gewonnen bijmengzand). De grindwinning door de responsgroep dekt bijna 90% van de winning volgens de LCCO-WIG cijfers. In Tabel 3.3 zijn deze resultaten weergegeven. Tabel 3.3 Dekkingspercentage van de responsgroep van de totale winning van beton- en metselzand en grind in Nederland in 2005 zoals gerapporteerd door de LCCO-WIG (in miljoen ton). Bron: LCCO-WIG, oktober 2006 (zie paragraaf 2.2). totale productie totale productie dekkingspercentage respondenten LCCO-WIG (1) beton- en metselzand 11,2 14,0 (1) 80% (gebroken) grind 3,2 3,6 89% totaal zand en grind 14,4 17,6 82% 1 inclusief ca. 3,0 miljoen ton op de Noordzee gewonnen bijmengzand Uit de vergelijking van de zand- en grindproductie door de respondenten met de LCCO-WIG gegevens blijkt dat er door de respondenten minder beton- en metselzand in Nederland is gewonnen dan volgens de LCCO-WIG cijfers. Dit kan het volgende betekenen: - niet alle beton- en metselzand producenten in Nederland hebben aan het onderzoek meegedaan. Met name de winning van zogenaamd bijmengzand op de Noordzee is onder de respondenten waarschijnlijk ondervertegenwoordigd; - de LCCO-WIG cijfers worden (net als voor 2003) in de toekomst nog omlaag bijgesteld waardoor de totale productie van de respondenten beter in overeenstemming is met de LCCO-WIG cijfers; - de verschillen in de door de vergunningverleners en in dit onderzoek gehanteerde definities van beton- en metselzand leiden tot verschillen in gemeten productiehoeveelheden, bijvoorbeeld voor fijner zand (bijmengzand). In de praktijk zal de oorzaak van de waargenomen onderproductie aan beton- en metselzand een combinatie van deze factoren zijn. De eerstgenoemde oorzaak (niet vertegenwoordigde productie van bijmengzand op de Noordzee) lijkt de meest waarschijnlijke oorzaak. 33

38 Onderzoek onder producenten en handelaren Ophoging middels een producentenophoogfactor blijkt echter niet tot het gewenste resultaat te leiden, omdat er voor beton- en metselzand en grind afwijkende ophoogfactoren noodzakelijk zijn. Bovendien leidt het gebruik van een grote producentenophoogfactor tot een te grote levering aan de eindverbruikers. Er is derhalve voor gekozen de cijfers aan de productiekant zowel via een ophoogfactor als middels de cijfermatige ophoging met 1,5 miljoen ton zand op te hogen. Dit betreft het vermoedelijk door het onderzoek niet geregistreerde gedeelte van op de Noordzee gewonnen bijmengzand. Er is vanuit gegaan dat dit volledig aan de handel geleverd is. De daarnaast gehanteerde ophoogfactor is 1,1 zodat zowel de beton- en metselzand- als de grindwinning na ophoging bij benadering de volledige LCCO-productie dekken. Relatieve dekking en omrekening naar de totale handelarenpopulatie De resultaten van het onderzoek onder niet-producerende handelaren kunnen worden geijkt door te kijken naar de leveringen aan Nederlandse eindverbruikers (verbruikers, eigen verbruik en particulieren). Deze kunnen namelijk worden vergeleken met de handelscijfers van de NVLB (zie Paragraaf 2.8). Door de gemeten leveringen aan Nederlandse eindverbruikers op te splitsen in enerzijds leveringen door producenten en anderzijds leveringen door niet-producerende handelaren, en deze te vergelijken met de NVLB-cijfers kan inzicht worden verkregen in de relatieve dekking. De resultaten hiervan zijn weergegeven in Tabel 3.4. De leveringen aan Nederlandse eindverbruikers door de gezamenlijke respondenten blijken 84% te dekken van de totale levering van betonen metselzand, grind en steenslag aan eindverbruikers, zoals berekend door de NVLB. De dekking voor de levering van beton- en metselzand (93%) is beter dan voor de levering van grind en steenslag (75-80%). Tabel 3.4 Responsresultaten van enerzijds de categorie producenten en anderzijds de niet-producerende handelaren op omvang van de leveringen aan eindverbruikers in Nederland, alsmede het berekend dekkingspercentage van de categorie niet-producerende handelaren (in miljoenen tonnen). Bron: producenten- en handelarenenquête tabel C.4 en C.5. levering door producenten aan eindverbruikers (dit onderzoek) levering door handelaren aan eindverbruikers (dit onderzoek) totaal van leveringen aan eindverbruikers (dit onderzoek) schatting totale leveringen (NVLB) dekkingspercentage totale leveringen dekkingspercentage producenten dekkingspercentage handelaren ophoogfactoren beton- en metselzand 15,3 4,7 20,0 21,5 93% 91% 101% 1,00 (gebroken) grind 8,4 4,3 12,7 17,0 75% 88% 56% steenslag 4,4 2,0 6,4 8,0 80% - 64% totaal 28,0 11,1 39,2 46,5 84% 90% 72% - 1,70 34

39 Onderzoek onder producenten en handelaren Op basis van de vergelijking van zand- en grindleveringen door producenten en handelaren, en in de wetenschap dat de dekking van de (handelende) producenten na ophoging 100% is, kan worden bepaald wat de dekking is door de niet-producerende handelaren (zie kolom dekkingspercentage handelaren in Tabel 3.4). Deze dekking blijkt 72% te zijn, maar verschilt voor beton- en metselzand en grof toeslagmateriaal. Het verdient dan ook aanbeveling twee ophoogfactoren te hanteren, één voor beton- en metselzand en één voor grind en steenslag (zie kolom ophoogfactoren in Tabel 3.4). Uit deze ophoogfactoren blijkt dat, voor wat betreft de leveringen van materiaal aan de eindverbruikers, de respons voor de handelarenenquête beter is dan in 2004 toen een ophoogfactor van 2,23 voor zowel beton- en metselzand als grind nodig bleek. 3.3 Leveringen door producenten en handelaren Aan de producenten en handelaren is gevraagd hoeveel beton- en metselzand, grind en steenslag zij geleverd hebben aan de verschillende afnemers (verbruikers in Nederland, (tussen)handelaren in Nederland, buitenlandse afnemers, grindbrekerijen en overigen (particulieren)). Zo ontstaat inzicht in de structuur van de sector. De resultaten staan gedetailleerd in de Bijlagetabellen C.4, C.5 en C Leveringen door producenten In Tabel 3.5 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de producenten aan de verschillende afnemers weergegeven, zowel voor 2005 als voor De cijfers over 2005 voor de relatieve leveringen door producenten zijn vergelijkbaar met de cijfers over Belangrijkste verschuiving betreft het toegenomen eigen verbruik van beton- en metselzand en grind. Enkele grote Nederlandse producenten van betonmortel en - producten blijken op deze manier (deels) in hun eigen behoefte aan toeslagmaterialen te voorzien. Tabel 3.5 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots door producenten per categorie afnemer in 2005 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2004 weergegeven. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6. Leveringen producenten beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag uit gebroken rots afnemers handelaren Nederland 28% 30% 26% 34% 24% 12% verbruikers Nederland 54% 50% 58% 45% 76% 87% buitenland 13% 8% 2% 2% 0% 0% eigen verbruik 3% 12% 8% 18% 0% 1% grindbrekerijen - - 5% 1% - - particulieren 2% 0% 0% 1% 0% 0% 35

40 Onderzoek onder producenten en handelaren Leveringen door handelaren In Tabel 3.6 zijn de leveringen van zand, grind en steenslag door de handelaren weergegeven zowel voor 2005 als voor De cijfers over 2005 voor de relatieve leveringen door handelaren tonen enkele verschuivingen ten opzichte van Voor zowel betonen metselzand als grind wordt veel meer direct aan de verbruikers geleverd in plaats van via andere handelaren. De bedrijfskolom lijkt dus korter geworden. Dit kan te maken hebben met de overname van kleinere (tussen)handelaren door grote handelaren, maar kan ook komen door een andere interpretatie van het begrip handelaar. De relatieve levering van grind aan het buitenland is opvallend afgenomen. Dit kan te maken hebben met de winlocatie van de grindbaggerschepen in het Nederlands-Belgische grensgebied. Tabel 3.6 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots door handelaren per categorie afnemer in 2005 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2004 weergegeven. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6. Leveringen handelaren beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag uit gebroken rots afnemers handelaren Nederland 18% 4% 49% 32% 8% 8% verbruikers Nederland 66% 88% 41% 64% 92% 92% buitenland 10% 4% 4% 0% 0% 0% eigen verbruik 4% 3% 6% 5% 0% 0% grindbrekerijen - - 0% 0% - - particulieren 1% 1% 0% 0% 0% 0% Totale leveringen Om te corrigeren voor verschuivingen tussen als handelaar en als producent gedefinieerde bedrijven, toont Tabel 3.7 de totale levering van beton- en metselzand, grind en steenslag door producenten en handelaren, zowel voor 2005 als voor Tabel 3.7 Relatieve leveringen van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren per categorie afnemer in 2005 (op basis van cijfers na ophoging). Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2004 weergegeven. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelarenenquête tabel C.4, C.5 en C.6. Alle everingen beton- en metselzand (gebroken) grind steenslag uit gebroken rots afnemers handelaren Nederland 26% 25% 37% 33% 13% 11% verbruikers Nederland 57% 57% 50% 51% 87% 88% buitenland 12% 8% 3% 1% 0% 0% eigen verbruik 3% 10% 7% 13% 0% 1% grindbrekerijen - - 3% 0% - - particulieren 2% 0% 0% 1% 0% 0% 36

41 Onderzoek onder producenten en handelaren De meest opvallende verschuivingen zijn: de afname van de relatieve export naar het buitenland, zowel voor beton- en metselzand als voor grind. Mogelijk komt dit doordat, meer dan in 2004, zogenaamd transit-zand buiten de cijfers is gehouden; de toename van het relatieve eigen verbuik van beton- en metselzand en grind. Steeds meer grote verbruikers voorzien blijkbaar middels productie en handel in hun eigen materiaalbehoefte. Doordat deze bedrijven als handelaar of producent bekend staan, wordt deze productie en handel in dit deel van het onderzoek geregistreerd. Om dubbeltelling tegen te gaan moet ervoor worden gezorgd dat dit niet tevens wordt geregistreerd als productie of inkoop door verbruikers. 3.4 Productie van beton- en metselzand, grind en steenslag Om te kunnen voldoen aan de vraag naar beton- en metselzand en grind hebben de producenten en handelaren verschillende bronnen. Ten eerste is dit de eigen productie, zowel in Nederland als in het buitenland. Tabel 3.8 geeft een overzicht van deze productie. Ter vergelijking zijn ook de totale productiecijfers over 2004 opgenomen. In het buitenland geproduceerd zand, bestemd voor levering aan datzelfde of een ander buitenland ( transit-zand ) is buiten de cijfers gehouden. De cijfers over 2005 zijn goed in overeenstemming met de cijfers over Opvallend is wel de forse toename van de eigen productie van steenslag in het buitenland, wat mogelijk duidt op de overname van een buitenslandse producent van steenslag door een Nederlandse producent. Tabel 3.8 Productie van beton- en metselzand, beton- en metselzand uit tout-venant, grind, grind uit tout-venant en steenslag, zowel in Nederland als in het buitenland door producenten in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3. productie Nederland productie buitenland totale productie beton- en metselzand 14,0 4,2 18,2 18,3 zand uit tout-venant - 1,6 1,6 1,8 (gebroken) grind 3,5 4,4 7,9 7,6 grind uit tout-venant - 1,3 1,3 1,9 steenslag - 3,0 3,0 0,8 37

42 Onderzoek onder producenten en handelaren 3.5 Inkoop van beton- en metselzand, grind en steenslag Behalve eigen productie in Nederland en het buitenland kopen vrijwel alle grote producenten en handelaren materiaal in bij (andere) producenten, bij (andere) handelaren en in het buitenland. Tabellen 3.9 t/m 3.11 tonen de herkomst van ingekocht beton- en metselzand (3.9), grind (3.10) en steenslag (3.11). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Het tout-venant is zowel afkomstig van handelaren, van Nederlandse producenten als direct uit het buitenland. Ter vergelijk zijn tevens de totale inkoopcijfers over 2004 opgenomen Inkoop van beton- en metselzand Bij vergelijking van de cijfers voor de inkoop van beton- en metselzand, over 2005 met die over 2004 valt de gedaalde inkoop van beton- en metselzand op (zie Tabel 3.9). Dit betreft vooral de inkoop bij handelaren (min 2 miljoen ton) en de inkoop in het buitenland (min 2,4 miljoen ton). Dit laatste is verklaarbaar uit de dubbeltelling die er in de cijfers zat vanwege de import via administratiekantoren van buitenlandse bedrijven (zie Paragraaf 3.2.6). De inkoop bij producenten is gelijk gebleven. Tabel 3.9 Inkoop van beton- en metselzand en beton- en metselzand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Eigen productie in Nederland of het buitenland van beton- en metselzand (ook uit tout-venant) is niet vermeld. Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12. Inkoop van beton- en metselzand producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij producenten 4,2 3,8 8,0 64% 8,0 inkoop bij handelaren 0,0 0,4 0,4 3% 2,3 inkoop in het buitenland 2,2 0,9 3,2 25% 5,6 inkoop zand uit tout-venant 0,8 0,1 0,9 7% 0,9 totale inkoop 7,2 5,1 12,4 16, Inkoop van grind Bij de inkoop van rond en gebroken grind (zie Tabel 3.10) valt op dat er veel minder grind direct in het buitenland is ingekocht (min 3,3 miljoen ton) en veel meer via een producent (plus 4,4 miljoen ton). Omdat er in Nederland zelf maar 3,6 miljoen ton grind geproduceerd wordt kan geconcludeerd worden dat deze producenten het te leveren grind zelf ook weer in het buitenland inkopen. De totale inkoop van grind in 2005 is vergelijkbaar met die in

43 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.10 Inkoop van (gebroken) grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Eigen productie in Nederland of het buitenland van grind (ook uit tout-venant) is niet vermeld.. Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12. Inkoop van (gebroken) grind producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij producenten 2,5 5,7 8,2 51% 3,8 inkoop bij handelaren 0,0 0,1 0,1 1% 1,4 inkoop in het buitenland 2,3 5,0 7,2 45% 10,5 inkoop grind uit tout-venant 0,4 0,1 0,4 3% 0,4 totale inkoop 5,2 10,8 16,0 16, Inkoop van steenslag De cijfers tonen aan dat in 2005 evenveel steenslag uit gebroken rots is ingekocht als in 2004 (zie Tabel 3.11). Tabel 3.11 Inkoop van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in 2004 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Eigen productie in het buitenland van steenslag uit gebroken rots is niet vermeld.. Bron: 2004: Stand van het zand X / Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.12. Inkoop van steenslag uit gebroken rots producenten handelaren totaal % totaal inkoop bij brekerijen 0,7 0,1 0,8 13% 0,6 inkoop bij handelaren 0,1 0,2 0,2 3% 0,2 inkoop in het buitenland 1,7 3,5 5,2 83% 5,5 totale inkoop 2,5 3,8 6,3 6,3 3.6 Import en export Zoals eerder reeds genoemd worden beton- en metselzand, grind en steenslag zowel door producenten als handelaren naar Nederland geimporteerd. Voor een deel betreft het beton- en metselzand en grind dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van buitenlandse handelaren of producenten. Naast de import van beton- en metselzand en grind wordt er vooral vanuit Engeland en in mindere mate vanuit Duitsland ook tout-venant geïmporteerd. Dit is het direct gewonnen mengsel van zand en grind dat pas in Nederland wordt gescheiden in de verschillende componenten. Gemiddeld bestaat het geïmporteerde tout-venant voor ongeveer 41% uit grind en voor ongeveer 59% uit zand. Het Engelse toutvenant is over het algemeen wat grindiger (ca. 55% grind), terwijl het Duitse tout-venant voornamelijk uit zand bestaat (ca. 80%). 39

44 Onderzoek onder producenten en handelaren Import en export van beton- en metselzand De totale import van beton- en metselzand door producenten en handelaren bestaat uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte beton- en metselzand uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van beton- en metselzand ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 4. het gedeelte beton- en metselzand uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 5. de inkopen van beton- en metselzand in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte beton- en metselzand van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van beton- en metselzand aan het buitenland en bestaat uit twee componenten: 1. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door producenten; 2. levering van beton- en metselzand aan het buitenland door handelaren. In Tabel 3.12 zijn voor 2005 bovenstaande acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.13 toont de cijfers voor 2005 in relatie tot die van voorgaande jaren. Op basis van de resultaten kan geconcludeerd worden dat de totale import van beton- en metselzand in 2005 door producenten en handelaren gedaald is met 2,7 miljoen ton naar in totaal 9,8 miljoen ton, waarvan 2,4 miljoen ton zand uit tout-venant. De import komt voor een groot deel (90%) voor rekening van producenten. De export (grotendeels naar België) is met 2 miljoen ton gedaald naar 2,5 miljoen ton. Tabel 3.12 Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12. Beton- en metselzand eigen productie in het import en export door import en export door Totaal 2005 buitenland producenten handelaren import 4,2 2,2 0,9 7,4 import uit tout-venant 1,6 0,8 0,0 2,4 totaal import 5,8 3,0 1,0 9,8 totaal export - -2,3-0,2-2,5 netto import 5,8 0,8 0,7 7,3 40

45 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.13 Import en export van beton- en metselzand en zand uit tout-venant door producenten en handelaren in 1999 t/m 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: : Stand van het zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.4, C.9 en C.12. Beton- en metselzand import 6,3 9,4 8,3 10,5 10,0 10,0 7,4 export 7,5 8,7 6,3 6,7 6,5 4,4 2,5 netto 1,2 0,7 2,0 3,8 3,5 5,5 4,9 Import uit tout-venant onbekend 2,3 0,6 1,3 3,5 2,5 2,4 totale import/export 1,2 3,0 2,6 5,1 7,0 8,0 7,3 De daling van de import en de export is waarschijnlijk toe te schrijven aan de extra controle op zogenaamd transit-zand, in het buitenland (meestal Duitsland) ingekocht zand dat niet in Nederland wordt toegepast maar geëxporteerd wordt (meestal naar België). De netto import van beton- en metselzand in 2005 bedraagt 7,3 miljoen ton. Dit is 0,7 miljoen ton minder dan in 2004, toen mogelijk door dubbeltelling een te hoge import gemeten is (zie Paragraaf 3.2.5) Import en export van grind De import van rond en gebroken grind door producenten en handelaren bestaat eveneens uit zes componenten: 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. het gedeelte grind uit door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door producenten in het buitenland van grind ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 4. het gedeelte grind uit de inkopen van tout-venant in het buitenland door producenten ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 5. de inkopen van grind in het buitenland door handelaren ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 6. het gedeelte grind van door handelaren in het buitenland ingekocht tout-venant ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. De export is gelijk aan de levering van grind aan het buitenland en bestaat vanwege de verschillende ophoogfactoren uit twee componenten: 1. levering van grind aan het buitenland door producenten; 2. levering van grind aan het buitenland door handelaren. In Tabel 3.14 zijn voor 2005 deze acht componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import. Tabel 3.15 toont de cijfers voor 2005 in relatie tot die voor 2000 t/m

46 Onderzoek onder producenten en handelaren Tabel 3.14 Import en export van rond en gerboken grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bij de splitsing van tout-venant in zand en grind is de door de respondent aangegeven verhouding zand-grind gehanteerd. Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12 Grind (rond en gebroken) eigen productie in het import en export import en export Totaal 2005 buitenland door producenten door handelaren import 4,4 2,3 5,0 11,7 import uit tout-venant 1,3 0,3 0,1 1,7 totaal import 5,7 2,6 5,0 13,3 export - -0,3 0,0-0,3 netto import 5,7 2,3 5,0 13,1 Tabel 3.15 Import en export van rond en gerboken grind en grind uit tout-venant door producenten en handelaren in de periode na ophoging (miljoen ton). Bron: : Stand van het zand X/Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.5, C.11 en C.12. Grind (rond en gebroken) import 9,0 11,3 11,6 12,4 14,5 11,7 export 2,2 0,7 1,4 1,2 0,7 0,3 netto import 6,8 10,6 10,2 11,2 13,8 11,4 import uit tout-venant 3,4 0,8 2,0 1,9 2,1 1,7 totale import 10,2 11,4 12,2 13,1 16,0 13,1 Met 13,1 miljoen ton, waarvan 1,7 miljoen ton uit tout-venant, is de import van grind terug op het niveau van Dit versterkt het beeld dat de in 2004 gemeten grote import een statistische oorzaak kende (zie paragraaf 3.2.5) Controle importcijfers zand en grind middels externe statistiek De import van Engels tout-venant in 2005 bedroeg volgens de Crown Estate 3,8 miljoen ton, waarvan ca. 1,7 miljoen ton zand en 2,1 miljoen ton grind (zie Paragraaf 2.4). Daarnaast is er uit Duitsland tout-venant geïmporteerd (vooral zand). Op basis van een vergelijking van de enquêteresultaten met deze statistische cijfers lijkt de in dit onderzoek berekende import van met name grind uit tout-venant (te) laag Import en export van steenslag Bij de enquête onder producenten en handelaren is gevraagd naar de inkoop en de afzet van steenslag uit gebroken rots. Steenslag wordt zowel door producenten als handelaren naar Nederland geïmporteerd. Voor een deel betreft het steenslag dat de producenten winnen uit eigen buitenlandse productielocaties, en voor een deel betreft het materiaal dat de handelaren en producenten in het buitenland inkopen van derden (buitenlandse handelaren of producenten). De import van steenslag bestaat uit drie componenten: 42

47 Onderzoek onder producenten en handelaren 1. door Nederlandse producenten in het buitenland geproduceerd steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 2. de inkopen door producenten in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt; 3. de inkopen door handelaren in het buitenland van steenslag uit gebroken rots ten behoeve van afzet op de Nederlandse markt. Steenslag wordt vanuit Nederland niet geexporteerd. In Tabel 3.16 zijn voor 2005 bovenstaande drie componenten weergegeven en de hieruit afgeleide totale import en export. Tabel 3.17 toont de cijfers voor 2005 in relatie tot die voor 2000 t/m Net als de import van grind blijkt ook de import van steenslag weer terug op het niveau van voor Dit kan erop duiden dat ook de lage import van steenslag in 2004 een statistische oorzaak kende. Tabel 3.16 Netto import van steenslag door producenten en handelaren in 2005 (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: producenten- en handelaren enquête, tabel C.3, C.6 en C.12 eigen productie in import door import door handelaren Totaal 2005 Steenslag het buitenland producenten netto import 3,0 1,7 3,5 8,2 Tabel 3.17 Netto import van steenslag uit gebroken rots door producenten en handelaren in (cijfers na ophoging; miljoen ton). Bron: : Stand van het zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel C.4, C.6 en C.12. Steenslag netto import 7,4 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 Door te kijken naar de totale netto import van grove toeslagmaterialen is dit beeld verder te controleren. Deze import vertoont al jaren achtereen een gestage groei, die min of meer in lijn is met de dalende productie van grind in Nederland. De netto import van grove toeslagmaterialen is weergegeven in Tabel In 2005 bedraagt deze 21,3 miljoen ton, een daling van 1 miljoen ton ten opzichte van Tabel 3.18 Netto import van grove toeslagmaterialen (rond en gebroken grind, grind uit tout-venant en steenslag uit gebroken rots) door producenten en handelaren in de periode (miljoen ton). Bron: : Stand van het zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête netto import grind 10,2 11,4 12,2 13,1 16,0 12,9 netto import steenslag 7,4 7,1 8,8 8,6 6,3 8,2 totale import 17,6 18,5 21,0 21,7 22,3 21,3 43

48

49 Onderzoek onder verbruikers 4. Onderzoek onder verbruikers Inleiding In dit hoofdstuk wordt het verbruik van beton- en metselzand, (gebroken) grind, steenslag uit gebroken rots en zand- en grindvervangende materialen in kaart gebracht aan de hand van een verbruikersenquête. In Paragraaf 4.2 en 4.3 wordt de opzet van de verbruikersenquête besproken. Paragrafen 4.4 en 4.5 gaan in op de respons en lichten toe hoe de responsresultaten zijn opgehoogd. Het onderzoek onder verbruikers moet antwoord geven op de volgende primaire onderzoeksdoelstellingen: het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in Nederland (Paragraaf en 4.7.1); het in kaart brengen van het relatieve verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind per type eindverbruiker (Paragraaf en 4.7.2); het in kaart brengen van de import van beton- en metselzand, (gebroken) grind en steenslag door verbruikers (Paragraaf 4.8); het in kaart brengen van het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen (Paragraaf 4.9); het in kaart brengen van het verbruik van grindvervangende materialen (Paragraaf 4.10). 4.2 Opzet van de enquête Inhoud van de enquête Het verbruikersenquêteformulier is integraal opgenomen in Bijlage B. In de enquête zijn ten eerste vragen opgenomen over het karakter van het geënquêteerde bedrijf (hoofd- of nevenvestiging, verbruikerscategorie, aantal werknemers). Verder gaat de enquête in op de hoeveelheid en de herkomst van het toegepaste beton- en metselzand, gebroken (grind) en steenslag uit gebroken rots en op het verbruik van zand- en grindvervangende materialen Verbruikerscategorieën De volgende categorieën verbruikers worden onderscheiden: aannemerij: o aannemersbedrijven in de burgerlijke en utiliteitsbouw; o aannemersbedrijven in de GWW-sector; betonsector: o betonproductenfabrikanten; o betonmortelfabrikanten; asfaltinstallaties. 45

50 Onderzoek onder verbruikers Het afnemen van de enquêtes De enquête is onder de aannemersbedrijven en de asfaltproducenten schriftelijk aangekondigd en vervolgens telefonisch afgenomen. Daarbij is gebruik gemaakt van een speciaal voor dit onderzoek ontwikkelde digitale versie van de monitoringsenquête die conform een ontwikkeld enquêteprotocol werd ingevuld. De enquêtes onder de bedrijven in de betonsector zijn schriftelijk aan hen toegezonden waarna de retour ontvangen ingevulde enquêtes zijn ingevoerd in de database. Ter verhoging van de respons zijn alle bedrijven niet nog niet hadden gerespondeerd ook nog telefonisch benaderd, waarna nog een groot aantal enquêtes telefonisch is afgenomen. 4.3 Verbruikerspopulatie en steekproef Samenstelling verbruikerscategorieën Aannemerij Voor de aannemersbedrijven in de B&U- en de GWW-sector is voor het onderzoek over 2005 het bedrijvenbestand van Marktselect gebruikt. Het betreft hierbij de volgende verbruikerscategorieën: categorie B&U-sector : o Marktselect: algemene burgerlijke en utiliteitsbouw (code ); o Marktselect: metselen (code ); o Marktselect: voegen (code ). categorie GWW-sector : o Marktselect: bouwen van kunstwerken (code 45212); o Marktselect: leggen van kabels en buizen (code 45213); o Marktselect: aanleggen van (spoor)wegen, luchthavens e.d. (code 45231); o Marktselect: natte waterbouw (code 4524). Afhankelijk van het aantal bedrijven per groottecategorie in deze twee groepen worden alle bedrijven benaderd of wordt een steekproef genomen (zie Paragraaf 4.3.3). Betonsector De betonsector bestaat uit twee verbruikerscategorieën: de betonproductenfabrikanten en de betonmortelfabrikanten. De adressen van de bedrijven in deze groepen zijn verzameld door combinatie van het Marktselect bedrijvenbestand met de ledenlijsten van de brancheorganisaties: Categorie Betonproducten : o Marktselect: vervaardiging van producten van beton voor de bouw (code 26611); o ledenlijst Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN). 46

51 Onderzoek onder verbruikers Categorie Betonmortel : o Marktselect: vervaardiging van stortklare beton (code 2663); o Marktselect: vervaardiging van mortel (code 2664); o ledenlijst Vereniging van Ondernemingen in betonmortel in Nederland (VOBN); o ledenlijst Metselmix (vereniging van fabrikanten van kant-enklare metselspecie); o ledenlijst Vereniging Droge Mortel Producenten (VDMP); o ledenlijst Megamix. In de betonsector zijn alle bedrijven aangeschreven. Asfaltproducenten De adressen van de asfaltproducerende bedrijven zijn verkregen van de Vereniging van bedrijven in de Wegenbouw (VBW-asfalt). Deze bedrijven zijn allemaal benaderd voor het afnemen van de enquête. Aanpassing adressen Voorzover die bekend zijn geworden uit het onderzoek van vorig jaar, zijn wijzigingen en onjuistheden in de adressen aangepast Groottecategorieën Voor de categorieën B&U-sector, GWW-sector, Betonproducten en Betonmortel zijn de bedrijven ingedeeld per groottecategorie: minder dan 10 werknemers, 10 t/m 19 werknemers, 20 t/m 49 werknemer, 50 werknemers of meer. Tabel 4.1 toont per verbruikerscategorie en per groottecategorie het aantal bedrijven in de gebruikte adressenbestanden (na controle op dubbelingen e.d.) Steekproef en aantal benaderde bedrijven Vanwege de zeer grote populaties van de kleinere aannemers in de B&U-sector (< 50 werknemers) en de zeer kleine bedrijven in de GWWsector (<10 werknemers) is een willekeurige steekproef gehouden om bedrijven te selecteren om aan het onderzoek deel te nemen. Middels deze steekproef zijn er zo veel bedrijven benaderd dat er, uitgaande van het responspercentages van het voorgaande monitoringsjaar, per groottecategorie ruim 50 respondenten te verwachten zijn. De overige groottecategorieën in de GWW- en B&U-sector alsmede alle groottecategorieën in de andere sectoren zijn volledig benaderd. De aantallen benaderde bedrijven zijn in Tabel 4.1 weergegeven Screening verbruikerspopulaties Gedurende het vorige monitoringsonderzoek is een screening uitgevoerd van de verbruikerspopulaties. De correctie die hieruit is verkregen voor het aantal niet-actieve bedrijven is dit jaar opnieuw gehanteerd bij het bepalen van de ophoogfactoren voor de groottecategoriën waarbij een steekproef is toegepast. 47

52 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.1 Totale startpopulatie, populatie na screening, en respons naar categorie en werknemersklasse. verbruikerscategorie actieve benaderde respons percentage responspercentage populatie actieve steekproef absolute waarvan nulverbruikers verbruikers waarvan bedrijven bedrijven respons < % % betonproducten betonmortel GWW -sector B&U-sector % % % % > % % totaal % < % % % % % % > % % totaal % asfalt % % < % % % % % % 50-> % % totaal % < % % % % % % 50-> % % totaal % totaal % 4.4 Respons Absolute en procentuele respons De absolute respons bestaat uit twee categorieën: bedrijven waarvoor de gehele enquête is afgenomen; bedrijven die aangegeven hebben wél in de betreffende branche actief te zijn, maar geen beton- en metselzand of grind verbruiken, (zogenaamde nul-verbruikers ; zie Tabel 4.1). De absolute respons is dit jaar met bedrijven aanzienlijk hoger dan in Dit is bereikt door eerder te starten met het onderzoek, zodat de enquêtes voor de bouwvak waren afgerond. Dit jaar is, om een beter beeld te krijgen van de sector, voor het eerst de respons voor de nul-verbruikers geïnventariseerd onder de actieve bedrijven. Hierdoor ontstaat een beter beeld van de verschillende sectoren. 48

53 Onderzoek onder verbruikers De voor een representatief monitoringsonderzoek vereiste responsaantallen (50 respondenten per groottecategorie in de GWW- en B&Usectoren, 200 respondenten in de totale categorieën GWW-sector en B&U-sector en 50 respondenten in de beide betoncategorieën) worden in alle categorieën gehaald. In de GWW-sector en de betonmortelsector gebeurt dit dankzij de nulverbruikers. De respons in de beide aannemerij-categorieën is uitzonderlijk hoog in vergelijk met andere jaren. In de asfaltbranche is de absolute respons lager dan in voorgaande jaren. Dit is te wijten aan een groot aantal fusies in die branche in het afgelopen jaar, waardoor het aantal actieve bedrijven dat kon worden benaderd een stuk kleiner is geworden. Het responspercentage van 43% is wel ruim voldoende om een representatief beeld te krijgen van de asfaltbranche. De respons in de betonmortelsector ligt na een lage respons vorig jaar nu weer op het oude niveau. In de betonproductenbranche is de respons met 44% van de benaderde actieve bedrijven hoog in vergelijk met voorgaande jaren Respons hoeveelheid beton- en metselzand, grind en steenslag De respons gemeten in de hoeveelheid toegepast (ingekocht) beton- en metselzand is met 7,1 miljoen ton ruim hoger dan vorig jaar. Ook de grind- en steenslagresponsen zijn duidelijk hoger met respectievelijk 6,7 en 2,3 miljoen ton gemeten inkoop. Opvallend is dat de responsen over de verschillende onderzoeksjaren sterk schommelen. Tabel 4.2 Gemeten inkoop (i.e. verbruik) van beton- en metselzand, grind en steenslag vóór ophoging in miljoen ton. Bron: : Voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het grind onderzoeken; 2005: Verbruikersenquête, tabellen D.1, D.4 en D.5. jaar toegepast beton- en metselzand 8,8 9,1 14,9 9,1 11,6 16,6 6,4 5,7 7,1 toegepast grind 9,8 10,1 10,5 8,9 10,1 16,2 5,2 5,1 6,7 toegepast steenslag 2,5 2,7 7,2-2,2 3,5 1,7 1,2 2,3 4.5 Correctie resultaten Om een beeld te krijgen van het verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind in heel Nederland zijn de enquêteresultaten gecorrigeerd voor de ontbrekende respons en voor een mogelijk onevenredig groot aantal nul-verbruikers. Met behulp van een ophoogfactor zijn vervolgens de resultaten van de enquête per categorie en per groottecategorie opgehoogd. In onderstaande paragrafen worden de afzonderlijke stappen in de ophoging toegelicht Ophoging ontbrekende respons Voor elke verbruikerscategorie is het aantal actieve bedrijven per werknemersklasse bepaald in de populatie en in de responsgroep. Vervolgens is per categorie en per groottecategorie een ophoogfactor bepaald, door het aantal bedrijven in de actieve populatie te delen door het aantal bedrijven in de responsgroep. 49

54 Onderzoek onder verbruikers Correctie onevenredig groot aantal nul-verbruikers De geënquêteerden is dit jaar de mogelijkheid geboden aan te geven dat ze geen beton- en metselzand of grind hebben verbruikt, bijvoorbeeld doordat ze uitsluitend kant-en-klaar producten hebben toegepast. Met name in de aannemerij en in de betonproductensector blijkt dit namelijk veel voor te komen. Tijdens het onderzoek is gebleken dat bedrijven die niet verbruiken eerder geneigd zijn dit op te geven dan dat bedrijven die wél verbruiken meewerken aan de enquête. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de geringe inspanning die het kost om te melden dat men geen betonen metselzand en grind verbruikt. Hierdoor is de respons onder nulverbruikers onevenredig hoog, bij benadering 100%. Daarom is een correctie toegepast waarbij aangenomen is dat de gemeten nulrespons de daadwerkelijke nul-respons onder alle benaderde actieve bedrijven is (oftewel dat er onder de niet-respondenten géén nulverbruikers meer zitten). De ophoogfactoren voor de verschillende sectoren en groottecategorieën zijn hierdoor iets hoger geworden Controle aan de hand van industriële statistiek Betonmortelindustrie Het productievolume van de responsgroep na ophoging is vergeleken met het productievolume aan betonmortel zoals geregistreerd door de VOBN. Op basis van deze cijfers zijn de ophoogfactoren geijkt. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging een fractie lager is dan het productievolume volgens de industrie. De dekking is bijna volledig (98%) dus kan geconcludeerd worden dat de enquêteresultaten na toepassing van de gehanteerde ophoogfactoren een representatief beeld geven van het verbruik in de betonmortelindustrie. Betonproductenindustrie Van de BFBN zijn geen gegevens ontvangen over de productie van betonproducten in Nederland in 2005 is. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging bijna 5 miljoen m 3 bedraagt, oftewel bijna 60% van de betonmortelproductie. Asfaltindustrie Ook voor de asfaltindustrie kan gekeken worden naar het productievolume van de respondenten en het productievolume na ophoging. Uit de in Tabel 4.3 gepresenteerde cijfers blijkt dat het productievolume van de respondenten na ophoging iets lager is dan het door de industrie berekende productievolume, namelijk 89%. De afwijking wordt verklaard uit het feit dat de asfaltbranche uit een gering aantal bedrijven bestaat en er tussen de verschillende bedrijven grote verschillen in productievolumes bestaan. Daarom is er een extra ophoogfactor van 1,12 toegepast voor de asfaltindustrie zodat een goed beeld verkregen wordt van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door deze sector. 50

55 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.3 Productievolume voor betonmortel en betonproducten (in miljoen kubieke meters) en voor asfalt (in miljoen ton) volgens de industrie en onder de respondenten (absoluut en na ophoging) en dekkingspercentage o.b.v. productievolumina na ophoging. Bron: betonmortel: VOBN, augustus 2006; asfalt: VBW-Asfalt, oktober 2006; productievolumina respondenten: verbruikersenquête. categorie productievolume volgens industrie productievolume respondenten (absoluut) productievolume respondenten (na ophoging) dekkingspercentage na ophoging extra ophoogfactor op basis van productievolume betonmortel 8,61 4,3 8,4 98% 1,0 betonproducten onbekend 2,1 4,9 - - asfaltindustrie 8,6 3,3 7,7 89% 1, Uiteindelijke ophoogfactoren Op basis van deze verschillende ophoogfactoren is de uiteindelijke ophoogfactor bepaald per grootte- en per verbruikerscategorie. Deze zijn weergegeven in Tabel 4.4. Tabel 4.4 Actieve populatie, absolute respons en berekende ophoogfactor voor ophoging naar de totale populatie per categorie en werknemersklasse. verbruikerscategorie groottecategorie actieve populatie benaderde bedrijven absolute respons uiteindelijke ophoogfactor B&U-sector < , , ,2 50-> ,8 GWW -sector < , , ,2 50-> ,4 asfalt ,6 betonmortel < , , ,7 50-> ,7 betonproducten < , , ,9 50-> ,3 51

56 Onderzoek onder verbruikers 4.6 Het verbruik van beton- en metselzand Inkoop en verbruik van beton- en metselzand Beton- en metselzand wordt door verbruikers ingekocht bij Nederlandse zandproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In Tabel 4.5 wordt de herkomst van het ingekochte beton- en metselzand voor de periode 1996 tot en met 2005 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik, als er geen voorraadvorming heeft plaatsgevonden door de verbruikers. De totale inkoop na ophoging, en dus het totale gemeten verbruik, van beton- en metselzand in 2005 komt uit op 17,9 miljoen ton. Dit is ruim 1 miljoen ton meer dan in 2004, maar ruim 3 miljoen ton minder dan in 2003 en bijna 8 miljoen ton minder dan in Figuur 4.1 toont de jaarlijkse fluctuaties van het gemeten verbruik, de daling in 2004 met meer dan 20% en het herstel in 2005 met 7%. Tabel 4.5 Totale inkopen van beton- en metselzand door verbruikers naar herkomstcategorie na ophoging, periode (in miljoen ton) Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.1. jaar beton- en metselzandproducenten 7 4,6 4,8 5,7 7,2 7,3 6,9 6,4 3,0 4,1 handelaren 11,4 11,9 12,2 18,3 14,3 13,0 11,7 10,0 12,4 11,0 eigen productie - (1) - (1) - (1) 0,4 0,3 3,8 3,5 1,3 0,9 0,2 buitenland 2,3 1,9 2 1,3 1,1 3,1 3,5 3,6 0,5 2,6 Totale inkoop (= VERBRUIK) 20,7 18, ,8 22,9 27,2 25,7 21,2 16,8 17,9 1 Niet onderzocht in deze onderzoeken. 30,0 25,0 verbruik (miljoen ton) 20,0 15,0 10,0 5,0 0, Figuur 4.1 Grafische weergave van het gemeten verbruik van beton- en metselzand na ophoging periode (miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.1. jaar 52

57 Onderzoek onder verbruikers Ongeveer 61% van het zand is in 2005 gekocht van handelaren, 23% is direct van Nederlandse producenten betrokken. De inkoop bij producenten is na de lage inkoop vorig jaar wat hersteld. Rechtstreekse import door verbruikers is goed voor de voorziening in 15% van het landelijk verbruik, eigen winning van beton- en metselzand door verbruikers in 2005 slechts in 1%. De rechtstreekse import door verbruikers van 2,6 miljoen ton is een flink herstel na de lage gemeten import door verbruikers in Het aantrekkende verbruik heeft mogelijk tot meer noodzaak geleid om het materiaal statistisch kan zijn. Omdat het waarschijnlijk een beperkt aantal grote bedrijven (met name in de betonsector) betreft die zelf importeren, kunnen deze gemakkelijk bij het onderzoek gemist worden. Mogelijk is dat in 2004 gebeurd. Een laatste reden voor de hogere eigen import kan de lage respons onder de betonproductenindustrie in 2004 zijn. Deze sector is historisch gezien voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de import van beton- en metselzand Verbruik van beton- en metselzand per categorie verbruiker Het verbruik per categorie eindverbruiker is weergegeven in Tabel 4.6 en grafisch in Figuur 4.2. Ten opzichte van 2004 valt op dat het relatieve verbruik door de asfaltinstallaties, betonmortelfabrikanten en betonproductenfabrikanten bijna 2 miljoen ton (meer dan 50%) is toegenomen. Het verbruik in de aannemerij, en dan met name de GWW-sector, is met meer dan 50% afgenomen ten opzichte van Tabel 4.6 Het totale en relatieve verbruik na ophoging van beton- en metselzand per categorie eindverbruiker in 2004 en 2005 (in tonnen). Bron: 2004: Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw % % aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % % asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % Totaal % 31% 1% 7% aannemers in de burgelijke en utiliteitsbouw aannemers in de grond, wegen waterbouw asfaltinstallaties betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten 47% Figuur 4.2 Relatieve verbruik van beton- en metselzand door de verschillende categorieën eindverbruikers 53

58 Onderzoek onder verbruikers De grote afname van het verbruik binnen de GWW-sector is mogelijk voor een belangrijk deel te wijten aan segregatie van de bedrijfskolom. Er zijn grote GWW-aannemers die voorheen zelf asfalt produceerden, die hun asfalttakken onderbrengen in separate ondernemingen. Deze nieuwe ondernemingen zijn in dit onderzoek onder de asfaltinstallaties komen te vallen. Dit kan voor een groot deel de afname van het verbruik in de GWW-sector verklaren en verklaart tegelijk de toename van het relatieve verbruik in de asfaltbranche. Een andere waarschijnlijke oorzaak van een afname van het relatieve verbruik in de aannemerij ligt in de betere controle op het oneigenlijk verbruik van beton- en metselzand. Er is tijdens de afname van de enquêtes dit jaar strenger gecontroleerd op de opgave van oneigenlijk verbruik (d.w.z. verbruik van (beton- en metsel)zand voor ongebonden toepassingen). Doordat dit vooral in de aannemerij voorkomt en veel minder in de ebton- en asfaltsector heeft deze strengere controle vooral invloed op de verbruikscijfers in de aannemerij. Er is ook onderzocht waarvoor het verbruikte beton- en metselzand is toegepast. In de meeste verbruikerscategorieën wordt het zand namelijk voor verschillende toepassingen gebruikt. Tabel 4.7 geeft een overzicht van de verschillende toepassingen per verbruikerscategorie. Het blijkt dat aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw beton- en metselzand vooral toepassen in betonproducten en in metsel- en voegmortel. Aannemers in de grond-, weg- en waterbouw blijken het beton- en metselzand vooral in mortels en in asfalt te verwerken, hoewel in zeer beperkte hoeveelheden (zie Tabel 4.6). Uit de totale toepassing blijkt dat in totaal 9,5 miljoen ton beton- en metselzand voor diverse soorten mortel is gebruikt en 7,1 miljoen ton direct is toegepast in betonproducten, een verhouding van 57:43. De toepassing anders blijkt voor de GWW- en B&U-sectoren grotendeels te bestaan uit toepassing als vloerenzand, hetgeen eigenlijk geregisteerd moet worden onder overige zand-/cementmortels. Anders dan andere jaren bevat deze categorie nauwelijks toepassingen in ongebonden vorm, als gevolg van de betere controle hierop tijdens de afname van de enquête. Er kan dan ook worden geconcludeerd dat vrijwel 0% van het totaal geïnventariseerde beton- en metselzand in dit onderzoek in ongebonden toepassingen verbruikt wordt. Tabel 4.7 Relatieve toepassing van beton- en metselzand per categorie en toepassing na ophoging in Totale hoeveelheid in miljoen ton. Bron: Verbruikersenquête, tabel D.6. Betonmorteproducten Beton- totaal jaar B&U GWW Asfalt percentage hoeveelheid asfalt 0,0% 25,4% 99,9% - - 8% 1,4 betonmortel (voor verkoop) 0,0% - 0,1% 70,8% 14,4% 38% 6,8 betonmortel (voor eigen verwerking) 9,8% 39,5% - 4,1% 0,2% 4% 0,7 betonproducten 52,6% 5,1% - 14,0% 84,7% 40% 7,1 metsel- en voegmortel 28,1% 20,3% - 4,0% - 6% 1,1 overige zand-/cementmortels 6,7% 5,3% - 6,1% 0,4% 4% 0,7 stucwerk en betonreparatie 2,2% 3,4% - 0,0% - 0% 0,1 anders 0,5% 1,0% - 1,0% 0,3% 1% 0,1 54

59 Onderzoek onder verbruikers 4.7 Het verbruik van grind in Nederland Inkoop en verbruik van grind Grind wordt net als beton- en metselzand door verbruikers ingekocht bij Nederlandse grindproducenten, bij Nederlandse handelaren, of rechtstreeks in het buitenland. In enkele gevallen kan het ook afkomstig zijn van eigen productie. In Tabel 4.8 wordt de herkomst van het ingekochte grind voor de periode 1996 tot en met 2005 weergegeven. De totale inkopen zijn gelijk aan het verbruik (exclusief voorraadvorming door verbruikers). De totale inkoop na ophoging, en dus het totale gemeten verbruik, van grind in 2005 komt uit op 14,9 miljoen ton. Daarvan is 12,4 miljoen ton (83%) rond grind en 2,5 miljoen ton (17%) gebroken grind (zie Bijlage D, tabel D.2 en D.3). Het verbruik van 14,9 miljoen ton betekent een stijging ten opzichte van 2004, maar het is nog altijd aanzienlijk lager dan in de periode 2000 tot en met 2003 (zie Figuur 4.3). Tabel 4.8 Totale inkopen van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging naar herkomstcategorie (in miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.4. jaar grindproducenten 3,5 3,2 3,4 2,5 5,4 4,8 4,7 4,4 1,6 3,2 handelaren 15,2 13,5 13,7 14,7 17,1 11,6 11,5 9,2 9,5 8,7 eigen productie - (1) - (1) - (1) 0,03 1,3 1,2 1,6 0,5 0,0 0,1 buitenland 3 4,7 3,8 1,4 1,8 4,6 7,3 6,3 1,1 2,9 Totale inkoop (= VERBRUIK) 21,7 21,3 20,9 18,7 25,6 22,1 25,1 20,4 12,3 14,9 1 Niet gemeten vóór ,0 25,0 verbruik (miljoen ton) 20,0 15,0 10,0 5,0 0, Figuur 4.3 Grafische weergave van het gemeten verbruik van rond en gebroken grind na ophoging voor de periode (miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.4. jaar 55

60 Onderzoek onder verbruikers Van het grind werd 58% betrokken van handelaren, 21% van grindwinners in Nederland en werd 20% rechtstreeks uit het buitenland geimporteerd. De rechtstreekse import van grind door verbruikers in 2005 van 2,9 miljoen ton is een herstel na de lage gemeten import door verbruikers in Dit is in lijn met het herstel van de inkoop van betonen metselzand in het buitenland (zie Paragraaf 4.6). Het aantrekkende verbruik heeft er mogelijk toe geleid dat verbruikers het materiaal zelf in het buitenland in moeten kopen. De oorzaak kan echter ook binnen de respondenten liggen. Omdat het waarschijnlijk een beperkt aantal grote bedrijven (met name in de betonsector) betreft die zelf importeren, kunnen deze gemakkelijk bij het onderzoek gemist worden. Mogelijk is dat in 2004 gebeurd. Een laatste reden voor de hogere eigen import uit het buitenland kan de lage respons onder de betonproductenindustrie in 2004 zijn. Deze sector is historisch gezien voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de import van rond en gebroken grind door verbruikers. Het totale en relatieve verbruik van grind per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel 4.9. Ter vergelijk zijn ook de cijfers voor 2004 weergegeven. De gezamenlijke GWW- en B&U-sectoren blijken minder grind te hebben gebruikt dan in Het verbruik in 2005 is voor de aannemerij vrijwel gelijk aan het verbruik van Deze afname kan veroorzaakt worden door de betere controle op toepassing in gebonden vorm. De cijfers in 2004 gaven hierdoor wellicht een vertekend beeld. De asfaltindustrie heeft in 2005 ook aanzienlijk minder verbruikt dan in 2004 (min 0,6 miljoen ton). Dit is een voortzetting van een trend sinds 2003 toen het verbruik van grind in de asfaltbranche aanzienlijk hoger was. In de asfaltbranche blijkt grind steeds meer te worden vervangen door steenslag uit gebroken rots. Het verbruik hiervan in de asfaltbranche is dan ook toegenomen ten opzichte van 2004 (zie Paragraaf 4.10). De betonmortelindustrie (plus 2,1 miljoen ton) en de betonproductenindustrie (plus 2,0 miljoen ton) hebben in 2005 allebei meer grind gebruikt dan in 2004, een herstel richting de waardes van Dit zou te maken kunnen hebben met een kleiner verbruik van grindvervangers zoals steenslag uit gebroken rots, maar dit verbruik blijkt voor de betonbranche eveneens aanzienlijk gestegen te zijn (zie Paragraaf 4.10). Waarschijnlijk ligt aan deze stijging dan ook een statistische oorzaak ten grondslag, voortkomend uit de lagere betrouwbaarheid (vanwege de lagere respons) van het onderzoek over Tabel 4.9 Het totale en het relatieve verbruik van rond en gebroken grind na ophoging per categorie eindverbruiker in 2004 en 2005 (in tonnen). Bron: 2004: Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw % % aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % % asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % totaal

61 Onderzoek onder verbruikers 5% 3% 4% 30% aannemers in de burgelijke en utiliteitsbouw aannemers in de grond, wegen waterbouw asfaltinstallaties betonmortelfabrikanten betonproductenfabrikanten Figuur 4.4 Relatieve verbruik van grind door de verschillende categorieën eindverbruikers 58% 4.8 Import van beton- en metselzand en grind Zoals in Paragraaf 4.6 en 4.7 reeds aangegeven importeren verbruikers een klein deel van de door hen toegepaste grondstoffen zelf uit het buitenland. In Tabel 4.10 en 4.11 is de import van respectievelijk beton- en metselzand en van grind in de afgelopen vijf jaar weergegeven per categorie verbruiker alsmede de totale import door de verbruikers. Tabel 4.10 Import van beton- en metselzand door verbruikers na ophoging (miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête tabel D.1. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,00 0,00 0,01 0,00 0,00 GWW-aannemers 0,07 0,04 0,04 0,21 0,00 asfaltinstallaties 0,07 0,13 0,01 0,07 0,00 betonmortelfabrikanten 1,16 1,95 1,83 0,05 1,54 betonproductenfabrikanten 1,82 1,41 1,67 0,18 1,01 totaal 3,12 3,53 3,56 0,51 2,56 Tabel 4.11 Import van rond en gebroken grind door verbruikers na ophoging (miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: Verbruikersenquête tabel D.4. verbruikerscategorie B&U aannemers 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 GWW-aannemers 0,10 1,37 0,04 0,01 0,00 asfaltinstallaties 1,79 2,51 1,48 0,20 0,13 betonmortelfabrikanten 1,36 2,44 2,28 0,83 1,97 betonproductenfabrikanten 1,33 1,02 2,50 0,10 0,82 totaal 4,58 7,35 6,31 1,14 2,92 57

62 Onderzoek onder verbruikers De eigen import van zowel beton- en metselzand als van grind is toegenomen ten opzichte van Dit betekent een herstel na de lage gemeten import in Opvallend is dat beton- en metselzand in 2005 uitsluitend is geïmporteerd door de betonbranche. De asfaltinstallaties en aannemerij hebben in 2005 geen zand geïmporteerd. De import van grind in 2005 bedraagt 2,9 miljoen ton grind, waarvan bijna 2,8 miljoen ton rond grind en iets meer dan 0,1 miljoen ton gebroken grind. Ook dit betekent een herstel na de lage gemeten import in 2004, maar de import is daarmee niet terug op het hoge niveau van 2002 en Vooral de betonsector heeft in 2005 meer grind geïmporteerd. Dit betreft uitsluitend rond grind. De asfaltindustrie heeft iets minder grind geïmporteerd dan in 2004 hetgeen te maken kan hebben met de vervanging door steenslag (zie Paragraaf 4.10). Dit verbruik betreft uitstluitend gebroken grind. 4.9 Verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen In de verbruikersenquête zijn vragen gesteld over het gebruik van zandvervangende materialen. Gebleken is dat 5% van de respondenten gebruik maakt van beton- en metselzandvervangende materialen. Dit is duidelijk minder dan in voorgaande jaren toen gemiddeld meer dan 10% van de bedrijven aangaf zandvervangers te gebruiken. Dit kan te maken hebben met de betere controle op oneigenlijk gebruik van beton- en metselzand, waardoor ook vervanging hiervan, bijvoorbeeld door toepassing van brekerzand als fundering, niet meer gemeten is. De te onderscheiden vervangende materialen zijn: brekerzand van bouw- en sloopafval; brekerzand van natuurlijke mineralen; zeefzand van bouw- en sloopafval; gereinigde grond. Behalve deze materialen geven enkele bedrijven aan ook andere zandvervangende materialen te gebruiken, zoals fijn zand. Tabel 4.12 toont het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in 2005 in relatie tot de voorgaande jaren. Net als vorig jaar is het verbruik van BSA-brekerzand opgesplitst in gebruik door de B&Uen GWW-aannemers en het verbruik in de beton- en asfaltindustrie. Het vermoeden bestond vorig jaar dat het verbruik in de aannemerij grotendeels ongebonden toepassingen betreft, waarbij het materiaal ophoogzand vervangt in plaats van beton- en metselzand. Om hier inzicht in te krijgen is deze splitsing aangebracht. Dit jaar is er streng gecontroleerd op ongebonden toepassingen. Dit is duidelijk te zien in de waarde voor het verbruik van brekerzand van BSA in de B&U- en GWW-sector. Dit is nu nihil hetgeen het vermoeden bevastigd dat het verbruik in deze sector voornamelijk ophoogzand vervanging betreft. 58

63 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.12 Verbruik van zandvervangende materialen in miljoen ton na ophoging. Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het Grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.7. jaar brekerzand van BSA brekerzand van natuurlijke mineralen B&U en GWW beton en asfalt asfalt overig zeefzand van BSA gereinigde grond anders totaal ,03 0,2 0,10 0,03-0,10 0, ,09 0,9 0,02 0,04 0,20 0,05 1, ,10 0,7 0,02 0,06 0,40 0,07 1, ,14 0,3 0,18 0,01 0,13 0,17 0, ,07 0,4 0,11 0,00 0,16 0,83 1, ,31 0,3 0,01 0,03 0,16 niet gemeten 0, ,07 0,38 0,08 0,00 0,49 niet gemeten 1, ,14 0,03 0,03 0,05 0,35 0,47 1, ,29 0,07 0,29 0,22 0,01 0,08 0,58 2, ,00 0,08 0,83 0,10 0,00 0,00 0,18 1,2 Het totale verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen in toepassingen waarin het beton- en metselzand in gebonden vorm vervangt is in 2005 met 1,2 miljoen ton lager dan in In ogenschouw nemende dat toen 1,3 miljoen ton secundair zand in waarschijnlijk ongebonden vorm in de aannemerij werd toegepast is deze hoeveelheid in lijn met voorgaande jaren. Binnen de afzonderlijke cijfers valt de grote hoeveelheid in de asfaltbranche toegepast brekerzand van natuurlijke materialen op (0,83 mln. ton). Zeefzand van BSA is in 2005 niet toegepast. De geregistreerde hoeveelheden gebruikte beton- en metselzandvervangende materialen zijn per materiaal afkomstig van slechts enkele respondenten. Dit is goed te zien in Tabel 4.13 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat zegt beton- en metselzandvervangende materialen te gebruiken. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat beton- en metselzandvervangende materialen gebruikt en het gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen per categorie. In de asfaltbranche gebruiken alle responderende bedrijven aasfaltgranulaat dat vooral grof toeslagmateriaal, maar ook beton- en metselzand, vervangt (zie Paragraaf 4.10). Het gebruik van zandvervangers door de responderende bedrijven in de betonsector is in 2005 aanzienlijk hoger dan in 2004: 266 kiloton beton- en metselzandvervangers in 2005 tegen 22 kiloton in 2004 (zie Bijlagetabel D.7). Dit is voor een deel te verklaren uit het grotere aantal respondenten. Het betreft deels brekerzand van BSA (0,08 mln. ton) en deels onder anders geregistreerd fijn zand (0500) en KV-zand. Ook de respondenten in de asfaltindustrie hebben in 2005 meer betonen metselzandvervangend materiaal verbruikt dan in Hier staat tegenover dat het verbruik in de aannemerij aanzienlijk is afgenomen. vanwege de strengere controle op ongebonden toepassingen. 59

64 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.13 Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen per gebruikerscategorie in kiloton. Bron: Verbruikersenquête, tabel D.7. verbruikerscategorie aantal zandvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van zandvervangende materialen totale gemeten verbruik van beton- en metselzandvervangende materialen (kton) B&U aannemers 6 2% 1 GWW-aannemers 5 7% 21 asfaltinstallaties 9 100% 315 (1) betonmortelfabrikanten 4 9% 82 betonproductenfabrikanten 4 6% 44 totaal 20 5% Exclusief asfaltgranulaat (opgenomen als grindvervanger ; zie Paragraaf 4.10) 4.10 Verbruik van grindvervangende materialen Grindvervangende bouwgrondstoffen worden onderverdeeld in primaire bouwgrondstoffen en secundaire bouwgrondstoffen. Onder primaire grindvervangende bouwgrondstoffen wordt steenslag uit gebroken rots verstaan. Secundaire grindvervangende bouwgrondstoffen zijn bijvoorbeeld BSA-granulaat (beton- of menggranulaat uit bouw- en sloopafval), kunstgrind, fosforslak, hoogovenslak, staalslak en asfaltgranulaat Steenslag uit gebroken rots Ter vervanging van vooral gebroken grind wordt veel gebruik gemaakt van steenslag uit gebroken rots. Er is in dit onderzoek expliciet gevraagd naar het verbruik van steenslag uit gebroken rots, omdat de term steenslag ook wel gebruikt wordt voor gebroken grind. Tabel 4.15 toont de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots. Uit de resultaten blijkt het verbruik van steenslag te zijn verdubbeld ten opzichte van De inkoop bij handelaren is iets gedaald, maar de eigen import is sterk gestegen. Dit is in lijn met de eveneens gestegen import van grind en beton- en metselzand. Hiermee is de import van steenslag min of meer terug op het niveau van voor Tabel 4.14 Totale inkoop na ophoging van steenslag uit gebroken rots door verbruikers naar herkomstcategorie in (miljoen ton). Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het Grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.5. herkomstcategorie producenten van steenslag 0,4 0,3 0, handelaren 2,6 4,0 4,9 9,3 4,2 4,7 1,3 3,2 2,7 2,0 buitenland 0,4 1,9 1,6 1,1 2,2 3,0 5,6 3,5 0,1 3,9 Totale inkoop (= VERBRUIK) 3,4 6,2 6,9 10,3 6,4 7,8 6,9 6,7 2,9 5,9 60

65 Onderzoek onder verbruikers Tabel 4.15 Het totale en het relatieve verbruik van steenslag na ophoging per verbruikerscategorie (in tonnen). Bron: verbruikersenquête, tabel D categorie hoeveelheid percentage hoeveelheid percentage aannemers in de burgerlijke en utiliteitsbouw % % aannemers in de grond-, weg- en waterbouw % % asfaltinstallaties % % betonmortelfabrikanten % % betonproductenfabrikanten % % totaal Tabel 4.16 Het totale en het relatieve verbruik per typre steenslag na ophoging (miljoen ton). Bron: verbruikersenquête. Het verbruik van steenslag per verbruikerscategorie is weergegeven in Tabel Hieruit blijkt de asfaltsector de belangrijkste gebruiker van steenslag te zijn. Het procentuele verbruik van de asfaltinstallaties is gestegen tot 71%, dat van de GWW-sector gedaald tot 3%. De toename in de asfaltindustrie is waarschijnlijk gerelateerd aan de afname van het verbruik van rond en gebroken grind door de asfaltindustrie (zie Paragraaf 4.7). De afname van het berekende verbruik in de GWW-sector is mogelijk gerelateerd aan de betere controle op ongebonden toepassingen. Waarschijnlijk is de respons in eerdere jaren hiermee vervuild geweest en de respons in 2005 niet of nauwelijks. Ook de betonproductenfabrikanten gebruiken veel steenslag uit gebroken rots. De hoeveelheid van 1,2 miljoen ton die gevonden is voor de betonproductenfabrikanten is betrouwbaarder dan de 0,7 miljoen ton van 2004 die uitzonderlijk laag was, vermoedelijk door de lage respons. De betonmortelfabrikanten verbruiken in veel mindere mate steenslag als grindvervanger in beton, hoewel de hoeveelheid wel tien maal zo hoog is als vorig jaar. Omdat betonmortelfabrikanten vrijwel uitsluitend rond grind als grof toeslagmateriaal gebruiken vormt steenslag uit gebroken rots geen geschikte vervanging. Steenslag uit gebroken rots bestaat uit verschillende typen steensoorten. De verbruikers is dan ook gevraagd aan te geven welk type steenslag zij gebruiken (zie Tabel 4.16 en Figuur 4.5). Het grootste deel van het geregistreerde steenslag (55%), is van het type anders / onbekend. Reden hiervoor is de ongedifferentieerde opgave door een grote asfaltproducent. Verder bestaat ca. 9% van het type anders uit Grauwacke, zodat het aanbeveling verdient dit type volgend jaar in de enquête op te nemen. Type steenslag hoeveelheid percentage basalt 0,04 1,9% graniet 0,47 20,6% kalk 0,31 13,4% porfier 0,21 9,2% anders / onbekend 1,26 54,9% totaal 2,3 61

66 Onderzoek onder verbruikers 2% 21% Basalt Graniet Kalk Porfier Anders 55% 13% 9% Figuur 4.5 Het relatieve verbruik van verschillende typen gebroken toeslagmaterialen (steenslag uit gebroken rots en gebroken grind) Secundaire grindvervangers In de verbruikersenquête zijn ook vragen gesteld over het gebruik van secundaire grindvervangende materialen. Ongeveer 15% van de responderende verbruikers zegt hiervan gebruik te maken. Dit is vergelijkbaar met 2003 en De grindvervangende bouwgrondstoffen zijn kunstgrind, betongranulaat, menggranulaat, fosforslak, asfaltgranulaat en andere secundaire grindvervangende producten (zoals geëxpandeerde kleikorrels en ecogranulaat). Tabel 4.17 toont het verbruik van deze materialen (na ophoging). Tabel 4.17 Verbruik secundaire grindvervangende materialen na ophoging in miljoen ton per jaar voor de afgelopen 10 jaar. Bron: : Stand van het Zand X, Lint aan het Grind VIII; 2005: Verbruikersenquête, tabel D.8. jaar kunstgrind BSA-granulaat fosforslak staalslak asfaltgranulaat anders totaal ,05 1,5 0,10 1,3 0,03 3, ,05 0,5 0,06 2,6 0,01 3, ,08 0,6 0,40 3,1 0,04 4, ,04 1,3 (0,5 (1) ) 0,12 2,3 0,07 4,0 (3,2 (2) ) ,01 6,4 (0,3 (1) ) 0,08 3,0 0,4 9,5 (3,8 (2) ) ,00 2,7 (0,9 (1) ) 0,02 1,8 0,7 5,2 (3,4 (2) ) ,00 3,9 (0,5 (1) ) 0,02 2,3 0,05 6,3 (2,9 (2) ) ,00 2,4 (0,72 (1) ) 0,07 1,9 0,23 4,4 (2,9 (2) ) ,01 13,4 (0,22 (1) ) 0,21 0,11 1,43 0,28 15,4 (2,3 (2) ) ,01 0,44 (0,41 (1) ) 0,01 1,71 0,27 2,43 (2,4 (2) ) 1 alleen betonmortel- en betonproductenindustrie 2 voor BSA-granulaat alleen gebruik door de betonmortel- en betonproductenindustrie 62

67 Onderzoek onder verbruikers De cijfers voor BSA-granulaat, die in 2004 waarschijnlijk vervuild waren door de toepassing van menggranulaat in de wegenbouw, zijn dit jaar weer terug op een laag niveau, mede dankzij de betere controle op ongebonden toepassingen. Hierdoor komt het gebruik van BSAgranulaat vrijwel volledig voor rekening van de betonindustrie (0,41 miljoen ton, een verdubbeling ten opzichte van 2004). Het gebruik bam BSA-granulaat in de betonsector is echter nog niet geheel terug op het niveau van de jaren (gemiddeld 0,7 miljoen ton). Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat de geregistreerde hoeveelheden per materiaal afkomstig zijn van slechts enkele respondenten. Dit is weergegeven in Tabel 4.18 waarin per gebruikerscategorie het aantal respondenten is getoond dat grindvervangende materialen gebruikt. Deze tabel toont verder het percentage bedrijven per categorie dat grindvervangende materialen gebruikt en het gebruik per categorie. Opvallend is het hoge percentage betonmortelbedrijven dat zegt secundaire grindvervangers te gebruiken. Dit is gestegen van 27% in 2004 naar 61% in Het percentage grindvervangende materialen gebruikende asfaltinstallaties toegenomen van 74% naar 100%. Tabel 4.18 Ongecorrigeerde enquêteresultaten voor het verbruik van grindvervangende materialen per gebruikerscategorie (in kiloton per jaar). Bron: Verbruikersenquête, tabel D.8. verbruikerscategorie aantal grindvervangende materialen gebruikende respondenten percentage bedrijven dat gebruik maakt van grindvervangende materialen totale verbruik vóór ophoging van grindvervangende materialen (kiloton) B&U aannemers 7 3% 8 GWW-aannemers 2 3% 3 asfaltinstallaties 9 100% 717 betonmortelfabrikanten 27 61% 160 betonproductenfabrikanten 19 29% 78 totaal 64 15%

68

69 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen 5. Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Inleiding In Hoofdstuk 2 zijn de beschikbare statistische cijfers gepresenteerd. In Hoofdstuk 3 zijn de resultaten gepresenteerd van de producenten- en handelarenenquête en in Hoofdstuk 4 de resultaten van de verbruikersenquête. In dit hoofdstuk worden deze data met elkaar verbonden. Op deze manier is op een aantal onderzoeksvragen een betrouwbaarder antwoord te geven dan op basis van de afzonderlijke onderzoeksresultaten. In dit hoofdstuk wordt specifiek antwoord gegeven op de volgende onderzoeksdoelstellingen: inzicht geven in het totale verbruik van beton- en metselzand en van (gebroken) grind in Nederland (Paragraaf 5.2); inzicht geven in de totale import en export van beton- en metselzand en grind (Paragraaf 5.3); inzicht geven in het verbruik van secundaire beton- en metselzandvervangende materialen en het verbruik van steenslag en secundaire grindvervangende materialen (Paragraaf 5.4); inzicht geven in de ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 5.5); inzicht geven in de ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag (Paragraaf 5.6). Aansluitend wordt in Paragraaf 5.7 ingegaan op de betrouwbaarheid van de verschillende delen van het onderzoek en worden in Paragraaf 5.8 aanbevelingen gedaan ter verbetering van het onderzoek in Het waargenomen totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in 2005 De beste benadering van het totale verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in Nederland in 2005 wordt verkregen door de resultaten van de producenten/handelarenenquête en van de verbruikersenquête met elkaar te combineren. In deze paragraaf wordt dit op verschillende manieren gedaan Het totale verbruik op basis van het aanbod Op basis van de levering door producenten en handelaren aan verbruikers (producenten/handelarenenquête) plus de eigen productie en de import door de verbruikers (verbruikersenquête) is een idee te krijgen van het totale verbruik. Dit is in Tabel 5.1 uitgewerkt. Hieruit blijkt het waargenomen verbruik van beton- en metselzand gelijk te zijn gebleven en het verbruik van grind en steenslag met resp. 19% en 94% te zijn gestegen ten opzichte van

70 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Tabel 5.1 Leveringen aan Nederlandse verbruikers door producenten/handelaren, import door gebruikers, eigen productie van gebruikers en berekend verbruik van beton- en metselzand in 2005 (miljoen ton). Bron: leveringen door producenten/handelaren: dit onderzoek (hoofdstuk 3); import en productie door gebruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). beton- en metselzand grind steenslag Leveringen door producenten/handelaren 23,0 21,5 15,3 16,6 6,2 8,3 Import door gebruikers 0,5 2,6 1,1 2,9 0,1 3,9 Eigen productie gebruikers 0,9 0,2 0,0 0,1 0 0,0 Verbruik o.b.v. leveringen 24,4 24,3 16,5 19,7 6,3 12,2 Het vrijwel onveranderde gemeten verbruik van beton- en metselzand sluit hiermee aan bij de beperkte toename van de bouwproductie in 2005 (+2%). De stijging van het grindverbruik sluit hier minder goed op aan en lijkt een gevolg van het vorig jaar gemeten, lagere grindverbruik. De stijging zit hem deels in de leveringen door producenten/handelaren (+ 1,3 miljoen ton) en deels in de grotere eigen import door gebruikers (+ 1,8 miljoen ton). Vooral op dit laatste punt wordt aangenomen dat de cijfers over 2005 betrouwbaarder zijn dan de 2004-cijfers vanwege de hogere responspercentages. Ook het steenslagverbruik is gestegen, zelfs verder dan het over 2003 gemeten verbruik van 9,1 miljoen ton. Zowel de leveringen door producenten en handelaren (+ 2,1 miljoen ton) als de eigen import (+3,8 miljoen ton) zijn gestegen. Op dit laatste punt wordt aangenomen dat de cijfers over 2005 betrouwbaarder zijn dan de 2004-cijfers vanwege de hogere responspercentages Berekend verbruik op basis van inkoop door verbruikers Op basis van de verbruikersenquête kan het verbruik worden berekend uit de totale inkopen door verbruikers van beton- en metselzand (zie Tabel 4.5), grind (zie Tabel 4.8) en steenslag (zie Tabel 4.14). Dit is samengevat weergegeven in Tabel 5.2. Tabel 5.2 Inkopen door verbruikers van beton- en metselzand, grind en steenslag in 2005 (miljoen ton). Bron: Inkopen door verbruikers: dit onderzoek (hoofdstuk 4). beton- en metselzand grind steenslag Inkopen bij producenten en handelaren 15,4 15,1 11,1 11,9 2,7 2,0 Eigen import 0,5 2,6 1,1 2,9 0,1 3,9 Eigen productie 0,9 0,2 0,0 0,1 0,0 0,0 Verbruik o.b.v. inkopen 16,8 17,9 12,3 14,9 2,9 5,9 66

71 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Hieruit blijkt het waargenomen verbruik, op basis van de inkopen door verbruikers, van zowel beton- en metselzand, grind als steenslag gestegen ten opzichte van 2005, waarschijnlijk vanwege de hogere responspercentages. Verder geldt voor zowel beton- en metselzand als grind dat het waargenomen verbruik op basis van de inkopen door verbruikers circa 25% lager ligt dan het gemeten verbruik op basis van leveringen door de producenten en handelaren. Voor steenslag ligt het waargenomen verbruik op basis van de inkopen zelfs 50% lager dan het waargenomen verbruik op basis van de leveringen. Producenten en handelaren hebben aangegevem 8,3 miljoen ton aan verbruikers te hebben geleverd, terwijl de verbruikers aangeven maar 2 miljoen ton te hebben afgenomen en bijna 4 miljoen ton te hebben geïmporteerd. Voor beton- en metselzand is dit verschil deels te verklaren uit het feit dat bij de producenten-handelarenenquête al het geproduceerde beton- en metselzand geregistreerd wordt, terwijl aan de verbruikerskant alleen het verbruik ervan in gebonden toepassingen wordt gemeten. Doordat de controle op ongebonden toepassingen dit jaar zo streng is geweest is hiermee een verschil van ca. 2 miljoen ton te verklaren. De overige 4 miljoen ton van het verschil voor beton- en metselzand, het volledige verschil van ca. 5 miljoen ton voor grind en het volledige verschil van ca. 6 miljoen ton voor steenslag zijn moeilijk te verklaren. Mogelijk dat hier een dubbeltelling zit doordat verbruikers aangeven het materiaal te hebben ingekocht bij een buitenlands bedrijf, terwijl dit bedrijf in ons prodecenten- en handelarenonderzoek als Nederlands bedrijf meedoet en zelf de import ook al heeft opgegeven Combinatie onderzoeksresultaten verbruik De benadering van het landelijk verbruik kan op beide informatiebronnen gebaseerd worden door het gewogen gemiddelde te berekenen. Hiervoor worden twee betrouwbaarheidsweegfactoren bepaald, die worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant (zie Paragraaf 5.2.1) en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant (Paragraaf ). Dit is gebeurd op dezelfde wijze als vorig jaar, dus afwijkend van de vóór 2004 gehanteerde werkwijze. Voor de producenten/handelarenenquête is voor de betrouwbaarheid gekeken naar het totaal van bekende leveringen aan Nederlandse verbruikers, omdat deze, bij gelijke betrouwbaarheid en respons, overeen moet komen met het gemeten verbruik door de verbruikers (m.u.v. eigen import en eigen productie). De op deze wijze berekende weegfactoren van 0,75 voor de producenten/handelarenenquête en 0,25 voor de verbruikersenquête weerspiegelen het grote verschil in respons. Wanneer deze twee weegfactoren worden toegepast op respectievelijk het berekende aanbod vanuit de aanbodkant en het berekende verbruik vanuit de verbruikerskant kan het gewogen verbruik worden berekend (zie Tabel 5.3). Volgens deze betrouwbaarheidsweging ligt het gewogen verbruik van beton- en metselzand in Nederland in 2005 rond de 22,7 miljoen ton. Dit is 0,1 miljoen ton meer dan in 2004 en gelijk aan het verbruik in Dit komt overeen met de ontwikkelingen van de bouwproductie. 67

72 Tabel 5.3 Berekening van het verbruik van beton en metselzand en grind in Nederland in 2005 in miljoen ton. Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen leveringen producenten aan verbruikers (L1) (1) eigen import en productie verbruikers (L2) (2) gemeten verbruik bij verbruikers (V) (3) gewogen gemiddelde (4) beton- en metselzand 21,5 2,8 17,9 22,7 22,6 grind 16,6 3,1 14,9 18,5 15,5 steenslag 8,3 3,9 5,9 10,6 5,5 1 deelverbruik op basis van het aanbod vanuit de levering door producenten en handelaren aan de verbruikers (L1); op dit deelverbruik wordt een ophoogfactor van 0,75 toegepast (zie Tabel E1); 2 de eigen productie en de import door de verbruikers (L2); op dit deelverbruik wordt eveneens een betrouwbaarheidsfactor van 0,75 toegepast (zie Tabel E1); 3 het berekende verbruik door de verbruikers zoals afkomstig uit de verbruikersenquête (tabel 4.5 en 4.9) (V); op dit deelverbruik wordt een betrouwbaarheidsfactor van 0,25 toegepast (zie Tabel E1); 4 gewogen gemiddelde (0,75 x L1 + 0,75 x L2 + 0,25 x V) Conform Tabel 4.6 wordt van het totale verbruik van 22,7 miljoen ton 78% verbruikt door de betonsector, oftewel zo n 17,7 miljoen ton. Aangevuld met het verbruik van secundair materiaal in de betonsector (0,3 miljoen ton) is dus 18 miljoen ton beton- en metselzand en vervangend materiaal gebruikt. Dit is ca. 1,7 miljoen ton meer dan wat op basis van het cementverbruik was verwacht (zie Tabel 2.13). Het gewogen verbruik van grind in Nederland in 2005 ligt rond de 18,5 miljoen ton wanneer het met de eerder berekende betrouwbaarheidsweegfactoren wordt gecorrigeerd. Dit is 3 miljoen ton meer dan in 2004, maar slechts 0,8 miljoen ton minder dan in Daarmee lijkt het lage gemeten verbruik van 2004 te wijten te zijn aan de lage respons zodat het nu gemeten verbruik betrouwbaarder wordt geacht. Conform Tabel 4.9 wordt 88% van het grind gebruikt voor beton, oftewel zo n 16,3 miljoen ton. Aangevuld met het verbruik van steenslag en secundair materiaal in de betonsector (samen 2 miljoen ton) is dus ruim 18 miljoen ton grind en vervangend materiaal gebruikt. Ook dit is ruim 1 miljoen ton meer dan het op basis van het cementverbruik verwachte verbruik (Tabel 2.13) De verhouding grind/zand De verhouding tussen het verbruik van grind en van zand in 2005 is met ca. 0,7:1 net als in 2004 duidelijk lager dan de gemiddelde verhouding tussen het verbruik van grind en het verbruik van beton- en metselzand over de laatste 10 jaar van ca. 1:1 en ook iets lager dan in Omdat dit nu reeds jaren achtereen gemeten wordt kan worden aangenomen dat er in Nederland inmiddels ca. 30% minder grind wordt gebruikt dan beton- en metselzand. Dit kan te maken hebben met de vervanging door steenslag, asfaltgranulaat en BSA-granulaat. 68

73 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Verbruik van zand, grind en steenslag door de asfaltbranche Het gemeten verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag door de asfaltbranche komt volgens de verbruikersenquête uit op ca. 6 miljoen ton. Dit komt goed overeen met het in Tabel 2.15 berekende verbruik van verse toeslagmaterialen (exclusief bitumen) voor asfaltproductie (5,9 miljoen ton) en is iets lager dan het, op basis van de langjarige SvhZ/LahG-reeks, verwachte verbruik van 7,4 miljoen ton. 5.3 Import en export van beton- en metselzand en grind De totale waargenomen import van beton- en metselzand en (gebroken) grind bestaat uit de import door producenten, door handelaren en uit de directe import door verbruikers. Een deel van de import van producenten en handelaren bestaat uit Engels en Duits tout-venant. Het aandeel zand en grind dat uit het tout-venant gescheiden wordt, wordt toebedeeld aan de respectievelijke importstroom. Het blijkt dat 41% van het in Nederland geïmporteerde tout-venant als grind wordt afgezet en 59% als beton- en metselzand. Het Engelse tout-venant is aanmerkelijk grindiger dan het Duitse, dat voor bijna 80% uit zand bestaat. In deze paragraaf wordt de netto import berekend op basis van de verschillende import- en exportstromen. De netto import is het verschil tussen de totale import en de export. In Tabel 5.4 staan de import- en exportdata uit de Stand van het Zand onderzoeken van de afgelopen vijf jaren. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de import en export van zand en grind door producenten en handelaren, de directe import van zand en grind door verbruikers en de import van zand als tout-venant. De waargenomen netto import van beton- en metselzand blijkt dit jaar gestegen naar een importoverschot van bijna 10 miljoen ton. Dit jaar is nóg nadrukkelijker erop toegezien dat zogenaamd transit -zand volledig buiten de resultaten is gehouden. Hierdoor is zowel de import als de export door producenten/handelaren afgenomen. Verder is de import door verbruikers duidelijk gestegen ten opzichte van 2004 en min of meer terug op het niveau hiervoor. Dit versterkt het idee dat de lage import door verbruikers in 2004 veroorzaakt werd door de lage respons onder de betonproductenindustrie. De relevantie van de netto import is overigens beperkt, omdat het bij import en export gaat om verschillende korrelgraderingen. De export is vooral fijn zand naar België, de import betreft vooral grof zand uit Duitsland en Engeland. Ook voor (gebroken) grind is de netto import te bepalen door de import door producenten, handelaren en verbruikers, inclusief grind uit tout-venant, te verminderen met de (beperkte) export door producenten en handelaren (zie Tabel 5.5). De waargenomen netto import van grind is dit jaar verder gedaald naar 16 miljoen ton. Vooral de import door producenten en handelaren is met bijna 3 miljoen ton opvallend veel gedaald. De import door verbruikers daarentegen is gestegen. De afname van de import van grind is opvallend gezien het gestegen verbruik van grind (zie paragraaf 5.2.3). 69

74 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Tabel 5.4 Import en export van beton- en metselzand door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton. Bron: : Stand van het zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel 3.12 (import, export en import van zand uit tout-venant door producenten en handelaren), verbruikersenquête, tabel 4.10 (directe import). beton- en metselzand import producenten en handelaren 8,3 10,5 10,0 10,0 7,4 directe import verbruikers 3,1 3,5 3,6 0,5 2,6 import uit tout-venant 0,6 1,3 3,5 2,5 2,4 export 6,3 6,8 6,5 4,4-2,5 netto import 5,7 8,5 10,6 8,5 9,9 Tabel 5.5 Import en export van (gebroken) grind door producenten, handelaren en verbruikers in de periode in miljoen ton. Bron: : Stand van het zand X, Lint aan het grind VIII; 2005: producenten- en handelaren enquête, tabel 3.14 (import, export en import van grind uit tout-venant door producenten en handelaren), verbruikersenquête, tabel 4.11 (directe import) (gebroken) grind import producenten en handelaren 11,3 11,6 12,4 14,5 11,7 directe import 4,6 7,3 6,3 1,1 2,9 uit tout-venant 0,8 2,0 1,9 2,1 1,7 export 0,7 1,5 1,2 0,7-0,3 netto import 16,0 19,4 19,4 17,1 16,0 5.4 Verbruik van zand- en grindvervangende materialen Zand- en grindvervangende materialen kunnen primaire of secundaire bouwgrondstoffen zijn. Er wordt nog altijd slechts op beperkte schaal gebruik gemaakt van secundaire beton- en metselzand- en grindvervangende materialen Steenslag De kwantitatief belangrijkste vervangende bouwgrondstof is steenslag uit gebroken rots ter vervanging van met name gebroken grind. Dit wordt op grote schaal gebruikt. Het totale waargenomen verbruik van steenslag uit gebroken rots in Nederland in 2005 is ruim 10 miljoen ton. Dit is het gewogen gemiddelde van de levering door de producenten en handelaren aan verbruikers (producentenenquête; 8,3 miljoen ton), de eigen import door verbruikers (verbruikersenquête; 3,9 miljoen ton) en het berekende verbruik (verbruikersenquête; 5,9 miljoen ton). Voor de weging is gebruik gemaakt van de in Paragraaf 5.2 bepaalde betrouwbaarheidsweegfactoren. Deze hoeveelheid komt niet erg overeen met de import van steenslag volgens de CBS-cijfers van 4,8 miljoen ton (zie Paragraaf 2.7). Het verbruik van steenslag is in 2005 met ruim 5 miljoen ton gestegen ten opzichte van

75 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Secundaire zand en grindvervangende materialen Ook asfaltgranulaat is een belangrijk beton- en metselzand- en grindvervangend materiaal. Het gemeten verbruik van asfaltgranulaat als grindvervangend materiaal door asfaltinstallaties in 2005 is 1,7 miljoen ton. Omdat asfaltgranulaat ook een vervanger van beton- en metselzand is, is het totale hergebruik van asfaltgranulaat waarschijnlijk hoger, 2,4 miljoen ton volgens de branche. Het waargenomen verbruik in 2005 van BSA-granulaten in cementgebonden toepassingen als grindvervanger is 0,4 miljoen ton en betreft vooral betongranulaat (0,3 miljoen ton). Dit is 0,3 miljoen ton meer dan in 2004, maar nog steeds lager dan in de jaren daarvoor. Kunstgrind, fosforslak en andere grindvervangers worden in geringe mate als grindvervangers gebruikt (totaal ca. 0,3 miljoen ton). Het grootste deel van het verbruikte beton- en metselzandvervangend materiaal bestaat uit brekerzand van natuurlijke mineralen (0,9 miljoen ton). Dit wordt vooral gebruikt door asfaltcentrales. Zandvervangende materialen worden nauwelijks toegepast in de betonproducerende industrie: bijna 0,1 miljoen ton brekerzand van BSA en 0,2 miljoen ton andere zandvervangers (zoals fijn zand, KV-zand, etc.). De cijfers over het verbruik van secundaire grondstoffen zijn beperkt betrouwbaar, omdat slechts een klein deel van de bedrijven in de betonsector hiervan gebruik maakt. 5.5 De ontwikkeling van het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag Het aanbod van beton- en metselzand, grind en steenslag wordt gevormd door het in Nederland gewonnen materiaal (m.u.v. steenslag), vermeerderd met de import ervan. Figuur 5.1 toont de ontwikkeling van de winning van beton- en metselzand en grind gedurende de afgelopen 10 jaar op basis van de LCCO- WIG cijfers. Hieruit blijkt duidelijk de afname van zowel de beton- en metselzandwinning als de grindwinning sinds Figuur 5.2 toont de ontwikkeling van de netto import van beton- en metselzand, grind en steenslag op basis van de waargenomen resultaten van dit en voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken. Vanwege de veranderde wijze van dataverzameling gaat dit overzicht niet verder terug dan tot Uit Figuur 5.2 blijkt dat de gedaalde productie van beton- en metselzand en grind voor een belangrijk deel is ingevuld door een gestegen import van deze materialen en van steenslag. De netto import van beton- en metselzand lijkt zich te stabiliseren op ca. 10 miljoen ton en ook de import van steenslag is terug op het hoge niveau van ca. 12 miljoen ton. De import van grind tenslotte lijkt wel gestaag te dalen, van ruim 19 miljoen ton in 2002 en 2003 naar 16 miljoen ton in

76 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen productie in mln. ton Beton- en metselzand Grind Jaar Figuur 5.1 De productie van beton- en metselzand en grind in de afgelopen tien jaar volgens de LCCO-WIG (miljoen ton) beton- en metselzand grind steenslag netto import in mln. ton jaar Figuur 5.2 De import van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode in miljoen ton. Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de absolute cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. Bron: : voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages; 2005: dit onderzoek (paragraaf 5.3 en 5.4). 5.6 De ontwikkeling van het verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag Figuur 5.3 toont de ontwikkeling van het waargenomen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag op basis van het gewogen verbruik (zie Paragraaf 5.2). Wanneer de ontwikkeling van het verbruik van de verschillende toeslagmaterialen nader wordt bestudeerd valt op dat de daling die sinds 2002 bij het grindverbruik zichtbaar was ten einde is gekomen. Overigens moet worden opgemerkt dat het voor 2004 berekende grindverbruik niet erg betrouwbaar wordt geacht. 72

77 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Het gemeten verbruik van steenslag in 2005 is hoger dan ooit tevoren. Dit komt vooral door de hoge gemeten levering door producenten en handelaren aan verbruikers. Het verbruik van beton- en metselzand is sinds 2003 erg constant en is op een iets lager niveau aanbeland dan het hoge verbruik in 2001 en 2002 toen de economie sterk groeide. 30 Beton- en metselzand Grind Steenslag 25 Verbruik (miljoen ton) Jaar Figuur 5.3 Het gewogen verbruik van beton- en metselzand, grind en steenslag in de periode in miljoen ton. Omdat de wijze van dataverzameling gedurende deze periode niet altijd hetzelfde is geweest dienen de absolute cijfers met voorzichtigheid gebruikt te worden. Voor de exacte cijfers en de achtergronden wordt verwezen naar voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind rapportages. 5.7 Betrouwbaarheid van de gegevens Producenten- en handelarenenquête Net als vorig jaar worden de resultaten van de producenten- en handelarenenquête als zeer betrouwbaar beschouwd vanwege de hoge respons onder de producenten (ca. 90% van de productie wordt gedekt). Wel bleek dit jaar handmatige toevoeging aan de productiekant noodzakelijk van 1,5 miljoen ton, vanwege het vermoedelijk missen van de productie van op de Noordzee gewonnen bijmengzand. De respons onder de handelaren is redelijk tot goed (ca. 70% van de leveringen aan eindverbruikers wordt gedekt). Dankzij de externe statistische gegevens van de NVLB zijn de handelarencijfers op een betrouwbare wijze opgehoogd ten behoeve van een volledige dekking. Dankzij de extra controle op zogenaamd transit-zand (in het buitenland gewonnen beton- en metselzand, geïmporteerd naar Nederland maar bestemd voor export) zijn de import- en exportcijfers nog zuiverder dan vorig jaar. Er kan gesteld worden dat er in deze cijfers vrijwel geen transit-zand meer is opgenomen. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het Protocol heeft plaatsgevonden. 73

78 Gecombineerde onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen Verbruikersenquête De resultaten van het onderzoek onder de verbruikers worden aanmerkelijk betrouwbaarder geacht dan vorig jaar. De respons onder de verbruikers is hoger dan vorig jaar maar nog altijd relatief laag, waardoor ca. 30% van het totale verbruik door de respondenten wordt vertegenwoordigd. De respons in de betonmortelindustrie en de asfaltindustrie is hoog, waardoor de resultaten voor deze sectoren als relatief betrouwbaar beschouwd kunnen worden. Dit beeld wordt bevestigd door de controle van de gerespondeerde productievolumina aan de hand van industriele statistieken. Ondanks dat ook de respons onder de betonproductenfabrikanten met 44% hoog te noemen is, geeft het onderzoek voor deze sector geen volledig betrouwbaar beeld. Vergelijking met het waarschijnlijke productievolume aan betonproducten toont aan dat de enqueteresultaten mogelijk ca. 30% te laag zijn. Vanwege de hogere respons en daardoor de hogere betrouwbaarheid geven ook de cijfers voor het verbruik en de eigen import door verbruikers een betrouwbaarder beeld dan vorig jaar. Wat betreft de consistentie van de gegevens kan worden opgemerkt dat de wijze van dataverzameling en databewerking zo veel mogelijk in lijn met de voorgaande Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoeken en conform het Protocol heeft plaatsgevonden Gecombineerde onderzoeksresultaten De betrouwbaarheid van de gecombineerde onderzoeksresultaten is redelijk tot goed. De betrouwbaarheid van het onderzoek onder verbruikers en het onderzoek onder de producenten en handelaren loopt minder uiteen dan vorig jaar, waardoor ook de cijfers minder van elkaar verschillen. Voor het verbruik van beton- en metselzand leveren de onderzoeksresultaten inmiddels een vrij constant beeld op met een verbruik van 22,5 à 23 miljoen ton. Voor grind en steenslag is het beeld nog erg wisselend, vooral vanwege de matige betrouwbaarheid van het onderzoek over Wat betreft de consistentie van de data-analyse moet worden opgemerkt dat er voor de bepaling van de betrouwbaarheidsweegfactoren ten behoeve van de bepaling van het gewogen verbruik van beton- en metselzand en grind gebruik is gemaakt van dezelfde, afwijkende methode, die ook over 2004 gehanteerd is, omdat dit statistisch meer verantwoorde weegfactoren oplevert. 5.8 Aanbevelingen Ten behoeve van een in 2007 betrouwbaardere uitvoering van het Stand van het Zand / Lint aan het Grind onderzoek verdient het aanbeveling nader onderzoek te doen bij Rijkswaterstaat Noordzee naar de productiecijfers voor industriezand op de Noordzee. Tevens moet worden nagegaan welke bedrijven hiervoor verantwoordelijk zijn en deze bedrijven in 2007 voor afname van de producenten- en handelarenenquête te benaderen. 74

79 Gehanteerde definities Gehanteerde definities Beton- en metselzand: zand, dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. Grind: grind in dit onderzoek betreft materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Tout-venant: mengsel van zand en grind, dat als zodanig wordt gewonnen. Steenslag: materiaal uit gebroken rots met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. Primaire bouwstoffen: bouwstoffen, die niet eerder zijn gebruikt. Voorbeelden zijn zand uit zandwinning, grind uit grindwinning, steenslag uit gebroken rots uit groevewinning, zand uit gemalen rots uit groevewinning. Secundaire bouwstoffen: bouwstoffen die eerder zijn gebruikt in een dezelfde of een andere toepassing. Voorbeelden zijn granulaat uit gebroken bouw- en sloopafval, brekerzand uit de puinbrekerij, staalslakkenzand, BSA-granulaat, LD-staalslakken, gerecycled dakgrind. Brekerzand van natuurlijke mineralen: zand, dat vrijkomt bij het breken van rots. BSA-granulaat: product van een puinbrekerij, granulaat van steenachtig bouw- en sloopafval Asfaltgranulaat: materiaal, dat ontstaat door het breken of frezen van asfaltbetonverhardingen. Menggranulaat: product van een puinbrekerij, mengsel van betongranulaat en metselwerkgranulaat. Staalslak: restproduct, dat vrijkomt bij de productie van staal uit ruwijzer en schroot. Afhankelijk van het staalproductieproces kennen we LD-staalslakken en ELO-staalslakken. Producenten: bedrijven die eigen winning hebben van zand of grind. Handelaren: bedrijven die zand of grind inkopen en verkopen. Betonmortelfabrikanten: bedrijven, die betonmortel produceren en leveren voor toepassing op de bouwplaats. Dit betreft zowel stortklaar beton als droge mortel. Betonproductenfabrikanten: bedrijven die betonproducten produceren en leveren, zoals betonstenen, rioolbuizen, betonnen dakpannen, muurdelen. Asfaltinstallaties: asfaltcentrales met een asfaltmenginstallatie. 75

80

81 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête Bijlage A Producenten- en handelarenenquête Monitoring Bouwgrondstoffen 2005 Handelaren- en producentenenquête retouradres Syncera GeoData T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Bent u GEEN handelaar in of producent van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat bedankt! Bedrijfsnaam:.. Vestigingsplaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. Geen producent of handelaar van beton- en metselzand, grind en/of steenslag. Bedrijfsactiviteiten (als handelaar/producent) beëindigd. Opgesteld door Syncera GeoData Contactpersoon Tjeerd Koopmans (telefoon: / fax: ) TKO@syncera.nl Retouradres In opdracht van Syncera T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde 77 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

82 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTEFORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 78 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

83 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? ALGEMENE INFORMATIE: Contactpersoon:.. Tel: TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... Ga door naar vraag BEDRIJFSGROOTTE Wat was het aantal werknemers van uw bedrijf in 2005? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 79 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

84 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête 3. WINNING VAN BOUWGRONDSTOFFEN 3a. Bent u alleen handelaar in bouwgrondstoffen (i.e. alleen koop en verkoop van zand/grind), alleen winner van zand of grind uit een Nederlandse winning (i.e. uitsluitend productie en verkoop; geen inkoop) of bent u zowel handelaar als winner van beton- en metselzand of grind (i.e. productie, inkoop en verkoop)? alleen handelaar; geen eigen productie Ga door naar vraag 4. alleen eigen winning in Nederland, geen handelaar Ga door naar vraag 3b. naast handelaar ook eigen winning in Nederland Ga door naar vraag 3b. 3b. Hoeveel ton beton- en metselzand en grind heeft u in 2005 uit winningen in Nederland gewonnen? WINNING IN NEDERLAND (2005) beton- en metselzand Hoeveelheid (in tonnen) grind 3c. Kunt u in de tabel op pagina 5 invullen hoeveel beton- en metselzand, grind, tout-venant en steenslag uit gebroken rots u in 2005 in het buitenland gewonnen heeft en hoeveel heeft u daarvan in Nederland heeft afgezet? Wilt u voor het gewonnen tout-venant tevens aangeven uit hoeveel procent grind en zand dit bestond? Toelichting bij vraag 3c Afzet aan een Nederlandse handelaar waarvan het niet bekend is of het zand uiteindelijk in Nederland of in het buitenland is toegepast, wordt eveneens beschouwd als afgezet in Nederland. WINNING IN HET BUITENLAND (2005) Hoeveelheid (in tonnen) Waarvan afgezet in Nederland (in tonnen) % grind % zand beton- en metselzand 100% n.v.t grind n.v.t. 100% steenslag uit gebroken rots n.v.t. n.v.t. tout-venant % % Toelichting vervolgvragen Bij de vervolgvragen blijven in het buitenland geproduceerde materialen die in hetzelfde of in een ander buitenland (dus NIET in Nederland) worden gebruikt buiten beschouwing! 80 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

85 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête 4. INKOOP VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG 4a. Koopt uw bedrijf beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag in ten behoeve van levering aan derden? Ja, inkoop ten behoeve van levering aan derden Ga door naar vraag 4b. Nee, alleen inkoop ten behoeve van eigen gebruik Ga door naar vraag 5. Nee, helemaal geen inkoop Ga door naar vraag 5. 4b. Kunt u in de volgende vier tabellen de totale inkoop in 2005 van respectievelijk beton- en metselzand (tabel 4b-1), grind en gebroken grind (tabel 4b-2), tout-venant (tabel 4b-3) en steenslag uit gebroken rots (tabel 4b-4) invullen? Toelichting te onderscheiden herkomstcategorieën Inkoop bij producenten: inkoop van beton- en metselzand, (gebroken) grind en/of steenslag uit gebroken rots door uw bedrijf direct bij de winners van deze grondstoffen in Nederland (grindbrekers en sorteerbebedrijven worden eveneens als producenten beschouwd); Inkoop bij (tussen)handelaren: inkoop van beton- en metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag uit gebroken rots bij een bedrijf dat zelf geen van deze grondstoffen wint, maar ze inkoopt ten behoeve van levering aan derden; Inkoop in het buitenland: dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van betonen metselzand, (gebroken) grind, tout-venant en/of steenslag uit gebroken rots vanuit het buitenland naar Nederland, ingekocht bij een buitenlandse handelaar of een buitenlandse winner. Tabel 4b-1: Wat was de totale inkoop van beton- en metselzand in 2005 t.b.v. levering aan derden? INKOOP (2005) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 81 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

86 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête Tabel 4b-2: Wat was de totale inkoop van grind en gebroken grind in 2005 t.b.v. levering aan derden: INKOOP (2005) Herkomstcategorie (zie toelichting) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen) Nederland Buitenland (import) Producenten (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) TOTAAL Tabel 4b-3: Wat was de totale inkoop van tout-venant in 2005 ten behoeve van levering aan derden? Kunt u tevens aangeven uit hoeveel procent grind en zand het tout-venant bestond? INKOOP (2005) Herkomstcategorie (zie toelichting) Hoeveelheid tout-venant waarvan % grind waarvan % zand (in tonnen) Nederland Producenten (Tussen)handelaren Buitenland (import) Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) TOTAAL Tabel 4b-4: En wat was de totale inkoop van steenslag uit gebroken rots in 2005 ten behoeve van levering aan derden? INKOOP (2005) Nederland Buitenland (import) TOTAAL Herkomstcategorie (zie toelichting) Brekerijen en sorteerders (Tussen)handelaren Invoer uit het buitenland (exclusief eigen winning in het buitenland) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 82 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

87 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête 5. LEVERING VAN ZAND, GRIND, TOUT-VENANT EN STEENSLAG Kunt u in de volgende drie tabellen de directe levering van respectievelijk beton- en metselzand (tabel 5a), grind en gebroken grind (tabel 5b) en steenslag uit gebroken rots (tabel 5c) over 2005 weergeven? Het gaat hierbij om de totale levering van al het gewonnen en ingekochte materiaal. NOTA BENE: Per tabel dient het TOTAAL overeen te komen met de totale hoeveelheid ingekocht en gewonnen beton- en metselzand, grind of steenslag (zie vraag 3 en vraag 4). Toelichting directe levering aan afnemerscategorieën Onder directe levering wordt verstaan de verkoop van beton- en metselzand, grind of steenslag aan de volgende afnemerscategorieën: (tussen)handelaren: dit zijn bedrijven die zelf geen beton- metselzand, grind en/of steenslag winnen, bewerken of verwerken, maar het enkel inkopen ten behoeve van leveringen aan derden; verbruikers: dit zijn bedrijven die in het productieproces beton- en metselzand, grind en/of steenslag als grondstof verwerken (betonproductenfabrieken, beton- en metselmortelcentrales, asfaltcentrales en bouwbedrijven (zoals vloerenlegbedrijven, stukadoors en aannemers)); eigen verbruik: de hoeveelheid beton- en metselzand, grind en/of steenslag die niet (als zodanig) wordt geleverd aan andere bedrijven, maar die binnen uw eigen bedrijf zelf wordt verwerkt voor eigen gebruik, dan wel na verwerking aan derden wordt doorgeleverd (bijvoorbeeld als betonmortel of prefab betonproducten); producenten: dit zijn bedrijven die het materiaal bewerken en daarna doorverkopen (zoals grindbrekerijen); overigen: hier worden onder andere particulieren onder verstaan die het materiaal direct van een handelaar of producent afnemen; buitenland: dit betreft de uitvoer van beton- en metselzand, grind en/of steenslag door uw bedrijf naar verbruikers en (tussen)handelaren in het buitenland. 5a. Hoe groot was de directe levering van beton- en metselzand per afnemerscategorie in 2005? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2005) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid beton- en metselzand (in tonnen) 83 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

88 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Producenten- en handelarenenquête 5b. Hoe groot was de directe levering van grind en gebroken grind per afnemerscategorie in 2005? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2005) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Producenten (bijvoorbeeld grindbrekerijen) Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid grind en gebroken grind (in tonnen)) 5c. En hoe groot was de directe levering van steenslag uit gebroken rots per afnemerscategorie in 2005? LEVERINGEN AAN AFNEMERS (2005) Nederland Buitenland (export) TOTAAL Afnemerscategorie (Tussen)handelaren Verbruikers Eigen verbruik Overigen (particulieren) Buitenland (export) Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in tonnen) 6. INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek en over het onderzoek in 2007? Ja, mijn adres is: Nee. HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 84 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

89 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête Bijlage B Verbruikersenquête Monitoring Bouwgrondstoffen 2005 Verbruikersenquête retouradres Syncera GeoData T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer RW ARNHEM Bent u GEEN verbruiker van beton- en metselzand, asfaltzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots? Wilt u dan toch deze pagina invullen en terugsturen ten behoeve van de responsmeting en verbetering van ons adressenbestand? Bij voorbaat bedankt! Bedrijfsnaam:.. (Post)adres:. Postcode / plaats:... Telefoonnummer:... Eventuele reden NIET invullen enquête: WEL verbruiker van beton- en metselzand, grind en/of steenslag, maar NIET geïnteresseerd in deelname aan de enquête. GEEN verbruik van beton- en metselzand, grind en/of steenslag (uitsluitend kant & klaar product, uitsluitend toepassing in ongebonden vorm, etc.) Werkzaam in andere sector, namelijk:.. Bedrijfsactiviteiten geheel beëindigd. Andere reden, namelijk: Opgesteld door Contactpersoon Retouradres In opdracht van Syncera GeoData Tjeerd Koopmans (tel: / TKO@syncera.nl) Syncera T.a.v. Dataverzameling monitoring Antwoordnummer WR ARNHEM Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde 85 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

90 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête INFORMATIE VOORAF VERTROUWELIJKHEID Alle gegeven antwoorden worden volstrekt vertrouwelijk behandeld. Individuele gegevens zullen in de resultaten niet traceerbaar zijn. TERUGZENDING ENQUÊTE FORMULIER Voor terugzending van het enquêteformulier kunt u bijgevoegde retourenvelop gebruiken (geen postzegel nodig). DEFINITIES De vragen over beton- en metselzand in dit formulier betreffen zand dat wordt gebruikt voor het maken van cement- en bitumineus gebonden bouwstoffen (zoals beton, mortel en asfalt). Dit betreft zand in alle korrelgraderingen. De vragen over grind, gebroken grind en steenslag uit gebroken rots in deze enquête betreffen materiaal met een korrelgrootte van minimaal 2 en maximaal 40 mm. NAUWKEURIGHEID Indien geen precieze cijfers direct voorhanden zijn, volstaat een schatting. OMREKENFACTOREN 1 losse kubieke meter beton- metselzand weegt 1,45 ton; 1 vaste kubieke meter beton- metselzand weegt 1,7 ton; 1 kubieke meter nat beton- metselzand in bak (gespoten) weegt 2,0 ton; 1 kubieke meter (gebroken) grind weegt 1,6 ton; 1 kubieke meter steenslag weegt 1,75 ton. 86 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

91 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête Wilt u voor het invullen een blauwe of zwarte pen gebruiken? ALGEMENE INFORMATIE: Contactpersoon:.. Tel: TYPE BEDRIJFSVESTIGING 1a. Kan uw bedrijfsvestiging worden aangemerkt als: (aankruisen wat van toepassing is) zelfstandige vestiging (zonder nevenvestiging) Ga door naar vraag 2. hoofdvestiging (één of meer nevenvestigingen) Ga door naar vraag 1b. nevenvestiging Ga door naar vraag 1c. 1b. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen uitgaan van uw GEHELE bedrijf inclusief eventuele nevenvestigingen? Kunt u tevens de namen en postadressen van de nevenvestigingen van uw bedrijf hieronder weergeven? 1c. Wilt u bij de beantwoording van alle volgende vragen van dit formulier uitgaan van de nevenvestiging (dus niet van de hele onderneming). Kunt u tevens de naam en het postadres van de hoofdvestiging hieronder invullen? Hoofd- en nevenvestigingen: nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... nevenvestiging hoofdvestiging: Naam: Postadres:... Ga door naar vraag BEDRIJFSGROOTTE IN 2005 Wat was in 2005 het aantal werknemers van uw bedrijf? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) < 10 werknemers werknemers werknemers werknemers werknemers > 200 werknemers 87 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

92 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête 3. VERBRUIKERSCATEGORIE Tot welke van de volgende verbruikerscategorieën van beton- en metselzand, grind, gebroken grind of steenslag uit gebroken rots behoort uw bedrijf? Wilt u, indien u producent bent van betonmortel, betonproducten of asfalt, uw jaarproductievolume invullen? (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is; meerdere antwoorden mogelijk) betonmortelfabrikanten Productievolume per jaar: betonproductenfabrikanten Productievolume per jaar: fabrikanten van overige mortels (metselspecie, lijmmortel etc.) aannemerij: grond-, weg- en waterbouw aannemerij: woning- en utiliteitsbouw m 3 m 3 asfaltinstallaties Productievolume per jaar: ton geen verbruiker overige verbruikers, namelijk: 4. EIGEN VERBRUIK VAN BETON- EN METSELZAND IN a. Heeft u in 2005 beton- en metselzand gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 4b. nee, wij hebben geen beton- en metselzand gebruikt Ga door naar vraag 5. Toelichting bij vraag 4 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid betonen metselzand die u in 2004 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken, verminderd met de verkoop van los zand aan derden. Onder beton- en metselzand wordt niet verstaan beton- en metselzandvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 5). Toelichting bij vraag 4a De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: zandwinners, dit betreft de inkoop van beton- en metselzand door uw bedrijf direct bij een zandwinner in Nederland. Grindbrekers en sorteerbedrijven worden eveneens als zandwinner beschouwd; (tussen)handelaar, hieronder wordt een bedrijf in Nederland verstaan dat zelf geen beton- en metselzand wint en/of bewerkt, maar het wel inkoopt ten behoeve van leveringen aan derden; eigen productie, dit betreft door uzelf gewonnen beton- en metselzand; buitenland, dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van beton- en metselzand vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeezand maar exclusief buitenlands materiaal dat u via een Nederlandse handelaar of bewerker betrekt). 88 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

93 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête 4b. Wat is het totale eigen verbruik van beton- en metselzand naar herkomstcategorieën over 2005? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2005) Nederland Buitenland (import) HERKOMSTCATEGORIE Zandwinners (Tussen-)handelaren Eigen productie Buitenland (import) TOTAAL Beton- en metselzand (hoeveelheid in ton / jaar) 4c. Kunt u in onderstaande tabel een procentuele verdeling aangeven van het (totale) eigen verbruik van beton- en metselzand in 2005 per toepassingscategorie? Beton- en metselzand gebruikt voor: % van het beton- en metselzand: betonproducten % betonmortel (voor verkoop) % metsel- en voegmortel % overige zand/cementmortels % stucwerk en betonreparatie % asfalt % anders, namelijk: %... % 5. GEBRUIK VAN BETON- EN METSELZANDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakt uw bedrijf gebruik van beton- en metselzandvervangende materialen? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 6. ja Ga door naar vraag 5b. 89 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

94 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête 5b. Hoeveel ton beton- en metselzandvervangend materiaal heeft u in 2005 verbruikt? Soort zandvervangend materiaal Hoeveelheid (in ton/jaar) Brekerzand van BSA (bouw- en sloopafval) Brekerzand van natuurlijke mineralen Zeefzand van BSA Gereinigde grond anders, namelijk: EIGEN VERBRUIK VAN ROND GRIND, GEBROKEN GRIND EN STEENSLAG IN a. Heeft u in 2005 grind of steenslag gebruikt? (aankruisen wat van toepassing is) ja, wij hebben grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 6b. nee, wij hebben geen grind of steenslag gebruikt Ga door naar vraag 7. 6b. Wat is het totale eigen verbruik van rond grind en gebroken grind per herkomstcategorie in 2005? Toelichting bij vraag 6 In deze enquête wordt u gevraagd naar uw eigen verbruik. Dit is de hoeveelheid grind en/of steenslag die u in 2005 heeft ingekocht (of zelf gewonnen) en zelf heeft toegepast voor de productie van bouwmaterialen of bouwwerken? Onder grind wordt niet verstaan grindvervangend materiaal (zie daarvoor vraag 7). De volgende herkomstcategorieën worden onderscheiden: producenten; dit betreft de inkoop van (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots door uw bedrijf direct bij een grindwinner of producent in Nederland. Grindbrekers en sorteerbedrijven worden eveneens als producent beschouwd; (tussen)handelaar; hieronder wordt een bedrijf in Nederland verstaan dat zelf geen grind of steenslag uit gebroken rots produceert en/of bewerkt, maar het wel inkoopt ten behoeve van leveringen aan derden; eigen productie; dit betreft het verbruik van uit uw eigen winning gewonnen grind; buitenland; dit betreft de directe invoer door uw bedrijf van (gebroken) grind en steenslag uit gebroken rots vanuit het buitenland naar Nederland (dus inclusief eventuele invoer van Engels zeegrind maar exclusief buitenlands materiaal dat u via een Nederlandse handelaar of bewerker betrekt). 90 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

95 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête TOTALE EIGEN VERBRUIK (2005) HERKOMST- CATEGORIE Hoeveelheid rond grind (in ton / jaar) Hoeveelheid gebroken grind (in ton / jaar) Nederland Producenten (grindwinners) (Tussen)handelaren Eigen productie Buitenland (import) Buitenland (import) TOTAAL 6c. Wat is het totale eigen verbruik van steenslag uit gebroken rots per herkomstcategorie in 2005? TOTALE EIGEN VERBRUIK (2005) Nederland Buitenland (import) HERKOMST- CATEGORIE (Tussen)handelaren Buitenland (import) TOTAAL Hoeveelheid steenslag uit gebroken rots (in ton / jaar) 6d. En welke soorten steenslag uit gebroken rots heeft u in 2005 verbruikt? SOORT STEENSLAG UIT GEBROKEN ROTS Basalt Hoeveelheid (ton/jaar) Graniet Kalksteen Porfier Anders TOTAAL 7. GEBRUIK VAN GRINDVERVANGENDE MATERIALEN IN a. Maakte uw bedrijf in 2005 gebruik van rond en gebroken grindvervangende materialen (exclusief steenslag uit gebroken rots)? (aankruisen wat van toepassing is) nee Ga door naar vraag 8. ja Ga door naar vraag 7b. 91 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

96 Monitoring Bouwgrondstoffen 2004 Verbruikersenquête 7b. Hoeveel ton grindvervangend materiaal heeft u in 2005 verbruikt? Soort grindvervangend materiaal Hoeveelheid (in ton/jaar) Puingranulaat Betongranulaat Menggranulaat Kunstgrind (kleikorrels) Staalslak Fosforslak Asfaltgranulaat Eigen restproduct anders, namelijk: INFORMATIEVOORZIENING Wilt u per op de hoogte worden gehouden over de resultaten van het huidige onderzoek en over het onderzoek in 2007? Ja, mijn adres is: Nee...@ HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!!! Een antwoordenvelop is bijgevoegd. Een postzegel is niet nodig. 92 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

97 Bijlage C Enquêteresultaten producenten en handelaren Tabel C1. Respondenten naar soort vestiging (producenten/handelaren enquête: vraag 1) soort vestiging Producenten Handelaren Totaal zelfstandige vestiging 45% 77% 62% hoofdvestiging 55% 14% 33% nevenvestiging 0% 5% 2% onbekend 0% 5% 2% totaal aantal Tabel C2. Respondenten naar werknemersklasse (producenten/handelaren enquête: vraag 2) aantal werknemers Producenten Handelaren Totaal (1) < 10 werknemers 20% 27% 24% (2) werknemers 15% 32% 24% (3) werknemers 30% 32% 31% (4) werknemers 25% 0% 12% (5) > 100 werknemers 10% 5% 7% Onbekend 0% 5% 2% totaal aantal Tabel C3. Ongecorrigeerde en gecorrigeerde winning van beton- en metselzand, grind en steenslag uit gebroken rots (in tonnen) (producenten/handelaren enquête: vraag 3) winning producenten handelaren totaal producenten handelaren totaal responsgroep gecorrigeerd winning zand in Nederland winning grind in Nederland winning zand in het buitenland en afgezet in NL winning grind in het buitenland en afgezet in NL winning steenslag in het buitenland en afgezet in NL winning tout-venant in het buitenland en afgezet in NL waarvan zand waarvan grind Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

98 Tabel C4. Ongecorrigeerde en gecorrigeerde leveringen van beton- en metselzand aan afnemers in tonnen (producenten/handelaren enquête: vraag 5a) levering beton- en producenten handelaren totaal producenten handelaren totaal metselzand responsgroep gecorrigeerd (factoren 1,0 en 1,7) tussenhandelaren verbruikers eigen verbruik overige (particulieren) buitenland (export) totaal van leveringen waarvan onbekend NB: leveringen waarvan niet bekend is aan wat voor afnemer dit geweest is ( waarvan onbekend ) zijn naar rato verdeeld over de andere afnemerscategorieën. Een negatief getal bij waarvan onbekend wil zeggen dat er méér geleverd is dan er geproduceerd en geïmporteerd is. Tabel C5. Ongecorrigeerde en gecorrigeerde leveringen van (gebroken) grind aan afnemers in tonnen (producenten/handelaren enquête: vraag 5b) levering (gebroken) grind producenten handelaren totaal producenten handelaren totaal responsgroep gecorrigeerd (factoren 1,0 en 1,7) tussenhandelaren verbruikers eigen verbruik overige (particulieren) producenten (grindbrekerijen) buitenland (export) totaal van leveringen waarvan onbekend NB: leveringen waarvan niet bekend is aan wat voor afnemer dit geweest is ( waarvan onbekend ) zijn naar rato verdeeld over de andere afnemerscategorieën. Een negatief getal bij waarvan onbekend wil zeggen dat er méér geleverd is dan er geproduceerd en geïmporteerd is. Tabel C6. Ongecorrigeerde en gecorrigeerde leveringen van steenslag uit gebroken rots in tonnen (producenten/handelaren enquête: vraag 5c) levering steenslag producenten handelaren totaal producenten handelaren totaal responsgroep gecorrigeerd (factoren 1,0 en 1,7) tussenhandelaren verbruikers eigen verbruik overige (particulieren) buitenland (export) totaal van leveringen waarvan onbekend NB: leveringen waarvan niet bekend is aan wat voor afnemer dit geweest is ( waarvan onbekend ) zijn naar rato verdeeld over de andere afnemerscategorieën. Een negatief getal bij waarvan onbekend wil zeggen dat er méér geleverd is dan er geproduceerd en geïmporteerd is. 94 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

99 Tabel C7. Ongecorrigeerde en gecorrigeerde verdeling per provincie van verkopen van betonen metselzand direct aan de verbruikers in Nederland door producenten en handelaren in tonnen (vraag 6, producenten en handelaren enquête) VERVALLEN MET INGANG VAN MONITORING 2005 Tabel C8. Ongecorrigeerde import en export van beton- en metselzand van en naar Nederland in tonnen (producenten/handelaren enquête: combinatie van diverse vragen) Ongecorrigeerde import en export van beton- en metselzand van en naar Nederland in productie productie buitenlandse buitenlandse import producentedelaren import han- tonnen producenten handelaren totaal responsgroep import beton- en metselzand import beton- en metselzand uit tout-venant totale import beton- en metselzand export beton- en metselzand netto import Tabel C9. Gecorrigeerde import en export van beton- en metselzand van en naar Nederland in tonnen (producenten/handelaren enquête: combinatie van diverse vragen) Gecorrigeerde import en export van beton- buitenlandse buitenlandse import import en metselzand van en naar Nederland in productie productie producenten handelaren tonnen producenten handelaren totaal gecorrigeerd (factoren: 1,1 en 1,0) import beton- en metselzand import beton- en metselzand uit tout-venant totale import beton- en metselzand export beton- en metselzand netto import Tabel C10. Ongecorrigeerde import en export van grind van en naar Nederland in tonnen (producenten/handelaren enquête: combinatie van diverse vragen) Ongecorrigeerde import en buitenlandse buitenlandse import producenten handelaren import export van grind van en naar productie producentedelaren productie han- Nederland in tonnen totaal responsgroep import grind import grind uit tout-venant totale import grind export grind netto import Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

100 Tabel C11. Gecorrigeerde import en export van grind van en naar Nederland in tonnen (producenten/handelaren enquête: combinatie van diverse vragen) Tabel C12. Inkopen van beton- en metselzand, grind en steenslag naar herkomstcategorie in tonnen (producenten/handelaren enquête: vraag 4) Gecorrigeerde import en buitenlandse buitenlandse import producenten handelaren import export van grind van en naar productie producentedelaren productie han- Nederland in tonnen totaal gecorrigeerd (factoren: 1,1 en 1,7) import grind import grind uit tout-venant totale import grind export grind netto import Inkoop van beton- en metselzand, producenteten producen- handelaren totaal grind, steenslag en tout-venant handelaren totaal % responsgroep gecorrigeerd (factoren: 1,1; 1,0; 1,7; 1,4) inkoop zand van producenten % inkoop zand van handelaren % inkoop zand uit buitenland % totale inkoop beton- en metselzand inkoop grind van producenten % inkoop grind van handelaren % inkoop grind uit buitenland % totale inkoop (gebroken) grind inkoop steenslag van producenten % inkoop steenslag van handelaren % inkoop steenslag uit buitenland % totale inkoop steenslag inkoop tout-venant van producenten inkoop tout-venant van handelaren inkoop tout-venant uit buitenland totale inkoop tout-venant zand uit ingekocht tout-venant % grind uit ingekocht tout-venant % NB: In het gecorrigeerde deel van deze tabel zijn vier verschillende ophoogfactoren gehanteerd: 1,1 voor de producentenrespons, 1,0 voor beton- en metselzand in de handelarenrespons, 1,7 voor grind en steenslag in de handelarenrespons en 1,4 voor tout-venant in de handelarenrespons. 96 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

101 Bijlage D Enquêteresultaten verbruikers Tabel D1. Totale oorspronkelijke en opgehoogde inkopen van beton- en metselzand door verbruikers per verbruikerscategorie en naar herkomstcategorie in tonnen (verbruikersenquête: vraag 4a) verbruikerscategorie respons geëxtrapoleerd absoluut hoeveelheid percentage B&U % totaal invoer buitenland eigen productie van handelaren van zandwinners GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties 0 0 0% betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

102 Tabel D2. Totale oorspronkelijke en opgehoogde inkopen (samen: verbruik ) van rond grind door verbruikers per verbruikerscategorie en naar herkomstcategorie in tonnen (verbruikersenquête: vraag 6a) verbruikerscategorie respons geëxtrapoleerd absoluut hoeveelheid percentage B&U % totaal invoer buitenland eigen productie van handelaren van grindwinners GWW 0 0 0% asfaltinstallaties 0 0 0% betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties 0 0 0% betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties 0 0 0% betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal (=VERBRUIK) Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

103 Tabel D3. Totale oorspronkelijke en opgehoogde inkopen (samen: verbruik ) van gebroken grind door verbruikers per verbruikerscategorie en naar herkomstcategorie in tonnen (verbruikersenquête: vraag 6a) verbruikerscategorie respons geëxtrapoleerd absoluut hoeveelheid percentage B&U % totaal invoer buitenland eigen productie van handelaren van grindwinners GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 GWW 0 0 asfaltinstallaties 0 0 betonmortel 0 0 betonproducten 0 0 totaal 0 0 0% B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties % betonmortel 0 0 0% betonproducten 0 0 0% totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal (=VERBRUIK) Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

104 Tabel D4. Totale opgehoogde inkopen (samen: verbruik ) van rond en gebroken grind door verbruikers per verbruikerscategorie en naar herkomstcategorie in tonnen (verbruikersenquête: vraag 6a) verbruikerscategorie respons geëxtrapoleerd absoluut hoeveelheid percentage B&U % totaal invoer buitenland eigen productie van handelaren van grindwinners GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties 0 0 0% betonmortel % betonproducten % totaal % B&U 0 0 0% GWW 0 0 0% asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal % B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal (=VERBRUIK) Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

105 Tabel D5. Totale oorspronkelijke en opgehoogde inkopen (samen: verbruik ) van steenslag door verbruikers per verbruikerscategorie en naar herkomstcategorie in tonnen (verbruikersenquête: vraag 6b) verbruikerscategorie respons geëxtrapoleerd absoluut hoeveelheid percentage B&U % totaal invoer buitenland van handelaren GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal B&U 0 0 0% GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal B&U % GWW % asfaltinstallaties % betonmortel % betonproducten % totaal (=VERBRUIK) Tabel D6. Toepassing van beton- en metselzand door verbruikers in percentage van verbruik per type gebruiker (responsresultaten) (verbruikersenquête: vraag 4c) toepassing toepassing als percentage van het verbruik B&U GWW Asfalt betonmortel betonproducten totaal betonproducten 52,6% 5,1% 0,0% 14,0% 84,7% 39,8% betonmortel (voor verkoop) 0,0% 0,0% 0,1% 70,8% 14,4% 37,9% betonmortel (voor eigen verwerking) 9,8% 39,5% 0,0% 4,1% 0,2% 3,8% metsel- en voegmortel 28,1% 20,3% 0,0% 4,0% 0,0% 5,9% overige zand-/cementmortels 6,7% 5,3% 0,0% 6,1% 0,4% 4,0% stucwerk en betonreparatie 2,2% 3,4% 0,0% 0,0% 0,0% 0,3% asfalt 0,0% 25,4% 99,9% 0,0% 0,0% 7,7% anders 0,5% 1,0% 0,0% 1,0% 0,3% 0,6% totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 101 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

106 Tabel D7. Gebruik van beton- en metselzandvervangers in duizend ton (verbruikersenquête: vraag 5) respons geëxtrapoleerd B&U GWW asfalt betonmorteproduc- beton- totaal B&U GWW asfalt beton- beton totaal ten mortel producten brekerzand van BSA brekerzand nat. min zeefzand van BSA gereinigde grond anders totaal Tabel D8. Gebruik van grindvervangers in duizend ton (verbruikersenquête: vraag 7) respons geëxtrapoleerd B&U GWW asfalt betonmorteproduc- beton- totaal B&U GWW asfalt beton- beton totaal ten mortel producten kunstgrind puingranulaten (beton) puingranulaten (meng) staalslak eigen restproduct fosforslak asfaltgranulaat anders totaal Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

107 Bijlage E Combinatie resultaten producenten/handelarenenquête en verbruikersenquête Tabel E1. Dekking onderzoeken beton- en metselzand in miljoen ton en berekende betrouwbaargheidsweegfactoren Verbruikersenquête 11,2 8,8 9,1 14,9 9,1 12,4 16,6 6,44 5,68 6,65 Producentenenquête 8,6 4,5 4,7 14,8 14,8 18,1 15,9 12,14 18,62 20,02 Weegfactor: - verbruikersenquête 0,57 0,66 0,66 0,50 0,38 0,41 0,51 0,35 0,23 0,25 - producentenenquête 0,43 0,34 0,34 0,50 0,62 0,59 0,49 0,65 0,77 0,75 Tabel E2. Relatief verbruik van beton- en metselzand per provincie per jaar; gemiddelde van gecombineerde afzet- en verbruikscijfers VERVALLEN MET INGANG VAN MONITORING 2005 Tabel E3. Relatief verbruik van beton- en metselzand per provincie; voortschrijdend gemiddelde van gecombineerde afzet- en verbruikscijfers VERVALLEN MET INGANG VAN MONITORING Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

108

109 Bijlage F Samenstelling begeleidingsgroep De volgende personen maken deel uit van de begeleidingsgroep van het project Monitoring Bouwgrondstoffen en zijn al dan niet aanwezig geweest bij de bespreking van het conceptrapport: Naam Organisatie Toelichting Aanwezig Hester Rijnsburger Rijkswaterstaat, Dienst Opdrachtgever Ja Weg- en Waterbouwkunde Hans Pietersen Rijkswaterstaat, Dienst Opdrachtgever Ja Weg- en Waterbouwkunde Joris Broers Ministerie van Verkeer en Opdrachtgever Nee Waterstaat, DG Water Màrie van der Poel VOBN Brancheorganisatie Ja betonmortelfabrikanten Harry Roos VBW-Asfalt Brancheorganisatie asfaltproducenten Nee Cees van Putten NVLB Brancheorganisatie leveranciers van bouwgrondstoffen Ja Peter van der Veeken IZGP Brancheorganisatie van industriezand- en grindproducenten Ja Hans t Hoen NEVRIP Brancheorganisatie van regionale Ja industriezandproducenten Max de Vries BRBS Brancheorganisatie recycling, breken en sorteren Ja 105 Productie en verbruik van beton- en metselzand en grind in 2005

110

111 OVERZICHT PUBLICATIES GRONDSTOFFEN (rapporten vanaf 2000 veelal digitaal beschikbaar: Nummer Publicatiereek s Grondstoffen Titel DWW-Nummer Prijs 2000/01 Leidraad Bouwstoffen Rijkswaterstaat P-DWW /02 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen Inventarisatie gegevens 1989/ /03 Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat Evaluatie 1999 W-DWW f 10,00 4 W-DWW f 10, /04 Nieuwe wegen voor het ontgrondingenbeleid W-DWW f 10, /05 Marktonderzoek Schelpen Een verkenning van de schelpenmarkt in de komende 15 jaar W-DWW f 20, /07 Verkennende rapportage diepwinningstechnieken W-DWW f 20, /08 Stand van het Zand V, Lint aan het Grind III Verbruik van beton- en metselzand en grind W-DWW f 10, /01 Handleiding programma OPBRENGST Programma voor opbrengstberekening delfstoffen op basis van korrelverdeling 2001/02 Beton- en metselzand in overige toepassingen Gebruik en vervangingsmogelijkheden van beton- en metselzand in andere toepassingen dan beton- en metselmortels 2001/03 Zwavel en fluor in de Nederlandse bodem Literatuurstudie naar gehaltes sulfaat en fluoride in grond en grondwater 2001/04 Kostenopbouw verwerkingsprijs voor rijping baggerspecie met indicatie besparing ruimtebeslag in relatie tot intensieve bewerking 2001/06 Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat Evaluatie 2000 W-DWW f 25,- 11 W-DWW f 15,- 6 W-DWW f 15,- 6 W-DWW f 15,- 6 W-DWW f 15, /07 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen: Inventarisatie gegevens /08 Toetsing Milieuaspecten Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen 2001/09 Maaiveldverlaging en winning van oppervlaktedelfstoffen Hoofdrapport project GSV/Maaiveldverlaging: opbrengstberekeningen DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN f 20,- 9 f 50, /10 Oppervlaktedelfstoffenwinning uit maaiveldverlaging (ODM) Achtergrondrapport project GSV/Maaiveldverlaging: criteria en randvoorwaarden DWW f 35, /12 Grondstofverwerking in de Rijn-Maas monding naar een integrale beheersvisie 2001/13 Haalbaarheidsstudie Diepwinning Beton- en Metselzand Studie naar de mogelijkheid om bij bestaande zandwinningen onder de vergunde diepte beton- en metselzand te winnen DWW ISBN DWW ISBN f 10, /01 Alternatieve bouwgrondstoffen als vervanger van industriezand Achtergrondrapport bij rapport: Beton- en metselzand in overige toepassingen 2002/02 Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind: Stand van het Zand VI/Lint aan het Grind IV DWW ,= DWW ,=

112 2002/03 Dubo / IFD in de GWW Verkenning van de mogelijke bijdrage van Industrieel, Flexibel en Demontabel Bouwen aan duurzaam bouwen in de Grond- Weg- en Waterbouw 2002/04 Materiaalarm Bouwen Een marktverkenning naar de besparingsmogelijkheden van beton- en metselzand in de Nederlandse bouwsector 2002/05 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Samenvattend eindrapport 2002/06 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Deelrapport 1, Voorstudie 2002/07 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Deelrapport 2, Milieutechnisch onderzoek 2002/08 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Deelrapport 3, Het functioneren van de zandbentonietafdichting 2002/09 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Deelrapport 4, Vormen van verkitting 2002/10 Evaluatie-onderzoek van de ophoging met AVI-bodemas in Rijksweg A15 Deelrapport 5, Effecten van verkitting bij zetting DWW ISBN X DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN n.v.t. n.v.t. 6,= 6,= 6,= 6,= 6,= 6,= 2002/11 Toepassingsmogelijkheden van Klei uit Baggerspecie DWW ,= 2002/12 De marktsituatie voor de bouw- en sloopafval anno 2000 Een kwantitatieve beschrijving van de stromen bouw- en sloopafval van aanbod tot afzet 2002/15 Abiotic resource depletion in LCA: Improving characterisation factors for abiotic resource depletion as recommended in the new Dutch LCA Handbook 2002/16 Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat Evaluatie 2001 DWW ,= DWW ,= DWW ,= 2002/20 Proefwegophoging met gebaggerde klei te Moerdijk DWW ,= 2002/21 Grondsoorten En Delfstoffen Bij Naam (zie herziene druk) DWW ISBN /22 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen: Inventarisatie gegevens /23 Kostprijsanalyse Zandwinning IJsselmeergebied Analyse van zandwinvarianten met diep onderzuigen en dagbouw uit de MER Zand boven Water /24 Inventarisatie van diepe Nederlandse geologische grindreserves Kartering van grindvoorkomens tussen 30 tot 150 meter beneden maaiveld c.q. zeebodem 2002/25 Bouwgrondstoffen in Nederland 2001 Feiten en cijfers DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN ,= 6,= 2002/26 Handboek grondonderzoek grote projecten DWW ISBN ,= 2002/27 Prognoses bouw- en sloopafval Een verkenning van de bouw- en sloopafvalmarkt rond /29 Productieraming Classificeringsinstallatie op 7,5 Hectare Indicatie van de bruikbaarheid van het gebied ten NW van de sluis van Stellendam voor zandscheiding DWW ,= DWW ,=

113 2003/01 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures - Belgium 2003/02 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures Denmark 2003/03 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures England, Scotland and Wales 2003/04 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures Lower-Saxony and North-Rhine/Westphalia (Germany) 2003/05 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures The Netherlands 2003/06 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures Norway 2003/07 Hoeveelheden bouw- en sloopafval en bouw- en sloopafvalproducten 2000 en 2001 DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN X DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN ,= 5,= 5,= 5,= 5,= 5,= 10,= 2003/08 Inventarisatie voor de Nota Ophoogzand III DWW ,= 2003/09 Milieuaspecten fijner zand in beton DWW ,= 2003/10 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen Inventarisatie gegevens /11 Construction Raw Materials Policy and Supply Practices in Northwestern Europe Facts & Figures MainReport 2003/12 Koppeling van beton- en metselzandwinning met winning van suppletie en ophoogzand DWW ,= DWW ,= DWW ,= 2003/13 Het perspectief van burger en gemeente bij beton- en metselzandwinningen Een voorstudie DWW ISBN ,= 2003/14 Proefophoging A5 te Badhoevedorp met klei uit baggerspecie DWW ,= 2003/15 Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind: Stand van het Zand VII/Lint aan het Grind V DWW ,= 2003/16 Grondsoorten en Delfstoffen bij naam (herziene druk) DWW ISBN /17 Groen ontgronden Realisatie EHS en robuuste verbindingen door middel van ontgrondingen voor delfstofwinning een verkenning van de mogelijkheden DWW ISBN ,= 2003/18 Voorstudie Monitoring Zuinig, Hoogwaardig, Vernieuwbaar DWW ISBN ,= 2003/19 Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat Evaluatie 2002 DWW ,= 2004/01 Beton- en metselzand uit de Noordzee? Eindrapport van de PIA Subwerkgroep Zeezand Resultaten van de haalbaarheidsstudie naar beton- en metselzandwinning voor de Hollandse en Zeeuwse kust DWW ISBN n.v.t. 2004/02 Proefophoging gerijpte klei uit baggerspecie Veghel DWW ,=

114 2004/03 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen; inventarisatie gegevens /04 Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind 2002 Stand van het Zand VIII/Lint aan het Grind VI DWW ,= DWW ,= 2004/05 Zilverzand in Nederland Geologische voorkomens, producteisen en toetsingsnorm DWW ISBN: /06 Jaarverslag 2003 Helpdesk Bouwstoffenbesluit DWW /07 Importmogelijkheden van beton- en metselzand uit omringende Europese landen; Feiten en cijfers DWW ISBN ,= 2004/08 Monitoring ophoogzand DWW ,= 2004/09 Gebruik van secundaire grondstoffen bij de Rijkswaterstaat Evaluatie 2003 DWW ,= 2004/10 Registratie productie en afzet secundaire grondstoffen; inventarisatie gegevens /11 Verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind 2003 Stand van het Zand IX/Lint aan het Grind VII 2004/12 Stimuleren gebruik fijner zand in beton Hoe is het gebruik van fijner zand in beton te stimuleren? Deel 1: verkennende fase Rapport VIBO-Overeenkomst 2004/13 Stimuleren gebruik fijner zand in beton Welke praktijkprojecten en hoe aan te pakken? Deel 2: opzet praktijkproject Rapport VIBO-Overeenkomst DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN DWW ISBN ,= 5,= n.v.t. n.v.t. 2005/01 Monitoring gebruik (fijner) zand in beton 2003 Rapport VIBO-Overeenkomst DWW ISBN n.v.t. 2005/02 Jaarverslag Helpdesk Bouwstoffenbesluit 2004 DWW n.v.t. 2005/03 Prijsopbouw en ontwikkeling beton- en metselzand en grind Periode /05 Toepassing fijner zand in beton Praktijkproject: Wildtunnel onder Rijksweg A59, KW3 Achtergrondrapport t.b.v. CUR-Handboek Uitvoering praktijkprojecten fijner zand in beton Rapport VIBO-Overeenkomst DWW ISBN DWW ISBN ,= n.v.t. 2005/07 Richtlijn Ophogen met klei uit baggerspecie DWW n.v.t. 2005/08 Kostenstudie hergebruik baggerspecie uit Noordzeekanaal in vergelijking met zeezand DWW n.v.t. Verkenning knelpunten bij duurzaam, zuinig en materiaalarm aanbesteden en bouwen aanknopingspunten voor maatregelen in een veranderende bouwkolom Rapport VIBO-Overeenkomst DWW ,= Productie en verbruik van beton- en metselzand en (gebroken) grind 2004 Stand van het zand X / Lint aan het Grind VIII Rapport VIBO-Overeenkomst DWW n.v.t. Jaarverslag 2005 Helpdesk Bouwstoffenbesluit DWW n.v.t.

115

116

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII samenvatting In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door Projectnummer

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI.

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI. Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2007 Stand van het Zand XIII Lint aan het Grind XI eindrapport In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door MWH B.V. Projectnummer

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2009 Stand van het Zand XV Lint aan het Grind XIII definitief In opdracht van Ministerie van VROM, IPC - 360 Projectnummer B09B0358 Documentnaam

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2010 Stand van het Zand XVI Lint aan het Grind XIV eindrapport In opdracht van Ministerie van Infrastructuur & Milieu, DG Ruimte en Water

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 22 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Samenvatting Structuuronderzoek 25 Samenvatting Structuuronderzoek 25 1 Samenvatting Structuuronderzoek 25 Het verbruik van bouwgrondstoffen in Nederland van 2007 tot en met 2016 Samenvatting Structuuronderzoek 25 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 26

Samenvatting Structuuronderzoek 26 Samenvatting Structuuronderzoek 26 1 Samenvatting Structuuronderzoek 26 De handel in bouwgrondstoffen in Nederland van 2008 tot en met 2017 Samenvatting Structuuronderzoek 26 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2013 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen Definitief 2 december 2015 Samenvatting In dit rapport wordt verslag

Nadere informatie

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E

Rapportage monitoring bouwgrondstoffen H2H advies Zevenbergenstraat CZ Arnhem T E Rapportage monitoring bouwgrondstoffen 2014 H2H advies Zevenbergenstraat 14 6844 CZ Arnhem T 06 51494666 E info@h2hadvies.nl Ir. J. t Hoen 5 september 2016 Samenvatting In dit rapport wordt verslag gedaan

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 16 januari 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen

Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen Rapportage Monitoring bouwgrondstoffen 2015-2016 In opdracht van: Ministerie Van Infrastructuur en Waterstaat, Directie Water en Bodem Opgesteld door: Ir. J. t Hoen Datum: 22 december 2017 H2H advies Zevenbergenstraat

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO) Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Overzicht presentatie 1. Inleiding - Wat is het MDO? 2. Werkwijze MDO

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, januari 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2 1.1

Nadere informatie

Conclusies onderzoek douanegegevens

Conclusies onderzoek douanegegevens Conclusies onderzoek douanegegevens Onderzoek naar de mogelijkheden om de gegevens van de biobrandstoffen in het HBE systeem te toetsen Datum 3 augustus 2017 Versie 1 Inhoud 1. Samenvatting 2 2. De motie

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-145 29 juni 2000 9.30 uur Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot Door de gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017 Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald Persbericht PB99-191 28 juli 1999 9.30 uur Werkloosheid in alle provincies gedaald De gunstige ontwikkeling op de arbeidsmarkt in 1998 leidde in alle provincies tot een daling van de werkloosheid en een

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/2008-2011/2012 Utrecht, januari 2013 INHOUD Samenvatting 4 Inleiding 6 1 Trends en wetenswaardigheden 8 1.1 Inleiding 8 1.2 Trends 8 1.3 Wetenswaardigheden 11 2 Wet-

Nadere informatie

Voorbeeld Performance Monitor

Voorbeeld Performance Monitor Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)

Nadere informatie

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen

Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen

Nadere informatie

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003

MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 MONITORING GEBRUIK (FIJNER) ZAND IN BETON 2003 Noot vooraf Rijkswaterstaat, de Provincies (IPO) en degenen die aan deze publicatie hebben meegewerkt, hebben de in deze publicatie opgenomen gegevens zorgvuldig

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud In de eerste week van het nieuwe jaar maakte Graydon al bekend dat een laagterecord kent wat betreft het aantal faillissementen. Het aantal bedrijven dat failliet

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q3 216, Q4 216 en Q1 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 6 Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche 9 Netto-Groei

Nadere informatie

i F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en

i F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en Fijnmazig netwerk voor bouwlogistiek, knelpunten en nieuwe uitdagingen, NVB congres, Kampen 1 Inhoud Inleiding Marktbeschrijving bouwmaterialen, trends en ontwikkelingen Positie van binnenvaart en binnenhavens

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn:

De belangrijkste conclusies die op basis van de tellingen in 2018 (in vergelijking met 2016) kunnen worden getrokken zijn: FACTSHEET Tellingen Coffeeshopbezoekers Roermond Resultaten metingen 2018: april en augustus In opdracht van de gemeente Roermond voert Breuer&Intraval jaarlijks (van 2018 tot en met 2021) tellingen uit

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.

Nadere informatie

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen.

Voor het wachtlijstonderzoek is de wachttijd per kind onderzocht en gewerkt met het bestand kinderen. Bijlage 7 behorend bij eindrapport Wachtlijsten en tijden in de kinderopvang door NIPO i.s.m. Vyvoj, 17 december 2003 Wachtlijstonderzoek via ouderbevraging Ouderbevraging op basis van een representatieve

Nadere informatie

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht eerste helft 6 Algemeen overzicht 7 Per branche Overzicht eerste helft 216 en

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. module Gezondheid en Arbeid PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2000 DOCUMENTATIE pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de jaren 2002 en 2003. De notitie is als

Nadere informatie

Vastgoedbericht juni 2008

Vastgoedbericht juni 2008 Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte

Nadere informatie

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011

Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Enquête Internationalisering Rapportage Persbericht januari 2011 Auteurs: P. M. Walison MSc, Trainee Internationaal Ondernemen Dhr. P. van Kuijen, Sectormanager Zoetermeer, 24 januari 2011 Hoewel aan de

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE PARTICIPATIE 2004 DOCUMENTATIE Rep04_wsa_dc.doc pagina 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4

Nadere informatie

Rapportage bijzondere bijstand 2014

Rapportage bijzondere bijstand 2014 Rapport Rapportage bijzondere bijstand 2014 Vinodh Lalta Thomas Slager 30 oktober 2015 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00 www.cbs.nl projectnummer

Nadere informatie

Vastgoedbericht juli 2009

Vastgoedbericht juli 2009 21 augustus 20 Vastgoedbericht juli 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het

Nadere informatie

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008 In dit kwartaalbericht van Woningmarkcijfers.nl de volgende onderwerpen: - prijsontwikkelingen en transacties september - prijsontwikkelingen en transacties

Nadere informatie

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011 In deze notitie van het UWV WERKbedrijf worden de actuele ontwikkelingen op de regionale arbeidsmarkt kort toegelicht. Vanuit diverse bronnen is

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

MONITORING OPPERVLAKTEDELFSTOFFEN 2017

MONITORING OPPERVLAKTEDELFSTOFFEN 2017 13 september 2018-2 - MONITORING In opdracht van Provincie Noord-Brabant Opgesteld door Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Postbus 8035 5601 KA Eindhoven Auteur Anine Verbeek Antonet van den Berg Ron Verest

Nadere informatie

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten

SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) activiteiten SCOPE 3 analyse van GHG genererende (keten) Inhoud 1. Inleiding... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2. Bedrijf... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3. Energieverbruik en energieverbruikers... Fout!

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014

Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 2014 Resultaten VVNH monitoring rapportageformulier geheel 214 Deze rapportage is gebaseerd op respons van de VVNH-leden op het rapportageverzoek over zowel de eerste als de tweede helft van 214. Naast de import

Nadere informatie

Vastgoedbericht oktober 2009

Vastgoedbericht oktober 2009 20 november 20 Vastgoedbericht oktober 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex,

Nadere informatie

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010

Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Bedrijfseconomische Statistieken Statistische analyse Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag Ontwikkeling R&D-uitgaven industrie 2009 en 2010 Gert Buiten, Andries

Nadere informatie

Vastgoedbericht mei 2009

Vastgoedbericht mei 2009 Vastgoedbericht mei 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal verkochte

Nadere informatie

Van Spaendonck MKB Banenmonitor. 2e kwartaal 2015

Van Spaendonck MKB Banenmonitor. 2e kwartaal 2015 Van Spaendonck MKB Banenmonitor 2e kwartaal 2015 2,0% Groei in het MKB in juni 2015 De ontwikkeling van de arbeidsmarkt in het MKB van de afgelopen 5 jaar (horizontale as: verloningsmaanden) wordt in figuur

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4 Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 8 Starters per branche 9 Opheffingen per branche 1 Faillissementen per branche 11 Netto-Groei

Nadere informatie

Vastgoedbericht april 2009

Vastgoedbericht april 2009 20 mei 20 Vastgoedbericht april 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal

Nadere informatie

Grafimedia. in cijfers

Grafimedia. in cijfers Grafimedia in cijfers 2015 2 Inhoud Branche in cijfers 5 Ontwikkeling bedrijven 6 Soorten bedrijven 7 Mutaties in bedrijven 8 Faillissementen 9 Poducentenprijsindex (PPI) grafimediabranche 10 Omzetontwikkeling

Nadere informatie

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013

Rapport. Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 w Rapport Rapportage Bijzondere Bijstand 2013 T.J. Slager en J. Weidum 14 november 2014 Samenvatting In 2013 is er in totaal 374 miljoen euro door gemeenten uitgegeven aan bijzondere bijstand. Het gaat

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Groepsgrootte in het basisonderwijs

Groepsgrootte in het basisonderwijs Groepsgrootte in het basisonderwijs 2014-2017 Inleiding Groepsgrootte is een belangrijk onderwerp voor veel leerkrachten, ouders en leerlingen in het basisonderwijs. Er is niet wettelijk vastgelegd hoeveel

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet 4. SAMENVATTING In dit hoofdstuk wordt de samenvatting gepresenteerd van de belangrijkste resultaten van de herhaalde meting naar aantallen officieel gedoogde coffeeshops en gemeentelijk cannabisbeleid.

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Age Stinissen September 2017

Age Stinissen September 2017 Age Stinissen September 2017 Inhoud Inhoud 2 Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek 4 2 De respons 6 3 De resultaten 8 3.1 Algemeen 8 3.2 Jongens en meisjes. 9 3.3 De Stadsdelen

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 10 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 is de productie van

Nadere informatie

M MKB heeft internationale handelsgeest

M MKB heeft internationale handelsgeest M201019 MKB heeft internationale handelsgeest Arjan Ruis Petra Gibcus Zoetermeer, november 2010 MKB heeft internationale handelsgeest Ruim één op de drie MKB-bedrijven is op enige wijze actief op de internationale

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vastgoedbericht december 2009

Vastgoedbericht december 2009 Vastgoedbericht december 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal verkochte

Nadere informatie

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006 Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in Otto van Boggelen, coördinator Fietsberaad, 1 mei 2007 (versie 2) In is het aantal dodelijke fietsongevallen flink gestegen. Om enig zicht te krijgen

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Sterkste groei vacatures in Zeeland

Sterkste groei vacatures in Zeeland Sterkste groei vacatures in Zeeland Cijfers Adzuna : Gemiddeld aangeboden salaris in vacatures neemt met 4,6% toe. AMSTERDAM De Nederlandse arbeidsmarkt heeft in het eerste kwartaal van 2017 de groei verder

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering 2016

Factsheet Varkensverbetering 2016 Factsheet Varkensverbetering 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 26 oktober 2016 1609-0530 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Stap 1: Uitwerking van de waardeketen... 4 2.1 Grondstoffen... 4 2.2 Transport naar betoncentrale... 4 2.3 Prefab betoncentrale... 4 2.4 Transport naar het project... 5 2.5 Gebruikersfase

Nadere informatie

Vastgoedbericht oktober 2008

Vastgoedbericht oktober 2008 21 november 20 Vastgoedbericht oktober 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en

Nadere informatie

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-214, Q1 215 en Q2 215 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen

Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen De maatschappelijke kosten en baten van betongranulaat 2 Samenvatting Economisch voordeel in puin - Kristian Oosterveen Samenvatting Economisch

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie