Gemeente Den Haag RIS157460_16-SEP-2008

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag RIS157460_16-SEP-2008 Ons kenmerk DSO/ RIS BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERSTREKKING DAKOPBOUWEN VOOR RUSTENBURG-OOSTBROEK HET COLLEGE VAN BURGEMEESTERS EN WETHOUDERS, overwegende dat het college, krachtens artikel 2 van de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking, bevoegd is tot de verstrekking van subsidies; gezien: - Beleidsnota Eeuwige jeugd van de particuliere voorraad ; - Nota Dakopbouwen Rustenburg-Oostbroek Den Haag (rv 51/ RIS ); dat het gewenst is ter invulling van de beleidsruimte van het college een beleidsregel vast te stellen voor de verstrekking van subsidie voor dakopbouwen voor Rustenburg-Oostbroek; gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Haagse Kaderverordening Subsidieverstrekking. Besluit: I. vast te stellen de navolgende BELEIDSREGEL subsidieverstrekking dakopbouwen voor Rustenburg-Oostbroek, luidend: BELEIDSREGEL subsidieverstrekking dakopbouwen voor Rustenburg-Oostbroek II. deze BELEIDSREGEL wordt bekend gemaakt in de Posthoorn en zal tevens terug te vinden zijn op de site en treedt in werking op de dag van bekendmaking; III. deze BELEIDSREGEL heeft een tijdelijk karakter en is van kracht tot 1 juli Hoofdstuk I Algemene bepalingen Doel van de subsidie Artikel 1 De subsidie wordt verstrekt om woningdifferentiatie in Rustenburg-Oostbroek te stimuleren, door het realiseren van dakopbouwen op portiek- en etagewoningen, zodanig dat woningvergroting wordt bereikt Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ zodat de woningen beter voldoen aan de hedendaagse woonwensen en de wijk aantrekkelijker wordt voor een breder publiek. Begripsomschrijving Artikel 2 a. college: het college van burgemeester en wethouders; b. vereniging van eigenaars (VvE): vereniging van eigenaars (VvE), als bedoeld in artikel 5:124 van het Burgerlijk Wetboek; c. woning: een woonruimte met een eigen toegang en waarbij de bewoners niet afhankelijk zijn van wezenlijke voorzieningen, welke buiten de woonruimte zijn gelegen; d. pand: een gebouw dat bestaat uit één of meerdere gestapelde woningen; e. subsidieaanvrager: appartementseigenaar, als bedoeld in artikel 5:106 van het Burgerlijk Wetboek, die de woning zelf in gebruik heeft of aan een ander in gebruik heeft gegeven, niet zijnde toegelaten instellingen; f. rechtsgeldig VvE-besluit: een door de VvE genomen besluit conform vigerende wet- en regelgeving; g. portiekwoning: woning gelegen in een bouwkundige eenheid, waarbij de toegangsdeur van de woning uitkomt op een gemeenschappelijk portiek, al of niet met een lift; h. etagewoning: woning gelegen in een bouwkundige eenheid, niet gelegen op de begane grond, met een gemeenschappelijke opgang, die niet als een portiek- of galerijwoning (woning gelegen in een bouwkundige eenheid, waarbij de toegangsdeur van de woning uitkomt op een gemeenschappelijke galerij, al of niet met een lift) kan worden aangemerkt; i. bruto-vloeroppervlak: NEN 2580; de oppervlakte, van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de betreffende ruimte of groep van ruimten omhullen; j. basisonderhoudsniveau: Het Programma van Eisen zoals opgenomen in het Supplement Verbeter Den Haag ; k. actieve VvE: een VvE is actief als deze in een besluit heeft vastgelegd dat zij: - een bestuur heeft dat de administratie verzorgt en; - minimaal één maal per jaar vergadert en; - een planning maakt voor het onderhoud aan het pand van de komende jaren en; - een VvE-rekening heeft; l. toegelaten instellingen: instellingen, toegelaten krachtens artikel 70 van de Woningwet;

3 DSO/ m. de minimisverklaring: verklaring getekend door eigenaar-verhuurder waaruit blijkt dat deze van alle overheden gezamenlijk over een periode van 3 jaar minder subsidie krijgt dan de minimis-drempel van ,00 (of minder subsidie krijgt dan ,00 per jaar in dezelfde periode) waardoor er geen sprake is van staatsteun. Het subsidiebedrag Artikel 3 De subsidie voor een dakopbouw bedraagt ,00 (maximaal) en bedraagt nooit meer dan de werkelijke kosten voor de dakopbouw. Aanvraag tot subsidieverlening Artikel 4 1 De subsidieverlening wordt aangevraagd bij het college. 2 De subsidieaanvrager dient de aanvraag in met een door het college beschikbaar gesteld formulier. 3 De subsidieaanvrager voegt bij het aanvraagformulier kopieën van: - een rechtsgeldig VvE-besluit waaruit blijkt dat de VvE actief is en instemt met het realiseren van een dakopbouw. - de verkregen bouwvergunning waaruit blijkt dat te realiseren dakopbouw voldoet aan de bouwregelgeving. - een ontwerp/bouwtekening waaruit blijkt dat de dakopbouw minimaal ( ) 30 m² aan brutovloeroppervlak toevoegt aan de woning. - de minimisverklaring waaruit blijkt dat met de aangevraagde subsidie de minimisdrempel van ,00 over een periode van 3 jaar (of van ,00 per jaar) van alle overheden gezamenlijk, niet wordt overschreden. 4 De subsidieaanvraag is tevens een verzoek tot voorschot van de subsidie. 5 Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend tot 1 juli 2010; subsidieaanvragen die na deze datum worden ingediend worden niet gehonoreerd. Behandeling aanvraag Artikel 5 Aanvragen worden behandeld naar volgorde van binnenkomst. Artikel 6 De subsidie kan enkel worden aangevraagd voor portiek of etagewoningen. Artikel 7 De subsidie kan enkel worden aangevraagd door appartementseigenaren, niet zijnde toegelaten instellingen. Weigeringsgronden Artikel 8 De subsidieverlening wordt geweigerd indien: a. het ter beschikking gestelde budget niet meer toereikend is; b. er een aanschrijving, op grond van de Woningwet is uitgevaardigd voor het pand;

4 DSO/ c. uit controle blijkt dat het pand waarop de dakopbouw wordt geplaatst niet voldoet aan het basis onderhoudsniveau ; d. er al is begonnen met de werkzaamheden zonder toestemming van het college. Voorschotten Artikel 9 1 Een toe te kennen voorschot bedraagt 70% van de verleende subsidie voor de dakopbouw. 2 Na verlening wordt het voorschot uitbetaald. De aanvraag tot subsidievaststelling Artikel 10 1 De subsidieaanvrager dient zo spoedig mogelijk de aanvraag tot vaststelling in bij het college, in ieder geval voor 1 september De aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college beschikbaar gesteld formulier. 3 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient te worden overgelegd: - een kopie van de eindfactuur van de aannemer die is geaccordeerd door de subsidieaanvrager; - een akkoord van de bouwinspecteur ten aanzien van de verstrekte bouwvergunning. De subsidievaststelling Artikel 11 1 Na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling wordt de subsidie vastgesteld en het subsidiebedrag uitbetaald aan de subsidieaanvrager, onder verrekening van het uitbetaalde voorschot. 2 De subsidie wordt op nihil vastgesteld en het reeds uitbetaalde subsidiebedrag wordt teruggevorderd als: a. de aanvraag tot subsidievaststelling niet is ontvangen voor 1 september 2011; b. de subsidie aanvrager geen akkoord kan overleggen van de bouwinspecteur ten aanzien van de verstrekte bouwvergunning. Werkingssfeer Artikel 12 Deze beleidsregel is van toepassing op de wijk Rustenburg en Oostbroek, CBS-wijk 31, in Den Haag. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

5 DSO/ Toelichting 1. Inleiding en achtergrond De woningvoorraad in de pionierswijken Laak, Rustenburg-Oostbroek en Regentesse- en Valkenboskwartier bestaat grotendeels uit kleine appartementen in particulier bezit. Onder meer door de eenzijdige samenstelling van de woningvoorraad neemt een aanzienlijk deel van deze wijken een wankele positie in op de woningmarkt. In potentie zijn het woongebieden voor starters en middeninkomens, maar deze moeten wel verleid worden om te investeren. Om in de gevraagde woonkwaliteit te kunnen voorzien, zijn investeringen nodig. In het Haagse Grote Stedenbeleid is het aantrekken en vasthouden van midden- en hoge inkomensgroepen naar en in deze wijken als belangrijke gemeentelijke opgave vastgesteld. De aantrekkingskracht van deze wijken kan worden verhoogd door de opwaardering van de woningvoorraad door het wegnemen van deze kleine meergezinswoningen en het toevoegen van aantrekkelijke grote woningen door middel van woningvergroting. Om de financiële mogelijkheden van eigenaren te vergroten verstrekt de gemeente al subsidie voor het samenvoegen van appartementen van eigenaar-bewoners in deze wijken (rv 157/2005- RIS129200). Daarnaast is in 2005 de Nota dakopbouwen vastgesteld voor Rustenburg-Oostbroek (rv 51/2005 RIS124691). Hiermee wordt beoogd de mogelijkheden te verbreden voor eigenaren om hun woning(en) te vergroten door dakopbouwen te plaatsen en daarmee innovatie tot stand te brengen. Een subsidieregeling is tot op dit moment nog niet ingezet om eigenaren financieel tegemoet te komen bij het plaatsen van een dakopbouw. De kosten voor een dakopbouw op een woning zijn fors hoger dan de verwachte waardestijging van de woning na uitbreiding. Voor de wijk Rustenburg-Oostbroek is nu deze beleidsregel voor subsidie voor dakopbouwen ontwikkeld om het plaatsen van dakopbouwen te stimuleren. 2. De beleidsregel Pilot De beleidsregel is in eerste instantie ontwikkeld als pilot voor de wijk Rustenburg-Oostbroek voor een periode van 2 jaar. Er is juist gekozen voor de wijk Rustenburg-Oostbroek omdat de service organisatie Vergroot je Woning die in deze wijk is gevestigd hier al 2 jaar dakopbouwen promoot in het kader van het IPSV subsidieproject om innovatie te bevorderen. Eigenaren in deze wijk zijn dus op de hoogte van de mogelijkheid van het plaatsen van een dakopbouw en veel eigenaren hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in een eventuele subsidiebijdrage voor een dakopbouw. In Rustenburg-Oostbroek heeft de pilot dus de grootste kans van slagen in een korte tijd. Na 2 jaar moet blijken uit de evaluatie van de regeling of de beleidsregel breder inzetbaar wordt geacht voor een ruimer werkingsgebied. Een tussentijdse evaluatie na bijvoorbeeld 1 jaar behoort tot de mogelijkheden. Na evaluatie van de beleidsregel voor dakopbouwen behoort een eventuele koppeling met de subsidieregeling voor de samenvoegen van appartementen, welke moet leiden tot een gecombineerde beleidsregel gericht op woningvergroting (samenvoegen en dakopbouwen), tot de mogelijkheden. Deze optie hangt mede samen met het te behalen resultaat van de regeling voor dakopbouwen en het beschikbare budget. Doelstelling De doelstelling van de beleidsregel luidt als volgt: De subsidie wordt verstrekt om woningdifferentiatie in Rustenburg-Oostbroek te stimuleren, door het realiseren van dakopbouwen op portiek- en etagewoningen, zodanig dat woningvergroting wordt bereikt zodat de woningen beter voldoen aan de hedendaagse woonwensen en de wijk aantrekkelijker wordt voor een breder publiek. Woningtype De beleidsregel is gericht op portiek- en etagewoningen, omdat dit het dominante woningtype (ruim 85%) in de wijk Rustenburg-Oostbroek is. In het wijkplan staat herstructurering zonder sloop van juist deze vooral kleine (< 70 m2) woningen centraal. Door deze voorraad te differentiëren moet een stabielere wijk ontstaan die ook aantrekkelijk is voor midden en hogere inkomens.

6 DSO/ De beleidsregel sluit hiermee twee woningtypen uit. Ten eerste de eengezinswoningen, deze zijn minder klein en kennen bovendien een verwachte waardeontwikkeling die de investering van een dakopbouw dekt. Ten tweede de duplexwoningen, ook hier geldt dat de investering van en dakopbouw wordt gedekt door de verwachte waardeontwikkeling. Tevens is voor deze woningen is een samenvoegsubsidie beschikbaar. Na samenvoeging gelden deze woningen als eengezinswoningen. Door grondgebonden woningen zoals duplex- en eengezinswoningen uit te sluiten wordt stapeling van subsidie voorkomen. Aanvrager Voor deze beleidsregel geldt dat alle appartementseigenaren subsidie kunnen aanvragen onder dezelfde voorwaarden, ook zij die hun woning aan een ander in gebruik hebben gegeven. Er is bewust gekozen deze laatste groep niet uit te sluiten omdat zij een belangrijk aandeel kan hebben in het realiseren van de doelstelling van deze regeling. In de regeling voor het samenvoegen van appartementen is er juist voor gekozen deze doelgroep wel uit te sluiten. Door de eigenaar verhuurders hier wel toe te laten kan er na evaluatie van beide regelingen een goede weergave worden gemaakt van het aandeel van de eigenaar verhuurders in de woningvergroting. Staatssteun Wanneer een gemeente eigenaar verhuurders subsidieert, moet er rekening worden gehouden met de staatssteunregels. De staatssteunregels in het EG-verdrag (artikel 87 en 88) stellen beperkingen aan overheden als zij steun willen verlenen aan ondernemingen. De gemeente zal daarom verhuurders, die worden aangemerkt als ondernemers, de minimissteun-verklaring laten overleggen waaruit blijkt dat met de subsidieverstrekking voor dakopbouwen de minimis-drempel van ,00 over een periode van 3 jaar (of van ,00 per jaar) van alle overheden gezamenlijk, niet wordt overschreden. 3. Financiën Ten behoeve van de subsidie wordt er gebruik gemaakt van operationele middelen uit het taakveld Bestaande woningen/particuliere voorraad uit het PRI 2006 (RIS ). Uit het programma onderdeel bouwkundig samenvoegen zal worden gebruikt voor het subsidiëren van dakopbouwen; een tweede vorm van woningvergroting naast samenvoegen. In deze beleidsregel is, gegeven de praktische uitvoerbaarheid en het welslagen van de subsidieregeling, gekozen om de slottermijn voor het indienen van een subsidieaanvraag vast te stellen op 1 juli Deze einddatum ligt na de ISV II bestedingstermijn van het departement van 31 december Hierin schuilt voor de gemeente Den Haag een financieel risico wat als volgt kan worden samengevat: Het ministerie stelt dat er voor 31 december 2009 moet zijn besteed (de prestatie moet zijn geleverd voor deze datum). Door de latere slottermijn in de subsidieregeling zullen er subsidies aan burgers worden verstrekt waarvan de prestaties geleverd gaan worden na de vastgestelde datum van het Rijk. Deze subsidiestroom valt buiten de declaratietermijn bij het ministerie en komt bij de huidige regelgeving voor rekening van de gemeente; de niet declarabele subsidiestroom wordt dan gefinancierd binnen portefeuille Bouwen en Wonen. De reële verwachting is dat de slottermijn door het ministerie wordt verlengd conform de ISVI periode.