Welke sanctie van toepassing is, is onder meer afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding en het moment waarop de sanctie opgelegd wordt.

Transcriptie

1 Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Sancties 1. Inleiding U ontvangt subsidie op basis van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (hierna: de Regeling). Zoals u weet zijn er voorwaarden en verplichtingen waaraan u gedurende het tijdvak van zes jaar moet voldoen. Dienst Regelingen (DR), de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de Algemene Inspectiedienst (AID) controleren op de naleving van deze voorwaarden en verplichtingen. Als blijkt dat een voorwaarde is geschonden, of een verplichting niet is nageleefd, dan heeft dit gevolgen voor de subsidie. DR legt dan namelijk een sanctie op. Wat is een sanctie? Een sanctie is veelal een strafkorting (correctie) op het subsidiebedrag. Het soort sanctie en de hoogte van de sanctie hangt af van het soort overtreding. Er zijn dan ook verschillende sancties. Deze worden in dit informatiestuk voor u op een rijtje gezet. In dit informatiestuk wordt het volgende verduidelijkt: Welke sancties zijn er? Voor welke overtredingen kunnen sancties opgelegd worden? Wanneer worden de sancties opgelegd? Wat zijn de gevolgen van een sanctie? Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende subsidievormen in deze Regeling. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt een en ander nader toegelicht. 2. Een globaal overzicht Wanneer DR constateert dat bepaalde voorwaarden uit de Regeling niet zijn nageleefd, dan kunnen er sancties opgelegd worden. Deze worden globaal weergegeven in de onderstaande tabel. Sanctietype Voorschot (deels) inhouden Intrekken of wijzigen (deel) van de subsidieverlening Lagere vaststelling van de subsidie Uitsluiting van subsidieverlening, nadat al eerder subsidie is verleend Intrekken of wijzigen (deel) van de subsidievaststelling Gevolg Geen voorschotbetaling Terugvordering (met wettelijke rente) Uiteindelijke subsidiebedrag is minder dan het bedrag van subsidieverlening Intrekken subsidieverlening Terugvordering met wettelijke rente Welke sanctie van toepassing is, is onder meer afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding en het moment waarop de sanctie opgelegd wordt. 3. Sancties Een aantal sancties wordt opgelegd gedurende het tijdvak. Deze worden als eerste besproken. Het betreft het inhouden van het voorschot en de intrekking of wijziging van de subsidieverlening. Vervolgens komen de sancties bij de subsidievaststelling en kort de intrekking of wijziging van de subsidievaststelling aan bod. Tot slot wordt de uitsluiting van subsidieverlening toegelicht. 1

2 3.1 Voorschot inhouden Wanneer krijgt u geen voorschot voor een beheerseenheid? Het voorschot wordt ingehouden indien: 1) Een beheersvoorschrift zoals beschreven in de pakketeisen, en/of verplichtingen in de beschikking niet zijn nageleefd; 2) Een beheerseenheid niet voldoet aan de pakketeisen bij tussentijdse controle door DLG, mits de situatie nog te herstellen is; 3) Bij controle door de AID gebleken is dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de Goede Landbouwkundige Praktijk (hierna: GLP); 4) De zogenaamde algemene verplichtingen niet zijn nageleefd maar wel nog te herstellen zijn. Deze verplichtingen zijn 1 : o het reliëf van het terrein handhaven; o de bestaande waterhuishouding van het terrein handhaven; Tot vóór de regelingswijziging van 29 september werd bij een overtreding het gehele voorschot voor de betreffende beheerseenheid voor één jaar ingehouden. Sinds deze regelingswijziging moet echter rekening gehouden worden met de aard en de ernst van de overtreding. DR maakt daarom een onderscheid tussen een lichte, middelzware of zware overtreding. Daarbij hanteert DR de volgende percentages: Lichte overtreding: Middelzware overtreding: Zware overtreding: 30% van het voorschot inhouden 60% van het voorschot inhouden 100% van het voorschot inhouden Of er sprake is van een lichte, middelzware of zware overtreding is afhankelijk van een aantal factoren, zoals: - Heeft de overtreding betrekking op de gehele beheerseenheid, of slechts op een klein stukje? - Wat voor een effect heeft de overtreding op de doelstelling van het pakket? - Is het gevolg van de overtreding eenvoudig te herstellen of niet? Is de beheerseenheid binnen 1 jaar te herstellen, dan wordt het voorschot (geheel of gedeeltelijk) ingehouden. Wanneer een overtreding een dusdanig effect heeft op de beheerseenheid dat de situatie niet meer herstelbaar is, dan wordt de subsidieverlening voor die beheerseenheid geheel of gedeeltelijk ingetrokken. Met herstelbaar wordt bedoeld dat de beheerseenheid op een eenvoudige manier binnen 1 jaar te herstellen is en er géén nadelige gevolgen voor de natuurkwaliteit zijn opgetreden. Of er sprake is van een al dan niet herstelbare situatie is geheel afhankelijk van de bevindingen van de DLG. Voorbeeld: Een beheerseenheid Ontwikkeling kruidenrijk grasland is twee dagen te vroeg beweid. Hiermee is het beheersvoorschrift de beheerseenheid is uitsluitend beweid in de periode van 1 augustus tot 31 december overtreden. Het twee dagen te vroeg beweiden van de beheerseenheid wordt beoordeeld als een lichte overtreding en zal leiden tot een korting van 30% op het voorschotbedrag. 1 Artikel 38 lid 1 van de Regeling 2 Staatscourant 29 september 2004, nr

3 Let op! Indien de pakketeisen gedurende het tijdvak zijn verzwaard, dan hoeft de betreffende beheerseenheid alleen te voldoen aan de minder strenge eisen van het oude pakket. Is een pakketeis gedurende het tijdvak verlicht, dan hoeft de betreffende beheerseenheid ook slechts aan deze nieuwe eisen te voldoen. Een overzicht van de pakketwijzingen tussen 2000 en 2006 kunt u vinden op de website van het LNV-loket Naleving GLP-voorschriften Het naleven van de GLP is een randvoorwaarde om deel te mogen nemen aan de Regeling. Indien tijdens een controle blijkt dat u zich niet heeft gehouden aan de regels rondom de GLP dan volgt hierop een sanctie die doorwerkt op alle SAN-aanvragen die u heeft ingediend op het moment van constatering alsmede op beschikte aanvragen. De AID controleert middels een checklist op de naleving van de verplichtingen. Welke mogelijkheden kunnen zich hierbij voordoen: A. Er wordt geen afwijking in de GLP geconstateerd. De controle is dus positief bevonden en er zijn dan ook geen gevolgen voor de beschikking. B. Er wordt wel een afwijking in de GLP geconstateerd en hiervan is door de AID controleur melding gemaakt op het controlerapport. Er zal éénmalig een sanctie opgelegd worden van 5%, per overtreden verplichting, over het jaarlijks uit te keren bedrag, waarop op het moment van controle recht zou zijn. Voorbeeld: 5 ontbrekende oormerken en 1 ontbrekende sticker op een bestrijdingsmiddelenkast leiden tot een korting van 10% want er is sprake van twee overtredingen. Let wel! Indien u naast een aanvraag in het kader van de Regeling ook nog een aanvraag voor één of meerdere andere regelingen heeft lopen en deze positief beschikt worden, dan zal bij al deze ingediende aanvragen (op moment van controle) de korting moeten worden opgelegd. 3.2 Intrekking of wijziging van de subsidieverlening Wanneer een bepaalde voorwaarde uit de Regeling wordt geschonden, dan heeft DR op grond van de Algemene wet bestuursrecht (hierna:awb) 3 de bevoegdheid om de subsidieverlening geheel of gedeeltelijk te wijzigen of in te trekken. DR mag dit doen zolang de subsidieverlening nog niet is vastgesteld. Subsidievaststelling vindt meestal plaats aan het eind van het tijdvak. Tussentijds kan de subsidieverlening eveneens vastgesteld worden, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een eigendomsoverdracht. Intrekking of wijziging van de subsidieverlening vindt in de meeste gevallen plaats met terugwerkende kracht tot aan het begin van de subsidieperiode. Reeds betaalde voorschotten worden met wettelijke rente teruggevorderd. Intrekking of wijziging met terugwerkende kracht is mogelijk, indien: a) de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden; b) de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; 3 Ik verwijs u hiervoor naar de artikelen 4:48 en 4:50 van de Awb. 3

4 c) de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of d) de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten; e) Met toepassing van artikel 4:34, vijfde lid, een beroep wordt gedaan op de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. In sommige gevallen vindt de intrekking of wijziging niet plaats met terugwerkende kracht. De subsidieverlening wordt, met inachtneming van een redelijke termijn, stopgezet of gewijzigd. De subsidieverlening wordt dan tussentijds vastgesteld. (Zie ook paragraaf 4.2). Intrekking of wijziging zonder terugwerkende kracht is mogelijk: a) voor zover de subsidieverlening onjuist is; b) voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, of c) in andere bij wettelijk voorschrift geregelde gevallen Proportioneel sanctioneren 4 Blijkt tijdens een veldcontrole dat de oppervlakte van een terrein waarop de subsidieverlening betrekking heeft groter is dan de daadwerkelijke oppervlakte, dan wordt de subsidieverlening aangepast. Dit wordt proportioneel sanctioneren genoemd: Is de afwijking kleiner dan of gelijk aan 3%, dan wordt de oppervlakte van de beheerseenheid aangepast naar de daadwerkelijke oppervlakte die voldoet aan de voorwaarden van het betreffende pakket. Concreet betekent dit, dat de subsidieverlening met terugwerkende kracht wordt gewijzigd naar de kleinere oppervlakte. Hetgeen teveel is betaald aan voorschotten, wordt met wettelijke rente teruggevorderd; Is de afwijking groter dan 3% of 2 hectare, maar kleiner of gelijk aan 20%, dan wordt de oppervlakte van de beheerseenheid aangepast naar de geconstateerde oppervlakte die voldoet aan de pakketeisen. Wel wordt er daarnaast een sanctie opgelegd. De subsidieverlening wordt voor één jaar verminderd met tweemaal het verschil in oppervlakte. Hetgeen teveel is betaald aan voorschotten, wordt met wettelijke rente teruggevorderd; Is de afwijking groter dan 20%, dan wordt de oppervlakte van de beheerseenheid aangepast naar de daadwerkelijke oppervlakte. Daarnaast wordt de subsidieverlening voor de betreffende beheerseenheid voor één jaar ingehouden. Reeds betaalde voorschotten voor de beheerseenheid worden met wettelijke rente teruggevorderd. De hoogte van de korting is afhankelijk van de grootte van de afwijking. Bij de beoordeling van de sanctie wordt gekeken naar alle beheerseenheden met dezelfde pakketcode binnen één aanvraag. Een beheerseenheid die te groot beschikt is, kan dus gecompenseerd worden door een te kleine beheerseenheid. 4 Artikel 51 Vo. 796/2004 4

5 Let op! De correctie (aanpassen oppervlakte omdat kleiner is geconstateerd dan aangevraagd) wordt toegepast gedurende het gehele tijdvak (dus met terugwerkende kracht). De sanctie wordt opgelegd voor één jaar (over het jaar waarin de afwijking is geconstateerd). Dus over 1 jaar wordt een korting opgelegd. 5

6 Voorbeeld 1: Er is voor een beheerseenheid van 4 ha beheerssubsidie verleend. Het subsidiebedrag bedraagt 40,- per ha per jaar. Gedurende het tijdvak wordt tijdens veldcontrole geconstateerd dat de beheerseenheid een oppervlakte van 3,4 ha bedraagt. De afwijking wordt als volgt berekend: Afwijking absoluut: 4 ha - 3,4 ha = 0,6 ha Afwijking relatief: 4-3,4 x 100% = 17,65% 3,4 Het percentage afwijking valt in de categorie > 3% en < 20%. Hierdoor wordt de beschikte oppervlakte gecorrigeerd naar de werkelijke oppervlakte en wordt de sanctie van tweemaal het verschil in mindering gebracht. Hoeveelheid tweemaal: 2 x 0,6 ha = 1,2 ha Eerst vindt de correctie plaats en daarna de sanctie. Correctie: De hoeveelheid in de beschikking wordt gewijzigd van 4 ha naar 3,4 ha. Sanctie: Subsidiebedrag pakket nieuw = 40,- x 3,4 ha x 6 jaar = 816,- Sanctie pakket = 40,- x 1,2 ha = 48,- Totale subsidieverlening na sanctie: 816,- - 48,- = 768,- Sanctie: Tweemaal de afwijkende hoeveelheid x tarief De teveel betaalde subsidie wordt teruggevorderd, inclusief wettelijke rente. Voorbeeld 2: Aangevraagd: BE : 2,0 ha. BE : 1,8 ha. BE : 3,1 ha. Geconstateerd: BE : 1,8 ha. BE : 2,0 ha. BE : 2,8 ha. Afwijking absoluut: Afwijking relatief: BE 1: 2,0 1,8 = 0,2 ha. Totale afwijking = 0,3 ha. BE 2: 1,8 2,0 = - 0,2 ha. Totaal geconstateerd = 6,6 ha. BE 3: 3,1 2,8 = 0,3 ha. Relatief verschil = 0,3 / 6,6 = 4,55% Een relatieve afwijking van 4,55% leidt tot een sanctie van 2 maal het verschil. De sanctie wordt dan (bij een tarief van 100,-) 0,3 x 2 x 100 = 60,-. Dit bedrag wordt over 1 jaar teruggevorderd. Naast de sanctie volgt een correctie met terugwerkende kracht tot aan ingangsdatum. Be : na correctie 1,8 ha. Be : geen correctie Be : na correctie 2,8 ha. In totaal teruggevorderd: 2,0-1,8 = 0,2 0,2 x 100 = 20 3,1-2,8 = 0,3 0,3 x 100 = 30 Tweemaal het verschil 0,3 x 2 x 100 = 60 Totaal: 110 Bereken hierbij wettelijke rente. 6

7 Voorbeeld 3: Er is voor een beheerseenheid van 5 ha beheerssubsidie verleend. Gedurende het tijdvak wordt tijdens veldcontrole geconstateerd dat de beheerseenheid een oppervlakte van 4 ha bedraagt. De afwijking wordt als volgt berekend: Afwijking absoluut: 5 ha - 4 ha = 1 ha Afwijking relatief: 5-4 x 100% = 25% 4 Het percentage valt in de categorie > 20%. Dit betekent dat er een herbeschikking volgt naar de geconstateerde hoeveelheid en de voorschotverlening voor 1 jaar wordt ingetrokken. Voorbeeld 4: Aangevraagd: BE : 2,0 ha. BE : 1,8 ha. BE : 3,1 ha. Geconstateerd middels GPS veldmeting: BE : 1,9 ha. BE : 1,75 ha. BE : 2,0 ha. Geconstateerd na rekening houdende met tolerantiemarge van 5%: BE : 1,9 ha. BE : 1,8 ha (want binnen 5% marge). BE : 2,0 ha. Afwijking absoluut: Totale afwijking = 1,2 ha. Totaal geconstateerd = 5,7 ha. Relatief verschil = 1,2 / 5,7 = 21,05% Afwijking relatief: BE 1 2,0-1,9 = 0,1 ha. BE 2 geen BE 3 3,1-2,0 = 1,1 ha. Het percentage valt in de categorie > 20%. Dit betekent dat er een herbeschikking volgt naar de geconstateerde hoeveelheid voor BE 1 en 3 en dat voor alle beheerseenheden waarbij minder is geconstateerd dan aangevraagd (beschikt) een voorschot wordt ingehouden. In dit voorbeeld betekent dit dat het voorschot van BE 1 en 3 voor 1 jaar wordt ingehouden. Bij het herbeschikken naar de werkelijke oppervlakte wordt de pakketcode niet aangepast, want er vindt in principe geen pakketwijziging plaats. Er is echter één uitzondering: poelen Het terugzetten van de pakketcode van een poel is wél toegestaan. Dit omdat het terugzetten in oppervlakte betreft en we bij andere pakketten de oppervlakte ook aanpassen naar de geconstateerde oppervlakte als de beschikte oppervlakte groter is. En dus wordt ook de oppervlakte van de poel aangepast waardoor de poel in een andere categorie zou kunnen vallen. Het betreft dus geen echte pakketwijziging maar een wijziging in de oppervlakte waardoor de poel een andere pakketcode krijgt. Er wordt dan wel een sanctie opgelegd van 15%. 7

8 3.4 Controle door DLG/AID Bij aanvang van het tijdvak en tussentijds vinden controles door de DLG/AID plaats. De aanvangscontrole is bedoeld om te beoordelen of aan de instapeis wordt voldaan c.q. of het realiseren van het pakket wel haalbaar is. Of het doel gehaald is kun je zien bij een eindcontrole voor de doelpakketten en bij een tussentijdse of eind controle bij instandhoudingspakketten. Het maakt dus verschil uit wat voor pakket het is en of er tijdens een tussentijdse controle wordt gecontroleerd op de doelstelling. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke sanctie van toepassing is indien bij de ontwikkel- en instandhoudingspakketten niet voldaan is aan instapeis/doel. Niet voldaan aan instapeis/doel Ontwikkelpakket Aanvangscontrole Intrekken, indien niet voldaan is aan de instapeis (art. 4:48 Awb). Tussentijdse controle Doel wordt niet gecontroleerd omdat er tussentijds geen doel is om te halen. Instandhoudingspakket 1. Intrekken (4:48 Awb), indien de afwijking van de instapeis van dien aard is dat het niet meer herstelbaar is. Alleen controle beheersvoorschriften 1. Intrekken (4:48 Awb), indien duidelijk is dat het doel niet meer herstelbaar is. 2. Voorschot inhouden met 15% en de aanvrager melden dat we voornemens zijn bij de subsidievaststelling op het einde van het tijdvak het totale subsidiebedrag te gaan korten met (minimaal) 15%, indien de afwijking van de instapeis van dien aard is dat het door (DLG en/of DLG) aannemelijk wordt geacht dat de instapeis (bijv. 10 plantensoorten) in het volgende jaar wel weer aanwezig zijn. 2. Voorschot inhouden met 15% en de aanvrager melden dat we voornemens zijn bij de subsidievaststelling op het einde van het tijdvak het totale subsidiebedrag te gaan korten met (minimaal) 15%, indien de afwijking van dien aard is dat het door (DLG en/of DLG) aannemelijk wordt geacht dat het doel nog herstelbaar is of als duidelijk is dat het doel het jaar daarop wordt gehaald. 3.5 Overdracht van het gebruiksrecht van het terrein Subsidie wordt verleend voor een tijdvak van zes jaar. Gedurende het tijdvak kan het gebruiksrecht van het gesubsidieerde terrein (geheel/deels) worden overgedragen aan een derde. De subsidieverlening kan worden voortgezet op naam van degene die de grond verwerft (verwerver). Dit onder de voorwaarde dat de verwerver binnen drie maanden schriftelijk bij DR verklaart te voldoen aan de aan de subsidieverlening verbonden rechten en plichten. Ook degene die het gebruiksrecht en de subsidieverlening overdraagt (de vervreemder) moet de overdracht schriftelijk binnen drie maanden melden. Wat gebeurt er als de vervreemder of verwerver geen schriftelijke melding doen van de overdracht? Wanneer DR of DLG dan bij een fysieke of administratieve controle constateert dat er beheerseenheden zijn overgedragen dan wordt de subsidieverlening voor die beheerseenheden ingetrokken met terugwerkende kracht, dus tot ingangsdatum. De aanvrager heeft namelijk niet gedurende het gehele tijdvak van zes jaar het gebruiksrecht gehad, wat wel vereist is. Reeds betaalde subsidie wordt teruggevorderd van de vervreemder. Wanneer de vervreemder een te late melding doet, dan heeft dit gevolgen voor de 8

9 subsidievaststelling van zijn deel van de subsidieverlening. Zie hierover paragraaf Lagere subsidievaststelling Na afloop van het tijdvak wordt uw subsidieverlening vastgesteld. De subsidieverlening kan in sommige gevallen ook gedurende het tijdvak worden vastgesteld. De subsidievaststelling vindt plaats overeenkomstig de subsidieverlening. Het kan echter voorkomen dat de subsidie lager wordt vastgesteld dan het bedrag dat oorspronkelijk aan u is verleend. De subsidievaststelling wordt lager vastgesteld indien: - de doelstelling van het beheers-/landschapspakket niet is gehaald; - de beheersvoorschriften niet zijn nageleefd; - het reliëf niet is gehandhaafd; - de bestaande waterhuishouding in een terrein niet is gehandhaafd; - niet tijdig gemeld is dat niet aan de voorwaarden kan worden voldaan; - niet tijdig gemeld is dat er een overdracht heeft plaatsgevonden; - niet tijdig (25 kalenderdagen of minder te laat) de aanvraag voor subsidievaststelling is ontvangen; - niet tijdig (meer dan 25 kalenderdagen te laat) de aanvraag voor subsidievaststelling is ontvangen; - de aanvullingstermijn van 25 kalenderdagen overschreden is bij een niet complete aanvraag tot subsidievaststelling. Het is noodzakelijk dat u binnen acht weken na afloop van het tijdvak een aanvraag tot subsidievaststelling indient. Is de aanvraag onvolledig of te laat 5, dan bepalen de Beleidsregels verlagen plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) het volgende: Aanvraag tot subsidievaststelling is 25 kalenderdagen of minder te laat ingediend: de subsidie wordt per werkdag dat de aanvraag te laat is met 0,5% gekort; Aanvraag tot subsidievaststelling is meer dan 25 kalenderdagen te laat: de subsidieverlening wordt ingetrokken; Is de aanvulling op een onvolledige aanvraag 25 kalenderdagen of minder te laat ingediend: de subsidie wordt per werkdag dat de aanvulling te laat is met 0,5% gekort; Is de aanvulling op een onvolledige aanvraag meer dan 25 kalenderdagen te laat: de subsidieverlening wordt met 10% lager vastgesteld, mits de aanvraag beoordeelbaar is; Is de aanvulling op een onvolledige aanvraag meer dan 25 kalenderdagen te laat: de subsidieverlening wordt op 0,- vastgesteld wanneer de aanvraag door het ontbreken van de gegevens onbeoordeelbaar is. 4.1 Kortingen bij de vaststelling aan het eind van het tijdvak In de onderstaande tabel kunt u zien in welke specifieke gevallen de Regeling aangeeft dat bij subsidievaststelling een korting op het subsidiebedrag opgelegd wordt. Ook kunt u zien hoe hoog de korting is. De kortingen worden veelal toegepast over het totale subsidiebedrag (voor 6 jaar) voor de betreffende beheerseenheid waarop de overtreding is geconstateerd. Bovendien kan de korting nooit hoger zijn dan het bedrag van de subsidie groot is. 5 Artikel 8 en 10 Beleidsregels POP 9

10 Beheerseenheid Subsidieverlening Doelstelling niet gehaald (alleen bij bijlagen 6 t/m 18 en 23 t/m 30 van de Regeling) Beheersvoorschriften niet nageleefd (alleen bij bijlagen 6 t/m 18 en 23 t/m 31 van de Regeling) Reliëf niet gehandhaafd Bestaande waterhuishouding in een terrein niet gehandhaafd Niet tijdig gemeld dat niet aan de voorwaarden kan worden voldaan (bijlagen 6 t/m 30 van de Regeling) Niet tijdig gemeld dat er een overdracht heeft plaatsgevonden Niet tijdig de aanvraag voor subsidievaststelling (25 kalenderdagen of minder te laat) ontvangen Niet tijdig de aanvraag voor subsidievaststelling (meer dan 25 kalenderdagen te laat) ontvangen De aanvullingstermijn van 25 kalenderdagen is overschreden bij een niet complete aanvraag tot subsidievaststelling 15% korting Artikel 43 lid 1 onder a 100% korting (m.u.v. ruige mest), tenzij de Artikel 43 lid 1 aard en de ernst van het niet-nakomen onder b aanleiding geeft tot vermindering met een lager percentage 100% korting (m.u.v. ruige mest), tenzij de Artikel 43 lid 1 aard en de ernst van het niet-nakomen onder c aanleiding geeft tot vermindering met een lager percentage 100% korting (m.u.v. ruige mest), tenzij de Artikel 43 lid 1 aard en de ernst van het niet-nakomen onder c aanleiding geeft tot vermindering met een lager percentage 5% korting (m.u.v. ruige mest) Artikel 33 lid 1 sub j, Artikel 33 lid 1 sub j, 5% korting (m.u.v. ruige mest) Artikel 33 lid 1 sub k, artikel 43 lid 1 onder d 0,5% per werkdag dat de aanvraag te laat Artikel 8 wordt ingediend (m.u.v. overmacht) Beleidsregels POP 100% korting (m.u.v. overmacht) Artikel 8 Beleidsregels POP 10% korting (m.u.v. overmacht) als Artikel 10 ondanks het achterwege blijven van de Beleidsregels aanvulling kan worden vastgesteld of de te POP subsidiëren activiteit heeft plaatsgevonden Overmacht Heeft u het doel niet gehaald of heeft u de beheers- of onderhoudsvoorschriften niet nageleefd, en u heeft aangetoond dat er sprake is van overmacht, dan worden de hierboven genoemde kortingen niet toegepast. Wanneer is er sprake van overmacht? Hiervan is sprake als het door omstandigheden, buiten toedoen van de subsidieontvanger om, volstrekt onmogelijk is om aan de verplichtingen van de subsidieregeling te voldoen. De gevolgen van de omstandigheden zijn slechts ten koste van onevenredig grote offers te vermijden. Voor de gevolgen van de omstandigheden kan niemand aansprakelijk worden gesteld. Als voorbeeld moet u denken aan een zware storm, waardoor knotbomen omgevallen of zwaar beschadigd zijn geraakt. Let wel, wanneer er naar uw mening sprake is van een overmachtsituatie, dan dient u dit direct (binnen twee weken) te melden bij DR! 10

11 4.2 Tussentijdse vaststelling In een aantal gevallen wordt de subsidieverlening tussentijds vastgesteld. Deze worden hieronder besproken. Bij de tussentijdse subsidievaststelling kan de subsidie ook op de vorige pagina vermelde gronden lager vastgesteld worden. Bij een wijziging of intrekking van de subsidieverlening zonder terugwerkende kracht: Zoals eerder gezegd vindt intrekking of wijziging van de subsidieverlening in sommige gevallen niet plaats met terugwerkende kracht (artikel 4:50 van de Awb). De subsidieverlening wordt, met inachtneming van een redelijke termijn, stopgezet of gewijzigd. De subsidieverlening wordt tussentijds vastgesteld. Blijkt dat bepaalde voorwaarden niet zijn nageleefd, dan is een lagere vaststelling mogelijk. Bij overdracht van het gebruiksrecht: Wanneer de vervreemder de overdracht van het gebruiksrecht heeft gemeld bij DR, en de verwerver zet de subsidie voor de rest van het tijdvak voort, dan wordt de subsidieverlening voor de vervreemder alvast vastgesteld. Ook hier kan het uiteindelijke subsidiebedrag lager vastgesteld worden als blijkt dat een bepaalde voorwaarde is geschonden. Daarbij wordt de subsidie in ieder geval 5% lager vastgesteld wanneer de melding van de overdracht niet binnen drie maanden schriftelijk door DR is ontvangen. Bij overlijden van de subsidieontvanger: Overlijdt de subsidieontvanger, dan gaat de subsidie en de verplichtingen die daaraan verbonden zijn van rechtswege over op de erfgenaam of legataris. Willen zij van de subsidieverlening afzien, dan kunnen zij binnen 30 dagen na het overlijden schriftelijk verzoeken de subsidieverlening in te trekken. De subsidieverlening wordt ingetrokken met ingang van de dag volgend op de dag van overlijden 6. Bij onteigening: Wordt grond waarop subsidie in het kader van de Regeling ligt onteigend, dan moet de subsidieverlening worden vastgesteld op de dag dat het besluit tot onteigening vaststaat. De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag evenredig aan dat deel van het tijdvak dat is verstreken. De aanvrager hoeft deze subsidie niet terug te betalen. Is door middel van een reeds verstrekt voorschot teveel subsidie betaald (dus meer verstrekt dan vastgesteld), dan wordt de teveel betaalde subsidie teruggevorderd 7. Bij landinrichting: Is het niet meer mogelijk voor de subsidieontvanger om door de vaststelling van een landinrichtingsplan aan de verplichtingen te voldoen, dan wordt de subsidieverlening vastgesteld op de dag van de zgn. kavelovergang 8. Tot deze datum komt de subsidieontvanger in aanmerking voor subsidie. Teveel betaalde subsidie wordt teruggevorderd. Let op: Vrijwillige kavelruil tussen boeren onderling valt hier in beginsel niet onder!!! 6 Artikel 88 van de Regeling 7 Artikel 90 van de Regeling 8 Artikel 89 van de Regeling 11

12 Bij overgang SAN naar SN: Indien de subsidieontvanger er voor kiest om een overstap te maken van de SAN naar de SN wordt het subsidiebedrag vastgesteld evenredig aan dat deel van het tijdvak dat is verstreken. Bij overgang van een individuele SAN-subsidie naar een collectieve SAN-subsidie: In het geval de subsidieontvanger ervoor kiest om zijn perceel op te laten nemen in een groot weidevogelgebied dat wordt beheerd door meerdere beheerders wordt de subsidieverlening vastgesteld, berekend naar evenredigheid tot het gevoerde beheer. 5. Wijziging of intrekking van de subsidievaststelling De subsidieontvanger krijgt een beschikking tot subsidievaststelling. Daarin wordt het uiteindelijke bedrag vermeld waar de subsidieontvanger na eventuele kortingen recht op heeft. De Awb bepaalt in welke gevallen DR de subsidievaststelling later nog mag wijzigen of intrekken 9. Hieraan is wel een termijn verbonden: Tot vijf jaar na de subsidievaststelling kan deze nog ingetrokken of gewijzigd worden. 6. Uitsluiting van subsidieverlening Een ander soort sanctie is de uitsluiting van subsidieverlening. In tegenstelling tot de hiervoor genoemde sancties is hier geen sprake van een financiële sanctie. Wanneer komt een aanvrager niet voor subsidieverlening in aanmerking? 1. De subsidie wordt voor de duur van één jaar niet verstrekt voor het betreffende deel van de beheerseenheid als: a) op het bedrijf van de subsidieontvanger verboden hormonen of residuen daarvan (op grond van het besluit verboden stoffen diergeneesmiddelen) zijn aangetroffen. Worden bij de subsidieontvanger verboden hormonen of residuen aangetroffen, dan wordt de subsidie (gedeeltelijk) voor 1 jaar ingetrokken; b) (opzettelijk) onjuiste aangifte wordt gedaan. 2. De subsidie wordt voor de duur van twee jaar uitgesloten als: a) de aanvrager een terrein geheel of gedeeltelijk intrekt; b) de aanvrager de gehele subsidieverlening intrekt voor één of meerdere beheerseenheden; c) (opzettelijk) onjuiste aangifte wordt gedaan; d) op het bedrijf van de subsidieontvanger nogmaals (dus na een eerdere constatering) verboden hormonen of residuen daarvan (op grond van het Besluit verboden stoffen diergeneesmiddelen) zijn aangetroffen. De termijn van twee jaar begint te lopen vanaf de datum van het verzoek tot intrekking. 9 Artikel 4:49 van de Awb 12

13 7. Overige voorwaarden in de Regeling Buiten de hiervoor besproken gevallen staan in de Regeling nog een aantal voorwaarden waaraan u moet voldoen. Het niet voldoen aan deze voorwaarden kan eveneens leiden tot intrekking of wijziging van de subsidieverlening. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden. Geen duurzaam gebruiksrecht Subsidie kan alleen worden toegekend aan die persoon die ook daadwerkelijk beheerder is van de betreffende beheerseenheid. Hiertoe moet het duurzaam gebruiksrecht dan ook liggen bij degene die aanvrager is in de zin van de Regeling. Ontheffing Het kan voorkomen dat het beheer tijdelijk onderbroken moet worden door werkzaamheden van andere aard. In dat geval kan voor bepaalde tijd ontheffing worden verleend van de beheersvoorschriften. Voorbeelden van werkzaamheden waarbij tijdelijke ontheffing aan de orde kan zijn, zijn: - sloten reinigen - leiding leggen/verleggen - tijdelijk weg - etc. Wanneer uit controle door DLG blijkt dat de maatregelen niet op de beheerseenheid betrekking hebben zoals aangegeven bij het verzoek, wordt het verzoek tot ontheffing alsnog ingetrokken. Blijkt dat de werkzaamheden, waarvoor een verzoek tot ontheffing is ingediend, al zijn uitgevoerd voordat het verzoek tot ontheffing is goedgekeurd, dan heeft u niet voldaan aan de beheersvoorschriften en wordt er een sanctie opgelegd. Afhankelijk van het tijdvak kan deze sanctie bestaan uit het naar evenredigheid inhouden van het voorschot danwel een korting bij subsidievaststelling. 8. Heeft u nog vragen? Dan kunt u contact opnemen met Het LNV-loket: (gratis). Op werkdagen tussen 8.30 en Ook vindt u informatie op de website van Het LNV-loket: Bij de provinciale informatiepunten kunt u terecht met vragen over de voorwaarden in de Regeling, de specifieke pakketeisen, het beheer van uw perceel en de provinciale gebiedsplannen. Ik verwijs u voor de gegevens naar de onderstaande tabel. 13

14 Provincie Informatiepunt Telefoonnummer Website Groningen Informatiepunt Landelijk Gebied Friesland Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer Drenthe DLG Loket Overijssel Groenloket Gelderland Groenloket / DLG regio oost Flevoland DLG Steunpunt Programmabeheer regio West Noord-Holland DLG Steunpunt Programmabeheer regio West Zuid -Holland DLG Steunpunt Programmabeheer regio West Utrecht DLG Steunpunt Programmabeheer regio West Noord-Brabant DLG regio Zuid Limburg DLG regio Zuid Zeeland DLG regio Zuid Met betrekking tot de subsidievaststelling is de brochure Subsidievaststelling Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN) & Subsidieregeling natuurbeheer 2000 (SN) uitgebracht door DR. Het aanvraagformulier voor subsidievaststelling wordt u tegen het einde van het tijdvak automatisch toegezonden. U kunt ook een exemplaar van de brochure en het aanvraagformulier opvragen bij Het LNV-loket. Dit stuk is informatief. U kunt er geen rechten aan ontlenen. De oorspronkelijke teksten van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer vindt u in de Staatscourant en op 14