EE 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (VVT) Proeve van Bekwaamheid

Transcriptie

1 EE 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (VVT) Proeve van Bekwaamheid Opleiding MBO - Verpleegkundige BOL, BBL Crebonummer Cohort 2012 e.v. Kwalificatiedossier 2012 / 2013 Kerntaak/werkprocessen 1.1, 1.2, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7 Toegestane hulpmiddelen n.v.t. Beschikbare tijd 2 weken Aantal opdrachten 4 Totaal te behalen score en cesuur per werkproces WP 1.1: van criteria 1 t/m 11 zijn er minimaal 8 voldoende, waarvan in elk geval nr. 7 en 8. WP 1.2: van de criteria 12 t/m 23 zijn er minimaal 10 voldoende, waarvan in elk geval nr. 12, 13 en 22. WP 1.4: van de criteria 24 t/m 28 zijn er minimaal 3 voldoende, waarvan in elk geval nr. 28. WP 1.5: van de criteria 32 t/m 35 zijn er minimaal 2 voldoende, waarvan in elk geval nr. 32 WP 1.6: van de criteria 29 t/m 31 zijn er minimaal 2 voldoende, waarvan in elk geval nr. 29 WP 1.7: van de criteria 36 t/m 39 zijn er minimaal 3 voldoende, namelijk nr. 36, 37 en 38 Resultaat Het resultaat van bovenstaande werkprocessen telt mee voor de eindbeoordeling diploma kerntaak 1 Naam kandidaat: Periode waarin de proeve is afgenomen:.././20. tot en met././20. Instelling waar de proeve is afgenomen: Dit gehele examendocument, 33 pagina s, moet na de beoordeling in originele staat op school worden ingeleverd. Bij het ontbreken van pagina s wordt het examen als ongeldig geregistreerd en het resultaat als onvoldoende. Pagina 1 van 33

2 Inhoudsopgave Blz. Informatie Proeve van Bekwaamheid EE 4 3 Opdrachten 5 Opdracht 1 Verpleegplan opstellen en uitvoeren 5 Opdracht 2 Adviseren, begeleiden en voorlichting geven 7 Opdracht 3 Begeleiden van een groep zorgvragers 8 Opdracht 4 Signaleren van en handelen tijdens een crisis- of onvoorziene situatie 9 Beoordelingsformulieren opdrachten 12 Beoordeling per werkproces 23 Eindresultaat Proeve van Bekwaamheid 26 Bijlage 1 Criteria met betrekking tot complexiteit van zorgsituaties 27 Bijlage 2 Beoordeling examenplek 28 Bijlage 3 Verklaring competenties beoordelaar 29 Bijlage 4 Planningsformulier praktijkgericht examen 30 Bijlage 5 Planningsformulier praktijkgericht herexamen 31 Bijlage 6 Organiseren van een Klinische les 32 Bijlage 7 Plan van aanpak groepsactiviteit 33 Pagina 2 van 33

3 Informatie Proeve van Bekwaamheid EE 4 Dit is de Proeve van Bekwaamheid van de opleiding MBO Verpleegkundige. Een Proeve van Bekwaamheid is een examenvorm waarbij je gedurende een bepaalde periode meewerkt in de dagelijkse praktijk van het beroep en in die periode een aantal gerichte opdrachten uitvoert. Door middel van het uitvoeren van deze Proeve kun je aantonen dat je: 1. de gevraagde opdrachten (inhoudelijk) kunt uitvoeren 2. de gevraagde opdrachten kunt organiseren en combineren rondom je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is Indien je bovengenoemde punten voldoende kunt bewijzen heb je je Proeve van bekwaamheid met een voldoende afgerond. Het voldoende bewijs is als volgt opgebouwd: Opdrachten 1, 2, 3 en 4: beoordelingsformulieren 1-4 Verantwoording De opdrachten die behoren bij deze Proeve van Bekwaamheid zijn gebaseerd op de volgende kerntaken en werkprocessen uit het kwalificatiedossier Verpleegkundige MBO van 2012 Kerntaken: 1 Werkprocessen: 1.1 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden 1.4 Begeleidt een zorgvrager 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Organisatie Deze Proeve van Bekwaamheid wordt uitgevoerd en beoordeeld in de praktijk van het beroep, in Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT). De periode van afname staat in het OER vermeld. Bij dit examen hoort de Handleiding Praktijkgerichte examens en examenorganisatie. Hierin staan de instructies om dit examen op een betrouwbare manier te organiseren, zoals: de randvoorwaarden voor het uitvoeren van de examens in de BPV de stappen die de student en de instelling moeten nemen om dit examen soepel en correct te laten verlopen, inclusief voorbereiding, formulieren en beoordeling uitleg over de 4 formulieren, die ingevuld moeten worden bij de voorbereiding de instructie voor de beoordelaar uitleg over deze examenvorm herkansingsprocedure hoe de BPV-instelling en het ROC gezamenlijk de examenkwaliteit borgen wat te doen indien een examenonderdeel niet kan worden afgenomen in de instelling een hulpmiddel om te zorgen, dat het examen de juiste moeilijkheidsgraad krijgt en in de juiste context wordt afgenomen de meest gebruikte begrippen. Pagina 3 van 33

4 Je bent geslaagd voor je proeve als je alle opdrachten hebt uitgevoerd en deze zijn beoordeeld met een voldoende of goed. Voor de waardering goed dien je naast het behalen van een voldoende ook echt excellent te presteren: GOED: De kandidaat presteert in het geheel van de Proeve van Bekwaamheid bovengemiddeld en excellent, d.w.z.: - Functioneert zelfstandig in hoog-complexe situaties - Kan handelen in hoog-complexe situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in hoog-complexe situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden Alle opdrachten moeten volledig uitgevoerd worden voordat het resultaat van dit examen vastgesteld kan worden. De opdrachten van dit examen moeten volledig uitgevoerd worden, ook al heb je het aantal punten behaald dat nodig is voor een voldoende beoordeling. Pagina 4 van 33

5 Proeve van Bekwaamheid Opdracht 1 Verpleegplan opstellen en uitvoeren (werkprocessen 1.1 en 1.2) Duur: 3 dagen Je gaat gedurende 3 dagen de verpleegkundige zorg uitvoeren bij 2 zorgvragers in een hoog complexe verpleegsituatie (zie bijlage 1). Je gaat voor één zorgvrager in een hoog-complexe situatie een verpleeg- of zorgleefplan opstellen op basis van verzamelde gegevens. Bespreek dit met de zorgvrager en betrokkenen en zorg voor instemming van hen voor het verpleeg- of zorgleefplan. Biedt de juiste verpleegkundige zorg aan deze zorgvrager volgens het verpleeg- of zorgleefplan, observeer en monitor de zorgvrager. Organiseer de uitvoering van de opdracht en combineren deze met je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is. Opdracht: A. Klinisch redeneren Toon aan in een gesprek met de beoordelaar, dat je voor 2 zorgvragers in een hoog complexe verpleegsituatie. Symptomen / observaties kunt verklaren aan de hand van je kennis over het ziektebeeld en anatomie/fysiologie Afwijkende symptomen/observaties bij deze zorgvrager kunt benoemen Kunt benoemen hoe de zorgvrager in zijn functioneren beperkt is door de verstoring in fysieke en/of mentale functies Kunt benoemen wat dit betekent voor zijn zelfredzaamheid Kunt uitleggen wat de huidige behandelings- en begeleidingsvorm is bij deze zorgvrager en wat hiermee wordt beoogd Kunt benoemen welke verpleegkundige interventies hieruit voortvloeien en waar je specifiek op let bij de uitvoering hiervan Kunt uitleggen welke gezondheidsproblemen in de toekomst zouden kunnen ontstaan Kunt uitleggen welke preventieve maatregelen zouden kunnen worden ingezet om dit te voorkomen B. Anamnese en verpleegplan Verzamel gegevens over de gezondheidsproblemen van 1 zorgvrager: Voer een anamnesegesprek met de zorgvrager en eventueel zijn naasten of actualiseer de afgenomen anamnese. Houd daarbij rekening met lichamelijk- en psychosociale problematiek, ervaringsdeskundigheid, het levensverhaal en de omstandigheden. Verzamel andere gegevens over de gezondheidstoestand van de zorgvrager Stel een volledig verpleeg- of zorgleefplan op voor deze zorgvrager of stel het bij: Stel de verpleegkundige diagnose(s). Maak daarbij gebruik van je kennis over stoornissen, beperkingen functioneringsproblemen en ziektebeelden van Pagina 5 van 33

6 zorgcategorieën in de VVT en houd daarbij rekening met het mogelijk naast elkaar bestaan van zelfzorgtekorten. Formuleer verpleegdoelen: leg het accent op de levensdomeinen: de lichamelijke gezondheid en het welbevinden, leef- en woonomgeving en zo nodig de zorgsituatie en houdt rekening met de kortdurende, middellange of veelal langdurende zorgrelatie Bepaal de verpleegkundige interventies Bespreek het verpleeg- of zorgleefplan met de zorgvrager en betrokkenen en vraag om instemming. C. Ondersteunen bij de persoonlijke verzorging Ondersteun de zorgvrager bij bijvoorbeeld eten en drinken, uitscheiding, mobiliteit, waak- en slaapritme, bewaak de vitale functies. Sluit aan bij de mogelijkheden en de beleving van de cliënt en houd rekening met zijn ervaringsdeskundigheid en met de leeftijd samenhangende problemen die de communicatie kunnen beperken (doofheid, vergeetachtigheid). Draag er zorg voor dat de cliënt zoveel mogelijk het leven kan leiden dat hij gewend is. Schat in voorkomende gevallen in wanneer je (tijdelijk of permanent) taken over moet nemen Observeer, signaleer en monitor veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager: Voer verpleegkundige interventies uit volgens het verpleeg- of zorgleefplan, bij zorgvragers met een hoog-complexe verpleegsituatie Observeer, signaleer en monitor veranderingen in de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager Sluit met de ondersteuning bij persoonlijke verzorging aan bij de afspraken met en de verwachtingen van de zorgvrager Schrijft volledige en actuele rapportage over de gegeven zorg en ondersteuning en de gegevens van observatie en monitoring van de zorgvrager, in het (elektronisch) patiëntendossier/ rapportageformulier Werk op een professionele wijze samen met andere zorgverleners Informeer alle betrokkenen volledig Pas gespreks- en luistervaardigheden toe in een gesprek met de zorgvrager en naasten Blijf je werk professioneel uitvoeren, ook onder emotionele omstandigheden. De beoordelaar beoordeelt jou en vult het beoordelingsformulier in Pagina 6 van 33

7 Opdracht 2 Adviseren, begeleiden en voorlichting geven (werkproces 1.4 en 1.6) Duur: 2 x 30 minuten Tijdens de periode dat de Proeve wordt afgenomen plan je enkele gesprekken met de zorgvrager en zo mogelijk een naaste. Organiseer de uitvoering van de opdracht en combineren deze met je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is. Opdracht: Voer een begeleidings- of helpend gesprek over 2 van onderstaande onderwerpen: - verwerking en hantering van de gevolgen van (chronische)ziekte, beperking, therapie of behandeling - een waardevolle dagbesteding. - bij noodzakelijke aanpassingen in de leefwijze of gedragsproblemen - geheugentraining, vitaliteittraining en zintuigactivering - angst, onzekerheid, rouw of slecht nieuws - gevoelens van algemene malaise (je kiest een andere zorgvrager en gespreksonderwerp dan voor je praktijktoets) Voer een informatief -, advies- of voorlichtingsgesprek over 2 van onderstaande onderwerpen: - (chronische) ziekten, - somatische of psychogeriatrische problemen - onderzoeken, behandelmethoden of therapieën - gezonde levensstijl - handicaps - hulpmiddelen - financieringsvraagstukken, zoals bijvoorbeeld vergoedingen van bijvoorbeeld verpleegmaterialen. (je kiest een andere zorgvrager en gespreksonderwerp dan voor je praktijktoets) Criteria waaraan de gesprekken moeten voldoen: - De gesprekken hebben tot doel de zelfredzaamheid en de regie op het eigen leven van de zorgvrager te vergroten. - Je toont aandacht voor de beleving van de zorgvrager: wat is zijn behoefte, wat ervaart hij als een probleem, hoe verwerkt hij zijn ziekte, beperkingen of handicap. - Leg onderwerpen duidelijk en correct uit. - Ondersteun het advies/de voorlichting met voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. De beoordelaar beoordeelt jou en vult het beoordelingsformulier in Pagina 7 van 33

8 Opdracht 3 Begeleiden van een groep zorgvragers (werkproces 1.5) Duur: 20 minuten (of langer, afhankelijk van de activiteit) Als je in een verpleeg- of verzorgingshuis werkt/stage loopt voer je opdracht A uit. Als je in de thuiszorg werkt/stage loopt voer je opdracht B uit. Voor de voorbereiding van de activiteit kan je gebruik maken van een plan van aanpak (bijlage 7). Organiseer de uitvoering van de opdracht en combineren deze met je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is. Opdracht A (Verpleeg- of verzorgingshuis): Deze opdracht ga je uitvoeren bij een groep van minimaal 3, maximaal 6 zorgvragers. Voer een groepsgesprek of begeleid een groepsactiviteit met zorgvragers met als doel het bevorderen van het groepsklimaat: - Betrek hier zo nodig ook mantelzorgers, naasten, en/of vrijwilligers bij. - Zorg voor een veilige leef- en verblijfsomgeving en -klimaat, door aandacht en begrip te tonen voor ieders houding en standpunt, afwijkend gedrag, en toon bezorgdheid om ieders fysieke en mentale welzijn. - Maak het gedrag van zorgvragers bespreekbaar en het effect daarvan op anderen in de groep. - Bemiddel of grijp in bij conflicten. Bespreek dit indien nodig in de groep - Stimuleer de zorgvragers om actief deel te nemen aan een groepsactiviteit. - Observeer het groepsproces en het gedrag van de zorgvragers tijdens het gesprek/de activiteit. - Hou bij het groepsgesprek/de activiteit rekening met het groepsproces en de groepsrollen. Opdracht B (Thuiszorg): Je gaat een individuele zorgvrager begeleiden bij een activiteit, die betrekking heeft op het sociaal-maatschappelijk functioneren van de zorgvrager. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het begeleiden bij het boodschappen doen, een bezoek brengen aan een instantie, het samen op orde brengen van de financiën van de zorgvrager, mensen uit het sociale netwerk van de zorgvrager bezoeken met de zorgvrager. Kies samen met de zorgvrager een activiteit, die past bij de situatie, wensen en behoeften van de zorgvrager. Organiseer de uitvoering van de opdracht en combineren deze met je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is. De beoordelaar beoordeelt jou en vult het beoordelingsformulier in Pagina 8 van 33

9 Opdracht 4 Signaleren van en handelen tijdens een crisis- of onvoorziene situatie (werkproces 1.7) We onderscheiden crisissituaties als gevolg van gedragsproblemen van psychosociale of van psychiatrische aard of door grensoverschrijdend gedrag: - conflict - fysieke en verbale agressie / geweld Daarnaast onderscheiden we van crisissituaties van somatische aard: - verslikking/stikken - verwonding (botbreuk, bloeding) - vergiftiging - ademstilstand - circulatiestilstand Deze opdracht kan je niet van tevoren plannen, omdat het om een onvoorziene- of crisissituatie gaat. Je kunt de opdracht wel voorbereiden: - oriënteer je t.a.v. mogelijke crisissituaties op de afdeling: wat kan voorkomen, welke crisissituaties passen bij de doelgroep op de afdeling? - welke protocollen en richtlijnen zijn er op de afdeling/instelling ten aanzien van de mogelijke onvoorziene- en crisissituaties, zoals hierboven genoemd? Organiseer de uitvoering van de opdracht en combineren deze met je dagelijkse werkzaamheden en taken binnen het team zoals dat in een werksituatie ook het geval is. Opdracht: Tijdens een onverwachte- of crisissituatie moet je zelfstandig handelen: Je signaleert tekenen die op een naderende crisissituatie wijzen: - gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of - grensoverschrijdend gedrag of - problemen van somatische aard Je zorgt voor de veiligheid van anderen en voor je eigen veiligheid Je neemt de juiste acties Past, indien nodig, volgens de protocollen en richtlijnen van de instelling, middelen en maatregelen toe, zoals onrustband, tafelblad, eten onder dwang of diepe stoel. Je roept tijdig hulp in Als jij bovenstaande acties en interventies uitvoert tijdens een crisis- of onvoorziene situatie, schrijf je een reflectieverslag aan de hand van de methodiek STARRT. Dat wil zeggen 1. Beschrijving Situatie: heldere en concrete beschrijving Pagina 9 van 33

10 Taak: benoemen en beschrijven wat je wilde bereiken in deze situaties Actie: activiteiten die je hebt ondernomen om je taak in de gegeven situatie goed uit te voeren Resultaat: benoemen en beschrijven van het gerealiseerde resultaat Reflectie: terugkijken naar Situatie Taak Actie en beschrijven wat je in de toekomst anders zou aanpakken Toepassing: hoe ga je datgene wat je hebt geleerd toepassen in nieuwe situaties? De beoordelaar beoordeelt jou en vult het beoordelingsformulier in op basis van het reflectieverslag. Alternatief: Verslag Doet zich tijdens de Proeve geen crisis- of onverwachte situatie voor, dan schrijf je een verslag of geef je een klinische les op de afdeling, waarin de volgende onderwerpen beschreven moeten zijn: - Casus over een crisissituatie: Beschrijf zo volledig mogelijk de relevante gegevens ten aanzien van o de situatie op de afdeling: betrokken zorgvragers, personeel, tijdstip van de dag, e.d. o de zorgvrager: persoonlijke gegevens, ziektebeeld, psycho-sociale omstandigheden e.d. o andere omstandigheden, die medebepalend zijn voor de ontstane crisissituatie - Eventuele signalen die (kunnen) wijzen op een naderende onverwachte- of crisissituatie: o Beschrijf wat kan je observeren aan de zorgvrager, voorafgaand aan de onverwachte- of crisissituatie - Mogelijke preventieve interventies: o Noem de verpleegkundige interventies, die ingezet zouden kunnen worden om de onverwachte- of crisissituatie te voorkomen, dan wel beheersbaar te hoeden. - Interventies, gericht op de veiligheid van derden, de zorgvrager en jezelf: o Beschrijf op welke wijze ieders veiligheid kan worden gegarandeerd. - Welke hulp wanneer en hoe inroepen: o Beschrijf wie je om hulp vraagt o Beschrijf wanneer je hulp inroept. - Andere interventies: o Beschrijf eventuele andere interventies die je uitvoert tijdens de onverwachte- of crisissituatie - Eventueel toepassen middelen en maatregelen: o Beschrijf welk middel/maatregel je kunt toepassen in deze situatie. Pagina 10 van 33

11 o Beschrijf hoe je deze uitvoert (protocol) o Welke wetgeving is hier van toepassing? - Mogelijke gevolgen van de crisissituatie voor de zorgvrager en andere betrokkenen: o Beschrijf welke gevolgen de onverwachte- of crisissituatie kan hebben voor de betrokken zorgvrager(s) en hulpverleners, op korte en lange termijn Het verslag is minimaal 3 max. 5 A4, in lettertype Arial grootte 12 (of vergelijkbaar). Lever het verslag in bij je beoordelaar. Klinische les* Wanneer je een klinische les geeft moeten dezelfde onderwerpen aan de orde komen. Daarnaast draag je zorg voor de organisatie van de klinische les op de afdeling. Je bouwt je les logisch en gestructureerd op en beantwoord vragen van de toehoorders. Maak met je beoordelaar een afspraak over de tijd en plaats van de klinische les. De beoordelaar beoordeelt het reflectieverslag/ verslag/ de klinische les. *zie bijlage Organiseren klinische les Pagina 11 van 33

12 Beoordelingsformulier Opdracht 1 Verpleegplan opstellen en uitvoeren Onderdeel Klinisch redeneren Gegevens verzamelen Werkprocessen/ competenties Nr. Beoordelingscriteria voldoende onvoldoende Werkproces 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op (8 van de 11 criteria moeten behaald worden, waarvan 7 en 8 in ieder geval) K 1. Past klinisch redeneren toe bij 2 zorgvragers met een hoog complexe Vakdeskundigheid verpleegsituatie: toepassen - Verklaart symptomen /observaties aan de hand van haar kennis over het ziektebeeld en anatomie/fysiologie - Benoemt afwijkende symptomen/observaties bij deze zorgvrager 2. - Benoemt hoe de zorgvrager in zijn functioneren beperkt is door de verstoring in fysieke en/of mentale functies - Benoemt wat dit betekent voor zijn zelfredzaamheid 3. - Legt uit wat de huidige behandelings- en begeleidingsvorm is bij deze zorgvrager en wat hiermee wordt beoogd - Benoemt welke verpleegkundige interventies hieruit voortvloeien en waar zij specifiek op let bij de uitvoering hiervan 4. - Legt uit welke gezondheidsproblemen in de toekomst zouden kunnen ontstaan - Legt uit welke preventieve maatregelen zouden kunnen worden ingezet om dit te M Analyseren Leesvaardigheid Nederlands 3F1 voorkomen 5. Verzamelt doelbewust gegevens over de gezondheidstoestand van een zorgvrager met als doel adequaat en verantwoord de verpleegkundige diagnose te stellen: - Ordent de verzamelde gegevens over de zorgvrager, vergelijkt deze met informatie uit andere bronnen - analyseert de verkregen gegevens - trekt juiste en logische conclusies - legt de juiste verbanden Pagina 12 van 33

13 Anamnese K Vakdeskundigheid toepassen 6. Voert aan de hand van een standaard vragenlijst het anamnesegesprek met de zorgvrager of actualiseert het reeds afgenomen anamnesegesprek: - vraagt gericht naar (meer) informatie - reageert adequaat op de uitingen van de gesprekspartner(s) - houdt rekening met lichamelijk- en psychosociale problematiek, ervaringsdeskundigheid, het levensverhaal van de zorgvrager en de omstandigheden Diagnose Gesprekken + Schrijven + Taalverzorging en taalbeschouwing Nederlands 3F1 7*. Stelt een verantwoorde verpleegkundige diagnose: Verpleegplan/ zorgleefplan J Formuleren en rapporteren Schrijven + Taalverzorging en taalbeschouwing Nederlands 3F1 D Aandacht en begrip tonen Luisteren Nederlands 3F1 K Vakdeskundigheid toepassen A Beslissen en activiteiten initiëren - op basis van haar kennis over stoornissen, beperkingen functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de VVT - houdt rekening met het mogelijk naast elkaar bestaan van zelfzorgtekorten. - gebruikt informatie en argumenten uit verschillende bronnen, logisch tot één geheel gevoegd 8*. Formuleert het verpleegplan/zorgleefplan (of de bijstelling ervan) zó, dat het voor alle betrokkenen inzichtelijk en begrijpelijk is: - verwerkt anamnesegegevens correct en accuraat - formuleert verpleegdoelen, activiteiten en interventies volgens de richtlijnen van de instelling - legt het accent op de levensdomeinen: de lichamelijke gezondheid en het welbevinden, leef- en woonomgeving en zo nodig de zorgsituatie en houdt rekening met de kortdurende, middellange of veelal langdurende zorgrelatie 9. Voert een gesprek met de zorgvrager en zijn naasten over het opstellen van het verpleegplan/ zorgleefplan: - luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten - leeft zich in in de gevoelens van de zorgvrager en naasten - beantwoordt vragen met kennis van zaken 10. Kiest zelfstandig, maar zo nodig in overleg, voor de juiste verpleegkundige interventies, bijvoorbeeld bij veranderende gezondheidstoestand van de zorgvrager: - neemt beslissingen - weegt risico s - neemt de verantwoordelijkheid voor de eigen beslissingen en activiteiten Pagina 13 van 33

14 Verpleegkundig e zorg uitvoeren H Overtuigen en beïnvloeden Gesprekken Nederlands 3F1 11. Zorgt ervoor dat de zorgvrager en zijn naasten met het verpleegplan instemmen: - Voert een gestructureerd anamnesegesprek - Benoemt de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg - Streeft naar instemming van de zorgvrager met een verpleegplan, dat het beste aansluit op diens gezondheidstoestand. Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (10 van de 12 beoordelingscriteria moeten behaald worden, waarvan 12, 13 en 22 in ieder geval) K Vakdeskundigheid toepassen 12* Biedt de juiste ondersteuning bij de persoonlijke verzorging: - op basis van haar kennis over stoornissen, beperkingen functioneringsproblemen en ziektebeelden van zorgcategorieën in de VVT - houdt rekening met zijn ervaringsdeskundigheid en met de leeftijd, samenhangende problemen die de communicatie kunnen beperken. - schat in voorkomende gevallen in wanneer je (tijdelijk of permanent) taken over moet nemen - voert het afgesproken beleid uit of zet het in gang volgens het verpleeg-/ zorgleefplan - zet (hulp)middelen ter ondersteuning van de persoonlijke zorg deskundig in - zorgt voor de veiligheid van de zorgvrager - werkt hygiënisch en ergonomisch verantwoord 13* Monitort op professionele wijze: - neemt tijdens observaties snel en veel relevante informatie in zich op - past risicosignalering toe, bijvoorbeeld voor decubitus - interpreteert de door observatie en monitoring verkregen gegevens juist R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten - stelt zo nodig, op basis van observatie en monitoring, het verpleegplan bij 14 Sluit met de ondersteuning bij persoonlijke verzorging aan bij de afspraken met en de verwachtingen van de zorgvrager: - houdt zich aan de gemaakte afspraken - checkt regelmatig of de zorgvrager nog tevreden is Pagina 14 van 33

15 J Formuleren en rapporteren Schrijven + Taalverzorging en taalbeschouwing Nederlands 3F1 E Samenwerken en overleggen Gesprekken Nederlands 3F1 Spreken Nederlands 3F1 R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Luisteren Nederlands 3F1 15. Rapporteert volledige over de actuele gegeven zorg en ondersteuning en de gegevens van observatie en monitoring van de zorgvrager, zowel mondeling als schriftelijk: Inhoudelijk: - op basis van haar klinisch inzicht - onderscheidt hoofd- en bijzaken 16. Taalkundig: - scherp en kernachtig - op een logische gestructureerde wijze 17. Werkt op een professionele wijze samen met andere zorgverleners: - roept tijdig hulp in van andere zorgverleners - consulteert en schakelt zo nodig andere zorgverleners in 18. Informeert alle betrokkenen volledig bijv. door overdracht: - meldt tijdig belangrijke zaken - maakt afspraken over het te volgen beleid - onderbouwd met argumenten - indien van toepassing: geeft voor- en nadelen van diverse opties 19. Beheerst gespreksvaardigheden: - voert zonder moeite gesprekken met meerdere doelen - kan afwijkingen van het doel inbrengen en accepteren zonder de draad kwijt te raken - reageert adequaat op non-verbale signalen tijdens een gesprek beantwoordt vragen vloeiend en spontaan - geeft duidelijke argumenten voor of tegen een bepaald standpunt 21. Kan luistervaardigheden toepassen in een gesprek met de zorgvrager en naasten: - maakt onderscheid tussen meningen en feiten - maakt onderscheid tussen standpunt en argumenten - verwoordt de gemoedstoestand van de zorgvrager en naasten - trekt conclusies trekken over intenties, opvattingen, gevoelens, stemming en toon van de spreker(s). Pagina 15 van 33

16 F Ethisch en integer handelen Luisteren Nederlands 3F1 V met druk en tegenslag omgaan 22*. Gaat respectvol om met de zorgvrager en diens naasten: - handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep (beroepscode) en de organisatie - toont zich eerlijk en betrouwbaar - respecteert vertrouwelijkheid - accepteert en respecteert verschillen tussen patiënten - zij communiceert duidelijk verbaal en non-verbaal 23. Voert haar werk professioneel uit, ondanks emotionele omstandigheden (of beschrijft dit in een werkstuk): - heeft haar gevoelens onder controle - geeft haar grenzen aan De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 1 uit Taal- en rekenprofiel Mbo-verpleegkundige Pagina 16 van 33

17 Beoordelingsformulier Opdracht 2 Adviseren, begeleiden en voorlichting geven Onderdeel Een begeleidingsof helpend gesprek Werkprocessen/ competenties Nr. Beoordelingscriteria voldoende onvoldoende Werkproces 1.4 Begeleidt een zorgvrager (3 van de 5 beoordelingscriteria moeten behaald worden, waarvan criterium 28 in ieder geval) C Begeleiden Gesprekken + Luisteren + Spreken Nederlands 3F1 D Aandacht en begrip tonen 24. De student: Voert een begeleidings- of helpend gesprek met één zorgvrager en diens naasten over 2 van onderstaande onderwerpen: - maakt verwerking en hantering van de gevolgen van (chronische) ziekte bespreekbaar - bespreekt een waardevolle dagbesteding en/of noodzakelijke aanpassingen in de leefwijze en/of gedragsproblemen - geheugentraining, vitaliteittraining en zintuigactivering - angst, onzekerheid, rouw of slecht nieuws - gevoelens van algemene malaise motiveert en stimuleert de zorgvrager om zoveel mogelijk handelingen zelfstandig uit te voeren - legt het belang hiervan uit 26. Begeleidt en adviseert de naasten: - vraagt naar hun gevoelens, bijvoorbeeld angst, onzekerheid, slecht nieuws - geeft gericht adviezen om rekening te houden met hun draagkracht 27. Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager: - vraagt hiernaar met interesse en luistert actief - gaat met respect en geduld met de zorgvrager om - verwoordt de verwachtingen, de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager m.b.t. zelfredzaamheid en vraagt na of dit klopt Pagina 17 van 33

18 Een informatief -, advies- of voorlichtingsgesprek R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten 28* Geeft begeleiding, die aansluit bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager: - bespreekt met de zorgvrager en naasten hun problemen en vragen op psychosociaal en maatschappelijk gebied. - houdt zich aan de gemaakte afspraken (verpleegplan) - gaat regelmatig na of de zorgvrager nog tevreden is over de ondersteuning. Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie (2 van de 3 beoordelingscriteria moeten behaald worden, waarvan nr. 29 in ieder geval) I Presenteren 29* Voert een informatief-, advies- of voorlichtingsgesprek met de zorgvrager en diens naaste: Spreken Inhoudelijk: Nederlands 3F1 - geeft relevante informatie en deskundig advies over 2 onderwerpen (zie opdracht): - legt onderwerpen duidelijk en correct uit - speelt in op de informatiebehoefte van de zorgvrager en diens naaste - gaat na of de informatie is begrepen 30. Gespreksvaardigheid: - gebruikt heldere taal - gebruikt een goed spreektempo - stemt de stijl van communiceren af op de mogelijkheden van zorgvrager L Materialen en middelen inzetten 31. Zet materialen en middelen in ter ondersteuning van het advies: - passend bij het onderwerp - passend bij de doelgroep De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 1 uit Taal- en rekenprofiel Mbo-verpleegkundige Pagina 18 van 33

19 Beoordelingsformulier Opdracht 3 begeleiden van een groep zorgvragers Onderdeel Een groepsgesprek of groepsactiviteit begeleiden Werkprocessen/ competenties Nr. Beoordelingscriteria voldoende onvoldoende Werkproces 1.5 Begeleiden van een groep zorgvragers (2 van de 4 beoordelingscriteria moeten behaald worden, waarvan criterium 32 in ieder geval) C Begeleiden Gesprekken Nederlands 3F1 D Aandacht en begrip tonen 32a* De student in het verpleeg-of verzorgingshuis: Begeleidt zorgvragers bij een groepsgesprek of groepsactiviteit : - kiest een onderwerp/activiteit, die past bij de interesses en mogelijkheden van de zorgvragers - betrekt hier zo nodig/mogelijk ook mantelzorgers, naasten, en/of vrijwilligers bij. - motiveert de groep zorgvragers om deel te nemen aan een groepsgesprek/-activiteit. - stimuleert hen om zich, binnen hun mogelijkheden, open te stellen voor contact met groepsgenoten en hun grenzen en mogelijkheden daarin te verkennen. - houdt rekening met het groepsproces en de groepsrollen. 32b* De student in de thuiszorg: Begeleidt een individuele zorgvrager bij een activiteit, die betrekking heeft op het sociaalmaatschappelijk functioneren van de zorgvrager: - kiest een activiteit, die past bij de interesses en mogelijkheden van de zorgvrager. - betrekt hier zo nodig/mogelijk ook mantelzorgers/naasten bij - motiveert en stimuleert de zorgvrager om de activiteit uit te voeren 33a. De student in het verpleeg-of verzorgingshuis: Toont aandacht en begrip voor de houding, mening en afwijkend gedrag van de groepsleden: - benoemt dit en vraagt ook aandacht en begrip van de groepsleden voor elkaar. 33b. De student in de thuiszorg: Vraagt naar de wensen en behoeften van de zorgvrager ten aanzien van de activiteit Pagina 19 van 33

20 34a. De student in het verpleeg-of verzorgingshuis: Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager: - vraagt hiernaar met interesse en luistert actief - gaat met respect en geduld met de zorgvragers om - verwoordt de verwachtingen, de mogelijkheden en beperkingen van de zorgvrager m.b.t. zelfredzaamheid en vraagt na of dit klopt 34b. De student in de thuiszorg Houdt bij de uitvoering van de activiteit rekening met de fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager: - toont geduld en respect - stemt de activiteit af op de mogelijkheden/beperkingen van de zorgvrager m.b.t. zelfredzaamheid 35a. De student in het verpleeg-of verzorgingshuis Bemiddelt of grijpt in bij conflicten: - maak het gedrag van zorgvragers bespreekbaar en het effect daarvan op anderen in de groep De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 1 uit Taal- en rekenprofiel Mbo-verpleegkundige Pagina 20 van 33

21 Onderdeel Reflectieverslag/ CGI (a) Of verslag/ klinische les (b) Werkprocessen/ competenties Beoordelingsformulier Opdracht 4 Signaleren van en handelen tijdens een crisis- of onvoorziene situatie Nr. Beoordelingscriteria voldoende onvoldoende Werkproces 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties (3 van de 4 beoordelingscriteria moeten behaald worden, namelijk criterium 36, 37 en 38) E Samenwerken en overleggen 36a * Toont in het reflectieverslag aan dat zij - tijdig hulp van andere deskundigen vraagt tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie - overlegt met andere deskundigen tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie - samen werkt met andere deskundigen tijdens een crisissituatie of onvoorziene T Instructies en procedures opvolgen Leesvaardigheid Nederlands 3F (protocollen)1 36 b* 37a * 37b * situatie Beschrijft in een verslag of klinische les - op welk moment hulp moet worden gevraagd aan andere deskundigen - met wie moet worden overlegd en samengewerkt Toont in het reflectieverslag aan dat zij - tekenen die wijzen op een naderende crisissituatie heeft gesignaleerd, zoals - gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of - suïcidaliteit en gevaar voor derden - grensoverschrijdend gedrag of - problemen van somatische aard - voor de veiligheid van derden, de zorgvrager en van zichzelf heeft gezorgd Beschrijft in een verslag of klinische les - welke tekenen kunnen wijzen op een naderende crisissituatie, zoals - gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of - grensoverschrijdend gedrag of - problemen van somatische aard - hoe de veiligheid van alle betrokkenen kan worden gezorgd Pagina 21 van 33

22 V Met druk en tegenslag omgaan 38a * 38b * 39a 39b Toont in het reflectieverslag aan dat zij de interventies, gericht op de crisissituatie, zoals middelen en maatregelen, correct uitgevoerd heeft: - volgens de voorgeschreven procedures - volgens de wettelijke richtlijnen Beschrijft in een verslag of klinische les welke interventies, zoals middelen en maatregelen, uitgevoerd moeten worden in de beschreven situatie: - hoe de interventies uitgevoerd moeten worden - welke wettelijke procedures en richtlijnen er zijn afgesproken t.a.v. de interventies Toont in het reflectieverslag aan dat zij effectief en professioneel heeft gehandeld tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie: - blijft, ondanks stress, gericht op de werkzaamheden die gedaan moeten worden - stelt de juiste prioriteiten - geeft de eigen grenzen aan en komt met alternatieven - roept hulp in - heeft haar gevoelens onder controle Beschrijft in een verslag of klinische les hoe de verpleegkundige effectief en professioneel moet handelen tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie: - welke werkzaamheden gedaan moeten worden - welke prioriteiten gesteld moeten worden - hoe zij de juiste grenzen aangeeft en welke alternatieven ze kan aandragen in situaties waarin zij niet bevoegd/bekwaam is - welke hulp gevraagd moet worden - hoe zij haar gevoelens onder controle moet houden De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje. 1 uit Taal- en rekenprofiel Mbo-verpleegkundige Pagina 22 van 33

23 Resultaat omcirkelen! Beoordeling per werkproces Werkproces 1.1 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en 1 t/m 11 zijn er minimaal 8 voldoende, waarvan in elk geval nr. 7 en 8. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): Werkproces 1.2 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en van de criteria 12 t/m 23 zijn er minimaal 10 voldoende, waarvan in elk geval nr. 12, 13 en 22. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): Werkproces 1.4 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en van de criteria 24 t/m 28 zijn er minimaal 3 voldoende, waarvan in elk geval nr. 28. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Pagina 23 van 33

24 Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): Werkproces 1.5 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en van de criteria 32 t/m 35 zijn er minimaal 2 voldoende, waarvan in elk geval nr. 32. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): Werkproces 1.6 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en van de criteria 29 t/m 31 zijn er minimaal 2 voldoende, waarvan in elk geval nr. 29. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): Werkproces 1.7 Cesuur voldoende: alle criteria zijn beoordeeld en van de criteria 36 t/m 39 zijn er minimaal 3 voldoende, namelijk nr. 36, 37 en 38. Cesuur goed: indien o.b.v. bovengenoemde tot voldoende is besloten en student voldoet aan 5 van de 7 ondergenoemde criteria voor goed*) In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen) Handtekening: Pagina 24 van 33

25 Toelichting van de beoordelaar (verplicht in te vullen in geval van een onvoldoende): *)Ten behoeve van het resultaat goed De kandidaat presteert in het geheel van de Proeve van Bekwaamheid bovengemiddeld en excellent, d.w.z.: - Functioneert zelfstandig in hoog-complexe situaties - Kan handelen in hoog-complexe situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in hoog-complexe situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden Wanneer 5 van de 7 criteria hierboven met ja beantwoord kunnen worden, heeft de student een goed behaald voor het werkproces ja nee Pagina 25 van 33

26 WP 1.1 WP 1.2 Stelt de verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden EINDRESULTAAT Resultaat per werkproces O V G O V G WP 1.4 Begeleidt een zorgvrager O V G WP 1.5 Begeleidt een groep zorgvragers WP 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie WP 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Beslismodel: Alle werkprocessen zijn minimaal met een voldoende beoordeeld O V G O V G O V G Resultaat: Voldoende Alle werkprocessen zijn met een goed beoordeeld Goed Eén of meer werkprocessen zijn met onvoldoende beoordeeld Onvoldoende Eindresultaat EE 4 Proeve van Bekwaamheid Bieden van zorg en begeleiding (VVT) In te vullen door de examinator Resultaat: onvoldoende / voldoende / goed 1) (omcirkelen) Naam beoordelaar: Handtekening: Naam kandidaat: Handtekening: Naam opleidingsfunctionaris: (tekenen voor gezien) Handtekening: Pagina 26 van 33

27 BIJLAGE 1 Criteria met betrekking tot complexiteit van zorgsituaties Criteria Midden-complex Hoog-complex Verpleegsituatie Hulpvraag Eenvoudig, duidelijk en concreet Meerdere hulpvragen, onduidelijk en vaag Voorspelbaarheid van wisselingen Hoge voorspelbaarheid Kans op verrassende situaties Stabiliteit van de situatie Geen gevaar op complicaties Verpleegsituatie kan snel veranderen Mate van levensbedreiging Laag hoog Gevolgen van de behandeling Niet belastend Ingrijpend, mutilerend, belastend Ziektesoort Beperkt tot één orgaan Meerdere organen betrokken bij ziekteproces Psychosociale begeleiding Vermogens van de patiënt om zich te uiten Hoog, verbaal en non-verbaal begrijpelijk Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal (b.v.) andere taal of afasie Mate van kritisch bewust zijn van de situatie Hoog Laag, b.v. door bewustzijnsstoornis of geen ziekteinzicht Mate van emotionele beleving van eigen situatie Normaal, patiënt kan redelijk met de situatie omgaan, accepteren Proces verloopt heel moeizaam, sterke emotionele beleving, moeilijke acceptatie Mate waarin de patiënt keuzes kan maken Hoog, kan zelfstandig keuzes maken Laag, ander personen nodig om keuzes te maken Verpleegkundig handelen Mate van ADL-zelfstandigheid Weinig hulp nodig Veel hulp nodig en of weerstanden bij de patiënt Mate van inzet van verpleegtechnisch handelen Eenvoudige handelingen in een stabiele situatie, bekende en veel voorkomende handelingen Alle overige verpleegtechnische handelingen, niet vaak voorkomend en specifieke situaties Mate van behoefte van intensieve verpleegkundige Laag, patiënt vraagt weinig aandacht en heeft ook Hoog, patiënt vraagt veel aandacht. zorg weinig aandacht nodig GVO Mate van informatie en voorlichting ten behoeve Gericht op ziekenverpleging, gezond gedrag, Specifieke informatie over ziekte, behandeling van de patiënt eenvoudige problemen Mate waarin de patiënt meewerkt Hoog Geringe motivatie om mee te werken Omgeving Aanwezigheid van andere hulpverleners Laag aantal zorgverleners dat gecoördineerd wordt. Veel zorgverleners Mate van intensiteit van samenwerking met andere disciplines Laag, weinig overleg is nodig Hoog, wel overleg nodig Mate waarin de omgeving voor de patiënt betrouwbaar veilig en acceptabel is. Hoog, patiënt kan zijn weg makkelijk vinden, stabiele omgeving Laag, gedwongen opname in psychiatrisch ziekenhuis of verpleeghuis; geen optimaal therapeutisch klimaat Slecht contact; mantelzorg is niet aanwezig of moeilijk te motiveren Mate van contact tussen de familie en de patiënt Goed contact, mantelzorg biedt ook veel ondersteuning Mate van communicatie met familie van de patiënt Goede communicatie Moeizame communicatie Mat waarin informatie en voorlichting ten behoeve Informatie en voorlichting wordt snel opgenomen Weinig bereid om mee te van de contactpersoon nodig Mate van emotionele ondersteuning Laag hoog Pagina 27 van 33

28 Bijlage 2 Beoordeling examenplek Doel van dit formulier staat beschreven in de Handleiding praktijkgerichte examen (zie Stappen bij het afnemen van... ). De student is verantwoordelijk voor het invullen door de opleidingsfunctionaris. Het ingevulde formulier blijft in het examen. Naam kandidaat Naam opleidingsfunctionaris Examenplek Datum Nr. Beoordeling van de examenplek Akkoord paraaf 1. Er is voldoende gelegenheid om het examen op de werkplek te organiseren en af te nemen. 2. De in het examen beschreven onderdelen kunnen worden uitgevoerd op de werkplek Niet akkoord paraaf 3. Er wordt toestemming gevraagd aan de zorgvrager voor het uitvoeren van het examen Naam opleidingsfunctionaris: Handtekening voor akkoord: Bij niet akkoord maakt de opleidingsfunctionaris afspraken met school hoe en waar het examen wel behaald kan worden. Pagina 28 van 33

29 Bijlage 3 Verklaring competenties beoordelaar Doel van dit formulier staat beschreven in de Handleiding praktijkgerichte examen (zie Stappen bij het afnemen van... ). De student is verantwoordelijk voor het invullen door de opleidingsfunctionaris. Het ingevulde formulier blijft in het examen. Naam kandidaat Naam beoordelaar Instelling (leerbedrijf) Datum s.v.p. aankruisen wat van toepassing is Inventarisatiepunten Ja Nee De beoordelaar heeft tenminste dezelfde functie, door opleiding als de kandidaat De beoordelaar is tijdens de periode voorafgaand aan het afnemen van het examen betrokken geweest bij de directe begeleiding van de kandidaat *) De beoordelaar heeft recente vakinhoudelijke kennis en ervaring om de kandidaat te kunnen beoordelen De beoordelaar is beschikbaar om de kandidaat te beoordelen De beoordelaar is geschoold als beoordelaar voor CGO. (Competentiegericht Onderwijs) De beoordelaar is op de hoogte van de inhoud van dit examen De beoordelaar weet wat er bedoeld wordt met de beoordelingscriteria *): Als hier Ja wordt geantwoord, dient de opleidingsfunctionaris contact op te nemen met de Slb er i.v.m. een oplossing voor de onafhankelijkheid van de beoordeling. Opmerkingen: Naam beoordelaar: Handtekening voor akkoord: Pagina 29 van 33

30 Bijlage 4 Planningsformulier Praktijkgericht examen Doel van dit formulier staat beschreven in de Handleiding praktijkgerichte examen (zie Stappen bij het afnemen van... ). Het dient te worden ingevuld door de beoordelaar. Het ingevulde origineel blijft in het examen. De instelling houdt een kopie. De student levert een kopie van het ingevulde formulier uiterlijk 4 weken vóór de examendatum in bij de Slb er. Deze zorgt voor verspreiding en archivering volgens de afspraken op de eigen locatie. PLANNINGSFORMULIER PRAKTIJKGERICHT EXAMEN Voornaam en achternaam student * ) Geboortedatum Opleiding Groep/klas Code examen Naam studieloopbaanbegeleider Datum afname examen Naam beoordelaar Telefoonnummer beoordelaar Instelling Adres Afdeling *): de instelling heeft zich vergewist van de identiteit van de hier genoemde student d.m.v. ID-controle Pagina 30 van 33

31 Bijlage 5 Planningsformulier Praktijkgericht Herexamen Doel van dit formulier staat beschreven in de Handleiding praktijkgerichte examen (zie Stappen bij het afnemen van... ). Het dient te worden ingevuld door de beoordelaar. Het ingevulde origineel blijft in het examen. De instelling houdt een kopie. De student levert een kopie van het ingevulde formulier uiterlijk 4 weken vóór de examendatum in bij de Slb er. Deze zorgt voor verspreiding en archivering volgens de afspraken op de eigen locatie. PLANNINGSFORMULIER PRAKTIJKGERICHT HEREXAMEN Voornaam en achternaam student * ) Geboortedatum Opleiding Groep/klas Code examen Naam studieloopbaanbegeleider Datum afname examen Naam beoordelaar Telefoonnummer beoordelaar Instelling Adres instelling Afdeling *): de instelling heeft zich vergewist van de identiteit van de hier genoemde student d.m.v. ID-controle Pagina 31 van 33

32 Bijlage 6 Organiseren van een klinische les Stap 1 Vraag of probleem Beschrijf de specifieke vraagstelling of actuele probleemsituatie waarop deze klinische les betrekking heeft. Stap 2 Doel Beschrijf het doel van de klinische les. Wat wil je bereiken met de klinische les? Stap 3 Doelgroep Bepaal de doelgroep voor wie de les relevant is. Stap 4 Beginsituatie Stel de beginsituatie van je doelgroep vast. - wat weten ze al over het onderwerp? Stap 5 Werkvorm Bepaal een werkvorm, die past bij het onderwerp, de doelgroep en jouzelf. - op welke manier wil je het doel bereiken? Stap 6 Inhoud Stel de inhoud vast Stap 7 Middelen Bepaal welke hulpmiddelen je nodig hebt (bijv. flapover, beamer, video.) Stap 8 Planning en organisatie Vaststellen waar en wanneer de les is, ruimte regelen, materialen klaarleggen, uitnodigingen versturen/ophangen Stap 9 Uitvoering Voer de les uit volgens je planning Stap 10 Evaluatie Evalueer samen met je toehoorders de klinische les (proces en product). Stel van tevoren evaluatievragen op. Pagina 32 van 33