Raadsvoorstel. Commissie Wonen en Verkeer. Nummer 414 Dienst Dienst Openbare Werken Wonen en Verkeer. Commissie

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Nummer 414 Dienst Dienst Openbare Werken Wonen en Verkeer Datum 11 december 2001 Betreft Vaststellen Parkeerverordening 2000 (3e wijziging) en vaststellen Verordening op parkeerbelastingen 2002 (1e wijziging) Verordeningen (414A/414B) Commissie Bijlage(n) Samenvatting Op 25 mei 2000 heeft u zowel de Parkeerverordening 2000 als de Verordening op parkeerbelastingen 2000 vastgesteld. Deze verordeningen zijn op 1 oktober 2000 in werking getreden. Sindsdien zijn door u enkele wijzigingen binnen de Parkeerverordening 2000 vastgesteld. Op 8 november 2001 is door u vastgesteld de Verordening op parkeerbelastingen Uit de evaluatie uitvoering betaald parkeren 2001 en uit de parkeermonitor is gebleken dat de Parkeerverordening 2000 en de Verordening op parkeerbelastingen 2002 enige wijzigingen behoeven. Voorgesteld wordt de regeling voor abonnementen te laten vervallen en daarvoor in de plaats een parkeerkaart in te voeren. Daarnaast wordt voorgesteld de dagontheffing opnieuw in te voeren en om de geldigheidsduur van bewonersontheffing te verlengen tot 2 jaren. Tevens is het nodig om enkele tekstuele wijzigingen in de verordeningen aan te brengen. Voorstel Parkeerverordening 2000 Het belangrijkste voorstel betreft het afschaffen van de regeling voor de abonnementen. De abonnementen zijn vorig jaar ingevoerd ten behoeve van frequente gebruikers van de parkeerplaatsen in Hoofddorp-Centrum en de NS-stations in Hoofddorp en Nieuw- Vennep. Voor een centrumabonnement komen in aanmerking mensen die volgens een werkgeversverklaring kunnen aantonen dat zij werkzaam zijn bij een bedrijf in parkeerzone A, B of C van het centrumgebied van Hoofddorp en niet in Hoofddorp woonachtig zijn. En voor een stationsabonnement komen mensen in aanmerking die beschikken over een geldig openbaar vervoersabonnement van en/of naar het station en die niet in Hoofddorp en Nieuw-Vennep wonen. Aanvankelijk werd verondersteld dat er meer aanvragers voor een abonnement zouden komen dan er aan parkeerplaatsen beschikbaar was en er was zelfs rekening gehouden met een loting. Voor de parkeerterreinen achter het raadhuis, bij station Hoofddorp en bij station Nieuw Vennep werd daarom bepaald om 50% van het aantal parkeerplaatsen aldaar in principe voor abonnementhouders te bestemmen. De praktijk, zoals blijkt uit de evaluatie uitvoering betaald parkeren 2001 heeft echter geleerd dat de animo voor een abonnement nogal tegenviel en zodoende hoefde er geen loting plaats te vinden. Voorgesteld wordt derhalve om de abonnementen regeling af te schaffen. Voor de 221 mensen die thans gebruik maken van een centrumabonnement zal een alternatief in de vorm van een parkeerkaart worden geboden. De dagontheffing is bij invoering van de Parkeerverordening 2000 komen te vervallen. Er is echter gebleken dat er nog steeds behoefte bestaat aan een dagontheffing in de blauwe zone. Een klusjesman, hovenier of schilder die voor 1 dag komt klussen bij een bewoner in de blauwe zone komt niet in aanmerking voor een werkontheffing als Commissie Wonen en Verkeer

2 Voorstelnummer 414 Volgvel 2 bedoeld in artikel 7 lid 2 onder e van de Parkeerverordening De werkzaamheden duren echter vaak langer dan 2 uren. Voor de dagontheffing zullen leges in rekening worden gebracht. Deze zijn betrokken in het gelijktijdig voorliggende voorstel tot het vaststellen tot aanpassing van de tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Uit de parkeermonitor is gebleken dat bij bewoners de behoefte bestaat aan een bewonersontheffing met een geldigheid van twee jaar in plaats van één jaar. Aan die behoefte wordt met het onderhavige voorstel tegemoet gekomen. De overige wijzigingen van Parkeerverordening 2000 zijn van tekstuele aard. Verordening op parkeerbelastingen 2002 Door het introduceren van de parkeerkaart wordt het mogelijk om in het centrumgebied parkeerbelasting eenmalig vooruit te betalen voor één of meerdere weken (met een maximum van 26 weken). Iedereen, dus ook bewoners van Hoofddorp kan een dergelijke parkeerkaart kopen. De parkeerkaart kan op elke dag van de week worden gekocht en is 7 dagen geldig. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan betaalgemak. In de Parkeerverordening 2000 wordt de abonnementenregeling geschrapt, waardoor de tekst van de Verordening op parkeerbelastingen 2002 en de bij deze verordening behorende tarieventabel tevens dient te worden aangepast. De tarieven voor een abonnement komen te vervallen en het wordt mogelijk om een parkeerkaart aan te schaffen waarmee in het centrum voor één of meerdere weken eenmalig vooruit kan worden betaald (met een maximum van 26 weken). Op basis van een geactualiseerde berekening van de kosten van een naheffingsaanslag parkeerbelastingen is vastgesteld dat deze kosten 52,32 bedragen. Op basis van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen is het maximaal toegestane bedrag van kostendoorberekening 41,00. Voorgesteld wordt om in de Verordening op parkeerbelastingen het maximaal toegestane bedrag van 41,00 op te nemen. De te verwachten meerkosten worden gedekt uit de financiële ruimte in het parkeerbudget. De overige wijzigingen van Verordening op parkeerbelastingen 2002 zijn van tekstuele aard. Voorstellen Op grond van het voorgaande stellen wij u voor om: 1. de regeling voor abonnementen ingaande 1 januari 2002 te laten vervallen en daarvoor in de plaats de parkeerkaart in te voeren; 2. de kosten van de naheffingsaanslag te verhogen tot 41,00, zijnde het conform het 'Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen' maximaal toegestane bedrag; 3. zowel in de 'Parkeerverordening 2000' alsmede in de 'Verordening op parkeerbelastingen 2002' enkele redactionele wijzigingen aan te brengen en daartoe, 4. in te stemmen met de bijgevoegde raadsbesluiten en 1. de 3 e wijziging van de Parkeerverordening 2000 vast te stellen; 2. de 1e wijziging van de Verordening op parkeerbelastingen 2002 vast te stellen.

3 Voorstelnummer 414 Volgvel 3 Tot slot delen wij u mede dat deze aangelegenheid is behandeld in de raadscommissie Wonen en Verkeer. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de burgemeester, mw. ir. H.J. Wijsenbeek J. van Houwelingen

4 Raadsbesluit De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 december 2001 nummer 414; gelet op artikel 6 van de Wegenverkeerswet, artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 87 van het RVV; besluit: vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging (3) van de Parkeerverordening Artikel I Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt: 1. In de aanhef van het tweede lid en in het derde, zevende en achtste lid vervalt: de eigenaar of. 2. In het tweede lid onder a vervalt: en in het bezit van een rijbewijs is. Artikel II Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt: 1. In de aanhef van het tweede lid en in het derde en zevende lid vervalt: de eigenaar of. 2. In het tweede lid onder a vervalt: en in het bezit van een rijbewijs is. Artikel III Artikel 6 vervalt. Artikel IV Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt: 1. In de aanhef van het tweede lid vervalt: de eigenaar of. 2. In het tweede lid onder a vervalt: en in het bezit van een rijbewijs is. 3. In het tweede lid wordt na e opgenomen: f. stelt dat hij langer dan 2 uren, echter niet langer dan 8 uren een voertuig in de blauwe zone moet parkeren, te noemen dagontheffing. Artikel V Artikel 9, tweede lid, onderdeel b vervalt. Artikel VI Artikel 10 vervalt. Artikel VII Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervalt: met uitzondering van een abonnement. 2. Het tweede lid komt te luiden: een ontheffing wordt voor ten hoogste één jaar verleend met uitzondering van de ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid onder a, welke voor ten hoogste twee jaar kan worden verleend." Artikel VIII Artikel 13 lid 5 vervalt. Commissie Wonen en Verkeer

5 Voorstelnummer Volgvel 5 414A Artikel IX Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het derde lid komt te luiden: indien niet wordt voldaan aan de verplichting als bedoeld in het eerste lid, wordt geacht geen vergunning te zijn verleend voor het parkeren van een personenauto op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. 2. Het vierde lid komt te luiden: indien niet wordt voldaan aan de verplichting als bedoeld in het tweede lid, wordt geacht geen ontheffing te zijn verleend van de toegestane parkeerduur. Artikel X Artikel 23, tweede lid vervalt. Artikel XI Deze verordening treedt in werking per 1 januari Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december De secretaris, De voorzitter, mw. ir. H.J. Wijsenbeek J. van Houwelingen

6 Voorstelnummer Volgvel 6 414A Toelichting op de derde wijziging van de Parkeerverordening 2000 Artikel I 1. Artikel 1 negende lid van de Parkeerverordening geeft aan wie als houder van het voertuig moet worden beschouwd. Onderdeel a geeft aan dat dit onder meer de eigenaar is. Dat betekent dat de zinsnede de eigenaar of overbodig is en kan komen te vervallen. 2. In het bezit zijn van een rijbewijs is een overbodig vereiste. Artikel II Zie de toelichting onder artikel I. Artikel III De abonnementen zijn ingevoerd voor frequente gebruikers van de parkeerplaatsen in Hoofddorp-Centrum en de NS-stations in Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Voor een centrumabonnement komen in aanmerking mensen die volgens een werkgeversverklaring kunnen aantonen dat zij werkzaam zijn bij een bedrijf in parkeerzone A, B of C van het centrumgebied van Hoofddorp en niet in Hoofddorp woonachtig zijn. En voor een stationsabonnement komen mensen in aanmerking die beschikken over een geldig openbaar vervoersabonnement van en/of naar het station en die niet in Hoofddorp en Nieuw-Vennep wonen. Aanvankelijk werd verondersteld dat er meer aanvragers voor een abonnement zouden komen dan er aan parkeerplaatsen beschikbaar was en er was zelfs rekening gehouden met een loting. Voor de parkeerterreinen achter het raadhuis, bij het station Hoofddorp en bij het station Nieuw Vennep werd daarom bepaald om voor 50% van het aantal parkeerplaatsen aldaar in principe voor abonnementhouders te bestemmen. De praktijk heeft echter geleerd dat de animo voor een abonnement nogal tegenviel en zodoende konden alle aanvragers die aan de criteria voldeden een abonnement krijgen. Verder kan een centrumabonnement alleen worden verleend voor een vaste periode van 6 maanden, te weten van 1 januari tot 30 juni en van 1 juli tot 31december en is er sprake van een hoog tarief. In de Verordening op parkeerbelastingen 2002 zijn de tarieven voor een abonnement komen te vervallen en is het mogelijk om een parkeerkaart aan te schaffen waarmee in het centrum voor één of meerdere weken eenmalig vooruit kan worden betaald (met een maximum van 26 weken). Iedereen, dus ook bewoners van Hoofddorp kunnen een dergelijke parkeerkaart kopen. De parkeerkaart kan op elke dag van de week worden gekocht en is 7 dagen geldig. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan betaalgemak. Verder is gebleken dat het aantal stationsabonnementen voor de stations Hoofddorp en Nieuw Vennep gering is. Hieruit kan worden geconcludeerd dat hieraan onvoldoende behoefte bestaat. De regeling voor de abonnementen kan derhalve komen te vervallen. Artikel IV 1. Zie de toelichting onder artikel I. 2. De dagontheffing is bij invoering van de Parkeerverordening 2000 komen te vervallen. Er is echter gebleken dat er nog steeds behoefte bestaat aan een dagontheffing in de blauwe zone. Een klusjesman, hovenier of schilder die voor 1 dag komt klussen bij een bewoner in de blauwe zone komt niet in aanmerking voor een werkontheffing als bedoeld in artikel 7 lid 2 onder e. De werkzaamheden duren echter vaak langer dan 2 uren.

7 Voorstelnummer Volgvel 7 414A Artikel V Zie toelichting onder artikel I Artikel VI Zie toelichting onder artikel III Artikel VII 1. Zie toelichting onder artikel III 2. Uit de parkeermonitor is gebleken dat bij bewoners de behoefte bestaat aan een bewonersontheffing met een geldigheid van twee jaar in plaats van één jaar. Aan die behoefte wordt met deze wijziging tegemoet gekomen. Artikel VIII Zie toelichting onder artikel III Artikel IX In het oude artikel 16 lid 3 werd verwezen naar het derde lid. Dit moet zijn het tweede lid. Daarnaast was geen verplichting opgenomen voor parkeervergunningen. Artikel X Zie toelichting onder artikel III

8 Raadsbesluit De raad van de gemeente Haarlemmermeer; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 december 2001, nummer 414 gelet op artikel 225 van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: verordening tot wijziging van de Verordening op de parkeerbelastingen 2002 (1 e wijziging) ARTIKEL I De artikelen 1 tot en met 12 worden vervangen door: Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; b. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven; c. parkeerapparatuur: parkeermeters, persoonlijke parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; d. gehandicaptenvoertuig: een voertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel al, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; e. gehandicaptenparkeerkaart: een parkeerkaart als bedoeld in de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart; f. parkeerkaart: een weekkaart met een geldigheidsduur van één of meer aansluitende perioden van zeven aaneensluitende dagen. 2. Onder de in deze verordening bedoelde tijdseenheden worden tevens verstaan gedeelten van zodanige tijdseenheden. Commissie Wonen en Verkeer

9 Voorstelnummer Volgvel 9 414A Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam parkeerbelastingen wordt een belasting geheven ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze. Artikel 3 Belastingplicht 1. De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven van de degene die het voertuig heeft geparkeerd. 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt: a degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de b belasting te willen voldoen; zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2 heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat 1 e indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd; 2 e indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd. 3. De belasting bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruikgemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen. Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak 1. De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel. 2. Voor de berekening van de parkeerbelasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde tijdseenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld 1. De belasting bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. 2. Van de parkeerbelastingen wordt onverminderd het bepaalde in het derde lid, geen ontheffing verleend. 3. Ingeval de belasting als bedoeld in artikel 2 is voldaan door middel van betaling voor een parkeerkaart met een geldigheidsduur van twee of meer aansluitende perioden van zeven aaneensluitende dagen, wordt op verzoek ontheffing verleend over het aantal volle perioden van zeven aaneensluitende dagen dat resteert na de datum van ontvangst van het verzoek en de parkeerkaart waar het betrekking op heeft.

10 414A Voorstelnummer Volgvel 10 Artikel 6 Vrijstellingen De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven ter zake van het parkeren door de houder van een: 1. gehandicaptenvoertuig; 2. motorvoertuig op meer dan twee wielen in de C-zones, indien een geldige gehandicaptenparkeerkaart duidelijk zichtbaar is aangebracht; 3. motorvoertuig op meer dan twee wielen in de A- en B-zones tot een maximum van drie uur, indien een geldige gehandicaptenparkeerkaart en een conform de wettelijke voorschriften ingestelde parkeerschijf duidelijk zichtbaar zijn aangebracht; 4. vergunning als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 7 van de Parkeerverordening Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling 1. De belasting bedoeld in artikel 2 wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. 2. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald. Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit. Artikel 9 Kosten De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2 bedragen 41,00. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting. Artikel 12

11 414A Voorstelnummer Volgvel 11 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd de bij deze verordening en daarvan deeluitmakende tarieventabel, te wijzigen en opnieuw vast te stellen. ARTIKEL II Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat de in artikel 2 bedoelde belastingen worden geheven met ingang van 1 januari Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 december De secretaris, De voorzitter, mw. ir. H.J. Wijsenbeek J. van Houwelingen

12 414A Voorstelnummer Volgvel 12 Toelichting op artikel 9 Als aan de verplichting tot het voldoen van parkeerbelasting zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening niet of onvoldoende is voldaan, wordt bij constatering hiervan de te weinig geheven belasting nageheven. Tegelijkertijd met het naheffen van de te weinig voldane parkeerbelasting worden de kosten welke verbonden zijn aan de naheffingsaanslag in rekening gebracht. Op grond van artikel 3 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen kan ingaande 1 januari 2002 maximaal 41,00 aan kosten in rekening worden gebracht. Voor 2002 geldt, rekening houdend met de in artikel 2 van voornoemd besluit opgenomen kostencomponenten, de onderstaande kostenraming voor naheffingsaanslagen. Kosten controle ƒ , ,00 Verwerkingskosten ƒ , ,00 Kosten bezwaarschriften ƒ , ,00 Kosten beroepsprocedures ƒ , ,00 Totale kosten ƒ , ,00 Kosten per naheffingsaanslag ƒ 115,30 52,32 Maximumbedrag Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen 41,00 Raming aantal naheffingsaanslagen Raming aantal bezwaarschriften 750 Raming aantal beroepschriften 20 Kosten controle: 6 parkeercontroleurs x 60% van uur= uur x ƒ 71,58 ƒ ,00 6 handcomputers à ƒ 7000,00, afschrijving in 4 jaar ƒ ,00 portofoons ƒ 1.500,00 bonnen en papierrollen ƒ 8.000,00 Totaal ƒ ,00 Verwerkingskosten: Parkeermodule à ƒ ,00, afschrijving in 4 jaar ƒ ,00 Jaarlijks onderhoud module (10%) ƒ 4.000,00 Loonkosten x 0,1 uur = 450 uur x ƒ 89,15 ƒ ,00 Totaal ƒ ,00 Kosten bezwaarschriften: 750 bezwaarschriften x 1,2 uur = 900 uur x ƒ 89,15 ƒ ,00 (inboeken 0,2 uur, behandelen 0,8 uur, adm. verwerking 0,1, controle 0,1) Kosten beroepsprocedures: 18 x 8,5 uur= 153 uur x ƒ 89,15 ƒ ,00 2 x externe uitbesteding à ƒ 1.500,00 ƒ 3.000,00 Totaal ƒ ,00 Loonsom rang 6: parkeercontroleur Jaarsalaris ƒ ,00 : = ƒ 50, % overhead ƒ 71,58 per uur Loonsom rang 8: verwerking/bezwaar/beroep

13 414A Voorstelnummer Volgvel 13 Jaarsalaris ƒ : = ƒ 62, % overhead ƒ 89,15 per uur

14 414A Voorstelnummer Volgvel 14 Tarieventabel behorende bij de 1 e wijziging van de Verordening op parkeerbelastingen Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2 bedraagt: 01. in zone A: a. voor het eerste uur: per 6,66 min. 0,10; voor het tweede uur per 3,33 min. 0,10; voor het derde uur: per 2,50 min. 0,10; voor het vierde uur: per 2,40min. 0,10; voor het vijfde t/m zesde uur per 2,00 min. 0,10; voor elke volgend uur: per 1,33 min. 0,10; b. parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 7 dagen 108, in zone B: a. voor het eerste uur: per 12,00 min. 0,10; voor het tweede uur per 7,50 min. 0,10; voor het derde uur t/m vierde uur: per 5,00 min. 0,10; voor het vijfde uur: per 4,00 min. 0,10; voor het zesde uur: per 3,75 min. 0,10; voor het zevende uur: per 3,00 min. 0,10; voor het achtste uur: per 2,50 min. 0,10; voor elke volgend uur: per 2,40 min. 0,10; b. parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 7 dagen 54, in zone C; Hoofddorp-Centrum a. per 27 minuten 0,10; b. parkeerkaart, per aaneengesloten periode van 7 dagen 8, in zone C; Hoofddorp Station NS: a. per 27 minuten 0,10; b. voor 24 uur 2,00; c. voor 48 uur 4,00; d. voor elk volgend uur per uur 5, in zone C; Nieuw-Vennep Station NS: a. per 27 minuten 0,05; b. voor 24 uur 1,00; c. voor 48 uur 2,00; d. voor elk volgend uur per uur 5, in Badhoevedorp: a. voor het eerste halfuur 0,10; b. voor elk volgend kwartier 0,10. De in deze tarieventabel genoemde zones zijn met toepassing van artikel 8 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld.

15 414A Voorstelnummer Volgvel 15 Gezien d.d. 20 december 2001, de secretaris, mw. ir. H.J. Wijsenbeek