De spraakmotorische component: aspecten van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De spraakmotorische component: aspecten van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)"

Transcriptie

1 Stem-, Spraak- en Taalpathologie /01/ Vol. 11, 2003, No. 4, pp Nijmegen University Press De spraakmotorische component: aspecten van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) Ben Maassen Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Interdisciplinair Kinderneurologisch Centrum/KNO/Medische Psychologie Inleiding Klinische inzichten en onderzoek naar de onderliggende stoornissen van spraakdyspraxie (SD) bij volwassenen hebben geweldig geprofiteerd van cognitief-neuropsychologische en psycholinguïstische modellen van spraakproductie en -perceptie. Bij SD zijn drie psycholinguïstische stadia in het bijzonder betrokken: lexicale retrieval, fonologische codering en articulatie (zie Figuur 1). Het uiteenrafelen van deze processen vereist gecompliceerde experimentatie en experimentele technieken, die in het algemeen niet beschikbaar zijn in een klinische setting. Een zeer goed overzicht van onderzoek op dit gebied is te vinden in Level, Roelofs en Meyer (1999). In klinisch onderzoek worden typisch alle informatieverwerkingsprocessen die betrokken zijn bij taal- en spraakproductie, tegelijkertijd getest. Bijvoorbeeld, bij het benoemen van plaatjes zijn alle drie verwerkingsprocessen betrokken (visuele analyse en objectherkenning even voor lief nemend): ophalen van lexicaal concept en woord-vorm, fonologisch coderen en articuleren. Het afleiden van het onderliggende defect op basis van prestaties in deze complexe taak is alles behalve triviaal; foutieve interpretatie of lage inter-beoordelaarsbetrouwbaarheid vormen serieuze problemen. De hier geschetste klinische onzekerheid wat betreft interpretatie van symptomen vormt één van de belangrijkste obstakels in het debat of SD een syndroom is of een specifieke functiestoornis, of SD differentiaal-diagnostisch te onderscheiden valt van andere stoornissen in de spraakproductie, en of de volwassen vorm SD in wezen dezelfde of een andere stoornis is dan spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) bij kinderen. Onderzoek bij volwassen patiënten met SD lijkt te convergeren naar de conclusie dat SD een stoornis is van de motorische planning en programmering, in de cognitieve architectuur gelocaliseerd ná het stadium van fonologische codering. McNeil (2004) drukt dit als volgt uit: Correspondentieadres: Dr. B. Maassen, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Interdisciplinair Kinderneurologisch Centrum/KNO/Medische Psychologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen,

2 DE SPRAAKMOTORISCHE COMPONENT it is not a lack of theory or the inability to select the correct theory from the known alternatives that limits understanding of AOS [Apraxia of Speech], although these issues too are challenges. Neither is it the inability to construct critical experiments, nor the inability to select the appropriate level of description or contrast with the appropriate comparison group that limits understanding of AOS. It is likewise not the lack of neurologic or anatomic instantiation that limits AOS understanding. The most important impediment to theoretical and clinical advancement in AOS is, however, the lack of a comprehensive and clear definition that leads to an agreed upon set of criteria for subject selection. (p ) Twee theoretische overwegingen zijn van cruciaal belang voor een goed begrip van SOD. De eerste overweging heeft betrekking op het gehanteerde spraakproductiemodel. Recent onderzoek suggereert dat taal- en spraakproductie in de peutertijd kan worden gekarakteriseerd door een eenvoudiger model, dat uit minder stadia bestaat dan het volledig uitgerijpte systeem van volwassenen. Figuur 1 geeft schematisch het model weer dat ten grondslag ligt aan onderzoek van Levelt, Schiller, en Levelt (1999), waarin werd aangetoond dat gedurende de vroege stadia van spraakontwikkeling het kind een beperkt repertoire aan articulatorische patronen tot zijn beschikking heeft ter grootte van lettergrepen. In een later ontwikkelingsstadium, onder de communicatieve druk van een groeiend vocabulaire, breidt het fonologisch systeem zich uit door meer combinaties van segmenten binnen lettergrepen te gaan produceren. Als resultaat daarvan ontstaan een woord-vormen lexicon, en een systeem voor fonologisch coderen. Adult System Conceptualizing Infant System Conceptualizing Lexical retrieval lemma Lexical retrieval lemma word form word form Phonological encoding Phonological encoding Articulation Articulation Figuur 1: Schematische voorstelling van het volledig ontwikkelde spraakproductiesysteem van een volwassene en het beginnend productiesysteem van een één- tot twee-jarige. (uit: Maassen, 2002).

3 262 MAASSEN De tweede overweging betreft het in de neuropsychologie bekende contrast van dissociatie vs. associatie. In de neuropsychologie, met name gebaseerd op klinisch werk bij volwassenen, streeft men ernaar de specificiteit van een stoornis aan te tonen met behulp van dubbele dissociatie. Om te concluderen dat 2 functies, A en B (bijv. fonologisch coderen en articulatorische planning) verschillend zijn, zoekt men patiënten met symptomen die wijzen op gestoorde functie A en intacte functie B (bijv. fonemische parafasie), en patiënten met symptomen die wijzen op gestoorde functie B en intacte functie A (bijv. spraakdyspraxie). Bij ontwikkelingsstoornissen daarentegen, zijn de interacties tussen verwerkingsniveau s dermate anders dat dubbele dissociatie niet te verwachten is. Modulariteit van functies ontstaat pas later in de ontwikkeling. Het meest bekende voorbeeld in de taal-spraakpathologie is het effect van gehoorverlies of doofheid op de ontwikkeling van taal en spraak. Hoewel doofheid een stoornis is van uitsluitend de perceptie van spraak, heeft het een dramatisch effect op de ontwikkeling van zowel perceptieve als productieve spraakvaardigheid. Merk op dat congenitaal gehoorverlies een totaal ander effect heeft dan op latere leeftijd verworven gehoorverlies, nadat taal en spraak een kans hebben gehad zich te ontwikkelen. In vergelijking met congenitale doofheid biedt zelfs 2 jaar normale ontwikkeling een groot voordeel voor de spraakontwikkeling. In een overzichtsartikel vestigde Bishop (1997) de aandacht op het klinisch probleem dat veranderingen in de aard van representaties en in de onderlinge relaties tussen componenten van een zich ontwikkelend systeem het onderliggende defect kunnen verdoezelen, met name door top-down invloeden. Bijvoorbeeld, een achter blijvende lexicale ontwikkeling daagt het kind onvoldoende uit tot het ontdekken van contrasten tussen woordvormen, en heeft daardoor als topdown effect een belemmerende invloed op de fonologische ontwikkeling. In een overzichtsartikel heeft Locke (1994) een ontwikkelingstheorie gepresenteerd, waarin hij het ontstaan van een specifieke taalstoornis (SLI: specific language impairment) terugvoert op een meer globale beperking van de informatie-verwerkingscapaciteit als gevolg van een vertraging van de neurologisch rijping. Volgens deze theorie verloopt de spraak-taalontwikkeling in kritisch getimede, opeenvolgende fases. In de normale ontwikkeling activeert een snel groeiend repertoire aan in het geheugen opgeslagen uitingen analytische mechanismen die nodig zijn voor de ontwikkeling van een grammatica. Kinderen met een neurologisch vertraagde rijping vertonen een achterstand in de sociaal-cognitieve systemen, die zorgen voor opslag van uitingen, waardoor een kritische periode voor de activering van grammaticale mechanismen minder optimaal wordt benut. De daaropvolgende pogingen om tot spreken te komen zetten alternatieve neurologische circuits aan tot linguïstische functies. Deze linguïstische compensaties leiden tot neurologische compensaties, met onder andere als gevolg dat de beide hersenhelften zich meer symmetrisch ontwikkelen dan in het normale geval. Merk op dat volgens deze theorie de verminderde asymmetrie tussen beide hersenhelften een gevolg is van de spraak-taalstoornis, niet de oorzaak. En omdat zowel genetische constitutie als omgevingsfactoren de snelheid van cerebrale rijping bepalen, is daarmee de invloed van genetische en omgevingsfactoren op spraak-taalstoornissen eveneens inzichtelijk gemaakt.

4 DE SPRAAKMOTORISCHE COMPONENT 263 Dit artikel gaat in op de kwalitatieve verschillen in de fasen van spraakontwikkeling, die ertoe leiden dat de wijze waarop een onderliggende spraakmotorische stoornis zich manifesteert, sterk kan wijzigen. Vervolgens komen de consequenties die dit ontwikkelingsperspectief heeft voor de differentiaal diagnostische classificatie aan de orde. Ontwikkelingsaspecten Spraakmotorisch leren De term spraakontwikkeling bij infants is eigenlijk een contradictio in terminus omdat infant letterlijk niet sprekend betekent. De spraakontwikkeling in het eerste levensjaar bestaat uit vocaal spel en brabbelen. Onderzoek naar de relatie tussen brabbelen en vroege spraakontwikkeling laat zien dat er een continue ontwikkelingsbeloop is van oraal motorisch gedrag gedurende het eerste levensjaar tot aan de vroege spraak in het tweede levensjaar. Ofschoon spraak- en taalontwikkeling sterk beïnvloed worden door de omgeving, blijkt ontwikkeling van vocalisaties in het eerste levensjaar robuust voor variaties in opvoeding, socio-economische status en tweedan wel ééntalige omgeving (Oller, Eilers, Urbano, & Cobo-Lewis, 1997). Andere factoren dan omringend taalgebruik hebben invloed op deze vroege spraakontwikkeling. Er is aangetoond dat bijvoorbeeld ernstige gehoorsbeschadiging, of licht en variabel gehoorsverlies ten gevolge van doorgemaakte middenoorontstekingen het brabbelen beïnvloeden (Shriberg, et al., 2000). Dit bevestigt de inzichten dat spraakontwikkeling in het eerste levensjaar gedomineerd wordt door motorisch leren, een ontwikkelingsaspect dat belangrijk blijft gedurende de daaropvolgende jaren maar tijdens de normale ontwikkeling geleidelijk vervangen wordt door een meer fonologische oriëntatie. In diverse onderzoeken is de prognostische waarde van zowel vroeg gehoorsverlies als brabbelen in de normale ontwikkeling en ook in bepaalde vertraagde en afwijkende ontwikkelingstrajecten aangetoond. Bijvoorbeeld, Oller, Eilers, Neal & Schwartz (1999) toonden aan dat babies met een vertraagde aanvang van canonisch brabbelen op de leeftijd van 10 maanden over een geringer vocabulair beschikten op de leeftijd 18, 24 en 30 maanden dan een controlegroep. Modellen voor spraakmotorisch leren Recent werd door Guenther, Hampson en Johnson (1998) een model voor spraakproductie gepresenteerd, waarin het kind gedurende de vroege brabbelstadia een systemische mapping verwerft voor bewegingen van de articulatie-organen en de auditieve consequenties daarvan. Gedurende dit acquisitie-proces vormen de min of meer at random gegenereerde brabbel-bewegingen de gelegenheid voor het kind de auditieve effecten van die bewegingen te ontdekken. Vroege vocalisaties kunnen derhalve worden beschouwd als de eerste spraakmotorische training. Het model van Guenther houdt verder in, dat het neurologisch substraat van dit leerproces wordt gevormd door zogenaamde mirror neurons. Deze zijn in staat om binnenkomende signalen van

5 264 MAASSEN tactiele, proprioceptieve en auditieve feedback te gebruiken om neurale connecties tot stand te brengen die later kunnen worden gebruikt om de omgekeerde weg te bewandelen: van gewenst tactiel, proprioceptief of auditief doel naar articulatorische motorcommando s. In een later stadium van spraakontwikkeling, typisch gedurende het 2 levensjaar, e leert het kind spraakklanken uitgesproken door anderen te imiteren. Nu worden foneem-specifieke mappings gevormd, waarin auditieve, en via auditieve ook articulatorische, representaties worden gereorganiseerd en gegroepeerd in fonologische categorieën van de moedertaal. Callan, Kent, Guenther en Vorperian (2000) gingen dieper in op de vraag hoe het spraakproductie-systeem in staat is dit ontwikkelingsproces te doorlopen, gegeven ook de voortdurende fysiologische veranderingen in grootte en vorm van stembanden en aanzetstuk. Als verklaring stellen deze auteurs een neuraal netwerk model voor gebaseerd op auditieve feedback, dat in staat is tot motor-equivalente spraakproductie ondanks veranderingen in de akoestische eigenschappen van het aanzetstuk gedurende groei. Op deze wijze legt het model rekenschap af van de perceptief-motorische aspecten van de ontwikkeling van brabbelen en de rol van het gehoor daarbij. Stoornissen in spraakmotorisch leren Wat heeft een dergelijk model voor perceptief-motorische ontwikkeling te bieden voor een beter begrip van spraakmotorische stoornissen, in het bijzonder spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)? Eén van de eerste kenmerken van SOD, vaak pas retrospectief vastgesteld, is een beperkt brabbel-repertoire in combinatie met een vertraagde of afwijkende oraal-motorische ontwikkeling. Dit is echter geen specifiek symptoom, want ook bij andere spraakstoornissen en zelfs bij een gehoorstoornis worden beperkingen in brabbelen gerapporteerd. In een overzichtsartikel concludeerden Shriberg, Aram en Kwiatkowski (1997) dat DAS [developmental apraxia of speech] may be suspected in a child s earliest attempts at talking, but there are no phonological or phonetic parameters of talking that unambiguously document the onset [..] of the disorder. (p. 275). De literatuur is niet éénduidig over het verloop in de tijd van SOD of andere spraakmotorische stoornissen. Niettemin, hoewel het geen exclusief kenmerk is, is er wel toenemende evidentie dat vertraagde of afwijkende motorische ontwikkeling en perceptief-motorisch leren een rol speelt bij kinderen met SOD. Het eerste klinische kenmerk, weinig brabbelen, werd al genoemd. Het tweede klinische kenmerk betreft de verhoogde incidentie bij SOD van dysartrie en oraal-motorische dyspraxie. Dit werd reeds beschreven in de vroege studies van Rosenbeck en Wertz (1973) en Yoss en Darley (1974). Blijkbaar lijden veel kinderen met SOD aan een meer algemeen defect in motorische controle van de spraakorganen. Een verlaagde snelheid in de diadochokinese van zowel eenvoudige als meer complexe lettergreep-sequenties, vaak gevonden bij SOD, is een symptoom van motorische stoornis (Thoonen, Maassen, Gabreëls, & Schreuder, 1999). Ook zwakke oraal-sensorische waarneming is een vaak voorkomend kenmerk van SOD (McCabe, Rosenthal, & McLeod, 1998).

6 DE SPRAAKMOTORISCHE COMPONENT 265 Het derde type klinische evidentie betreft de hoge co-morbiditeit van SOD met stoornissen in de fijne en grove motoriek. Houterigheid wordt vaak gerapporteerd bij kinderen met SOD (McCabe, e.a.1998), evenals milde motorische achterstand (Ferry, Hall, & Hicks 1975) of moeite met de coördinatie van handbewegingen (Yoss, & Darley, 1974). Tenslotte, diverse studies rapporteren zowel productie- als perceptie-fouten. Een onderzoek van Hoit-Dalgaard, Murry en Kopp (1983) liet bijvoorbeeld zien dat kinderen met SOD problemen hebben met zowel de productie als de perceptie van het kenmerk stemhebbendheid. Een vergelijkbare relatie tussen productie- en perceptie-problemen bij kinderen met SOD werd gevonden voor het kenmerk plaats-vanarticulatie (Groenen, Maassen, Crul, & Thoonen, 1996), en bij rijm-taken (Marion, Sussman, & Marquardt, 1993). De hierboven genoemde onderzoeken hebben alle betrekking op jonge kinderen, maar vanuit ontwikkelingsperspectief zijn er argumenten dat zwakke fonetische en fonologische vaardigheden op latere leeftijd tenminste voor een gedeelte zijn terug te voeren op perceptief-motorische capaciteiten in de vroege kindertijd. Het is daarom redelijk te veronderstellen dat een beperkt vermogen om systemische mappings te vormen ten grondslag kunnen liggen aan de oraal-motorische problemen en problemen in de vroege spraakontwikkeling, en dat dit beperkt vermogen een belemmerende factor vormt voor de verwerving van de motorische aspecten van de fonologie, dat wil zeggen de foneem-specifieke mappings. Er zijn specifieke experimenten nodig om te kunnen aantonen dat zwakke perceptief-motorische controle ten grondslag kan liggen aan de fonetische en fonologische kenmerken van de spraak van kinderen met SOD. Eerste experimenten om evidentie te vergaren worden gerapporteerd in Nijland (2003). Fonologische ontwikkeling in relatie tot spraakmotoriek Spraak-motorische controle speelt een langdurige rol in de ontwikkeling. Een eerste observatie is, dat ook in een fase waarin kinderen verstaanbare spraak produceren de rijping van het mechanisme voor spraakmotorische controle doorgaat. Duidelijke indicaties voor doorgaande rijping zijn gevonden tot de leeftijd van 7 jaar, waarschijnlijk zelfs tot de leeftijd van 12 jaar (Kent, Adams, & Turner, 1996). Gedurende deze ontwikkelingsperiode neemt de variabiliteit van spraakproductie af, resulterend in stabilisatie van de akoestische spraakpatronen in de richting van volwassen patronen. Ook kwalitatieve veranderingen in coarticulatie in de richting van volwassenen zijn aangetoond. De spraak van jonge kinderen is georganiseerd rond de lettergreep als eenheid van productie. Zo lieten Levelt e.a. (1999) zien dat in vroege spraak het kenmerk plaats-van-articulatie niet wordt gevarieerd per spraakklank maar per lettergreep, met als resultaat dat medeklinkers achter in de mond worden gecombineerd met klinkers achter in de mond (in lettergrepen zoals /ku/), frontale medeklinkers met frontale klinkers (/di/), en labiale medeklinkers met laag-centrale klinkers (/ba/). Pas in een later stadium van ontwikkeling wordt plaats-van-articulatie binnen de lettergreep gevarieerd, hetgeen een geweldige toename teweegbrengt van het aantal combinatie-mogelijkheden, en daarmee van de productieve kracht van het spraakmechanisme die nodig is om het groeiende vocabulair te kunnen uitspreken.

7 266 MAASSEN Diagnose SOD Uitgaande van de hypothese dat SOD een stoornis is in de perceptief-motorische controle en perceptief-motorisch leren, dan is er een lang ontwikkelingstraject waarin deze onderliggende stoornis zich kan manifesteren. Deze manifestaties kunnen zeer divers zijn: sommige kinderen beginnen niet met spreken of stoppen te spreken na enige maanden, terwijl andere kinderen veel praten maar onverstaanbaar zijn; veel kinderen met SOD ontwikkelen een gestoord fonologisch systeem, of gestoord woord-vormen lexicon, of afwijkende morfologische en dus grammaticale regels. Dit betekent dat zelfs als men uitgaat van een enkelvoudige, onderliggende perceptiefmotorische stoornis, de symptomatologie waarmee de kinderen zich presenteren op de leeftijd waarop ze voor het eerst naar een logopedist worden verwezen (in het algemeen niet voor de leeftijd van 2;6 tot 3 jaar) zeer divers kunnen zijn. Bovenstaande compliceert de diagnose SOD. In een kritische evaluatie concludeerden Guyette en Diedrich (1981) dat onderzoekers het niet eens zijn wat betreft de twee gesuggereerde criteria om SOD te onderscheiden van andere spraakstoornissen bij kinderen, de zogenaamde pathognomische symptomen. Het eerste criterium is het onvermogen om willekeurige spraakbewegingen te maken, hetgeen een primair symptoom zou zijn (d.w.z. niet het gevolg van een fonologisch of ander hogere-orde linguïstisch defect, of van dysartrie). Er zijn echter geen onomstreden procedures beschikbaar om een stoornis van de willekeurige spraakproductie vast te stellen, die niet worden beïnvloed door andere psycholinguïstische aspecten van de taak (bijv. lexicale selectie bij een plaatjes-benoemtaak; auditieve waarneming bij een repetitietaak). Zoals hierboven uitvoerig beargumenteerd, speelt dit probleem veel sterker bij ontwikkelingsdefecten dan bij een verworven defect op latere leeftijd. Immers, in het eerste geval is onbekend of er eventueel secundaire hogere-orde defecten zijn ontstaan als gevolg van het primaire defect. Dit heeft aanleiding gegeven tot andere theoretische verklaringen voor SOD. Bijvoorbeeld, Marion e.a. (1993) stelden voor..a conceptualization of DAS as a fundamental disorder of the segmental phonological level of language that impacts on all hierarchically relevant language components. (p. 156, italics toegevoegd). Dogil, Mayer en Vollmer (1996) stelden dat SOD opgevat kan worden als een zuiver linguïstische, of fonologische stoornis, bestaande uit over-specificatie van fonetische representaties, hetgeen leidt tot verminderde coarticulatie, verstoorde productie van onder-gespecificeerde klanken, en staccato spraak zonder onbeklemtoonde lettergrepen. Casus Joris Wat betekent dit voor de casus Joris? De spraak van Joris is moeilijk verstaanbaar en bevat een aantal kenmerken die suggereren dat SOD mede een rol speelt. In het spraaksample van Joris komt 6 keer het woord Sinterklaas voor.

8 DE SPRAAKMOTORISCHE COMPONENT 267 Hieronder staan, orthografisch, de 6 uitspraakvarianten van Joris: 1. in-ten-kla 2. ing-klaas 3. ten-klaas 4. in-ten-klaas 5. ten-klaas 6. tin-kla Opvallend hieraan is, dat Joris dit woord op 5 verschillende manieren uitspreekt (realisatie (3) en (5) zijn vrijwel gelijk, ook wat betreft intonatie), sommige keren met correcte intonatie en klemtoon-structuur, andere keren met weglating van lettergrepen. In elk geval is dit een voorbeeld van inconsistente productie. Zeer interessant is de assimilatie van /n/ naar /N/ in (2): de eindconsonant van de eerste lettergreep accommodeert met de beginconsonant van de lettergreep die daarop volgt, omdat de tussenliggende lettergreep ontbreekt. Dit vormt een ondersteuning voor de gedachte dat lettergrepen pas zeer laat in het productieproces worden ingevuld (Levelt, e.a. 1999). Zoals hierboven gesteld, is in spontane spraak of bij afname van spreektaken, de interpretatie zelden éénduidig. Zo ook deze inconsistentie. Met Marion e.a. (1993) kunnen we veronderstellen dat Joris niet beschikt over een stabiele woordvorm voor sinterklaas. Met Thoonen (1998) zouden we kunnen redeneren dat weliswaar een stabiel fonologische en auditieve representatie van de woordvorm beschikbaar is, maar dat het proces van fonologisch coderen variabel is. Thoonen (1998) en Nijland (2003) veronderstellen dat inconsistente spraak kan worden veroorzaakt door een gebrekkige automatisering van de spraak. Vanuit ontwikkelingsperspectief zou hieraan kunnen worden toegevoegd de mogelijkheid, dat Joris niet over stabiele woordvormen beschikt, omdat hij deze door problemen met de automatisering en dus de consistentie van spraakproductie, niet heeft kunnen opbouwen. Vergelijken we dit met de productie van een hele zin: Doeluiting: en het busje rijdt weg voor [de] deur Realisatie: ne he busje krij uh weg voor Doeluiting: busje gaat er stiekum vandoor Realisatie: bussie gaat te stiete door Dezelfde redenering die hierboven werd gehanteerd voor de verklaring van inconsistente woordproductie, kan ook worden toegepast op zinsproductie. Hoe kan een kind op de leeftijd van 3 tot 4 jaar woordvolgorde in zinnen, verbuigingen en vervoegingen van werkwoorden, d.w.z. morfologie, verwerven als het systeem van spraakproductie hem keer op keer in de steek laat? Bishop (1997) geeft meerdere voorbeelden van verstoorde leerprocessen, die op latere leeftijd terugkeren als top-down effect. In het geval van Joris, de ontwikkeling van grammaticale codering werd ern-

9 268 MAASSEN stig belemmerd door een stoornis in de fonologische codering en/of spraakmotorische programmering. Ook dit is hypothetisch. Bij een complexe spraakproblematiek als bij Joris, is het ondoenlijk op de leeftijd van 8 jaar het doorlopen ontwikkelingstraject te achterhalen. Uitgaande van de veronderstelling dat slechts één primaire stoornis heeft geleid tot dit symptomencomplex, zou prospectief onderzoek nodig zijn om de mogelijke uitkomsten na een aantal jaren te achterhalen. Retrospectief komen we daar bij Joris niet meer achter. Daarnaast is de veronderstelling dat er slechts één primaire stoornis aan dit complex ten grondslag ligt, onwaarschijnlijk. Co-morbiditeit is eerder regel dan uitzondering. Het hier uitgevoerde gedachtenexperiment om de spraakproblemen van Joris terug te voeren op een onderliggend spraakmotorisch probleem, dient ertoe zich de mogelijk verstrekkende consequenties van spraakmotorische problemen te realiseren. Referenties Bishop, D. V. M. (1997). Cognitive neuropsychology and developmental disorders: Uncomfortable bedfellows. The Quarterly Journal of Experimental Psychology, 50A, Callan, D. E., Kent, R. D., Guenther, F. H., & Vorperian, H. (2000). An auditory-feedbackbased neural network model of speech production that is robust to developmental changes in the size and shape of the articulatory system. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 43, Dogil, G., Mayer, J., & Vollmer, K. (1996). A representational account for apraxia of speech. In T.W.Powell (Ed.), Pathologies of speech and language: Contributions of clinical phonetics and linguistics (pp ). New Orleans: LA, ICPLA. Ferry, P. C., Hall, S. M., & Hicks, J. L. (1975). Dilapidated speech - Developmental verbal dyspraxia. Developmental Medicine and Child Neurology, 17, Groenen, P., Maassen, B., Crul, Th., & Thoonen, G. (1996). The specific relation between perception and production errors for place of articulation in developmental apraxia of speech. Journal of Speech and Hearing Research, 39, Guenther, F. H., Hampson, M., & Johnson, D. (1998). A theoretical investigation of reference frames for the planning of speech movements. Psychological Review, 105, Guyette, Th. & Diedrich, W. M. (1981). A critical review of developmental apraxia of speech. In N.J.Lass (Ed.), Speech and Language. Advances in basic research and practice (pp. 1-49). New York: Academic Press Inc. Hoit-Dalgaard, J., Murry, T., & Kopp, H. (1983). Voice-Onset-Time production and perception in Apraxic subjects. Brain and Language, 20, Kent, R. D., Adams, S. G., & Turner, G. S. (1996). Models of speech production. In N.J.Lass (Ed.), Principles of Experimental Phonetics (pp. 3-45). Baltimore: Mosby. Levelt, W. J. M., Roelofs, A., & Meyer, A. S. (1999). A theory of lexical access in speech production. Behavioral and Brain Sciences, 22, Levelt, C. C., Schiller, N. O., & Levelt, W. J. M. (1999). A developmental grammar for syllable structure in the production of child language. Brain and Language, 68,

10 DE SPRAAKMOTORISCHE COMPONENT 269 Locke, J. L. (1994). Gradual emergence of developmental language disorders. Journal of Speech and Hearing Research, 37, Maassen, B. (2002). Issues contrasting adult acquired versus developmental apraxia of speech. In M.R. McNeil (Ed) Apraxia of speech: From concept to clinic (Seminars in Speech and Language) (pp ). New York; Stuttgart: Thieme. Marion, M. J., Sussman, H. M., & Marquardt, T. P. (1993). The perception and production of rhyme in normal and developmentally apraxic children. Journal of Communication Disorders, 26, McCabe, P., Rosenthal, J. B., & McLeod, S. (1998). Features of developmental dyspraxia in the general speech-impaired population? Clinical Linguistics and Phonetics, 12, McNeil, M. R., Pratt, S. R., & Fosset, T. R. D. (2004). The Differential Diagnosis of Apraxia of Speech. In B.Maassen, R. D. Kent, H. F. M. Peters, P. H. H. M. Van Lieshout, & W. Hulstijn (Eds.), Speech motor control in normal and disordered speech (pp ). Oxford: Oxford University Press. Nijland, L. (2003). Developmental apraxia of speech: Deficits in phonetic planning and motor programming. PhD University of Nijmegen. Oller, D. K., Eilers, R. E., Neal, A. R., & Schwartz, H. K. (1999c). Precursors to speech in infancy: The prediction of speech and language disorders. Journal of Communication Disorders, 32, Oller, D. K., Eilers, R. E., Urbano, R., & Cobo-Lewis, A. B. (1997). Development of precursors to speech in infants exposed to two languages. Journal of Child Language, 24(2), Rosenbek, J. C. & Wertz, R. T. (1973). Oral sensation and perception in apraxia of speech and aphasia. Journal of Speech and Hearing Research, 16, Shriberg, L. D., Aram, D. M., & Kwiatkowski, J. (1997b). Developmental apraxia of speech: I. Descriptive and theoretical perspectives. Journal of Speech and Hearing Research, 40, Shriberg, L. D., Flipsen, P., Thielke, H., Kwiatkowski, J., Kertoy, M. K., Katcher, M. L., Nellis, R. A., & Block, M. G. (2000). Risk for speech disorder associated with early recurrent otitis media with effusion: Two retrospective studies. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 43, Thoonen, G. (1998). Developmental apraxia of speech. Assessment of speech characteristics. University of Nijmegen, Nijmegen (NL). Thoonen, G., Maassen, B., Gabreëls, F., & Schreuder, R. (1999). Validity of maximum performance tasks to diagnose motor speech disorders in children. Clinical Linguistics and Phonetics, 13, Yoss, K. A. & Darley, F. L. (1974). Developmental apraxia of speech in children with defective articulation. Journal of Speech and Hearing Research, 17,

Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen

Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM. Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Diagnostiek en indicatiestelling met het testinstrumentarium ESM Ludo Verhoeven Expertisecentrum Nederlands Radboud Universiteit Nijmegen Opbouw Indicatiestelling ESM Begrijpen en produceren van taal Taalleerproblemen

Nadere informatie

Neuropsychologische aspecten van Spraakontwikkelingsdyspraxie

Neuropsychologische aspecten van Spraakontwikkelingsdyspraxie 54 Stem-, Spraak- en Taalpathologie NIJLAND 32.8310/01/1406-54 Vol. 14, 2006, No. 1, pp. 54-63 Nijmegen University Press Neuropsychologische aspecten van Spraakontwikkelingsdyspraxie Lian Nijland UMC St

Nadere informatie

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Regiodag logopedie 27 mei 2014 Waarom dit onderwerp? Maaike Diender Klinisch linguïst Audiologisch centrum Alkmaar: ACHN Kinderen 2-5 jaar, 2010-2013 Geen spraakproductieprobleem

Nadere informatie

Nawoord bij Klinisch Forum Spraakontwikkelingsdyspraxie

Nawoord bij Klinisch Forum Spraakontwikkelingsdyspraxie Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/03/1609-175 Vol. 16, No. 3, 2009, pp. 175-181 Nijmegen University Press Nawoord bij Klinisch Forum Spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) Ben Maassen Uit de reacties

Nadere informatie

De ernst van een spraakproductiestoornis. Spraakkenmerken en de impact op het dagelijks leven. Dag van de Logopediewetenschap 2016

De ernst van een spraakproductiestoornis. Spraakkenmerken en de impact op het dagelijks leven. Dag van de Logopediewetenschap 2016 De ernst van een spraakproductiestoornis. Spraakkenmerken en de impact op het dagelijks leven. Dag van de Logopediewetenschap 2016 Anniek van Doornik- van der Zee Anniek.vandoornik@hu.nl 04-06-2016 Spraakontwikkelingsstoornis

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands (summary in Dutch)

Samenvatting in het Nederlands (summary in Dutch) (summary in Dutch) Spraak vormt het primaire kanaal voor menselijke sociale interactie en de mens bezit een aangeboren capaciteit om verbale communicatie te leren. Tegelijkertijd is de de productie van

Nadere informatie

Gebruik van spraakproductiemodellen in de klinische setting

Gebruik van spraakproductiemodellen in de klinische setting Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/01/1104-239 Vol. 11, 2003, No. 4, pp. 239-244 Nijmegen University Press Gebruik van spraakproductiemodellen in de klinische setting Marie-Christine Franken Erasmus

Nadere informatie

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college

Klanken 1. Tekst en spraak. Colleges en hoofdstukken. Dit college Tekst en spraak Klanken 1 Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters! akoestische golfvorm http://www.fluency.nl/

Nadere informatie

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr, logopedist Congres 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Over welke kinderen praten we vandaag? Engels: Specific Language Impairment: Is SLI wel zo

Nadere informatie

Perifere articulatiestoornissen

Perifere articulatiestoornissen Perifere articulatiestoornissen Perifere articulatiestoornissen Handboek Stem, Spraak en Taalpathologie 13 Houten 2014 Ó 2014 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Vroege spraak- en taalontwikkeling

Vroege spraak- en taalontwikkeling Vroege spraak- en taalontwikkeling Margreet Langereis Viataal Cochleair Implant Centrum Nijmegen/Sint-Michielsgestel 17 maart 2006 Inhoud presentatie Wat is taal? Mijlpalen op gebieden van de taalontwikkeling

Nadere informatie

Perceptie van spraak

Perceptie van spraak Perceptie van spraak Perceptie van spraak Handboek Stem, Spraak en Taalpathologie 8 Houten 2014 Ó 2014 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek.

Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen. Even voorstellen.. Inhoudsopgave. Introductie. Doel onderzoek. Dingen zien die er niet zijn bij psychotische stoornissen Even voorstellen.. Marouska van Ommen Promotie-onderzoek tijdens studie Geneeskunde Onderzoek bij afdelingen Neurologie en Psychiatrie, UMC Groningen

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Late fouten in het taalbegrip van kinderen

Late fouten in het taalbegrip van kinderen 1 Late fouten in het taalbegrip van kinderen Petra Hendriks Hoogleraar Semantiek en Cognitie Center for Language and Cognition Groningen Rijksuniversiteit Groningen 2 De misvatting Actief versus passief

Nadere informatie

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T. Zeguers Het menselijke brein is waarschijnlijk niet uitgerust

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel 1. Achtergronden 21. (psycho-)linguïstische en (psycho-)akoestische factoren 29

Inhoudsopgave. Deel 1. Achtergronden 21. (psycho-)linguïstische en (psycho-)akoestische factoren 29 Voorwoord 11 Algemene inleiding 13 Deel 1. Achtergronden 21 1. Inleiding 23 2. Articuleren, een samenspel van neurofysiologische, (psycho-)linguïstische en (psycho-)akoestische factoren 29 2.1 Het neurofysiologische

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Opzet van het boek 13. Deel 1. Definiëring & symptomatologie 17

Opzet van het boek 13. Deel 1. Definiëring & symptomatologie 17 Inhoud Voorwoord 11 Opzet van het boek 13 Deel 1. Definiëring & symptomatologie 17 1. Normale spraakproductie 19 Soorten spraakproductiemodellen 19 Spraakproductiemodel van McNeil (2002) 21 Neuroanatomische

Nadere informatie

Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling

Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling ISAAC-NF congres Communicatie in een nieuw perspectief Domeinen onderliggend aan de communicatieve ontwikkeling Prof. Dr. Hans van Balkom, Radboud Nijmegen/Milo/Kentalis Dr. Yvonne van Zaalen, Fontys Paramedische

Nadere informatie

Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS

Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS Taalontwikkeling bij kinderen met 22q11.2DS STUDIEDAG STICHTING 22Q11 19 NOVEMBER 2017 FRANK WIJNEN 1 cognitieve psychologie neuroscience Taal - spraak - communicatie Taal: mentaal systeem dat mensen in

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20932 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haar, Sita Minke ter Title: Birds and babies : a comparison of the early development

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/22063

Nadere informatie

Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen Hanzehogeschool Margreet Luinge

Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen Hanzehogeschool Margreet Luinge Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen De mening van Nederlandse logopedisten en audiologen Hanzehogeschool Margreet Luinge, Ellen de Wit, Karin

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie DR. JOS HENDRIKSEN ONDERWERPEN

LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie DR. JOS HENDRIKSEN ONDERWERPEN LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie 15 MAART 2017 DR. JOS HENDRIKSEN ONDERWERPEN 1. BOUW: opbouw en architectuur 2. GROEI: Hoe leert ons brein? 3. NEUROCOGNITIE: denkprocessen 4. WAT KAN ER

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en

Nadere informatie

Taalverwerking in relatie tot geheugen

Taalverwerking in relatie tot geheugen Taalverwerking in relatie tot geheugen Van fundamenteel onderzoek naar klinische toepassing Vitória Piai Radboud University, Donders Centre for Cognition Radboud University Medical Center, Department of

Nadere informatie

Werk aan de winkel: onderzoek naar ontwikkeling en co-morbiditeit in ontwikkelingsstoornissen

Werk aan de winkel: onderzoek naar ontwikkeling en co-morbiditeit in ontwikkelingsstoornissen Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/03/1609-155 Vol. 16, No. 3, 2009, pp. 155-160 Nijmegen University Press Reactie op Modellen van Spraakontwikkelingsdypsraxie (Maassen, Terband & Nijland) Werk aan

Nadere informatie

Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking

Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking Onderzoek Communicatie: Assessment en interventie van perceptieve en productieve functiestoornissen bij volwassenen met een verstandelijke beperking Prof. Dr. Ir. Ad Snik, Klinisch Fysicus en Audioloog,

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

Auditieve verwerkingsproblemen

Auditieve verwerkingsproblemen Auditieve verwerkingsproblemen definitie, diagnostiek, (be)handelen Jessica van Herel de Frel Logopedist / spraak taalpatholoog Koninklijke Auris Groep, AC Rotterdam j.v.herel@auris.nl 19 april 2012 Inhoud

Nadere informatie

De ontwikkeling van spraakmotorische controle I: Modellen

De ontwikkeling van spraakmotorische controle I: Modellen Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/01/1202-69 Vol. 12, 2004, No. 2, pp. 69-82 Nijmegen University Press De ontwikkeling van spraakmotorische controle I: Modellen Cathelijne M. J. Y. Tesink 1, 2 en

Nadere informatie

Fonemisch Bewustzijn

Fonemisch Bewustzijn Fonemisch Bewustzijn Ellen van der Veen Welkom en Agenda 1. Introductie 2. Fonemisch Bewustzijn 3. Vragen en praktijkervaringen Doelstellingen van vandaag 1. De deelnemers kennen de begrippen taalbewustzijn,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28737 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Cissé, Ibrahima Abdoul Hayou Title: Développement phonético-phonologique en fulfulde

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Logopedische behandeling bij kinderen met een schisis. in de basisschoolleeftijd

Logopedische behandeling bij kinderen met een schisis. in de basisschoolleeftijd 06-03-17 Logopedische behandeling bij kinderen met een schisis. in de basisschoolleeftijd Schisisteam Amsterdam Arianne van der Kooij Klinisch Logopedist Spraak-taalpatholoog Thema s Over welke spraakstoornissen

Nadere informatie

The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien

The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien The infant motor profile Heineman, Kirsten Roselien IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.

Nadere informatie

Kijk eens in het brein!

Kijk eens in het brein! Kijk eens in het brein! Hersenen en taal Hersenen als onderzoeksdomein Cognitief proces als onderzoeksdomein bouwstenen, chemie anatomie localisatie functies fasen en verloop cognitief proces neurale representatie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44267 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Spierings, M.J. Title: The music of language : exploring grammar, prosody and

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling

Diagnostiek en behandeling Diagnostiek en behandeling Hans Kaffener Diagnostiek en behandeling Kennismaking met de Doelgroep TOS in theorie en in beleving Wat biedt Kentalis diagnostiek en behandeling Hoe kom je bij Kentalis? verwijsmogelijkheden

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

Siméa Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper

Siméa Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper Vertelvaardigheid: Kleuters versus kinderen met SLI Siméa 11-04-2013 Nienke Lam de Waal, MA Dr. Annette Scheper Inhoud Waar hebben we het over? Achtergrond Onderzoeksvragen Methode Resultaten Discussie

Nadere informatie

Ardi Roelofs Rol van aandachtscontrole bij spraaktaalstoornissen

Ardi Roelofs Rol van aandachtscontrole bij spraaktaalstoornissen Ardi Roelofs Rol van aandachtscontrole bij spraaktaalstoornissen Nederlandse Vereniging voor Audiologie Wintervergadering, 14:00-14:30 Jaarbeurs, Utrecht 25 januari 2013 Zojuist opgestart onderzoeksproject

Nadere informatie

De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen

De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen De Klinisch Linguïst Specialist in Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen Copyright Vereniging voor Klinische Linguïstiek (VKL) April 2000 Secretariaat: Vereniging voor Klinische Linguïstiek

Nadere informatie

Achtergrond, inhoud en toepassing

Achtergrond, inhoud en toepassing Testinstrumentarium Taalontwikkelingsstoornissen (T-TOS): Achtergrond, inhoud en toepassing Femke Scheltinga, Linda Horsels, Jos Keuning & Judith Stoep Sinds 2013 is het Testinstrumentarium Taalontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind

Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind 15 december 2016 Drs. F. Sobieraj klinisch linguïst / logopedist Kentalis Een landelijke organisatie gespecialiseerd in diagnostiek,

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Communicatiestoornissen:

Communicatiestoornissen: Communicatiestoornissen: Hoe herken je ze en hoe ga je ermee om? Dr. Marina Ruiter Docent / Onderzoeker - Radboud Universiteit Spraak- en patholoog / Logopedist Sint Maartenskliniek Inhoud (1) Overzicht

Nadere informatie

15 SEPTEMBER LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie. Dr. Jos Hendriksen klinisch psycholoog/ klinisch neuropsycholoog

15 SEPTEMBER LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie. Dr. Jos Hendriksen klinisch psycholoog/ klinisch neuropsycholoog 15 SEPTEMBER 2016 LEERSTOORNISSEN klinische kinderneuropsychologie Dr. Jos Hendriksen klinisch psycholoog/ klinisch neuropsycholoog INLEIDING CENTRUM NEUROLOGISCHE LEER- EN ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN Spierziekten

Nadere informatie

Registreren aan stem, spraak en taal

Registreren aan stem, spraak en taal Registreren aan stem, spraak en taal Registreren aan stem, spraak en taal Handboek Stem, Spraak en Taalpathologie 9 Houten 2014 Ó 2014 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten

Nadere informatie

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in

Nadere informatie

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum

Het cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Het cognitieve functioneren Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Vragen Wat is het cognitieve functioneren? Welke factoren zorgen voor veranderingen

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking 22/09/2011. Inleiding. Inleiding.

Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking 22/09/2011. Inleiding. Inleiding. Longitudinale studie van de communicatieontwikkeling van jonge kinderen met een verstandelijke beperking Joke Vandereet Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen, Leuven Expertisecentrum Autisme, UZ Leuven

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB

faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Datum 22-06-2015 1 Vroege ontwikkeling Motorische ontwikkelingspatronen bij jonge kinderen met ZEVMB Opzet en eerste resultaten Linda Visser Annette van der Putten Gertruud Schalen Bieuwe van der Meulen

Nadere informatie

Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies. TaalStaal 9 november

Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies. TaalStaal 9 november Ardi Roelofs Taalpsychologische benadering van spraaktaalstoornissen: Rol van executieve functies TaalStaal 9 november 2012 16.20-16.50 Waar zit de taalknobbel? mediaal Gebied van Wernicke Executieve functies

Nadere informatie

Modellen van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD)

Modellen van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/03/1609-137 Vol. 16, No. 3, 2009, pp. 137-154 Nijmegen University Press Modellen van spraakontwikkelingsdyspraxie (SOD) Ben Maassen 1,2,3, 4, Hayo Terband 1,2,3,

Nadere informatie

Fonologie. inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013

Fonologie. inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013 Fonologie inleiding taalkunde 2012/13 30 mei 2013 Tekst en spraak Representatie van spraak vereist representaties van gedeeltes die kleiner dan woorden zijn. spraaksynthese (tekst-naar-spraak) rijtje letters

Nadere informatie

FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking

FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking 2015 1 FICHE 5: Ga auditieve informatieverwerking KENMERKEN EN AANBEVELINGEN [Typ hier] UIT: Intelligentiemeting in nieuwe banen: de integratie van het CHC-model in de psychodiagnostische praktijk. Walter

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Creatief onderzoekend leren

Creatief onderzoekend leren Creatief onderzoekend leren De onderwijskundige: Wouter van Joolingen Universiteit Twente GW/IST Het probleem Te weinig bèta's Te laag niveau? Leidt tot economische rampspoed. Hoe dan? Beta is spelen?

Nadere informatie

DIAS: Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak

DIAS: Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak DIAS: Diagnostisch Instrument voor Apraxie van de Spraak Judith Feiken, Centrum voor Revalidatie- UMCG, loc. Beatrixoord Roel Jonkers, Rijksuniversiteit Groningen Met dank aan: Stichting Afasie Nederland

Nadere informatie

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke

Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk. Filip T. Loncke Typering van Ondersteunde Communicatie als onderzoeks-gebied Onderzoek voor de prakijk Filip T. Loncke Twee grote onderzoeksvragen Ondersteunde Communicatie als fenomeen wat leren we eruit? Hoe maken we

Nadere informatie

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld TOS en Dyslexie De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld Inhoud: Wie zijn wij? Wat is een TOS? TOS en dyslexie, cormobiditeit TOS en dyslexie, dé aanpak Wie zijn wij? Auris: helpt mensen

Nadere informatie

Ik heb vragen rond 'expressieve taalstoornis' of 'taalstoornis' alleen en begon nu wat te twijfelen of dat synoniemen zijn voor dysfasie of niet.

Ik heb vragen rond 'expressieve taalstoornis' of 'taalstoornis' alleen en begon nu wat te twijfelen of dat synoniemen zijn voor dysfasie of niet. Vraag In de aanloop naar volgend schooljaar krijgen we heel wat vragen rond de type 7 taal-spraak groep. Onder andere over welke 'termen' ok of niet ok zijn ifv opmaak gemotiveerd verslag / verslag. Ik

Nadere informatie

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg 1 Voor 1810 Vicq d Azyr, Traité d Anatomie et Physiology 1786 Diderot et d Alembert, Encyclopedia,

Nadere informatie

Logopedische stoornissen bij kinderen met foetale alcohol spectrumstoornissen (FASD)

Logopedische stoornissen bij kinderen met foetale alcohol spectrumstoornissen (FASD) Logopedische stoornissen bij kinderen met foetale alcohol spectrumstoornissen (FASD) M. Spruit (1,2), H. Terband (2) (1) Logopädie & Stottertherapie, Lingen, Duitsland (2) Utrecht Institute of Linguistics

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington

1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington 1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington 2. Autisme: Kwalitatieve verschillen op 3 gebieden: taalvaardigheden, sociale vaardigheden en beperkte/

Nadere informatie

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS

COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS COMORBIDITEIT BIJ DYSLEXIE IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS NATIONALE DYSLEXIECONFERENTIE 3 APRIL 2013 Wilma Jongejan w.jongejan@vu.nl Onderwijscentrum VU (OCVU) DYSLEXIE: GEEN GEÏSOLEERD PROBLEEM Secundaire

Nadere informatie

Who will develop dyslexia? Cognitive precursors in parents and children van Bergen, E.

Who will develop dyslexia? Cognitive precursors in parents and children van Bergen, E. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Who will develop dyslexia? Cognitive precursors in parents and children van Bergen, E. Link to publication Citation for published version (APA): van Bergen, E. (2013).

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Kinderen met specifieke taalstoornissen Trends en topics

Kinderen met specifieke taalstoornissen Trends en topics Kinderen met specifieke taalstoornissen Trends en topics Ellen Burger & Gertje de Wijkerslooth, 25 januari 2013 Kinderen met specifieke taalstoornissen vanuit diagnostisch perspectief 1. kind met een taalstoornis

Nadere informatie

Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor logopedisten

Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor logopedisten Charter voor onderzoek en behandeling van spraak-, taal- en communicatieproblemen bij de ziekte van Huntington Versie voor logopedisten ONDERZOEK Voorwaarden bij onderzoek: Vroegtijdig starten Uitgebreid

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Dyslexie als algemeen magnocellulair deficit!? Resultaten van recent onderzoek

Dyslexie als algemeen magnocellulair deficit!? Resultaten van recent onderzoek Dyslexie als algemeen magnocellulair!? Resultaten van recent onderzoek Prof. Dr. Pol Ghesquière & Dr. Bart Boets Centrum voor Orthopedagogiek i.s.m. Prof. Dr. Jan Wouters & Prof. Dr. Astrid Van Wieringen

Nadere informatie

Afd. Kinderfysiotherapie. Afd. Kinderfysiotherapie

Afd. Kinderfysiotherapie. Afd. Kinderfysiotherapie Een syndroom, wat nu? Prof. dr. Ria Nijhuis-van der Sanden Hoofd Kinderfysiotherapie, UMC ST Radboud Hoogleraar paramedische wetenschappen, IQ Healthcare Met hulp van: Jeanne van der Burgt Annette van

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Geschreven taal speelt een zeer belangrijke rol in moderne (westerse) communicatie. De meeste kinderen hebben geen moeite met leren lezen en schrijven, maar een klein deel

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Eén aspect van het leren van een taal is het leren omgaan met de spraakklanken die in die taal voorkomen. Een algemeen probleem in de spraakwaarneming is het feit dat meerdere realisaties

Nadere informatie

Spreken Wat is een dysartrie?

Spreken Wat is een dysartrie? Dysartrie 2 Dysartrie is de algemene term voor een motorische spraakstoornis als gevolg van neurologische problematiek. Deze folder is bedoeld voor patiënten met een dysartrie en hun omgeving. Er staat

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/23352

Nadere informatie

Opgesteld door: Chiel van der Veen (antwoordspecialist) en Peter Noort (Kennismakelaar Kennisrotonde)

Opgesteld door: Chiel van der Veen (antwoordspecialist) en Peter Noort (Kennismakelaar Kennisrotonde) Opgesteld door: Chiel van der Veen (antwoordspecialist) en Peter Noort (Kennismakelaar Kennisrotonde) Vraagsteller: ambulant begeleider Referentie: Kennisrotonde. (2018). Wat zijn adviezen en aandachtspunten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do children read words? A focus on reading processes.

Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do children read words? A focus on reading processes. UvA-DARE (Digital Academic Repository) How do children read words? A focus on reading processes van den Boer, M. Link to publication Citation for published version (APA): van den Boer, M. (2014). How do

Nadere informatie

Van Nul tot Taal. Doelgericht stimuleren van taal en communicatie

Van Nul tot Taal. Doelgericht stimuleren van taal en communicatie Van Nul tot Taal Doelgericht stimuleren van taal en communicatie Even voorstellen Nanja de Rooij - Orthopedagoog-Generalist, NVO geregistreerd - Werkzaam bij Auris vanaf 2001 - Leerkracht Speciaal Onderwijs

Nadere informatie

CVA zorg, topsport voor ons allemaal. Dinsdag 11 april 2017

CVA zorg, topsport voor ons allemaal. Dinsdag 11 april 2017 CVA zorg, topsport voor ons allemaal Dinsdag 11 april 2017 CVA: focus op de onzichtbare gevolgen en gedrag Ingrid Brands, MD, PhD Revalidatiearts Blixembosch De impact Stroke: 78% has cognitive complaints

Nadere informatie

mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel?

mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? Dus mensen met autisme zijn eigenlijk best flexibel? Een reflectie op het onderzoek van Edita Poljac Jan-Pieter Teunisse Discussion: Different from our expectations: 1. adolescents with autism seem to

Nadere informatie

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS)

Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) Vroegtijdige herkenning van taalontwikkelingsstoornissen (TOS) Joyce Rompelberg (Logopedist, Spraak- taalpatholoog) Linda Berben (Pedagogisch Behandelaar, Taalcoach, Relatiebeheer) David https://www.youtube.com/watch?v=1hortdwhtyw

Nadere informatie

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april 2013 F. Cohen Tervaert Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Inhoud Woordenschatverwerving Woordenschatinterventie Doel pilot Methode

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie