AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit"

Transcriptie

1 AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit Versie: 12/04/2017 BOUWEN VAN EEN BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG BOUWPLAATS Lazarijstraat-Trompetweg 3540 Herk-de-Stad BOUWHEER Stad Herk-de-Stad PIkkeleerstraat Herk-de-Stad ARCHITECT AVENIR architecten BVBA Sint-Jorislaan Herk-de-Stad MODULO architects BVBA Tweehuizenweg 69/ Brussel STUDIEBUREAU TECHNIEKEN Enerdo bvba Oostereindestraat Lummen

2 1 ALGEMEEN omschrijving van de aanneming onderdelen van de aanneming algemeen verplichtingen en omvang van de aanneming keuringen en attesten coördinatie en leiding van de werken bouwplaatsinrichting artikelen niet voorzien in de aanneming leveringen en werken inbegrepen in de eenheidsprijs grenzen van de aanneming materialen en technische fiches materialen en uitvoering technische fiches akoestiek beproevingen, attesten en keuringen attesten en keuringen opleiding Plannen en schema's plannen en schema s van uitvoering As-built Algemene beschrijvingen van toepassing op elektrische installaties uitvoeringswijze doorboringen en groeven plaatsen van toestellen brandveiligheid van de installatie explosiegevoelige lokalen visuele aspecten van de installaties gebruiks- & onderhoudsvriendelijkheid van de installaties spanning AANSLUITINGEN & TELLERKASTEN algemeen tellerkasten VERDEELBORDEN algemeen Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 2 /121

3 4.2 apparatuur van de borden PM algemeen laagspanningsborden FH st Digitale meetmodules GP tp AARDING KABELGOTEN & KABELLADDERS algemeen PM kabelgoten sendzimir verzinkt FH m kabelladders sendzimir verzinkt FH m Wandkanalen FH m Wandgootelementen kunststof FH m Inbouwdozen FH st algemeen verdeelkringen tot en met 4mm² voedingskringen binnen FH st voedingskringen ondergronds FH st SGG-F2: ongewapende signalisatiekabel PM toebehoren wachtbuizen VOEDINGS- & BEDIENINGSAPPARATUUR contactdozen en schakelaars stopcontacten enkelvoudig stopcontact 230V 16A (inbouw) FH st enkelvoudig stopcontact 230V 16A (opbouw) FH st dubbel stopcontact 2x230V 16A (inbouw) FH st dubbel stopcontact 2x230V 16A (opbouw) FH st drievoudig stopcontact 3x230V 16A (inbouw) FH st schakelaars schakelaars enkelpolig (opbouw) FH st schakelaars impulsschakelaar (inbouw) FH st schakelaars impulsschakelaar (opbouw) FH st bewegingsdetectoren FH st aanwezigheidsdetector FH st nooddrukknop mindervalide GP tp vloerdoos FH st Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 3 /121

4 8.2 aansluitdozen voeding deurslot voeding kookplaat FH st voeding screen FH st voeding boiler FH st voeding elektrische deurpomp voeding datarack FH st TV & DATA/TELEFONIE Nutsvoorzieningen TV/TEL GP tp TV-contactdozen datanetwerk gestructureerde bekabeling horizontale bekabeling RJ45 connector connector met 1 x RJ connector met 2 x RJ datakasten hoofddatarack Koperpatchpanelen voor horizontale bekabeling WIFI RJ45-connector WIFI Testen, garanties en voor te leggen documenten GP tp OPROEPSYSTEEM belinstallatie drukknop Gong FH st Sturing GP tp BEVEILIGINGSINSTALLATIE inbraakbeveiliging Centrale FH st Codeklavier FH st PIR binnen detector - wand FH st magneetcontacten FH st Binnensirene FH st Buitensirene FH st Indienststelling GP tp Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 4 /121

5 Onderhoudscontract FH st branddetectie algemeen branddetectiecentrale FH st vocale telefoonkiezer PM branddetectoren FH st algemeen optische rookdetector FH st Thermovelocimetrische detector FH st handbrandmelders waarschuwingsdrukknop FH st inleesmodules PM kortsluitisolatoren PM sirenes waarschuwingszoemer FH st evacuatiezoemers FH st deurmagneten leidingen PM aansluiten en in dienst stellen SOG oplevering SOG opleidingen SOG koppelingen met brandcentrale SOG onderhoudscontract SOG VERLICHTING algemeen veiligheidsverlichting VV (binnen) FH st VV (hermetisch) FH st levering armaturen plafond type PL01 FH st type PL02 FH st type PL03 FH st type PL04 FH st pendel type PE01 FH st Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 5 /121

6 type PE02 FH st wand type W01 FH st buiten type B01 FH st verlichtingspunten FH st LED-strip FH m lichtstudie SOG PV-SYSTEEM Algemeen PM Montagesysteem Hellend dak FH st Photo-voltaïsche panelen FH st DC-zijdige aansluiting GP tp DC-schakelaar PM Aarding PM Overspanningsbeveiliging GP tp Omvormers FH st AC-zijdige aansluiting GP tp Monitoring GP tp Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 6 /121

7 1 ALGEMEEN 1.1 omschrijving van de aanneming Het betreft het leveren, plaatsen en in dienst stellen van een elektrische installatie en aanverwanten van een kinderopvang te Herk-de-stad. De installatie zal bestaan uit: Algemeen o TELLERKAST o VERDEELBORDEN; o AARDING; o VERDEELLEIDINGEN; o VOEDINGSKABELS; o KABELLADDERS, -GOTEN; o VLOERDOZEN o TOEGANGSCONTROLE; o TV EN TELEFONIE VOORZIENINGEN; o DATABEKABELING; o BRANDDETECTIE; o INBRAAKALARM o VEILIGHEIDSVERLICHTING; o VERLICHTING. 1.2 onderdelen van de aanneming algemeen Door de kennisgeving van de inschrijver van de goedkeuring van zijn inschrijving verbindt de bouwheer zich slechts tot een bestelling van het bedrag vermeld in deze kennisgeving. De bouwheer behoudt zich het recht voor bij bestelling de hoeveelheden der artikelen vermeld in het bestek aan te passen volgens mogelijke functionele wijzigingen van indeling der lokalen. Voor zover hierbij de definitieve hoeveelheden de vermelde hoeveelheden niet overschrijden zal de inschrijver zijn eenheidsprijs voor dit artikel aanhouden, zonder verhaal op vergoeding voor de niet bestelde artikelen. De bouwheer heeft de keuze de resterende werken al dan niet te bestellen zonder dat de aannemer aanspraak kan maken op enige vergoeding. De leveringen en werken kunnen uitgevoerd worden in één of meerdere fazen, die het voorwerp uitmaken van één of meerdere opeenvolgende bestellingen. Bij iedere bestelling worden de uit te voeren leveringen en werken aan de aannemer meegedeeld. De bestellingen kunnen geplaatst worden gedurende een periode van 24 maanden vanaf de datum van de notificatie van goedkeuring van de inschrijving. Elke bestelling wordt beschouwd als een afzonderlijke aanneming met uitzondering van wat de waarborgtermijn betreft. Elke bestelling moet echter zodanig worden uitgevoerd dat én voldaan wordt aan alle voorwaarden van onderhavig bestek én dat verdere uitbreiding tot uitvoering van de volledig aanneming zonder enige aanpassing mogelijk is. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 7 /121

8 De installateur is er aan gehouden de bestaande situatie ter plaatse na te zien en in zijn prijsvorming rekening te houden met alle benodigdheden, al of niet verder expliciet vermeld, tot het bekomen van een bedrijfsklare afgewerkte en wettelijk goedgekeurde installatie. Geen enkele meerprijs zal bij nalatigheid hiervan toegestaan worden verplichtingen en omvang van de aanneming Het leveren en plaatsen, voor zover niet anders uitdrukkelijk vermeld, van alle toestellen, leidingen en toebehoren uitgevoerd volgens de regels der kunst, bijgevoegde plannen, bestek, geldende normen en plaatselijke reglementeringen in verband met deze installatie en zijn toepassing. Het uitvoeren van alle nodige boor- en kapwerken. Maken van leidingsleuven, vasthechtingen en alle bijhorigheden nodig tot de volledige afwerking van de installatie. Het volledig terug in orde brengen van eventuele beschadigingen stoppen van doorgangen enz... voorkomend van de uitvoering der werken. Het regelmatig verwijderen van alle puin en afvalmaterialen, transportkosten naar openbare stortplaats of dergelijke door de inschrijver te regelen en te bekostigen, en dit regelmatig naar gelang de vorderingen van de werken, zodanig dat andere aannemingen hierbij niet gestoord worden in hun uitvoeringen. Het vervullen van alle formaliteiten bij de bevoegde diensten voor het binnenbrengen van de nutsvoorzieningen. Inbegrepen alle leveringen en plaatsingen van de nodige voorzieningen door de toeleverende diensten, regiëen of maatschappijen geëist. De inschrijver is dan verplicht onmiddellijk na toezeggen der werken contact op te nemen met deze ten einde alle verplichtingen te kennen zodat de nodige schikkingen tijdig kunnen getroffen worden. Bij nalatigheid hiervan zullen alle meerkosten hieruit voortvloeiend ten laste van de inschrijver gelegd worden en dit zonder enig verhaal van zijnentwege. Het ter beschikking stellen van alle nodige controle- en meetapparatuur voor het nemen van proeven op de installatie en afregeling ervan en dit tot algehele voldoening van de werking van de installatie. Inbegrepen het nodige personeel voor het nemen van deze proeven. Zo de leidende ingenieur de preciesheid van de meetapparatuur onvoldoende acht of de juistheid ervan betwijfelt zal hij ijkattesten of andere mogen eisen. Dit zonder enig verhaal op vergoeding van de inschrijver. Het opstellen en afleveren van alle uitvoeringsplannen, schema's en dergelijke welke een volledige beoordeling door de leidend ambtenaar op de impact van de installatie in zijn architectuur en afwerking mogelijk maakt. De uitvoeringsplannen zijn op te maken op de laatste architectuurplannen, aan te passen met alle eventuele wijzigingen volgens bespreking met de leidend ambtenaar in dit verband. De wijzigingen gedurende de bouwwerken zijn door de inschrijver stelselmatig bij te werken en dit zowel wat de bouwplannen, indien niet voorhouden bij de leidend ambtenaar, als het technische betreft. Alles steeds vergezeld van de nodige berekeningsnota s ter staving van alle gevraagde resultaten. Na uitvoering van de werken het opstellen van de plannen zoals de installatie werkelijk is uitgevoerd met alle schema's en bijhorigheden, opgemaakt volgens de voorschriften en conform met het AREI en M.B.'s of K.B.'s. Het opmaken van een handleiding met de bedienings- en regelvoorschriften + documentatie van alle verschillende toestellen met adres en telefoon op afzonderlijke lijst van alle firma's. Het op de hoogte brengen van de verantwoordelijke persoon die de installatie zal bedienen en dit tot akkoordverklaring van deze, mede te beoordelen door de ontwerper. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 8 /121

9 Het volledig onderhoud van de installatie gedurende de waarborgperiode, met inbegrip van levering van onderdelen, werkuren, verplaatsingskosten en dit met alle eventueel nodige aanpassingen van de installatie teneinde zijn goede functie te verzekeren. Alle andere werken en leveringen hier niet uitdrukkelijk vermeld doch noodzakelijk geacht door de opdrachtgever en ingenieur tot het bekomen van een volledig afgewerkte, veilige en bedrijfsklare installatie. Na toezegging van de werken zal de installateur een uitvoerige technische documentatie, onder vorm van fiches met verwijzingen naar de artikelen van het bestek van de voorgestelde toestellen en apparatuur afleveren in conform artikel 1.6 Materialen en technische fiches. Bestellingen mogen slechts gebeuren na goedkeuring van deze. Voor de bestelling ervan zal hij daarenboven van ieder door de leidend ambtenaar nodige geachte onderdeel van de installatie, een model ter goedkeuring voorleggen. Bij nalatigheid van beide voorgaande punten heeft de installateur geen enkel verhaal tegen eventuele afkeuring van deze door de leidend ambtenaar en dit onafgezien of deze toestellen aan de beschrijving van onderhavig bestek al of niet voldoen. Alle materialen moeten nieuw zijn en beantwoorden aan de kwaliteitsvoorschriften van onderhavig bestek. Bij levering op het werk zijn ze in goede orde op te bergen op kosten en risico van de aannemer. De goedgekeurde materialen kunnen opnieuw geweigerd worden zo achteraf blijkt dat toch gebreken of fouten voorkomen die bij het eerste onderzoek niet werden vastgesteld. De installateur is verplicht alle werkvergaderingen bij te wonen in zover deze betrekking hebben met zijn aanneming of nodig zijn voor de coördinatie met de andere aannemingen. De installateur is verplicht zich te coördineren met de algemene aannemer voor het plaatsen van alle voorzieningen zoals uitsparingen, doorgangen, inwerken van leidingen enz... meegaande met de bouw. Hij zal dan ook van in het begin de werken volgen en de nodige buizen, uitslagelementen en dergelijke in de betonbekisting of metselwerk plaatsen. Bij nalatigheid hiervan of indien de ruwbouwwerken reeds verder gevorderd zijn voor de toezegging van de technische installatie zal de installateur alle nodige doorgangen boren en herstellingswerken uitvoeren voor eigen rekening. Er mogen nooit bevestigingen gemaakt worden in verdichte vloeren, muren en dergelijke, een speciaal bevestigingsconstructie is hiervoor te voorzien. Dit houdt dus in dat de inschrijver zich voor aanbesteding op de hoogte stelt van de stand der werken en hiermede in zijn prijsvorming rekening houdt. Vooraleer buizen te plaatsen of boringen uit te voeren zal de betoningenieur advies en toelating gevraagd worden voor alle verschillende gevallen. Het kapwerk moet tot het strikt minimum beperkt worden. Sleuven worden gezaagd, en gaten geboord. Plafonddoorboringen steeds van onder naar boven. Voor de plaatsing van alle toestellen die door hun plaatsing de esthetiek beïnvloeden is vooraf door de installateur de goedkeuring van opstelling aan de leidend ambtenaar te vragen. Dit is te noteren in het dagboek, het verslag of schriftelijk te bevestigen. Bij nalatigheid hieromtrent vanwege de installateur zal deze, zonder verhaal op schadevergoeding van welke aard ook, de door de leidend ambtenaar vereiste aanpassingen uitvoeren. Tenzij uitdrukkelijk vermeld omvatte alle verder beschreven toestellen steeds de levering en plaatsing ervan met alle bijhorende elementen hiertoe nodig zoals bevestigingen, steunen, voetstukken, transport, ter plaatse brengen, enz... Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 9 /121

10 De installateur is er aan gehouden voor aanvang en ook gedurende de werken alle eventuele wijzigingen van de architectenplannen na te gaan in verband met de plaatsing van zijn toestellen. Leidingen, kabelgoten, in kelders, bergingen, zolders en dergelijke zijn steeds zo hoog mogelijk te plaatsen zodat een normale doorgang onder deze behouden blijft. In dit verband kan ook door de leidend ambtenaar geëist worden dat doorhangende balken, die eventueel niet mogen doorboord worden, uitgewerkt worden met de leidingen. Al naar gelang het geval zal een uitvoeringstekening ter goedkeuring voorgelegd worden. De installateur zal er meer rekening houden dat bij montage van verschillende soorten metalen deze onderling elektrolytisch neutraal zijn en zo niet deze gescheiden worden met een isolerend materiaal. Dit is des te belangrijker naargelang de vochtigheidsgraad van de omgeving groter is en zonder meer strikt te volgen bij buiten opgestelde onderdelen die ook elk afzonderlijk corrosievrij moeten zijn. Er dient ook rekening gehouden met de aanwezige bouwkundige materialen keuringen en attesten Voor de voorlopige overname zal de installateur de attesten voorleggen betreffende de keuring van zijn installatie, afgeleverd door een wettelijk erkend organisme. Dit is door hem aan te vragen en te bekostigen, tot een attest van goedkeuring zonder enige voorbehoud afgeleverd wordt. De inschrijver is ertoe verplicht 3 keuringsorganismen voor te stellen waaruit de bouwheer vrij kan kiezen. Een selectiviteit- en kabelberekening is mede af te leveren. Van de specifieke toestellen en materialen door toeleverende firma's zal door deze firma, op kosten van de inschrijver, een controle op de uitvoering gedaan worden en een attest uitgeschreven waarbij de firma verklaart dat de opstelling, afregeling, werkfuncties en alle andere mogelijke condities en voorschriften van de leverancier door de inschrijver vervuld werden om een optimale en bedrijfszekere werking te verzekeren. Dit is in principe van toepassing op alle materialen in het bijzondere : De data (patchkasten, bekabeling, ) De brandbeveiliging De inbraakbeveiliging De laagspanningsinstallatie De telefonie De veiligheidsverlichting Verder zijn van alle materialen de goedkeuringsattesten en/of hun vervangende Europese erkenningen af te leveren bij het voorstellingsdossier van de materialen. Voor bekabelingssystemen en dergelijke, slaat dit niet alleen op de kabels maar op het gehele systeem met koppelingen, verdeelstukken en alle bijhoren coördinatie en leiding van de werken Na toezegging van de werken en voor het bevel van aanvang is de aannemer verplicht een planning van de uitvoering der werken ter goedkeuring voor te leggen aan de bouwheer. Hij zal hierbij rekening houden met de ruwbouwplanning, de andere aannemingen en de richtlijnen van de bouwheer. Ongeacht de goedkeuring van deze door de bouwheer, behoudt deze het recht in de loop der werken naar noodzaak wijzigingen aan te brengen in functie van de vorderingen der ruwbouwwerken en bijhorigheden. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 10 /121

11 De leidend ambtenaar heeft het recht plaatsingswijzingen van toestellen te eisen zonder enig verhaal op vergoeding door de inschrijver, voor zover dit geen fundamentele veranderingen aan het ontwerp brengt. Ook de volgorde van de afwerking zal door de leidend ambtenaar bepaald worden. In geval van conflicten tussen de partijen kan de ontwerper of de coördinerende leidend ambtenaar vaststellingen doen die bindend zullen zijn voor de partijen, zelfs wanneer één van hen afwezig is, met als voorwaarde dat de afwezige een uitnodiging heeft gekregen per aangetekend schrijven bouwplaatsinrichting De aannemer moet de nodige schikkingen treffen en eventueel de nodige bouwketen opstellen voor de arbeiders ter verzorging, opslagruimten voor materialen, oprichten van closets en dergelijke met alle bijhorigheden overeenkomstig het algemeen reglement op de arbeidsbescherming. De aannemer dient ten allen tijde te voorzien in de instandhouding van de eigen veiligheid. Dit houdt onder andere in dat nog open zijnde kokeropeningen worden voorzien van collectieve valbeveiliging. Voor de werkvergaderingen zal hetzij hijzelf of in gemeenschap met de hoofdaannemer, met wie hij onderling een overeenkomst treft, de nodige ruimte met accommodatie voorzien. De inschrijver zal instaan voor zijn eigen gebruik van stroom, water en dergelijke nodig tot het uitvoeren van zijn installatie. Hij kan naar eigen overeenkomst afzonderlijk of gezamenlijk met de andere aannemingen hiertoe schikkingen treffen noch deze mogen in geen geval ten laste gelegd worden van de bouwheer noch hem enige schade berokkenen. Alle werken en leveringen voor het maken van aansluitingen met tellers en bijhoren vallen ten laste van de inschrijver. Uithangborden : De uithangborden van de technieken zal overeenkomstig uitgevoerd zijn met deze van de algemene aannemer volgens het lastenboek van de architect. 1.3 artikelen niet voorzien in de aanneming De bouwheer heeft recht om door de aannemer andere toestellen of toebehoren dan deze voorzien in het borderel te laten leveren en opstellen. 1.4 leveringen en werken inbegrepen in de eenheidsprijs Er dient begrepen te worden dat ieder stelsel, apparaat, en in het algemeen ieder element dat deel uitmaakt van deze opdracht behalve uitdrukkelijk tegenstrijdige vermelding in het bestek, volledig wordt geleverd en alle organen, toebehoren en aanpassingen, nodig voor zijn montage, zijn volmaakte werking, zijn gebruik en zijn gemakkelijk onderhoud begrijpt, inbegrepen zijn, zelfs indien deze organen, toebehoren en aanpassingen niet expliciet vermeld zijn in dit bestek, op de plannen of in het borderel die het vergezellen. De plannen, het bestek en het borderel vullen elkaar aan. Het feit dat zekere elementen of werken als deel uitmakend van de opdracht aangeduid zijn in zekere van deze documenten, maar niet in alle, is geen tegenspraak en vermindert in niets de verplichtingen van de aannemer deze in zijn opdracht te voorzien in de voorwaarden vermeld in de voorgaande alinea. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 11 /121

12 Principeschema's van elektrische borden e.d. zijn bedoeld als leidraad voor de inschrijver om de inpakt van het geheel te kunnen inschatten voor de prijsvorming maar zijn naar uitvoering te vervolledigen overeenkomstig de normen en voorschriften ter zake om een bedrijfsklare en wettelijk gekeurde installatie te bekomen. De aannemer zal steeds de laatste geüpdate plannen en nodige documenten aanleveren in hardcopy (telkens vier exemplaren) en digitaal (dwg-formaat en pdf-formaat) op vraag van de bouwheer. Deze aanpassingen zijn inbegrepen in de prijs van de aanneming. 1.5 grenzen van de aanneming De grens van aanbesteding is aan het addendum van het onderhavige lastenboek toegevoegd onder de benaming T083 Lijst grens van de aanbesteding. Deze lijst met grens van aanbesteding is te volgen in het geval dat er tegenstrijdigheden zouden zijn ten opzichte van limieten beschreven in het onderhavige lastenboek. 1.6 materialen en technische fiches materialen en uitvoering De levering, de plaatsing en indienststelling zijn altijd inbegrepen in elk der artikelen van huidig hoofdstuk. De opdrachtgever weerhoudt zich het recht stalen te vragen telkens hij dat nodig acht. De aannemer draagt alle lasten, welke deze ook zouden kunnen zijn, om het binnenbrengen van het materiaal mogelijk te maken: constructie van zekere hinderende onderdelen in verschillende delen, ter plaatse in mekaar te zetten, het maken van openingen en gaten om door te kunnen welke niet op de plannen zijn voorzien, en het achteraf terug dichten van deze openingen en gaten enz... Geen enkel supplement zal uit dien hoofde toegestaan worden. Spanningsvallen en dergelijke van verschillende toestellen al of niet opgegeven, zijn informatief. De installateur is verplicht deze aan te passen aan de specificaties van de door hem voorgestelde en aangenomen materialen. Afmetingen van kasten, borden, kabelgoten en dergelijke zijn steeds aan te passen aan de bouwkundige afwerking en vooraf met de leidend ambtenaar te bespreken. Deze aanpassingen, voor zover ze niet ingrijpend zijn, kunnen in geen geval aanleiding geven tot prijswijziging. Ongeacht de opsomming of aanduidingen op schema's en plannen zijn alle toestellen te voorzien van alle bijhoren en aansluitingen voorzien in de desbetreffende NBN normen en andere wettelijke voorschriften. Alle elektrische verbruikers dienen te voldoen aan de norm IEC/EN , IEC/EN en de EUP-richtlijn. Alle circulatiepompen en elektromotoren dienen te voldoen aan de EUP-richtlijn. Alle materialen dienen nieuw te zijn en te voldoen aan de geldende normeringen en wetten. Tevens dienen de materialen over een CE keuring te beschikken en dienen de certificaten van de fabrikant toegevoegd te worden. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 12 /121

13 De aannemer dient zich steeds op de hoogte te stellen van de te behalen energieprestatie-eisen. Aan de hand van de gestelde eisen en de vooropgestelde materialen in het onderhavige lastenboek dient de aannemer zijn materialen af te toetsen aan de hand van de te behalen energieprestatie-eisen. Tevens dient de aannemer alle stavingsstukken gevraagd door de energieprestatie-verslaggever aan te leveren. Deze stavingsstukken dienen steeds aan de bouwheer als het studiebureau technieken aangeleverd te worden in hard-copy en in digitaal formaat (pdf) technische fiches De aannemer dient maximum twee weken na toekenning van aanbesteding de eerste technische fiches te bezorgen aan de ontwerper en bouwheer. In het geval dat de aannemer de gewijzigde technische fiches niet bezorgt binnen de afgesproken termijn (min. één week) tijdens de vergaderingen, zal de bouwheer de vrije keuze hebben om de materialen vast te leggen, zonder dat de aannemer hiervoor enige vergoeding mag vragen. De technische fiches zullen steeds volledig in het NEDERLANDS op papier en digitaal (min. pdf-formaat) bezorgt worden aan de bouwheer, de architect en het studiebureau. Bij de eerste technische fiches bezorgt de aannemer steeds een overzichtslijst van alle artikelen van zijn aanneming in een bewerkbare excel-file. Deze excel file bevat min. de volgende kolommen: Artikel nummer conform lastenboek; Beschrijving conform lastenboek; Merk artikel; Type artikel; Gegevens artikel; Datum indiening; Goedkeuringskolommen: o Bouwheer; o Architect; o Studiebureau. Opmerkingen; De technische fiches zijn steeds volledig en bevatten alle onderdelen zoals beschreven in het onderhavige lastenboek. De juiste types/materialen dienen steeds aangeduid te worden. De fiches worden steeds per bundel ingediend, er worden geen aparte technische fiches aanvaard. De technische fiches dienen steeds voorgegaan te worden door een voorblad. De aannemer is vrij dit voorblad op te stellen, enkel dienen minimum onderstaande gegevens hierop aangegeven te zijn: Projectgegevens (dossier naam, nummer, adres, ); Deel aanneming (HVAC/verwarming/sanitair/elektriciteit/ ); Datum indiening; Artikel nummer conform onderhavig lastenboek; Beschrijving conform onderhavig lastenboek; Merk artikel; Type artikel; Gegevens artikel (afmetingen, vermogens, ); Eventuele afwijkingen ten opzichte van lastenboek; Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 13 /121

14 Handtekening aannemer met melding van het waarheidsgetrouw indienen van een technische fiche dewelke voldoet aan het onderhavige lastenboek of indien met afwijking dient dit aangegeven te worden; Plaats voor handtekening en datum van o De bouwheer; o De architect; o Het studiebureau. Indien de aannemer nalaat tot driemaal toe een goedkeuring te bekomen van een artikel, door het indienen van artikels dewelke afwijken aan het onderhavige lastenboek, zal de aannemer per bijkomende ingediende versie van het betreffende artikel een boete van 12,50 dienen te betalen. 1.7 akoestiek Indien verder niet specifiek bepaald is de norm S algemeen van toepassing op de installatie in zijn geheel. De inschrijver zal dan ook alle nodige voorzorgen nemen bij de uitvoering van zijn installatie om te voldoen aan deze en eventueel verder gestelde geluidspeilen, dit ongeacht het feit al of niet afzonderlijke artikelen in de opmeting voorzien zijn voor geluidsdemping. Dit omvat o.a. : Geluidsdempende materialen tussen de voetsteunen van de toestellen, de bevestigingsmiddelen, enz... om alle contact geluidsoverbrenging te voorkomen alsook het ontstaan ervan door wrijving ten gevolge van uitzetting of dergelijke; De geluidsdemping in luchtkanalen, roosters, enz...; De geluidsdemping in hun geheel van ventilatoren en andere toestellen opgesteld in verlaagde plafondruimten of dergelijke; Voor luchtgroepen of dergelijke die met kanalen, afvoer- of verse luchtname, buitenwanden en alle toestellen van welke aard ook die buiten opgesteld worden of lawaai naar buiten toe kunnen produceren zijn alle nodige dempingen te treffen zodat voldaan wordt aan de hiergenoemde voorschriften van "Dienst leefmilieu". Maximale geluidsniveaus: Beperkingen aan het geluidsniveau in de lokalen waar technische lawaaibronnen opgesteld staan. binnen mag het geluidsniveau niet meer bedragen dan: Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 14 /121

15 technische ruimtes: afwijking afwijkings niveau Ketelhuizen (of technische lokalen - vermogen 250 kw NR 70 voor de verwarmingsinstallatie): Lokalen voor de klimaatregeling: - debiet m³/h NR 70 Machinekamers van liften draagvermogen 8 pers.; NR 70 (één enkele kooi in werking): snelheid 3m/s Utilitaire ruimtes: Toilet: NR 65 Badkamers: - luchtextractie NR 35 - sanitaire apparaten NR 60 klaslokalen, muziek zaal, TV studio, vergaderzaal NR 25 private woningen, ziekenhuizen, theaters, bioscoop, vergaderzalen NR 30 bibliotheken, musea, gerechtszalen, scholen, operatie en zieken- NR 35 zalen, appartementen, hotels, kantoren van uitvoerende macht hal, gang, bagage ruimtes, restaurants, nachtclubs, kantoren, NR 40 winkels warenhuizen, supermarkten, kantines, algemene kantoorruimtes NR 45 NR: noise rating in het lokaal waar de geluidsbron (= technisch toestel, leiding, ) opgesteld staat. Buiten mag het geluidsniveau niet meer bedragen dan: Voor projecten in Vlaanderen: BIJLAGE van titel II van het VLAREM - gecoördineerde versie 30 juni 2006 MILIEUKWALITEITSNORMEN EN RICHTWAARDEN VOOR GELUID IN OPEN LUCHT Vervangen bij art. 264 B.Vl.Reg. 19 januari 1999, B.S. 31 maart 1999 Richtwaarden in db(a) in open lucht Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 15 /121

16 MILIEUKWALITEITSNORMEN IN db(a) GEBIED GEBIED IN OPEN LUCHT OVERDAG S AVONDS S NACHTS 1 Landelijke gebieden en gebieden voor verblijfsrecreatie Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van industrie- gebieden niet vermeld sub 3 of van gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en nutsvoorzieningen 3 Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van gebieden voor ambachtelijke bedrijven en kleine en middelgrote ondernemingen, van dienstverleningsgebieden of van ontginningsgebieden, tijdens de ontginning 4 Woongebieden Industriegebieden, dienstverleningsgebieden, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en ontginningsgebieden tijdens de ontginning 6 Recreatiegebieden uitgezonderd gebieden voor verblijfsrecreatie Alle andere gebieden, uitgezonderd: bufferzones, militaire domeinen en deze waarvoor in bijzondere besluiten richtwaarden worden vastgesteld 8 Bufferzones Gebieden of delen van gebieden op minder dan 500 m gelegen van voor grindwinning bestemde ontginningsgebieden tijdens de ontginning Opmerking: Als een gebied valt onder twee of meer punten van de tabel, dan is in dat gebied de strengste richtwaarde van toepassing. De aannemer zal de berekening van de geluidniveaus realiseren voor het materiaal dat hij selecteert en deze berekeningsnota s voorleggen. Alle maatregelen om de akoestische prestaties te respecteren, maken deel uit de aanneming van de installaties, zonder meerprijs, ook wanneer deze Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 16 /121

17 maatregelen door de specifieke selectie van het materiaal zouden afwijken van de voorzieningen in de plannen, in het bestek of in de meetstaat. Afwijkingen kunnen zowel in min als in meer zijn: als de aannemer bijvoorbeeld aantoont dat hij met kleinere of minder geluiddempers aan de akoestische eisen kan voldoen, dan zal dit aanvaard worden. Bijkomendevoorwaarden voor geluid: Qua geluidseisen dient men te voldoen aan de Vlarem artikel 2.2 en artikel 4.5, voor zover niet ondubbelzinnig aantoonbaar, wordt gebied 1 geselecteerd. 1.8 beproevingen, attesten en keuringen attesten en keuringen Hieronder vind men een niet limitatieve lijst terug van de attesten en keuringen die dienen aangeleverd te worden. Deze post bevat alle attesten en alle keuringen nodig om een volledig werkende en gekeurde installatie te bekomen Alle beproevingen dewelke nodig zijn voor het bekomen van alle keuringen en attesten zijn opgenomen in deze post. Alle documenten noodzakelijk voor de keuringen (kabelberekening, bordenschema s, ) dienen door de aannemer aangeleverd te worden De elektricien zal op zijn kosten de wettelijke keuring, met in dienst stellingverslag, van zijn volledige elektrische installatie, laagspanning, in overeenstemming met de voorschriften van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en het A.R.E.I, organiseren en laten uitvoeren. De aannemer dient 3 keuringsorganismes voor te leggen, waaruit de bouwheer kan kiezen.. Het keuringsverslag van dit organisme zal door hem ter beschikking gesteld worden aan de leidend ambtenaar 3 weken voor de voorlopige oplevering. Dit keuringsverslag sluit eventueel aanvullende opmerkingen vanwege de ontwerper niet uit. Het keuringsverslag moet vrij van opmerkingen zijn, zo niet zal een weigering van oplevering opgesteld worden. Eventuele herkeuringen worden uitgevoerd door hetzelfde keuringsorganisme (zelfde inspecteurs) en vallen ten laste van de elektricien. Er zal een afzonderlijk verslag opgemaakt worden voor de laagspannings- en de brandalarminstallatie en de veiligheidsverlichting. Tevens dient de aannemer de nodige tussentijdse controles en keuringen, indien vereist in aanwezigheid van een afgevaardigde van de stroom leverende maatschappij, tijdig te laten uitvoeren (o.a. voor de afwerking van wanden, vloeren en plafonds,...); de hiermee gepaard gaande kosten zijn ten laste van de aannemer. Specificaties Keuring Veiligheidsverlichting Keuring Brandcentrale Keuring laagspanningsinstallatie Attest brandwerende doorvoeren Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 17 /121

18 1.8.3 opleiding Voor de oplevering stelt de aannemer de installatie volledig in dienst. Tevens stelt hij het nodige geschoold personeel ter beschikking die een verantwoordelijke opleidt tot voldoening van de bouwheer. Het minimaal aantal uur opleiding is vastgelegd op 8 uren. 1.9 Plannen en schema's Algemeen Bij het beëindigen van de werken is de aannemer eraan gehouden een as-built dossier op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen, 3 weken voor de voorlopige oplevering. De opdrachtgever zal de voorlopige oplevering niet toestaan vooraleer in het bezit te zijn van een goedgekeurd as-built dossier digitaal afgeleverd in twee exemplaren. Dit dossier dient tenminste te bezitten : beschrijvend deel met aanduiding van de verschillende elementen, hun samenwerking en te bekomen prestaties; beschrijving van de werking met uitleg over de werking, uit te voeren handelingen en te nemen voorzieningen. De bijgaande plannen en schema s dienen de werkingspunten en instelwaarden te vermelden voor een normale werking met aanduiding van waarschuwing, alarmen en hun voorzorgen; alle plannen en schema s in hun laatste versie (op afdruk en digitaal); een set technische kaarten met vermelding van kenmerken/kenplaten en hun specifieke functie; de keuringsattesten (elektriciteit, brandmelding, enz ) en indienststellingsrapporten gebruikshandleidingen + onderhoudsvoorschriften Het as-built dossier zal digitaal en op papier worden afgeleverd. De inschrijver voorziet alle nodige werken voor het bekomen van een volledig en afgewerkt AS-BUILT dossier. Dit dossier dient minimum drie weken voor voorlopige oplevering overhandigd te worden ter nazicht. Het dossier bevat alle nodige technische fiches, handleidingen, plannen, in hard-copy als digitale versie. De documenten worden steeds in de landstaal, NEDERLANDS, aangeleverd. Inbegrepen De aannemer dient tijdens de uitvoering zijn plannen aan te passen naar de wensen en noden van het bouwteam. Het uitvoeren van deze wijzigingen zijn inbegrepen in de offerte door middel van het AS-BUILT dossier. De aannemer zal de plannen telkens updaten en de aangepaste kopie in hard-copy EN digitaal overmaken aan de leidend ambtenaar. Tevens zal een hard-copy van de aangepaste plannen wekelijks aangeleverd worden op de werf. Alle berekeningen, attesten, keuringen, beproevingen en handleidingen dewelke nodig zijn of gevraagd worden voor de gehele installatie zullen toegevoegd en aangeleverd worden. Indien het bouwteam tijdens de werken één van deze opvraagt zal de inschrijver deze steeds aanleveren. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 18 /121

19 Het aanleveren van het uiteindelijke as-built dossier in viervoud in hard-copy met een USB-stick met alle gegevens in digitale versie. Inclusief de berekeningen, opgemaakte documenten in bewerkbare versie indien voorhanden plannen en schema s van uitvoering Plannen en schema s van uitvoering De aannemer dient tenminste volgende plannen op te stellen (onvolledige plannen worden niet aanvaard) 3 weken voor de start van de werken: Schema s van de elektrische borden Voor uitvoering dienen deze schema's ter goedkeuring voorgelegd te worden aan een erkend organisme naar keuze van de bouwheer. Uitvoeringsplannen op 1/50 Zichtplannen van alle installatie-onderdelen Uitvoeringsplannen op 1/20 Detailplannen nodig voor coördinatie. Alle plannen dienen voorzien van de nodige aanduidingen voor : o Het benoemen van de toestellen zoals vermeld door middel van kenplaten; o Kenmerken nodig voor de verduidelijkingen van as-built dossier en te vermelden op aangebrachte kenplaatjes As-built AS-BUILT dossier Bij het beëindigen van de werken is de aannemer eraan gehouden een as-built dossier op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen, 3 weken voor de voorlopige oplevering. De opdrachtgever zal de voorlopige oplevering niet toestaan vooraleer in het bezit te zijn van een goedgekeurd as-built dossier digitaal en op papier afgeleverd in 4 exemplaren. Dit dossier dient tenminste te bezitten : - beschrijvend deel met aanduiding van de verschillende elementen, hun samenwerking en te bekomen prestaties; - beschrijving van de werking met uitleg over de werking, uit te voeren handelingen en te nemen voorzieningen. De bijgaande plannen en schema s dienen de werkingspunten en instelwaarden te vermelden voor een normale werking met aanduiding van waarschuwing, alarmen en hun voorzorgen; - alle plannen en schema s in hun laatste versie (op afdruk en digitaal); - een set technische kaarten met vermelding van kenmerken/kenplaten en hun specifieke functie; - de keuringsattesten (elektriciteit, brandmelding, enz ) en indienststellingsrapporten - gebruikshandleidingen + onderhoudsvoorschriften Het as-built dossier zal digitaal en op papier worden afgeleverd. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 19 /121

20 1.10 Algemene beschrijvingen van toepassing op elektrische installaties De werken geschieden volgens de regels van de kunst en het goed vakmanschap, conform aan zowel A.R.E.I. als A.R.A.B. alsook de geldende Belgische en Europese richtlijnen. De werken dienen eveneens te geschieden volgens het KB 25/04/2013, Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het AREI. Vitale stroombanen moeten volgens het KB 25/04/2013 behandeld worden. Naar aanleiding van het KB art f.1), worden in ruimtes met uitwendige invloeden BD2, BD3 en BD4 alleen elektrisch materieel met kenmerken SA en SD voorzien. - SA/SD kablering in het bord indien bord geen REI60 heeft. - Kabel in een buis buis ook SA/SD - Datakabels ook SA/SD. - Indien een kabel met de geëiste eigenschappen (SA/SD) niet beschikbaar is op de markt dan: Afwijking aanvragen bij de FOD Economie Kabel in een omkasting met REI60 plaatsen Kabel in de muur/vloer plaatsen (in buis/preflex) onder 3 cm cement/beton Alle posten waarvoor de aannemer prijs maakt, zijn inclusief plaatsing, aansluiting en in bedrijfname. De aanneming zal forfaitair aangenomen worden, eventuele latere opties die geen deel uitmaken van deze offerte zullen als meerwerk verrekend worden. Gelijkwaardige variante die de prijs drukken, mogen in bijlage vermeld worden. Indien er onduidelijkheden moesten zijn, betreffende type bekabeling, is het voor de inschrijver mogelijk voor aanbesteding de nodige bijkomende inlichtingen op te vragen bij Enerdo. De gebruikelijke discussies na aanbesteding zullen niet aanvaard worden, betreffende dit onderwerp. De werken omvatten hoofdzakelijk: het leveren, plaatsen en in dienst stellen van een ALSB; het leveren en plaatsen van installatiematerialen, kabelgoten en kabels; de opmaak van elektrische schema s en installatieplannen; het leveren en plaatsen en in dienst stellen van de brandmeldinginstallatie; het leveren en plaatsen en in dienst stellen van een inbraakalarminstallatie; het leveren en plaatsen en in dienst stellen van telefonie-, TV- en data-installatie; het bijwonen van de werf- en coördinatievergaderingen; - AANNEMINGSMODALITEITEN - COÖRDINATIE De algemene aannemer is gelast met de coördinatie in samenspraak met de opdrachtgever. De installateur zal zich dienaangaande schikken naar de planning van de algemene aannemer, niet alleen om het bouwwerk tijdig te voltooien, maar ook om de opvolging van de verschillende afwerkingsfasen niet in het gedrang te brengen. De wekelijks te houden werfvergaderingen dienen stipt te worden bijgewoond door bevoegd personeel. De grens der aanbestedingen zal steeds voorrang krijgen op andere documenten, wanneer er discussies zijn over de werken voorzien in de aanneming. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 20 /121

21 STUDIE - PRINCIPE VAN DE INSTALLATIE De elektrische installaties zullen worden uitgevoerd overeenkomstig het bijzonder bestek, het bijgevoegde situatieschema 'elektriciteit', alsook de bijgevoegde schema's en tabellen van de stroombanen. Bij het ontbreken van dergelijke schema s en tabellen zal door de installateur vooraf een zelf opgemaakt ééndraadsschema èn situatieschema ter goedkeuring voorgelegd worden, tenminste 30 dagen voor de aanvang van de elektriciteitswerken. Het ééndraadsschema betreft de schematische voorstelling van de elektrische installatie die de samenstelling van iedere stroombaan geeft, alsmede de onderlinge verbindingen. Op dit schema worden de leidingtypes, de doorsnede en het aantal geleiders van deze leidingen, de plaatsingswijze, het type en de kenmerken van de vermogensschakelaars, automatische differentieelschakelaars en van de beschermingsinrichtingen tegen overstroom, de schakelaars, de verbindingsdozen, de aftakdozen, stopcontacten, de lichtpunten en de vaste gebruikstoestellen aangeduid. Het situatieschema betreft een plan waarop door middel van conventionele symbolen de plaats van de borden, de aftakdozen, de lichtpunten, de stopcontacten, de schakelaars, de verbindingsdozen en de gebruikstoestellen aangeduid worden die op het ééndraadsschema voorkomen. De aanduidingen op de elektriciteitsplans, zoals gevoegd bij het dossier, hebben geen ander doel dan het aanduiden van de benaderende plaatsing van de lichtpunten, schakelaars en stopcontacten. Het eigenlijke traject van de leidingen, en de exacte plaatsaanduidingen zullen steeds ter plaatse bepaald worden in samenspraak met de opdrachtgever. Bij het vastleggen van het installatieschema en het verwezenlijken van de stroombanen zal rekening gehouden worden met onderstaande principes : de verdeling en het aantal stroombanen, alsook de aangewende draadsecties van de verschillende stroombanen moeten conform zijn aan de voorschriften van het A.R.E.I., de aangeduide secties op de plannen zijn de minimaal toe te passen secties; de stroombanen worden logisch opgevat en uitgebalanceerd, rekening houdend met een normale belasting en werking van de installatie; alle stroombanen hebben elk hun individuele aardgeleider; de installatie wordt derwijze opgevat dat bij de werking van het beveiligingsapparaat van één enkele stroombaan, niet al de lokalen van eenzelfde niveau zonder licht moeten blijven uitvoeringswijze Voor zover er niet van afgeweken wordt in de hierna volgende beschrijving is van toepassing het staatsbestek nr. 400 deel 400.B.01 en deel 400.B.02, het A.R.A.B. en het A.R.E.I. - laatste edities. Volgende EMC-normen zijn van toepassing (steeds de recenste versies): - IEC (1992) - IEC (2003) - IEC (2003) - IEC (2014) NBN -EN (2014) - IEC (2013) NBN -EN (2013) - IEC (1998) - IEC (2012) NBN -EN (2012) - IEC (2009) - IEC (1996) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 21 /121

22 - IEC (2004) - IEC (1999) - IEC (2004) NBN EN De werken vangen aan met een tracé van de installaties op de wanden en zolderingen in de lokalen. Dit tracé heeft voor doel de plaats te bepalen der leidingen, doorbrekingen en toestellen, die schematisch op de plannen zijn weergegeven. Indien de aannemer de werken aanvangt, zonder goedkeuring zijn plaatswijzigingen aangegeven door leidend ambtenaar uit te voeren ten laste van de aannemer. Dit tracé moet voorafgaandelijk door de opdrachtgever en de ontwerper worden goedgekeurd. Indien de aannemer de werken aanvangt, zonder goedkeuring zijn plaatswijzigingen aangegeven door leidend ambtenaar uit te voeren ten laste van de aannemer. De uitvoering van de werken zal op de werf in onderling overleg bepaald worden met de opdrachtgever en de ontwerper in functie van het gebruik van de bestaande elektrische installatie en de lokalen. In het bijzonder de werken die een stroomonderbreking vereisen. Op aanvraag van de aannemer zal voorafgaand een aftekeningvergadering doorgaan. Eventueel ontbrekende installatiematerialen en leidingen dient hij te voorzien in zijn inschrijving om zodoende een perfecte uitvoering van de elektrische installaties te garanderen, zoals beschreven in het bestek en aangeduid op de plannen. De elektriciteitswerken moeten binnen de opgegeven uitvoeringstermijn beëindigd zijn. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) doorboringen en groeven Alle doorboringen en eventuele groeven, tenzij anders vermeld in dit bestek of de grens der aanbestedingen, dienen uitgevoerd te worden en dit na overleg met de opdrachtgever, ruwbouwaannemer en de ontwerper. Plan met de doorboringen en groeven dient op voorhand voorgelegd te worden. Bij discussie dient steeds de grens der aanbestedingen als correct aangenomen te worden. Het dichten van sleuven en doorboringen zal gebeuren met mortel opdat de stevigheid en stabiliteit van de wanden niet verzwakt worden, door het aanbrengen van de elektrische voorzieningen. De elektricien dient de middelen te gebruiken die in staat zijn het inbeuken en wankelen te vermijden van de elementen, die de ruwbouw vormen. Het doorkappen en doorboren dient uitgevoerd te worden met moderne mechanische middelen (diamantboor- en schijf) en strikt beperkt te worden tot de noodzakelijke doorgangen. Alle doorvoeren moeten na het plaatsen van de buizen volledig dicht gemaakt worden en zijn uit te voeren d.m.v. doorboringen. Doorvoeren door brandwerende wanden dienen brandwerend dichtgemaakt te worden, zonder de brandweerstand van het element te verkleinen. De afdichting van buizen zal gebeuren met een afdichtingssysteem dat bestaat uit een reeks Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 22 /121

23 afzonderlijke, in elkaar passende rubber schakels met een zodanige vormgeving dat ze de ruimte tussen de buis en de wandopening perfect opvullen. De schakels worden bij middel van bouten met elkaar verbonden, zodanig dat ze een rubber ketting vormen rond de leiding met een drukplaat onder elke bout en moer. Na plaatsing van de afdichting in de vrije ruimte tussen leiding en doorvoeropening, worden door het aanhalen van de bouten, de rubber schakels samengedrukt zodat een waterdichte afdichting bekomen wordt. Het geheel dient zodanig geconstrueerd te zijn dat de leiding en de wand elektrisch van elkaar geïsoleerd zijn, zodanig dat het risico op elektrochemische corrosie tot een minimum herleid wordt. Het systeem is toepasbaar voor leidingen uit staal, kunststof, gietijzer, beton,... en dunwandige buizen. Het afdichtend vermogen bedraagt minstens 14 m waterkolom. Alle doorvoeren van kabels en kabelbundels door wanden van kelders en kruipkelders en doorvoeren door het dak dienen uitgevoerd te worden met een waterdicht afdichtingssysteem specifiek ontworpen voor dergelijke toepassingen. (Het nadien opspuiten van de doorvoer met siliconen of het opstoppen met mortel wordt NIET aanvaard). De doorvoeropeningen in de betonwanden dienen gemaakt te worden door de aannemer van onderhavige aanneming. Enkelvoudige kabels worden in enkelvoudige afdichtingspluggen van flexibel synthetisch rubber (EPDM) geplaatst. De te boren opening dient correct afgestemd op de diameter van de afdichtingsplug: de afdichtingsplug wordt geklemd in de geboorde opening tegen de buitendiameter van de kabel. De afdichtingspluggen zijn zowel aan de binnenkant als aan de buitenzijde voorzien van profileringen volgens het labyrint principe; aan de buitenzijde is de profilering aangebracht onder een hoek wat het plaatsen van de afdichtingsplug vergemakkelijkt. Het afdichtend vermogen is minimaal 10 m waterkolom. Kabelbundels worden geplaatst in multi-doorvoerpluggen; deze dienen geplaatst te worden voor het trekken van de kabels. Nadat de kabels door die doorvoeropeningen van de multi-doorvoerplug zijn gevoerd, worden deze doorvoeringen afgedicht met afdichtingspluggen. Niet gebruikte doorvoeren worden afgedicht met blinde pluggen. De lokalen waarin (m.i.v. de aangrenzende lokalen, gangen en traphallen) door de aannemer van de elektriciteitswerken werken werden uitgevoerd dienen dagelijks in volmaakte staat van zuiverheid te worden gebracht. De puinen en waardeloze materialen voortkomende van de aanneming moeten dagelijks worden verwijderd. Er worden voorzieningen getroffen door de algemene aannemer voor dit puin af te voeren. Hier kan de aannemer elektriciteit steeds gebruik van maken. Herstelwerken na het installeren zijn inbegrepen in de prijzen. Toepassing Plaatsen van bekabeling, stopcontacten, verlichting, aansluitdozen, Zie grens der aanbestedingen Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 23 /121

24 plaatsen van toestellen Algemeen De installatie wordt uitgevoerd volgens plan, beschrijving en schema. Deze documenten vervolledigen zich onderling. De bijhorende plannen bevatten het grondplan met aanduiding van de toestellen en het schema van de verdeelborden met de stroomkringen. Tijdens de uitvoering van de installatie moet de ligging en verbindingen van de kringen op de plannen aangeduid worden. Op de plannen zijn de benaderende plaatsen van de toestellen aangeduid. Kleine plaatswijzigingen van de apparaten mogen geen aanleiding geven tot prijsverhoging voor zover de werken niet zijn uitgevoerd volgens goedgekeurde uitvoeringsplannen. Voor de start der werken wordt per type lokaal de inplanting van alle toestellen op de muren en plafonds afgetekend en met het Bestuur besproken. Plaatswijzigingen geven geen aanleiding tot verrekening. Indien de aannemer de werken start zonder goedkeuring van de inplanting van de toestellen, doet hij dat op eigen risico en kan de bouwheer zonder verrekening aanpassingen laten uitvoeren. Voor de voeding van toestellen dient de aannemer de plaatsing uit te voeren volgens de richtlijnen van de leverende aannemer. Alle diameters zijn zoveel mogelijk bij de leidingen zelf aangegeven en zullen beschouwd worden als minima. Alle opgegeven afmetingen der materialen en toestellen zijn ten titel van inlichting en zijn niet bindend. Huidige aannemer zal echter bij de keuze der materialen deze opgegeven afmetingen zoveel mogelijk benaderen. Van elk der toestellen zal een exemplaar ter goedkeuring op de werf gebracht worden. Tenzij de inschrijver uitdrukkelijk wijzigingen voorstelt welke dan gestaafd worden door genaamtekende en gedagtekende nota's, wordt hij geacht akkoord te gaan met de perfecte werking van de installatie. Toepassing Globaal REFERENTIENORMEN De uitvoerder van de elektrische installaties zal rekening houden met onderstaande voorschriften : De voorschriften van de laatste uitgave van het A.R.E.I. - Algemeen Reglement op de Elektrische Installatie. ( De tekenconventies zoals gehanteerd in het A.R.E.I. De voorschriften van de laatste uitgave van het A.R.A.B. - Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming. ( KB van 7/07/1994 (en wijzigingen) inzake basisnormen voor de preventie ven brand en ontploffing S /2 NBN EN Voorschriften en toepassingsgids voor thermische beveiliging (2003) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 24 /121

25 De regels van goed vakmanschap en algemene technische voorschriften uitgegeven door C.E.T.S. In overeenstemming met de bepalingen en voorschriften hierboven vermeld, zullen de elektrische installaties van gebouwen en hun aansluiting op het laagspanningsdistributienet bovendien voldoen aan de algemene leverings- en aansluitingsvoorwaarden en de bijzondere technische voorschriften van de plaatselijke netbeheerder brandveiligheid van de installatie De elektrische installatie en de elektrische kabels dienen te voldoen aan (laatste versies): KB 25/04/2013 basisnormen brandpreventie norm NBN addendum 3 norm C F1/F2/F3 norm S /2 bekabeling SA : NBN EN of IEC bekabeling SD : NBN EN of -2 (oude norm NBN EN ) Bekabeling van vitale stroombanen en de bevestiging ervan moeten FR2 getest zijn.(of voorzien te worden van een gelijkwaardig alternatief volgens het AREI) Duitse norm DIN 4102 Teil 12 (Brandverhalten von Baustoffen und Bauteilen - Teil 12: Funktionserhalt von elektrischen Kabelanlagen; Anforderungen und Prüfungen ) waar steeds een draagsysteem (inclusief ophanging) en kabel samen gecertificeerd worden. De normen NBN C (Blanke draden, geleiders en kabels - Algemeenheden - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen - Classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie) en NBN add. 3 (Weerstand tegen brand van bouwelementen) zijn van toepassing. De doorvoeringen doorheen bouwelementen van leidingen voor fluïda, vaste stoffen, elektriciteit of elektromagnetische golven dienen te voldoen aan de omzendbrief "Aanbevelingen betreffende de weerstand tegen brand van de doorvoeringen van bouwelementen". Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) Meting Pro Memorie (PM) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 25 /121

26 explosiegevoelige lokalen Lokalen met een verhoogd risico op explosies, dienen met gepaste materialen uitgerust te worden. Dit volgens de geldende richtlijnen. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) visuele aspecten van de installaties Visuele hinder tot een minimum beperken, zowel binnenin het gebouw als aan de buitenzijde van het gebouw. De gebruikte toestellen alsook, leidingen en kanalen worden ter goedkeuring voorgelegd vooraleer te plaatsen. Indien er kans is op visuele hinder, zal de aannemer dit eerst overleggen met de bouwheer en leidend ambtenaar vooraleer over te gaan tot plaatsen van de leidingen. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) gebruiks- & onderhoudsvriendelijkheid van de installaties De installatie moet zo opgevat zijn dat het onderhoud tot een minimum wordt beperkt. De verdeelborden bevinden zich op gemakkelijk en veilig toegankelijke plaatsen; bovendien laten deze verdeelborden uitbreiding van de installatie toe. De bedienings-, regel- en controleorganen moeten gemakkelijk bereikbaar zijn voor bediening en eventuele vervanging. Bij de oplevering van de installatie wordt er een nota afgeleverd die duidelijke informatie verstrekt inzake het gebruik en het vereiste onderhoud van de installatie. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) spanning De laagspanningsinstallatie is te voorzien voor een 3-fasige wisselstroom met nulleider. 400V + N + A TT-net De verdeling van de kringen over de fasen dient zoveel mogelijk gelijkmatig te gebeuren. Voor de arbeidsfactor van het afgenomen vermogen zal gestreefd worden naar een cos > 0,90 bedragen. De faseverschuiving is te bepalen. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 26 /121

27 Het uitmeten van de arbeidsfactor is ten laste van de aannemer van de elektriciteitswerken. De arbeidsfactor wordt gemeten na de hoofdschakelaar van het ALSB. De meetresultaten dienen voorgelegd te worden, het verbeteren van de arbeidsfactor behoort niet tot onderhavig aanneming. Aard van de overeenkomst Pro Memorie (PM) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 27 /121

28 3 AANSLUITINGEN & TELLERKASTEN 3.1 algemeen De tellerkasten dienen te voldoen aan de voorschriften van de DNB. Hierbij dienen ook de opstellingsvoorwaarde gerespecteerd te worden. 3.2 tellerkasten Het betreft de levering en plaatsen van de teller kasten op een raamwerk, inbegrepen de uitgeruste aansluitmodules, conform de DNB. Dit dient te gebeuren in het tellerlokaal o Kinderopvang : 1 stuk, 3x400V+N/63A; De aansluitkabel naar het elektrisch bord is inbegrepen in 7.3 voedingskringen binnen. De aansluiting van deze aansluitkabel op de teller kasten dient in de éénheidsprijs opgenomen te worden. Uitvoering De aannemer elektriciteit dient alle werken uit te voeren zoals opgegeven door de DNB (grondwerken tot rooilijn, trekput (1 x 1 x 1 m) aansluiten op lastscheider, ). De aannemer dient contact op te nemen met de DNB binnen 2 weken na het toekennen van de werken om zich op de hoogte te stellen van de uit te voeren werken. Eventuele meerwerken door het niet op de hoogte zijn van de uit te voeren werken, zijn ten laste van de aannemer. Al de nodige meterkasten die dienen voor de aansluiting/afzekering van toekomende bekabeling en het doorlussen van de meterkasten, zijn tevens inde prijs inbegrepen. De uitrusting en de uitvoering van het raamwerk voor de kastenbatterij is conform de DNB en dient uitgevoerd te worden na overleg met de DNB. Er wordt 1 tellerkast voorzien, bestemd voor dubbel uur tarief. De inschrijver dient bij de DNB de nodige aansluitformulieren op te vragen en in te vullen om deze aan de opdrachtgever ter beschikking te stellen. De opdrachtgever staat in voor het verder afhandelen van de aansluitformulieren met de DNB Infrax. Aard van de overeenkomst Globaal prijs Totaal prijs Toepassing Meterkastenbatterij in het tellerlokaal. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 28 /121

29 4 VERDEELBORDEN 4.1 algemeen Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van bord, bekabeling, aansluitingen, het elektrisch schema, de kenplaatjes en alle toebehoren. Alle onderdelen zoals vermeld op het principeschema, meetmodules en eventuele aanvullingen van de aannemer nodig voor een goede werking, maar niet vermeld in het bestek. De borden beantwoorden aan de voorschriften van het type-bestek nr. 400 B.02 en het AREI De inplanting van het bord en de uitrusting zijn schematisch weergegeven op de plannen. Alle metalen delen van de borden dienen geaard te worden. Uitvoering De verdeelborden moeten voldoen aan het KB 25/04/2013, Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het AREI. Vitale stroombanen moeten volgens het KB 25/04/2013 behandeld worden. Naar aanleiding van het KB art f.1), worden in ruimtes met uitwendige invloedfactoren BD2, BD3 en BD4 alleen elektrisch materieel met kenmerken SA en SD voorzien. Reserve - SA/SD kablering in het bord indien bord geen REI60 heeft. - Kabel in een buis buis ook SA/SD - Datakabels ook SA/SD. - Indien een kabel met de geëiste eigenschappen (SA/SD) niet beschikbaar is op de markt dan: Afwijking aanvragen bij de FOD Economie Kabel in een omkasting met REI60 plaatsen Kabel in de muur/vloer plaatsen (in buis/preflex) onder 3 cm cement/beton De verdeelborden bestaan uit een voldoende ruim gedimensioneerde kast om, volgens de grootte van de installatie, alle vereiste modules (automaten, differentieelschakelaars,...) in onder te brengen. Zij beschikken bovendien over een reserve uitbreidingsruimte van minimum 25 % extra op het voorziene vermogen en 25% op de ruimte in de kast zelf. Kortsluitvermogen Het maximale kortsluitvermogen dient door de aannemer voor de desbetreffende punten berekend te worden (kabelberekeningen voor te leggen aan ontwerper). Het verdeelbord en de apparatuur dient aangepast te zijn aan deze maximale waardes. Selectiviteit De aannemer wordt op gewezen dat de praktische selectiviteit na het beëindigen van de installatie zal getest worden. Bij een negatief resultaat zal hij de nodige aanpassingen op zijn kosten uitvoeren. Als gevolg van voornoemde maatregel wordt back-up beveiliging (filiatie of associatie) - het gebruik maken van het begrenzingsvermogen van vermogenschakelaars - niet toegestaan, tenzij deze de selectiviteit niet in het gedrang brengt, en dit bij kortsluitstromen tot aan het minimaal gevraagde onderbrekingsvermogen in het respectievelijk bord. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 29 /121

30 De geleiders van de gebruikte kabels zijn uit koper. Geleiders die achter de verdeelkasten voorzien worden, moeten zodanig gemonteerd worden, dat zij zich niet kunnen verplaatsen. De kruisingen moeten op een behoorlijke afstand worden verwezenlijkt en waar nodig van een speciale isolatie voorzien worden. De geïsoleerde geleiders worden aangebracht in draadkanalen; deze zijn vervaardigd uit zelfdovend thermoplastisch materiaal. Ze kunnen geopend worden zonder gereedschap. De kanalen bezitten over hun volledige lengte inkepingen die een gemakkelijke plaatsing van de geleiders toelaten. De opstaande lamellen kunnen zowel plaatselijk als over een grote lengte verwijderd worden. De kanalen zijn voorzien van een vol deksel met doelmatige glijschouders en draadhouders. Alle op de verdeelkasten aangesloten apparaten zijn vergezeld van genummerde etiketten, ingeval van een transparante plexideur worden kleefetiketten voorzien met vermelding van het kamernummer. Aan de binnenzijde van de deur van de verdeelkast wordt een planhouder voorzien waarin een kopie van het eendraadsschema en het situatieschema worden geplaatst met aanduiding van de nummers, overeenstemmend met de apparaten. Voor de montage van het verdeelbord wordt afhankelijk van de ondergrond een stevige vochtbestendige bevestigingsplaat voorzien, afgestemd op de afmetingen van het verdeelbord (d.m.v. een waterbestendige multiplex, dikte 18 mm / betonplexplaat, dikte 18 mm / geautoclaveerde dubbelgeperste vezelcementplaat, dikte 10 mm /...). Invoer van de kabels door middel van PVC- buizen, de minimale beschermingsgraad dient verzekerd te zijn bij de indienststelling van het verdeelbord. Beveiligingsapparatuur met toegekend onderbrekingsvermogen Icn<=4.5kA volgens NBN C wordt in geen enkele situatie toegelaten. Gezien de vermogenschakelaars grotere en vitale gedeeltes van de installatie bewaken, zal speciale aandacht besteed worden aan hun gedrag bij kortsluiting. Het voor de schakelaar opgegeven ultiem onderbrekingsvermogen Icu dient ten minste twee maal direct na elkaar geïncasseerd te kunnen worden door het toestel m.a.w.: Ics=100%Icu (NBN EN ). Kleine modulaire automaten zullen een mechanische duurzaamheid van ten minste cycli hebben, en een elektrische van ten minste cycli. Zelfs indien deze kleinere automaten geen onmiddellijke toepassingen hebben in de huidige installatie, dan zal om redenen van uitbreidbaarheid het voorgestelde merk in al zijn kleinere automaten over deze eigenschappen bezitten. Ongeacht het aantal eindverdeelkringen achter een groepsdifferentieelschakelaar, zal deze laatste steeds van hetzelfde kaliber zijn als de stroomopwaartse overstroombeveiliging. De juiste vermogens van de elektrische voedingen voor de andere nevenaannemers (HVAC, sanitair, lift, theatertechnieken, RWA, geothermie,...) zijn voor uitvoering van de borden en voedingskabels op te vragen door de inschrijver aan de respectievelijke installateur Volgende berekeningen, uitgevoerd met een elektronisch berekeningsprogramma die de Belgische normen en wetgeving volgt, zijn een last van deze aanneming. Ze zullen vóór het uitvoeren van de Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 30 /121

31 borden en samen met de technische fiches voorgelegd worden, op papier maar op vraag van het studiebureau ook digitaal in een open-source formaat. - Selectiviteitberekeningen op basis van praktische selectiviteit op elk niveau van de installatie. Berekening zoals hierboven gespecifieerd. - Berekening van de te verwachten kortsluitstromen op elk niveau van de installatie, voor het bepalen van het uitschakelvermogen van de apparatuur. - Berekening van de secties van de kabels in functie van de beveiligingscurve van de automaat (zie fabrikant), de lengte van de kabel en de wijze van plaatsing. Voor de vitale stroombanen volgens artikel 104 van het AREI, moet voor de dimensionering rekening gehouden worden met een verhoogde omgevingstemperatuur. - Berekening van de spanningsval op de verschillende takken van de installatie. De inschrijver zal op eenvoudige vraag van het studiebureau de databases waarmee de berekeningen gemaakt zijn, vrijgeven. Hij zal daarbij een verklaring van de fabrikant/constructeur insluiten dat de curves op de originele stukken zijn gemaakt en dat deze geen aangepaste kopie of extrapolatie zijn van een ander merk. Samen met deze berekeningen zullen worden afgeleverd: de componentenlijsten, klemmenlijsten, layout van de borden, meerdradige uitvoeringsschema's, enz. Alle componenten binnen één installatie zullen van één en dezelfde constructeur zijn - gelabelde beveiligingscomponenten worden niet aanvaard. Ten einde de conformiteit aan de NBN EN 60439/NBN EN en de kwaliteit volledig te garanderen geldt deze eis zowel ten aanzien van de constructie elementen als ten aanzien van de (vermogen)schakelaars en beveiligingen. In tijden van energiebeheer is het noodzakelijk dat de lossers van de vermogenschakelaars (>100A) op eenvoudige wijze kunnen vervangen worden door lossers uitgerust met een interne stroom en spanningsmeting en dat deze op een BMS systeem kunnen gekoppeld worden. Om veiligheidsredenen zal de hoofdautomaat-schakelaar van elk hoofdbord van een gebouw van het type 'vermogenschakelaar' zijn. Het schakelende gedeelte zal steeds één hogere waarde dan te onderbreken stroom hebben en aangepast worden met de juiste losser. De te voorziene differentieelinrichtingen zullen van het type met verhoogde immuniteit voor verstoorde elektrische netten zijn, en bestand tegen alle ongewenste uitschakelingen of nietuitschakelingen ten gevolge van bijvoorbeeld: - lek door pulsvormige gelijkstroom; - ongewenste uitschakeling als gevolg van atmosferische storingen; - ongewenste uitschakeling tengevolge van verzonden capaciteiten van filters; - invloed van de hoge frequenties. Voor de inrichtingen met deuren zullen de scharnieren onzichtbaar zijn van buitenaf, ze zullen voorzien zijn van een handvat dat met een sleutel kan afgesloten worden. Het toe te passen merk en type slot zullen tijdig aan de bouwheer gevraagd worden. Voor de verdeelinrichtingen die op de grond steunen is er naast het metalen/zelfdovende kunststof voetstuk ook een voetstuk uit beton (h = 150 mm) door de installateur te maken. Onafhankelijk of zij voorkomen op de plannen of niet zullen alle borden steeds en altijd voorzien worden van een verlichting (per bordcompartiment) en een tweepolige contactdoos met aarding. Ze worden gevoed door een afzonderlijke kring aangesloten vóór de hoofdschakelaar en beveiligd door een automatische schakelaar van 16A met differentieelinrichting. De afdekkap op het bord ter afdekking van de in- en uitgaande leidingen. Deze heeft dezelfde breedte van het bord en een aangepaste diepte en hoogte in functie van de aansluiting met de kabelgoten en/of een dakplaat die de montage en doorvoer van pakkingsbussen mogelijk maakt. Totale afwerking en IP graad analoog met de rest van het bord. De in- en uitgaande leidingen tot aan vloer en plafond worden op de naastliggende kabelladder geplaatst. Alle vermogenschakelaars en automaten zullen een kortsluit onderbrekingsvermogen hebben Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 31 /121

32 volgens de berekeningen die zullen voorgelegd worden door de inschrijver, rekening houdend met een minimum van 10kA volgens NBN C in alle borden. Daarenboven hebben de vermogenschakelaars een onderbrekingsvermogen van minimaal 1.5 maal de berekende waarde. Uitvoeringsplannen De aannemer dient steeds 3 weken voor de uitvoering de uitvoeringsplannen en schema s door te geven aan de bouwheer, projectcoördinator en studiebureau ter goedkeuring. De volgende uitvoeringplannen dienen aangeleverd te worden: Vooraanzicht bord met indeling kast Bedradingsschema s Aansluitingsschema s van de verschillende aangesloten lokalen en gebruikte toestellen, met de vermelding van de kenmerken van deze toestellen. Verdeling van het vermogen Het vermogen dient zo symmetrisch mogelijk verdeeld te worden over de 3 fasen. Er mag maximaal een verschil zijn van 20% tussen de minst en de meest belaste fase. Na de uitvoering dient de aannemer het fasenevenwicht na te meten bij maximale belasting. Bij afwijkingen groter dan 20% dient, op kosten van de aannemer, het vermogen opnieuw verdeeld te worden om een correcte fasenverdeling te verkrijgen. Bordverlichting en stopcontact Elk elektrisch bord dient voorzien te worden van bordverlichting en een stopcontact(2p + A), aangesloten voor de lastscheidingsschakelaar, in overeenstemming met typebestek 400. Contactoren en relais In overeenstemming met TB 400 B 01 d6 en NBN C en IEC opbouw en uitvoering in overeenstemming met de norm - IEC magneetschakelaars - IEC hulprelais - IEC 337 2b hulprelais - gebruiksklasse: o verlichting AC1 o machines AC3 - Aantal polen volgens aanduiding op de schema s Din rail bevestiging. Programmeerbare schemerschakelaar - Van het elektronische type uitgerust met een wisselcontact. - Toestel voor Din rail bevestiging. - Uitgerust met een digitale schakelklok met weekprogramma en een aparte foto elektrische cel. - Mogelijkheid tot programmeren van minimum 4schakelingen per dag. - Schakelvermogen 16 A. - IP graad. - Schemerschakelaar IP Foto elektrische cel IP 65. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 32 /121

33 De schemerschakelaar is ongevoelig voor lichtvariaties die korter zijn dan 50 sec. Instelbereik: lux. Indien de schemerschakelaar met klok meerdere kanalen moet bedienen, valt de ingebouwde klok weg en dient een aparte klok met meerdere kanalen voorzien te worden. Op elk kanaal van de klok is dan een contactor aangesloten die bediend wordt door de schemerschakelaar. Programmeerbare schakelklok De programmeerbare schakelklok is van het digitale type en is verkrijgbaar met 2, 3 of 4 kanalen Het weekprogramma laat toe iedere dag van de week verschillend te programmeren. Ook elk kanaal is een omschakeling mogelijk tussen gedwongen werking, automatisch en stop. Omschakeling zomer / wintertijd is mogelijk zonder wijziging van de programma s. Er zijn minimum 24 geheugenplaatsen voorzien per kanaal. De klok heeft een gangreserve van minimum 1 jaar. Impulsschakelaar teleruptor Impulsschakelaars zijn van het modulaire type voor bevestiging op symmetrische DIN profielen. De constructie is conform NBN C en IEC Naargelang de toepassing zijn ze uitgevoerd als 1, 2 of 4 polige toestellen (zie schema s). Ze zijn allen voorzien van een standaanduiding en -aansluiting en een handbediening. De impulsschakelaars zijn zodanig geconstrueerd dat ze een geruisloze werking garanderen. Indien bij het samenstellen van de verdeelborden meerdere impulsschakelaars naast elkaar moeten geplaatst worden dient men rekening te houden met mogelijke warmte afvoer. Volgens opgave van de constructeur worden dan vrije ruimte tussen de impulsschakelaars voorzien. Technische gegevens: - IP A V AC Bij het samenstellen van speciale stuurkringen wordt ernaar gestreefd steeds materiaal van hetzelfde merk te gebruiken. Schakelaars De schakelaars welke in het bord opgenomen worden zullen van het modulaire type voor railbevestiging zijn. Ze zijn uitgevoerd als enkelpolige -, tweepolige of wisselschakelaars volgens aanduiding op het schema. Een graveerplaatje met de functieaanduiding zal bij de schakelaar bevestigd worden. Trappenhuisautomaat De trappenhuisautomaat is een toestel van het modulaire type voor DIN railbevestiging voor sturing van een verlichtingskring met regelbare duur van 1 tot 7minuten in stappen van 15 seconden. De herstart van vertraging gebeurt bij druk op de stuurdrukknop na 20 seconden. Aanwijsplaten en merken Op de kastdeur dient een gevarendriehoek conform het A.R.E.I. aangebracht te worden, alsook de gebruikte spanning en de naam van het bord. Zie TB 400 B 01 f Aard van de overeenkomst Pro Memorie - PM Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 33 /121

34 4.2 apparatuur van de borden PM Het leveren, plaatsen en aansluiten van de apparatuur is bij in de prijs van de borden inbegrepen. Meting Pro memorie - PM Uitvoering Algemene schikking van de apparatuur De op te stellen apparatuur, schakelaars, scheidingsschakelaars, contactsluiters, uitschakel - automaten, enz. is beschermd volgens de wijze IP 40. De apparatuur is van het type met aansluiting langs de voorzijde. Ze is logisch en regelmatig opgesteld. De apparaten van dezelfde aard en functie worden volgens horizontale lijnen geplaatst in het verdeelbord. Al de apparaten welke betrekking hebben op eenzelfde deel van de installatie zijn zoveel mogelijk in eenzelfde zone van het bord samen gebracht. Rond elk apparaat blijft er voldoende plaatsruimte om het kabelwerk, het demonteren, het nazicht, het onderbord, enz. in de beste voorwaarden te kunnen uitvoeren. De apparaten, voorzien op het raam, mogen op overeenkomstige rails worden bevestigd. Welke ook de gekozen bevestigingswijze is, moet deze aldus uitgevoerd worden zodat men de apparatuur kan losmaken en vervangen zonder dat men verplicht is andere apparaten of een deel van het raam uit elkaar te nemen. Railstelsel De algemene energieverdeling gebeurt met een koperen railstel L1-L2-L3-N. De aardrail, boven en onderaan de kast, heeft een klem per aardleiding die er op aangesloten is. Kabelwerk De kabels en draden hebben dezelfde doorsnede als deze van de geleiders welke zij verlengen. Het kabelwerk dient met de grootste zorg ordelijk te worden uitgevoerd. De bedrading in de verdeelborden gebeurt met VOB draden gelegd in kabelgoten, slagvast niet brandgevaarlijk en hittebestendig tot +70 C, kruipstroomvast. De kabelgoten zijn gesloten door een afneembaar deksel uit dezelfde stof. De kleurcode van de bedrading dient aan de werfleiding ter goedkeuring te worden voorgelegd en veralgemeend voor de gehele installatie. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 34 /121

35 Stroomsterkte De nodige stroomsterkte wordt aangeduid op de schema s, bij gebrek aan deze aanduiding, zijn de volgende voorschriften van toepassing : wanneer de toestellen motoren bedienen of beschermen, is de nominale stroomsterkte ten minste gelijk aan 1,2 maal de nominale stroomsterkte die het toestel in normale dienst doorloopt. Kabelwerk uitgevoerd in geïsoleerde rails De rails zijn uitgevoerd in zuurstofvrij koper. Het isolatieprofiel bestaat uit zelfdovende halogeenvrije warmtebestendige kunststof (> 96 C). Doorslagvastheid volgens DIN 53481/1,2, kortsluitvastheid 25kA. Meeraderige geleiders Wanneer gebruik gemaakt wordt van meeraderige geleiders, dienen de uiteinden van kabelschoenen te worden voorzien Aanduidingen Een aanwijsplaat vermeldt de naam van de kast en de distributiespanning. Het deurpaneel(van het verdeelbord of omkasting) bevat eveneens een gele driehoek met bliksemschicht conform het A.R.E.I. De apparaten die op de buitenste oppervlakken zijn geplaatst en deze erin, alsook de aankomsten en vertrekken der uitwendige kabels, worden met aanwijsplaten welke zeer goed leesbaar zijn en van een onberispelijk aspect gemerkt. Het model en de tekst dienen ter goedkeuring aan de ontwerper te worden voorgelegd. Behalve schriftelijke afwijking van deze laatste, worden zij altijd vervaardigd uit gesatineerd aluminium of uit een plastisch materiaal met heldere tekst op zwarte ondergrond. De aanwijsplaten en etiketten zijn te lijmen. In de kast plaatst de aannemer een algemeen constructieplan van het bord alsook het elektrische schema. Het elektrisch verdeelbord mag pas vervaardigd worden na goedkeuring, van de elektrische schema s en de gedetailleerde constructieplannen der kasten, door de ontwerper. Lastscheidingsschakelaar De schakelaars beantwoorden aan de voorschriften van IEC en EN en zijn geschikt voor gebruiksklasse AC23B. De schakelaars zijn uitgevoerd met beweegbare parallel mes contacten met onafhankelijke bediening. Het aandrijfmechanisme is tegen stof beschermd en duidt de werkelijke stand van de kontakten aan. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 35 /121

36 conditionele kortsluitstroom bij 400 V de onderbreking is vierpolig. de nominale gebruiksspanning is 415 V. levensduur: min in- en uitschakelingen. Contactoren Voor het aanzetten van machines is de gebruiksklasse AC23A van toepassing. De contactoren worden in de verdeelborden gemonteerd en moeten tijdens hun bekrachtiging onhoorbaar zijn. De contactoren bezitten een zilverlegering, een dubbele onderbreking en afzonderlijke veren. Verklikkerlampjes Het zijn neonlampjes met koude kathode en met ingebouwde weerstand. Hun levensduur is minimum uren. Zij zijn voorzien van een half bolvormig kapje van kunststof met een diameter van minstens 18 mm, in de massa gekleurd in rood, geel, blauw of wit. De vervanging van de lamp of van het geheel moet eenvoudig zijn. De lampjes zijn ingebouwd in de deur van het bord of in de afdekplaat en door signalisatieplaatjes geïdentificeerd. Relais De relais worden voorzien voor de automatische bediening van verschillende uitrustingen. De contacten hebben een nominale stroomsterkte van minstens 6 A. Het aantal contacten wordt bepaald in functie van de schema s. De beveiliging van de stuurkring dient aangepast te zijn aan de nominale stroom van de contacten. Voedingen(gelijkspanning) DC output: 12/24 VDC volgens toepassing Rendement: >81/89% Gestabiliseerde voeding Aansluitklemmen met schroefbevestiging. DIN rail montage. Automatische schakelaars Alle schakelaars en contactoren zijn conform EN en bezitten schakelklasse AC3. Vermogensschakelaars Vanaf In (nominale stroom) groter dan 80A en/of een onderbrekingsvermogen hoger dan 15 ka zijn vermogensschakelaars toe te passen en indien aangeduid op de bordenplannen. De vermogensschakelaars beantwoorden aan de voorschriften van EN , IEC 947-2, het AREI art De nominale stroomsterkte van de vermogensschakelaars is op de schema s aangeduid, doch mogen echter aangepast in functie van het voorgestelde materieel. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 36 /121

37 Alle vermogensschakelaars zijn: uit te rusten met verwisselbare losserblokken voor thermische en magnetische beveiliging, en losserblokken voor speciale toepassingen; uitbreidbaar met elementen voor aardlekbeveiliging, afstandsbediening, hulpschakelaars, enz. Karakteristieken: driepolig en vierpolig volgens de aanduidingen op de bordenplannen; de uitwisselbare lossers zijn regelbaar (Ir = 0,6 tot In) tegen overbelasting. De vermogens en het type lossers zijn op de bordenplannen aangeduid. De vermogensschakelaars zijn toe te passen als distributiebeveiliging. Gezien de vermogenschakelaars grotere en vitale gedeeltes van de installatie bewaken, zal speciale aandacht besteed worden aan hun gedrag bij kortsluiting. Het voor de schakelaar opgegeven ultiem onderbrekingsvermogen Icu dient ten minste twee maal direct na elkaar geïncasseerd te kunnen worden door het toestel m.a.w.: Ics=100%Icu (NBN EN ). Kleine automatische schakelaars De schakelaars beantwoorden aan de voorschriften van NBN C De schakelaars zijn met een kortsluitvermogen min. 10 ka en inklikbaar op DIN-rail. Keurmerk : CEBEC Tweepolig: de onderbreking gebeurt gelijktijdig op de twee polen. Op elke pool is een thermisch en een magnetisch beveiligingselement. De nominale stroom is 6A-10A-16A(verlichting)-20A(stopcontacten)-32A-enz... Vierpolig : dezelfde uitvoering als voorgaande doch voor 400 V - 50 Hz met beveiligingselementen op de 3 fasen. De beveiligingsautomaten zijn gebouwd in een kunststof huis. De onderbreking moet ook met de hand kunnen geschieden. Men moet de stand van de automaat (in- of uitgeschakeld) kunnen vaststellen ook als het deurpaneel van het bord gesloten is. Kleine modulaire automaten zullen een mechanische duurzaamheid van ten minste cycli hebben, en een elektrische van ten minste cycli. Zelfs indien deze kleinere automaten geen onmiddellijke toepassingen hebben in de huidige installatie, dan zal om redenen van uitbreidbaarheid het voorgestelde merk in al zijn kleinere automaten over deze eigenschappen bezitten. Teleruptoren Het betreft afstandsschakelaars aangewend voor de ontsteking van verlichting vanuit meerdere bedieningspunten, cascadebediening en/of het sequentieel aansturen van verschillende verlichtingskringen. De bijhorende schakelpunten zijn elektronische drukknoppen (impulsschakelaars), bediend d.m.v. één enkel druk op de knop; zij voldoen aan de voorschriften van Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 37 /121

38 NBN C en NBN EN Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - elektronische schakelaars (2001). De bijhorende teleruptoren (relais) volgens NBN EN (1998) worden opgesteld in de verdeelkast. Ze zijn van het modulaire type, bestemd voor bevestiging op DIN-rail. Ze zijn geschikt voor 230 V-16A en/of 32A en afhankelijk van het te schakelen vermogen bijkomend voorzien van o.a. contactoren. De spoel van de teleruptoren is steeds werkend op 230V (netspanning), tenzij bepaalde overige onderdelen van de desbetreffende stuurkring een lagere spanning vereisen. In dat geval dient de spanning van de spoel aangepast te zijn aan de maximum toelaatbare waarde van de spanning. De nodige bijkomende geschikte transformatoren en/of voedingen dienen mee in de prijs van het bord inbegrepen te zijn, ook in geval deze niet specifiek op de schema s werden vermeld of ingetekend. Differentieelschakelaar De differentieelschakelaar dient te beantwoorden aan NBN type A. De schakelaar bezit een proeftoets en laat manueel afschakelen toe. Dit is een automatische onderbreker die uitgerust is met een differentieel aardstroomrelais. Een uitschakelorgaan schakelt de voeding van de te beschermen installatie uit wanneer een foutstroom naar de aarde optreedt. De differentieelschakelaar dient CEBEC -gekeurd te zijn en te beantwoorden aan NBN 819. De differentieelschakelaars moeten selectiviteit toelaten, daartoe zijn er differentieelschakelaars voorzien met een tijdsvertraging van 0 ms, 20 ms en 40 ms. Gevoeligheden: (volgens aanduiding op plannen) 30 ma 3A Kortsluitvermogen: min. 10 ka Differentieelautomaat of gecombineerde automatische differentieelschakelaars Differentieelautomaten (verliesstroomautomaten) zijn geschikt als beveiliging tegen kortsluiting, overbelasting en tegen aardlekstroom. De juiste waarden zijn terug te vinden op de 1- draadsschema s. De differentieelautomaten kunnen bestaan uit één geheel, of uit een geschikte combinatie van een kleine automatische schakelaar voor de magneto thermische beveiliging met een differentieel module die aan de automaat vastgeklikt is. De magneto thermische beveiliging van de differentieelautomaat dient te voldoen aan dezelfde eisen als gesteld in de beschrijving van de Kleine automatische schakelaars hierboven. De differentieelautomaat dient CEBEC -gekeurd te zijn en te beantwoorden aan EN De differentieelschakelaars moeten selectiviteit toelaten, daartoe zijn er differentieelschakelaars voorzien met een tijdsvertraging van 0 ms, 20 ms en 40 ms. Gevoeligheden: (volgens aanduiding op plannen) 30 ma 3A Kortsluitvermogen: min. 10 ka Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 38 /121

39 Ongeacht het aantal eindverdeelkringen achter een groepsdifferentieelschakelaar, zal deze laatste steeds van hetzelfde kaliber zijn als de stroomopwaartse overstroombeveiliging. Mes zekeringen EBEC gekeurd - hoog onderbrekingsvermogen. Mes zekeringen i.p.v. penzekeringen, worden toegepast vanaf In = 40 A (inbegrepen). De smeltveiligheden beantwoorden aan NBN C en NBN C De grootten van de mes zekeringen worden op de plannen aangeduid: De toegepaste mes zekeringen zijn met verklikker. Karakteristieken mes zekeringen: het lichaam is uit steatiet de smeltstrook is uit zilver of verzilverd koper de messen zijn massief en verzilverd bij meerpolige uitvoeringen zijn er scheidingswanden tussen de fasen. In = 500 V kortsluitvermogen tot min. 100 ka. In ieder verdeelbord dat H.O.V. -zekeringen bevat moet een handgreep met een doorzichtige bescherming bijgeleverd worden. Schemerschakelaar - Modulair, geschikt voor DIN-rail - Sensor met foto-elektrische cel, juiste positie te bepalen bij uitvoering. - Schakelcontact: 2300 W(cosphi = 1)(indien hoger te voorzien van bijkomende contactor) - Verlichtingssterkte in te stellen tussen lux - Minstens IP44 - Conform normering voor EMC en veiligheid EN Schakelklokken De schakelkokken zijn van het digitale type en zijn voorzien van een LCD scherm voor aanduiding en programmatie. Ze zijn modulair uitgevoerd en geschikt voor klikbevestiging op een DIN-rail. Elke schakelklok beschikt over één kanaal, tenzij specifiek anders vermeld op de schema s. Het schakelcontact is geschikt voor een bedrijfsspanning tot 250V en nominale stroom van 16A bij een Ohmse belasting. Indien de nominale stroom van de te schakelen kring hoger is, dienen bijkomende contactoren in de kring opgenomen. De schakelklokken hebben een gering eigen verbruik en gangreserve bij spanningsuitval van minstens 100u. De schakelklok dient rekening te kunnen houden met zomer-/wintertijd. De klok dient te werken op basis van een weekprogramma, de minimale duur van een programma Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 39 /121

40 dient 1 minuut te bedragen. Er moeten minstens 40 programma s beschikbaar zijn. Volgende instellingen moeten minstens mogelijk zijn: - Tijdsinstelling (uur / minuten) - Dag van de week - Inschakeltijd - Uitschakeltijd De schakelklokken dienen voorzien te zijn van een bedieningsfunctie waarmee de programma s voor onbepaalde duur manueel onderbroken en/of overbrugd kunnen worden. Huidige aannemer staat in voor de correcte programmatie en afregeling van de klok. De programmatie dient ter goedkeuring voorgelegd aan de Bouwheer / Projectcoördinator en de Ontwerpers. 4.3 algemeen laagspanningsborden FH st Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van de algemene laagspanningsborden en alle nodige apparatuur. Onderdelen die nodig zijn voor de goede werking van het systeem, maar niet vermeld staan in het bestek of het 1-draadschema zijn tevens inbegrepen in deze post. Meting Forfaitaire hoeveelheid - FH Uitvoering De metalen kast is conform de norm CEI en NBN EN en voldoet aan het typebestek 400. Type: opbouw Voorgemonteerde houders voor de bevestiging van een montageraam met de DIN rails. Aardrail boven en onderaan de kast. Vol deurpaneel uit metaal met twee of driepunt bevestiging met een veiligheidsslot slot (twee sleutels per kast bij te leveren) en over min. 120 scharnierend. Beschermingsklasse min. IP 54 volgens IEC Weerstand tegen uitwendige mechanische belasting IK 10 (20 joules) volgens IEC Temperatuurweerstand: C. Biedt weerstand aan de meeste chemische stoffen en corrosieve omgevingen; Omkeerbare deur met deuropeningshoek van min. 120 Maximale belasting: 30 kg/m2 Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 40 /121

41 Waar nodig worden de borden voorzien van koelventilatoren. Bordindeling: Alle onderdelen dienen logisch verdeeld te worden. Toestellen met dezelfde functie worden zoveel mogelijk op horizontale en verticale rijen gegroepeerd, en de groepen van toestellen stemmen overeen met de logische onderverdelingen van de functies die zij bedienen. De inplanting van de toestellen en de aansluitingen worden uitgevoerd zodat de voeding altijd van dezelfde kant van het aangesloten toestel komt. Alle toestellen moeten zo geplaatst worden, dat ze steeds makkelijk bereikbaar zijn voor onderhoud en vervanging. De stromen moeten opgemeten kunnen worden met stroomtangen zonder het afnemen of losmaken van geleiders en toestellen. Toepassing ALSB 4.7 Digitale meetmodules GP tp De algemene laagspanningsborden worden uitgerust met digitale meetmodules met Lcd-display, voorzien van achtergrondverlichting voor meting en registratie van de diverse elektrische parameters. Het toegepaste systeem is modulair opgevat zodat de meetmodules later met de nodige uitbreidingsmodules kunnen uitgerust worden waardoor deze op een later tijdstip geïntegreerd kunnen worden in een centraal systeem zodat via PC en aangepaste software de diverse parameters kunnen uitgelezen worden. De toestellen dienen hiertoe tevens met een RS-485 Modbus communicatiepoort te kunnen worden uitgerust. De digitale meetmodules worden geïntegreerd in de verdeelborden. Ook indien deze niet specifiek vermeld zijn op de schema s. De meetmodules en alle noodzakelijke toebehoren, bekabeling, enz. voor een goede werking dienen inbegrepen in de éénheidsprijs. De meetmodules dienen beveiligd. De beveiliging dient aangepast aan het voorgestelde type meetmodule. Minstens volgende parameters dienen geregistreerd te kunnen worden: Voor wat betreft het ALSB (hoofdbord): - ogenblikkelijke stromen door de fasen en de nulleider - ogenblikkelijke spanningen, zowel enkelvoudig als samengesteld - ogenblikkelijke frequentie - ogenblikkelijk actief, reactief en schijnbaar vermogen, zowel totaal als per fase - ogenblikkelijke vermogensfactor, zowel totaal als per fase - meting van de actieve, reactieve en schijnbare energie Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 41 /121

42 - gemiddelde stroomwaarden, zowel huidig als maximaal - gemiddeld actief, reactief en schijnbaar vermogen, zowel huidig als maximaal - meting van de energiekwaliteit (harmonisch vervormingspercentage op stroom en spanning) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 42 /121

43 5 AARDING Alle noodzakelijke artikels voorzien opdat een conforme aarding wordt bekomen. Aardingsonderbrekers en connectoren voor equipotentiaalverbindingen het verbinden van de aardverbinding met de aardverbindingsonderbrekers het plaatsen van een merksteen per aardverbinding het uitmeten van de spreidingsweerstand leveren en plaatsen van alle equipotentiaalverbindingen bestaande uit minstens: o inox ontvangers o inox roosterkanalen o hoofdequipotentiaalverbindingen invoer waterleiding collector CV invoer gasleiding o metalen baden o aardpen stopcontacten o radiatoren in de badkamer o metalen gebinten o metalen deurkaders(indien gelijktijdig aanraakbaar) Het leveren en plaatsen van de aardingslus behoort niet tot het lot elektriciteit. AARDING VERDEELBORDEN De aardgeleider is een afzonderlijke geel/groene VOB-draad met een sectie aangeduid op de plannen / schema s en gemonteerd in een versterkte TTh-buis(halogeenvrij), bevestigd naast de kabel. Het frame van het bord, alsook van de eventuele prefab kast worden eveneens geaard Meting Globaal prijs - GP Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 43 /121

44 6 KABELGOTEN & KABELLADDERS 6.1 algemeen PM Kabelgoten en stijgladders voor leidingen van vitale stroombanen dienen FR2 gekeurd te zijn. De op de plannen aangeduide kabelbanen zijn een strikt minimum. Het staat de aannemer vrij om te opteren om de kabel in kabelgoten of stijgladders te plaatsen daar waar diverse kabel hetzelfde tracé volgen. Wanneer 10 kabels of meer naast elkaar geplaatst dienen te worden, dan zal de TTh-buis vervangen worden door een open kabelgoot, zelfs al is deze niet op de plannen getekend. Dit kan enkel in de kelder en de kokers. Bij het gebruik van extra kabelgoten is er geen prijsverrekening, ze zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de bekabeling. De breedte van de kabelgoten dient bepaald te worden door de inschrijver. Na plaatsing van alle kabels (zowel sterk- als zwakstroom) dient nog minstens 25% reserveruimte over te blijven. Alle kabels op de kabelgoten worden om de 20 m van hun referentienummer voorzien. Dit geldt zowel bij de sterk- als bij de zwakstroomkabels. Deze nummering gebeurt voor alle kabels in één zone van 1 m kabelbaan. De gebruikte nummers zullen vermeld worden op de principeschema's, en zullen bij elke kabel (zowel voedingskabels, verdeelkabels als zwakstroomkabels) bij elk uiteinde aangebracht zijn en inbegrepen zijn in de prijs van deze kabels. Er zullen nooit tweemaal dezelfde nummers gebruikt worden per gebouw. De kabelgoten en stijgladders alsmede alle hulpstukken (zoals verloop, aftak, hoek en vervalstukken) zijn vervaardigd uit het Sendzimir materiaal (dikte minimaal 1,25 mm afhankelijk van de draagkracht). De bodem is vlak tot een breedte van ongeveer 30 cm en is geprofileerd boven de 30 cm. De bodem is voorzien van perforaties. De zijwanden hebben een hoogte van 6 cm en zijn voorzien van de nodige perforaties en afgeronde boordomslag. De stijgladders zijn vervaardigd uit verzinkte staalplaat. De sporten hebben een as-afstand van 30 cm. De stijgladders zijn voorzien van deksels in verzinkt staal. De kabelgoten, stijgladders zullen voorzien worden van een tussenschot om sterk- en zwakstroomleidingen te scheiden. Alle kabelgoten zullen equipotentiaal geaard worden. Alle ophangelementen zijn in verzinkte uitvoering; De draagkracht en het principe worden bepaald aan de hand van de breedte en de belasting van de goot. De kabelgoten worden naargelang de plaats, met pendels, G -beugels of met bevestigingssteunen aan de plafonds of muren bevestigd. De bevestigingspunten zijn zwaar verzinkt en in voldoende aantal om doorzakken te voorkomen. De goten mogen geen snijdende randen hebben. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 44 /121

45 De kabelgoot bestaat uit geprefabriceerde elementen uit U- of C-vormige warm verzinkte staalplaat, waarvan de opstaande zijden voldoende hoog zijn om de kabels zonder bevestiging in de goot te kunnen leggen. De definitieve ophanging en inplanting zal in samenspraak met de andere technieken gebeuren. De aannemer dient hiervoor zelf contact op te nemen met de (hoofd)aannemers. Alle meerwerken voor het verplaatsen van kabelgoten door het niet overleggen met de andere technieken, zijn ten laste van de aannemer elektriciteit. De gootelementen moeten volkomen tegen elkaar aansluiten en de benodigde koppelstukken worden binnen in de goot aangebracht; de aaneenkoppeling vermindert in geen geval de oorspronkelijke stevigheid van de gootelementen. De kabels worden in één enkele laag en zonder bevestiging aaneensluitend neergelegd in de goot. Bij verticale geplaatste kabelgoten worden de kabels om de 500 mm individueel bevestigd. De opgestelde en belaste kabelgoot dient te beantwoorden aan de volgende eisen: de maximaal toegelaten doorbuiging tussen de bevestigingspunten is 5 mm; na ontlasting mag er zich geen blijvende vorming voordoen; Uittredende kabels worden via doorvoeren met rubberen bescherming geleid, dit om de kabel niet te beschadigen. Meerdere goten worden onder elkaar opgehangen, met afzonderlijke ophangbeugels of wandconsoles. De bovenste goot wordt in dit geval volledig bezet, de onderste mag slechts voor de helft bezet zijn. De indeling van de goten dient logisch te zijn en wordt eerst ter goedkeuring aan de leidinggevende ambtenaar voorgelegd. Alle verticale opbouwleidingen, zowel kabels als buizen, vertrekkend van de verdeelborden moeten in een kabelgoot met deksel geplaatst worden, de goot mag slechts voor 1/2 bezet zijn. Meting Met uitzondering van eventuele bijzondere toepassingen (zoals ondergrondse kabels, kabels in vrije buitenlucht,...) en in overeenstemming met de aanduidingen in het bijzonder bestek en/of de samenvattende meetstaat, zijn alle kabelgoten en stijgladders in de eenheidsprijzen van de schakelaars, de stopcontacten en aansluitdozen voor vaste toestellen,... Pro Memorie (PM) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 45 /121

46 6.2 kabelgoten sendzimir verzinkt FH m Materiaal De kabelbanen zijn vervaardigd uit Sendzimir verzinkte staalplaat conform NBN-EN 10142/ Ze hebben een U-vormige doorsnede met een boordhoogte van 60 mm. De overboord is dubbel omgezet ter bescherming bij het hanteren. De banen hebben een geschranste langsperforatie in de bodem en de zijwanden. De kabelbanen worden onderling verbonden door middel van: snelkoppelplaten voor banen dikte 1 mm die geplaatst worden in de 2 sleufgaten op het einde van elke kabelbaanlengte. koppelplaten met lengte 150 mm, voor banen dikte 1,5 mm, die vastgezet worden met schroeven M6x10 en moeren M6. Minimumdikte van de goten, tot en met een breedte van : 250 mm: 1 mm 600 mm: 1.5 mm Breedte volgens meetstaat. De levering bevat, de op het plan of in de meetstaat aangeduide hoeveelheden, richtingsveranderingen, zoals hoekstukken, T-stukken, stijg- en daal- en aanzetstukken e.d. Deze geprefabriceerde aftakkingen worden in vlakke vorm geleverd en dienen voor het monteren in de juiste vorm geplooid te worden. Ze worden schroefloos (snel en gemakkelijk) verbonden met de kabelbaan met behulp van koppelveren. Uiteraard is het ook mogelijk de verbinding met een schroef M6 tot stand te brengen. De aftakkingen hebben dezelfde behandeling tegen corrosie en ze verminderen in geen geval de oorspronkelijke stevigheid. De data-, sterk- en zwakstroomleidingen worden van elkaar gescheiden d.m.v. een scheidingsschot. Ze zijn uit hetzelfde fabrikaat als de kabelbanen. Het scheidingsschot wordt eenvoudig vast geklikt in grendels voor scheidingsschotten. De kabelbanen worden afgesloten met een passend deksel. Het deksel wordt vastgezet door middel van dekselklemmen uit roestvrij staal. Deze dekselklemmen worden op de dekselrand geklemd en laten toe het deksel af te nemen zonder gereedschap. Het kabelgootsysteem wordt afhankelijk van de toepassing: opgehangen aan bouwkundige plafonds via draadstangen met gebruikmaking van : open ophangbeugels. Kabels dienen éénzijdig te worden ingelegd. trapezeophanging bij meerdere lagen kabelbanen. Kabels dienen te worden geregen. plafondbeugel. opgehangen aan bouwkundige plafonds via steunprofielen en steunconsoles, opgehangen rechtstreeks aan bouwkundige plafonds via open ophangbeugels, gemonteerd op wandconsoles, vlak tegen de wand gemonteerd op profielen, vlak tegen de wand gemonteerd bevestigd met wandbeugels of de multifunctionele jokerbeugels Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 46 /121

47 Specificaties Safe working load en ondersteuningsafstand: De kabelbanen weerstaan aan een gelijkmatig verdeelde belasting, zonder bijkomende belasting van een persoon. De waarden zijn verkregen door te testen conform de norm EN 61537, type1 met een veiligheidscoëfficiënt van 1,7 zonder ooit het punt van bezwijken te bereiken. De maximum ondersteuningsafstand is nooit meer dan 1.5m. De dikte van de kabelbaan, de manier van ophanging en de ondersteuningsafstand zal berekend worden in functie van de belastingskarakteristieken door de constructeur opgegeven. 6.3 kabelladders sendzimir verzinkt FH m Materiaal De kabelladder is vervaardigd uit Sendzimir verzinkte staalplaat, conform de NBN-EN 0327:2004. De safe working load (SWL) is bepaald aan de hand van test model II conform de norm IEC Ook de weerstandstesten zijn uitgevoerd in overeenstemming met IEC De kabelladder moet gevormd zijn uit stevige open zeskantige profielen, waartussen om de 250 mm, zonder toevoeging van lasmiddel, sporten zijn gelast. De geperforeerde sporten moeten trapeziumvormig, vlak en breed zijn met het oog op een goede kabelondersteuning. Ze moeten voorzien zijn van sleufgaten voor snelle kabelbevestiging. De kabelladders, horizontale bochten, stijgstukken, T- en kruisstukken worden onderling verbonden met rechte koppelplaten. Deze koppelplaten hebben eenzelfde vorm als de zijbomen, zijn min. 300 mm lang en zijn voorzien van voorgemonteerde elektrolytische verzinkte zeskant bouten. De koppelplaten hebben extra perforaties om een eventuele extra equipotentiaal verbinding met zelftappers mogelijk te maken. Wanneer de aslijn van de te koppelen ladder afwijkt van de normale aslijn moet men gebruik maken van scharnierende koppelplaten. Deze koppelplaten laten een richtingsverandering in het horizontale en het verticale vlak toe. Alle hulpstukken, zoals bochten, T-stukken en ophangsystemen worden verplichtend van hetzelfde fabrikaat als de kabelladders aangewend. De hulpstukken verminderen in geen geval de oorspronkelijke stevigheid en bezitten dezelfde behandeling tegen corrosie als de kabelladders Specificaties Safe working load en ondersteuningsafstand: Het kabelladdersysteem is getest volgens IEC 61537, testmodel II. De ladder moet volgende minimale gelijkmatige verdeelde belasting kunnen dragen, inbegrepen een minimum veiligheidsfactor van 1,7 t.o.v. breuk: 25 kg/m bij een ondersteuningsafstand van 4000 mm 50 kg/m bij een ondersteuningsafstand van 3000 mm 130 kg/m bij een ondersteuningsafstand van 2000 mm 225 kg/m bij een ondersteuningsafstand van 1500 mm Bij de dimensionering zal de aannemer rekening houden met de door de leverancier opgegeven maximum toelaatbare belasting. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 47 /121

48 Uitvoering Ophangsysteem : De ladders moeten centraal opgehangen worden door middel van een draadstang M10 en een draagconsole. Eerst worden de draagconsoles gemonteerd waarna men de ladders er eenvoudig in klikt. De verplicht gemonteerde profielklemmen verhinderen het zijdelings verschuiven van de ladder. Bij wandmontage of aan een pendelsteun maakt men gebruik van de klikconsole. Eerst plaatst men de consoles waarna de ladder wordt vast geklikt. De verplicht gemonteerde profielklemmen verhinderen het zijdelings verschuiven van de ladder. 6.5 Wandkanalen FH m Wandgootelementen kunststof FH m De gemonteerde wandgootelementen zijn vervaardigd uit kunststof. Kleur: wit Het deksel is eveneens vervaardigd uit kunststof in standaardlengten van 2.00 of 3.00 m. Het wordt op de gootelementen geklikt. Het basisprofiel heeft 1 dekselopening van 45 mm en er is een geïntegreerd scheidingsschot dat om de ca. 300 mm voorzien is van een opening van ca. 50 x 20 mm. De wandgoten worden door middel van koppelingen onderling verbonden. Het deksel en de wandgootelementen moeten rechtstreeks in de opening van de basisprofielen klikken. Alle wandkanalen worden voorzien van een eindstuk dat zichzelf vastklikt in het basisprofiel. Eventuele buiten standaardmaten delen te verzagen in verstekbak, waarbij de lengte van de deksels wordt bepaald door de afstanden tussen de draagringen van het inbouwmateriaal. De uiteinden van de deksels vallen daardoor onder de afdekplaten van de inbouwtoestellen. Daar waar geen toestel aanwezig is, worden de dekseldelen tegen elkaar gezet met tussenplaatsing van een dekselkoppeling. Eventueel worden steunstrippen voor de deksels gebruikt. Met het oog op een snelle montage zijn wandgoot en hulpstukken symmetrisch van opbouw. De hulpstukken omvatten binnenhoeken 90, buitenhoeken 90, verticale hoeken 90, waarbij de laatste 2 typen aangepaste deksels met sluitnaad in verstek hebben. De wandgoot kan zonder gereedschap voorzien worden van een scheidingsschot uit kunststof dat de wandgoot over de hele lengte in twee kanalen scheidt. De sterkstroom- en zwakstroomleidingen worden aldus van elkaar gescheiden. Hiertoe zijn in de wandgoot twee profielen voorzien. Meting Forfaitaire hoeveelheid FH (m) Specificaties Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 48 /121

49 Standaardlengte: 2 m of 3 m Afmetingen: ca. 50 x 105 mm Inbouwdozen FH st Voor de inbouw van installatiemateriaal (wandcontactdozen, schakelaars) worden universele inbouwdozen geleverd uit thermoplastische isoleerstof, met bijbehorende isolatiekap. Voor verbinding van kabels zijn gesloten lasdozen te gebruiken. De dozen zijn geschikt voor alle standaard ringmontagematerialen, voorzien van een afdekplaat. De dozen zijn voorzien van een klikbevestiging, passend op het profiel in de achterwand van de goot. Door middel van een zwaluwstaartverbinding kunnen de dozen aan elkaar gekoppeld worden. De kanalen worden uitgerust met de nodige montagedozen voor de toestellen. Meting Forfaitaire hoeveelheid FH (st) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 49 /121

50 7 LEIDINGEN 7.1 algemeen Materiaal Bij alle voedingskabels wordt de nulleider op volle sectie genomen. De kabels zullen steeds gemonteerd worden onder ofwel TAL- buizen, versterkte buizen of op kabelladders of kabelgoten. Ondergrondse leidingen : gepantserd of zullen tot dit doel ontworpen zijn. Deze regel geldt voor alle leidingen ook voor verdeel- en zwakstroomleidingen. Nominale spanning sterkstroomkabels : 1kV Specificaties Kabels te dimensioneren volgens AREI en de CENELEC normen. Onderstaande maximale spanningsvallen dienen ten alle tijden gehandhaafd te worden: Voor laagspanningsaansluitingen: o 3% voor de verlichting o 5% voor andere verbruikers Voor aansluitingen op het middenspanningsnet: o 6% voor de verlichting o 8% voor andere verbruikers Spanningsval dient ten alle tijden berekend worden over de volledige installatie, rekening houdend met een correcte inschatting van de belasting op elk punt van de installatie. De aannemer zal hiertoe een gedetailleerde vermogenraming opmaken Uitvoering Voor alle wanden(bv. schachten) alle openingen, boringen, voor doorvoeringen van leidingen dienen zorgvuldig zijn dichtgemaakt. De brandwerendheid dient hersteld te worden in de originele staat. Dit geldt zowel voor de montage in opbouw als inbouw. Enkel het dichtplakken van de openingen is niet voldoende. Bij het dichtmaken van openingen dient ook de geluidsweerstand hersteld te worden naar de originele toestand De gepleisterde wanden dienen nagekeken te worden op de definitieve plannen architectuur. De overige leidingen worden in opbouw geplaatst. Dit omvat o.a.: de kabels zelf met bevestigingsmiddelen en bijhoren. de verbindingen van de kabels met de aangepaste klemmen, klemschoenen en dergelijke. de beschermbuizen. de doorvoeringen. alle kap -, boor - en herstellingswerken. bij ondergrondse kabels : de dekkingen, merkbanden, merkstenen, enz.... Indien hierbij hoeveelheden opgegeven worden, zijn deze slechts richtinggevend en dienen door de aannemer geverifieerd. In geen enkel geval zullen verrekeningen hieromtrent toegestaan worden Toepassing Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 50 /121

51 De plaatsing voldoet te alle tijde aan het type bestek en het AREI. De leidingen moeten voldoen aan het KB 25/04/2013, Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het AREI. Vitale stroombronnen moeten volgens het KB 25/04/2013 behandeld worden. Naar aanleiding van het KB art f.1), wordt alleen elektrisch materieel met kenmerken SA en SD voorzien in ruimtes met uitwendige invloedfactoren BD2, BD3 en BD4. - SA/SD kablering in het bord indien bord geen REI60 heeft. - Kabel in een buis buis ook SA/SD - Datakabels ook SA/SD. - Indien een kabel met de geëiste eigenschappen (SA/SD) niet beschikbaar is op de markt dan: Afwijking aanvragen bij de FOD Economie Kabel in een omkasting met REI60 plaatsen Kabel in de muur/vloer plaatsen (in buis/preflex) onder 3 cm cement/beton Alvorens de werken aan te vatten, moet de aannemer aan de ontwerper en aan de opdrachtgever een werktekening ter plaatse ter goedkeuring voorleggen, met aanduiding van de leidingen, trek- en aansluitdozen, die hij voorneemt te plaatsen, dit na de doorgangen te hebben besproken in coördinatie met de overige aannemers : centrale verwarming, ventilatie, sanitair, ruwbouw, zijn eventuele onderaannemers, enz... De ontwerper en de opdrachtgever behouden zich het recht voor, alle werken te laten afbreken en te doen hernemen, zonder recht op vergoeding voor het werk, wanneer hiervoor voorafgaandelijk geen werktekening werd voorgelegd. Iedere plaatsing zal zo opgevat zijn en uitgevoerd worden, dat niet alleen een minimum lengte aan leidingen bekomen wordt, maar dat tevens het bekomen uitzicht perfect is. De te trekken draden zijn uit één stuk en hebben voldoende lengte om een reserve van ± 10 cm over te houden in de aftrek- en verbindingsdozen, inwerkblokken van de schakelaars en stopcontacten. In de borden wordt een reserve van ± 50 cm overgehouden. Alle te gebruiken type-buizen en hun bevestigingen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden voor plaatsing. Benevens verdere specifieke beschrijvingen in onderhavig lastenboek, worden het type kabel en de te voorziene secties volledig bepaald door de installateur, overeenkomstig de bestemming en opstellingswijze, conform A.R.E.I. Naargelang de toepassing zal de installateur de keuze maken tussen XVB/XGB-F2, EXAVB-F2, EXVB, De installateur draagt hierin de volledige verantwoordelijkheid. De indeling van de stroomkringen op het schema dient strikt gevolgd te worden. Elke afwijking wordt beschouwd als een slechte uitvoering van het werk; afbraak en vernieuwde aanleg in overeenstemming met de indeling van het ontwerp zal geëist worden. Alle kosten daaraan verbonden, zoals het herstellen van de beschadigde vloeren en wanden zijn voor rekening van de elektricien. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 51 /121

52 De draden beantwoorden aan de voorschriften van de norm IEC 228 voor de bepalingen van de kern, CENELEC en VDE 0293 voor de kleurcodes, NBN C voor de weerstand, spanning en stroomsterkte. De energiekabels beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN C en F2 volgens NBN C De installatiekabels en draden beantwoorden respectievelijk aan de voorschriften van de norm NBN- IEC 502-NAD en de norm NBN C Classificatie volgens het A.R.E.I. en NBN C De kabels beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN 458. EXVB volgens NBN C33-322, EXAVB-F2 volgens NBN C33-121, XGB-F2 volgens NBN-IEC 502-NAD. De buizen van plastisch materiaal beantwoorden aan de voorschriften van de norm NBN 409, ze zijn van het versterkte type. Soepele, voorgekableerde buis is niet toegelaten in opbouwmontage. Elke draad- of kabel rol moet vergezeld gaan van een getuigschrift van de constructeur dat het type en de maximum bedrijfsspanning aangeeft. De draad moet zodanig worden afgerold dat elke torsie er in vermeden wordt. Voor de hoofdleidingen in gebouwen wordt de snede der geleiders en een identificatiekenmerk op zichtbare en duurzame wijze aangeduid op de beide uiteinden der leidingen. De leidingen worden op minstens 50 mm van elke verwarmingsinstallatie geplaatst. De kleur van de isolatie van de geleiders is gelijk te nemen voor één en dezelfde fase van de ganse installatie. Alle verbruikspunten worden met geelgroene geleider geaard. Voor brandvrije doorgangen dient een attest geleverd te worden volgens de norm. Verbindingen Verbindingen gebeuren in spatwaterdichte lasdozen IP44. De geleiders worden met een voldoende lengte aangesloten opdat latere herstellingen mogelijk blijven. Lassen worden uitgevoerd met snelklemmen. Isoleerlint is verboden Aard van de overeenkomst: aard van de overeenkomst : Pro Memorie (PM) 7.2 verdeelkringen tot en met 4mm² Meting Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 52 /121

53 Pro memorie PM; met uitzondering van eventuele bijzondere toepassingen (zoals ondergrondse kabels, kabels in vrije buitenlucht,...) en in overeenstemming met de aanduidingen in het bijzonder bestek en/of de samenvattende meetstaat, zijn alle elektrische leidingen standaard inbegrepen in de eenheidsprijzen van de schakelaars, de stopcontacten en aansluitdozen voor vaste toestellen,... Materiaal Inbouw : - XVB/XGB-F2 of Preflex 1,5 2,5 4 mm² Opbouw : - XVB/XGB-F2 1,5 2,5 4 mm². Specificaties Belangrijke opmerkingen i.v.m. toe te passen brandgedrag van de elektrische leidingen: De draden en kabels zijn niet-brandverspreidend volgens categorie F2 van de norm NBN C of brandbestendig Rf volgens de norm NBN addendum 3 (type FR1 en FR2). Het toepassen van kabels van categorie F1 volgens de norm NBN C is verboden. Buizen: De diameter van de buizen is algemeen minimaal M20, en altijd groot genoeg zodat de kabel na plaatsing vervangbaar is. Bij toepassing van halogeenvrije bekabeling: buizen ook halogeenvrij en niet-vlamverspreidend volgens klasse 3344 van NBN EN Bij toepassing van PVC bekabeling: versterkte buizen ook PVC en niet vlamverspreidend volgens klasse 3331 van NBN EN Uitvoering De minimale secties van de geleiders: 1,5 mm² voor de lichtkringen, 2,5 mm² voor de contactdozenkringen en minstens 4 mm² de driefasige kringen. Alle materiaal is CEBEC gekeurd Voldoet aan de Belgische norm en de voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij. Alle kabels met geleiders met een sectie tot 4 mm² moeten in buis worden getrokken. De kabels die zich in een kabelgoot bevinden dienen niet in een buis getrokken te worden. Alle openingen worden geboord en zijn inbegrepen in de prijs van de stopcontacten, verlichting, ( verticale doorboringen worden geboord van onder naar boven ). Alle doorboringen worden na plaatsing van de kabels gedicht en daar waar nodig brandvrij/waterdicht gemaakt. De leidingen van de verlichting worden steeds voorzien via een doorboring naar het bovenliggende verdiep. Indien er valse plafonds aanwezig zijn, worden de leidingen hierin verwerkt. Opbouw: In buis of kabelgoten. Zij worden voorzien van eindstukken en bevestigd op grijze thermoplastische beugels met hoge mechanische weerstand ( 2 schroeven ). De buizen moeten in de opbouwdozen geleid worden, spleten zullen met stopverf of siliconen worden dichtgemaakt. De bochten mogen geen knikken vertonen. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 53 /121

54 Bij doorgang van de kabels door de vloerniveaus en wanden moeten deze in een buis getrokken worden. De verticale buisgedeelten zijn uit één stuk (geen moffen). De buizen moeten met zadels om de 0,55 m worden bevestigd. Minimum diameter: 3/4 voor alle installaties. De buizen moeten ontdaan zijn van alle bramen. Bij aansluiting van de kabels op de elektrische borden of op de toestellen, dient de kabelisolatie min. 20 mm in het bord of in het toestel geleid te worden. De buizen met kabels worden via invoertullen in de toestellen en borden geleid. Alle aftakkingen gebeuren in aftakdozen. Alle buizen worden bevestigd in een richting loodrecht of evenwijdig aan één van de lokaal muren of plafond. Kruisingen worden ten alle tijde vermeden. leidingen - plint- & wandkanalen: Het betreft een modulair kabelbaansysteem uit isolerend zelfdovend kunststof of aluminium, voorzien van aangepaste bocht- en koppelstukken, aftak- en inbouwdozen, afschermdeksels, scheidingsschotten,... bestemd voor plaatsing in opbouw (boven plinten / tegen plafondranden / op wanden ) Systeem voorafgaandelijk ter goedkeuring voor te leggen aan de opdrachtgever. Inbouw: De leidingen, die in het beton moeten ingegoten worden, worden door de aannemer elektriciteit in de bekisting geplaatst, onder toezicht van de aannemer ruwbouw. De aannemer elektriciteit levert de nodige buizen, aftakdozen en inwerkblokken voor de schakelaars en stopcontacten. Alvorens tot het ingieten over te gaan, moet de aannemer elektriciteit op de betonplannen de juiste plaats van leidingen, aftakdozen en inwerkblokken aanduiden en ter goedkeuring voorleggen. Het steengruis, afkomstig van het kappen van sleuven, moet zo snel mogelijk van de werf verwijderd worden en gestort buiten de domeinen. Metselwerkmuren : Buis in volle lengte of preflex. De gleuven van de ingewerkte leidingen worden gemaakt d.m.v. een zaag of slijpschijf. Na het plaatsen en vastzetten van de buizen worden de gleuven gedicht met mortel, gips of pleisterwerk ( geen oppervlakte afwerking ). Gyproc muren : De leidingen + buizen worden geplaatst in de holle ruimte van de gipskarton muren. De leidingen + buizen worden geplaatst als de gipskarton wand op één zijde is beplaat en de PVC buizen op deze beplating kunnen bevestigd worden. De leidingen liggen horizontaal in kabelgoten en worden verticaal in de wanden ingebracht. Het boren van gaten in de gipskarton wanden, alsmede het vakkundig dichten van overtollige openingen ten gevolge van onnauwkeurig boren van gaten is ten laste van de aannemer van onderhavig perceel Toepassing De bekabeling naar de stopcontacten, verlichting, zoals aangeduid op plan. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 54 /121

55 7.3 voedingskringen binnen FH st Het leveren en plaatsen van alle bedrading en leidingen nodig voor de goede werking en de veiligheid van de totale installatie, met inbegrip van de buizen, dozen, aftakdozen en alle andere bevestiging- en dichting materiaal. De kabelgoten worden in een andere post opgegeven. Alle openingen worden geboord en zijn inbegrepen in deze post ( verticale doorboringen worden geboord van onder naar boven ). Alle doorboringen worden na plaatsing van de kabels gedicht en daar waar nodig brandvrij gemaakt. De kleur van de isolatie van de geleiders is gelijk te nemen voor één en dezelfde fase van de ganse installatie. Alle verbruikspunten worden met geelgroene geleider geaard. Materiaal - Kabel XVB/XGB-F2 en XFVB/XFGB-F2 (1kV) volgens NBN-IEC 502 NAD norm - Bekabeling van vitale stroombanen en de bevestiging ervan moeten FR2 getest zijn.(tenzij voorzien van een geldend alternatief conform AREI) Duitse norm DIN 4102 Teil 12 (Brandverhalten von Baustoffen und Bauteilen - Teil 12: Funktionserhalt von elektrischen Kabelanlagen; Anforderungen und Prüfungen ) waar steeds een draagsysteem (inclusief ophanging) en kabel samen gecertificeerd worden. - De normen NBN C (Blanke draden, geleiders en kabels - Algemeenheden - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen - Classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie) en NBN add. 3 (Weerstand tegen brand van bouwelementen) zijn van toepassing. Alle materiaal zowel kabel, buis, bevestigingen zijn CEBEC gekeurd. Voldoet aan de Belgische norm en de voorschriften van de elektriciteitsmaatschappij. De plaatsing voldoet aan het type bestek en het AREI. De definitieve tracés worden op de werf ter plaatse besproken. De volledige nieuwe installatie wordt uitgevoerd in 230/400 V 3F+N+A Voor voedingspunten in verlaagde plafonds dient een overlengte van 3 m voorzien te worden. Toepassing ALSB XVB 4 x 10 mm² + VOB 16mm² EB HVAC XVB 5G6 mm² 7.4 voedingskringen ondergronds FH st Het betreft de levering en plaatsing van ondergrondse elektriciteitsleidingen, met inbegrip van alle graafwerken, afdekpannen, waarschuwingslinten, wederaanvullingen en herstelling in de oorspronkelijke toestand van het maaiveld, wegdek, enz. Uitvoering Elke voedingskabel dient in een aparte wachtbuis voorzien te worden. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 55 /121

56 In de grond en/of in ontoegankelijke ondergrondse kokers mogen enkel gewapende kabels conform NBN C geplaatst worden. De plaatsing gebeurt overeenkomstig het A.R.E.I. art. 187 en 7.1 leidingen - algemeen. Volgens artikel 187 van het A.R.E.I. moet een hoogspanningskabel, van eerste categorie, op een diepte van minstens 0,7 m worden ingegraven voor laagspanningsleidingen en 0,8 m worden ingegraven voor hoogspanningsleidingen. Na het inleggen der kabelleidingen worden de kabels beschermd door een eerste laag zand van 5 cm dikte - daarop komen dan de kabeldekkers en die worden eveneens afgedekt door een 5 cm dikke zandlaag. Het terug aanvullen der sleuven gebeurt eveneens met de grootste zorg en in voldoende opeenvolgende lagen. Het terugaanvullen met water is verboden. De aanneming omvat alle werken en tussenkomsten om de plaatsen waar de sleuven werden aangebracht, terug in hun oorspronkelijke staat te brengen. De uitvoerder van de werken moet zelf alle plannen van de bestaand ondergrondse leidingen( gas, water, telefonie, hoogspanning en laagspanningsleidingen, enz..) bij de betrokken maatschappijen, provincie, gemeente aanvragen en in zijn bezit hebben bij de uitvoering van de werken. Gedurende de waarborgperiode mogen er zich geen verzakkingen voordoen. Eventuele verzakkingen moeten onmiddellijk hersteld worden.daarnaast moet ten allen tijde de algemene zorgvuldigheidsen voorzichtigheidsverplichting in acht worden genomen. Zo moet hij bijvoorbeeld controleren of de kabel van plaats kan verschuiven door erosiebewegingen van de bodem. De verplichtingen voor de aannemer worden verwoord in het A.R.E.I. (artikel ) en het A.R.A.B. (artikel 260 bis). Het gaat hierbij over de voorzorgsmaatregelen die moeten getroffen worden bij werkzaamheden in de omgeving van een ondergrondse elektrische kabel. Bij iedere schade aan een ondergrondse kabel tijdens de uitvoering van de werken zal de aannemer aansprakelijk worden gesteld. Voor voedingskabels naar tellerkasten, dienen steeds de richtlijnen van de DNB gevolgd te worden. Ongeacht het type in de meetstaat, dient deze hieraan te voldoenalle meerwerken door het niet conform zijn van de bekabeling aan de eisen van de DNB, zijn ten laste van de aannemer. Inclusief trekputten, Toepassing Voedingskabel tellerkast (EXVB 4 x 16 mm²), sleuf voor nutsvoorzieningen, voeding pomp 7.5 SGG-F2: ongewapende signalisatiekabel PM Gebruiksspanning: 150 V. Opbouw: - koperen geleiders; - een PVC-isolatie, volgens kleur code: IEC :2007; - een buitenste mantel in brandvertragende halogeenvrije kunststof. De koperen geleiders hebben een vaste ronde vorm (klasse 1) en een diameter van 0,8 mm. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 56 /121

57 De identificatie van de geleiders gebeurt volgens een kleurcode van IEC :2007. De buitenste mantel is van een zodanige kwaliteit, dat ze de proef van brandverspreiding doorstaat volgens NBN C F2. - Benaming van de kabels: SVG-F2: - S = signalisatie; - G = halogeenvrije isolatie; - G = halogeenvrije buitenmantel; - F2 = niet brandverspreidend. Meting Pro memorie - PM 7.9 toebehoren wachtbuizen Algemeen De wachtbuizen zijn van het PE materiaal met een diameter van minimaal 50 mm. De buizen worden aansluitend aan elkaar geplaatst of uit één ononderbroken geheel zodoende bekomt men een waterdichte verbinding. De binnen afwerking in de buizen dient zodanig te zijn dat er geen beschadigingen kunnen optreden bij het trekken van de kabels. Bij het invoeren van de buizen in het gebouw dient met de grootse zorg uitgevoerd te worden. Na het inbrengen van de buizen dient met het geheel rond de buizen zodanig af te werken dat er waterinsijpeling onmogelijk is dus volledig waterdicht. De wachtbuizen zullen voorzien zijn van een trekdraad die telkens na het plaatsen van kabels opnieuw dient te worden voorzien. Na uitvoering dient de juiste ligging van de wachtbuizen aangeduid te worden op de plannen. In de eenheidsprijs voor het leggen van de wachtbuizen is het leveren en plaatsen van de buizen, het invoeren van de buizen in de put en in het gebouw met de nodige afdichtingwerken en herstellingswerken inbegrepen. op een diepte van minstens 0,7 m worden ingegraven voor laagspanningsleidingen en 0,8 m worden ingegraven voor hoogspanningsleidingen. Na het inleggen der kabelleidingen worden de kabels beschermd door een eerste laag zand van 5 cm dikte - daarop komen dan de kabeldekkers en die worden eveneens afgedekt door een 5 cm dikke zandlaag. Het terug aanvullen der sleuven gebeurt eveneens met de grootste zorg en in voldoende opeenvolgende lagen. Het terugaanvullen met water is verboden. De aanneming omvat alle werken en tussenkomsten om de plaatsen waar de sleuven werden aangebracht, terug in hun oorspronkelijke staat te brengen. De uitvoerder van de werken moet zelf alle plannen van de bestaand ondergrondse leidingen( gas, Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 57 /121

58 water, telefonie, hoogspanning en laagspanningsleidingen, enz..) bij de betrokken maatschappijen, provincie, gemeente aanvragen en in zijn bezit hebben bij de uitvoering van de werken. Gedurende de waarborgperiode mogen er zich geen verzakkingen voordoen. Eventuele verzakkingen moeten onmiddellijk hersteld worden.daarnaast moet ten allen tijde de algemene zorgvuldigheids- en voorzichtigheidsverplichting in acht worden genomen. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 58 /121

59 8 VOEDINGS- & BEDIENINGSAPPARATUUR 8.1 contactdozen en schakelaars Er dient extra aandacht besteed te worden aan het plaatsen van de apparatuur naargelang in- of opbouw. De wanden waar gepleisterd wordt, zijn aangegeven door een blauwe lijn op de plannen. Alle technieken dienen zoveel mogelijk in deze wanden geplaatst te worden. De bevestiging, leidingtracé en leidingafwerking van de opbouwapparatuur dient steeds te gebeuren in overleg met de leidend ambtenaar en enkel met diens goedkeuring mag overgegaan worden tot de plaatsing. Alle kosten voor het verplaatsen en afwerken cfr. leidend ambtenaar van de apparatuur zijn ten laste van de aannemer. Maximaal 8 meervoudige stopcontacten per kring. Alle stopcontacten en schakelaars dienen CEBEC gekeurd te zijn. Type stopcontact en schakelaar dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de bouwheer en het studiebureau. De bouwheer dient voor wat betreft de inbouw schakelaars, contactdozen, enz. zonder meerprijs te kunnen kiezen uit het standaard gamma van ten minste 3 fabrikanten. Wat betreft kleuren dient er minstens keuze te zijn uit wit, ivoor en grijs De ingewerkte schakelaars en contactdozen worden geplaatst in inwerkdozen uit gevormd isolerend materiaal in overeenstemming met de NBN C Bij meerdere schakelaars of contactdozen bij elkaar, worden deze in dezelfde inwerkdoos gemonteerd en afgedicht met eenzelfde plaat. De juiste werkwijze (horizontaal of verticaal, enkele of dubbel drukknop, ) dient te gebeuren in overleg met ontwerper en bouwheer. Stopcontacten en schakelaars zijn inbouw waar met pleisterwerk of gipskarton gewerkt wordt. Wanden met zichtbaar metselwerk en houten afwerking (op te vragen bij leidend ambtenaar) dienen steeds in opbouw voorzien te worden. Alle stopcontacten en eveneens de aansluitpunten zijn voorzien van een aarding en kinderveiligheid en moeten minimum 16A kunnen schakelen. De veiligheidszones voor het opstellen van schakelaars en stopcontacten in badkamers en vochtige ruimten zullen in overeenstemming zijn met de voorschriften van het A.R.E.I.. Uitvoering Plaatsing van bedieningsapparatuur: De schakelaars en contactdozen worden, behoudens afwijkende uitdrukkelijke vermeldingen op de plannen, altijd op vaste afstanden t.o.v. bepaalde referentiepunten (deurlijsten, muurhoeken, afgewerkte vloer) gemonteerd. De volgende afstanden dienen gerespecteerd te worden en gelden voor het centerpunt van de schakelaar of contactdoos: o hoogte contactdozen t.o.v. afgewerkte vloer: 30cm, 110 cm in zones waar kinderen komen. o afstand contactdozen t.o.v. muurhoek: 30 cm o afstand contactdozen en schakelaars t.o.v. buitenkant deurlijst: 10 cm Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 59 /121

60 o hoogte schakelaars t.o.v. afgewerkte vloer: 110 cm Deze afstanden dienen steeds bevestigd te worden tijdens de werfvergaderingen stopcontacten Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle stopcontacten, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid met maten en symbolen op de plannen. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per stopcontact. Uitvoering De stopcontacten dragen het CEBEC keurmerk. Zij zijn conform aan de voorschriften van het AREI (artikels 329, 249, 86.03) en de voorschriften van NBN C De gewone stopcontacten zijn tweepolig en aangepast voor een nominale stroomsterkte van respectievelijk 10A / 16A / 20A / 32A. Alle contactdozen, met uitzondering van deze op zeer lage veiligheidsspanning, zijn van het type met kinderveiligheid en zijn voorzien van een aardingspen die verbonden is met de beschermingsgeleider van de elektrische leiding. Indien stopcontacten op verschillende spanning gebruikt worden zullen zij van verschillend model zijn en onverwisselbaar. De stopcontacten zijn standaard van het inbouwtype. De aansluiting van de geleiders geschiedt d.m.v. schroefklemmen. De afdekplaatjes worden bevestigd door middel van een schroef. De inbouwdiepte bedraagt minimum 26 mm. Enkel waar leidingen zichtbaar liggen (opbouw), met name in kelders, garages, zolders, worden aangepaste opbouwstopcontacten voorzien. Opbouw: Zichtbaar metselwerk, beton en houten structuur Inbouw: Gepleisterde / betegelde muren en wandkanalen In vochtige ruimten wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden zoals gereglementeerd in het A.R.E.I. In wasplaatsen en badkamers mag het gewone spatwaterdichte type gebruikt worden ingeval van inbouwinstallaties. Bij opbouw installaties of in vochtige lokalen zijn zij van het spatwaterdichte type met klapdeksel met minimale beschermingsgraad IP-54, volgens NBN C (1992/2000). De uitgangen worden voorzien van wartels en rubberringen. De dekselschroeven zijn van een roestbestendig materiaal. Op specifieke uitrustingen (carports, buitenbergingen, buitenterrassen,...) kunnen aanvullende voorschriften van toepassing zijn. Indien de stopcontacten op verschillende spanning gebruikt worden, zullen zij van verschillend model zijn en onderling niet uitwisselbaar. Wanneer het stopcontact gevoed wordt via een individuele beschermingstransformator (scheidingstransfo) is de uitvoering overeenkomstig de voorschriften van art. 76 van het A.R.E.I.. Contactdozen gevoed door veiligheidstransformatoren mogen niet geaard worden, de aldus gevoede stroombaan mag geen enkel gemeenschappelijk punt hebben met een andere stroombaan. De Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 60 /121

61 massa s van de elektrische machines en toestellen, op de stroombaan aangesloten, mogen niet opzettelijk verbonden worden, noch met de aarde noch met de massa s van machines en toestellen, gevoed door andere stroombanen. De opbouw contactdozen worden op 1,1 m boven de afgewerkte vloer geplaatst, mits de aanduidingen op het plan. De leidingen vanaf de opbouwcontactdozen worden verticaal naar het plafond of vloer geplaatst. Inbouw contactdozen bezitten een beschermingsgraad IP20 en zijn van het type 2p+A / 16 A-250 V. De inbouw contactdozen worden op 0.3 m boven de afgewerkte vloer geplaatst, mits de aanduidingen op het plan, tenzij geplaatst in een ruimte bereikbaar voor kinderen. Hier wordt dan 1.1 m boven de afgewerkte vloer geplaatst. Boven was- en spoeltafels worden ze ingebouwd op 1.2 m, mits de aanduidingen op het plan. De inbouwcontactdozen zijn zowel toe te passen in metselwerk, bepleisterde wanden en wanden met tegels afgewerkt. De inschrijver staat in voor het inbouwen en plaatsen van de buizen en de inbouwdozen enkelvoudig stopcontact 230V 16A (inbouw) FH st enkelvoudig stopcontact 230V 16A (opbouw) FH st dubbel stopcontact 2x230V 16A (inbouw) FH st dubbel stopcontact 2x230V 16A (opbouw) FH st drievoudig stopcontact 3x230V 16A (inbouw) FH st schakelaars Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle schakelaars, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid met maten en symbolen op de plannen. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per schakelaar. Meting Forfaitaire hoeveelheid FH; stuks Uitvoering De tuimelschakelaars, drukknoppen en verklikkerlichten dragen het CEBEC keurmerk, voldoen aan de voorschriften van het AREI (art. 250) en beantwoorden aan de laatste versies van de NBN C , NBN EN en/of NBN EN voor de elektronische schakelaars. Van alle voorziene types schakelaars wordt vooraf een model ter goedkeuring voorgelegd. De beschermingsklasse dient minstens gelijk te zijn aan de vereiste waardes conform de lijst met uitwendige invloeden. De schakelaars zijn van het type (min.)10 A bij 250 V en zijn spatwaterdicht. Waar verschillende schakelaars van op één punt bediend worden, worden zij in samenspraak met de ontwerper verticaal of Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 61 /121

62 horizontaal t.o.v. elkaar opgesteld, gebruik makend van aangepaste afdekplaatjes en inbouwdozen, waar vereist kan er gebruik worden gemaakt van halve schakelaars. In huishoudelijke installaties wordt het gebruik van enkelpolige schakelaars toegelaten voor stroombanen met twee actieve geleiders voor de voeding van verlichtingstoestellen en hulpstroombanen, voor zover het vaste aansluitingen betreft waarbij een nominale stroom van 16 A niet wordt overschreden. De aansluiting van de geleiders geschiedt d.m.v. schroefklemmen. De afdekplaatjes worden onzichtbaar bevestigd door middel van een schroef. De inbouwdiepte bedraagt minimum 26 mm. Waar leidingen zichtbaar liggen (in opbouw), met name in kelders, garages, zolders, worden aangepaste opbouwschakelaars(ipx4) voorzien. In vochtige ruimten wordt enkel materiaal gebruikt dat voldoet aan de beschermingswaarden zoals gereglementeerd in het A.R.E.I. In wasplaatsen en badkamers mag het gewone spatwaterdichte type gebruikt worden ingeval van inbouwinstallaties; bij opbouw installaties hebben zij minstens een beschermingsgraad IP-54, volgens NBN C (1992/2000). De uitgangen worden voorzien van wartels en rubberringen. De dekselschroeven zijn van een roestbestendig materiaal. Op specifieke uitrustingen kunnen aanvullende voorschriften van toepassing zijn. Indien het gebruik van drukknoppen met permanent lampje is voorgeschreven, moeten deze aangesloten worden op een driedraadsleiding waarvan één fasegeleider rechtstreeks aan het controlelampje aangelegd wordt. Lichtpunten waarbij de bediening voorzien is vanuit 3 of meer plaatsen, kunnen door teleruptoren (relaisschakeling) worden bediend. Alle schakelaars opgesteld buiten het te verlichten lokaal worden standaard voorzien van een ingebouwd verklikkerlampje. De aannemer elektriciteit zal zich, ongeacht de uitvoeringsplannen, steeds vergewissen van de juiste opstelling van de schakelaars t.o.v. de draairichting van de deuren. De opbouw schakelaars worden op 1,1 m boven de afgewerkte vloer geplaatst, mits de aanduidingen op het plan. De leidingen vanaf de opbouw schakelaars worden verticaal naar het plafond of vloer geplaatst. Inbouw schakelaars bezitten een beschermingsgraad IP41 en zijn van het type 10 A-250 V. De inbouw contactdozen worden op 1,1 m boven de afgewerkte vloer geplaatst, mits de aanduidingen op het plan. Boven was- en spoeltafels worden ze ingebouwd op 1.2 m, mits de aanduidingen op het plan. De inbouwcontactdozen zijn zowel toe te passen in metselwerk, bepleisterde wanden en wanden met tegels afgewerkt. De inschrijver staat in voor het inbouwen en plaatsen van de buizen en de inbouwdozen. De schakelaars zijn van hetzelfde merk als de contactdozen. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 62 /121

63 De veiligheidszones voor het opstellen van schakelaars en stopcontacten in badkamers en vochtige ruimten zullen in overeenstemming zijn met de voorschriften van het A.R.E.I schakelaars enkelpolig (opbouw) FH st Uitvoering De enkelpolige schakelaar onderbreekt slechts één fase Min. IP55 Afmetingen ca. 75 x 75 mm Toepassing Verdieping schakelaars impulsschakelaar (inbouw) FH st Specificaties Type : inbouw Bediening : drukknop Uitvoering Impulsschakelaar, elektronische drukknoppen, bediend d.m.v. één enkel druk op de knop; zij voldoen aan de voorschriften van NBN C en NBN EN Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - elektronische schakelaars (2001). Bekabeling uit te voeren volgens de schema s Toepassing Zie plan en ééndraadsschema schakelaars impulsschakelaar (opbouw) FH st Specificaties Type : opbouw Bediening : drukknop Uitvoering Impulsschakelaar, elektronische drukknoppen, bediend d.m.v. één enkel druk op de knop; zij voldoen aan de voorschriften van NBN C en NBN EN Schakelaars voor huishoudelijk en soortgelijk gebruik in vaste elektrische installaties - elektronische schakelaars (2001). Bekabeling uit te voeren volgens de schema s Toepassing Zie plan en ééndraadsschema Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 63 /121

64 bewegingsdetectoren FH st Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle bewegingsdetectoren, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid met maten en symbolen op de plannen. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per bewegingsdetector. Uitvoering De bewegingsdetector heeft een ingebouwd relais. Deze schakelt de verlichting in de ruimte automatisch in/aan als er beweging wordt gedetecteerd. Een demontabele connector voor aansluiting van de netvoeding maakt een eenvoudige elektrische aansluiting mogelijk. Voor zowel in- als de opbouw bedraagt de aanbevolen montagehoogte tussen de 2,5 en 3,5 meter. Met behulp van de opbouw montagedoos kan de bewegingsdetector eveneens als opbouw worden gebruikt. De bewegingsdetector schakelt de verlichting automatisch in wanneer er beweging in de ruimte wordt gedetecteerd. Indien er geen beweging meer wordt gedetecteerd, zal de bewegingsdetector na het verstrijken van de vooraf ingestelde vertragingstijd de verlichting automatisch weer uitschakelen. De installateur dient de detectoren zo op te stellen en in te regelen dat er over de hele oppervlakte van de te belichten ruimte gedetecteerd kan worden. Alle onderdelen nodig voor een goede werking, die niet vermeld staan op plannen of in het lastenboek, zijn tevens in deze prijs inbegrepen. Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH)- per stuk Toepassing Bergingen, opslagruimtes wand (hermetisch) Uitvoering - Netspanning: 230 V/50 Hz - Energieverbruik: < 0.5 W - Detectiehoek > 225 en 360 onderkruipbeveiliging - Bereik ca. 20 m Ø, bij een montagehoogte van 2.5 m - Toegestane omgevingstemperatuur: -25 C C - Dichtheidsklasse IP 54 - Montagemogelijkheden: plafond- en wandmontage Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 64 /121

65 - Behuizingsmateriaal UV-gestabiliseerd polycarbonaat - Schakelvermogen 230 V/50 Hz / (16 A relais), 2300 W/10 A (cos phi = 1), 1150 VA/5 A (cos phi = 0,5) - Nalooptijd impuls/ca. 15 sec min. - Lichtwaarde ca Lux Toepassing Fietsenberging plafond Aanwezigheidsdetector met één schakelkanaal Materiaal Mogelijkheid tot master-slave uitvoering Uitvoering - Instelbaar met IR-afstandsbediening - Netspanning 230 V/50 Hz - Energieverbruik < 2 W - Detectiehoek Bereik van ca. 8 m bij montage van m - Toegestane omgevingstemperatuur 0 C C - Dichtheidsklasse IP 20, IP54 in opbouwversie - Behuizingsmateriaal UV-gestabiliseerd polycarbonaat - Aansluitklem 2,5 mm² - Contact maakcontact/no - Schakelvermogen 230 V/50 Hz / (16 A relais), 2300 W/10 A (cos phi = 1), 1150 VA/5 A (cos phi = 0,5), - Nalooptijd impuls/ca. 15 sec min. - Lichtwaarde ca Lux aanwezigheidsdetector FH st Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle aanwezigheidsdetectoren, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid met maten en symbolen op de plannen. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, stroomdraden en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per aanwezigheidsdetector. Specificaties Bereik op 2.5 m (18 C) hoogte: Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 65 /121

66 o Zittende activiteit: min. Ø 6,4 m o Dwars door de melder: min. Ø 24 m o Frontaal door de melder: min. Ø 8 m Detectiezone: circulair, 360 Schakelvermogen 2300W, cosϕ=1; 1150VA, cosϕ=0,5 Tijdinstelling: impuls of 30sec tot 30 min nalooptijd Luxwaarde: Lux Behuizing uit hoogwaardig UV-bestendig Polycarbonaat Omgevingstemperatuur: -25 C +50 C Uitvoering Aanwezigheidsdetector die de verlichting inschakelt bij beweging en ingestelde schemerwaarde en uitschakelt na een instelbare nalooptijd of bij voldoende opkomend daglicht (kunst & daglichtregeling). Hierbij dient een inschakelperiode ingesteld te kunnen worden om korte fluctuaties in lichtsterkte op te vangen, zodat de verlichting niet bij elke wijziging in lichtsterkte aan of uit gaat. Detecteert beweging door passieve infrarood detectie Alle IR bewegingsdetectoren dienen van eenzelfde fabrikant te zijn Aanwezigheidsdetector met grote cirkelvormige detectiezone Eenvoudige programmatie op het toestel of via een afstandsbediening Mogelijkheid voor het aansluiten van een drukknop om het licht naar behoefte te kunnen uitschakelen en weer inschakelen (kort indrukken) Mogelijkheid voor halfautomatische werking (HA) - werking als afwezigheidsdetector - via een aparte drukknop aan de ingang van het lokaal om het licht enkel manueel in te schakelen (uitschakeling gebeurt automatisch of via de drukknop) Mogelijkheid om de detectiezone te vergroten via slave toestellen Plafondinbouwmodel (IB): Speciale uitvoering met veerklemmen voor een eenvoudige en snelle montage in een verlaagd plafond IP20 Plafondopbouwmodel (OB): Uitvoering voor montage op een plafond of op de wand via een aparte wandsteun IP54 Mogelijkheid om de gevoeligheid in te stellen via de afstandsbediening Gangfunctie zorgt ervoor dat na het doven van de verlichting via een drukknop, de detector zich terug reset na 5 sec i.p.v. na de ingestelde nalooptijd nooddrukknop mindervalide GP tp In de mindervalide toiletten dient er een noodoproepinstallatie te worden geleverd, geplaatst en aangesloten. Deze installatie is te voorzien in alle mindervalide toiletten. De installatie bestaat uit: - Een nooddrukknop op een hoogte van 40 cm geplaatst in de toiletruimte. - Een signaallamp boven de deur. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 66 /121

67 - Een resetknop om het alarm te herbewapenen. - Een akoestisch alarm. - Een centrale eenheid. - Een voeding Bij een eventuele calamiteit zal er een visueel en akoestisch alarm geactiveerd worden. De alarmen kunnen worden gereset via een drukknop ter plaatse vloerdoos FH st Hermetische vloerdoos incl. bekabeling Materiaal - Bekleedbaar deksel - Geschrankte opstelling van de houders voor een optimale aansluiting van alle contactdozen - Ruimte voor markeringsetiketten - Deksel blijft openstaan tijdens het aansluiten - Kleur: meerdere opties door te geven, te kiezen door leidend ambtenaar - Geschikt voor 6 modules, zie plannen - Materiaal: PC, halogeenvrij - 2 stopcontacten en dubbel datacontact inbegrepen (XGB 3G2.5 mm², dual UTP inbegrepen) In gesloten toestand kan de vloerdoos nat gereinigd worden. De minimale installatiediepte is 75 mm. Voor deze aansluitingen zijn tevens speciale hermetische stekkers voorzien die op de vloeraansluitdoos dienen vastgeschroefd te worden. Deze zullen inbegrepen zijn in de prijs. Specificaties Afmetingen volgens inhoud, zie plannen 8.2 aansluitdozen Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de nodige aansluitdozen, in respectievelijke overeenstemming met hun functie, zoals aangeduid met maten en symbolen op de plannen. De kostprijs van de voedingskabels en in- en opbouwdozen is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per aansluitdoos. (zie installatieschema + voldoen aan 7. leidingen) De aansluitdozen zijn van het luchtdichte type, de luchtdichtheid wordt gewaarborgd door elastische luchtdichte membranen in de aansluitopeningen. Aard van de overeenkomst meeteenheid : per stuk, opgesplitst per type aard van de overeenkomst : Forfaitaire Hoeveelheid (FH) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 67 /121

68 8.2.1 voeding deurslot Uitvoering Het betreft het leveren van de bekabeling naar het deurslot (24VDC) en de sturing van het deurslot, incl. het leveren en plaatsen van de drukknop aan de balie en naast de deur. De aannemer levert en plaatst de bekabeling (SGG 2 x 0.8 mm²) naar het deurslot, vanaf de voeding in het ALSB. Verder wordt de bekabeling (SGG 2 x 0.8 mm²) naar de drukknop aan de balie en deur door de aannemer voorzien. In het bord wordt een tijdrelais geïnstalleerd, dewelke de voeding van de deur ca. 3 seconden onderbreekt. De voeding wordt bij brand onderbroken. Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid - FH voeding kookplaat FH st Uitvoering Volgens plan en 1-draadschema De bekabeling (zie 1-draadschema) dient voorzien te worden vanaf de voeding in het bord tot aan een 3-fasige aansluitdoos voor vaste verbinding bij de kookplaat. Aansluitdoos 6 mm², 3P+N+A, grijs, met 5 klapklemmen Afmetingen ca. 100 x 100 mm Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) voeding screen FH st Uitvoering De aannemer voorziet een blind potje aan de toekomstige positie van de aansluiting van de motor van de screens. Verder wordt er een blind plaatje voorzien aan de toekomstige bediening van de screens. De bekabeling vanaf het bord tot de bediening (XGB 3G2.5 mm²) en vanaf de bediening tot het blind potje aan de screens (XGB 4G2.5 mm²) wordt tevens door de aannemer voorzien. Het geheel dient zo voorzien te worden dat een latere koppeling van de screens mogelijk is. Er dient steeds een voorstel goedgekeurd te worden door de leidend ambtenaar, alvorens aan te vatten met de werken. Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) voeding boiler FH st Uitvoering Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 68 /121

69 De bekabeling dient voorzien te worden vanaf het ALSB tot aan het aansluitpunt van de boiler in een aansluitdoos. Verdere aansluiting na installatie boiler is ook ten laste van de aannemer. Er dient steeds een reservelengte voorzien te worden(ca. 10 cm) om latere aansluiting mogelijk te maken. Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid (FH) voeding elektrische deurpomp Uitvoering Het betreft het leveren van de bekabeling naar de elektrische deurpomp (24VDC), incl. het leveren en plaatsen van de drukknop op het inbouwgeheel aan de inkom (rechts van inkomdeur). De aannemer levert en plaatst de bekabeling (SGG 2 x 0.8 mm²) van de paal naar stuureenheid van de deurpomp en de voeding naar de deurpomp. Er wordt tevens een stuurkabel naar de brandcentrale geplaatst voor het sturen / zonder spanning zetten van de deur bij brand Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid - FH voeding datarack FH st Uitvoering Het betreft het leveren van de bekabeling naar het datarack. Aard van de overeenkomst: Forfaitaire Hoeveelheid FH voorzieningen videofonie FH st Het betreft het leveren van de bekabeling voor een toekomstige videofonie installatie. Uitvoering Er dient een UTP (cfr. bestek) voorzien te worden samen met een voedingskabel (2x1.5 mm²) vanaf het ALSB tot aan de voedingspunten voor de videofonie. Aard van de overeenkomst: Globaal prijs - tp Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 69 /121

70 9 TV & DATA/TELEFONIE 9.1 Nutsvoorzieningen TV/TEL GP tp Invoer nutsvoorzieningen Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van de nodige bekabeling voor de aansluitingen van Proximus en Telenet. Uitvoering Alle bekabeling dient cfr. de DNB te zijn. De aannemer dient contact op te nemen met de DNB voor het juiste type bekabeling en de juiste positie en aansluiting ervan. Bijkomende kosten door het niet conform zijn aan de eisen van de DNB, zijn ten laste van de aannemer. De grondwerken zijn opgenomen in 7. Leidingen Analoge telefoonlijn Deze post omvat het leveren, plaatsen en aansluiten van een telefooncontactdoos en bijhorende bekabeling. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, coax-kabels en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs TV-contactdozen Deze post omvat het leveren, plaatsen en aansluiten van een inbouwdoos en bijhorend T.V.- stopcontact. De T.V.-contactdozen dienen van hetzelfde merk en design te zijn als de overige schakelaars en contactdozen en dienen bovendien goedgekeurd te zijn door de T.V.- distributiemaatschappij. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, coax-kabels en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per TV-aansluitpunt. 9.2 datanetwerk gestructureerde bekabeling Dit lastenboek beschrijft de levering en plaatsing van buizen, werkdozen en andere componenten die samen een gestructureerde bekabeling zullen vormen in het beschreven gebouw, volgens de internationaal geldende normen: ISO/IEC IEC : Elektrische installatie van gebouwen RoHS complaint Council Directive 89/106/EEC Draft-versie ISO/IEC JTC1/SC25 N696 van 19/4/2001 Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 70 /121

71 EN EN 50167, 50168, De installatie dient eveneens te voldoen aan: EIA/TIA 569-B Commercial Building Standard Telecommunications Pathways & Spaces IEC Ed.2.0 b: Testing of balanced communication cabling in accordance with ISO/IEC Part 1: Installed cabling IEC & IEC Ed.1.0 en: Multicore and symmetrical pair/quad cables for digital communications EIA/TIA 606-A - Administration Standard for Commercial Telecommunications Infrastructure EIA/TIA Commercial Building Grounding and Bonding Requirements for Telecommunications ANSI/J-STD-607-A Commercial Building Grounding (Earthing) and Bonding Requirements for Telecommunications EIA/TIA TSB 67 - Transmission Performance Specifications for Field Testing of Unshielded Twisted-Pair Cabling Systems EIA/TIA 568-B2 ISO/IEC 18010: Information technology - Pathways & spaces for customer premises cabling EN 50310: toepassing van equipotential verbindingen en aardingen in gebouwen met datasystemen. EN Information technology - Cabling installation - Testing of installed cabling EN Ed.2 EN EIA/TIA 758 CO-OSP Telecommunications Cabling De EMC richtlijnen (EN 55022, 55024, en 50082) Verder dienen alle lokale voorschriften (AREI/ARAB/NBN/NEN) gevolgd te worden. Dit bekabelingssysteem Categorie 6 zal de overdracht van spraak -, data - en controlesignalen, zoals gedefinieerd in de normen IEEE, ANSI,, op een transparante manier mogelijk maken, waardoor alle gestandaardiseerde applicaties met een bandbreedte tot 250 MHz zonder uitzondering worden ondersteund. De inschrijver zal de gegarandeerde waarden van de aangeboden materialen op een overzichtelijke wijze voorleggen voor de start der werken. De aannemer van onderhavig bestek levert en plaatst de buizen, kabels, de 19 rack, de patchpanelen, en de aansluitdozen ten behoeve van de data en telefoon installatie. De UTP- kabels zijn aan te sluiten op de patchpanelen in 19 racks en de aansluitdozen. Specificaties SO/IEC 60793: optische vezels ISO/IEC : optische vezelkabels EIA/TIA CO-OSP Telecommunications Cabling EN Multi-element metallic cables used in analogue and digital communication and control IEEE 802.3af (PoE) normen Uitvoering Alle installatierichtlijnen dienen conform te zijn met de normen en de installatierichtlijnen van de fabrikant. Bij nalatigheid van opvolgen van de installatierichtlijnen zal bouwheer of zijn Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 71 /121

72 gevolmachtigde zich het recht behouden om deze bekabeling te laten vernietigen en te laten vervangen zonder dat de aannemer aanspraak kan maken op enige schadevergoeding of termijnverlenging. Mocht bij uitvoering of voorlopige oplevering blijken dat er spanbandjes werden toegepast, dan zal dit leiden tot de onmiddellijke vervanging van de betrokken kabels door de installateur, en dit op eigen kosten, daar er van uitgegaan wordt dat de bekabeling door het gebruik van spanbandjes reeds onherstelbare schade door insnoering heeft opgelopen. Plaatsing van voedingskabels en data bekabeling dienen door dezelfde installatieploeg uitgevoerd te worden, ofwel in tijd en ruimte gespreid, waarbij databekabeling steeds na het plaatsen van de voedingskabels dient te gebeuren. Ongeacht de garanties van de fabrikant, zal de totale lengte van een bekabeling traject nooit langer zijn dan 100 meter (d.i. inclusief patch kabels). Voor patching dient de nodige marge in rekening gebracht te worden. Lengteberekening volgens EN Aanleg van kabels in leidingwegen : Leidingwegen omvatten alle draadgoten, vloergoten, kabelgoten, schachten, wandgoten, tth-buizen, metalen buizen, etc. Aanleg van leidingwegen: Koppeling van de verschillende onderdelen van het leidingtraject door middel van de daartoe voorziene koppelstukken uit hetzelfde materiaal en met dezelfde eigenschappen als de rest van het traject. De kabelgoot moet over het gehele traject galvanisch ononderbroken zijn. Leidingwegen zullen steeds op een afstand van 1cm van hun bevestigingsvlak gemonteerd worden. De afstandhouders zullen onder elk bevestigingspunt geplaatst worden. Leidingwegen moeten zonder lusvorming aan de groundig bar verbonden worden volgens methode beschreven onder hoofdstuk Aarding en equipotentiaalverbindingen: Bij kruisingen van kabelgoten zullen steeds aangepaste koppelstukken gebruikt worden om de bekabeling bij de verhoging te ondersteunen. De helling van deze niveau overgang mag niet meer dan 15 bedragen. Buigradius van elke kabel dient hierbij gerespecteerd te worden. Indien 2 leidingwegen zich kruisen, waarbij 1 voorzien is van sterkstroom en de andere van data bekabeling, zal de leidingweg voor databekabeling van een deksel voorzien worden. Dit deksel dient de leidingweg te bedekken 1m voor en 1m na de kruising. Sterk en zwakstroomleidingwegen zullen elkaar steeds onder een hoek van 90 kruisen. Op het einde van leidingwegen zal op alle trajecten een bescherming geplaatst worden, geleverd door leverancier van leidingwegen, om te verhinderen dat de snede de bekabeling beschadigd. De bruikbare ruimte in een kabelgoot dient het dubbel te zijn van de ruimte die benodigd is om de initiële hoeveelheid kabels te bevatten. De vullingsgraad mag op geen enkel ogenblik meer bedragen dan 50%. Bovendien mag de gebundelde hoogte van de kabels in een leidingweg nooit hoger zijn dan de hoogte van de zijkanten van deze goot. Uitzonderingen omwille van bouwkundige restricties dienen op voorhand ter goedkeuring voorgelegd worden aan bouwheer en studiebureau. Trajecten dienen te allen tijde voorgelegd te worden aan bouwheer of zijn afgevaardigde ter goedkeuring. Leidingwegen moeten over volledige lengte bereikbaar zijn. Leidingwegen boven de racks in de serverlokalen zullen geplaatst worden volgens specificaties. Plaatsing kabels in leidingwegen: Aanleg van alle bekabeling dient uitsluitend te gebeuren in metalen kabelgoten indien er meer dan 5 kabels parallel verlopen. De scheidingsklasse wordt bepaald: Klasse a; categorie BTC-C conform EN ; Klasse b; categorie 5 & 6 unschielded conforme EN en resp. EN ; Klasse c; catehorie 5 & 6 schielded conform EN resp. EN ; Klasse d; categorie 6A & 7 schielded (S/FTP) conform EN Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 72 /121

73 Voor voedingen met een maximale toegelaten stroom van 20A dient de afstand tot databekabeling minimaal de afstand vermeld in onderstaande tabel gerespecteerd te worden: Scheidingsklasse Niet-metaal PVC Open metaal Geperforeerd Gesloten metaal draadgoot metaal incl. deksel A 300 mm 300 mm 150 mm 0 mm B 100 mm 80 mm 50 mm 0 mm C 80 mm 50 mm 40 mm 0 mm D 55 mm 35 mm 28 mm 0 mm In geval meerdere stroomkringen samen lopen zal de stroomfactor bepaald dienen te worden volgens: Elektrisch circuit 230 V, 20A, monofasig: o 1-15 circuits => stroomfactor 1; o circuits => stroomfactor 2; o circuits => stroomfactor 3; o circuits => stroomfactor 4; o circuits => stroomfactor 5; o > 75 circuits => stroomfactor 6. Deze stroomfactor zal vermenigvuldigd dienen te worden met de minimale afstand volgens onderstaande opsomming voor het bepalen van de afstand tussen voedingsleidingen en data bekabeling. Voor het bepalen van de stroomfactor voor 3 fasige kringen dienen deze in rekening gebracht als 3 eenfasige kringen. Indien de stroom groter is dan 20A dan zal deze steeds als een veelvoud van 20A beschouwd worden en berekend volgens de eerste gehele veelvoud van 20A die groter is dan de maximale toegelaten stroom in de geleider(s). Kruisingen tussen bundels voedingskabels en datakabels dienen steeds onder een hoek van 90 te gebeuren. een outlet moet op minstens 15 meter kabellengte van de lokale patchrack geplaatst worden. De lengte van een patchcord tussen twee patchpanelen bij gebruik van een cross-connect systeem bedraagt maximaal 5 meter Bevestigingswijze: Koperen kabels in horizontale trajecten: maximaal om de 1,5 meter zijn gebundeld met klittenband en om de 3 m zijn vastgezet aan de kabelgoot. Koperen kabels in verticale trajecten (trajecten met een hellingshoek van meer dan 30 graden) : is de maximale afstand voor het bundelen van kabels en het vastzetten aan de kabelgoot 0,5 meter. Insnoering van een kabel of kabelbundel mag niet optreden. Kabels zullen steeds met klitteband bevestigd of samengebonden worden. Deze klitteband moet met de hand aangebracht worden. Bij verandering van richting van een bundel kabels in een kabelgoot, dient de kabelbundel die van richting verandert, gemarkeerd te worden ter identificatie van deze bundel. De minimum buigradius opgegeven door de fabrikant van de kabel dient ten allen tijde gerespecteerd te worden en in rekening gebracht bij het dimensioneren van de kabelgoten. Installatierichtlijnen van de fabrikant zijn onverminderd van kracht. Plaatsing van fiberkabels in leidingwegen: Deze zullen steeds in volledig gesloten leidingwegen geplaatst worden. Volgen verder dezelfde Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 73 /121

74 installatierichtlijnen als deze voor koperkabels in leidingwegen.,zullen steeds via de onderzijde de racks binnen komen, indien mogelijk. Leidingwegen moeten hiervoor tot onder de racks gebracht worden De nodige spill over passtukken voor leidingwegen dienen geplaatst te worden zodat de buigradius van fiberkabels niet overschreden wordt. Plaatsing van kabels in racks: Kabels zullen steeds met aangepaste leidingwegen (van hetzelfde merk als de racks) binnengebracht worden Verticale bekabeling wordt langs onderzijde in rack gebracht. Bekabeling tussen serverracks in serverlokalen en patch kast zullen via bovenzijde verlopen. Montage van identificatiemerken aan de uiteinden van de kabels, zodanig dat deze na afmontage leesbaar zijn zonder de aan te raken. Etikethouders worden samen met de merktekenhouder aan de kabel bevestigd, zonder gebruik van spanbandjes, de kabel mag in geen geval beschadigd worden. Elke outlet zal tevens een nummer dragen, een geplastificeerd etiket wordt aan de afdekplaat bevestigd. De overeenkomstige connector op het patchpaneel zal hetzelfde nummer dragen. Markeringen zullen: Gegraveerd zijn voor alle materiaal, behalve voor bekabeling. Voor bekabeling dienen aangepaste labels gebruikt te worden. Zwarte belettering op witte achtergrond Duidelijk leesbaar zijn (font type en lettergrootte bij de bouwheer op te vragen) Markeringen met de hand geschreven worden niet toegestaan. Zal eveneens genummerd zijn: racks, richtingsveranderingen Het te gebruiken coderingssysteem wordt aan de bouwheer opgevraagd. Bij eventuele tegenstrijdigheden tussen huidige post en het bouwheer-eigen coderingssysteem, heeft het systeem van de bouwheer voorrang. Deze nummeringen zullen terug te vinden zijn op de As-Built en uitvoeringsplannen. Doorvoeren doorheen structurele elementen: Er dient steeds gemaakt te worden van een systeem waardoor op een eenvoudige wijze additionele kabels doorheen het brandwerend systeem kunnen gevoerd worden. Kabeldoorvoeren zullen onder geen beding met schuim opgevuld worden. Bij doorvoeringen door wanden naar serverlokalen zal de RF-afdichting volledig luchtdicht zijn om ontsnappen van blusgas uit de serverlokalen onmogelijk te maken. Toch zal deze zo geconcipieerd zjin dat er op eenvoudige wijze kabels bijgeplaatst kunnen worden zonder deze afdichting te beschadigen. Buiten bekabeling die ontvlambare materialen bevat (bv. PE mantels) dienen bij het binnendringen van een gebouw binnen 2 meter afgemonteerd te worden en over te gaan op bekabeling geschikt voor binnen gebouwen (LS0H bekabeling). Alternatief mag de buitenbekabeling aangelegd worden in kabelgoten die voldoen als vuurbarrière volgens de geldende voorschriften. Buitenbekabeling zal nooit tot in de serverlokalen gebracht worden maar dient in een afzonderlijk lokaal verbonden worden met de binnenbekabeling. Connectiviteit dient dermate geplaatst en georiënteerd te worden zodanig dat geen vreemde stoffen met de contacten in aanraking kunnen komen (bv. angled, shuttered modules op de werkplek) Gebruik van wandgoten: Bij gebruik van wandgoten dienen deze te voldoen aan hun beschrijving in desbetreffend hoofdstuk, voorzien van de nodige afscheiding rekening houdend met de minimale afstanden zoals beschreven in dit hoofdstuk. Gebruikt van metalen buizen: Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 74 /121

75 Alle vermeldingen voor leidingwegen zijn onverminderd van toepassing. Metalen buizen zijn enkel toegelaten om gestructureerde bekabeling te laten verlopen binnen technische ruimtes, waar een verhoogde EMC risico bestaat. Deze metalen buizen zullen eveneens aan 1 zijde aan met de grounding bar verbonden worden. Reserve lengte van kabels: Koperbekabeling tussen telecom closet (patch rack horizontale verdeling) en transition box /outlet 2 meter aan elk koperpatchpaneel 0 meter aan transition box/outlet Koperbekabeling tussen outlet en werkplek Deze bekabeling heeft steeds een lengte van maximaal 6 meter. De juiste lengte wordt bepaald tijdens uitvoering in samenspraak met de bouwheer. Fibers : 8 meter aan elk glasvezelpatchpaneel Verticale telefoniebekabeling: 2 meter bij aan elk patchpaneel Voor zeer lange kabels, en op plaatsen waar belangrijke obstakels worden gepasseerd, zoals een buitenmuur, zal een dubbele lus in 8-vorm worden voorzien. Deze dient om torsie van de kabels te vermijden, indien de reservelengte moet worden aangesproken voor reparatiewerken. Aan server racks en patch panel in serverlokalen: 0,5m aan elke zijde Aarding en equipotentiaalverbindingen: De volledige bekabeling mag de EMC-performantie van geen enkele elektrische component die ermee verbonden is, verslechteren. Dit moet gegarandeerd worden door de fabrikant. Het realiseren van equipotentiaalverbindingen in volledig project is opgenomen in het dossier: aarding. Markeringen: EIA/TIA 606-A Labeling standards for networks horizontale bekabeling De horizontale bekabeling is uit te voeren met een Categorie 6 UTP kabel, gegarandeerde kwaliteit en de performantie voor een goede werking voor frequenties tot 250 MHz en voldoet aan de garantievoorwaarden van de fabrikant. De kabel bestaat uit 4 getwiste paren waarbij elke geleider minstens een ASWG 23 koperdiameter heeft. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 75 /121

76 De kabel bezit een buitenmantel van het LSHF-FR-type (Low Smoke Halogene Free, Flame Retardant), dit houdt in dat de buitenmantel brandvertragende eigenschappen bezit die in geval van brand geen giftige gassen afscheidt (halogeenvrij). Tussen de aluminium folie en de buitenmantel is een drain-wire (aardingsdraad) aangebracht, de 4 getwiste paren, hebben een verschillende spoed en zijn van elkaar gescheiden zijn door een C³element (Central dielectric Cross-talk Cancellation) en een kruisvormige polyethyleen kern, dit om de overspraak tussen de paren tot een minimum te herleiden. Deze constructie zal er bovendien voor zorgen dat de overspraak, bij installatie of torsie van de kabel, over de volledige lengte van de kabel constant blijft. Alle paren moeten een karakteristieke impedantie hebben van 100 Ohm en zullen over een afstand van 90 m een maximale afwijking vertonen van +/- 15 Ohm. De geleiders dienen afgeschermd zijn met een standaardisolatie in Blauw/Wit, Oranje/Wit, Groen/Wit en Bruin/Wit. De aannemer van onderhavige aanneming dient de testgegevens van de fabrikant voor te leggen om aan te tonen dat de kabel beantwoordt aan de in de normen IEEE802.3an en ISO/IEC TR vastgelegde vereisten t.a.v. de headroom voor Alien NEXT (A-NEXT) en Alien FEXT (A-FEXT) parameters. Een maximum afstand voor de bekabeling van 90 m dient steeds gerespecteerd te worden. Meting Pro Memorie - PM RJ45 connector Leveren, plaatsen en aansluiten van de RJ45-connectoren inclusief bekabeling. Bekabeling te voorzien tot aan patchpanelen van de overeenkomende datarack. De plannen met het bekabelingsschema dienen steeds ter controle voorgelegd te worden aan de bouwheer en ontwerper. De aansluitdozen zijn voorzien van afneembare shutters (antistofkapjes), deze kunnen, naargelang de toepassing, makkelijk vervangen worden door gekleurde shutters (rode, groene, blauwe of gele). De aansluitdozen zijn van eenzelfde merk en kleur als de schakelaars en stopcontacten. Materiaal De aansluitdozen zijn van het angled type, wat betekent dat de RJ45-connectoren onder een hoek van 35 t.o.v. de muur worden gemonteerd. Aansluitdozen dienen voorzien te worden van een onuitwisbare etiket in kunststof. De drain-wire (aardingsdraad) zal aangesloten worden op het daartoe bestemde contact. De Snap-in connector wordt d.m.v. een eenvoudig inklikmechanisme in de aansluitdoos bevestigd. Uitvoering De connectoren zijn opnieuw bruikbaar t.t.z. ze moeten heropend en heraangesloten kunnen worden wanneer deze connector heropend moet worden dient dit te gebeuren met een door de Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 76 /121

77 fabrikant speciaal ontworpen gereedschap. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, UTPbekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs per aansluitpunt. Voor de aansluiting van de afgeschermde connector is geen gereedschap vereist voor het afmonteren van de getwiste paren op de connector, enkel een specifieke gereedschap, aanbevolen door de fabrikant om de eindafwerking te vergemakkelijken is toegelaten. De getwiste paren mogen niet gestript worden. Om de aansluiting van de getwiste paren te vergemakkelijken, zal iedere connector aan de achterzijde (op de wire-organiser) zijn voorzien van de kleurenidentificatiecode die overeenstemt met de bekabelingsmethode volgens de T568A en T568B, de aansluiting (punch down) zal worden uitgevoerd volgens de code T568B. De voorgestelde connectoren moeten integreerbaar zijn in de inbouwdozen van het meest gangbare schakelmateriaal. Elke connector is te nummeren overeenkomstig de opgave van de leidend ambtenaar. REFERENTIENORMEN EN 50377: Connectorgroepen en verbindingscomponenten voor gebruik in communicatiesystemen voor optische vezels IEC 60874: Optische vezelverbindingselementen en passieve componenten - Connectoren voor optische vezels en kabels - Deel 1 : Hoofdspecificatie IEEE 802.3af (PoE) normen connector met 1 x RJ connector met 2 x RJ datakasten Materiaal De distributiepanelen voor data en telefonie, rangeer- en blindpanelen zoals eerder beschreven zullen inbegrepen zijn in de prijs van de respectievelijke kasten. Tussen naast elkaar gelegen kasten mogen geen zijpanelen gemonteerd worden, maar dienen wel koppelsets voorzien te worden. Bij elke nieuwe datakast wordt een reserverol klitteband van 2 m geleverd voor de verticale bevestiging van de patch kabels. Om de kabels netjes te ordenen wordt er gebruik gemaakt van: rangeerogen voor het ordenen van de verticaal lopende kabels rangeerpanelen voor het ordenen van horizontaal lopende kabels De lege hoogte-eenheden zullen worden afgedicht met blindpanelen. Bovenaan in het rack wordt een mechanische ventilatie voorzien om de gedissipeerde warmte af te voeren hoofddatarack De wandkast die alle horizontale en/of vertikale bekabeling centraliseert en de apparatuur herbergt voor het data- en telefonieverkeer. Uitvoering Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 77 /121

78 De wandkasten moeten bestaan uit: - een basis (muurbevestiging) - een scharnierend element dat vrije toegang geeft tot het achtergedeelte van de wandkast om de installatie en een eventuele interventie te vergemakkelijken Er dienen identificatienummers aangebracht te worden, zodat de bekabeling aan de ruimtes kan gekoppeld worden. De datawandkasten moeten voorzien zijn van een bekleding in getextureerd polyester in RAL-kleur 7016 (antracietgrijs) met de beschermingsgraden IP 20 IK 08. De wandkasten moeten voldoen aan de volgende normen: - EN en IEC 60529: bescherming tegen vaste en vloeibare stoffen beschermingsindex IP - EN en IEC 62262: bescherming tegen mechanische schokken beschermingsindex IK - EN : beveiliging van apparatuur voor informatieverwerking - EIA-310-D: kasten, racks, panelen en bijbehorende uitrusting - IEC : afmetingen van de mechanische structuren van de serie 482,6 mm, 19" Bevestiging van kabels via geleidingsbeugels De wandkasten moeten voorzien zijn van scharnierende zijpanelen, die zonder gereedschap van binnenuit demonteerbaar zijn, een omkeerbare gewelfde deur in gezeefdrukt veiligheidsglas, vergrendelbaar met een slot en rangeerpanelen. De wandkasten moeten worden geleverd met 2 19" stijlen met hulpinrichting voor de diepteregeling. Slot met sleutel. Roosters boven en onder, voorzien voor installatie van een ventilator, zorgen voor een natuurlijke of mechanische ventilatie. De wandkasten moeten worden geleverd met volle platen boven en onder, die kunnen worden vervangen door kabelinvoerplaten met borstel. De datakast is voorzien van 1 spanningsstrip met 6 stopcontacten 220V 16A. Om een optimale esthetiek te garanderen, moeten alle producten (verdeelpaneel, kabelgeleiders, legbord, meervoudige contactdozenblokken...) die in de kast worden geïnstalleerd, dezelfde RALkleur 7016 hebben. De kasten moeten zo gekozen worden dat alle onderdelen op een ordelijke manier in de kast kunnen ondergebracht worden en er een reserveruimte is van 20%. Bv. 12 U 600 x 600 x 600 mm 16 U 600 x 600 x 800 mm 21 U 600 x 600 x 1000 mm Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 78 /121

79 Er wordt vooraf een uitvoeringstekening en blokschema ter goedkeuring voorgelegd Koperpatchpanelen voor horizontale bekabeling De patchpanelen voor de horizontale bekabeling zullen gemonteerd worden in een 19 frame. Het modulair patchpaneel bestaat uit een metalen chassis waarin 24 afgeschermde RJ45- connectoren op 1 HU (hoogte eenheid) kunnen gemonteerd worden en waarin een clip-on cable guide is geïntegreerd. Deze cable guide zorgt voor een snelle bevestiging van de kabels op het patchpaneel en voor een gemakkelijke bevestiging van de folie van de kabels aan de massa. Het patchpaneel is uitgerust met een uitschuifbaar slede-mechanisme waardoor het geheel bereikbaar blijft na installatie in de kast. Het patchpaneel is voorzien van afneembare shutters (antistofkapjes), deze kunnen makkelijk vervangen worden door gekleurde shutters (rode, groene, blauwe of gele). Bij het patchpaneel is een bijhorende nummeringsstrip te leveren voor de nummering van het paneel. Het metalen kader van het patchpaneel dient automatisch contact te maken met het metalen kader van de kast. De verticale koperbekabeling dient afgemonteerd te worden op aparte patchpanelen.de patchpanelen voor de verticale koperbekabeling dienen volledig identiek te zijn aan deze voor de horizontale koper bekabeling. Na aansluiting van alle bekabeling, dienen zowel het geheel van patch panelen voor horizontale koperbekabeling, als het geheel van patchpanelen voor verticale koperbekabeling elk nog een reserve van min. 10% aan vrije aansluitingen te bezitten. Toepassing Patching van data-outlets, telefonie outlets, wifi, toegangscontrole, WIFI Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van RJ45 connectoren(cat 6) voor het koppelen van WIFI-antennes. De bekabeling(cat6, voldoet aan Horizontale bekabeling) naar de patchpanelen en de overige plaatsingscomponenten(inbouwdozen, connectoren, kabelgoten, ) en werken zijn tevens inbegrepen in de prijs. De aangeduide WIFI punten zijn louter richtgevend en kunnen gebruikt worden voor de prijsindicatie. Het juiste aantal zal bij de uitvoering bepaald worden door de leverancier van de antennes en doorgegeven worden aan de aannemer elektriciteit. Uitvoering De juiste hoogte en positie dient op plan gezet te worden en goedgekeurd door bouwheer en ontwerper. Er dient een site survey uitgevoerd te worden door de aannemer elektriciteit om een dekking te verzekeren. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 79 /121

80 RJ45-connector WIFI Testen, garanties en voor te leggen documenten GP tp Uitvoering As-built documenten Volgende certificaten zijn bij de materiaalvoorstelling en voorafgaandelijk aan de uitvoering in te dienen bij de ontwerper : - certificaat van overeenstemming voor de kabels volgens categorie 6 (volgens de norm TSB36 - EIA/TIA 568) door een erkend keuringsorganisme - certificaat van overeenstemming voor de connectors en distributiepanelen volgens categorie 6 (volgens de norm TSB 40 - EIA/TIA 568) door een erkend keuringsorganisme. Bij installatie: - bekabelingschema's inclusief tekeningen van het kabelverloop en systeem van identificatie Na aansluiten actieve componenten door bouwheer: - bij het voltooien van de installatie: 100% van de links dienen getest te worden. Deze testresultaten worden voor 100% door de fabrikant van het bekabelingssysteem gecontroleerd. Op basis hiervan wordt het garantiecertificaat afgeleverd door de fabrikant. - testrapporten met lengte berekeningen van alle geinstalleerde bekabeling (ook op CD-ROM in PDF en in het origineel formaat) - 20 jaar geldig garantiecertificaat van de fabrikant: garantiebeschrijving van de fabrikant van de bekabeling inclusief categorie 6 verklaring, een lijst van gecertificeerde protocollen en een EMC verklaring. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 80 /121

81 11 OPROEPSYSTEEM 11.2 belinstallatie drukknop Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van de drukknop voor het bedienen van de deurbel. Inclusief bekabeling naar sturing. Specificaties Verlicht Uitvoering De aannemer dient de deurbel in te bouwen in de inkomhal en aan te sluiten naar het ALSB op de transfo en verder naar de gong. Er dienen steeds 3 varianten worden aangeboden aan de leidend ambtenaar Gong FH st Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van de gong voor het geluidssignaal van de deurbel. Inclusief bekabeling (XGB 2 x 1.5 mm²) Specificaties IP20 Min. 78 db Opbouw Uitvoering De aannemer dient de gong te plaatsen en aan te sluiten op de posities zoals aangegeven op de plannen. Deze worden gevoed vanaf het ASLB. Er dienen steeds 3 varianten worden aangeboden aan de leidend ambtenaar Sturing GP tp Het betreft het geheel van transfo, voeding, om de belinstallatie tot een goed functionerend geheel te komen. Aansluiten en indienststellen is tevens inbegrepen in de éénheidsprijs. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 81 /121

82 13 BEVEILIGINGSINSTALLATIE 13.4 inbraakbeveiliging Een nieuwe inbraakbeveiliginginstallatie is te leveren, te plaatsen, aan te sluiten en in dienst te stellen. De inbraakbeveiliginginstallatie is te voorzien met een centrale, uitbreidingsmodules, PIR MW detectoren, codeklavieren, deurcontacten, binnensirenes en buitensirene met flash. Normen van toepassing (steeds laatste versie): het KB van genaamd KB tot vaststelling van de voorwaarden voor de installatie, onderhoud en gebruik van alarmsystemen en beheer van alarmcentrales ; omzendbrieven van 15 mei 2003 maakt deel uit van deze norm; KB van 13 juni 2003 betreffende de erkenning met de aanvullingen van het artikel 4 en 6 van het KB van 7 april 2003; ministeriële rondschrijven van 27/10/2003 en 19/06/2003; BEC (TC79) dienen voldaan te zijn; de componenten voldoen aan de T-014A. De beveiligingsonderneming volgens de T-015/2; de gehele inbraakbeveiliging installatie draagt de kwaliteitslabel van INCERT. De inbraakbeveiliginginstallatie dient te worden gecontroleerd door een keuringsorganisme die door de bouwheer wordt aangeduid. De geaccrediteerde keuringsinstelling heeft een goedkeuring tot controle van de technische uitrusting door het Ministerie van Binnenlandse Zaken Centrale FH st Meting Forfaitaire hoeveelheid - FH Uitvoering De centrale is ondergebracht in een sabotage veilige metalen behuizing waarin ook de noodbatterij is ondergebracht. De centrale heeft een voeding met een batterijcapaciteit van min.72 Ah. De centrale is modulair uitbreidbaar dmv elektronische circuits Uitrusting centrale: min. 48 zones uitbreidbaar tot 168 zones aansluitmogelijkheid tot min. 16 LCD code klavieren. aansluiting mogelijk met uitbreidingsmodules alarmzone Uitbreidbaar tot 32 bedraadde; 32 draadloze, 32 adresseerbare en 8 bediendeelzones 100 gebruikerscodes, 1 hoofdcode, 2 codes onder dwang, 2 supervisiecodes Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 82 /121

83 transactiegeheugen met tijd en datum : min gebeurtenissen. 2 PGM uitgangen op hoofdschakelbord communicatie van alarmsignalen en alle DLS functies via LAN/WAN netwerk. telefooninterface De centrales bezitten verdere volgende faciliteiten: min. 3 ingebouwde timers te gebruiken voor: wapening/ontwapening van partities blokkeren van gebruikers en of tag partitie schakelt automatisch in bij geen beweging na vooraf ingestelde tijd de centrale is programmeerbaar via de code klavieren en downloading software, functionerend onder Windows, deze te leveren software is voorzien van een uitgebreide diagnose functie. bij programmatie van het systeem via de code klavieren wordt gebruik gemaakt van een menustructuur, vergelijkbaar met de programmatie via PC. De centrale geeft duidelijk de functie van elke menu weer d.m.v. tekst (en sneltoetsen). De centrale beschikt over minimaal 2 communicatie poorten, welke vrij te gebruiken zijn voor de back-up van de standaard kiezer Koppeling met externe toestellen via RS232: Crestron Protocol Simple Protocol De centrale is voorzien van een oplaadbare batterij die haar een autonome werking geeft van 2 of meer dagen ingeval van een spanningsonderbreking. Type telefoonkiezer is te kiezen in functie van de beschikbare telefoonlijn en toepassing: Kiezer via GSM modem SMS berichten te versturen naar GSM toestellen. (GSM modem is te voorzien in de centrale). De centrales zijn programmeerbaar via de code klavieren en Wintex Up/downloadingsoftware, functionerend onder Windows. Deze te leveren software is voorzien van een uitgebreide diagnose functie. Uitbreiding via draadloze ontvanger (32 Draadloze toestellen) 868 Mhz De installateur moet zorgen dat het plaatsen van de materialen van de volledige installatie als ook de inbedrijfstelling verlopen volgens de regels van INCERT en andere geldende Belgisch normen. De aannemer dient een opleiding te voorzien voor de gebruiker van het geïntegreerde beveiligingssysteem Codeklavier FH st Meting Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 83 /121

84 Forfaitaire hoeveelheid - FH Specificaties uitvoering: behuizing uit witte kunststof LCD type, 32 karakters voor de weergave van de status van het systeem Afmetingen: ca. 150 x 110 x 20 mm Stroomverbruik: max 125 ma Batterij: minimum 12 V, 7Ah oplaadbaar indicatieleds voor de weergave van: o de status van het Systeem (Gewapend / Ontwapend ) o storing o veilig de toetsen zijn afsluitbaar d.m.v. een klapdeurtje (opbouwversie) PIR binnen detector - wand FH st Infarood detector met geavanceerde signaalverwerking. De detectors maken gebruik van een combinatie van passief infrarode (PIR) en microgolf detectietechnologieën. Met deze detectietechnologieën en een geavanceerde signaalverwerking slaan deze detectors alarm bij menselijke indringers zonder vals alarm te geven voor huisdieren.. De dichte optische kamer zorgt er voor dat het systeem niet op tocht en insecten reageert. Meting Forfaitaire hoeveelheid - FH Specificaties Technische details - belangrijkste kenmerken: - Tweevoudige detectietechnologieën met een geavanceerde signaalverwerking - Flexibele bevestigingshoogte - Gecontroleerde microgolf - Afstellen niet nodig - Pet Friendly (ongevoelig voor huisdieren) - Reageert niet op tocht en insecten - Acht detectielagen met optioneel benedenzicht - Temperatuurcompensatie - Gecombineerde dekkings- en muurtamper - Kleur: wit Functies : - Geavanceerde signaalverwerking. - Adaptieve verwerking past zich aan achtergrond verstoringen aan waarbij het aantal valse alarms verlaagd wordt zonder daarbij het vermogen om een indringer te detecteren te verminderen. - First Step Processing (FSP) reageert vrijwel direct op menselijke doelen zonder vals alarm te geven dat door andere bronnen wordt veroorzaakt. FSP past de gevoeligheid van de detector aan gebaseerd op signaalsterkte, polariteit, hoek en timing. Hierdoor hoeft de installateur het Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 84 /121

85 gevoeligheidsniveau van het systeem niet meer te selecteren. Iedere sensor (PIR en microgolf) wordt individueel verwerkt en het alarmrelais wordt niet geactiveerd tenzij beide sensoren in overeenstemming zijn dat er alarm is. - Een extern visueel driekleuren (blauw, geel en groen) LED (lichtgevende diode) alarm dat de status van iedere sensor onafhankelijk weergeeft. Gecontroleerde microgolf. Het microgolfcircuit wordt volledig gecontroleerd. Indien het microgolf subsysteem in storing valt, verschaft het PIR subsysteem dekking op basis van één technologie.. De detector onderscheidt signalen die door mensen worden veroorzaakt en signalen die door huisdieren worden veroorzaakt. Het negeert signalen die door één of twee huisdieren tot 45 kg worden veroorzaakt of door signalen van verschillende knaagdieren. - temperatuurcompensatie - gecombineerde dekkings- en muurtamper magneetcontacten FH st Gebalanceerde magneetcontacten zijn reed contacten, maar zijn zodanig gebalanceerd dat een sabotagepoging, bijmiddel van het aanbrengen van een permanente magneet, zal leiden tot een alarmsignaal. Afhankelijk van de bouwkundige toestand van de deuren dienen de magneetcontacten inbouw of opbouw worden aangebracht. Bij inbouwmontage wordt de behuizing van het reed contact in het deurkozijn aangebracht en de magneet in de deurvleugel. De magneetcontacten worden best zo ver mogelijk van het scharnierpunt van het gevelelement opgesteld, zodat de kleinste beweging meteen wordt geregistreerd. Voor opbouw wordt de behuizing met het reed contact op de deurkozijn aangebracht en de behuizing met deurmagneet wordt op de deurvleugel aangebracht tegenover de behuizing met reed contact. Voor de schuifdeur dient het contact ingebouwd te worden dit geld tevens ook voor de elektrische schuifdeur aan de hoofdinkomzijde. Een perfecte coördinatie dient te worden uitgevoerd met de leveranciers van schuifdeuren zodat het geheel op degelijk manier is ingebouwd. - Ingebouwd (opbouw enkel indien inbouw onmogelijk) - Materiaal: ABS - Kleur: wit - Diameter: 8 mm - Lengte: 34 mm - Schakelafstand: ca. 11 mm - Kabellengte: 3 m Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid(FH) stuks Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 85 /121

86 Binnensirene FH st de sirene ontwikkeld een akoestisch signaal, dat in werking treedt van zodra er een inbraak wordt gedetecteerd. Meting Forfaitaire Hoeveelheid - FH Specificaties - Geluidssterkte: minimaal 110 db (instelbaar). - Alarmduur van de sirene is instelbaar. - Materiaal: ABS kunststof - Afmetingen: ca. 14 x 10 x 4 cm - Tegen vandalisme/sabotage beveiligd Buitensirene FH st de sirene ontwikkeld een akoestisch en optisch signaal, dat in werking treedt van zodra er een inbraak wordt gedetecteerd Meting Forfaitaire Hoeveelheid - FH Specificaties - flash met Xenon. - alarmduur van de sirene is instelbaar. - Materiaal: Inox - Slagvast - Verbruik: o 5 ma in rust o 500 ma in alarm - Geluidssterkte: 120 db - Afmetingen: ca. 260 x 185 x 90 mm - de buitensirene is weersbestendig en tegen vandalisme/sabotage beveiligd Indienststelling GP tp De indienststelling van de alarminstallatie, het leveren, plaatsen en aansluiten van extra materialen voor de goede werking en de koppeling van de onderlinge onderdelen, de aansluiting van de aankomende leidingen in de centrale en het testen van alle apparatuur is inbegrepen in de éénheidsprijs Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 86 /121

87 Onderhoudscontract FH st De aannemer elektriciteit dient een onderhoudscontract aan te bieden hetwelke jaarlijks opzegbaar is. De eenheidsprijs bestaat uit een jaarlijkse vergoeding voor het onderhoud van de gehele installatie. Het jaarlijks onderhoud dient minstens te bestaan uit: - Nazicht en testen van de juiste werking van het systeem. - Het nazicht, de afzonderlijke test en de natuurkundige test van: - magneetcontacten - sirenes - PIR-detectoren - De doormelder en zijn opstellingsverband - Nazicht voedingstoestel met inbegrip van hulpbronnen - Het nazicht van het onderhouds- en gebeurtenisboekje, aangevuld met verklarende aantekeningen betreffende de in het oog springende feiten sedert de laatste onderhoudsbeurt. - Opstellen van een onderhoudsverslag en een verklaring van overeenkomst van goede werking. - Hersteldienst, waarbij zo vlug mogelijk tot herstelling van de installatie wordt overgegaan bij gebreken tussen twee onderhoudsbeurten door. Meting Forfaitaire Hoeveelheid - FH 13.6 branddetectie algemeen De brandcentrale en haar componenten dienen conform de ontwerpplannen te zijn. Huidige aanneming omvat de levering, de plaatsing en de indienststelling van een automatische branddetectie installatie die voldoet aan de hierna beschreven voorschriften en aan het brandweerverslag. Bijkomend bij dit lastenboek dient de installatie uitgevoerd te worden conform : De voorschriften van de lokale brandweer. Het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.). Het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.). De Belgische normen hier van toepassing (NBN S /2 en zijn addenda). De installatie in al haar onderdelen (met name branddetectiecentrale en automatische branddetectoren) dient op datum van aanbesteding te beschikken over het EGconformiteitscertificaat en dient BOSEC gecertificeerd te zijn. De inschrijver moet erkend zijn door BOSEC als "Onderneming gespecialiseerd in installaties van automatische brandwaarschuwingssystemen", en zal een kopie hiervoor toevoegen aan zijn offerte. Indien dit niet het geval is, moet de inschrijver steeds beroep doen op een erkend BOSEC installateur (zoals hierboven vermeld), er rekening houdend met: Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 87 /121

88 Dat de installatie in ieder geval gebeurt onder de volledige verantwoordelijkheid van de erkende BOSEC leverancier van het materiaal; Dat door de toepassing van de richtlijnen van de fabrikant en/of erkende leverancier, deze laatste de enige verantwoordelijke is voor de perfecte werking van de installatie. Opmerkingen: In elk geval zal steeds vóór het plaatsen van de installatie contact opgenomen worden met de plaatselijke brandweer en zal de installatie volledig conform uitgevoerd worden volgens hun eisen. Meerprijzen door het niet voldoen aan de eisen van de brandweer, zullen ten laste van de aannemer zijn. Het hierna beschreven systeem is een analoog, adresseerbaar detectiesysteem met netten, dit is een systeem met identificatie van de detectoren. Het systeem moet bestaan uit een aantal netten die elk afzonderlijk en in een gesloten loopsysteem verbonden zijn met de branddetectiecentrale. Het maximaal aantal toestellen en de maximale kabellengte per net is op te vragen bij de leverancier. Dit loopsysteem moet de communicatie tussen de centrale en de detectors en/of drukknoppen verzekeren in twee richtingen. Dit houdt in dat ingeval van kabelbreuk of kortsluiting tussen 2 toestellen, alle toestellen operationeel blijven. De gebruikte procédés en toestellen moeten aan de strikste veiligheidsnormen voldoen. Met dit doel moeten alle voorzorgen genomen worden om : De storingen tot een strikt minimum te herleiden. Men zal dus alleen componenten gebruiken die aan vervroegde veroudering weerstaan. Een gemakkelijke toegang te verlenen aan de onderdelen en verbindingen. De herstellingen te bespoedigen en de mogelijkheid te bieden delen van de installatie uit te schakelen, dit door middel van het modulaire systeem. Al het materiaal zal standaard, courant, nieuw en van eerste kwaliteit zijn. Een oorsprongscertificaat zal kunnen gevraagd worden bij de levering en zal moeten bewijzen dat de fabricagedatum geen jaar verstreken is. Al het aangeboden materiaal en in het bijzonder de automatische branddetectoren, de handbrandmelders en de branddetectiecentrale zullen afkomstig zijn van één en dezelfde constructeur. De onderschrijver dient bij de materiaalvoorstelling een gedetailleerde omschrijving van de voorgestelde installatie en een volledige documentatie in verband met de voorgestelde materialen te geven branddetectiecentrale FH st Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de centrale. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Uitvoering OPBOUW VAN DE CENTRALE Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 88 /121

89 De analoog, adresseerbare branddetectiecentrale is opgebouwd overeenkomstig de Europese Normen EN54-2/A1, EN54-4/A2 en EN Bovendien is de centrale BOSEC gecertificeerd in combinatie met de optische, de multisensor en de thermische branddetectoren en beschikt de centrale over het EG-conformiteitscertificaat. De centrale heeft als doel het vroegtijdig melden van het ontstaan van een brand door middel van automatische rook- en/of warmtedetectoren en het waarschuwen van de verantwoordelijke in verband met een mogelijk gevaar door middel van handbrandmelders. De centrale is decentraal opgebouwd en is samengesteld uit minstens één bedieningsconsole die, door middel van een seriële verbinding, met de centrale verwerkingseenheid (black box) verbonden wordt. De brandmeldcentrale heeft een maximale capaciteit van min. 3 XP95 circuits en kan uitgebreid worden tot een maximale capaciteit van min. 32 CIE s. De verschillende onderdelen van de centrale verwerkingseenheid zijn in een kunststof kast gemonteerd. Beschermingsklasse IP 65. Alle bekabeling wordt hierop aangesloten. De kast is uitgerust met een 7 inch scherm. Het scherm is uitgerust met alle noodzakelijke onderdelen voor de uitlezing van de diverse alarm- en storingsmeldingen, de opvraging van de systeemgegevens, het uitvoeren van de basisfuncties en voor het instellen van enkele systeemparameters. De mogelijkheid voor het versturen van de alarm- en storingsinformatie via SMS-berichten en voor het koppelen van de centrale met een personenzoeksysteem via het ESPA-protocol dient eveneens beschikbaar te zijn. De centrale is standaard uitgerust met één relaiskaart met 10 relais, waarvan 2 beveiligde uitgangen, 1 Failsafe relais voor Algemene Storing, 1 relais voor Voedingsfout en 6 vrij programmeerbare relais met spanningsloos wisselcontact. - VOEDING EN NOODVOEDING De branddetectiecentrale bevat minstens één voedingsoverwaking. Er worden 2 voedingen aangesloten op de voedingsoverwaking, namelijk de voeding voor het laden van de batterijen en de algemene voeding van de centrale, de detectienetten en de periferie. Zodra de netspanning onderbroken wordt, dient dit in het logboek geregistreerd te worden. Pas nadat de netspanning gedurende meer dan een half uur onderbroken is, wordt de netspanningsfout gemeld op de bedieningsconsoles en herhaalborden. Een batterijfout dient gemeld te worden als de batterijen niet aangesloten of defect zijn. Als de netspanning uitvalt, wordt er automatisch omgeschakeld op batterijspanning, waardoor de batterijen langzaam beginnen te ontladen. Zodra de batterijen hun kritische ontlaadspanning bereikt hebben, wordt dit gemeld met lage batterijspanningsfout. Om de toestand van de batterijen te controleren, wordt elke woensdag om 8 uur de netspanning intern ontkoppeld, waardoor de brandmeldcentrale omschakelt op batterijspanning. De bepaling van de autonomie dient te gebeuren cfr. NBN : Noodvoeding. Dit in overleg met de bouwheer en brandweer vocale telefoonkiezer PM Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 89 /121

90 Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de vocale telefoonkiezer inclusief de kabel te voorzien naar de telefoonmaatschappij. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen)is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Uitvoering De branddetectiecentrale wordt gekoppeld met een microprocessor gecontroleerde telefoonkiezer, geschikt voor het versturen van spraak en/of tekstboodschappen via een standaard analoge telefoonlijn naar een vast telefoontoestel of naar GSM. De telefoonkiezer is uitgerust met vier ingangen. Elke ingang verstuurt één gesproken en/of tekstboodschap naar één of meerdere telefoonnummers uit een lijst die maximaal acht nummers kan bevatten. Elk nummer wordt maximum 10 maal opgebeld. Bij het ontvangen van een oproep kan een bevestiging naar de telefoonkiezer teruggezonden worden. Deze bevestiging zorgt voor het volledig of gedeeltelijk stopzetten van de alarmcyclus. De boodschappen worden opgenomen via een ingebouwde microfoon en zijn te beluisteren via de ingebouwde luidspreker. De SMS tekstberichten worden via het klavier geprogrammeerd. De programmatie is menugestuurd en beveiligd via een installateurcode. De telefoonkiezer bevat een logboek met een lijst van de laatste 64 uitgevoerde meldingen en bedieningen. Alle gegevens worden in een niet vluchtig geheugen opgeslagen zodat deze behouden blijven na een spanningsuitval. Het toestel werkt op een 12Vdc voedingspanning en wordt hiervoor op de secundaire spanning van de branddetectiecentrale aangesloten branddetectoren FH st algemeen Uitvoering De automatische branddetectoren dienen te beschikken over een EG conformiteitscertificaat en zijn BOSEC gecertificeerd in combinatie met de branddetectiecentrale. De automatische branddetectoren die voor de bewaking zorgen, worden in netten gegroepeerd. Het maximum aantal identificeerbare toestellen en de maximale kabellengte dient nagevraagd te worden bij de fabrikant en voorgelegd aan het studiebureau. De branddetectoren mogen geen enkel onderdeel bevatten dat kan oxyderen, roesten of slijten door de normale temperatuur en vochtigheidsomstandigheden waarin zij zijn opgesteld. De detectoren zullen geminiaturiseerd en esthetisch verantwoord zijn. Ze zullen zo ontworpen zijn dat buitenstaanders deze niet kunnen openen of toegang krijgen tot de diverse onderdelen. Bij het wegnemen van een detector uit de installatie dient op de branddetectiecentrale een storingssignaal in werking te treden. De detectoren mogen geen alarm veroorzaken door : Normale variaties in de toestand en samenstelling van de lucht. Normale trillingen van het plafond waaraan zij zijn bevestigd. Normale wijzigingen van temperatuur of vochtigheidsgraad van de lokalen waar zij zijn opgesteld. De detectoren dienen continu gecontroleerd te worden op hun vervuiling. De vervuilingsgraad dient vanop de branddetectiecentrale per detector afzonderlijk opgevraagd te kunnen worden. Iedere detector zal bij detectie een individuele actie indicator sturen. Dit mechanisme zal deel uitmaken van de detector. De actie indicator wordt door manuele reset vanop de branddetectiecentrale uitgeschakeld en de detector is dan klaar voor een nieuwe detectie. De sokkel dient voor alle detectoren dezelfde te zijn, zodanig dat de detectoren allen Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 90 /121

91 onderling verwisselbaar zijn. Ze dienen ontworpen te zijn voor een tweedraadssysteem optische rookdetector FH st Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de detectoren. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Uitvoering De optische rookdetector is van het analoog, hardwarmatige adresseerbare type en is BOSEC gecertificeerd in combinatie met de branddetectiecentrale. De optische rookdetector is samengesteld uit een witte, zelfdovende polycarbonaat behuizing. De werking van de detector is gebaseerd op het lichtverstrooiingsprincipe (Tyndall). De detector reageert op zichtbare rookgassen, en is uitgerust met een interne, pulserende IR LED en een fotocel. In normale omstandigheden ontvangt de ingebouwde fotocel geen licht afkomstig van de IR LED, en wordt het analoog signaal afkomstig van de fotocel in een overeenkomstige digitale vorm naar de branddetectiecentrale doorgestuurd. Het intern analoog signaal stijgt in waarde naarmate de rook binnendringt en licht op de fotocel verstrooid wordt. De microprocessor in de branddetectiecentrale vergelijkt de ontvangen signalen met de opgeslagen gegevens en initieert bij stijgende rookconcentraties respectievelijk een vooralarm of een alarmmelding. De optische rookdetector is uitgerust met een witte LED, die rood oplicht ingeval van alarm. De optische rookdetector is uitgerust met een uniek adresseringsmechanisme dat in de sokkel wordt ingebouwd, terwijl de sokkel zelf volkomen elektronicavrij is. De vervuilingsgraad dient vanop de brandcentrale per detector afzonderlijk opgevraagd te kunnen worden. Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid FH Thermovelocimetrische detectorfh st handbrandmelders waarschuwingsdrukknop FH st Toepassing De waarschuwingsdrukknoppen worden aangesloten op de netten van de detectoren. De waarschuwingsdrukknop voldoet aan de Europese Norm EN54 11 en dient uitgevoerd te zijn in rode, zelfdovende kunststof (ABS). De waarschuwingsdrukknop dient voor de manuele melding bij het vaststellen van een brandgevaar. In rust wordt een microschakelaar ingedrukt gehouden door een onbreekbaar flexi element. Door het flexi element in te drukken, komt de schakelaar vrij, waardoor een contact sluit. De drukknop is uitgerust met een «continuity link» voor de controle van de bekabeling voorafgaand aan de inbedrijfstelling van het detectienet, zodat eventuele bekabelingsfouten op een eenvoudige manier opgespoord kunnen worden. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 91 /121

92 De drukknop is uitgerust met een ingebouwde kortsluitisolator op zowel de inkomende als de uitgaande netbekabeling inleesmodules PM Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de inleesmodules. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Uitvoering De enkelvoudige inleesmodule meldt de status van een potentiaalvrij NO alarmcontact en/of een NG foutcontact. Zodra het contact geschakeld wordt, zal de branddetectiecentrale de overeenkomstige alarm of storingsmelding genereren. De inleesmodule wordt via de detectielus gevoed en vereist geen externe voeding. De adresinstelling gebeurt door middel van een dipswitch. De enkelvoudige inleesmodule is uitgerust met een ingebouwde kortsluitisolator. De bekabeling tussen het te overwaken contact en de ingang van de inleesmodule wordt, met behulp van een eindelusweerstand op het contact, op kortsluiting en openkring overwaakt. Aard van de overeenkomst Pro Memorie PM kortsluitisolatoren PM Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de inleesmodules. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Inbegrepen in het lot branddetectiecentrale Uitvoering De kortsluitisolator bewaakt de lusbekabeling op kortsluitingen. De isolator isoleert het gedeelte van de lus waarin de eventuele kortsluiting zich voordoet. Indien zich tussen twee kortsluitisolatoren een kortsluiting voordoet, dan wordt dat gedeelte van de detectielus ontkoppeld. Deze onderbreking van de gesloten lus wordt als een lijnfout op de branddetectiecentrale gemeld, waardoor de voedingsspanning zowel via het vertrek als via de retour op de lus geplaatst wordt. Zodoende blijft de rest van de gesloten lus in werking. Zodra de toestand van kortsluiting opgeheven wordt, wordt de ontkoppeling van de lus automatisch opgegeven. De kortstuitisolator wordt ingebouwd in de sokkel van de automatische detector en dient geplaatst te worden zodat het verlies niet groter is dan: - 32 componenten - 1 functie - 1 brandcompartiment m² gedetecteerde vloeroppervlakte - een detectiezone - een alarmzone De kortsluitisolator bewaakt de lusbekabeling op kortsluitingen. De isolator is dus geen identificatiemodule, maar isoleert het gedeelte van de lus waarin de eventuele kortsluiting zich voordoet. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 92 /121

93 De kortsluitisolator is uitgerust met een gele LED, die continu oplicht indien geactiveerd. De kortsluitisolatoren zullen inbegrepen zijn in de eenheidsprijs van de bekabeling sirenes Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van de sirenes. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, bekabeling en inbouwdozen) is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs waarschuwingszoemer FH st Uitvoering De aannemer voorziet een zoemer met flits als waarschuwing wanneer een detector signaal geeft. Dit geeft het personeel signaal (geluid + flits) om naar de brandcentrale of herhaal bord te gaan kijken. Indien niet wordt gereageerd, zullen de evacuatiezoemers in werking worden gesteld. De zoemers worden voorzien van een aparte voeding (inbegrepen in de éénheidsprijs) evacuatiezoemers FH st Uitvoering Evacuatiezoemer uitgevoerd in rode, onbrandbare PVC. De geluidssterkte bedraagt minimaal 95dB op 1 meter. De zoemer werkt op 24Vdc en het stroomverbruik zal niet meer dan 20mA bedragen. De zoemers worden voorzien van een aparte voeding. Overal wordt 65 db(a) behaald (gesloten deuren) en is het niveau minstens 5 db(a) boven elk ander geluid. Voor plaatsen waar mensen gewekt dienen te worden is 75 db(a) te behalen deurmagneten Het betreft het leveren en plaatsen van de bekabeling vanaf de voeding in het verdeelbord tot aan de deurmagneten. Er dient een reservelengte voorzien te worden om latere aansluiting mogelijk te maken. Dit dient te gebeuren in coördinatie met de aannemer binnenschrijnwerk. De kostprijs van het leidingnet (kabelbuizen, doorvoeren,..) en voeding is standaard inbegrepen in de eenheidsprijs. Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid FH leidingen PM Alle leidingen en bedradingen, nodig voor het uitvoeren van de installaties en om een perfecte werking toe te laten, behoren tot de aanneming. Behalve de volgende bepalingen is de elektrische installatie conform het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) en de specifieke besluiten met betrekking tot sommige types van gebouwen. Bovendien moet zij verwezenlijkt zijn volgens de regels van goed vakmanschap. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 93 /121

94 De elektrische installatie en de elektrische kabels dienen te voldoen aan: KB 25/04/2013 basisnormen brandpreventie norm NBN addendum 3 norm C F1/F2/F3 norm S /2 en addenda bekabeling SA : NBN EN of IEC bekabeling SD : NBN EN of -2 (oude norm NBN EN ) Bekabeling van vitale stroombanen en de bevestiging ervan moeten FR2 getest zijn(of voorzien van een alternatief conform AREI). ii. Duitse norm DIN 4102 Teil 12 (Brandverhalten von Baustoffen und Bauteilen - Teil 12: Funktionserhalt von elektrischen Kabelanlagen; Anforderungen und Prüfungen ) waar steeds een draagsysteem (inclusief ophanging) en kabel samen gecertificeerd worden. De normen NBN C (Blanke draden, geleiders en kabels - Algemeenheden - Brandbestendigheid van elektrische kabels en leidingen - Classificatie en beproevingsmethoden voor de classificatie) en NBN add. 3 (Weerstand tegen brand van bouwelementen) zijn van toepassing. Opmerking: stroombanen van brandsirenes zijn niet positief beveiligd en dienen dan ook FR2 getest te zijn(bekabeling en bevestiging) of voorzien van een alternatief conform AREI! De leidingen dienen enkel voor de automatische detectie installatie. Zij zijn verscheiden van de leidingen gebruikt voor andere doeleinden. De kabels hebben de geschikte kenmerken voor het voorkomen van een spanningsval die de correcte werking van het systeem niet meer verzekert. Om deze correcte werking te verzekeren moeten de kenmerken van de geleiders beantwoorden aan de technische eisen vastgelegd door de leverancier van het systeem. De geïsoleerde geleiders en elektrische kabels van een automatische branddetectieinstallatie moeten slechts van type FR2 of beschermd door een omhulsel dat dezelfde bescherming biedt voor zover ze geplaatst zijn in niet bewaakte lokalen of voor zover de storing der transmissielijnen tussen de detectoren en de detectiecentrale niet wordt gesignaleerd. Alvorens de werken aan te vatten, moet de aannemer een uitvoeringsplan voorleggen met aanduiding van leidingen, trek en aansluitdozen, toestellen, enz die hij voorneemt te plaatsen. Na de uitvoering van de installatie en 3 weken voor de voorlopige oplevering, bezorgt de aannemer een stel uitvoeringsplannen van de installaties, zoals ze werkelijk uitgevoerd worden, aan de bouwheer aansluiten en in dienst stellen SOG Bij de indienststelling moeten alle automatische branddetectoren individueel getest worden met een speciaal testtoestel. Alle handbrandmelders worden tevens met een daarvoor bestemd toestel getest. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 94 /121

95 Verder wordt nagegaan of de juiste meldingen naar de centrale doorkomen en als de juiste sturingen worden uitgevoerd. De indienststelling van de branddetectie installatie, het leveren, plaatsen en aansluiten van extra materialen voor de goede werking en de koppeling van de onderlinge onderdelen, de aansluiting van de aankomende leidingen in de centrale en het testen van alle apparatuur zal geschieden in samenwerking met en door de fabrikant of zijn bevoegde vertegenwoordiger. Een verslag hieromtrent zal voorgelegd worden oplevering SOG Huidige automatische branddetectie installatie dient opgeleverd te worden. De bevoegde brandweerdienst moet verwittigd worden van de datum van de oplevering en zal oordelen of haar aanwezigheid noodzakelijk is. Het nagaan of de automatische detectie installatie conform is aan de bepalingen van huidig lastenboek geschiedt door een bevoegde instelling die hiervoor is uitgerust, dit in de aanwezigheid van de exploitant of de eigenaar en de installateur. Bij de opleveringsproeven is de afstelling van de installatie identiek aan die welke voorzien is voor de werkelijke exploitatie van de installatie. Die afstelling stemt overeen met de vermeldingen welke voorkomen in de handleiding van de fabrikant betreffende de verschillende onderdelen van de automatische installatie. De oplevering zal ten minste betrekking hebben op de volgende punten : Conformiteit van de installatie met huidig lastenboek. Het geheel van de werking van de installatie. Beproeving van ten minste 20% van de detectoren per lus of net, met behulp van een inrichting die werd aanvaard in gemeenschappelijk overleg tussen de persoon die de oplevering doet en de fabrikant. Meting van het elektriciteitsverbruik van de installatie, om het te vergelijken met de capaciteit van de secundaire bron en bepaling van de tijd gedurende dewelke de installatie kan werken terwijl ze door deze secundaire bron wordt gevoed. Nazicht, in voorkomend geval, van de doeltreffendheid van de transmissie naar een centraal bewakingsstation of naar een territoriaal bevoegde brandweer. De resultaten van de keuring worden vastgelegd in een geschreven verslag opleidingen SOG De aannemer zal instaan voor een behoorlijke opleiding van de gebruiker van het systeem in het Nederlands. Deze opleiding moet voltooid zijn voor de voorlopige oplevering koppelingen met brandcentrale SOG Het betreft het leveren, plaatsen en aansluiten van alle bekabeling voor alle koppelingen die er dienen te gebeuren met de brandcentrale. Koppelingen dewelke niet positief beveiligd zijn, dienen voorzien te zijn in FR2 materiaal(bekabeling en kabelgoten). Koppeling die voorzien dienen te worden, maar niet vermeld staan op het blokschema of in de lijst onderaan, zijn eveneens inbegrepen en dienen voorzien te worden door de aannemer elektriciteit, zonder bijkomende kosten. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 95 /121

96 Dit bestaat uit minstens een koppeling met: - HVAC-bord(met terugkoppeling, 2 kabels) - Toegangscontrole(deursloten, deurpomp) - Deurmagneten onderhoudscontract SOG De aannemer elektriciteit dient een onderhoudscontract aan te bieden hetwelke jaarlijks opzegbaar is. De eenheidsprijs bestaat uit een jaarlijkse vergoeding voor het onderhoud van de gehele installatie. Het jaarlijks onderhoud dient minstens te bestaan uit: - Nazicht en testen van de juiste werking van elektronische kringen van de centrale, met inbegrip van alle herhaalborden, alle interfaces en alle ondergeschikte beveiligingen, tot en met de contacten in de centrale en interfaces. - Het nazicht, de afzonderlijke test en de natuurkundige test van: - Alle brandmelders van de installatie, door middel van de geschikte testapparatuur volgens de voorschriften van de vervaardiger. - Alles handbediende brandmelders door het openen of sluiten van de contacten. - Alle toestellen voor hoorbare of zichtbare inrichtingen - De doormelder en zijn opstellingsverband - Nazicht voedingstoestel met inbegrip van hulpbronnen - Het nazicht van het onderhouds- en gebeurtenisboekje, aangevuld met verklarende aantekeningen betreffende de in het oog springende feiten sedert de laatste onderhoudsbeurt. - Opstellen van een onderhoudsverslag en een verklaring van overeenkomst van goede werking. - Hersteldienst, waarbij zo vlug mogelijk tot herstelling van de installatie wordt overgegaan bij gebreken tussen twee onderhoudsbeurten door. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 96 /121

97 20 VERLICHTING 20.1 algemeen Algemeen De toestellen dienen volledig nieuw en recent van bouw te zijn en dragen het CEBEC keurmerk. Van ieder type toestel wordt een exemplaar ter goedkeuring voorgelegd, met vermelding van de technische goedkeuring, desgevallende lichtspecificaties, evenals de juiste afmetingen. Het bestuur houdt zich het recht voor meer dan één model ter keuze te eisen. De toestellen en hun inbouwdozen (luchtdichttype) zijn van die aard dat ze verenigbaar zijn met de plafondafwerking waarin zij dienen te worden geplaatst. Alle onderdelen nodig voor een bevestiging van de armaturen volgens de regels van goed vakmanschap, zijn inbegrepen in de eenheidsprijs per armatuur. Zij zijn ontworpen om te kunnen worden opgebouwd / ingebouwd zonder enige vorm van schade te veroorzaken aan de plafonds (door oververhitting, ). In de armaturen zijn de nodige klemmen voorzien voor aansluiting op de stroomkring en aardgeleider. Desgevallend opgelegde verlichtingssterkten, luminanties en verblindingindexen kunnen worden opgelegd, overeenkomstig de BZ-methode, zoals uiteengezet in de norm NBN L De vereiste beschermingsgraden van de armaturen (IP-code volgens NBN C (1992/2000)) stemmen minimaal overeen met de respectievelijke eisen van het A.R.E.I. en de lijst met uitwendige invloeden. Bescherming tegen binnendringen van voorwerpen en stof Bescherming tegen water IP0X niet beschermd IPX0 niet beschermd. IP1X beschermd tegen vaste voorwerpen, groter dan 50 mm. IPX1 beschermd tegen druppelend water (druipwaterdicht). IP2X beschermd tegen vaste voorwerpen, groter dan 12 mm. IPX2 beschermd tegen druppelend water bij een schuine stand van 5 gr. IP3X beschermd tegen vaste voorwerpen, groter dan 2,5 mm IPX3 beschermd tegen sproeiend water (regenwaterdicht). IP4X beschermd tegen vaste voorwerpen, groter dan 1 mm. IPX4 beschermd tegen opspattend water (spatwaterdicht). IP5X beschermd tegen stof (stofvrij). IPX5 beschermd tegen waterstralen (spuitwaterdicht). IP6X stofdicht. IPX6 beschermd tegen golven. IPX7 beschermd tegen onderdompeling (waterdicht bij onderdompeling 1 m diep en 30 minuten lang). IPX8 beschermd tegen opstelling onder water (drukwaterdicht). Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 97 /121

98 Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle verlichtingstoestellen en toebehoren(vsa, tranformator, lampen, ), in respectievelijke overeenstemming met hun functie zoals aangeduid met symbolen op de plannen. De plaatsing en aansluiting van de bekabeling is hier in de prijs inbegrepen en voldoet aan de normen en is volgens 7. Leidingen. De inbouwopeningen in verlaagde plafonds worden gemaakt door de aannemer elektriciteit. Tenzij anders vermeld in de grens der aanbestedingen (zie bijlage) De plafondverlichting dient steeds voorzien te worden met een verticale boring naar de bovenliggende verdieping. Alle verlichtingspunten op de bovenste verdieping dienen, in overleg met de ontwerper en de algemene aannemer, minstens 2 weken voor aanvang van de uitvullingswerken van de platte daken uitgevoerd te worden. De bijhorende lampen alsook eventuele recyclagebijdrage, zijn inbegrepen in de opgegeven eenheidsprijs van de toestellen. De verwezenlijkte verlichtingssterkte, UGR waardes en uniformiteit voor binnen- en buitenverlichting zijn in overeenstemming met EN Alle technische fiches dienen voorgelegd te worden aan de opdrachtgever en ontwerper ter goedkeuring. Armaturen in lichtkringen met bewegingsdetectie, dienen geschikt te zijn voor aansluiting op bewegingsdetectoren. Materiaal REFERENTIENORMEN NBN 01 - Woordenlijst voor de verlichtingskunde (2001) EN (1989) - Elektrische verlichtingstoestellen (1989) NBN EN Verlichtingstoestellen - Deel twee : Bijzondere regels - Sectie twee : Inbouw verlichtingstoestellen (1990) Reeks NBN Verlichtingsarmaturen NBN EN Verlichtingsarmaturen - Deel 1 : Algemene eisen en beproevingen (2000) NBN EN Verlichtingstoestellen - Deel 2 : Bijzondere regels - Sectie 2 : Inbouwarmaturen (2000) NBN EN Verlichtingsarmaturen - Deel 2-3 : Bijzondere eisen - Armaturen voor weg- en straatverlichting (2003) NBN C Beschermingsgraden gegeven door de omhulsels (IP-Code) (1992) + add 1(2000) NBN EN Lampvoeten & -houders alsmede kalibers voor controle van uitwisselbaarheid & veiligheid 1-3 (2003) NBN EN Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting (1999) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 98 /121

99 NBN L & Binnenverlichting van de gebouwen (1974) NBN EN Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen - Veiligheid - Deel 1 : Algemene eisen (2003) Specificaties Tenzij bij de beschrijving van het toestel andere gegevens staan, geldt: Kleurtemperatuur lampen/led algemeen: volgens het Kruithof diagram (zie afbeelding) en toepassing. Sowieso moet dit vooraf door de leidend ambtenaar bevestigd worden. Levensduur ontladingslampen: langst beschikbare levensduur op de markt voor het beschreven type lamp. CRI ontladingslampen: min. 85. Voor ballasten van ontladingslampen zal het volgende gelden: o De gemiddelde levensduur zal ten minste branduren bedragen bij omgevingstemp. 50 C, en 0.1% uitval per 1000h. o Energie efficiëntie: CELMA EEI klasse A2 (BAT) voor elektronische ballasten en EEI klasse A1 (BAT) voor dimbare elektronische ballasten. De inwendige bedrading is hittebestendig uitgevoerd. LED-modules: o min. levensduur u bij max. 10% uitval en min. 70% lichtstroombehoud o CRI: min. 80 Kleurkwaliteit/MacAdam SDCM<=4 Uitvoering REFERENTIENORMEN NBN L Binnenverlichting van de gebouwen - Algemene principes + addendum (1972) NBN L Dagverlichting van gebouwen - Voorafbepaling van de daglichtverlichtingssterkte bij overtrokken hemel (benaderende grafische methode) (1972) NBN EN Licht en verlichting - Basistermen en -criteria voor het vastleggen van eisen aan de verlichting (2002) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 99 /121

100 NBN L Methoden ter voorafbepaling van verlichtingssterkten, luminanties en verblindingsindices bij kunstmatige verlichting in gesloten ruimten + add (1975) NBN L Leidraad voor verlichting van openbare wegen (1980) NBN L Aanbevelingen voor bijzondere gevallen van openbare verlichting (1988) NBN L Regels van goed vakmanschap voor verlichting van ondergrondse wegtunnels en doorgangen (1998) NBN ISO/DIS Gebouwen - Uitdrukking van gebruikerseisen - Deel 4 - Verlichtingseisen (1992) BEVESTIGING & AANSLUITING De juiste opstelling van de toestellen stemt overeen met de aanduidingen op plan en/of wordt ter plaatse met de opdrachtgever besproken. Van elk type toestel kan een modelopstelling gevraagd worden zonder bijkomende kosten. De plaatsing van de toestellen gebeurt in functie van de situatie : montage rechtstreeks op de plafonds; inbouwtoestellen in verlaagde plafonds; wandmontage; Bij wandmontage en rechtstreekse plafondmontage worden de toestellen stevig bevestigd in de wand of het plafond. De ophanging van de toestellen zal onder geen beding verzekerd worden door ophanging aan de geleiders. Inbouwtoestellen dienen afgesteld te zijn op het type verlaagd plafond. Zwaardere toestellen in verlaagde plafonds worden door middel van bevestigingshaken of draagkettingen bijkomend bevestigd aan de bovenliggende draagstructuur. De plaatsing van de inbouwtoestellen zal gebeuren in coördinatie met de aannemer verlaagd plafond. Risico s op plaatselijke oververhitting dienen voorkomen d.m.v. een aangepaste brandwerende isolatie. De plaatsing gebeurt conform NBN EN Verlichtingstoestellen - Deel 2 : Bijzondere regels - Sectie twee : Inbouw verlichtingstoestellen (1990). Alle verlichtingstoestellen, met uitzondering van deze met veiligheidsklasse II en III, zullen verbonden worden met de aardverbinding d.m.v. een geleider evenwaardig in doorsnede en geplaatst in dezelfde buis of kabel als de voedingsdraden. Voor de oplevering worden de toestellen van hun eventuele bescherming ontdaan en gereinigd. TL-ARMATUREN Normen: NBN EN Lamphouders voor buisvormige fluorescentielampen en starterhouders (1992) NBN EN Elektronische voorschakelapparaten met wisselstroomvoeding voor buisvormige fluorescentielampen - Algemene en veiligheidseisen (1992) NBN EN Voorschakeltoestellen voor buisvormige fluorescentielampen - Algemene voorschriften en veiligheidsvoorschriften (1991) NBN C Lampen met geïntegreerd voorschakelapparaat voor algemene verlichtingsdoeleinden - Veiligheidsvoorschriften (2000) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 100 /121

101 De TL-armaturen zijn conform NBN EN, NBN EN, NBN EN , NBN C , aangevuld met de voorschriften van het Belgisch Elektrotechnisch Comité betreffende de apparatuur voor ontladingslampen. De toestellen beantwoorden onder meer aan volgende eigenschappen : Een verlaagd eigen verbruik en lampvermogen bij gelijkblijvende lichtintensiteit; De toestellen zijn standaard voorzien van een elektronisch voorschakelapparaat. De lampen van eenzelfde apparaat worden paarsgewijze gegroepeerd, derwijze dat de stroomsterkten van de lampen van elk paar worden gedefaseerd met 120 = 5'. De binnendraden voor de aansluitingen moeten zorgvuldig worden bekabeld en aan het rugstuk worden bevestigd. De verbinding met de voedingsdraden wordt verwezenlijkt met behulp van een plaat met isolerende klem en grote afmetingen. Eigenschappen: De verlichtingstoestellen zijn te leveren en te plaatsen met de bijhorende lamp. Lichtrendement: min. 96 lumen/watt Levensduur: min h EVSA geschikt voor opstarten in opgewarmd bedrijf De toe te passen reflectiefactoren bij de berekeningen zijn standaard: Plafonds 70% Wanden 50% Vloer 20% Glazen wanden 6% Onderhoudsfactor: Alle apparatuur zal voldoen aan de IEC/EN inzake harmonischen. EMC normering ELEKTRONISCHE VOORSCHAKELAPPARATUUR Tenzij specifiek anders vermeld, dienen alle armaturen met fluorescentie of compacte fluorescentie lampen voorzien te zijn van elektronische voorschakelapparatuur. Het elektronisch hoogfrequent voorschakelapparaat combineert de functies van de ballast en veiligheidsstarter. De lampen werken op een frequentie rond 30 khz en het starten gebeurt, na voorverwarming, binnen de seconde op het inschakelen. De elektronische voorschakelapparatuur voldoet minstens aan onderstaande technische kenmerken: - snelle flikkervrije start (< 0,5 s) - de elektroden worden voorverwarmd alvorens de lampen gestart worden, ten behoeve van het verlengen van de levensduur en het beperken van het afzwarten van de lampuiteinden. - Automatische uitschakeling bij defecte lamp, met automatische herstart na vervanging - Arbeidsfactor > 0,96 - Startstroombegrenzer die tot minstens 24 ballasten toelaat op een kring beveiligd met een automaat van 16A met B curve - de harmonische vervorming voldoet aan EN ; de totale harmonische vervorming is minder dan 10%; de derde harmonische is minder dan 8%, - voorzien van beveiliging tegen netspanningspieken en verkeerde aansluiting - de ballast is geïntegreerd in 1 behuizing, Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 101 /121

102 - Voedingsspanning: V (+/- 10%) - 50/60 Hz, - ontsteking van de lamp bij 15 C tot 50 C, - de maximum testpunttemperatuur van de ballast is 75 C, - de elektromagnetische straling blijft beperkt in overeenstemming met de EN en EN (Class B) normen - Constante lichtstroom (onafhankelijk van fluctuaties in de netspanning), stabiele werking van de lampen (geen stroboscopisch effect, geen flikkering van de elektroden, geen lichtgolven of striaties), - Energy Efficiency Index (EEI): A2 Dimbare elektronische voorschakelapparatuur: De dimbare elektronische voorschakelapparatuur voldoet aan dezelfde kenmerken als deze van de elektronische voorschakelapparatuur hierboven vermeld. De minimale werkfrequentie bedraagt echter 40%. Het controlesignaal dient compatibel te zijn met digitale of 1-10V stuursignalen, in functie van het toegepaste controle- / stuursysteem. De lichtbron dient steeds regelbaar te zijn tussen 3 en 100%. Laagspanningstransformatoren: Transformatoren gebruikt bij verlichting op lage spanning zullen van het type zijn geschikt voor inbouw in het verlaagd plafond, te monteren langs de montage opening van het verlichtingstoestel (lang, smal model). Ze zijn eveneens inbegrepen in de prijs van de armaturen en staan niet noodzakelijk specifiek vermeld in de meetstaat. Alle toestellen op laagspanning worden, tenzij specifiek anders vermeld, voorzien van een individuele transformator per toestel. De transformatoren 230V/12V zijn van het elektronische type, volgens EN en hebben volgende kenmerken: - behuizing uit kunststof - trekontlastingen primair en secundair - aansluitklemmen primair en secundair - mogen ingebouwd worden in holle plafonds, vitrines en meubels (MM-classificatie) - veiligheidstransformator volgens EN kortsluitbeveiliging met elektronische uitschakeling en hernieuwde automatische start na opheffing van de kortsluiting - beveiligd tegen overspanning (zelf herstellend) - beveiligd tegen te hoge temperatuur (zelf herstellend) - automatische reductie van het vermogen (soft start) - radio-ontstoord volgens EN laag eigen verbruik (6 W voor 60 VA en 9 W voor 105 VA); - bromt niet - constante uitgangsspanning, ook bij gedeeltelijke belasting. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 102 /121

103 20.2 veiligheidsverlichting Het betreft de levering en plaatsing van een aangepast veiligheidsverlichtingssysteem, met inbegrip van de voedingsleidingen en toestellen conform de wettige bepalingen en de eisen van de plaatselijke brandweer. Overeenkomstig de bepalingen van het bijzonder bestek bestaat de veiligheidsverlichtingsinstallatie uit armaturen van het niet-permanent autonome type. De bijhorende lampen, eventuele recyclagebijdrage en reglementair te voorziene pictogrammen, zijn inbegrepen in de opgegeven eenheidsprijs per toestel. Overeenkomstig de norm NBN L aangevuld met NBN EN 1838 gelden volgende voorschriften : De horizontale verlichtingssterkte van de evacuatieverlichting langs de as van de vluchtweg dient minimum 1 lux te bedragen. Deze minimale waarde dient gedurende de volledige autonomieduur aangehouden te worden. Op plaatsen van de vluchtweg, waar een gevaarlijke toestand bestaat, dient de horizontale verlichtingssterkte minimum 5 lux te bedragen. Als gevaarlijke toestand worden beschouwd : iedere kruising of richtingverandering, iedere niveauverandering of overgang naar trappen, onvoorziene hoogteverschillen in het loopvlak, e.d.. Tevens is minimum 5 lux vereist op eerste-hulp-locaties en iedere plek waar brandbestrijdingsmiddelen staan opgesteld. Voor werkplekken met een verhoogd risico dient de noodverlichting meer dan 10% van de reguliere verlichting te bedragen, met een minimum van 15 lux, en dit tijdens de volledige duur van het mogelijke gevaar. Verlichting aan de buitenkant van en in de nabijheid van elke uitgang naar buiten De voorziening van veiligheids- en noodverlichting dient steeds te kaderen in een noodevacuatieplan getoetst door de plaatselijke brandweer, met naast de aanduiding van vluchtwegen en (nood)uitgangen ook een noodverlichtingsplan. De bijhorende lampen, eventuele recyclagebijdrage en reglementair te voorziene pictogrammen, zijn inbegrepen in de opgegeven eenheidsprijs per toestel. Meting Forfaitaire Hoeveelheid - FH Materiaal REFERENTIENORMEN NBN EN Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting (1999) NBN EN Noodverlichtingssystemen - Centrale voedingssystemen (2002) NBN EN Verlichtingsarmaturen - Deel 2-22 : Bijzondere eisen : Verlichtingsarmaturen voor noodverlichting (1999) NBN EN Toebehoren voor lampen - Deel Bijzondere eisen voor met gelijkspanning gevoede elektronische voorschakelapparaten voor noodverlichting (vervangt gedeeltelijk NBN C71-924) (2001) Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 103 /121

104 NBN C Elektrische verlichtingstoestellen en toebehoren - Veiligheidsverlichting - Installatieregels en instructies voor de controle en het onderhoud (1988) NBN L Veiligheidsverlichting in gebouwen - Fotometrische en colorimetrische voorschriften (-> NBN EN 1838) Ontwerpgids Noodverlichting van de Nederlandse Vereniging van Fabrikanten van Noodverlichting (NVFN) De veiligheidsverlichting beantwoordt aan de voorschriften van NBN EN Toegepaste verlichtingstechniek - Noodverlichting (1999). De ontsteking van de lamp gebeurt automatisch bij een netspanningonderbreking of bij een daling van de spanning (tussen 70 & 85% van de nominale waarde). De toestellen hebben een autonomie van minimum 1 uur na 24 uur lading. De te voorziene verlichtingssterkte dient overeen te stemmen met de situaties van 5 en 1 lux conform NBN EN Modellen ter goedkeuring voor te leggen aan de opdrachtgever en ontwerper VV (binnen) FH st Autonoom noodverlichtingsarmatuur van het niet-permanente type met 1x6W fluorescentielamp. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand of het plafond (vast of gependeld) of voor inbouw in het plafond mits gebruik van inbouwkader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN Uitvoering De armatuur bestaat uit: - een basis uit grijs polycarbonaat. Het elektrisch-elektronisch equipment, gemonteerd op een schuif uit wit polycarbonaat is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. - een half-ellipsvormige koepel volgens het fresnellens principe uit helder slagvast polycarbonaat die op de schuif geklikt wordt. De armatuur garandeert bij een plafondmontage op 3 meter hoogte 1 lux horizontale verlichtingssterkte op de vloer bij een tussenafstand van 14 meter en bij reflectiewaarden van 0 % voor plafond, muren en vloer. - basis, schuif en koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is isolatieklasse II en heeft een beschermingsgraad IP42 bij plafondmontage. - De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van een montageplaat vervaardigd uit polycarbonaat. De montageplaat is vooraf monteerbaar en elektrisch aansluitbaar, en heeft uitbreekpoorten geschikt voor kabelinvoer van 10 mm. De uitbreekpoorten bevinden zich aan beide kopse kanten, centraal in de achterzijde en bovenaan in de langszijde. De bevestiging van de armatuur op de montageplaat gebeurt door een klikverbinding. De elektrische aansluiting van het equipement gebeurt door een automatische stekker-busverbinding. - De batterij bestaat uit 4 sub-c (diameter 23mm) NiMH-cellen van 2 Ah resistent aan een gemiddelde batterijtemperatuur van 55 C gedurende 4 jaar bij tijdsgeschakeld laden. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 104 /121

105 Hierbij is een lichtstroom verzekert van minimum 200 lumen met een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en - type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is tijdgeschakeld en gestabiliseerd op 100 ma. De armatuur is uitgerust met een elektronische ompoolbeveiliging om beschadiging van de batterij bij te diepe ontlading te voorkomen. - Controle en bediening van de armatuur: o De armatuur is uitgerust met een microprocessor met ingebouwde kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN : o wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. o de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele LEDs. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is. De gele LEDs kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. o Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van 13 weken voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van een testknop. Deze testknop laat toe bijspanningsonderbreking de lamp te doven en te herontsteken of een bijkomende test te activeren. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. - Afmetingen LxBxH (mm): ca. 300 x 150 x De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is VV (hermetisch) FH st Autonoom stof- en waterdicht noodverlichtingsarmatuur van het niet-permanente type met 1x6W fluorescentielamp. De armatuur is geschikt voor montage aan de wand of het plafond (vast of gependeld) of voor inbouw in het plafond mits gebruik van inbouwkader. De armatuur beantwoordt aan de normen NBN EN en is stralingsarm volgens NBN EN en stralingsimmuun volgens NBN EN De armatuur wordt door de fabrikant gedurende minstens 5 jaar gewaarborgd. (uitgezonderd de lamp) Uitvoering De armatuur bestaat uit: - een basis uit grijs polycarbonaat. Het elektrisch-elektronisch equipment, gemonteerd op een schuif uit polycarbonaat is verbonden met de basis via een automatische klikverbinding. De basis is uitgerust met IP65 conforme wartels voor voeding- en busbedrading. - een half-ellipsvormige koepel volgens het fresnellens principe uit helder slagvast polycarbonaat die op de schuif bevestigd wordt met onverliesbare schroeven. De armatuur garandeert bij een plafondmontage op 5 meter hoogte 1 lux horizontale Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 105 /121

106 verlichtingssterkte op de vloer bij een tussenafstand van 14 meter en bij reflectiewaarden van 0 % voor plafond, muren en vloer. - basis, schuif en koepel zijn brandwerend en zelfdovend en bestand tegen de gloeidraadtest van 850 C. De armatuur is isolatieklasse II, heeft een beschermingsgraad IP65 en een slagvastheid IK10 (20 Joule). - De armatuur wordt bevestigd tegen wand of plafond door middel van speciale beugels waarop de armatuur wordt vastgeklikt. Hierdoor is boren in de behuizing niet vereist. - De batterij bestaat uit 4 sub-c (diameter 23mm) NiMH-cellen van 2 Ah resistent aan een gemiddelde batterijtemperatuur van 55 C gedurende 4 jaar bij tijdsgeschakeld laden. Hierbij is een lichtstroom verzekerd van minimum 200 lumen met een autonomie van minstens 1 uur na 24 uur lading. Op de armatuur zijn lampgegevens, batterijdatum en - type aangebracht zoals vereist volgens NBN EN De batterijlaadstroom is tijdgeschakeld en gestabiliseerd op 100 ma. De armatuur is uitgerust met een elektronische ompoolbeveiliging om beschadiging van de batterij bij te diepe ontlading te voorkomen. - Controle en bediening van de armatuur: o De armatuur is uitgerust met een microprocessor met ingebouwde kwartsklok die toelaat een automatische test uit te voeren conform de normen NBN EN en NBN EN : o wekelijks wordt gedurende 2 minuten een functietest uitgevoerd en exact om de 13 weken een autonomietest met vooropgestelde autonomietijd. o de toestand van de armatuur wordt weergegeven door 1 groene en 2 gele LEDs. De groene LED geeft aan dat de armatuur in goedwerkende waaktoestand is. De gele LEDs kunnen 3 soorten fouten aangeven: lampfout, batterijfout en elektronicafout. Ingeval van elektronicafout geeft de knipperfrequentie van de LED de aard van de fout aan. o Het standaard testmoment wordt bij installatie random ingesteld over de periode van 13 weken voor de autonomietest en 7 dagen voor de functietest. Een gewenst testmoment is instelbaar door middel van een testknop. Deze testknop laat toe bijspanningsonderbreking de lamp te doven en te herontsteken of een bijkomende test te activeren. Bij terugkeer van de netspanning blijft de lamp 2 minuten nabranden. - Afmetingen LxBxH (mm): ca. 360 x 180 x De armatuur heeft het ENEC keurmerk en is ontwikkeld en geproduceerd in een onderneming die ISO9001 gecertificeerd is. Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 106 /121

107 20.3 levering armaturen plafond type PL01 FH st Er wordt gebruik gemaakt van opbouwarmatuur geschikt voor T5-fluorescentielampen. Deze worden pendelend opgehangen of bevestigd tegen het plafond. Specificaties Vermogen: 2 x 28 W Fluorescentie lichtkleur is 830 Beschermingsgraad: min. IP65 Afmetingen: ca x 130 x 100 mm Type: plafondmontage/pendelend Min. IK02 EVSA Materiaal: PES + PC Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Toepassing Technische ruimtes en bergingen type PL02 FH st Er wordt gebruik gemaakt van plafondarmatuur geschikt voor LED-lampen. Specificaties Vermogen: min. 12 W Lichttemperatuur ca. 3000K Beschermingsgraad: min. IP44 Afmetingen: ca. 360 x 340 x 70 mm Type: plafondmontage Kleur: wit Materiaal: kunststof Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Toepassing Sanitair + rustruimte Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 107 /121

108 type PL03 FH st Er wordt gebruik gemaakt van een plafondarmatuur met ingebouwde bewegingsmelder geschikt voor LED. Specificaties Vermogen: min. 11 W Kleurtemperatuur: 3000 K Lichtstroom: min. 560 lumen Afmetingen: ca. 200 x 200 x 70 mm Type: plafondmontage Materiaal: aluminium / kunststof Kleur: Zilver Levensduur lampen: u (L70B10 volgens LM80) Registratiehoek: 360 met min. 160 openingshoek Reikwijdte: 1 6 m diameter Tijdsinstelling: 5 sec. 15 min Schemerinstelling: lux IP20 Temperatuurbereik: C Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Toepassing Gang, leefgroep 2, balie Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk type PL04 FH st Het betreft een LED-paneel van 60 x 60 cm. Specificaties Vermogen: 36 W Min. 100 Lm/W LOR: 100% Min. IP20, IK06 Kleurweergaveindex: min. 85 Lichtkleur: 3000 K Lichtspreiding min. 120 Afmetingen: ca. 600 x 600 x 15 mm Type: opbouw Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 108 /121

109 Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Toepassing Studieruimte, kantoor pendel type PE01 FH st Het betreft een pendelarmatuur met diffusor. Specificaties Vermogen: min. 8 W Kleurtemperatuur 3000 K min. CRI 80 Levensduur min u Afmetingen kap : ca. Ø42 cm, 37 cm hoog Type: opbouw(pendel) Materialen: diffusor uit gesatineerd glas, metalen kap Kleur: mat chroom Uitvoering Uitvoering zoals op afbeelding of gelijkwaardig. Toepassing Speelgroepen (hoofdverlichting) Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk type PE02 FH st Het betreft een pendelarmatuur met diffusor. Specificaties Vermogen: min. 8 W Kleurtemperatuur 3000 K min. CRI 80 Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 109 /121

110 Levensduur min u IP20 Afmetingen kap : ca. Ø32 cm, 33 cm hoog Type: opbouw(pendel) Materialen: Rubber, PVC-kabel, opalen diffusor Kleur: te bepalen door architect Uitvoering Uitvoering zoals op afbeelding of gelijkwaardig. Toepassing leefgroepen, accentverlichting balie, trappenhal Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk type PE03 FH st Het betreft een pendelarmatuur. Specificaties Vermogen: 3 x 39 W Kleurtemperatuur 3000 K TL verlichting 85 cm Afmetingen : ca 1400 x 810 mm (h x b) Type: opbouw(pendel), kabel van 5 m Materialen: PE Uitvoering Uitvoering zoals op afbeelding of gelijkwaardig. Toepassing inkom Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 110 /121

111 wand type W01 FH st Er wordt gebruik gemaakt van een verstraal wandarmatuur met LED-lamp Specificaties Vermogen: 20 W Min. 100 lm/w Lichttempertauur 3000K IK 07 Lichtstraal: ca 100 CRI >= 80 Levensduur: min uur (L70/B50) Beschermingsgraad: min. IP65 Afmetingen: ca. 160 x 170 x 45 mm Type: wandmontage zwart PC behuizing, getemperd glas en aluminium koellichaam. Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 111 /121

112 Toepassing Wandlamp gevel Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk buiten type B01 FH st Er wordt gebruik gemaakt van dowlighter met ontladingslamp voor buitenverlichting en buitenopstelling Specificaties Vermogen: 35 W Lichttempertauur 3000K metaalhalidelamp Lichtstraal: ca 26 CRI >= 80 Lichtstroom: min lm Beschermingsgraad: min. IP65 Afmetingen: ca. Ø150 mm x 180 mm Type: plafondmontage Corrosiebestendig aluminium voor buitenmontage. Uitvoering Zoals op afbeelding of gelijkwaardig Toepassing Buiten Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH) per stuk Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 112 /121

113 verlichtingspunten FH st Het betreft de levering, plaatsing en aansluiting van alle bekabeling vanaf de schakelaars/aftakpunten tot de lichtpunten zoals aangeduid op het installatieschema. De plaatsing en aansluiting van de bekabeling voldoet aan de normen en is volgens 4. Leidingen. Alle werken van het leidingnet zijn inbegrepen(doorboringen, slijpen, afwerken doorboringen,.) Specificaties Er worden lamphouders E27 met lamp voorzien. Er worden lusterklemmen enkel of dubbel uitgevoerd afhankelijk van de toepassing voorzien. Uitvoering Er dient steeds een reservelengte van min. 20 cm voorzien te worden om latere aansluiting van de armaturen mogelijk te maken. De verlichtingspunten dienen afgestemd te worden met de valse plafonds, zodoende dat de punten symmetrisch verdeeld worden over de valse plafonds en de plafonds zonder valse ruimte. Er dient op voorhand een schema met de juiste posities doorgegeven te worden aan ontwerper en bouwheer. Kleine afwijkingen tov de posities op de installatieschema s geven geen aanleiding tot meerwerken en zijn ten laste van de aannemer. Toepassing Forfaitaire hoeveelheid FH 20.4 LED-strip FH m Er wordt gebruik gemaakt van een LED-strip voor binnenopstelling incl. voeding, dimmer en aluminium profiel met opalen afdekking. Specificaties Vermogen: min W/m Min lm/m Spanning: 24V Kleurtemperatuur: 3000 Temperatuur: -20 C 50 C Aluminium profiel: Specificaties Ca. 20 x 10 mm Inbouw / opbouw zoals aangegeven door architect Opalen afdekking aluminium Dossier T.83 - Lastenboek Elektriciteit Pagina 113 /121

AFBREKEN VAN EEN BESTAAND JEUGDHUIS EN BOUWEN VAN EEN NIEUW JEUGDHUIS CLUB 9 EN SLAGWERKLOKALEN. Deel 5: elektricteit

AFBREKEN VAN EEN BESTAAND JEUGDHUIS EN BOUWEN VAN EEN NIEUW JEUGDHUIS CLUB 9 EN SLAGWERKLOKALEN. Deel 5: elektricteit BESTEK AFBREKEN VAN EEN BESTAAND JEUGDHUIS EN BOUWEN VAN EEN NIEUW JEUGDHUIS CLUB 9 EN SLAGWERKLOKALEN Deel 5: elektricteit opdrachtgever STADSBESTUUR BERINGEN Mijnschoolstraat 88 3580 Beringen AANBESTEDINGSDOSSIER

Nadere informatie

AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit

AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit Versie: 30/08/2016 BUURTCOMPLEX KOOLMIJNENKAAI 86 BOUWPLAATS Koolmijnkaai 86 1080 Sint-Jans-Molenbeek BOUWHEER Gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek Graaf

Nadere informatie

Project: Atelier Kyoto - Webo. Meetstaat Elektriciteit 1/12. Datum: 2/03/2016. 10 ALGEMEEN Subtotaal: 70 ELEKTRICITEIT/BINNENNET Subtotaal:

Project: Atelier Kyoto - Webo. Meetstaat Elektriciteit 1/12. Datum: 2/03/2016. 10 ALGEMEEN Subtotaal: 70 ELEKTRICITEIT/BINNENNET Subtotaal: 1/12 Project: Atelier Kyoto - Webo Datum: 2/03/2016 Meetstaat Elektriciteit 10 ALGEMEEN Subtotaal: 10.11 As-built dossier 1 GP FH 10.12 Technisch uitvoering dossier 1 GP FH 10.13 Rf afdichtingen openingen

Nadere informatie

AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit

AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit AANBESTEDINGSDOSSIER Perceel: Elektriciteit Versie: 06/06/2016 BUURTCOMPLEX KOOLMIJNENKAAI 86 BOUWPLAATS Koolmijnkaai 86 1080 Sint-Jans-Molenbeek BOUWHEER Gemeentebestuur van Sint-Jans-Molenbeek Graaf

Nadere informatie

Art. Omschrijving Type Eenh. Hoev. E.P. Totaal. PDF Pro Trial

Art. Omschrijving Type Eenh. Hoev. E.P. Totaal. PDF Pro Trial 1. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET 1.1. Elektriciteitsaansluiting SOG 1 1 000,00 1 000,00 2. ELEKTRISCHE VERDEELBORDEN 2.1. Elektrische verdeelborden 2.1.1. EB museum SOG 1 6 000,00 6 000,00 3. AARDINGEN

Nadere informatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIE

ELEKTRISCHE INSTALLATIE ELEKTRISCHE INSTALLATIE A. PROJECTOMSCHRIJVING PM B. BIJZONDERE SPECIFICATIES B.1. Bepalingen betreffend de werkmethoden B.1.3. Algemeenheden Noodzakelijke bouwkundige werken voor het aanleggen van de

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 351

BIJZONDER BESTEK NR. 351 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 351 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht betreft de aanpassing van de elektrische installaties

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 02/08/2018 Inspecteur: Jeroen De Bondt Mentor: Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:- IK.

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT. Kinderopvang - Gemeenteloods. Ontwerp. Zwijndrecht 1:50. Gemeente Zwijndrecht TECON Groep afdeling technieken

ELEKTRICITEIT. Kinderopvang - Gemeenteloods. Ontwerp. Zwijndrecht 1:50. Gemeente Zwijndrecht TECON Groep afdeling technieken Index Datum Wijzigingen A 09092016 Eerste versie B 14042017 Bespreking C 05052017 Aanpassingen D 05062017 Indienen dossier E 13062017 Indienen dossier #2 F 05072017 Indienen dossier #3 Kinderopvang Gemeenteloods

Nadere informatie

LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN

LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN LASTENBOEK AFWERKING SEMI-CASCO LORETTEKLOOSTER BEGIJNENSTRAAT MECHELEN INHOUD 2. Pleisterwerken p.3 3. Chapewerken, p.3 6. Sanitaire installatie p.3 7. Elektrische installatie p.4 8. Verwarmingsinstallatie

Nadere informatie

ELEKTRICITEITSKEURING

ELEKTRICITEITSKEURING ELEKTRICITEITSKEURING 1. Wat is een elektriciteitskeuring? Residentiële elektrische installaties dienen regelmatig te worden gekeurd, waarbij wordt gecontroleerd of aan de regels, opgelegd door het AREI,

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES

INSTALLATIES 12 ONAFHANKELIJKHEID VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE TEN OVERSTAAN VAN ANDERE INSTALLATIES 9 9.01 ELEKTRISCHE Nominale spanning Elektrische installaties moeten in al hun onderdelen onderworpen en uitgevoerd worden in functie van hun nominale spanning 9.02 Regels van goed vakmanschap gelijkvormigheid

Nadere informatie

bestek nummer: blad nummer 1/5

bestek nummer: blad nummer 1/5 bestek nummer: 2011 021 01 blad nummer 1/5 OPDRACHTGEVER: OPDRACHT: WZC DE LINDE Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem UITBREIDEN BESTAAND WOON- EN ZORGCENTRUM Lindestraat 16, 9790 Wortegem-Petegem PERCEEL

Nadere informatie

riolering DWA en RWA De rioleringsbuizen buiten het gebouw of onder de fundering tot 0,5 m in het gebouw behoren niet tot het deel technieken

riolering DWA en RWA De rioleringsbuizen buiten het gebouw of onder de fundering tot 0,5 m in het gebouw behoren niet tot het deel technieken Project: Bouw van een jeugdhuis Club 9 en slagwerklokalen Bouwheer: STAD BERINGEN, Mijnschoolstraat 88, 3580 Beringen Architect: Enerdo BVBA Oostereindestraat 31, 3560 Lummen LIJST GRENS VAN AANBESTEDING

Nadere informatie

riolering DWA en RWA De rioleringsbuizen buiten het gebouw of onder de fundering tot 0,5 m in het gebouw behoren niet tot het deel technieken

riolering DWA en RWA De rioleringsbuizen buiten het gebouw of onder de fundering tot 0,5 m in het gebouw behoren niet tot het deel technieken Project: T083 Kinderopvang Herk-de-Stad Bouwheer: Oostereindestraat 31, 3560 Lummen Architect: Enerdo BVBA Oostereindestraat 31, 3560 Lummen LIJST GRENS VAN AANBESTEDING EN STUDIES art.nr omschrijving

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 22/10/2018 Inspecteur: Niels Van Opstal Mentor: Installateur: / ID-label: B.T.W. nr.:/ IK.

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 6 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 2 x 20 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A. Pagina 1 van 6 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Hombeeksesteenweg 111, 2800 MECHELEN Distributienetbeheerder: Imea (via Eandis) 2174532 Teller n : Index teller:

Nadere informatie

Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 25 A. Max.

Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 25 A. Max. Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Datum verslag: 25/01/2019 Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Leenstraat 5, 3200 Aarschot Distributienetbeheerder: Iverlek (via Eandis) 11869130 Teller

Nadere informatie

70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET

70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET 70. ELEKTRICITEIT / BINNENNET 70.00. elektriciteit / binnennet - algemeen Tellerkasten, inclusief aansluitingen en voedingskabels : meeteenheid : per stuk (woning of appartement) aard van de overeenkomst

Nadere informatie

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase

ANCO-TORENS TURNHOUT. VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase Generaal Lemanstraat 27 B-2018 Antwerpen Telefoon 03 232 08 79 Telefax 03 232 21 38 www.wilma.be ANCO-TORENS TURNHOUT VERKOOPSLASTENBOEK PARKEERGARAGE Fase 4 Versie: 30 juli 2010 anco verkoopslastenboek

Nadere informatie

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken

Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Hoe keuringsverslagen elektrische installaties interpreteren meest voorkomende inbreuken Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics A. Hoe elektrische keuringsverslagen interpreteren B. Top 3 meest voorkomende

Nadere informatie

2. MODULES. Module Inbedrijfstelling residentiële installatie

2. MODULES. Module Inbedrijfstelling residentiële installatie OPLEIDINGENSTRUCTUUR RESIDENTIEEL ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) RESIDENTIEEL ELEKTROTECHNISCH INSTALLATEUR Beroepsprofiel

Nadere informatie

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM PROCES-VERBAAL VAN HET ONDERZOEK VAN DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM Het onderzoek gebeurt volgens werkinstructie 0Ie006 of 0Ie008 op basis van de hieronder vermelde voorschriften. Uw controle werd uitgevoerd

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 192003258 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: VVB 4 x 10 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 4 x 25 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A.

KEURINGSVERSLAG. Adres eigenaar: VVB 4 x 10 mm² Type electrode: Max. beveiliging: 4 x 25 A. # verdeelborden: Type: X2,5: 40 A. Pagina 1 van 6 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Helstraat 44, 3721 VLIERMAALROOT Distributienetbeheerder: Inter-energa (via Infrax) 28552744 Teller n : Index teller:

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties 112000765 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek: Eigendom van: Opdrachtgever: Type lokalen: EAN-code installatie:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Rapportnummer 95492 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 26/10/2017

Nadere informatie

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer

12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P dossier ontwerp bouwheer 12/01/2016 Gedetailleerde opmeting dossier - Herinrichting kantoren bibliotheek Permeke - P07363 1 dossier ontwerp bouwheer P07363 herinrichting kantoren bibliotheek Permeke 00 ALGEMENE BIJZONDERE VOORAFGAANDELIJKE

Nadere informatie

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012

DOSSIER: hsreno02 lot 4 elektr. GDR-architecten bvba tel. 09/331.57.90 info@gdr-architecten.be DATUM:31/01/2012 DEEL 0 - AANNEMING / WERF INHOUDSOPGAVE 00. INLEIDING / ALGEMEEN... 2 00.10. voorwoord - algemeen... 2 00.20. uitgangspunten - algemeen... 2 00.30. structuur & opvatting - algemeen... 2 00.40. gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM

DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM DE INSTALLATIE IS NIET CONFORM Het onderzoek gebeurt volgens werkinstructie 10Ie006 of 10Ie008 op basis van de hieronder vermelde voorschriften. Uw controle werd uitgevoerd door BTV VZW, kantoor BTV West-Vlaanderen,

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE AIB-VINÇOTTE Belgium ERKEND CONTROLEORGANISME Externe dienst voor technische controles op de werkplaats Contactpersoon: JOHNNY BODEN, Elektriciteit Onze gegevens Klantref.: 100249782 Uw gegevens Ref.:

Nadere informatie

VEEARTSENIJSCHOOL - ANDERLECHT DEEL 7 ELEKTRICITEIT

VEEARTSENIJSCHOOL - ANDERLECHT DEEL 7 ELEKTRICITEIT Dossier 48200 VEEARTSENIJSCHOOL 27/02/203 VEEARTSENIJSCHOOL - ANDERLECHT DEEL 7 ELEKTRICITEIT Aanbesteding - Meetstaat Artikel Omschrijving Soort (-VH-FF-SOG) Eenheden Hoeveelheid Ehpr in cijfers Totaal

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 01/06/2018 Inspecteur: Werner Notelaers Mentor: - ID-label: - B.T.W. nr.:- Installateur:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 14/08/2018 Inspecteur: Kevin De Putter Mentor: - Installateur: Renaat Mattheus ID-label:

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 148002305 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2015050780 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be

PRAKTISCHE FICHE / DE VOORBEREIDING Beschikbaar op www.legrand.be Het A.R.E.I. en verlichtingskringen De verlichting in uw woning is het belangrijkste onderdeel van uw elektrische installatie n De kringen Een verlichtingskring wordt bekabeld met draden van 1,5 mm 2 en

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 15/01/2019 Inspecteur: Jean Francois Steux Mentor: - Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:-

Nadere informatie

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming:

KEURINGSVERSLAG 0,00. Adres eigenaar: VOB 2 x 4 mm² Type electrode: 2 x 20 A. Max. beveiliging: # verdeelborden: Bescherming: Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Weg Naar As 367, 3600 GENK Distributienetbeheerder: Inter-energa (via Infrax) 44944388 Teller n : Index teller: Nacht:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 13/12/2018 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Turfsteeg 5 B.T.W.

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 171192 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 28/11/2018

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE

PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE PROCES-VERBAAL VAN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE Ref: Dossiernr: 16-0457 Aanvrager: Veronique De Waegenaere Datum: 30/06/2016 Verslagnr: KV5886-ERY

Nadere informatie

BIJZONDER BESTEK NR. 337

BIJZONDER BESTEK NR. 337 OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN SINT-GILLIS BIJZONDER BESTEK NR. 337 AFWIJKINGEN Zie A, I, 5. VOORWERP VAN DE OPDRACHT. De opdracht heeft betrekking op de levering en indienststelling

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 149469 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 31/08/2018

Nadere informatie

Administratieve voorwaarden Bellevuekaai - Blok FG

Administratieve voorwaarden Bellevuekaai - Blok FG Bellevuekaai - Blok FG Artikel 1 Volgende documenten vormen een geheel met het verkoopscontract: In volgorde van belangrijkheid : - de architectuurplannen (zie verkoopsbrochure), - Het verkoopslastenboek,

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 07/12/2017 Inspecteur: Kevin De Putter Mentor: - Installateur: BRUYNINCKX Hilde Datum verslag:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 22/11/2018 Inspecteur: Niels Van Opstal Mentor: Installateur: / ID-label: B.T.W. nr.:/ IK.

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM. Huisnummer 12 Postcode 9270

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM. Huisnummer 12 Postcode 9270 Rapportnummer 87461 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 24/08/2017

Nadere informatie

Forfaitaire verbruiken. Regels voor een elektriciteitsafname zonder meting

Forfaitaire verbruiken. Regels voor een elektriciteitsafname zonder meting C3/2 Forfaitaire verbruiken Regels voor een elektriciteitsafname zonder meting C3/2 Versie 2009.04 1/6 1. Algemeenheden en toepassingsdomein Dit document stelt de regels vast inzake de elektriciteitsafname

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 113000983 www.acavzw.be info@acavzw.be VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE Plaats van het onderzoek:

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 30/08/2018 Inspecteur: Niels Van Opstal Mentor: Installateur: / ID-label: B.T.W. nr.:/ IK.

Nadere informatie

ELEKTRISCHE INSTALLATIES

ELEKTRISCHE INSTALLATIES 1 A. BIJZONDERE BEPALINGEN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Benaming eenheid hoeveelheid Eenheidsprijs Totaalprijs excl. btw Art. 1 Voorwerp van de opdracht Pro memorie Art. 2 Documenten Pro memorie Art. 3 Organisatie

Nadere informatie

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek

Bestekteksten Conform systematiek Neutraal Bestek DEEL 8 LOT 86 AFWERKINGEN VLOERAFWERKING 86.80. DIVERSE AFWERKINGEN 86.82.00. VLOERPLINTEN 86.82.50. 4. Vloerafwerkingen, plinten, metalen / alg. (43) Hh.10. OMVANG.12. De werken omvatten: - Het leveren

Nadere informatie

DE INSTALLATIE IS CONFORM

DE INSTALLATIE IS CONFORM PROCES-VERBAAL VAN HET ONDERZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE LAAGSPANNINGSINSTALLATIE DE INSTALLATIE IS CONFOR Het onderzoek gebeurt volgens werkinstructie 10Ie006 of 10Ie008 op basis van de hieronder vermelde

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Datum keuring: 08/01/2016 Inspecteur: Wim Hillewaert Installateur: - Datum verslag: 08/01/2016 B.T.W. nr.:- IK. nr.:-

Nadere informatie

YOUR REPUTATION IS MINE.

YOUR REPUTATION IS MINE. KEURINGEN INFOSESSIE PREBES YOUR REPUTATION IS MINE. Patrick Hermans 17 mei 2018 Inhoud Wetgevend kader Indienstname onderzoek Inhoud van de controle Oude elektrische installaties Basis van het onderzoek

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 121751 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 16/04/2018

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 134550 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 18/06/2018

Nadere informatie

SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving

SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving SYNTHESENOTA EPB Overzicht met betrekking tot EPB-regelgeving VOORWERP BOUWPLAATS BOUWHEER ARCHITECT STUDIEBUREAU Renovatie van een eengezinswoning Sint Jozefstraat 69, 8301 Knokke-Heist T Heist Best cvba

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 07/05/2019 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Venneborglaan 194

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 136136 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 25/06/2018

Nadere informatie

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE

Meensesteenweg 338, 8800 Roeselare TEL: 051/ FAX: 051/ / Ondernemingsnummer: BE ACA Vzw Elektrische installaties Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK VOOR INGEBRUIKNAME ENOF CONTROLEBEZOEK VAN EEN ELEKTRISCHE INSTALLATIE OP LAAGSPANNING EN

Nadere informatie

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE

APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE 1 Goedgekeurd door Sectorcomité Noord Sibelgas op 28.02.2012 APPARTEMENTSGEBOUWEN EN WOONCOMPLEXEN ELEKTRICITEIT PRIVE ARTIKEL 1 ALGEMEENHEDEN Onderhavig reglement legt de modaliteiten vast met betrekking

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 133000067 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2016041409 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Ze moeten de brandweerstand evenaren van het bouwelement dat door de doorvoer wordt onderbroken.

Ze moeten de brandweerstand evenaren van het bouwelement dat door de doorvoer wordt onderbroken. Type BT Hilti brandwerende inrichting Algemeen In overeenstemming met de geldende reglementering (K.B. van 12 juli 2012, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 21 september 2012) zullen er brandwerende

Nadere informatie

Verslag van nazicht van ontwerp

Verslag van nazicht van ontwerp AGB Stadsontwikkeling Kortrijk Grote Markt 54 Casquo Energy Desselgemseweg 64 B-8790 Waregem B-8500 KORTRIJK Tel. 056/77.11.23 e-mail info@casquo.be website www.casquo.be PROJECT 051B023 AGB Stadsontwikkeling

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 02/01/2018 Inspecteur: Kevin De Putter Mentor: - Installateur: Magagnino Santo Salvatore

Nadere informatie

AREI art. 104 vitale stroombanen

AREI art. 104 vitale stroombanen AREI art. 104 vitale stroombanen Isabelle Hofman 10/10/2017 Topics 1. Wat zijn vitale stroombanen / installaties 2. Voorbeelden van vitale installaties 3. Wat zegt de huidige wetgeving 4. Waaruit bestaat

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties TEL: 051200 002 FAX: 051201 002 168000073 www.acavzw.be info@acavzw.be Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2015061631 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK ENOF CONTROLEBEZOEK

Nadere informatie

Verder wordt de aannemer geacht de aard van het werk te kennen en zijn prijzen te hebben opgemaakt volgens de uitkomsten van zijn berekeningen.

Verder wordt de aannemer geacht de aard van het werk te kennen en zijn prijzen te hebben opgemaakt volgens de uitkomsten van zijn berekeningen. DERDE DEEL TECHNISCHE BEPALINGEN A. Algemeenheden Iedere belanghebbende dient zich vooraf en ter plaatse te vergewissen van de aard en de omvang van de uit te voeren werken; klachten kunnen na indiening

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 18/04/2017 Inspecteur: Bert Deplae Mentor: Installateur: - Datum verslag: 18/04/2017 B.T.W.

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 08/03/2019 Inspecteur: Jo Tijtgat Mentor: Installateur: Rits ID-label: B.T.W. nr.:- IK. nr.:-

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 20/11/2018 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Stuivenbergvaart

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL M.I.V.B. Speciale Studiedienst Koningsstraat 76 1000 BRUSSEL 1 Bijzonder Bestek nr. MIVB/SSD/1400 RAAMOVEREENKOMST VOOR VERSTERKING VAN PERRONNEUZEN

Nadere informatie

PROCEDURE KEUZEMOGELIJKHEDEN EN WIJZIGINGEN Project TER HEIDE. versie: 18-9-2008. procedure keuzes en wijzigingen Pagina 1/7

PROCEDURE KEUZEMOGELIJKHEDEN EN WIJZIGINGEN Project TER HEIDE. versie: 18-9-2008. procedure keuzes en wijzigingen Pagina 1/7 PROCEDURE KEUZEMOGELIJKHEDEN EN WIJZIGINGEN Project TER HEIDE versie: 18-9-2008 procedure keuzes en wijzigingen Pagina 1/7 Beste klant, De basisuitrusting van de woning dat U hebt aangekocht, kunt U terugvinden

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 24/07/2019 Inspecteur: Kevin Ganzeman Mentor: Installateur: Ignace Leysen ID-label: Elektrische

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 28/03/2019 Inspecteur: Dempsey Bouttelgier Mentor: Installateur: - ID-label: B.T.W. nr.:-

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 03/01/2019 Inspecteur: Kristof Plas Mentor: - Installateur: Atrium BVBA ID-label: Ek 9031

Nadere informatie

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties

ACA vzw Erkend controle organisme Huishoudelijke installaties Huishoudelijke installaties 128000593 Ondernemingsnummer: BE 0811 407 869 Ref: 2013070658 VERSLAG VAN EEN GELIJKVORMIGHEIDSONDERZOEK EN/OF CONTROLEBEZOEK VAN EEN HUISHOUDELIJKE ELEKTRISCHE INSTALLATIE

Nadere informatie

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA

OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA OPLEIDINGENSTRUCTUUR TECHNICUS DOMOTICA 1. BESCHRIJVING Referentiekaders: WELZIJN OP HET WERK Beroepsprofielen (SERV, oktober 2004) TECHNICUS DOMOTICA/IMMOTICA Beroepsprofiel (VORMELEK, juni 2007) RESIDENTIEEL

Nadere informatie

16EGGE/16/44. Dender. Vernieuwing stuwsluiscomplex Geraardsbergen. Algemene elektriciteitsinstallatie. Openbare aanbesteding voor aanneming van werken

16EGGE/16/44. Dender. Vernieuwing stuwsluiscomplex Geraardsbergen. Algemene elektriciteitsinstallatie. Openbare aanbesteding voor aanneming van werken 16EGGE/16/44 Dender. Vernieuwing stuwsluiscomplex Geraardsbergen. Algemene elektriciteitsinstallatie. Openbare aanbesteding voor aanneming van werken TERECHTWIJZEND BERICHT 1 II. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Aansluiting van eengezinswoningen TGC-RES-SDU-2014/02 (NL)

Aansluiting van eengezinswoningen TGC-RES-SDU-2014/02 (NL) Aansluiting van eengezinswoningen 1 Aansluiting van eengezinswoningen Een eengezinswoning aansluiten op het netwerk van Belgacom biedt toekomstige bewoners de mogelijkheid gebruik te maken van vele uiteenlopende

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Rapportnummer 133814 Nederlandstalige versie : V_7_NL_20161205 Origineel exemplaar Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 14/06/2018

Nadere informatie

EEN SUCCESVOL BOUWPROCES VRAAGT EEN SPECIFIEKE AANPAK

EEN SUCCESVOL BOUWPROCES VRAAGT EEN SPECIFIEKE AANPAK 01 ONTWERPPROCES EEN SUCCESVOL BOUWPROCES VRAAGT EEN SPECIFIEKE AANPAK Een succesvol bouwproces, van beleidsvisie tot realisatie en dus tot beleving, vraagt een specifieke aanpak. Er bestaat dan ook geen

Nadere informatie

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I

TECHNISCH BUREAU VERBRUGGHEN VADEMECUM ELEKTRICITEIT RUIMTEN VAN ELEKTRISCHE INSTALLATIES Artikel A.R.E.I 47.01 Codificatie 47.01.a Bekwaamheid van personen: Om de bekwaamheid van personen te bepalen wordt een code gebruikt die samengesteld is uit de letters BA gevolgd door een cijfer van 1 tot 5, zoals in

Nadere informatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

VERSLAG VAN ONDERZOEK Pagina 1 van 5 R.EI.01-2015.03.31 - V0 VERSLAG VAN ONDERZOEK Keuring N : Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller n : 24773163 Balkweg 14, 1981 HOFSTADE

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 29/03/2019 Inspecteur: Nigel Rodriguez Molina Mentor: - Installateur: Annemie Reyntjens ID-label:

Nadere informatie

05/2019

05/2019 www.lumenplus.be 05/2019 Voorbereidende werken - Afspraak lumenplus : Checklist : Wat wenst u te voorzien! Checklist : Welke posten dienen wij voor onze rekening te nemen. - planning v/d werken : (Agenda)

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 11/09/2017 Inspecteur: Jean Francois Steux Mentor: - Installateur: - Datum verslag: 11/09/2017

Nadere informatie

Je aftakking op het drinkwaternet

Je aftakking op het drinkwaternet Je aftakking op het drinkwaternet (Ver)bouw je? Dan is het belangrijk dat je in je woning tijdig over drinkwater beschikt. Deze folder legt stap voor stap uit hoe je een aftakking op het drinkwaternet

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 05/06/2018 Inspecteur: Werner Notelaers Mentor: - ID-label: - B.T.W. nr.:- Installateur:

Nadere informatie

VERSLAG VAN ONDERZOEK

VERSLAG VAN ONDERZOEK Pagina 1 van 6 VERSLAG VAN ONDERZOEK Keuring N : Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Mechelsesteenweg 113 3de verdiep, 2000 ANTWERPEN 1 Distributienetbeheerder: Iverlek (via Eandis)

Nadere informatie

Installatie glasvezelverbinding bijkomende informatie voor plaatsing wachtbuis en microducts.

Installatie glasvezelverbinding bijkomende informatie voor plaatsing wachtbuis en microducts. Installatie glasvezelverbinding bijkomende informatie voor plaatsing wachtbuis en microducts. Datum 06/08/2015 Vertrouwelijkheid Unrestricted Onze referentie Proximus NEO/OPP Inhoudsopgave Inhoudsopgave...

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING BORDEN VOOR CONVENTIONELE LIJNEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING BORDEN VOOR CONVENTIONELE LIJNEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING S - 10 BORDEN VOOR CONVENTIONELE LIJNEN UITGAVE : 2003 Index 1. INLEIDING...3 1.1. ONDERWERP...3 1.2. TOEPASSINGSDOMEIN...3 1.3. DOCUMENTEN

Nadere informatie

DEEL III OPMETING DER WERKEN

DEEL III OPMETING DER WERKEN DEEL III OPMETING DER WERKEN dossier lot project bouwheer B693E elektriciteit renovatie lasatelier pti ninove provincie oost vlaanderen.e08.1 Keuringskosten.E21.1 Afbraak elektrische installatie.e22.4

Nadere informatie

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG.

ATECON vzw Britselei 94 ñ bus Antwerpen Tel: 03/ / N 618-INSP KEURINGSVERSLAG. Pagina 1 van 7 KEURINGSVERSLAG Datum verslag: 07/05/2019 Datum keuring: 30/04/2019 Keuring N : 20191668 Aanwezigen: / Adres- en onderzoeksgegevens : Plaats van het onderzoek: Distributienetbeheerder: Teller

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 22/03/2019 Inspecteur: Geert De Vos Mentor: - Installateur: - ID-label: Heistukken 10 B.T.W.

Nadere informatie

LOT 5 BALANSVENTILATIE MET WARMTETERUGWINNING

LOT 5 BALANSVENTILATIE MET WARMTETERUGWINNING 1082 BOUWEN VAN SOCIAAL HUIS Veurnestraat 18-22 te 8970 Poperinge Bouwheer : OCMW Poperinge Veurnestraat 22 8970 Poperinge LOT 5 BALANSVENTILATIE MET WARMTETERUGWINNING BESCHRIJVENDE MEETSTAAT artikel

Nadere informatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie

Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie Keuringsverslag van een elektrische laagspanning- en zeer lage spanningsinstallatie NIET CONFORM Datum keuring: 04/06/2019 Inspecteur: Jonas Ryckaert Mentor: - Installateur: - ID-label: Terlinckstraat

Nadere informatie