Kom bij de kerstboom

Transcriptie

1 december 2011 vanaf 4 jaar tekst: Marian van og muziek: Ton Kerkhof Intro & # D D/A A D # œ œ j œ œ œ œ Ó Couplet D œ œ œ Kom A/D bij de kerst - boom. Zie D œ œ œ je de kaars - jes? D/F œ œ Vro - lij - ke kaars E A œ œ œ - jes. Hier één en daar. œ Ze & # E A F B # œ œ œ œ œ œ œ bran - den en stra - len. Ver -tel - len ver - ha - len. & # E D/A # œ œ Kom bij de kerst A D œ œ œ œ - boom en luis - ter er - naar. Ó Refrein D/F E D/F œ œ j œ œ œ œ œ j œ œ œ Ó Kom er -bij en zing. D/F E D œ œ j œ œ œ œ œ œ œ œ Ó Kom maar in de kring. D/F E D/F œ œ j œ œ œ œ œ j œ œ œ Ó Kom er -bij en zing. D/F E A D œ œ j œ œ œ œ œ œ œ œ Ó Kom maar in de kring.

2 1. Zie je de kaarsjes? Vrolijke kaarsjes. Hier één en daar. Ze branden en stralen. Vertellen verhalen. en luister ernaar. tekst: Marian van og muziek: Ton Kerkhof Refrein: la Kom erbij en zing. la, Kom maar in de kring. la Kom erbij en zing. la, Kom maar in de kring. 2. Hoor je de klokjes? Vrolijke klokjes. Hier één en daar. Ze tikken en klingen. Het lijkt of ze zingen. en luister ernaar. Refrein 3. Zie je de ballen? Vrolijke ballen. Hier één en daar. Ze glimmen en glanzen. Het lijkt of ze dansen. en kijk er maar naar. Refrein Illustratie: Hans Meijer

3 De koning versiert de kerstboom Marian van og Over een week is het Kerstmis. De koning kan bijna niet wachten tot het zover is. Lakei, wanneer gaan we de kerstboom versieren? vraagt hij. Maar de lakei is druk met andere voorbereidingen. Er moeten kerstkaarten worden verstuurd en kerstinkopen worden gedaan. Er moeten kaarsen worden uitgezocht en kandelaars gepoetst. Voor de kerstboom heeft hij helemaal geen tijd. Eh... morgen? probeert hij. Ik wil het vandáág! roept de koning. En ja, de koning krijgt altijd zijn zin. Dus gaat de lakei met de hulp-lakei en de hulp-vande-hulp-lakei naar het tuincentrum om een kerstboom te kopen. Ze zoeken een mooie grote groene spar uit. Samen brengen ze de boom naar het paleis en ze zetten hem in de troonzaal neer. Maar... hij is káál! roept de koning. Ik wil een versiérde boom. Natúúrlijk, zegt de lakei. Hij moet ook nog versierd worden. De kerstversiering staat nog op zolder. Háál het dan, roept de koning streng. De lakei gaat de smalle trap op naar zolder en haalt een grote doos met kerstversiering naar beneden. Oh wat mooi, roept de koning en hij wrijft in zijn handen. En nu gaan we de boom versieren. Straks, zegt de lakei. Als de boodschappen zijn gedaan en de kaarten verstuurd. De lakei gaat weg. Maar de koning kan niet wachten. Hij maakt de doos open. Kijk toch eens wat een mooie slingers. En wat een glimmende ballen. De koning pakt een bal en hangt hem in de boom. Daarna pakt hij nog een bal. En een slinger. En weer een bal. En een sliert met lampjes. Hij krijgt er plezier in en hij versiert de hele kerstboom. Wat wordt ie mooi! Lakei! roept hij, als hij klaar is. Lakei, kom eens kijken. De lakei gaat naar de troonzaal. Oh, wat mooi! roept hij als hij de kerstboom ziet. Ik wist niet dat u zo mooi kon versieren. En ik heb nog versiering over! roept de koning. Weet je wat? Haal nog maar een kerstboom. Nee, haal er nog maar tien. Tien kerstbomen? vraagt de lakei verbaasd. De koning begint te tellen. Eén voor de eetzaal en één voor de gang. Eén voor de slaapkamer en één voor de hal. Eén voor de keuken en ook maar één op het terras. Eén in de badkamer en één op de wc. En één op zijn werkkamer natuurlijk. Dat zijn er - hij telt snel op zijn vingers - 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9! Haal er nog maar negen, zegt hij. De lakei en de hulp-lakei en de hulp-van-de-hulp-lakei gaan weer naar het tuincentrum. Daar kopen ze nog negen kerstbomen. Ze sjouwen en slepen, maar dan staan alle kerstbomen op hun plaats. In de eetzaal, de gang, de hal, de slaapkamer, de badkamer, de keuken en op de wc. En natuurlijk in de koninklijke werkkamer en op het terras. eweldig! roept de koning. Ik ga ze gauw versieren. De lakei vindt het prima. Hij is blij dat de koning de bomen versiert. Dan hoeft híj het niet te doen en kan hij verdergaan met de kerstkaarten. De koning sleept de doos met kerstversiering naar de gang en begint de kerstboom daar te versieren. Hij hangt ballen op en lampjes en slingers. De boom wordt prachtig. En hij heeft nog versiering over. De koning versiert de boom in de hal. Hij loopt naar het terras, maar dan is de doos leeg. De versiering is op. Wat nu? Lakei!

4 Maar de lakei is weggegaan om de kerstkaarten te posten. De koning moet dus wachten. Maar de koning wil niet wachten. Dan krijgt hij een idee. Hij haalt gewoon de versiering uit de boom in de troonzaal en daarmee versiert hij de boom op het terras. Dan gaat hij naar de keuken. Maar de versiering is alweer op. Dus haalt hij de versiering uit de boom in de gang en daarmee versiert hij de boom in de keuken. Dan gaat hij naar de badkamer. De boom dáár versiert hij met versiering uit de boom in de hal. Zo gaat hij verder. Hij versiert alle bomen met versiering die hij uit een andere boom haalt. Uiteindelijk heeft hij zo ook de laatste boom versierd. Nu is het genoeg. Nu ben ik klaar, zegt hij. De lakei komt komt terug van het kaarten posten. Hoeveel bomen heeft u al versierd? vraagt hij. Allemaal, zegt de koning. Maar zoveel versiering is er toch niet? roept de lakei verbaasd. Jawel hoor, zegt de koning. Er was precies genoeg. En nu ga ik onder de boom in de troonzaal zitten. Dan doe ik de lampjes aan, zegt de lakei. En dan gaan we samen gezellig thee drinken. De koning en de lakei gaan terug naar de troonzaal. Maar... er hangen helemaal geen lampjes in de boom. Er hangt zelfs helemaal niéts in de boom. Hoe kan dat? vraagt de lakei. Vanmiddag was de boom zo mooi versierd! Er was niet genoeg versiering, legt de koning uit. Daarom heb ik de versiering weer uit de boom gehaald. Nee toch! roept de lakei geschrokken uit. auw gaat hij bij de andere bomen kijken. Maar alle bomen beneden zijn kaal. En daar zit u juist de hele dag, roept de lakei. Zorg dan voor genoeg versiering, moppert de koning. De lakei en de hulp-lakei en het hulpje-van-de-hulp-lakei gaan wéér naar het tuincentrum. Daar halen ze lampjes en slingers en ballen voor álle bomen. Daarmee gaan ze naar het paleis terug. Zal ik dan maar helpen met versieren? vraagt de lakei. raag, zegt de koning. Maar eerst thee. De lakei zet een pot thee en brengt die naar de troonzaal. Maar als de thee is ingeschonken, zegt de koning: We doen het zo. Ik drink thee en jij versiert. Ik heb de hele dag al versierd. En dus versiert de lakei de boom in de troonzaal, terwijl de koning thee drinkt. Daarna versiert hij de boom in de gang en de boom in de hal en de boom in de keuken. Hij is de rest van de middag bezig. Maar het wordt wel mooi. Als alle bomen versierd zijn, steekt hij de lichtjes aan. De koning komt naast hem staan en samen bewonderen ze de kerstbomen. Mooi hè, zegt de lakei. Ja, zucht de koning voldaan. Ik heb ze mooi versierd! De lakei kijkt de koning even verbaasd aan. Hij wil wat zeggen, maar dan bedenkt hij zich. Ja, zegt hij dan. U heeft de bomen heel mooi versierd.

5 Versje Marian van og De dag voor Kerstmis Morgen is het Kerstmis. Wat doe ik dus vandaag? Ik stuur een kaart naar mijn vriend Aard. Die leest hij vast heel graag. Morgen is het Kerstmis. Wat doe ik dus vandaag? Ik bak een krans voor tante Ans. Dat eet ze vast heel graag. Morgen is het Kerstmis. Wat doe ik dus vandaag? Ik koop een kaars voor opa Baars. Die brandt hij vast heel graag. Want morgen is het Kerstmis. Het leukste feest van t jaar. Om dat te kunnen vieren, maak ik van alles klaar. Nog gauw de boom versieren. Dan ben ik er voor klaar! Fijne kerst en goed nieuwjaar!

6 Extra bij Bij het lied Zing het lied samen. Om het in te studeren, zingen de kinderen eerst het refrein mee. Zing de coupletten zelf en laat de kinderen luisteren en steeds een zinnetje meer meezingen. Het wordt nog leuker als ze er muziek bij maken. Laat kinderen zachtjes meespelen met triangel en tamboerijn. Laat kinderen zelf een triangel maken, door met een potlood tegen een kopje te tikken. Een tamboerijn maakt u door twee kartonnen bordjes te nemen. Strooi rijst op het ene bordje en plak of niet het tweede bordje er omgekeerd op vast. Maak gaatjes in de rand. Doorboor flessendoppen (met een spijker erop slaan) en bindt steeds twee of drie doppen aan een lint. Maak het lint door de gaatjes in de rand van de bordjes vast. Laat de kinderen de bordjes mooi versieren. Schudden en rammelen maar! En zingen natuurlijk! Ook leuk bij de kerstviering. Bij het verhaal Wat is die koning toch een domoor. Want wat deed hij verkeerd? Laat de kinderen na het luisteren een tekening bij het verhaal maken. Hang de tekeningen op. Verhaal naspelen Het is ook leuk om het verhaal na te spelen. Eerst vertellen de kinderen het verhaal in hun eigen woorden na. Laat de tekeningen die ze gemaakt hebben, erbij zien. Vertel steeds een stukje en laat kinderen in groepjes het verhaal naspelen. Krans maken De koning had niet genoeg kerstversiering. Hoe had hij dat op kunnen lossen? Hij had zelf versiering kunnen maken! Teken twee cirkels (een grote en een kleine) en knip ze uit karton. Laat kinderen hier kransen van maken. eef ze karton en laat ze zelf de cirkels omtrekken: de grote cirkel buiten, de kleine erin. Om een mooie krans te maken, moet de kleine cirkel precies in het midden van de grote getekend worden. Laat kinderen zelf uitzoeken hoe dat moet. Controleer of ze het goed hebben gedaan. Pas dan mogen ze de krans uitknippen of -prikken. Daarna versieren ze de krans. Dat kan door insmeren met lijm en bestrooien met glitter, of propjes rood crêpepapier. Beschilderen of beplakken kan ook. Hang de krans aan een rood lint in de kerstboom. Krans van brooddeeg ebruik de mallen van de cirkels om kransen van brooddeeg te maken. Maak het deeg als volgt: 3 kopjes bloem, 1 kopje koud water, 1 kopje zout. De kransen kunnen worden versierd door er figuurtjes in te tekenen met een satéprikker. Ook kunnen er met brooddeeg bolletjes of sliertjes op geplakt worden. Laat het deeg drogen tot het hard is in de oven (150 graden, minimaal 3 uur). Daarna beschilderen en aflakken voor een mooier resultaat. Kransjes om te eten ebruik hiervoor eventueel weer de mallen voor de kerstkrans. Maak deeg (200 gr bloem, 150 gr boter, 100 gr suiker, 1 eidooier), rol het uit en snijdt hier de kransjes uit. Bestrooien met amandelschaafsel en bakken (20 minuten op 180 graden). Smakelijke kerst!

7 Kleurplaat