DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN. ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING bij nbbs Vrije School Driebergen

Transcriptie

1 DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING bij nbbs Vrije School Driebergen Plaats : Driebergen BRIN-nummer : 03ZE-0 Onderzoeksnummer : Arrangementsnummer : Onderzoek uitgevoerd op : 20 november 2009 Rapport vastgesteld te Utrecht op 18 februari 2010 HB /5 documentnummer H

2 Pagina 2 van 13

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING BEVINDINGEN TOEZICHTARRANGEMENT Pagina 3 van 13

4 Pagina 4 van 13

5 1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 20 november 2009 een onderzoek uitgevoerd op basisschool de vrije school Driebergen om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens het kwaliteitsonderzoek dat is uitgevoerd in januari 2005 zijn tekortkomingen vastgesteld op de vrije school Driebergen. Deze zijn beschreven in het inspectierapport dat is vastgesteld op 5 juli De inspectie heeft haar toezicht toen geïntensiveerd. In het kader hiervan voert de inspectie nu een onderzoek uit om na te gaan in hoeverre de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven. Toezichthistorie Het laatste uitgebreide kwaliteitsonderzoek dat op de vrije school Driebergen door de inspectie is uitgevoerd is het Periodieke kwaliteitsonderzoek van januari Op basis van dat onderzoek besloot de inspectie het toezicht te intensiveren. Belangrijke reden daarvoor was dat de school zich nog niet kon verantwoorden over het niveau van de opbrengsten. Daarnaast waren enkele onderdelen van het onderwijs en leren niet op het gewenste niveau. In november 2006 heeft de inspectie in het jaarlijkse onderzoek wederom vastgesteld dat de opbrengsten niet zijn te beoordelen. Bovendien ontbraken belangrijke onderdelen van het systeem van kwaliteitszorg. In het gesprek met het bestuur op 20 maart 2008 was al meer zicht op de opbrengsten van de school en lichte het bestuur de verbeteracties toe. Reden voor de inspectie om nu opnieuw de kwaliteit van het onderwijs op de vrije school Driebergen vast te stellen. Onderzoeksopzet Het onderzoek is als volgt opgebouwd. In het onderzoek betrekt de inspectie de normindicatoren voor goed onderwijs en beoordeelt één of meerdere indicatoren van de volgende kwaliteitsaspecten: o o o A. Opbrengsten; B. Onderwijsleerproces; Leerinhoud en leerstofaanbod; Uitleg, taakgerichtheid en betrokkenheid van de leerlingen; Afstemming; C. Zorg en begeleiding; Volgen; Zorg verlenen; o D. Kwaliteitszorg; o E. Wet en Regelgeving; Analyse van de documenten die van tevoren aan de inspectie zijn toegestuurd: o Schoolplan met bijbehorende bijlagen en schoolgids en internetsite van de school; o Koers Actieplan vrije school Driebergen; o Jaarplan (uitgereikt door de schoolleider tijdens het schoolbezoek); o Meerjarenplanning als onderdeel van het schoolplan (uitgereikt door de schoolleider tijdens het schoolbezoek); Observaties op 20 november 2009 van taal- en rekenactiviteiten in de klassen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 evenals beide kleutergroepen. Gesprek met de zorgcoördinator/ intern begeleider en met de schoolleider; Gesprek met het team; Terugkoppeling van de eerste bevindingen met het voltallige bestuur, de schoolleider en de schoolondersteuner. Pagina 5 van 13

6 Tijdens het onderzoek is de volgende indicator toegevoegd 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan, omdat de school daarop opvallende prestaties levert. In tegenstelling tot eerder gepland, is het kwaliteitsaspect kwaliteitszorg niet in het onderzoek beoordeeld, omdat de school midden in een eenmalige zelfanalyse en een verbetertraject zit. Het uitbouwen van een structureel systeem van kwaliteitszorg dat daarop volgt zal in het eerstvolgende inspectieonderzoek worden betrokken. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader PO Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende normeringen die opgenomen zijn in de notitie Analyse en waarderingen van opbrengsten versie oktober In het jaarwerkplan 2009 verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Al deze documenten zijn te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek over de onderwijskwaliteit en de wettelijke vereisten weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. Pagina 6 van 13

7 2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Bij wet- en regelgeving is in de waardering tot uitdrukking gebracht of de school wel (ja) of niet (nee) voldoet aan de genoemde wettelijke vereisten. Opbrengsten 1.1* De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.2*. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 1.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar. 1.4 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 1.5 De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Leerstofaanbod 2.1* Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 2.2* De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar * De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand. Schoolklimaat 4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan Didactisch handelen * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 5.2* De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 5.3* De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. Afstemming 6.1 De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen Pagina 7 van 13

8 Afstemming 6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. 6.4 De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Begeleiding 7.1* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen Zorg De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 8.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 8.3* De school voert de zorg planmatig uit. 8.4 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. Wet- en regelgeving N1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 13). N2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 16 en 12). N3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan van het samenwerkingsverband naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WPO, art. 19). N4 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WPO, art. 8). ja nee De normindicatoren zijn aangegeven met een asterisk*. Pagina 8 van 13

9 2.2 Beschouwing Algemeen beeld Het onderzoek van de inspectie leidt tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op de basisschool de Vrije School Driebergen nog niet zodanig is verbeterd dat al kan worden overgegaan naar basis toezicht. Hoewel de opbrengsten aan het eind van de basisschoolperiode voldoende zijn, beoordeelt de inspectie ook dat enkele belangrijke onderdelen van het onderwijs en leren onvoldoende zijn, waardoor de inspectie het onderwijs op de vrije school Driebergen nog kwalificeert als zwak. De belangrijkste onderdelen wil de inspectie hier noemen. Zo kan de inspectie geen uitspraak doen of de opbrengsten op tussenliggende momenten voldoende zijn omdat één belangrijke toets die de school hanteert door de inspectie als verouderd wordt gekwalificeerd. Vervolgens kan de school niet garanderen dat alle onderdelen van de kerndoelen van het basisonderwijs in de leerstof worden aangeboden in alle groepen. Ook is het systeem waarmee de school de ontwikkelingen volgt op onderdelen niet toereikend en is het systeem van zorg nog onvoldoende ingebed in de dagelijkse klassenactiviteiten. Tenslotte is de inspectie van mening dat de instructie van de lesstof en de verwerking beter moet aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de individuele leerlingen. Naast deze factoren die de school nog onvoldoende heeft ontwikkeld, zijn er enkele onderdelen waarop de school een bijzondere kwaliteit levert. In de eerste plaats wil de inspectie het schoolklimaat noemen. De manier waarop leraren respectvol met leerlingen omgaan, en de manier waarop de leerlingen wordt aangeleerd om respectvol met anderen om te gaan, is een sterk punt van de school. Ook is de taakgerichtheid van de leerlingen sterk ontwikkeld op de vrije school Driebergen. Daarnaast bereidt de school de leerlingen op een brede en rijke manier voor, op deelname aan de samenleving. Daarbij heeft de school veel oog voor de eigenheid van elk individueel kind. Het bevoegd gezag heeft actie ondernomen om de kwaliteit van het onderwijs op de vrije school Driebergen te verbeteren. In een recente analyse (Koers Actieplan VSD) is door het bevoegd gezag inzichtelijk gemaakt welke factoren het huidige kwaliteitsniveau hebben veroorzaakt, en welke acties ondernomen moeten worden om de kwaliteit te verbeteren. Door een schoolleider uit eigen geleding te benoemen met een groot draagvlak binnen het team wil het bevoegd gezag een eind maken aan de onduidelijke aansturing van de school. Tegelijkertijd heeft de school volgens het bestuur een kanteling doorgemaakt om meer opbrengstgericht te gaan werken. Ook wil de school naar een cultuur toe waarin de teamleden elkaar aanspreken op de gemaakte afspraken. Het bevoegd gezag wil invulling geven aan de eigen missie om een moderne en eigentijdse vrije school te zijn. Een vrije school die zich volledig bewust is van de maatschappelijke verantwoordelijkheid om onder andere voldoende leerwinsten te genereren. De ambitie van het bevoegd gezag is dan ook om in korte tijd de genoemde tekortkomingen weg te werken. De ingezette verbeteringen vastgelegd in onder ander het jaarplan, geven de inspectie het vertrouwen dat de goede weg is ingeslagen. De weg naar duurzame verbetering vergt echter nog de nodige energie en inspanning van het team en het bestuur. Toelichting Eindopbrengsten en tussenresultaten De eindopbrengsten van de school zijn voldoende. De inspectie baseert zich daarbij op de gemiddelde resultaten van het Drempelonderzoek 678 (Kapinga) van de jaren 2007, 2008 en In alle drie deze jaren vallen de gemiddelde resultaten ruim binnen de marge die de inspectie hanteert en is in 2009 zelfs hoger dan de bovengrens van de inspectie. Opvallend daarbij is wel dat de resultaten voor spelling lager uitvallen dan voor begrijpend lezen of rekenen-wiskunde. Dit is een indicatie voor het potentieel van de leerlingen. Hierin ligt nog een uitdaging voor de school om de lat zelfs nog hoger te leggen. Over de opbrengsten op tussentijdse momenten spreekt de inspectie geen oordeel uit. Om namelijk een uitspraak te doen dient de inspectie te beschikken over de gemiddelde leerlingenresultaten voor het technisch lezen in de groepen 3 en 4 (klas 1 en 2) voor rekenen in groep 4 en 6 (klas 2 en 4) en voor begrijpend lezen in groep 6 (klas 4). De Pagina 9 van 13

10 toets die de school nu gebruikt om de resultaten voor begrijpend lezen te beoordelen wordt door de inspectie als verouderd gekwalificeerd en kan daarom niet gebruikt worden om opbrengsten van de school de beoordelen. Wel zijn uit de overige toetsresultaten enkele opvallende zaken te noemen. Het technisch lezen is in de lagere groepen onvoldoende en komt pas laat in de schoolloopbaan van de leerlingen op het gewenste niveau. Deels is dit te verklaren door het feit dat het technisch lezen in de vrije school pas uitgebreid aan bod komt in groep 4 (klas 2). Daarentegen wordt de eigen ambitie van de school om het technisch lezen aan het eind van groep 5 (klas 3) op niveau te hebben niet gehaald. De gemiddelde leerlingenresultaten op rekenen-wiskunde zijn op niveau, hoewel de huidige groep 5 (klas 3) nog een achterstand heeft op rekengebied. De resultaten voor spelling worden niet in de beoordeling van de tussentijdse opbrengsten betrokken, maar verdienen wel de aandacht van de school. De inspectie beoordeelt ook de eindopbrengsten die het team bereikt met de leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben. Hierbij gaat het om leerlingen die vanwege ernstige beperkingen niet de reguliere leerstof krijgen aangeboden tot en met groep 8 (klas 6). Om het rendement vast te stellen van die categorie leerlingen is het nodig om per leerling een uitstroomprognose vast te stellen en die te vertalen naar een individueel ontwikkelingsprofiel met bijpassend leerstofaanbod en instructie. Op die manier kan de school volgen of de resultaten conform de verwachting zijn. De school werkt nog niet in voldoende mate met dergelijke ontwikkelingsprofielen. Ondanks het gegeven dat de school veel aandacht en een aanbod heeft voor het ontwikkelen van sociale competenties van de leerlingen (sociale vaardigheden, zelfbeeld en houdingen) is de inspectie niet in staat om een oordeel uit te spreken over de resultaten op het gebied van sociale competenties van de leerlingen. Dit komt doordat de school geen landelijk genormeerd instrument gebruikt om de sociale competenties in kaart te brengen. De school oriënteert zich op dit terrein. Leerstofaanbod De vrije school Driebergen hanteert uitgewerkte leerlijnen voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. Afzonderlijke leraren baseren hun dagelijkse lessen op deze leerlijnen. In periodeplanning werken de leraren deze leerlijnen uit, waarbij de leerdoelen uit de leerlijnen systematisch aan bod dienen te komen. Aan het eind van de periode toetsen de leraren of hetgeen is aangeboden ook is geleerd. Hiermee heeft de school belangrijke positieve stappen gezet om te garanderen dat het leerstofaanbod voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde aan de kerndoelen voldoet. Toch kan de inspectie geen voldoende oordeel uitspreken voor dit onderdeel. Om dat te kunnen moeten de volgende onderdelen verbeterd worden. De school heeft nog onvoldoende in kaart of de leraren alle doelen daadwerkelijk plannen. Er is wel een systeem in ontwikkeling waarbij getoetst wordt door de schoolleiding / intern begeleider of de leraren alle doelen uit de leerlijnen aan bod laten komen. De schoolleiding/intern begeleiding kruist daarbij alle geplande doelen aan op een schoolbrede leerlijn en stuurt leraren bij op onderdelen van de leerlijn die nog onvoldoende aan bod zijn gekomen. Dit systeem dient volledig operationeel te zijn wil de school kunnen garanderen dat alle doelen worden aangeboden. De evaluatie van de periodeplannen moet een onderdeel kennen waarbij de leraar/schoolleiding nagaat of het geplande leerstofaanbod ook daadwerkelijk is uitgevoerd. Het aanbod voor begrijpend lezen is onvoldoende uitgewerkt in het aanbieden van verschillende leesstrategieën in een opklimmende graad van moeilijkheid Het aanbod voor voortgezet technisch lezen is onvoldoende Het aanbod zoals de school nu hanteert wordt wel voor voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van eind groep 8 (klas 6). Ook past de leerinhoud voor Nederlandse taal voldoende bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen met een taalachterstand. Onderwijsleerproces en afstemming Hoewel de leraren op aansprekende en interactieve wijze de lesstof uitleggen, zodat voor de leerlingen het mogelijk is de leerstof en de opdrachten te begrijpen, is de inspectie toch van mening dat de uitleg op onderdelen verbetering behoeft. De duidelijke uitleg van de lesstof is wisselend. Daarnaast is de inspectie van mening dat de leraren te weinig instructiemomenten in de lessen inbouwen. In sommige geobserveerde lessen waren meer Pagina 10 van 13

11 en uitgebreidere instructiemomenten op zijn plaats geweest. Daarentegen kunnen sommige leerlingen juist sneller tot de verwerking van de lesstof overgaan. De verschillen in onderwijsbehoeften van de leerlingen is aanzienlijk. Die verschillen geven aanleiding om meer en andersoortige instructie in de lessen in te bouwen. De afstemming van zowel de instructie als de verwerking van de lesstof is nu onvoldoende. Bij een effectieve instructie (bij modellen als directe instructie) is het belangrijk om verschillende groepen te onderscheiden, waarbij snelle leerlingen snel aan het werk gezet worden en langzame leerlingen uitgebreid instructie krijgen of op andere manieren de leerstof krijgen uitgelegd (pre-teachting, re-teaching of andersoortige instructie). De afstemming die de vrije school Driebergen nu realiseert, is vooral aanpassingen in de lesstof voor de hele klas, mede gebaseerd op eerdere toetsresultaten. Individuele verschillen tussen de leerlingen spelen nu nog een te kleine rol. De ontwikkelingen die de school heeft ingezet binnen het klassenmanagement (bv. zelfwerk-uur) biedt de leraren mogelijkheden om invulling te geven aan meer afstemming. Wat wel sterk naar voren komt in de lessen is dat de leraren een duidelijke structuur in de onderwijsactiviteiten inbouwen, dat zij zorgen voor een rustig en ordelijk verloop van het onderwijsleerproces, dat zij de leerlingen duidelijk maken welke leerhouding in verschillende onderwijsleersituaties wordt verwacht. Hierdoor is de taakgerichtheid van de leerlingen groot en mede daardoor zijn de meeste leerlingen actief bij de lessen betrokken. Volgen van de ontwikkeling van leerlingen De prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen van de vrije school Driebergen worden nog onvoldoende gevolgd met een leerlingvolgsysteem, dat past bij de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Om voor een voldoende beoordeling in aanmerking te komen moet de school een systeem hanteren van landelijk genormeerde, valide en betrouwbare toetsen, ten minste op het gebied van Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, aangevuld met gestructureerde observaties in groep 1 en 2. Op de volgende onderdelen schiet het leerlingvolgsysteem van de vrije school Driebergen tekort: De school hanteert een verouderde toets om het begrijpend lezen in kaart te brengen; De school heeft geen landelijk genormeerde toetsen in gebruik om de aanvankelijk rekenvaardigheid en taalvaardigheid van kleuters in kaart te brengen. Daarnaast is het van belang voor de school om de manieren om het periodenonderwijs te evalueren met behulp van proefwerken en toetsten te uniformeren op het gebied van vastleggen, normeren en analyseren. Leerlingenzorg De leerlingenzorg op de vrije school Driebergen kent enkele goede elementen, maar ook enkele elementen die verbetering behoeven. De zorg zoals die nu georganiseerd is, vindt vooral buiten de groep plaats en steunt zwaar op de activiteiten van de intern begeleider. Het signaleren gebeurt voldoende, vooral door de leraren, maar de diepere achtergronden en diagnose wordt onvoldoende doorgrond. Wel maken leraren plannen van aanpak en handelingsplannen voor deze leerlingen en vooral voor leerlingen die buiten de groep remedial teaching ontvangen is de interventie gepland en gedocumenteerd. De planmatige aanpak van zorgleerlingen is dan ook als voldoende beoordeeld. Wel vindt de inspectie dat de zorg voor deze leerlingen aan diepgang moet winnen door de diagnose beter te onderbouwen en een duidelijkere koppeling te leggen tussen de activiteiten buiten de klas en in de klas. Doordat de zorg zwaar leunt op de activiteiten van de intern begeleider, maakt dit accent het uitvoeren van de zorg tevens erg kwetsbaar. Doordat de intern begeleider vorig schooljaar voor een groot deel een leraar heeft vervangen, is zij niet toegekomen aan het uitvoeren van geplande onderdelen van de zorg. Hierdoor is stagnatie ontstaan. Door meer verbinding te maken met de activiteiten van de leraren in de klas kan in de toekomst een dergelijke situatie beter opgevangen worden. Kwaliteitszorg In tegenstelling tot eerder gepland, is het kwaliteitsaspect kwaliteitszorg niet in het onderzoek van de inspectie beoordeeld. De school zit midden in een eenmalige zelfanalyse en een verbetertraject. Het uitbouwen van een structureel systeem van kwaliteitszorg dat daarop volgt en het laten aansluiten op reeds geïmplementeerde onderdelen van kwaliteitzorg, zal in het eerstvolgende inspectieonderzoek worden betrokken. Pagina 11 van 13

12 Pagina 12 van 13

13 3. TOEZICHTARRANGEMENT Belangrijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit De kwaliteit van het onderwijs vertoont belangrijke tekortkomingen en is als zwak beoordeeld. Om deze reden verlengt de Inspectie van het Onderwijs aan basisschool de vrije school Driebergen het aangepast arrangement. De school blijft onder intensief toezicht vallen. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit uiterlijk november 2010 weer van voldoende niveau is. De inspectie voert in het eerste kwartaal 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Het bevoegd gezag heeft tijdens het onderzoek de ambitie uitgesproken om de kwaliteit van het onderwijs dit schooljaar op orde te brengen en heeft de wens kenbaar gemaakt het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering van de inspectie in juni 2010 tegemoet te zien in plaats van het eerste kwartaal van Op basis van deze ambitie is met het bevoegd gezag afgesproken dat vóór 1 mei 2010 het bevoegd gezag een rapportage naar de inspectie stuurt waarin de stand van zaken van de verbeteractiviteiten wordt weergegeven en waarin het bevoegd gezag onderbouwde uitspraken doet over de onderwijskwaliteit en met name over de vastgestelde tekortkomingen. Deze rapportage wordt in een voortgangsgesprek met de inspectie en het bevoegd gezag besproken. Indien de voortgangsrapportage van het bevoegd gezag en het gesprek daarover aanleiding geeft kan de inspectie besluiten om het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering te vervroegen en in het tweede kwartaal van 2010 (juni/juli 2010) uit te voeren. Deze afspraken en een eventuele nadere invulling ervan legt de inspectie vast in een toezichtplan. Pagina 13 van 13