ECLI:NL:RBMNE:2016:4982
|
|
- Anja Lenaerts
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBMNE:2016:4982 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer UTR 15/ 6042 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht Eerste aanleg - meervoudig Wet op de dierproeven. Aan eiseres is een projectvergunning verleend voor het verrichten van dierproeven met 9000 muizen in het kader van onderzoek naar het RS-virus. Eiseres is het niet eens met de aan de vergunning verbonden voorwaarde dat vrouwelijke en mannelijke muizen in een evenredige verhouding worden gebruikt. Verweerder heeft deze voorwaarde aan de vergunning verbonden om het aantal in voorraad gedode dieren te verminderen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in zijn algemeenheid de bevoegdheid heeft om deze voorwaarde te stellen en ook in dit geval kon verweerder van deze bevoegdheid gebruik maken. De wetenschappelijke noodzaak voor het gebruik van enkel muizen van het vrouwelijk geslacht is niet aangetoond. Het beroep is ongegrond. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: UTR 15/6042 uitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2016 in de zaak tussen Triskelion B.V. (als rechtsopvolgster van TNO Triskelion B.V.), te Zeist, eiseres (gemachtigde: mr. E. Dans), en
2 de Centrale Commissie Dierproeven (CCD), verweerder (gemachtigden: mr. P.J. Kooijman, mr. M.J. Heule en dr. M. Buitenhuis). Procesverloop Bij besluit van 13 mei 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres een vergunning verleend op grond van artikel 10a van de Wet op de Dierproeven (Wod) voor het project Dierstudies in het kader van ontwikkeling van medicijnen voor het behandelen en voorkomen van virale infecties aan de luchtwegen, in het bijzonder respiratoir syncytieel virus voor de periode van 3 juni 2015 tot 3 juni Bij besluit van 9 oktober 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres gedeeltelijk gegrond verklaard onder aanvulling van de motivering van het primaire besluit. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 mei Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde en door [A] en [B], beiden werkzaam bij eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Namens de dierexperimenten-commissie (DEC) was dr. ir. [C] ter zitting aanwezig Overwegingen 1. Bij het primaire besluit is aan eiseres een projectvergunning verleend voor het verrichten van de dierproef respiratoir synctytieel virus (RSV) infectiemodel in 9000 muizen. Aan deze vergunning is de voorwaarde verbonden dat bij het verrichten van de dierproef vrouwelijke en mannelijke muizen in een evenredige verhouding worden gebruikt. De kern van het geschil tussen de partijen is deze voorwaarde. 2. De rechtbank dient ten eerste te beoordelen of verweerder in zijn algemeenheid bevoegd is om een dergelijke voorwaarde te verbinden aan een projectvergunning. 3. Eiseres voert aan dat dat niet het geval is omdat de gestelde voorwaarde in strijd is met Richtlijn 2010/63/EU (de Richtlijn) van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 betreffende de bescherming van dieren die voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt, in het bijzonder met artikel 2 van de Richtlijn. Het eerste lid van dit artikel bepaalt dat lidstaten geen regels mogen stellen die zijn gericht op een uitgebreidere bescherming van onder de Richtlijn vallende dieren, tenzij het een voorschrift betreft dat reeds op 9 november 2010 gold en voor 1 januari 2013 is gemeld aan de Europese Commissie. Het voorschrift dat verweerder nu stelt, gaat verder dan de bepalingen in de
3 Richtlijn en is nieuw en mag daarom niet gesteld worden. Het tweede lid van artikel 2 van de Richtlijn bepaalt dat indien een lidstaat strengere eisen stelt dan de Richtlijn, deze lidstaat niet mag verbieden of verhinderen dat dieren worden aangeleverd of gebruikt die in andere lidstaten in overeenstemming met de Richtlijn zijn gehouden of gefokt. Eiseres betrekt haar muizen van één fokbedrijf gevestigd elders in de Europese Unie. Verweerder belemmert deze levering door het stellen van het voorschrift, aldus eiseres. Eiseres voert verder aan dat verweerder met deze voorwaarde kennelijk beoogt dat minder dieren in voorraad worden gedood bij fokbedrijven, maar dat de bevoegdheid van verweerder is beperkt tot dierproeven. Het fokken van dieren en het ten behoeve daarvan aanwezig hebben van dieren valt niet onder de definitie van dierproeven. De dierproef start pas vanaf het moment dat eiseres de dieren gebruikt voor onderzoek, niet vanaf de fok van de dieren. Verweerder dient te beoordelen of de aanvraag in lijn is met artikel 10 van de Wod en de zogenoemde 3 V s (vervanging, verfijning en vermindering) zoals vermeld in de Richtlijn. De gestelde voorwaarde kan hierop niet zijn gebaseerd, want het voorschrift leidt niet tot vervanging of verfijning noch tot vermindering van het aantal dieren dat bij de dierproef wordt gebruikt. In de Wod zijn verder geen regels opgenomen over de beperking van fokoverschotten. Om die reden mag hiermee bij instellingsvergunningen geen rekening worden gehouden. Dit zou ook moeten gelden voor projectvergunningen als de onderhavige. Tot slot is het kunnen verbinden van voorschriften volgens de Memorie van Toelichting bij de Wod, zoals deze op 18 december 2014 in werking is getreden (TK , 33692, nr. 3) beperkt tot die gevallen waarbij dierproeven nog onvoldoende uitgekristalliseerd zijn. Dat is hier niet aan de orde. Het voorschrift is dus ook in strijd met artikel 10a1, tweede lid, van de Wod. 4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de richtlijn zich niet verzet tegen het stellen van de voorwaarde. De doelstelling van de Wod is onder meer het zo min mogelijk dieren gebruiken per dierproef. Dit is geheel in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van de Richtlijn. Verweerder heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging bevestigt dat ook bij de fokker aanwezige dieren onder de bescherming van de Wod vallen. Ook hieruit blijkt dat verweerder bevoegd is om aan een projectvergunning voorschriften te verbinden die zien op het aantal in voorraad gedode dieren. 5. In overweging 38 van de bij de Richtlijn behorende preambule staat dat een uitgebreide projectbeoordeling, met inachtneming van ethische overwegingen betreffende het gebruik van dieren, de grondslag moet vormen voor de toelating van de projecten en er voor moet zorgen dat de beginselen van vervanging, vermindering en verfijning in die projecten worden geïmplementeerd. Artikel 4, tweede lid, van de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten er zorg voor dragen dat het aantal dieren dat in projecten wordt gebruikt tot het minimum wordt beperkt zonder dat de doelstellingen van het project in het gedrang komen. Uit artikel 1b, eerste lid, onderdeel a, van de Wod volgt dat deze wet van toepassing is op dieren die worden gebruikt voor wetenschappelijke of onderwijskundige doelstellingen. Het derde lid van dit artikel bepaalt dat de wet van toepassing is op alle dieren die aanwezig zijn bij een fokker, leverancier en gebruiker, behoudens voor zover aannemelijk wordt gemaakt dat de aanwezige dieren voor andere doeleinden aanwezig zijn dan genoemd in het eerste lid. In artikel 1d, tweede lid, van de Wod is bepaald dat het aantal dieren dat in projecten wordt gebruikt, tot het minimum wordt beperkt zonder dat de doelstellingen van het project in gedrang komen.
4 Op grond van artikel 10a van de Wod is het verboden een project uit te voeren indien verweerder daarvoor geen projectvergunning heeft verleend. Een project is in artikel 1 van de Wod gedefinieerd als een werkprogramma met een welomschreven doel dat een of meer dierproeven omvat. In artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wod is bepaald dat het verboden is een dierproef te verrichten voor een doel dat, naar de algemeen kenbare, onder deskundigen heersende opvatting, ook kan worden bereikt anders dan door middel van een dierproef, of door middel van een dierproef waarbij minder dieren kunnen worden gebruikt of minder ongerief wordt berokkend dan bij de in het geding zijnde proef het geval is. Uit artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wod volgt dat ingeval er verschillende mogelijkheden bestaan om een dierproef te verrichten, de dierproef wordt geselecteerd die naar verwachting bevredigende resultaten oplevert, maar waarbij het minste aantal dieren wordt gebruikt. Ingevolge artikel 10a1, tweede lid, van de Wod kunnen aan de projectvergunning voorschriften verbonden worden. 6. De rechtbank overweegt dat verweerder zo blijkt uit diens toelichting uit ethische overwegingen de gewraakte voorwaarde aan de vergunning heeft verbonden. Verweerder heeft zich daarbij gebaseerd op het uitgangspunt van vermindering, zoals neergelegd in artikel 1d, tweede lid, van de Wod. De voorwaarde is er op gericht om het aantal dieren dat in het project wordt gebruikt, tot een minimum te beperken. Dit is eveneens één van de doelstellingen van de Richtlijn. Gelet hierop valt niet in te zien dat artikel 1d, tweede lid, van de Wod of de gestelde voorwaarde in strijd is met de Richtlijn. Van een uitgebreidere bescherming van onder de Richtlijn vallende dieren is immers geen sprake. De overige stellingen van eiseres op dit punt behoeven geen bespreking. 7. De rechtbank overweegt verder het volgende. Aan artikel 10a1, tweede lid, van de Wod ontleent verweerder zijn bevoegdheid om voorschriften aan de projectvergunning te verbinden. Gelet op het bepaalde in artikel 1b, tweede lid, van de Wod is de wet van toepassing op alle dieren die aanwezig zijn bij een fokker, leverancier en gebruiker, behoudens voor zover aannemelijk wordt gemaakt dat de aanwezige dieren voor andere doeleinden aanwezig zijn dan genoemd in het eerste lid. Van het laatste is in dit geval geen sprake, zodat verweerder bij het verlenen van projectvergunningen als bedoeld in artikel 10a van de Wod, ook de in voorraad gedode dieren bij de fokker in zijn afweging moet betrekken. De rechtbank vindt steun voor dit oordeel in de omstandigheid dat het overheidsbeleid er al enkele jaren op is gericht om de aantallen dierproeven en zoals verweerder ter zitting heeft verklaard het aantal proefdieren te verminderen. Daarbij is ook steeds aandacht voor het terugdringen van het aantal in voorraad gedode dieren. De rechtbank verwijst hiervoor naar het rapport Dood in voorraad van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van 17 december 2013 en naar het Plan van aanpak dierproeven en alternatieven van 28 februari 2014 van de Staatssecretaris van Economische Zaken (EZ) en de hierop gevolgde voortgangsrapportages van 19 november 2014 en 1 november In laatstgenoemde vervolgrapportage verwijst de Staatssecretaris van EZ naar een advies van het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid van oktober De NVWA adviseert in haar rapport van 17 december 2013 om onderzoekers bij ieder project te laten beargumenteren waarom niet beide geslachten van proefdieren gebruikt kunnen worden en daar vervolgens kritisch naar te kijken. Ook het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid beveelt de Staatssecretaris aan om bij de beoordeling en ethische toetsing van projectvergunningen door de CCD, de
5 CCD de opdracht te geven consequent mee te wegen of de onderzoeker in zijn projectaanvraag aantoonbaar blijk geeft het aspect van dieren dood of gedood vóór gebruik in fok of dierproef voldoende te hebben verkend en aantoont dat aantal dieren tot een minimum te hebben beperkt.. Daarnaast stelt het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid dat het uitgangspunt moet zijn dat voor wat betreft de sekse in principe beide geslachten geïncludeerd worden in de proefopzet. De Staatssecretaris van EZ benadrukt in de vervolgrapportage van 1 november 2015 ook het belang van het betrekken van het vraagstuk van het verminderen van het aantal dieren in voorraad gedood door verweerder in zijn ethische toetsing. 9. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat de wetgever uitdrukkelijk de bedoeling heeft gehad verweerder de bevoegdheid te verlenen het aantal in voorraad gedode dieren in zijn ethische toetsing te betrekken. De rechtbank concludeert uit het vorenstaande dat verweerder in zijn algemeenheid de bevoegdheid heeft om de voorwaarde van het gebruik van beide geslachten muizen in een evenredige verhouding, met het oog op het verminderen van het aantal in voorraad gedode dieren, aan de vergunning te verbinden. Deze beroepsgrond slaagt niet. 10. De vraag die vervolgens beantwoord moet worden, is of verweerder op juiste wijze invulling heeft gegeven aan zijn bevoegdheid en ook in dit geval deze voorwaarde mocht stellen. 11. Eiseres heeft hierover allereerst aangevoerd dat de DEC positief heeft geadviseerd over het project (zonder de voorwaarde). Verweerder is ten onrechte, althans onvoldoende gemotiveerd van dit positieve advies afgeweken. Op grond van artikel 3:50 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het bevoegd gezag slechts in uitzonderlijke gevallen afwijken van het advies van een wettelijk adviseur en van een dergelijk uitzonderlijk geval is hier geen sprake. 12. Verweerder heeft hiertegen ingebracht dat hij een zelfstandige bevoegdheid en verantwoordelijkheid heeft en gemotiveerd kan afwijken van het oordeel van de DEC. Daarvoor zijn geen bijzondere omstandigheden vereist. In het besluit is voldoende gemotiveerd waarom van het advies van de DEC is afgeweken. 13. De rechtbank overweegt dat artikel 3:50 van de Awb bepaalt dat indien een bestuursorgaan een besluit neemt dat afwijkt van een met het oog daarop krachtens wettelijk voorschrift uitgebracht advies, zulks met de redenen voor de afwijking in de motivering wordt vermeld. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat hij niet gebonden is aan het advies van de DEC en een zelfstandige bevoegdheid heeft bij de beoordeling van de aanvraag om een projectvergunning. In de Memorie van Toelichting (TK , 33692, nr. 3, pag. 15) is ook de eigenstandige verantwoordelijkheid van verweerder benadrukt, waarbij het advies van de DEC weliswaar het vertrekpunt is voor verweerders beoordeling, maar waarbij uitdrukkelijk de mogelijkheid is open gelaten dat verweerder afwijkt van het advies van de DEC, mits dit afdoende is gemotiveerd. Het had wellicht in de rede gelegen om een tweede advies te vragen aan de DEC alvorens de vergunning te verlenen, maar de omstandigheid dat dit niet is gebeurd, maakt niet dat het besluit op onzorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Bovendien heeft verweerder het advies van de DEC van 12 juni 2015 bij de beoordeling van het bezwaar betrokken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder in het besluit op bezwaar voldoende gemotiveerd waarom hij van het advies van de DEC is afgeweken. De beroepsgrond slaagt niet. 14. Eiseres betwist dat het doen van het onderzoek met uitsluitend vrouwelijke muizen leidt tot een fokoverschot en het doden van meer dieren in voorraad. Er wordt immers niet op bestelling gefokt, maar op basis van historische gegevens. Voor zover er al mannelijke muizen overblijven, dan is daarvoor altijd een nuttige bestemming, bijvoorbeeld in andere dierproeven of als voer voor (exotische) dieren. 15. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat bij vrijwel alle dierproeven de
6 voorkeur bestaat voor vrouwelijke muizen en dat er bij de vraag naar vrouwelijke muizen mannelijke muizen als afval moeten worden beschouwd. Voor een project als het onderhavige, waarvoor in totaal muizen benodigd zijn, moeten muizen worden gefokt. Het is immers niet mogelijk om op geslacht te fokken. Als vervolgens uitsluitend de vrouwelijke muizen worden gebruikt in het project, zijn er (mannelijke) muizen die overschieten. Verweerder plaatst vraagtekens bij het dienen als voer voor andere dieren als een nuttige bestemming. Verweerder heeft ter zitting voorts toegelicht dat de mannelijke muizen ook niet zonder meer in een ander project kunnen worden gebruikt; het is van tevoren niet vast te stellen dat er tegelijkertijd met het onderhavige project een project loopt waarvoor uitsluitend mannelijke muizen benodigd zijn. 16. De rechtbank overweegt dat eiseres haar stellingen op dit punt niet nader feitelijk heeft onderbouwd. Aangenomen moet worden dat verweerder ter zake deskundig is en over de vereiste kennis beschikt. Gelet hierop moet het er voor worden gehouden dat bij uitvoering van het onderhavige project mannelijke muizen als overtollig zullen worden gedood. Dat een deel van de mannelijke muizen wellicht een nuttige dood sterft als voer voor andere dieren, maakt de conclusie dat de mannelijke muizen worden gedood omdat zij als potentieel proefdier overtollig zijn indien alleen vrouwelijke muizen voor een dierproef worden gebruikt, niet anders. 17. Eiseres heeft vervolgens aangevoerd dat er een wetenschappelijke noodzaak bestaat voor het gebruik van enkel muizen van het vrouwelijke geslacht. Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres dit niet heeft aangetoond. De opstelling van eiseres lijkt er op te wijzen dat de eisen van de opdrachtgever en de hogere kosten die het gebruik van beide geslachten met zich zouden kunnen brengen, maken dat zij gebruik wenst te maken van uitsluitend vrouwelijke dieren, aldus verweerder. 18. De rechtbank overweegt dat het op de weg van de aanvrager van de vergunning ligt om te motiveren dat het onderzoek alleen tot het beoogde resultaat kan leiden indien gebruik wordt gemaakt van muizen van één geslacht. Eiseres heeft naar aanleiding van vragen van verweerder over haar aanvraag aangegeven dat de voorkeur uitgaat naar vrouwelijke muizen, zodat er minder muizen per groep nodig zijn om de resultaten te behalen. Daartoe heeft eiseres betoogd dat er een verschil is tussen mannetjes- en vrouwtjesmuizen in gevoeligheid voor respiratoire aandoeningen en dat het totaal aantal benodigde proefdieren veel groter zal zijn als beide geslachten worden gebruikt. Daarnaast heeft het gebruik van mannelijke muizen aanvullende beperkingen, omdat deze onderling agressief gedrag vertonen. 19. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat eiseres hiermee niet heeft aangetoond dat het onderzoek op zichzelf muizen van het vrouwelijke geslacht vereist. Eiseres heeft een voorkeur voor vrouwelijke muizen uitgesproken om andere redenen dan het beoogde resultaat van het onderzoek. De rechtbank verwijst hierbij ook naar het advies van de DEC van 12 juni 2015, waarin is opgemerkt dat de wetenschappelijke argumentatie in het projectvoorstel voor het gebruik van vrouwtjesmuizen niet afdoende is. Verweerder heeft evenmin aangetoond hoeven achten dat een onderzoeksopzet met zowel mannelijke als vrouwelijke muizen tot het gebruik van méér proefdieren leidt. Eiseres heeft dit slechts gesteld, maar op geen enkele wijze onderbouwd en heeft ook geen concrete aantallen genoemd. Ook de DEC heeft gesteld, maar niet onderbouwd, dat in dat geval de aantallen proefdieren omhoog zullen moeten. 20. In beroep heeft eiseres een door haarzelf opgesteld nader rapport overgelegd om de keuze voor het gebruik van vrouwelijke muizen alsnog te onderbouwen. Ter zitting heeft verweerder opgemerkt dit rapport te hebben bestudeerd, maar dat het hem er niet toe heeft aangezet een nieuw besluit te nemen, omdat ook dit rapport geen data geeft voor het RS-virus; het gaat over andere virale infecties op grond waarvan aannames worden gedaan voor het RS-virus. Er is onderzoek nodig om aan te tonen dat dit onderzoek naar het RS-virus alleen met vrouwtjesmuizen kan worden uitgevoerd, aldus verweerder. Dit is ook de reden dat verweerder aan eiseres heeft voorgesteld een pilotonderzoek uit te voeren, maar eiseres heeft hier niet voor gekozen.
7 21. De rechtbank overweegt dat uit het rapport blijkt dat eiseres een verschil verwacht en aannemelijk acht, maar dit is niet gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar het RS-virus. Ook dit aanvullend rapport heeft verweerder niet tot de conclusie hoeven leiden dat het onderzoek uitsluitend met vrouwtjesmuizen kan worden uitgevoerd. 22. De belangenafweging die verweerder vervolgens heeft gemaakt, dient door de rechtbank terughoudend te worden getoetst. Ter beoordeling staat of verweerder in redelijkheid, bij afweging van de betrokken belangen, tot het stellen van de voorwaarde heeft kunnen komen. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Verweerder heeft alle belangen gewogen en de belangenafweging in het nadeel van eiseres uit laten vallen. Het belang van het doorbreken van de bestaande praktijk en het terugbrengen van de fokoverschotten heeft verweerder in redelijkheid zwaarder mogen laten wegen dan het belang van eiseres om geen extra kosten te hoeven maken voor het verrichten van het onderzoek met muizen van beide geslachten. De stelling van eiseres dat het niet aan haar is om dit onderzoek te verrichten, maar aan een universiteit of een andere instelling en dat het onderzoek met alleen vrouwtjesmuizen nu door een andere gebruiker zal worden uitgevoerd, waardoor de concurrentiepositie van eiseres en van Nederlandse gebruikers in het algemeen verslechterd, heeft verweerder niet tot een ander oordeel hoeven leiden. 23. Uit het vorenstaande vloeit voort dat de rechtbank van oordeel is dat het bestreden besluit voldoende zorgvuldig is voorbereid en voldoende draagkrachtig is gemotiveerd. 24. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, mr. G.A. Bouter-Rijksen en mr. T. Pavićević, leden, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 september griffier De voorzitter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen. Afschrift verzonden aan partijen op: Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld,
8 kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.
ECLI:NL:RBMNE:2014:5220
ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:707
ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:107
ECLI:NL:RBMNE:2014:107 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 15-01-2014 Zaaknummer UTR 12/4508 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:2558
ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:4543
ECLI:NL:RBGEL:2014:4543 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-07-2014 Datum publicatie 25-07-2014 Zaaknummer AWB-12_502 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:3205
ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ7402 Instantie Datum uitspraak 07-03-2013 Datum publicatie 18-04-2013 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB 12/26575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieuitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2015 in de zaak tussen
ECLI:NL:RBMNE:2015:6855 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 08-09-2015 Datum publicatie: 18-09-2015 Zaaknummer: UTR 15/1599 Rechtsgebieden: Bestuursrecht Bijzondere kenmerken: Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:4387
ECLI:NL:RBNNE:2015:4387 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 17-09-2015 Zaaknummer Awb 15/1167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:2675
ECLI:NL:RBNNE:2017:2675 Instantie Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Zaaknummer LEE 17/863 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:7903
ECLI:NL:RBDHA:2017:7903 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-07-2017 Datum publicatie 24-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 25671 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2015:1902
ECLI:NL:RBGEL:2015:1902 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 24-03-2015 Datum publicatie 16-04-2015 Zaaknummer AWB - 14 _ 3388 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2014:7213
ECLI:NL:RBOBR:2014:7213 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 13-01-2015 Zaaknummer 14 _ 2026 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2525
ECLI:NL:RBDHA:2017:2525 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2017 Datum publicatie 12-05-2017 Zaaknummer 16_6475 Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:4015
ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:214
ECLI:NL:RBNNE:2017:214 Instantie Datum uitspraak 23-01-2017 Datum publicatie 25-01-2017 Zaaknummer LEE 15/2902 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:5945
ECLI:NL:RBGEL:2017:5945 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-11-2017 Datum publicatie 24-11-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 3926 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:1221
ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:7536
ECLI:NL:RBNHO:2015:7536 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 835 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:6996
ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:2113
ECLI:NL:RBROT:2017:2113 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 22-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/6887 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:4108
ECLI:NL:RBGEL:2017:4108 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-08-2017 Datum publicatie 03-08-2017 Zaaknummer AWB - 17 _ 1468 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2015:5301
ECLI:NL:RBGEL:2015:5301 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 18082015 Datum publicatie 19082015 Zaaknummer AWB 14 _ 7236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2017:3403
ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2014:6506
ECLI:NL:RBOBR:2014:6506 Instantie Datum uitspraak 31-10-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer AWB - 14 _ 1428 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2013:8696
ECLI:NL:RBAMS:2013:8696 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2013 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AMS 13-2085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:3973
ECLI:NL:RBMNE:2017:3973 Instantie Datum uitspraak 17-07-2017 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer UTR 17/196 en 17/197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855 Instantie Datum uitspraak 02-03-2007 Datum publicatie 05-09-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/30391, 06/30389 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:2911
ECLI:NL:RBNNE:2016:2911 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 20-07-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 4196 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:1706
ECLI:NL:RBNHO:2016:1706 Instantie Datum uitspraak 26-02-2016 Datum publicatie 14-03-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 15 _ 5925 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2011:5319
ECLI:NL:RBBRE:2011:5319 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 06-12-2011 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB- 11_1954 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ2178, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1331
ECLI:NL:RBOVE:2016:1331 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 19-04-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie ak_16_343 Socialezekerheidsrecht
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.
Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Zittingsplaats Arnhem Bestuursrecht zaaknummer: AWB 14/6677 uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 9 MAART 2015 in de zaak tussen i enge, eiser (geina"ái.eme: mr.r mg",
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2182
ECLI:NL:RBOVE:2017:2182 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Wetsverwijzingen Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2650
ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2015:1146
ECLI:NL:RBOBR:2015:1146 Instantie Datum uitspraak 06-03-2015 Datum publicatie 12-03-2015 Zaaknummer 14_1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Belastingrecht Eerste
Nadere informatieuitspraak van de voorzieningenrechter van 22 december 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
ECLI:NL:CBB:2016:406 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-12-2016 Datum publicatie 09-01-2017 Zaaknummer 16/717 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:2360
ECLI:NL:RBOVE:2016:2360 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-06-2016 Datum publicatie 01-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie ak_16_492 Socialezekerheidsrecht
Nadere informatiede Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar
de Rechtspraak Gemeente Bergen UI 14ip.06739 05/09/2014 Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: [ J AANTEKENEN [ PER POST [ PER FAX (072) 888 01 00 het college van Burgemeester en Wethouders van de
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:1708
ECLI:NL:RBOBR:2017:1708 Instantie Datum uitspraak 24-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 16_3552 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2002:AE1633
ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:4544
ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:8351
ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:2567
ECLI:NL:RBNNE:2016:2567 Instantie Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 25-07-2016 Zaaknummer LEE 15/3982 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7377
ECLI:NL:RBMNE:2016:7377 Instantie Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 07-02-2017 Zaaknummer UTR 15/6440 Rechtsgebieden Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:2218
ECLI:NL:RBOBR:2017:2218 Instantie Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer SHE 17/777 en SHE 17/778 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:544
ECLI:NL:RBLIM:2017:544 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 20-01-2017 Datum publicatie 01-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB - 15 _ 3736u Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:1690
ECLI:NL:RBOBR:2017:1690 Instantie Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 27-03-2017 Zaaknummer 16_2753 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:4491
ECLI:NL:RBOVE:2016:4491 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15112016 Datum publicatie 25112016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie ak_zwo_16_934 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2014:7216
ECLI:NL:RBMNE:2014:7216 Instantie Datum uitspraak 10-12-2014 Datum publicatie 06-01-2015 Zaaknummer UTR 14/773 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:1839
ECLI:NL:RBZWB:2016:1839 Instantie Datum uitspraak 17-03-2016 Datum publicatie 30-03-2016 Zaaknummer AWB 15_7310 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:1622
ECLI:NL:RBDHA:2016:1622 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 18-02-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer SGR 15/8008 Rechtsgebieden Socialezekerheidsrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2015:4920
ECLI:NL:RBGEL:2015:4920 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 28 07 2015 Datum publicatie 29 07 2015 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB 15 _ 3697 E Bestuursprocesrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:69
ECLI:NL:RBMNE:2015:69 Instantie Datum uitspraak 08-01-2015 Datum publicatie 15-01-2015 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 5421 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieEelI: Nl: RBOVE:2016: 2665
ge R~tht.$praakl,_......,,_.... ~ '._._, "_"",,_ _,_,,.. _". _,._ _. "..'o....._.,._,_......._..._.... "....." _,.,........_,..,... _~_.,. _.".._.,_..._._...._........ ~w _~!!~~~~I}~~_~~~!~e_t_E~~~!~!t~J)~~~c:!~_~~_~!~~~~_~!:~i~!~.r~9~ÇJ~!"!i~Cl.t.i~.c=.~~~!"!.!Cl
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:6571
ECLI:NL:RBMNE:2016:6571 Instantie Datum uitspraak 08-12-2016 Datum publicatie 09-12-2016 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer UTR 16/3215 en UTR 16/3242 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:721
ECLI:NL:RBOVE:2017:721 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer ak_16 _ 1345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:3051
ECLI:NL:RBNHO:2017:3051 Instantie Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 14-04-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 22 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatiede Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus 1000 1140 BA Monnickendam
Gemeente Watertand 2 4 APR 2015 INGEKOMEN de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland Gemeente Waterland APR' ZO ( (4ESCAND datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk bijlage(n) faxnummer
Nadere informatie1 van :55
1 van 5 4-9-2012 23:55 LJN: BX6278, Rechtbank Utrecht, SBR 11/2417 Datum uitspraak: Datum publicatie: 30-08-2012 31-08-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:4119
ECLI:NL:RBOVE:2016:4119 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 02-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AK_ZWO_16_878 Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieUitspraak. uitspraak COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN. zaaknummer: 16/
ECLI:NL:CBB:2017:227 Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum uitspraak 22-05-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer 16/525 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2016:6366
ECLI:NL:RBZWB:2016:6366 Instantie Datum uitspraak 10-10-2016 Datum publicatie 14-10-2016 Zaaknummer AWB 16_2223 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:9685
ECLI:NL:RBAMS:2015:9685 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-12-2015 Datum publicatie 27-01-2016 Zaaknummer AMS 13/6214 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557
ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557 Instantie Datum uitspraak 03-07-2012 Datum publicatie 06-07-2012 Zaaknummer Awb 11/2189 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zwolle-Lelystad Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1169
ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:8771
ECLI:NL:RBAMS:2016:8771 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-12-2016 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer AMS 16 /805 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:10175
ECLI:NL:RBDHA:2014:10175 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2014 Datum publicatie 18-08-2014 Zaaknummer AWB 14/1709 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieLJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065
LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige
Nadere informatieuitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen
Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM Bestuursrecht zaaknummer: AMS 15/4034 uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen.., te Uithoorn, eiser, gemachtigde: mr. H.A.M. Lamers, en de staatssecretaris
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2013:3359
ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2012:BV1332
ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 17-01-2012 Datum publicatie 19-01-2012 Zaaknummer AWB 11/3732 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:7104
ECLI:NL:RBDHA:2016:7104 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 27-06-2016 Zaaknummer ams 15/20007 EN 15/20009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:2510
ECLI:NL:RBDHA:2016:2510 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 04-03-2016 Datum publicatie 21-04-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 5039 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2015:7839
ECLI:NL:RBGEL:2015:7839 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2015 Datum publicatie 18-12-2015 Zaaknummer AWB - 15 _ 2135 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:3840
ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2004:AR3508
ECLI:NL:CBB:2004:AR3508 Instantie Datum uitspraak 05-10-2004 Datum publicatie 08-10-2004 Zaaknummer AWB 03/647 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2012:BW2003
ECLI:NL:RBMAA:2012:BW2003 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 07-03-2012 Datum publicatie 12-04-2012 Zaaknummer AWB 11 / 1403 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:2054
ECLI:NL:RBROT:2017:2054 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 22-03-2017 Zaaknummer ROT 16/2644 en ROT 16/4265 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550
ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:2714
ECLI:NL:RBMNE:2015:2714 Instantie Datum uitspraak 16-04-2015 Datum publicatie 06-05-2015 Zaaknummer UTR 13-2648 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Ambtenarenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2014:185
ECLI:NL:RBNHO:2014:185 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 31-03-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-13_2593 Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:6739
ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2017:3873
ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer AWB 16/10200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580
ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3580 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-02-2011 Datum publicatie 06-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB 10-504 AOW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:1110
ECLI:NL:RBZWB:2015:1110 Instantie Datum uitspraak 12-02-2015 Datum publicatie 09-04-2015 Zaaknummer AWB 14_5786 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2016:392
ECLI:NL:RBOBR:2016:392 Instantie Datum uitspraak 03-02-2016 Datum publicatie 18-02-2016 Zaaknummer 15_2205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Belastingrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246
ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2016:10295
ECLI:NL:RBNHO:2016:10295 Instantie Datum uitspraak 16-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 2558 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565
ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 Instantie Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/1945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:6247
ECLI:NL:RBDHA:2017:6247 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-06-2017 Datum publicatie 12-06-2017 Zaaknummer AWB 16/29205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:6000
ECLI:NL:RBGEL:2013:6000 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 24-12-2013 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie AWB-13_1484 Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2017:3801
ECLI:NL:RBMNE:2017:3801 Instantie Datum uitspraak 21-06-2017 Datum publicatie 28-07-2017 Zaaknummer UTR 16/4472 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Omgevingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2016:3651
ECLI:NL:CRVB:2016:3651 Instantie Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 10-10-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/5 WWB Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2012:BV7977
ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 26-01-2012 Datum publicatie 06-03-2012 Zaaknummer 11/1543 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2006:AV7682
ECLI:NL:RBARN:2006:AV7682 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 09-03-2006 Datum publicatie 30-03-2006 Zaaknummer AWB 05/4258 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2013:2750
ECLI:NL:CRVB:2013:2750 Instantie Datum uitspraak 10-12-2013 Datum publicatie 11-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-1098 WWB Socialezekerheidsrecht
Nadere informatie