BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD"

Transcriptie

1 BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD SLUIT AAN BIJ KERNDOEL 42 WERKBOEK 1

2 INHOUD Inleiding 4 Zwaartekracht 6 Massatraagheid 10 Trekkracht 14 Snelheid 18 G-kracht 22 Weetjes 28 Antwoorden 30 Slotwoord 34

3 INLEIDING Je staat er eigenlijk nooit bij stil, maar iedere dag worden er allerlei onzichtbare krachten op je uitgeoefend. En niet alleen op jou, maar op alle voorwerpen om je heen. Eén van de belangrijkste krachten is zwaartekracht. Die zorgt ervoor dat je niet door de lucht zweeft maar gewoon op de grond staat. Verder kun je ook G-krachten, snelheid, trekkracht en massatraagheid voelen in het dagelijks leven. Geleerden als Einstein en Newton hebben hier heel lang op gestudeerd en zij hebben die krachten vertaald naar allerlei ingewikkelde formules. In dit werkboek Beleef de 5 krachten van de wereld laten we die formules even links liggen en ga je de krachten zelf onderzoeken. Want het is natuurlijk het allerleukste om de krachten zelf te ervaren! Aan de hand van dit lesmateriaal en de praktijkproeven word je meegenomen in de wereld van natuurkunde, de wereld van de 5 krachten. Het lesmateriaal sluit aan bij kerndoel 42. De antwoorden vind je achter in het werkboek. Via onze website walibi.nl is dit lespakket gratis te downloaden. Succes en veel plezier! 4 5

4 HOEVEEL WEEG JIJ? Je gewicht, of hoe zwaar je bent, heeft alles te maken met zwaartekracht. Als je op een weegschaal gaat staan, meet je eigenlijk in kilo s hoe hard de aarde aan jou trekt. En hoe zwaarder je bent, hoe harder de aarde aan je trekt! Je kunt zwaartekracht alleen voelen als er een tegenkracht is. Als je op de grond staat, trekt de zwaartekracht van de aarde je naar beneden, maar de grond duwt je weer omhoog. Daarom blijf je gewoon staan en word je niet in de aarde gezogen. Een astronaut in de ruimte weegt helemaal niets, omdat er geen zwaartekracht is. Daarom zweeft hij door de ruimte. Dus zonder zwaartekracht ben je gewichtloos. TEST HET ZELF! In een achtbaan kun je zelf testen hoe dat voelt. Op het hoogste punt, vlak voordat je weer naar beneden gaat, voelt het alsof je zweeft. Je voelt dan niet dat de zwaartekracht aan je trekt, je bent dus even gewichtloos! ZWAARTEKRACHT Je hebt vast wel eens gehoord van zwaartekracht. Als zwaartekracht niet bestond, zouden we hier nu allemaal door de lucht zweven. Maar wat is zwaartekracht precies? Als een appel van de boom losraakt, valt hij altijd recht naar beneden en nooit eens omhoog of schuin omlaag. Dat komt door de zwaartekracht. Alles wat massa heeft - een boek, een planeet, een mens, noem maar op - heeft zwaartekracht. Anders gezegd: alle voorwerpen - groot en klein - trekken elkaar aan. Het zijn een soort magneten. WAT VALT SNELLER, EEN BOLLETJE LOOD OF EEN VEERTJE? Nu is er iets raars aan de hand met de snelheid waarmee voorwerpen vallen. We hebben geleerd dat een voorwerp naar beneden valt, omdat de aarde aan dit voorwerp trekt. Dat is zwaartekracht. Maar als ik je vraag wat sneller valt, een bolletje lood of een veertje, wat is dan je antwoord? Waarschijnlijk denk je dat het bolletje lood sneller valt, want dat is zwaarder en dus trekt de aarde er harder aan. Maar het gekke is, dat alles even snel valt. Tenminste, als de zwaartekracht de enige kracht is. Op aarde is er naast zwaartekracht ook lucht en lucht is ook een kracht, denk maar aan de wind. Door de lucht worden voorwerpen afgeremd. Dat heet wrijvingskracht. Lichte voorwerpen hebben meer last van de lucht dan zware voor werpen. Daarom valt een veertje op aarde langzamer dan een bolletje lood. Maar als je een bolletje lood en een veertje laat vallen in een ruimte waar geen lucht is, vallen ze even snel. Gek hè? 6 7

5 PROEF 1 MENSELIJKE TRAMPOLINE Nodig: Vijf kinderen en matten (gymzaal). Vier kinderen in koppels van twee pakken elkaars handen stevig vast en gaan naast elkaar staan. De vijfde gaat boven op hun armen liggen. Deze persoon valt nu niet op de grond omdat de vier anderen hem/haar omhoog duwen, met dezelfde hoeveelheid kracht als de zwaartekracht de liggende persoon naar beneden trekt. Zwaar hè? Als de vier krachtpatsers de persoon die boven ligt omhoog proberen te gooien en deze persoon komt los dan is hij/zij op het bovenste punt, vlak voordat ie weer naar beneden valt, heeeel even gewichtloos PROEF 2: VOETJES OP DE VLOER Nodig: een ballon en een stuk karton. Ga met je voeten naast elkaar staan op het karton en trek met een potlood een lijn om je voeten. Knip dit uit en maak een gaatje tussen je voeten, een beetje in de buurt van je hiel. Blaas de ballon op, knoop m dicht en trek de knoop door het gaatje in de voeten. Gooi nu de ballon omhoog. Zelfs al maakt de ballon een salto, hij komt altijd weer op z n voeten terecht. Waarom? Hoe komt dit? 8 9

6 MASSATRAAGHEID In de natuurkunde is massatraagheid de naam voor het verschijnsel dat als een voorwerp stil ligt, het altijd stil zal blijven liggen en een voorwerp dat beweegt altijd in beweging zal blijven. Er is een kracht nodig om een voorwerp in beweging te brengen, te laten stoppen, van richting te veranderen of een andere snelheid te geven. Hoe zwaarder een voorwerp is, hoe trager of langzamer het is. Je kleine broertje of zusje aan de kant duwen is bijvoorbeeld een stuk makkelijker dan je vader aan de kant duwen, toch? Zware dingen zijn dus langzamer dan lichte dingen en er is meer kracht nodig om ze in beweging te zetten, om ze sneller te laten bewegen of ze te laten stoppen. Als een vrachtwagen remt, duurt het bijvoorbeeld langer tot hij stilstaat dan wanneer een auto remt. Probeer maar eens door een rietje te blazen en een grote knikker te laten bewegen of een ping pong bal. Wat zal makkelijker gaan? Ook in pretparken maken ze bij sommige attracties gebruik van massatraagheid. Als in een achtbaan een karretje heel plotseling de bocht omgaat werken er twee krachten op je lichaam. Het karretje trekt je naar links of rechts, maar je lichaam wil nog rechtdoor gaan. Het is hetzelfde gevoel als je in een auto zit en hij stopt plotseling. Jouw lichaam wil eigenlijk met dezelfde snelheid rechtdoor bewegen, maar de auto stopt. Daarom is het heel belangrijk dat je autogordels draagt! WRIJVING Wat bij beweging en snelheid ook een rol speelt is wrijving. Wrijving ontstaat als je twee voorwerpen in tegenovergestelde richting tegen elkaar wrijft. Beweeg je handen maar eens heen en weer in de lucht, duw ze dan eens stevig tegen elkaar en maak dezelfde beweging. Wat voel je? Iets wat zwaar en ruw is krijg je dus ook moeilijker in beweging dan iets dat licht en glad is. Door wrijving kost het meer kracht om iets in beweging te krijgen en te houden en het gaat steeds langzamer. Geef maar eens een speelgoedautootje een duw en kijk wat er gebeurt. Het zal uiteindelijk stoppen. Dat komt door wrijving met de grond. Wrijving remt voorwerpen af. Daarom heeft een auto een motor nodig. Als er geen wrijving zou zijn, zou hij na één keer gas geven eindeloos door kun en rijden. Wel zo goedkoop! 10 11

7 PROEF 1: KAARTJE TREKKEN Nodig: een glas, een muntstuk en een speelkaart. Leg de kaart met het muntstuk op het glas. Wedden dat je de munt in het glas kunt krijgen zonder het aan te raken? Schiet de kaart maar weg met je vinger, of trek er heel snel aan. Hoe kan dit? PROEF 2: KNUFFELCRASH Nodig: een speelgoedbeest, speelgoedauto (open of met laadklep), een zware steen of een stapeltje boeken. Zet een speelgoedbeest in een open speelgoedauto en geef de auto een duw in de richting van de steen. Wat gebeurt er met de auto? Wat gebeurt er met het speelgoedbeest? Waarom? 12 13

8 TREKKRACHT Dit hoofdstuk gaat over trekkracht. Dat is de kracht die wordt uitgeoefend bij het trekken aan een voorwerp. Trekkracht is het tegenovergestelde van duwkracht. Je kunt iets in beweging krijgen en snelheid geven door eraan te trekken of te duwen. Bij trekkracht wordt hetgeen waar je aan trekt langer en dunner (ook al zie je dat soms niet). Bij duwen wordt het voorwerp juist korter en dikker. Maar omdat dingen altijd het liefst willen blijven zoals ze zijn, volgt er na het trekken of duwen (= actie), altijd een reactie: als je loslaat en dus geen kracht meer uitoefent, schieten ze weer terug in hun oude vorm. ELASTIEK EN TREKKRACHT Het maakt wel uit waar je aan trekt. Als je aan een elastiek trekt, zie je heel goed wat er gebeurt: het rekt heel ver uit en als je het loslaat schiet het weer terug. Deze elastische trekkracht kun je goed gebruiken, bijvoorbeeld bij een katapult of bij het bungee jumpen. Als je aan een touw trekt, kun je eigenlijk niet echt zien dat het uitrekt en er gebeurt ook niet zoveel als je het weer loslaat. Maar toch gebruik je trekkracht. Denk maar aan touwtje trekken. Trekkracht wordt ook gebruikt in pretparken om de karretjes van de achtbanen omhoog te krijgen. Maar daarvoor gebruiken ze natuurlijk geen elastiek! (Waarom niet? En wat zou wel een goed materiaal zijn?) WIST JE DAT......DE KABEL VAN EEN GROTE ACHTBAAN TOT WEL KILO KAN TREKKEN? NIET ZO DUWEN! Bij duwkracht werkt het dus andersom. Je kunt iets ook duwen om het in beweging te krijgen, of tegen te houden. Het grappige is dat er eigenlijk de hele dag aan je getrokken en geduwd wordt. Niet door je vriendjes, maar door de aarde, je stoel en de grond. De aarde trekt aan je, door de zwaartekracht. Maar de grond en je stoel duwen je als het ware naar boven. Die twee krachten zijn gelukkig precies gelijk aan elkaar, zodat je er eigenlijk niets van merkt. Anders zat je de hele dag op je stoel te stuiteren, viel je de hele tijd plat op de grond of vloog je tegen het plafond. Zegt je juf of meester wel eens dat je wat minder moet bewegen? Dan zeg je gewoon: Ik kan er niks aan doen, het is de duwkracht! 14 15

9 PROEF 1: ARMPJE TREKKEN Nodig: twee kinderen. Haak jouw vingers in die van je klasgenoot zoals op het plaatje en leun allebei naar achter. Je hebt nu het gevoel dat je armen uit elkaar worden getrokken, alsof ze langer worden. Dat komt omdat er spanning op staat, net als bij de kabels van een lift. Dit kun je niet al te lang volhouden, op een gegeven moment moet je wel loslaten. Je hebt dan gewoon de kracht niet meer om tegen de trekkracht op te kunnen. Gelukkig dat liftkabels niet moe worden hè? Weet jij hoe het omgekeerde van trekkracht heet? PROEF 2: BUNGEE KNUFFEL Nodig: een speelgoedbeest, een stuk elastiek van ca. 50 centimeter. Bind een speelgoedbeest aan het uiteinde van het elastiek. Het andere uiteinde van het elastiek houd je stevig vast of je bindt het vast aan het plafond, als dat kan. Houd het speelgoedbeest boven je hoofd en laat het vallen. Doe dit nog een keer, maar ga nu op een stoel staan. Wat gebeurt er met het speelgoedbeest? En met het elastiek? Hoe komt dit? Wat zou er gebeuren als je een zwaarder voorwerp aan het elastiek zou hangen? 16 17

10 SNELHEID Snelheid geeft aan hoe snel iets beweegt, welke afstand wordt afgelegd in een bepaalde tijd. Dus als je in een half uur 5 kilometer hebt gefietst, fiets je met een snelheid van 10 kilometer per uur. Een auto gaat natuurlijk veel sneller, wel meer dan 100 kilometer per uur! Als je van langzaam naar snel gaat, dus op je fiets steeds harder gaat trappen, dan noem je dat versnelling. Als je plotseling op je rem trapt, omdat er opeens een hond oversteekt, dan heet dat vertraging. Je remt af en gaat langzamer. Nou is het niet leuk als er plots een hond oversteekt, maar vertraging en versnelling kunnen ook heel leuk zijn! In een achtbaan voel je dat heel goed. Snelheid is dus de afstand die je in een bepaalde tijd aflegt. Dat kan een aantal meter per seconde zijn, of zoals met de auto een aantal kilometer per uur. Je kunt snelheid krijgen door mechanische aandrijving, bijvoorbeeld van een motor of door menskracht, maar ook door de zwaartekracht: iets wat valt krijgt ook snelheid. SNELHEID EN WRIJVING Snelheid is mooi maar heeft één nadeel; het wordt minder als je niets doet (bijvoorbeeld als je niet meer trapt tijdens het fietsen). Dat komt door wrijving. Bijvoorbeeld wrijving van de banden van je fiets op de weg of door de wrijving van de wielen van een achtbaankarretje op de rails. Bij achtbanen proberen ze dan ook zo min mogelijk wrijving te hebben. Daarom hebben de wagentjes wielen en rijden ze op een gladde rails. Achtbanen hebben geen motor en maken gebruik van de zwaartekracht om snelheid te krijgen. Daarom is de eerste heuvel van een achtbaan heel hoog en de heuvels die daarna komen steeds lager. Anders zou het karretje door de afremmende kracht van de wrijving niet meer over de top van de volgende heuvel komen. WIST JE DAT... XPRESS: PLATFORM 13 IN 2.8 SECONDEN VERSNELT NAAR 90 KM PER UUR? 18 19

11 PROEF 1: SLINGERENDE BAL Nodig: touw, iets hoogs om het touw aan vast te maken en een bal. Bevestig het touw aan iets hoogs, bijvoorbeeld aan het plafond of aan een boom. Hang vervolgens de bal op kinhoogte aan het touw vast zodat het vrij heen en weer kan slingeren. Ga iets van de bal af staan en trek m naar je toe. Houd hem tegen je neus en laat hem dan los. Blijf heel stil staan en je zal merken dat als de bal terugkomt hij je neus nét niet zal raken. Hoe komt dit? PROEF 2: HOE LICHTER, HOE SNELLER Nodig: een kiepauto of andere speelgoedauto die je kunt volladen, knikkers, een elastiek, twee garenklosjes. Plak de klosjes vast op een tafel of de grond, houd voldoende ruimte tussen de klosjes zodat de auto ertussen past. Span het elastiekje tussen de klosjes. Vul de speelgoedwagen met knikkers, zet hem met de achterkant tegen de elastiekjes en trek hem een stukje naar achteren en laat los. Zet een streepje tot waar de auto kwam. Haal de helft van de knikkers eruit en herhaal de proef. Doe dit nog eens met een lege auto. Wat gebeurt er? Waarom? 20 21

12 G-KRACHT Ken je dat? Je zit in de auto bij je vader en die trekt heel hard op. Je moeder vindt dat meestal niet echt grappig. Of je schiet omhoog in Space Shot. Je wordt dan heel stevig in je stoel gedrukt. Nou, de kracht waarmee dat gebeurt heet G-kracht! Je hebt het idee dat je veel zwaarder bent dan normaal en eigenlijk is dat ook zo. Als je een weegschaal op je stoel zou leggen dan wijst ie misschien wel drie keer zoveel aan als normaal. GRAVITATIEVERSNELLING G-kracht is eigenlijk een combinatie van zwaartekracht en snelheid, of liever gezegd, versnelling. De G van G-kracht staat voor gravitatie- versnelling. En gravitatie is een duur woord voor zwaartekracht. Dus G-kracht is een ander woord voor zwaartekrachtversnelling. G-krachten worden net als bijvoorbeeld windkracht uitgedrukt in cijfers. 1G is gelijk aan de zwaartekracht die je voelt als je op de grond staat. Als je dus gewoon stil staat voel je 1G. Of eigenlijk voel je die niet, want we zijn er aan gewend. Het is de zwaartekracht, de kracht die nodig is om je met je voeten op de grond te houden. Als de versnelling gelijk is aan 2G, voel je je 2x zo zwaar als je bent. En bij 10G voel je je 10x zo zwaar! 22 23

13 VAN SUPERZWAAR NAAR GEWICHTLOOS Tijdens een achtbaanrit verandert de G-kracht voortdurend. Ga je heel snel omhoog, dan wordt de G-kracht groter en word je in je stoel gedrukt. Val je omlaag dan voel je je lichter en is de G-kracht dus minder. Als je een weegschaal mee zou nemen in een achtbaan, dan kun je zien dat je soms meer en soms minder weegt. Op het hoogste punt van de achtbaan, vlak voor je naar beneden gaat, kun je zelfs even gewichtloos zijn. Dat betekent dus dat de zwaartekracht soms harder en soms minder hard aan je trekt. En soms even helemaal niet meer. Dan voel je je als een astronaut! In achtbanen voel je tot wel 5G, dat is nog leuk. Maar heel veel meer dan 5G moet het niet worden, dat is te gevaarlijk. Dan lukt het je hart niet meer om bloed naar je hersenen te pompen. Je gaat dan minder goed zien en wordt duizelig. Een straaljagerpiloot voelt soms wel meer dan 10G. Maar zij hebben dan ook speciale pakken aan en zijn er op getraind. CENTRIFUGALE KRACHT Tijdens een looping (als je ondersteboven gaat in een achtbaan) voel je je heel zwaar en wordt je lichaam heel stevig in je stoel gedrukt. Je hebt de veiligheidsbeugels eigenlijk niet eens nodig, de G-kracht zorgt ervoor dat je niet naar beneden valt. Je kunt dit vergelijken met een centrifuge, vandaar dat we dit ook wel centrifugale kracht noemen. Dit voel je ook in een zweefmolen

14 PROEF 1: HELIKOPTER Nodig: een plastic beker, knikkers, twee rollen plakband en touw. Maak het touw aan de bovenkant van de beker vast en doe er een paar knikkers in. Haal het touw door het rolletje plakband en maak het vervolgens vast aan het tweede rolletje. Zet de beker op tafel en houd het onderste rolletje vast. Draai ermee tot de bovenste rol door de lucht begint te cirkelen. Als je dit steeds sneller doet, zal het bekertje los komen van de tafel. Hoe kan dit? PROEF 2: CENTRIFUGE Nodig: een emmer, water om er in te doen en een klasgenoot. Pak de emmer en vul m met een bodempje water en slinger hem rond tot boven je hoofd. Het water blijft gewoon in de emmer! Als je klasgenoot de emmer op het hoogste punt tegenhoudt, valt de inhoud er uit. Nat hè? Hoe komt dat? 26 27

15 weetjes: kracht en beweging VERSNELLING: De snelheid van een voorwerp verandert MASSA: De hoeveelheid materiaal die een voorwerp bevat KRACHT: Een duwende of trekkende beweging op een voorwerp WRIJVING: De afremmende kracht die ontstaat tussen twee voorwerpen die tegen elkaar wrijven ZWAARTEKRACHT: De kracht waarmee de aarde aan een voorwerp trekt MASSATRAAGHEID: Voorwerpen blijven altijd bewegen in dezelfde richting G-KRACHT: Een versnelling die wordt uitgedrukt in de gravitatieversnelling, ook wel, zwaartekrachtversnelling genoemd SNELHEID: De afstand die een voorwerp aflegt in een bepaalde tijd De snelheid hangt af van de massa van het voorwerp Grotere massa s zijn langzamer Kleinere massa s zijn sneller BEWEGING: Een voorwerp dat van plaats verandert Beweging kan van snelheid of richting veranderen Beweging kan groter of kleiner worden 28 29

16 ANTWOORDEN ZWAARTEKRACHT Antwoord proef 1: De kracht van het omhoog gooien en de zwaartekracht waarmee de aarde aan de persoon trekt, zijn precies even groot. De krachten heffen elkaar op. Er is geen ondergrond waar op gesteund wordt: de persoon is dus heel even gewichtloos. Antwoord proef 2: Dat komt omdat het zwaarste deel van de ballon het sterkst door de zwaartekracht naar beneden wordt getrokken. De voeten hebben het minst last van de luchtweerstand. MASSATRAAGHEID Antwoord proef 1: Dit kan doordat het muntstuk lui of traag is. Het is zwaarder dan de kaart en er is meer kracht voor nodig om het in beweging te zetten. Maar als je niet snel genoeg trekt valt de munt niet in het glas, maar blijft ie op de kaart liggen. Dit komt omdat de wrijvingskracht tussen de munt en de kaart dan groter is dan de massatraagheid. Dus, hoe sneller je trekt, hoe kleiner de wrijvingskracht. Antwoord proef 2: Ieder voorwerp heeft de neiging om te blijven bewegen in dezelfde richting en met dezelfde snelheid. Tenzij er een kracht op wordt uitgeoefend in een tegengestelde richting. In dit geval stopte de auto, omdat er een kracht op werd uitgeoefend (de steen). Maar de pop zit los in de auto en komt niet in aanraking met de steen. De pop blijft door bewegen in dezelfde richting en met dezelfde snelheid. Daarom moet je in de auto altijd je autogordel om! TREKKRACHT Antwoord proef 1: Duwkracht! Bij duwkracht heeft het voorwerp waar de kracht op wordt uitgeoefend de neiging om in elkaar te gaan en korter en dikker te worden. Dit is in tegenstelling tot trekkracht, waarbij het voorwerp juist langer en dunner wordt

17 Antwoord proef 2: Als het speelgoedbeest van hoger valt, wordt er meer trekkracht op het elastiek uitgeoefend en rekt het verder uit. Als reactie wordt ook de trekkracht van het elastiek groter, waardoor het speelgoedbeest verder naar boven teruggetrokken wordt. Dus: hoe meer kracht er op het elastiek wordt uitgeoefend, hoe groter de trekkracht van het elastiek is. Met een zwaarder voorwerp wordt de trekkracht dus nog groter! Probeer het maar eens met je juf of meester. SNELHEID Antwoord proef 1: Dit komt omdat de bal wordt afgeremd door de lucht in de kamer. De bal verliest energie en gaat steeds langzamer. De bal heeft niet genoeg kracht meer om op het oude punt (tegen je neus) terug te komen. De luchtweerstand zorgt ervoor dat de snelheid en dus de uitslag steeds kleiner wordt; tot de bal stil hangt. Antwoord proef 2: Je hebt gezien dat een lege auto sneller en verder gaat dan een volle auto. Dat komt doordat de volle auto zwaarder is en er dus meer kracht voor nodig is om de auto in beweging te krijgen en te houden. Ook staat de zware auto eerder stil, omdat hij meer last heeft van de wrijving met de ondergrond. Hij wordt dus meer afgeremd. G-KRACHT Antwoord proef 1: Dit komt doordat als je het bovenste rolletje hard laat cirkelen er G-krachten op uitgeoefend worden. Het rolletje wordt steeds zwaarder. Deze G-krachten trekken het bekertje omhoog. Antwoord proef 2: Als de emmer ronddraait, ondervindt het G-krachten. De emmer voelt ook zwaarder aan dan wanneer je hem gewoon in je hand houdt. Deze G-krachten houden de inhoud in de emmer. Als de emmer opeens boven je hoofd tot stilstand wordt gebracht zijn er ook geen G-krachten meer en valt de inhoud naar beneden

18 SLOTWOORD Nou, als het goed is hebben de afgelopen lessen je iets geleerd over natuurkunde. Hopelijk heb je zelf ervaren dat natuurkunde echt heel leuk is, ondanks dat het soms best moeilijk te begrijpen is. Krachten zijn dus altijd aanwezig en je kan er altijd leuke dingen mee doen. Natuurlijk kun je deze krachten ook zelf ervaren in de attracties van Walibi Holland! Veel plezier! 34 35

19 WALIBI.NL Onder voorbehoud van wijzigingen/drukfouten. Alle rechten voorbehouden. Walibi Holland 2017

BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD

BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD BELEEF DE 5 KRACHTEN VAN DE WERELD VANAF 24 MAART: DE LEIPE NIEUWE THRILL RIDE WERKBOEK 1 2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 4 2 ZWAARTEKRACHT 6 3 MASSATRAAGHEID 10 4 TREKKRACHT 14 5 SNELHEID 18 6 G-KRACHT 22

Nadere informatie

Kracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4

Kracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4 Lesbrief 4 Kracht en Beweging Theorie even denken Intro Kracht is overal. Een trap op een bal, een windstoot, een worp Als een voorwerp versnelt of vertraagt, is er een kracht aan het werk. Newton De eenheid

Nadere informatie

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk?

1. Zwaartekracht. Hoe groot is die zwaartekracht nu eigenlijk? 1. Zwaartekracht Als een appel van een boom valt, wat gebeurt er dan eigenlijk? Er is iets dat zorgt dat de appel begint te vallen. De geleerde Newton kwam er in 1684 achter wat dat iets was. Hij kwam

Nadere informatie

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag.

Huppel de pup. Zaag 40 cm rondhout af. Gebruik een verstekbak en een toffelzaag. Dit heb je nodig: rondhout 6mm, handboor + 6mm boortje, plankje 10x10 cm, ijzerdraad 1,2 mm, houtlijm, kniptang, kurk, chenilledraad, push-pins, stiften, materialen om de kruk te versieren Beweging/Mechanica

Nadere informatie

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)

Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op

Nadere informatie

Krachtpatsers. Primair Onderwijs. Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam tel 0900 91 91 200 ( 0,10 p/min.) info www.e-nemo.nl e-mail info@e-nemo.

Krachtpatsers. Primair Onderwijs. Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam tel 0900 91 91 200 ( 0,10 p/min.) info www.e-nemo.nl e-mail info@e-nemo. Krachtpatsers Primair Onderwijs ontdekkingsreis tussen fantasie en werkelijkheid Oosterdok 2 1011 VX Amsterdam tel 0900 91 91 200 ( 0,10 p/min.) info www.e-nemo.nl e-mail info@e-nemo.nl LESMATERIAAL KRACHTPATSERS

Nadere informatie

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten

Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen

Nadere informatie

Begripsvragen: Cirkelbeweging

Begripsvragen: Cirkelbeweging Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een

Nadere informatie

Inleiding kracht en energie 3hv

Inleiding kracht en energie 3hv Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam

Nadere informatie

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt PILOT. Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen werkblad Rijden op de maan groep 1-2 Tijdsduur 60 minuten Kerndoelen Lesdoelen De leerling: Weet wat een wiel is en waar die voor wordt gebruikt Leert het verschil tussen schuiven, dragen/tillen en rollen

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Kracht

Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.

Nadere informatie

Opdrachten voortgezet onderwijs

Opdrachten voortgezet onderwijs Opdrachten voortgezet onderwijs Opdracht 1 Wat is veilig? Je ziet hier een kruispunt. Er staan nog geen verkeersborden, stoplichten of markeringen op het kruispunt. Hoe zou jij dit plein veilig maken voor

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand:

We hebben 3 verschillende soorten van wrijving, geef bij elk een voorbeeld: - Rollende wrijving: - Glijdende wrijving: - Luchtweerstand: Lespakket wrijving Inleiding Wrijving is een natuurkundig begrip dat de weerstandskracht aanduidt, die ontstaat als twee oppervlakken langs elkaar schuiven, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt worden.

Nadere informatie

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)

Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje

Nadere informatie

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren.

Het berekenen van de componenten: Gebruik maken van sinus, cosinus, tangens en/of de stelling van Pythagoras. Zie: Rekenen met vectoren. 3.1 + 3.2 Kracht is een vectorgrootheid Kracht is een vectorgrootheid 1 : een grootheid met een grootte én een richting. Bij het tekenen van een krachtpijl geldt: De pijl begint in het aangrijpingspunt

Nadere informatie

Begripstest: Kracht en beweging (FCI)

Begripstest: Kracht en beweging (FCI) Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica egripstest: Kracht en beweging (FCI) 1 Twee metalen ballen hebben dezelfde grootte, maar

Nadere informatie

Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg

Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg - 25 - Traagheid Proef 1: - Leg een fiche op een drinkglas - Plaats een geldstuk op de fische - Schiet met je wijsvinger de fiche horizontaal weg Opstelling : Besluit (1): Het geldstuk valt in het glas

Nadere informatie

Wheels at work Katrol Stel je eens voor dat je een zware piano een verdieping omhoog moet tillen. Hoe zou het zijn om deze piano de trap op de tillen? Als je de piano met een paar katrollen omhoog hijst,

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7, Krachten Samenvatting door een scholier 1845 woorden 20 juni 2008 6,1 99 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Natuurkunde samenvatting hoofdstuk

Nadere informatie

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden. Lees de uitleg over de zwaartekracht. Zwaartekracht Je zit onder een boom, en dan opeens. boem een appel op je hoofd, hoe kan dat?? Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden. En

Nadere informatie

> Lees Beweging. > Lees Bescherming.

> Lees Beweging. > Lees Bescherming. LB 8-70. Dat is bot! > Lees Beweging. > Lees Stevigheid. Waardoor geven jouw botten stevigheid? Kies twee antwoorden. Botten zijn hard. Ze zijn recht. Veel botten zitten aan elkaar vast. Ze zijn onbreekbaar.

Nadere informatie

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar. Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging

Nadere informatie

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?

Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is

Nadere informatie

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek Voorbereiding: Materialen verzamelen Voor de les alles al klaarzetten. De tafels in groepjes van vier zetten zodat je elk proefje eventueel twee keer kan klaar leggen. De werkbladen kopiëren De opdrachtvellen

Nadere informatie

Pretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs

Pretpark als laboratorium. Opdrachtenboekje secundair onderwijs Pretpark als laboratorium Opdrachtenboekje secundair onderwijs Fysica in het pretpark: Opdrachten in Bobbejaanland - secundair onderwijs De oplossingen van de opdrachten zijn op uw vraag verkrijgbaar

Nadere informatie

Rekenmachine met grafische display voor functies

Rekenmachine met grafische display voor functies Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie

Nadere informatie

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas.

bij vraag 2 Hoeveel munten er in het glas passen ligt aan de grootte van de munten en aan het glas. NAO proefjes Antwoorden werkbladen en extra informatie 1. Munten in borrelglaasje munten Het glas is eigenlijk te vol met, maar het stroomt niet over. Het in het glas staat bol, het komt er boven uit.

Nadere informatie

Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket

Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket Werkbladen Webquest Pret met een ballonraket Namen groepsleden: Stap 3: Luchtdruk Gebruik bij dit werkblad de bronnen die bij stap 3 staan. Ben je klaar? Ga dan door met stap 4. 1. Met welk instrument

Nadere informatie

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo

Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo Uitwerkingen van 3 klas NOVA natuurkunde hoofdstuk 6 arbeid en zo 1 Arbeid verrichten 1 a) = 0 b) niet 0 en in de richting van de beweging c) =0 d) niet 0 e tegengesteld aan de beweging 2 a) De wrijvingskracht

Nadere informatie

De Techniek en de praktijk

De Techniek en de praktijk De Techniek en de praktijk De inhoud van dit werkboek komt LETTERLIJK van de geweldige site: http://www.ballonfigurensite.nl/ (Op die site staan nog tientallen andere voorbeelden! Neem maar eens een kijkje.)

Nadere informatie

Evenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum

Evenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum Evenwichtsoefeningen Deze folder van het Radboudumc geeft informatie over evenwichtsoefeningen binnen en buitenshuis. Met evenwichtsoefeningen bedoelen we bewegingspatronen van het hoofd, de nek en het

Nadere informatie

Hier en daar een bui

Hier en daar een bui Hier en daar een bui Soms klopt de voorspelling van de weerman. Maar vaak ook helemaal niet. Donkere wolken in plaats van de hele dag zon. Kunnen jullie dat beter? Jullie gaan een eigen weerstation bouwen

Nadere informatie

Werkbladen In de klas. Tijdreis Wetenschap. Naam. School. groep 7-8. Klas

Werkbladen In de klas. Tijdreis Wetenschap. Naam. School. groep 7-8. Klas Werkbladen In de klas Tijdreis Wetenschap Naam groep 7-8 School Klas Wetenschap in alle tijden Vandaag de dag kunnen we heel veel vragen beantwoorden over de wereld om ons heen. Waarom valt een appel naar

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 De eerste wet van Newton Opgave 7 Opgave 8 a F zw = m g = 45 9,81 = 4,4 10 N b De zwaartekracht werkt verticaal. Er is geen verticale beweging. Er moet dus een tweede

Nadere informatie

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis)

Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Werkblad 3 Krachten - Thema 14 (niveau basis) Opdracht Dit werkblad dient als voorbereiding voor de toets die in week 6 plaats vindt. Je mag dit werkblad maken in groepjes van maximaal 4 personen. Je moet

Nadere informatie

Opdrachten basisonderwijs

Opdrachten basisonderwijs Opdrachten basisonderwijs Opdracht 1 Wat is veilig? Je ziet hier drie keer hetzelfde kruispunt. Maar het gebruik van borden, stoplichten en tekens op de weg verschilt per kruispunt. Je gaat de veiligheid

Nadere informatie

juni 2014 vanaf 4 jaar De wieken van de molen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof

juni 2014 vanaf 4 jaar De wieken van de molen tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof juni 2014 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Refrein: gaan rond en rond. Een grote boog naar boven, dan weer naar de grond. Kijk eens hoe ze draaien, al-le vier. Het lijkt alsof ze

Nadere informatie

Sterke staaltjes. Proef 1. 4. Laat het kleine flesje voorzichtig in de grote pot vol koud water zakken.

Sterke staaltjes. Proef 1. 4. Laat het kleine flesje voorzichtig in de grote pot vol koud water zakken. Proef 1 1. Vul de glazen pot met koud water tot aan de vullijn. 2. Vul het kleine flesje met warm water. 3. Doe de inkt bij in het kleine flesje. 4. Laat het kleine flesje voorzichtig in de grote pot vol

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

bijlagen groep 5 en 6

bijlagen groep 5 en 6 bijlagen groep 5 en 6 bijlage 1 een stukje achtbaan Je hebt nodig: 2 brede planken. De ene plank moet ongeveer twee keer zo lang zijn als de andere. een paar tennisballen een stuk soepel karton plakband

Nadere informatie

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel!

We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan een auto bouwen waar ook wedstrijden mee gehouden worden! Wil jij weten hoe? Kijk maar snel! We gaan de auto maken met een muizenval als aandrijving! Zo ziet die van mij eruit: Als we zelf zo n

Nadere informatie

7-8. Fietsband. Fietsband

7-8. Fietsband. Fietsband 7-8 De fietsband bestaat uit twee delen, de binnen- en buitenband. De binnenband is het deel waar de lucht in zit en waaraan het ventiel vast zit, zodat deze opgepompt kan worden. Deze binnenband zorgt

Nadere informatie

van zwaartekracht hebben weet dat hoe groter de zwaartekracht van een hemellichaam is, hoe kleiner hun sprong is

van zwaartekracht hebben weet dat hoe groter de zwaartekracht van een hemellichaam is, hoe kleiner hun sprong is Zwaartekracht GROEP 5-6 48 65 minuten 1 en 23 De leerling: herkent de zwaartekracht ontdekt dat een kleine sprong op aarde een veel grotere sprong op de maan is ontdekt dat een kleine sprong op aarde een

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek WERKBOEK

Naut. Natuur en techniek WERKBOEK 7 Naut Natuur en techniek WERKBOEK 7 Naut Natuur en techniek THEMA 4 WERKBOEK Leerlijnen: Ruud Emous Auteurs: Rianne van Boxtel, Erik Horn Eindredacteur: Marijke van Ooijen Verhalen: Sjoerd en Margje

Nadere informatie

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd.

NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING. Snelheid. De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. NASK1 - SAMENVATTING KRACHTEN en BEWEGING Snelheid De snelheid kun je uitrekenen door de afstand te delen door de tijd. Stel dat je een uur lang 40 km/h rijdt. Je gemiddelde snelheid in dat uur is dan

Nadere informatie

BEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode

BEWEGING HAVO. Raaklijnmethode Hokjesmethode BEWEGING HAVO Foton is een opgavenverzameling voor het nieuwe eindexamenprogramma natuurkunde. Foton is te downloaden via natuurkundeuitgelegd.nl/foton Uitwerkingen van alle opgaven staan op natuurkundeuitgelegd.nl/uitwerkingen

Nadere informatie

Wat weet je al over zwaartekracht? We schrijven de ideeën van de deelnemers op een flipover.

Wat weet je al over zwaartekracht? We schrijven de ideeën van de deelnemers op een flipover. 1 2 Wat weet je al over zwaartekracht? We schrijven de ideeën van de deelnemers op een flipover. Wetenschappers hebben in de 17 e eeuw het meeste ontdekt over zwaartekracht, onder andere Galileo en Simon

Nadere informatie

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd

Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? Linda van de Weerd Ga je mee om de wonderlijke wereld van de zintuigen te ontdekken? 1 Linda van de Weerd Inhoud Moet je horen! 3 Trillingen 4 Luister! 5 Hard en zacht 6 Dichtbij en ver weg 7 Hoog en laag 8 Doof zijn 9 Moeilijke

Nadere informatie

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt. Oefentoets Schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10 Tijdsduur: Versie: A Vragen: Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je

Nadere informatie

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s. C Overige bewegingen cirkelbaan PLATENSPELER In een disco draait men een langspeelplaat. Deze draaien normaliter met 33 omwentelingen per minuut. Op 10 cm van het midden ligt een stofje van 1,2 mg. Dat

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3 7 Thema 4 Techniek om je heen thema 4 Techniek om je heen les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 VOORAF Houd het boek nog even dicht. Vraag: wat is een echt spannende

Nadere informatie

Inleiding opgaven 3hv

Inleiding opgaven 3hv Inleiding opgaven 3hv Opgave 1 Leg uit wat een eenparige beweging is. Opgave De maan beweegt met (bijna) constante snelheid om de aarde. Leg uit of dit een eenparige beweging is. Opgave 3 Geef twee voorbeelden

Nadere informatie

Nederlandstalige Handleiding - Vliegende Helium Vis

Nederlandstalige Handleiding - Vliegende Helium Vis Nederlandstalige Handleiding - Vliegende Helium Vis Deel A: Montage Bevestig het touw aan de vis en aan de doos. Aan de achterkant van de vis vindt u een opening: hier plaatst u de tuit van de heliumcilinder

Nadere informatie

Hoe werkt het antwoordblad?

Hoe werkt het antwoordblad? Hoe werkt het antwoordblad? Kijk je antwoorden zelf na met dit antwoordblad. Bij sommige vragen kun je 1 punt verdienen, bij andere vragen kun je meer dan 1 punt verdienen. Hieronder zie je een voorbeeld

Nadere informatie

luchtdruk opdrachtkaart Onderdeel A - Rond de aanwezigheid van de lucht les 6.6 Opdracht 1 - Slaan op de liniaal Opdracht 2 - Stromend water?

luchtdruk opdrachtkaart Onderdeel A - Rond de aanwezigheid van de lucht les 6.6 Opdracht 1 - Slaan op de liniaal Opdracht 2 - Stromend water? Onderdeel A - Rond de aanwezigheid van de lucht Opdracht 1 - Slaan op de liniaal -- liniaal/latje -- krant -- tafel Leg een liniaal of een lat op de tafel. Zorg dat de liniaal of de lat iets over de tafel

Nadere informatie

Leergebied: Oost Nederland. Over- Natuur- brengingen

Leergebied: Oost Nederland. Over- Natuur- brengingen Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: Oost Nederland Over- Ontwerpen Natuur- brengingen Toepassen onderwijs Reflectie Mensen hebben het camoufleren van de dieren afgekeken. Het kan heel handig

Nadere informatie

Oefeningen terwijl u ligt. UMC Utrecht oefengids

Oefeningen terwijl u ligt. UMC Utrecht oefengids Oefeningen terwijl u ligt UMC Utrecht oefengids UMC Utrecht oefengids Blijf in beweging tijdens uw opname Iedereen weet wel dat bewegen gezond is. Je wordt er sterker van en je voelt je er beter door.

Nadere informatie

Laten we eens kijken naar de volgende grafiek:

Laten we eens kijken naar de volgende grafiek: Hoogte en snelheidscontrole Een vliegtuig is moeilijker te besturen dan een auto. Dat komt niet alleen om dat de cockpit ingewikkelder is, meer knopjes bevat. Het werkelijke, achterliggende, probleem is

Nadere informatie

Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen?

Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen? Werkbladen Leerlingen Kun je zelf je zeilboot vooruit blazen? Werkt een parachute op de maan? Hoe zwaar weeg je in de ruimte? Geeft de maan licht? Inhoudsopgave Les 1 Meten is weten werkblad 1 t/m 4 Les

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R HIER EN DAAR EEN BUI Soms klopt de voorspelling van de weerman. Maar vaak ook helemaal niet. Donkere wolken in plaats van de hele dag zon. Kunnen jullie dat beter? Jullie gaan een eigen weerstation bouwen

Nadere informatie

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen

Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen - 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of

Nadere informatie

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden.

Werking van de koppeling in het kort en het wegrijden. Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Begripsvragen: kracht en krachtmoment

Begripsvragen: kracht en krachtmoment Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil

Nadere informatie

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen. Bereken de spankracht in het koord. ATWOOD Over een katrol hangt

Nadere informatie

TRANSPORT 3.5 Krachten

TRANSPORT 3.5 Krachten Schooljaar: 2015-2016 TRANSPORT 3.5 Krachten KLAS 2A 2B 2C 2D 2G Algemene Techniek Mnr. Baromeo 1. Transport & Krachten Op transportmiddelen kunnen de volgende krachten werken. 1) Aandrijvingskracht (de

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3

Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische

Nadere informatie

4 KRACHTWERKING. Leerplan: OVSG O/2/2010/008

4 KRACHTWERKING. Leerplan: OVSG O/2/2010/008 4 KRACHTWERKING Leerplan: GO! 2010/004 Leerplandoelstellingen: in concrete voorbeelden verschillende soorten krachten benoemen. de elementen van een kracht beschrijven in een concrete situatie. het begrip

Nadere informatie

Minikoptertjes Minikoptertjes Als je een heel licht papiertje laat vallen komt het lekker langzaam naar beneden. Blaadjes aan bomen schommelen soms lang in de lucht voor ze de grond raken. De Oleanderbloem

Nadere informatie

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.

4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je. 4 Kracht en beweging 4.1 Krachten 1 B ztekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de ztekracht werkt altijd op je. 2 trampoline veerkracht vallende appel ztekracht verf op deur kleefkracht

Nadere informatie

lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: avonturenpakket de uitvinders en het

lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: avonturenpakket de uitvinders en het lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: GELUIDSGOLVEN avonturenpakket de uitvinders en het VERBORGEN OOG Copyright De Uitvinders Uitgave 2014 Versie 3.0 geluidsgolven Geluid Proef 1 Geluid door je vingers en

Nadere informatie

Bewegen, bewegen, blijven bewegen. Doelstellingen. De leerlingen beleven plezier aan beweging.

Bewegen, bewegen, blijven bewegen. Doelstellingen. De leerlingen beleven plezier aan beweging. Infofiche 2 Doelstellingen De leerlingen zien in dat bewegen belangrijk is om fit en gezond te zijn. De leerlingen beleven plezier aan beweging. De leerlingen kunnen de oefeningen goed en geconcentreerd

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:

Nadere informatie

KABELBANENSHOP.NL. Kabelbaan ZLX Handleiding voor montage en gebruik

KABELBANENSHOP.NL. Kabelbaan ZLX Handleiding voor montage en gebruik KABELBANENSHOP.NL Kabelbaan ZLX Handleiding voor montage en gebruik Veiligheidsvoorschriften De kabelbaan dient gemonteerd te worden door een of meerdere volwassenen, conform de voorschriften. De verpakking

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat.

krukas of as) waar de kracht de machine ingaat. We hebben geprobeerd om de woordenlijst zo begrijpelijk mogelijk te maken zonder ingewikkelde vergelijkingen en lange verklaringen. Voor een gedetailleerder beeld van ingewikkelde begrippen als Kracht,

Nadere informatie

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug.

veeg de tranen van me weg. Ik kijk nog eens rond en er valt een hoop spanning van me af. Er komt zelfs een kleine glimlach op me gezicht terug. Het DOC Ik kruip in één van de buikpijn terwijl ik in bed lig. Mijn gedachten gaan uit naar de volgende dag. Ik weet wat er die dag staat te gebeuren, maar nog niet hoe dit zal uitpakken. Als ik hieraan

Nadere informatie

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.

Opgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende

Nadere informatie

Proefjes: overzicht. Dit doe je beter buiten. Doe dit niet zonder de juf/meester.

Proefjes: overzicht. Dit doe je beter buiten. Doe dit niet zonder de juf/meester. Proefjes: overzicht 1 De Toverpostkaart 2 Zonder handen 3 Bloempje water geven 4 Harder blazen! 5 Ping... Pong...? 6 Onzichtbare lijm 7 Ik zie, ik zie,... Zie ik nog goed? 8 Maak je eigen helikopter Dit

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 17

jaar: 1989 nummer: 17 jaar: 1989 nummer: 17 De snelheidscomponent van een deeltje voldoet aan : v x = a x t, waarin a x constant is en negatief. De plaats van het deeltje wordt voorgesteld door x. Aangenomen wordt dat x= 0

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42 Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.

Uit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm. Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het

Nadere informatie

Freewheelen. Notities voor de leerkracht

Freewheelen. Notities voor de leerkracht Notities voor de leerkracht Freewheelen Wetenschap Afstanden meten Aflezen en kalibreren van schaalschijven Krachten Bewegingsenergie Energie van positie (potentiële energie) Wrijving en luchtweerstand

Nadere informatie

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg

Mkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1

Nadere informatie

De storm op het meer

De storm op het meer In de kerkdienst 6. MOMENT MET DE KINDEREN IN DE DIENST Vouw van tevoren een bootje van papier, maar stop halverwege, als het nog de vorm van een hoedje heeft. Vraag dan aan de kinderen of ze een idee

Nadere informatie

Starten, schakelen & wegrijden:

Starten, schakelen & wegrijden: Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01

Hand- out Boeing 737 vliegen. hand- out- PU.01 Hand- out Boeing 737 vliegen. Pitch- Up Arendweg 37- B Lelystad Airport 085-210 60 66 pitch- up.nl 1 Deze hand- out is samengesteld door Simcenter Lelystad, Pitch- Up en wordt toegepast bij het uitvoeren

Nadere informatie

Examen mechanica: oefeningen

Examen mechanica: oefeningen Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht

Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo

Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen

Nadere informatie