In de regel handhaven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "In de regel handhaven"

Transcriptie

1 In de regel handhaven Een onderzoek naar het in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling geven aan de drie fasen van handhaving (toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en de tenuitvoerlegging van een herstelsanctie) Auteur: Mevrouw C.J.M. van Beem Studentnummer: Scriptiebegeleiders: Dhr. mr. B. Kaya en dhr. mr. L.J.M. Timmermans Examencommissie: Prof. mr. R.J.N. Schlössels, mr. B. Kaya en mr. L.J.M. Timmermans Datum en plaats: 27 augustus 2013, Radboud Universiteit Nijmegen

2 I: Woord vooraf Ik heb al zo ver moeten kruipen, Het laatste stuk zal ook wel gaan, Tot ik ga staan. Uit: Oceaan, Racoon Het is niet gemakkelijk geweest, maar het is (uit)eindelijk toch zover. Met gepaste trots presenteer ik mijn (tweede) scriptie die het einde van mijn studie Nederlands Recht aan de Radboud Universiteit te Nijmegen in luidt. Op deze plaats wil ik graag een aantal mensen bedanken. Allereerst zijn dat natuurlijk mijn ouders, maar in het bijzonder dank ik mijn moeder voor haar niet aflatende vertrouwen en geduld, haar steun en haar inzet als (onder meer) lezer van vele juridische stukken van mijn hand. Mijn gedachten zijn tevens bij de dierbaren die mij altijd gesteund hebben, maar helaas de afronding van mijn studie niet meer mee hebben mogen maken. Ik bedank ook mevrouw mr. Germaine Rekwest voor haar bemoedigende woorden op de juiste momenten. Het is een gave om mensen te kunnen prikkelen om het beste uit zichzelf te halen, maar tegelijkertijd nooit te óvervragen. Ik dank daarnaast de heer mr. B. Kaya (LL.M) en de heer L.J.M. Timmermans voor hun begeleiding bij het tot stand komen van deze scriptie en het delen van hun passie voor het bestuursrecht. Voorts wens ik mijn dank uit te spreken jegens de bestuursorganen die mij op verzoek de voor deze scriptie benodigde beleidsstukken hebben toegezonden. Last but not least dank ik Patrick en mijn beste vriend Oliver, jullie zijn (ieder op eigen wijze) toppers! Rest mij nog de lezer van deze scriptie veel leesplezier toe te wensen! Heerde, 27 augustus

3 II: Lijst van afkortingen AB ABRvS ACM AFM AGRvS AMvB ARRvS AV&S Awb Bor BW CBb DNB e.a. FR Gst. HR JB JBa JBplus JOR KG LJN M.nt. Mor MvA MvT Mw NJ NJB NMa NTB NTBR NvT Rb. r.o. RZA Stb. Stcrt. T&C TO TvT Vgl. Vz. Administratiefrechtelijke Beslissingen Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Autoriteit Consument&Markt Autoriteit Financiële Markten Afdeling geschillen van bestuur van de Raad van State Algemene maatregel van bestuur Afdeling rechtspraak van de Raad van State Aansprakelijkheid, Verzekering en Schade Algemene wet bestuursrecht Besluit omgevingsrecht Burgerlijk Wetboek College van Beroep voor het bedrijfsleven De Nederlandsche Bank En andere(n) Tijdschrift voor Financieel Recht Gemeentestem Hoge Raad Jurisprudentie Bestuursrecht Journaal Bestuursrecht Jurisprudentie Bestuursrecht plus Jurisprudentie Onderneming&Recht Kort Geding Landelijk Jurisprudentie Nummer Met noot (ministeriële) Regeling omgevingsrecht Memorie van antwoord Memorie van toelichting Mededingingswet Nederlandse Jurisprudentie Nederlands Juristenblad Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlands tijdschrift voor Bestuursrecht Nederlands tijdschrift voor Burgerlijk Recht Nota van toelichting Rechtbank Rechtsoverweging Rechtspraak Zorgverzekering Staatsblad Staatscourant Tekst&Commentaar Tijdschrift voor Omgevingsrecht Tijdschrift voor Toezicht Vergelijk Voorzitter 3

4 Vzr. Wabo Wft Voorzieningenrechter Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet op het financieel toezicht 4

5 III: Inhoudsopgave I: WOORD VOORAF... 2 II: LIJST VAN AFKORTINGEN... 3 III: INHOUDSOPGAVE... 5 HOOFDSTUK 1: INLEIDING ALGEMEEN Het (overkoepelende) begrip handhaving Definitiebepaling Van handhaving als discretionaire bevoegdheid naar de plicht om in de regel te handhaven Het (belang van het) vast kunnen leggen van handhaving in beleid De invloed van de (bijzondere) wet en de plicht om in de regel te handhaven op de vaststelling van handhavingsbeleid PROBLEEMSTELLING AFBAKENING VAN HET ONDERZOEK OPBOUW VAN HET ONDERZOEK HOOFDSTUK 2: TOEZICHT ALGEMEEN HET WETTELIJK KADER TEN AANZIEN VAN TOEZICHT EN TOEZICHTBELEID Toezicht en beleid in het algemene bestuursrecht Toezicht in de Awb Beleid(-sregels) in de Awb Toezicht en beleid in het omgevingsrecht Toezicht in de Wabo Beleid in de Wabo Toezicht in het Bor Beleid in het Bor De praktijk: toetsing aan de wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van handhavingsbeleid in het algemeen en toezichtbeleid in het bijzonder Het aangetroffen handhavingsbeleid De wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van handhavingsbeleid in het omgevingsrecht: doelstelling en probleemanalyse De wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van handhavingsbeleid in het omgevingsrecht: capaciteit en prioritering De wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van handhavingsbeleid in het omgevingsrecht: adequate en behoorlijke uitvoering De wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van toezichtbeleid in het omgevingsrecht Toezichtbeleid in het kader van de Wabo: een plicht tot in de regel toezicht houden? Financieel toezicht en beleid Toezicht in de Wft Beleid in de Wft De praktijk: het (toezicht-)beleid van DNB en de AFM TOEZICHT IN DE BESTUURSRECHTSPRAAK EN DE BESTUURSRECHTELIJKE LITERATUUR Enkele complicaties ten aanzien van bestuursrechtelijk onderzoek naar toezicht Toezicht in de omgevingsrechtelijke jurisprudentie en literatuur Geen duidelijke lijn in beperkte omgevingsrechtelijke jurisprudentie ten aanzien van toezicht Duiding van de toezichtjurisprudentie: geen consensus in de bestuursrechtelijke literatuur Conclusie: geen plicht om in de regel toezicht te houden, wel een plicht tot adequaat toezicht

6 De plicht om adequaat toezicht te houden: uitgangspunt in toezichtbeleid in het kader van de Wabo? Financieel toezicht in de (financieel-)bestuursrechtelijke jurisprudentie en literatuur Een beeld van de financieel-bestuursrechtelijke jurisprudentie ten aanzien van toezicht Duiding van de toezichtjurisprudentie in de bestuursrechtelijke literatuur: geen plicht om in de regel toezicht te houden Conclusie: (opnieuw) geen plicht om in de regel toezicht te houden, wel een plicht tot adequaat toezicht De plicht om adequaat toezicht te houden: uitgangspunt in het handhavingsbeleid van DNB en de AFM? CONCLUSIE HOOFDSTUK 3: HET OPLEGGEN VAN HERSTELSANCTIES ALGEMEEN HET WETTELIJK KADER TEN AANZIEN VAN HERSTELSANCTIES EN SANCTIEBELEID Herstelsancties en sanctiebeleid in de Awb Herstelsancties en sanctiebeleid in de Wabo Herstelsancties en sanctiebeleid in het Bor Herstelsancties en sanctiebeleid in de Wft Conclusie Sanctionering als discretionaire bevoegdheid Van politieke wens naar de beginselplicht tot handhaving De nieuwe formule: in de regel verplicht om op te treden met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom Navolging van de plicht om in de regel op te treden met een last onder dwangsom door het College? ABRvS: precisering van de in de regel-verplichting ( Beesel ) DE PLICHT OM IN DE REGEL EEN SANCTIE OP TE LEGGEN NADER BESCHOUWD De achtergrond en duiding van de plicht om in de regel een sanctie op te leggen De reikwijdte van de plicht om in de regel een sanctie op te leggen Conclusie DE PRAKTIJK: TOETSING VAN SANCTIEBELEID AAN DE BIJZONDERE WET EN DE IN DE REGEL-JURISPRUDENTIE Algemeen De wettelijke (kwaliteits-)eisen ten aanzien van sanctiebeleid in het omgevingsrecht De in de regel-verplichting : uitgangspunt in sanctiebeleid in het kader van de Wabo? De invloed van de precisering van de plicht om in de regel een herstelsanctie op te leggen ( Beesel ) op sanctiebeleid in het kader van de Wabo De in de regel-verplichting : uitgangspunt in het handhavingsbeleid van DNB en de AFM? CONCLUSIE HOOFDSTUK 4: DE TENUITVOERLEGGING VAN HERSTELSANCTIES ALGEMEEN HET WETTELIJK KADER TEN AANZIEN VAN DE TENUITVOERLEGGING VAN HERSTELSANCTIES De tenuitvoerlegging van herstelsancties onder de derde tranche van de Awb De tenuitvoerlegging van herstelsancties onder de vierde tranche van de Awb De tenuitvoerlegging van herstelsancties in de Wabo De tenuitvoerlegging van herstelsancties en tenuitvoerleggingsbeleid in het Bor De tenuitvoerlegging van herstelsancties in de Wft Conclusie DE TENUITVOERLEGGING VAN HERSTELSANCTIES IN DE BESTUURSRECHTSPRAAK EN DE BESTUURSRECHTELIJKE LITERATUUR De tenuitvoerlegging van herstelsancties in de Afdelingsjurisprudentie onder de derde tranche van de Awb

7 De tenuitvoerlegging van herstelsancties in de Afdelingsjurisprudentie onder de vierde tranche van de Awb Duiding van de tenuitvoerleggingsjurisprudentie van de Afdeling: enkele overwegingen Navolging van de plicht om verbeurde dwangsommen in de regel in te vorderen door het College? Precisering van de plicht om een opgelegde herstelsanctie in de regel ten uitvoer te leggen? Conclusie DE PRAKTIJK: TOETSING VAN TENUITVOERLEGGINGSBELEID AAN DE IN DE REGEL-VERPLICHTING EN TEN AANZIEN VAN DE CAPACITEITSTOEREKENING Algemeen De in de regel-verplichting : uitgangspunt in tenuitvoerleggingsbeleid in het kader van de Wabo? Voldoende capaciteit ten behoeve van de tenuitvoerlegging van herstelsancties in handhavingsbeleid in het kader van de Wabo? De in de regel-verplichting en de capaciteitstoerekening ten aanzien van de tenuitvoerlegging in het handhavingsbeleid van DNB en de AFM CONCLUSIE HOOFDSTUK 5: CONCLUSIE IV: LIJST VAN GERAADPLEEGDE LITERATUUR EN OVERIGE BRONNEN

8 Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Algemeen Het (overkoepelende) begrip handhaving Regels zijn er om nageleefd te worden! Een alom bekend adagium dat zijn gelding heeft binnen alle lagen van de samenleving. Naleving van gestelde regels is essentieel, aangezien bij het ontbreken hiervan de kans groot is dat het doel dan wel de doelen van de regel niet gehaald worden. Naleving levert bovendien geloofwaardigheid op voor zowel de beleidsvoerder als het gevoerde beleid. 1 In het bestuursrecht wordt veelal de term handhaving gebezigd als het gaat om de naleving van regels. Zo draagt het vijfde hoofdstuk van zowel de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) de titel (bestuursrechtelijke) handhaving. Een definitie van wat handhaving nu precies inhoudt ontbreekt echter in beide wetten, hoewel uit de opbouw van hoofdstuk vijf Awb afgeleid kan worden dat handhaving de elementen toezicht en sanctionering omvat. In het financiële bestuursrecht hanteert bijvoorbeeld de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) echter al een geheel andere definitie, nu hoofdstuk 1.4. van die wet de titel toezicht en handhaving draagt. Het begrip handhaving staat aldus in de Wft klaarblijkelijk specifiek voor het opleggen en ten uitvoer leggen van sancties, het houden van toezicht wordt daarvan onderscheiden. Een eenduidige definitie van het begrip handhaving wordt evenmin gevonden in de literatuur dan wel de bestuurspraktijk, zo stelt Michiels. Hij voegt er echter aan toe dat dit geen problemen op hoeft te leveren, zolang maar helder is welke invulling de schrijver, die de term bezigt, eraan geeft. 2 In het kader van deze scriptie, die handhaving als thema heeft, zal het begrip handhaving als overkoepelend begrip gebruikt worden voor het zorg dragen voor de naleving van rechtsregels, waarbij die zorg bestaat uit drie te onderscheiden elementen of fasen, te weten het uitoefenen van toezicht, het opleggen van een (herstel-)sanctie en het ten uitvoer leggen van die (herstel-)sanctie. 3 Dit onderscheid in drie fasen vormt de basis voor de (verdere) hoofdstukindeling van deze scriptie Definitiebepaling Uitgaande van de drie fasen van het overkoepelende begrip handhaving (respectievelijk het uitoefenen van toezicht, het opleggen van (herstel-)sancties en het ten uitvoer leggen van (herstel-)sancties) is definitiebepaling opnieuw van belang. Wat moet immers onder de onderscheiden fasen worden verstaan? De Awb definieert het begrip toezicht niet, derhalve zal voor een definitie naar de parlementaire geschiedenis van die wet moeten worden gekeken. Daaruit blijkt dat het bij 1 Van de Peppel 2006, p Michiels 2006, p Vgl. Kamerstukken II 2001/02, , nr. 1-2, p. 11 waarin de Algemene Rekenkamer de definitie het zorg dragen voor de naleving van rechtsregels voor zover die zorg bestaat uit het uitoefenen van toezicht, en/of het toepassen van een sanctie hanteert. 8

9 toezicht (op de naleving van rechtsregels) gaat om het uitvoeren van controles door toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 Awb zonder dat van de overtreding van een wettelijk voorschrift hoeft te zijn gebleken. 4 Artikel 5:11 Awb definieert het begrip toezichthouder vervolgens als: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Van belang is dat het artikel spreekt over een persoon, waardoor titel 5.2. van de Awb slechts van toepassing is als het gaat om natuurlijke personen die bij of krachtens wettelijk voorschrift tot toezichthouder zijn aangewezen. Bestuursorganen of andere instanties die in bijzondere wetten met toezicht zijn belast, vallen als zodanig niet onder deze definitie en kunnen derhalve in beginsel geen bevoegdheden ontlenen aan titel 5.2. Awb. 5 Een voorbeeld hiervan is te vinden in de eerder genoemde Wft. Toezichthouder(s) in de zin van die wet zijn de Nederlandsche Bank (hierna: DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM), 6 maar zij zijn niet tevens te kwalificeren als toezichthouder in de zin van artikel 5:11 Awb. Om de (zelfstandige) bestuursorganen DNB en de AFM toch te laten beschikken over (enkele) bevoegdheden zoals geformuleerd in titel 5.2. Awb, bepaalt artikel 1:74 lid 2 Wft dat de artikelen 5:13 en 5:20 Awb van overeenkomstige toepassing zijn met betrekking tot de in lid 1 van dat artikel genoemde bevoegdheid van DNB en de AFM om inlichtingen te vorderen. De op grond van artikel 1:72 Wft door DNB en de AFM als toezichthouder aangewezen (natuurlijke) personen, zijn wel te kwalificeren als toezichthouder in de zin van artikel 5:11 Awb. Dientengevolge beschikken zij rechtstreeks over de bevoegdheden van titel 5.2. Awb. 7 Door middel van toezicht kan blijken dat er gehandeld wordt in strijd met een bij of krachtens de wet gesteld voorschrift, artikel 5:1 lid 1 Awb kwalificeert dit als een overtreding. 8 Opgemerkt moet worden dat een nalaten dan wel het in stand laten van een verboden toestand eveneens onder het bereik van artikel 5:1 lid 1 Awb kunnen vallen, aangezien het door het artikel gebezigde begrip gedraging ruim opgevat dient te worden en zich derhalve niet beperkt tot handelen. 9 Dat de Awb meteen in het eerste artikel van het hoofdstuk omtrent handhaving een definitie geeft van het begrip overtreding is niet zo vreemd: er moet immers sprake zijn van een overtreding alvorens een bestuurlijke sanctie kan worden opgelegd. Het opleggen van een bestuurlijke sanctie vormt de tweede fase van het overkoepelende begrip handhaving. Om een bestuurlijke sanctie op te kunnen leggen, moet veelal 10 duidelijk zijn wie als overtreder aangemerkt kan worden. Het tweede lid van artikel 5:1 Awb bepaalt hieromtrent dat als overtreder wordt aangemerkt degene die een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift pleegt of medepleegt. Het kan hierbij zowel gaan om een natuurlijk persoon als om een rechtspersoon, zo volgt uit het derde lid van dat artikel. Van belang is dat de overtreder normadressaat van het geschonden 4 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p. 128 (MvT). 5 De bijzondere wet zal in dat geval zelf specifieke bevoegdheden moeten toekennen. Borman 2011, (T&C Awb), art. 5:11 Awb, aantekening 3. 6 Zie artikel 1:24 en 1:25 Wft. 7 Met uitzondering van de bevoegdheden geformuleerd in de artikelen 5:18 en 5:19 Awb, zo bepaalt artikel 1:73 lid 1 Wft. Grundmann- Van de Krol 2012, p Een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. 9 Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p. 77 (MvT). 10 Zo kan de herstelsanctie last onder dwangsom alleen opgelegd worden aan de overtreder die het in zijn macht heeft de last uit te voeren. 9

10 voorschrift moet zijn, aangezien enkel degene tot wie een voorschrift zich richt het voorschrift ook daadwerkelijk kan overtreden. 11 Voorts moet opgemerkt worden dat onder het plegen van een overtreding ook in het bestuursrecht het zogenaamde functionele daderschap is begrepen. 12 Artikel 5:2 Awb geeft een definitie van het begrip bestuurlijke sanctie. Het artikel bepaalt niet alleen dat onder bestuurlijke sanctie moet worden verstaan een door een bestuursorgaan wegens een overtreding opgelegde verplichting of onthouden aanspraak (lid 1 sub a), maar brengt daarbij tevens een onderscheid aan in herstelsancties enerzijds en bestraffende sancties anderzijds. 13 Van belang is met name dat het moet gaan om sancties opgelegd door een bestuursorgaan 14 en dat er sprake dient te zijn van een overtreding. 15 Zoals reeds opgemerkt brengt artikel 5:2 Awb onderscheid aan tussen herstelsancties enerzijds en bestraffende sancties anderzijds. 16 Uit titel 5.3. van de Awb blijkt dat onder het begrip herstelsanctie in ieder geval de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom moeten worden verstaan. Ook het intrekken van een begunstigende beschikking kan in sommige gevallen echter als een herstelsanctie aangemerkt worden. 17 De bestuurlijke boete van titel 5.4. Awb is een voorbeeld van een bestraffende sanctie. 18 Gelet op het beperkte bestek van deze scriptie blijven de bestraffende sancties in het navolgende echter buiten beschouwing en zal ik mij dientengevolge beperken tot de herstelsancties, meer in het bijzonder de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. De tenuitvoerlegging van een opgelegde herstelsanctie vormt de derde en laatste fase van (het overkoepelende begrip) handhaving. De tenuitvoerlegging van een bestuursdwangbesluit vindt plaats door feitelijk ingrijpen in de illegale situatie door of vanwege het bevoegde gezag (het toepassen van bestuursdwang) waarna, voor zover mogelijk, de kosten daarvan verhaald zullen worden op de overtreder. De tenuitvoerlegging van een last onder dwangsom bestaat uit het invorderen van (van rechtswege) verbeurde dwangsommen Borman 2011, (T&C Awb), art. 5:1 Awb, aantekening Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p (MvT). 13 Respectievelijk lid 1 sub b en sub c van artikel 5:2 Awb. 14 Door de straf- of tuchtrechter opgelegde sancties vallen hier derhalve uitdrukkelijk buiten. 15 Bestuursorganen kunnen immers ook verplichtingen, zoals heffingen, opleggen in het geval dat er helemaal geen sprake is van het overtreden van een wettelijk voorschrift. Dit laatste valt echter niet onder de definitie van een bestuurlijke sanctie. Kamerstukken II 2003/04, , nr. 3, p (MvT). 16 Uit lid 1 sub b van artikel 5:2 Awb blijkt dat onder herstelsanctie moet worden verstaan de bestuurlijke sanctie die gericht is op het beëindigen of (geheel of gedeeltelijk) ongedaan maken van een overtreding of de gevolgen daarvan, dan wel het voorkomen van herhaling van die overtreding. Sub c van hetzelfde artikel bepaalt dat onder bestraffende sancties moet worden verstaan de bestuurlijke sanctie die beoogt de overtreder leed toe te voegen. 17 Damen e.a. 2013, p In de jurisprudentie valt te wijzen op ABRvS 2 februari 2011 LJN: BP2763 (Harry s American Bar) met verwijzing naar ABRvS 14 februari 2007, AB 2007, 135, m.nt. Vermeer (New Yangste Kiang) waarbij in beide gevallen het intrekken van de exploitatievergunning in het kader van de openbare ordehandhaving door de burgemeester als reparatoire sanctie werd aangemerkt. Verwezen zij echter ook naar de annotatie van Vermeer bij ABRvS 15 december 2010, AB 2011, 238 waarin hij oordeelt dat het in beide genoemde zaken niet om bestuurlijke sancties, maar om bestuurlijke maatregelen gaat. 18 De intrekking van een begunstigende beschikking kan overigens ook een bestraffend karakter hebben en kent derhalve een hybride karakter. Zie ook Albers 2009b, p Blomberg 2010, p

11 Van handhaving als discretionaire bevoegdheid naar de plicht om in de regel te handhaven Het opleggen van een herstelsanctie in het kader van handhaving vormt een uiting van het van overheidswege opleggen van een verplichting of het ontnemen van voordelen aan burgers of rechtspersonen. 20 Op grond van het legaliteitsbeginsel bestaat de bevoegdheid tot het opleggen van een herstelsanctie dan ook slechts voor zover zij bij of krachtens de wet is verleend (artikel 5:3 juncto artikel 5:4 lid 1 Awb). 21 Deze attributie van de bevoegdheid tot het opleggen van een herstelsanctie in het kader van handhaving wordt echter in beginsel 22 niet in de Awb zelf aangetroffen, maar in de bijzondere wetten. Voor decentrale bestuursorganen zoals de organen van de provincie en de organen van de gemeente bevatten de organieke wetten een algemene bevoegdheid, 23 voor de organen van de centrale overheid attribueert de bijzondere wet afzonderlijk de bevoegdheid. 24 Bekijkt men de formuleringen van deze bevoegdheidsbepalingen met betrekking tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, 25 dan duiden deze op een discretionaire bevoegdheid: het bestuursorgaan kàn na een afweging van alle rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen besluiten om van de hem toekomende sanctiebevoegdheid gebruik te maken, maar hoéft dit niet te doen. Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw begint de overheid echter sterk de nadruk te leggen op handhaving, het gedogen moet aan banden worden gelegd. 26 Ook de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 27 begint, met name op het terrein van het omgevingsrecht, de bevoegdheid tot handhaven door middel van het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom steeds meer als een plicht tot handhaven te benaderen. Een (eerste) duidelijk voorbeeld daarvan wordt gegeven in de zaak Lisse. 28 In juni formuleert de Afdeling vervolgens 20 Damen e.a. 2013, p Tevens dienen de overtreding en de sanctie bij of krachtens een aan de gedraging voorafgaand wettelijk voorschrift te zijn omschreven alvorens tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie kan worden overgegaan, het zogenaamde lex certa-beginsel. Zie artikel 5:4 lid 2 Awb. 22 Artikel 5:32 Awb vormt hier een uitzondering op. Dit artikel bepaalt dat het bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom op kan leggen. Hier wordt echter niet voor gekozen indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet. 23 Artikel 122 Provinciewet en artikel 125 Gemeentewet bepalen dat het provinciebestuur respectievelijk het gemeentebestuur bevoegd is tot het opleggen van een last onder bestuursdwang. 24 Zie bijvoorbeeld artikel 56 van de Mededingingswet en artikel 1:79 Wft. 25 Ingevolge artikel 5:32 Awb is het bestuursorgaan dat bevoegd is een last onder bestuursdwang op te leggen ook bevoegd om in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom op te leggen. Hier wordt echter niet voor gekozen indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen, zich daartegen verzet. 26 Zo verschijnen in de jaren 1990 en 1991 de beleidsnota s Recht in beweging, Kamerstukken II 1990/91, , nr. 1-2 en Met vaste hand, Kamerstukken II 1990/91, , nr In 1996 verschijnt de beleidsnota (Grenzen aan) gedogen in Nederland, Kamerstukken II 1996/97, , nr In het navolgende kortweg aangeduid als: de Afdeling. 28 ABRvS 2 februari 1998, AB 1998, 181, m.nt. Michiels. Zie ook Albers 2004, p. 233, Albers 2009, p. 481 en Albers 2005a, p ABRvS 30 juni 2004, JB 2004, 293 (Dakkapel Haarlem). 11

12 een algemene beginselplicht' 30 tot handhaven die inmiddels als een standaardoverweging 31 kan worden gezien en als volgt luidt: Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. 32 Wordt vervolgens in herinnering geroepen dat in het voorgaande uiteen is gezet dat handhaving de fasen toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en uiteindelijk de tenuitvoerlegging van de herstelsanctie omvat, dan moet geconcludeerd worden dat de door de Afdeling geformuleerde plicht om in de regel te handhaven ziet op de fase waarin de herstelsanctie wordt opgelegd. In die zin zou beter gesproken kunnen worden van een plicht om in de regel sanctionerend op te treden (door middel van het opleggen van een herstelsanctie). Geldt de in de regel-verplichting echter ook voor de fasen toezicht en de tenuitvoerlegging van de herstelsanctie? Moeten toezichthouders bijvoorbeeld structureel ingezet worden en moet een opgelegde herstelsanctie ook daadwerkelijk onverwijld ten uitvoer worden gelegd? De plicht om in de regel te handhaven is bovendien geformuleerd in jurisprudentie die met name ziet op het ruimtelijke ordeningsrecht en het milieurecht. In het financiële bestuursrecht is echter ook sprake van handhaving in de zin van het door mij geformuleerde overkoepelende begrip. 33 Heeft ook in het financiële bestuursrecht voor alle fasen van handhaving een in de regel-verplichting te gelden? Hoe wordt hier door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: het College) als hoogste (financiële) bestuursrechter mee omgegaan in vergelijking met de Afdeling? Het (belang van het) vast kunnen leggen van handhaving in beleid Met het oog op het feit dat bestuursorganen gezien de discretionaire formulering van hun handhavingsbevoegdheden de nodige beleids- en beoordelingsvrijheid 34 hebben, kan het voor bestuursorganen aantrekkelijk zijn een vaste gedragslijn te (gaan) hanteren en deze ook vast te leggen door middel van handhavingsbeleid. 35 Zo heeft een bestuursorgaan slechts een beperkte capaciteit om te handhaven en dientengevolge moeten er (voorafgaande) keuzes gemaakt worden die vastgelegd worden in beleid. Het is voor bestuursorganen 30 Hoewel de term beginselplicht nog steeds wordt aangetroffen in jurisprudentie en literatuur, wordt veelal gesproken van in de regel (gebruikmaken van de bevoegdheid tot) handhaven. 31 Albers 2005a, p ABRvS 30 juni 2004, JB 2004, 293 (Dakkapel Haarlem) r.o Te weten: Het zorg dragen voor de naleving van rechtsregels, waarbij die zorg bestaat uit drie te onderscheiden elementen of fasen, te weten het uitoefenen van toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en het ten uitvoer leggen van die herstelsanctie. 34 Zo komt het bestuursorgaan vrijwel altijd beoordelingsvrijheid toe bij de zogenaamde feitenkwalificatie: het kwalificeren van de feiten in het licht van de toepasselijke wettelijke bepaling. Klap 2007, p Tollenaar 2007, p

13 immers onmogelijk om alle regels te handhaven, derhalve zou het efficiënt kunnen zijn om te bepalen welke regels in dat geval de hoogste prioriteit hebben. De bestaande capaciteit zal bovendien verdeeld moeten worden over de drie genoemde fasen van handhaving, dus ook hieromtrent zullen keuzes gemaakt moeten worden. In de gevallen dat tot handhaving wordt besloten, kan het voor het bestuursorgaan efficiënt zijn om een zekere standaardisering in de handelswijze aan te brengen door middel van handhavingsbeleid. Op die manier wordt een kader gecreëerd waarbinnen het bestuursorgaan ten aanzien van handhaving opereert. Zo zou vastgelegd kunnen worden in welke gevallen voor de last onder dwangsom wordt gekozen en in welke gevallen voor de last onder bestuursdwang. 36 Modellen die de hoogte van de dwangsom normeren naar gelang de frequentie en ernst van de overtreding behoren eveneens tot de mogelijkheden. 37 De zojuist genoemde vaste gedragslijn van een bestuursorgaan in het kader van handhaving, kan worden vastgelegd in beleidsregels. Artikel 1:3 lid 4 Awb juncto artikel 4:81 lid 1 Awb biedt daar de mogelijkheid toe. 38 Artikel 1:3 lid 4 Awb definieert de beleidsregel als een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Handhavingsbeleidsregels moeten derhalve niet alleen bij besluit worden vastgesteld, 39 maar mogen bovendien geen algemeen verbindend voorschrift inhouden. Bij besluit vastgesteld handhavingsbeleid voldoet aan deze vereisten aangezien het beleid de aan het desbetreffende bestuursorgaan geattribueerde bevoegdheid om te handhaven normeert. Van een algemeen verbindend voorschrift is dan ook geen sprake. Voorts bepaalt artikel 1:3 lid 4 Awb dat het moet gaan om een afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Hiervan is sprake bij handhavingsbeleid. Een afweging van belangen, de vaststelling van feiten en/of de uitleg van wettelijke voorschriften doet zich met name voor ten aanzien van de fase van sanctieoplegging. Zo kan vastgelegd worden hoe de inhoud van de belangenafweging met betrekking tot de herstelsanctie vorm gegeven wordt en op welke manier de belangenafweging tot stand komt. Wanneer wordt opgetreden met een herstelsanctie? Op welke wijze wordt bij het opleggen van een sanctie getoetst aan evenredigheid en proportionaliteit? Een afweging van belangen doet zich echter ook voor ten aanzien van toezicht. Bestuursorganen kunnen onmogelijk toezicht houden op de naleving van alle regels en zullen zich dus moeten beperken tot het houden van toezicht op naleving van de regels met de hoogste prioriteit. 40 In toezichtbeleid kan vastgesteld worden welke regels dit zijn. In toezichtbeleid kan eveneens worden vastgelegd op welke wijze de feiten worden vastgesteld. Op welke wijze wordt toezicht gehouden? Hoe dient een toezichthouder te rapporteren? Ten slotte kan ook ten aanzien van de fase van de tenuitvoerlegging van de herstelsanctie sprake zijn van een afweging van belangen die in 36 Dit uiteraard wel met inachtneming van onder meer artikel 5:32 lid 2 Awb en het feit dat in spoedeisende gevallen voor spoedbestuursdwang moet worden gekozen, zie artikel 5:31 Awb. 37 Tollenaar 2007, p Tollenaar 2007, p Een besluit is een bestaansvoorwaarde voor een beleidsregel, zo volgt uit de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel derde tranche Awb. Kamerstukken II 1994/95, , nr. 5, p. 40. Zie ook De Poorter & Van Buuren 2011, (T&C Awb), art. 1:3 Awb, aantekening Tollenaar 2007, p

14 beleid wordt vastgelegd. Zo kan het bestuursorgaan goede gronden hebben om toch van de tenuitvoerlegging van een reeds opgelegde herstelsanctie af te (willen) zien. Groot voordeel voor het bestuursorgaan bij het in beleid vastleggen van handhaving is niet alleen het bevorderen van een efficiënte werkwijze (het aanbrengen van een kader ), maar ook het feit dat het bestuursorgaan, gelet op artikel 4:82 Awb, voor de motivering van het genomen besluit kan volstaan met een verwijzing naar het desbetreffende beleid. Voor overtreders en (derden-)belanghebbenden bestaat het voordeel daarin dat duidelijk is wat zij kunnen en tevens mogen verwachten van het bestuursorgaan. Keerzijde daarvan, en een mogelijk nadeel voor het bestuursorgaan, is dat (derden-)belanghebbenden ook aanspraak kunnen maken op het feit dat bestuursorganen op grond van artikel 4:84 Awb 41 gehouden zijn om het eigen beleid ook daadwerkelijk toe te passen. Dit is alleen anders als er sprake is van bijzondere omstandigheden 42 die ertoe leiden dat toepassing van het beleid onevenredig bezwarend zou zijn voor belanghebbenden in verhouding tot de met het beleid te dienen doelen, zo bepaalt artikel 4:84 Awb. Wenst het bestuursorgaan aldus af te wijken van het handhavingsbeleid, dan zal deze keuze uitgebreid gemotiveerd moeten worden. 43 Komt men naar aanleiding van het voorgaande tot een afweging, dan moet mijns inziens geconcludeerd worden dat de voordelen van het hebben van handhavingsbeleid zwaarder wegen dan de nadelen. Zou het bestuursorgaan immers veelvuldig willen afwijken van het beleid, en daarbij geconfronteerd worden met de beperkte afwijkingsmogelijkheid, dan kan eigenlijk niet meer van een solide beleid gesproken worden. Het te behalen motiveringsvoordeel wordt hierdoor bovendien teniet gedaan, hetgeen voor het bestuursorgaan moet betekenen dat het handhavingsbeleid kennelijk aanpassing behoeft De invloed van de (bijzondere) wet en de plicht om in de regel te handhaven op de vaststelling van handhavingsbeleid In het voorgaande is gesteld dat handhaving door bestuursorganen op grond van de wet in beleid(-sregels) vastgelegd kan worden. De (bijzondere) wet kan echter invulling geven aan een discretionaire bevoegdheid door eisen te stellen aan het handhavingsbeleid. Voorts is door mij de vraag opgeworpen of de plicht om in de regel te handhaven voor alle fasen van handhaving (toezicht, de oplegging van een herstelsanctie en het ten uitvoer leggen van de herstelsanctie) geldt en of dit op gelijke wijze geldt voor zowel het omgevingsrecht als het financiële bestuursrecht. Ook het antwoord op deze vraag is bepalend voor het vaststellen van handhavingsbeleid. Zo zag de Afdeling eind in een casus omtrent overtreding van geluidvoorschriften door een café in Reuver (gemeente Beesel) aanleiding haar rechtspraak inzake handhaving van wettelijke voorschriften te preciseren. De wijziging wordt gevonden in het feit dat de plicht om in de regel over te gaan tot handhaven uitgebreid wordt (ofwel gepreciseerd wordt, in de bewoordingen van de Afdeling) door tussenvoeging van de zinsnede: In gevallen waarin het bestuursorgaan in dat kader redelijk te achten beleid voert, 41 Overigens is het bestuursorgaan ook op grond van ongeschreven recht gehouden het eigen beleid daadwerkelijk toe te passen, tenzij toepassing tot een onevenredige uitkomst leidt. Zie Tollenaar 2007, p Zoals omstandigheden die niet meegewogen zijn bij het vaststellen van de beleidsregel. Zie Tollenaar 2007, p Tollenaar 2007, p ABRvS 5 oktober 2011, AB 2011, 307, m.nt. Vermeer (Beesel). 14

15 bijvoorbeeld inhoudende dat het bestuursorgaan de overtreder in bepaalde gevallen eerst waarschuwt en gelegenheid biedt tot herstel voordat het een handhavingsbesluit voorbereidt, dient het zich echter in beginsel aan dit beleid te houden. 45 Door deze uitspraak wordt duidelijk dat de Afdeling redelijk te achten handhavingsbeleid toelaatbaar acht, maar alleen binnen het kader van de plicht om in de regel te handhaven. 46 Opgemerkt moet worden dat het in deze uitspraak gaat om de fase van het opleggen van een herstelsanctie. Geldt het voorgaande echter ook voor de andere, door mij onderscheiden fasen van het overkoepelende begrip handhaving? Is het College met betrekking tot het financiële bestuursrecht, waar eveneens wordt gewerkt met handhavingsbeleid, eenzelfde standpunt toegedaan ten aanzien van handhaving(-sbeleid)? En voldoet het in de praktijk aangetroffen handhavingsbeleid op het gebied van het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht aan het kader dat voortvloeit uit de (bijzondere) wet en jurisprudentie? 1.2. Probleemstelling Op grond van het voorgaande zal in mijn scriptie de volgende vraag centraal staan: Hoe kan en wordt in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling gegeven aan de drie fasen van handhaving (toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en de tenuitvoerlegging van een herstelsanctie)? 1.3. Afbakening van het onderzoek Het onderzoek in het kader van de zojuist genoemde vraag wordt om praktische redenen in omvang beperkt. Met betrekking tot het omgevingsrecht houdt dit in dat alleen wordt gekeken naar handhaving in het kader van de Wabo en het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor). 47 Met betrekking tot het financiële bestuursrecht wordt enkel de handhaving in het kader van de Wft in ogenschouw genomen. Zoals reeds opgemerkt blijven de bestraffende sancties in deze scriptie buiten beschouwing en dientengevolge beperk ik mij tot de herstelsancties, meer in het bijzonder de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. 48 Deze scriptie kent voorts een bestuursrechtelijke insteek, waardoor ten aanzien van het houden van toezicht geen aandacht zal worden besteed aan de 45 ABRvS 5 oktober 2011, AB 2011, 307, m.nt. Vermeer (Beesel). Zie in het bijzonder r.o Zie ook de annotatie van J.M.H.F. Teunissen & P.C.M. Heinen bij ABRvS 5 oktober 2011 (Beesel), Gst (7), p Daarbij wordt aangetekend dat de inwerkingtreding van de Wabo (op 1 oktober 2010) materieel gezien geen wijziging heeft gebracht in de toetsingskaders van wat voorheen een milieuvergunning of een bouwvergunning was en thans een omgevingsvergunning is. De door de Afdeling op basis van de oude regels gewezen jurisprudentie in het kader van handhaving is ook na de inwerkingtreding van de Wabo voortgezet en dientengevolge zal ook jurisprudentie gewezen voor de inwerkingtreding van de Wabo aan bod komen. De Wabo moet immers worden gezien als een wet die verschillende toetsingsstelsels samenbrengt tot één (vergunning-)stelsel, zo volgt uit de memorie van toelichting bij de Wabo. Kamerstukken II 2006/07, , nr. 3, p. 10 (MvT). Reeds verleende vergunningen of ontheffingen met betrekking tot een activiteit worden gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor die activiteit als bedoeld in art. 2.1 lid 1 Wabo, zo volgt uit de memorie van toelichting bij de Invoeringswet Wabo. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 4 (MvT). 48 Opgemerkt moet worden dat de Wft enkel de last onder dwangsom kent, de last onder bestuursdwang wordt in deze wet niet aangetroffen. 15

16 (civielrechtelijke) aansprakelijkheid van toezichthouders bij falend toezicht. Ten behoeve van de zojuist genoemde onderzoeksvraag, zal het in de praktijk aangetroffen handhavingsbeleid van twee gemeenten, twee provincies en DNB en de AFM bekeken worden. In dat kader moet ten aanzien van het omgevingsrecht worden opgemerkt dat in het onderzoek enkel gekeken wordt naar de uitvoeringsprogramma s van Voorts moet worden opgemerkt dat bestuursorganen de werkzaamheden van handhavers soms (nader) vastleggen in werkprocesbeschrijvingen. Deze werkprocesbeschrijvingen zullen echter niet in het onderzoek worden betrokken Opbouw van het onderzoek In hoofdstuk 2 staat de vraag centraal hoe in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en wordt gegeven aan het houden van toezicht. In dat kader zal uiteengezet worden hoe de bevoegdheid tot het houden van toezicht in het algemene bestuursrecht (de Awb) en de bijzondere wetten (de Wabo/het Bor en de Wft) is geformuleerd en, of en zo ja, wat de (bijzondere) wetten bepalen ten aanzien van handhavingsbeleid en meer in het bijzonder toezichtbeleid. Ook de wetsgeschiedenis van de genoemde wetten komt daarbij aan de orde. Daarnaast zal er aandacht zijn voor het standpunt ten aanzien van het houden van toezicht in de jurisprudentie van de Afdeling en het College alsmede in de bestuursrechtelijke literatuur. Voorts zal het in de praktijk aangetroffen handhavingsbeleid, en meer in het bijzonder het toezichtbeleid, worden getoetst aan het kader dat voortvloeit uit de (bijzondere) wet en jurisprudentie. Afgerond wordt met een antwoord op de in dit hoofdstuk centraal staande vraag. In hoofdstuk 3 staat de vraag centraal hoe in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en wordt gegeven aan het opleggen van een herstelsanctie. In dat kader zal uiteengezet worden hoe de bevoegdheid tot het opleggen van een herstelsanctie in het algemene bestuursrecht (de Awb) en de bijzondere wetten (de Wabo/het Bor en de Wft) is geformuleerd en, of en zo ja, wat de bijzondere wetten bepalen ten aanzien van sanctiebeleid. Ook de wetsgeschiedenis van de genoemde wetten komt daarbij aan de orde. Vervolgens wordt de totstandkoming in de (Afdelings-)bestuursrechtspraak van de in de regel-verplichting weergegeven en wordt aan de hand van de uitspraak Beesel uiteengezet wat de jurisprudentie bepaalt ten aanzien van sanctiebeleid. Tevens zal nader worden ingegaan op de plicht in de regel een sanctie op te leggen door aandacht te besteden aan de (politieke) achtergrond, de duiding en de reikwijdte van dit rechtsbeginsel. Voorts zal het in de praktijk aangetroffen sanctiebeleid worden getoetst aan het kader dat voortvloeit uit de (bijzondere) wet en jurisprudentie. Afgerond wordt met een antwoord op de in dit hoofdstuk centraal staande vraag. In hoofdstuk 4 staat de vraag centraal hoe in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en wordt gegeven aan de tenuitvoerlegging van een herstelsanctie. In dat kader zal uiteengezet worden hoe de bevoegdheid tot het ten uitvoer leggen van een herstelsanctie in het algemene bestuursrecht (de Awb) en de bijzondere wetten (de Wabo/het Bor en de Wft) is geformuleerd en, of en zo ja, wat de bijzondere wetten bepalen ten aanzien van 16

17 tenuitvoerleggingsbeleid. Ook de wetsgeschiedenis van de genoemde wetten komt daarbij aan de orde. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de wijzigingen die de vierde tranche van de Awb in dat kader bracht. Daarnaast zal er aandacht zijn voor het standpunt ten aanzien van de tenuitvoerlegging van herstelsancties in de jurisprudentie van de Afdeling en het College alsmede in de bestuursrechtelijke literatuur. Voorts zal het in de praktijk aangetroffen tenuitvoerleggingsbeleid worden getoetst aan het kader dat voortvloeit uit de (bijzondere) wet en jurisprudentie. Afgerond wordt met een antwoord op de in dit hoofdstuk centraal staande vraag. In hoofdstuk 5 zal ik mijn scriptie afronden door het geven van een conclusie. Hierin zal een antwoord worden geformuleerd op de probleemstelling waar het in deze scriptie om draait. 17

18 Hoofdstuk 2: Toezicht 2.1. Algemeen Door middel van het houden van toezicht kan blijken dat gehandeld wordt in strijd met een bij of krachtens de wet gesteld voorschrift. Toezicht vormt dan ook het vertrekpunt voor handhaving. 49 Zoals in het eerste hoofdstuk reeds is uiteengezet, definieer ik handhaving in het kader van deze scriptie als: het zorg dragen voor de naleving van rechtsregels, waarbij die zorg bestaat uit drie te onderscheiden fasen, te weten toezicht, het opleggen van een herstelsanctie en ten slotte de tenuitvoerlegging van de herstelsanctie. 50 In de literatuur en de praktijk lijkt er met name aandacht te zijn voor de tweede fase van handhaving: het opleggen van herstelsancties. 51 Ook de door de Afdeling geformuleerde plicht om in de regel te handhaven ziet op de fase waarin een herstelsanctie wordt opgelegd, de overtreding is dan al geconstateerd: Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van [een geconstateerde] overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. 52 Hierdoor verdwijnt echter naar de achtergrond dat toezicht niet alleen overtredingen kan voorkomen, maar ook kan leiden tot het constateren van een overtreding. Het houden van toezicht is daarmee vaak onontbeerlijk voor het opleggen van een herstelsanctie door het bestuursorgaan. Is het bestuursorgaan, gelijk en voorafgaande aan de plicht om in de regel een herstelsanctie op te leggen, echter ook in de regel verplicht om toezicht te houden? Enerzijds kan gesteld worden dat een plicht om in de regel toezicht te houden inherent moet worden geacht aan de plicht om in de regel een herstelsanctie op te leggen. Het bestuursorgaan moet in dat geval op gestructureerde basis toezicht houden. Anderzijds kan gesteld worden dat uit de formulering van de plicht om in de regel te handhaven, blijkt dat deze plicht specifiek ziet op de fase van sanctionering. Hieruit zou voortvloeien dat de plicht om in de regel te handhaven zich niet uitstrekt tot de aan de sanctie voorafgaande fase van toezicht. Het bestuursorgaan heeft in dat geval geen plicht om in de regel toezicht te houden en het 49 Zie voor de visie van de wetgever op toezicht en het in dat kader gemaakte onderscheid tussen toezicht en handhaving ook de Kaderstellende Visie op toezicht 2005 en de daarbij behorende bijlage Minder last, meer effect: 6 principes van goed toezicht, Kamerstukken II 2005/06, , nr. 15 (inclusief bijlage). 50 Zie in dit kader paragraaf Zoals in paragraaf reeds is opgemerkt, richt ik mij in deze scriptie enkel op de herstelsancties, meer in het bijzonder de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. De bestraffende sancties blijven dientengevolge buiten beschouwing. 51 Michiels 2006, p ABRvS 30 juni 2004, JB 2004, 293 (Dakkapel Haarlem). De plicht om in de regel te handhaven en de wijze van formuleren kunnen thans als standaardjurisprudentie worden gezien, zie ook Albers 2005a, p Opgemerkt moet worden dat de facto geen sprake is van een plicht om in de regel te handhaven, maar van een plicht om in de regel sanctionerend op te treden (door middel van het opleggen van een herstelsanctie). Zie hieromtrent ook paragraaf

19 bestuursorgaan is dientengevolge in beginsel 53 vrij in de wijze waarop het toezicht vorm wordt gegeven. De (mate van) vrijheid die het bestuursorgaan ingevolge de wet en de jurisprudentie toekomt in het kader van het houden van toezicht, beïnvloedt de vaststelling van handhavingsbeleid door het desbetreffende bestuursorgaan. De wet en de jurisprudentie kunnen immers bepalen dat het bestuursorgaan verplicht handhavingscapaciteit vrij moet maken voor het houden van toezicht. De ruimte die het bestuursorgaan heeft om in het kader van handhaving(-sbeleid) een eigen capaciteitstoerekening te maken, wordt daardoor beperkt. Voorts kunnen uit de wet en de jurisprudentie eisen voortvloeien ten aanzien van het (in het kader van handhaving) vaststellen van toezichtbeleid. Dit doet de vraag rijzen hoe in handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht invulling kan en wordt gegeven aan het houden van toezicht. Teneinde deze vraag te beantwoorden wordt in paragraaf 2.2. allereerst uiteengezet hoe de bevoegdheid tot het houden van toezicht in het algemene bestuursrecht (de Awb) en de bijzondere wetten (de Wabo/het Bor en de Wft) is geformuleerd en, of en zo ja, wat de (bijzondere) wetten bepalen ten aanzien van handhavingsbeleid en meer in het bijzonder toezichtbeleid. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de wetsgeschiedenis van de genoemde wetten. Vervolgens komt het in de praktijk aangetroffen handhavingsbeleid op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht aan de orde: wat bepaalt dit beleid ten aanzien van het houden van toezicht en voldoet het beleid aan de eisen die de (bijzondere) wet stelt aan het houden van toezicht en, eventueel, toezichtbeleid? In paragraaf 2.3. wordt besproken hoe vanuit bestuursrechtelijke optiek naar het onderwerp toezicht wordt gekeken. Hierbij zal er niet alleen aandacht zijn voor het standpunt van de Afdeling en het College ten aanzien van het houden van toezicht, maar ook voor het standpunt in de literatuur op het gebied van respectievelijk het omgevingsrecht en het financiële bestuursrecht. Daarna komt zowel voor het omgevingsrecht als het financiële bestuursrecht nogmaals het in de praktijk aangetroffen toezichtbeleid aan de orde: voldoet het beleid aan de eisen die de jurisprudentie stelt aan het houden van toezicht? Ten slotte wordt een antwoord geformuleerd op de in dit hoofdstuk centraal staande vraag. 53 In beginsel, aangezien ook de in het kader van een discretionaire bevoegdheid aan het bestuursorgaan toekomende vrijheid veelal niet onbegrensd is. In dit geval kan gedacht worden aan een ondergrens, in die zin dat het bestuursorgaan ten minste adequaat toezicht zal moeten houden. Hier zal in paragraaf en nader op in worden gegaan. 19

20 2.2. Het wettelijk kader ten aanzien van toezicht en toezichtbeleid Toezicht en beleid in het algemene bestuursrecht Toezicht in de Awb Het thema handhaving wordt in de Awb aangetroffen in hoofdstuk vijf. Toezicht (op de naleving) wordt behandeld in titel 5.2 Awb. Opmerkelijk is dat deze titel geen definitie van het begrip toezicht bevat. 54 Artikel 5:11 Awb definieert wel het begrip toezichthouder. Toezichthouder in de zin van de Awb is: een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Het houden van toezicht op de naleving van rechtsregels vormt aldus de kerntaak van een toezichthouder in de zin van de Awb, maar de Awb definieert niet wat onder deze kerntaak moet worden verstaan. Mijns inziens een opmerkelijke omissie van de wetgever. De parlementaire geschiedenis van (de derde tranche van) de Awb daarentegen geeft een definitie van het begrip toezicht. Uit de memorie van toelichting blijkt dat het bij toezicht op de naleving van rechtsregels gaat om het uitvoeren van controles door toezichthouders [als bedoeld in artikel 5:11 Awb] zonder dat van de overtreding van een wettelijk voorschrift hoeft te zijn gebleken. 55 Het houden van toezicht vormt derhalve niet noodzakelijk een reactie op een overtreding en voor het houden van toezicht is dan ook niet vereist dat sprake is van (een vermoeden van) een overtreding van voorschriften. 56 Van recentere datum is de Kaderstellende visie op toezicht uit Blijkens deze nota wordt onder toezicht verstaan: het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. 58 Toezicht wordt in de Kaderstellende visie dan ook onderscheiden in drie kernactiviteiten: informatie verzamelen, oordelen en ingrijpen. 59 Dat geconstateerd hebbende, rijst mijns inziens de vraag wat in dat geval onder handhaving moet worden verstaan en wat het onderscheid tussen toezicht en handhaving (nog) is, indien het ingrijpen reeds onder de noemer van toezicht wordt gebracht. Hier wordt in de nota aandacht aan besteed onder het kopje onderscheid toezicht en handhaving. Blijkens de Kaderstellende visie richt handhaving zich op de vraag of burgers, bedrijven en overheden zich aan de gestelde regels houden. Handhaving is daarbij gericht op repressief optreden, waarbij deze repressie bestaat uit de bevoegdheid om dwang uit te oefenen en vrijheden te beperken. De zojuist genoemde bevoegdheid moet worden gebruikt voor het verzamelen van informatie of het opleggen van een sanctie, zo vermeldt de Kaderstellende visie ten slotte. 60 Naar mijn oordeel wordt 54 Ook de algemene bepalingen van titel 5.1 Awb bevatten overigens geen definitie van het begrip toezicht. 55 Kamerstukken II 1993/94, , nr. 3, p. 128 (MvT). De Raad van State beschouwt de uitoefening van toezicht(-houdende bevoegdheden) als het begin en de grootste feitelijke omvang van de handhaving, Kamerstukken II 1993/94, , A, p Damen e.a. 2013, p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 15 (inclusief bijlage). In deze nota wordt tevens verwezen naar de voorgaande kaderstellende visie op toezicht uit 2001, Kamerstukken II 2000/01, , nr Kamerstukken II 2005/06, , nr. 15, p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 15, p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 15, p

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Handhaving. naleving, toezicht en sanctionering na de wabo

Handhaving. naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Handhaving naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Handhaving naleving, toezicht en sanctionering na de wabo Mr.drs.D.vanderMeijden Mr. T.H.H.A. van der Schoot(eindredactie) HANDHAVING Berghauser

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Oost-Brabant van 11 mei 2016 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2016 in het arrondissement Oost- Brabant De deken van de orde in het arrondissement

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 12 april 2017 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2017 in het arrondissement Zeeland-West- Brabant De deken van de orde

Nadere informatie

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Gemeenschappelijke Dienst Directie Juridische Zaken AJBZ mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Telefoon 070 339

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

Voorwoord 11. Afkortingen 13

Voorwoord 11. Afkortingen 13 Inhoud Voorwoord 11 Afkortingen 13 1 Inleiding en afbakening 15 1.1 Drie handhavingswegen 15 1.1.1 Strafrechtelijke handhaving 16 1.1.2 Bestuurlijke handhaving 18 1.1.3 Het verschil tussen strafrechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015

VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015 VMR Actualiteitendag Handhaving - beginselplicht 19 maart 2015 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Thema s Handhavingsbeleid Concreet zicht

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met: 1. Middelen In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag

VMR Actualiteitendag VMR Actualiteitendag Handhaving - overtreder 20 maart 2014 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Begrip overtreder bij bestuurlijke handhaving

Nadere informatie

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016 AANTEKENEN Handelsonderneming Bepo B.V. T.a.v. de directie Ceintuurbaan 124 3051 KD ROTTERDAM Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcmr.nl W www.dcmr.nl Ons

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326948_1 30 april 2018 Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bergeijk. Nr. 19923 19 februari 2016 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Bergeijk 2016 Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek.

BESLUIT. 2. Bij brief van 20 augustus 2002 heeft de d-g NMa meegedeeld dat de klacht geen aanleiding geeft voor een nader onderzoek. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3067/15 Betreft zaak: Lourdes bedevaart. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijk verklaring van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE Bijlage 2 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Westvoorne IZ/OWO

Nadere informatie

DE LAST ONDER DWANGSOM

DE LAST ONDER DWANGSOM HOOFDSTUK 10 DE LAST ONDER DWANGSOM J.R. van Angeren 1 10.1 Inleiding De last onder dwangsom is, ook buiten het financiële recht, een effectief handhavingsinstrument. In de algemene bestuursrechtpraktijk

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 27534/2012010168 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake de Stichting Publieke Media instelling Eijsden- Margraten tegen afwijzing van het handhavingsverzoek jegens Stichting

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Olst-Wijhe Vastgesteld door het college op 11 februari 2014 Publicatie in Huis aan Huis op 26 februari 2014 Inwerkingtreding

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen

Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Bijlage 2 Toelichting op het afwegingsmodel handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen Paragraaf 1 Algemeen Het college hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang en Peuterspeelzalen bij het

Nadere informatie

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 Datum uitspraak: 21-02-2012 Datum publicatie: 21-02-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

VERZONDEN - 1 SEP 2015

VERZONDEN - 1 SEP 2015 .Gemeente lemen Ons kenmerk Uw kenmerk Uw aanvraag Bijlagen Beh.ambtenaar Telefoonnummer Emailadres mr. D. Walraven 020-3144793 d.walraven@diemen.nl Aan Advocatenkantoor Kerpestein T.a.v. de heer G.M.

Nadere informatie

Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders de algemene bevoegdheid heeft tegen deze overtreding handhavend op te treden;

Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders de algemene bevoegdheid heeft tegen deze overtreding handhavend op te treden; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Echt-Susteren. Nr. 160160 17 november 2016 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders houdende regels voor recreatiewoningen Beleidsregels inzake

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 ECLI:NL:RBNHO:2014:3840 Instantie Datum uitspraak 28-04-2014 Datum publicatie 13-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland AWB-14_1317 bz Bestuursrecht

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Utrecht. Nr. 60 2 oktober 201 Mandaatbesluit OD NZKG 201 provincie Utrecht en de bijlage Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van

Nadere informatie

Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving

Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving. Deel II: Soorten regelgeving Internetpublicatiemodel Decentrale Regelgeving Deel II: Soorten regelgeving IPM Decentrale Regelgeving Versie 4.0, Augustus 2008 ICTU / Overheid heeft Antwoord Wilhelmina van Pruisenweg 104 2595 AN Den

Nadere informatie

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel HOOFDSTUK 16 BESTUURSRECHTELIJKE18 HANDHAVING EN UITVOERING Afdeling 16.1 Algemene bepalingen18.1 Bestuursrechtelijke handhaving 18.1.1 Bestuursrechtelijke handhavingstaak en handhavingsbevoegdheid Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 9555 16 januari 2019 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Burgemeester en wethouders van Gemeente Zaanstad Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Uitspraak. per overtreding met een maximum van

Uitspraak. per overtreding met een maximum van Auteur: mr. R. Olivier 1 Verschenen in: Gemeentestem (Gst.), januari 2019, Gst. 2019/6 Datum: 20 juni 2019 Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Titel: Verjaring van bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; CVDR Officiële uitgave van Bunnik. Nr. CVDR611797_1 23 juli 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen.

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen. Omgevingsdienst NZKG Retouradres: Postbus 209, 1500 EE ZAANDAM Bezoekadres: Ebbenhout 31 1507 EA Zaandam Leidseplein Beheer B.V. t.a.v. de heer M. J. C. de Vries Nieuwe Hemweg 5 E 1013 BG Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht

A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht A. Het bestuur: het materiële bestuursrecht Dit hoofdstuk gaat over het materiële bestuursrecht en de plek van het bestuur in dit recht. Inleiding Het bestuursrecht heeft bestuursactiviteiten van de overheid

Nadere informatie

Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid

Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheid PB 2015/4 Art. - Stuiting van de verjaring van de invorderingsbevoegdheidd Publicatie PB: Tijdschrift voor Praktisch Bestuursrecht Jaargang 6 Publicatiedatum 20-05-2015 Afleveringnummer 4 Artikelnummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen 1. Inleiding De gemeente Druten verleent jaarlijks veel omgevingsvergunningen. Verreweg het grootste deel van die

Nadere informatie

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 10 augustus Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 10 augustus 2017 Betreft: Herziening Wet bekostiging financieel toezicht 2019 Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging voor Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) maken wij gaarne

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL Bestuur, Vergunning en Handhaving Voortgangsrapportage van resultaten van handhaving in 2009 over de periode van 1 januari

Nadere informatie

3.3 Openbaarmaking Het ontsluiten van informatie op zodanige wijze dat een ieder de betreffende informatie kan inzien.

3.3 Openbaarmaking Het ontsluiten van informatie op zodanige wijze dat een ieder de betreffende informatie kan inzien. Bijlage 33 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c Beleidsregel Openbaarmaking handhavingsbesluiten, Wobbesluiten en beslissingen op bezwaar De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is op grond van de Wet marktordening

Nadere informatie

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde

Nadere informatie

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100

ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Kansspelautoriteit OPENBAAR Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 399 Kenmerk: 00.080.086 Openbaarmaking onder kenmerk: 00.082. 721 Besluit tot openbaarmaking Besluit

Nadere informatie

Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6. HC 11, , toezicht, herstelsancties

Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6. HC 11, , toezicht, herstelsancties Collegeaantekeningen bestuursrecht 2 week 6 HC 11, 9-10-2017, toezicht, herstelsancties Overtreding: In het bestuursrecht is het begrip overtreding iets anders dan in het strafrecht. Volgens art. 5:1 Awb

Nadere informatie

Diner Omgevingswet: de juridische dimensie Toezicht en handhaving als nagerecht

Diner Omgevingswet: de juridische dimensie Toezicht en handhaving als nagerecht Titeldia Diner Omgevingswet: de juridische dimensie Toezicht en handhaving als nagerecht Prof. mr. G.A. van der Veen Advocaat AKD Rotterdam Hgl. milieurecht Rijksuniversiteit Groningen Omgevingsweb 3 december

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505

»Samenvatting. Wetsbepaling(en): AWB artikel 3:15, AWB artikel 6:13 Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RVS:2016:99, JIN 2016/116, JOM 2016/505 JB2016/45 RvS, 20-01-2016, nr. 201504247/1/A4, ECLI:NL:RVS:2016:99 Plaatsingsplan van ondergrondse restafvalcontainers, Zienswijze, indienen, Zienswijze, indienen via website, Bewijs indiening, Bewijslast

Nadere informatie

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg Bijlage 8.6 Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg De in de sanctiematrix Drank- en Horecawet

Nadere informatie

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Actualiteiten Bouwrecht Nieuws Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf Publicatiedatum: 24-11-2016 En weer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27433 1 oktober 2014 Beleidsregel houdende vaststelling van regels voor de naleving en toezicht op de veiligheidsadviseur

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73976

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb

Inhoud. Lijst van afkortingen 15. Inleiding 17. Deel A Verhouding tot bestuursorganen Kernbegrippen Awb Inhoud Lijst van afkortingen 15 Inleiding 17 Begrip bestuursrecht 17 Doelstellingen, opzet en indeling Awb 18 Opbouw boek 21 Website 22 Deel A Verhouding tot bestuursorganen 23 1 Kernbegrippen Awb 25 Leerdoelen

Nadere informatie

Handhavingsinstrumenten

Handhavingsinstrumenten Bijlage 2 Handhavingsinstrumenten Privaatrechtelijk De gemeente is naast een bestuursorganisatie ook rechtspersoon. Als rechtspersoon heeft de gemeente privaatrechtelijke mogelijkheden om te handhaven.

Nadere informatie

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016 Beleidsregels van de burgemeester van Valkenburg aan de Geul voor de uitvoering van artikel 174a van de Gemeentewet, dat de burgemeester de bevoegdheid

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 5651 30 juli 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 juli 2018 tot vaststelling van de Beleidsregel openbaarmaking

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum:

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DC/2015/207679_OV 15.1185.20 15 december 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving) Inleiding Op 24 november 2014 heeft de CRvB de eerste uitspraak gedaan over boetes

Nadere informatie

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING De raad van de gemeente Zoetermeer; overwegende dat de Omgevingsdienst Haaglanden zich bij de zorg voor een

Nadere informatie

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013

Algemeen. Bijlage 1. Bijlage behorende bij mandaatverlening milieubevoegdheden aan DCMR van 8 oktober 2013 Bijlage 1: MANDAATLIJST Goeree-Overflakkee aan DCMR Milieudienst Rijnmond 2013 Algemeen A01 A02 A03 A04 A05 A06 Proceshandelingen op grond van: a) art. 4:5 en 4:6 Awb (vereenvoudigde wijze van afdoen en

Nadere informatie

Last onder dwangsom en invorderingsbeschikking

Last onder dwangsom en invorderingsbeschikking Last onder dwangsom en invorderingsbeschikking In theorie en praktijk In hoeverre is het gebruik van de last onder dwangsom en de invorderingsbeschikking in de praktijk rechtmatig? Daphne Broere December

Nadere informatie

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang

Inhoud. Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang Inhoud Te behandelen onderwerpen: 1. Onlosmakelijke samenhang 2. Grondslag aanvraag omgevingsvergunning voor artikel 2.1 lid 1 onder e- activiteiten (milieu) 3. OBM en milieuneutrale verandering 4. Overig

Nadere informatie

Rijnnnond Beschikking. Parallelweg 1 AANTEKENEN Vopak Terminal Europoort B.V. Postbus AB ROZENBURG ZH. Uw kenmerk. Telefoonnummer

Rijnnnond Beschikking. Parallelweg 1 AANTEKENEN Vopak Terminal Europoort B.V. Postbus AB ROZENBURG ZH. Uw kenmerk. Telefoonnummer nniueudienst Rijnnnond Beschikking Parallelweg 1 AANTEKENEN Vopak Terminal Europoort B.V. Postbus 1093 3180 AB ROZENBURG ZH Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcmr nl W

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede. Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Enschede Nr. 132605 21 juni 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Enschede Burgemeester en wethouders van gemeente Enschede Gelet op artikel

Nadere informatie

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water

14-09. ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) Milieu/natuur/water 47 zitting betoogd dat deze stukken aldus mede namens haar dochtermaatschappijen, meer in het bijzonder namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cycleon Netherlands B.V. (hierna:

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009.

Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. Datum 2 juli 2010 Kenmerk CA/NB/514/26 Besluit Besluit van de Consumentenautoriteit op het bezwaar van Keukenconcurrent B.V. tegen de openbaarmaking van het sanctiebesluit van 19 november 2009. 1. Verloop

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Sector staats- en bestuursrecht Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3192 Vragen van het lid

Nadere informatie

- 1 - BESLUIT de Nederlandsche Bank NV (hierna: DNB) het navolgende.

- 1 - BESLUIT de Nederlandsche Bank NV (hierna: DNB) het navolgende. - 1 - Gelet op de artikelen 3:5, eerste lid, 1:72, eerste lid, en 1:79 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft) en de artikelen 3:2, 3:4, tweede lid, 3:46, 4:8, tweede lid, 5:16, 5:20, eerste

Nadere informatie