Artikel I. Wijziging Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Artikel I. Wijziging Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken"

Transcriptie

1 CONCEPT Besluit van PM, houdende wijziging van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met een betere realisering van de met de Wet sociale werkvoorziening beoogde doelen Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2006, nr. AM/SAM/06/XXXXX; Gelet op de artikelen 1, vierde lid, 6, tweede lid, onderdeel a, 7, zesde lid, 8, tweede lid, 9, zevende lid, 11, zevende lid, 12, vijfde lid, en 15, derde lid, van de Wet sociale werkvoorziening alsmede artikel 21a, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; De Raad van State gehoord (advies van., nr..); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2006, nr. AM/SAM/06/XXXXX; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel I. Wijziging Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken Het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel b wordt voor wie vervangen door: namens wie. 2. In onderdeel c wordt indicatie vervangen door: indicatiebeschikking. 3. Onderdeel d komt te luiden: d. geïndiceerde: de persoon die geïndiceerd is. 4. De onderdelen g tot en met i vervallen, onder verlettering van de onderdelen j en k tot de onderdelen g en h. 5. Onderdeel h (nieuw) komt te luiden: h. begeleidingsorganisatie: een organisatie die de arbeidsinpassing van de geïndiceerde, met inbegrip van de begeleiding op zijn werkplek gedurende het begeleid werken, verzorgt. B 1

2 In artikel 2, vierde lid, wordt hem vervangen door de aanvrager, of, indien namens hem een aanvraag is ingediend, degene die namens hem de aanvraag heeft ingediend, en wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. C Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid vervalt onder vernummering van het tweede tot en met achtste lid tot het eerste tot en met zevende lid. 2. Het eerste lid (nieuw) komt te luiden: 1. De indicatiebeschikking bevat de vermelding of de aanvrager per de datum van de aanvraag tot de doelgroep behoort. 3. In het derde lid (nieuw) wordt na stelt ingevoegd in de indicatiebeschikking en wordt minimaal 2 jaar en maximaal 5 jaar vervangen door: minimaal twee en maximaal tien jaar. 4. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden: 4. De indicatiebeschikking bevat bij een geïndiceerde tevens: a. een advies over de eventuele aanpassingen die in eerste aanleg noodzakelijk worden bevonden bij het verrichten van arbeid, en b. een advies of hij in staat wordt geacht tot begeleid werken. D Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het opschrift komt te luiden: Mededeling indicatie en intrekking beschikking. 2. De eerste zin van het eerste lid komt te luiden: De indicatiebeschikking wordt door de Centrale organisatie werk en inkomen zo spoedig mogelijk na vaststelling toegezonden aan de geïndiceerde, of, indien namens hem een aanvraag is ingediend, degene die namens hem de aanvraag heeft ingediend, en het college van de gemeente waar de geïndiceerde woonachtig is. 3. In het tweede lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 4. Het derde lid komt te luiden: 3. Indien de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking is ingetrokken of vervallen op grond van artikel 12, derde lid, of vierde lid, onderdeel a of b, van de wet bericht het college van de gemeente waar de voormalig geïndiceerde woont in afschrift de Centrale organisatie werk en inkomen. Het college bericht eveneens het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen indien de voormalig geïndiceerde van genoemd instituut een uitkering ontvangt. 5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Bij de toepassing van het derde lid wordt de werknemer die buiten Nederland woont dan wel anderszins geen woonadres in Nederland heeft als bedoeld in artikel 1 van de Wet 2

3 gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als inwoner aangemerkt van de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. E Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Telkens uiterlijk 16 weken voor het verstrijken van de geldigheidsduur van een indicatie vraagt het college van de gemeente waar de geïndiceerde woont een herindicatie aan bij de Centrale organisatie werk en inkomen. 2. In het tweede en zesde lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 3. Het derde lid tot en met vijfde lid komen te luiden: 3. Bij de aanvraag voor een herindicatie op grond van artikel 11, derde lid, van de wet verstrekt het college in ieder geval tevens een reïntegratieverslag als bedoeld in artikel 25, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. 4.Onverminderd het eerste lid vraagt het college van de gemeente waar de geïndiceerde woont op verzoek van of namens de geïndiceerde een herindicatie aan bij de Centrale organisatie werk en inkomen op een eerder tijdstip dan bedoeld in het eerste lid. Het tweede lid is van toepassing. 5. De artikelen 2, tweede lid, 3, 4 en 5, eerste, tweede en vierde lid, zijn op een aanvraag tot herindicatie van overeenkomstige toepassing. F Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste, tweede en vierde lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 2. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot het vierde en vijfde lid vervalt het vierde lid. 3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden: 4. De plaatsing op de wachtlijst wordt beëindigd met ingang van de dag dat betrokkene: a. een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet aanvaardt; b. zich blijvend in een andere gemeente vestigt; c. na een herindicatie als bedoeld artikel 11 van de wet niet langer tot de doelgroep behoort; of d. met toepassing van artikel 12 van de wet zijn indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking verliest. De in de aanhef bedoelde dag wordt onverwijld geregistreerd. 4. Er worden vier leden toegevoegd, luidende: 6. Bij de vaststelling of de termijn van 12 maanden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet is bereikt worden buiten beschouwing gelaten: 3

4 a. perioden van ten minste 30 dagen waarin de geïndiceerde niet beschikbaar is geweest voor arbeid vanwege: 1 o. een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel als bedoeld in de Penitentiaire beginselenwet; 2 o. het volgen van een voltijdsscholing of opleiding; of 3 o. opname in een ziekenhuis als bedoeld in artikel 462, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, tenzij de geïndiceerde daar zijn woonplaats heeft als bedoeld in Titel 3, Boek 1, van dat wetboek; b. perioden gelegen voor 1 januari Indien een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet niet binnen de termijn van 12 maanden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet is aangeboden omdat de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet daartoe niet voldoende was, wordt deze zo spoedig mogelijk daarna, op volgorde van de plaatsing op de wachtlijst, aangeboden. 8. Het college verleent aan de geïndiceerde die op de wachtlijst is geplaatst en die ten minste twaalf maanden tot de doelgroep behoort op diens verzoek zodanige inzage in de geregistreerde gegevens, dat deze kan controleren of ten aanzien van hem de volgorde van plaatsing, bedoeld in het zevende lid, niet is overtreden. 9. Het zevende lid is niet van toepassing op de geïndiceerde die het college schriftelijk heeft meegedeeld in verband met artikel 7, tweede lid, van de wet een werkgever te zullen zoeken tot het moment dat de geïndiceerde schriftelijk meedeelt geen gebruik te zullen maken van artikel 7, tweede lid, van de wet. G Na artikel 8 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 8a. Arbeidsinpassing Bij de toepassing van artikel 2, eerste lid, van de wet houdt het college rekening met de wensen en mogelijkheden van de geïndiceerde met betrekking tot de aard van het werk. H Artikel 9 komt te luiden: Artikel 9. Terugkeergarantie 1. Een geïndiceerde die arbeid gaat verrichten buiten het kader van de wet en vervolgens binnen drie jaar onvrijwillig werkloos wordt, wordt op zijn verzoek en indien hij blijkens een nieuwe indicatiebeschikking tot de doelgroep behoort, door het college op de oorspronkelijke datum van aanvraag tot indicatie op de wachtlijst geplaatst. 2. Een werknemer die werkloos wordt, wordt indien hij nog geïndiceerd is op zijn verzoek door het college op de oorspronkelijke datum van aanvraag tot indicatie op de wachtlijst geplaatst. I Artikel 10 vervalt. 4

5 J Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het college kan bij de taak op grond van het eerste lid een begeleidingsorganisatie inschakelen en deelt dit, indien hij daartoe wil overgaan, mee aan de geïndiceerde. Het college biedt daarbij de geïndiceerde de keuze uit ten minste twee begeleidingsorganisaties. 3. In het derde lid vervalt de zinsnede: wensen van de geïndiceerde met betrekking tot de keuze van de begeleidingsorganisatie en. 4. Het vierde lid komt te luiden: 4. Indien het college niet binnen zes maanden na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, voor de geïndiceerde begeleid werken tot stand heeft gebracht, kan het college op verzoek van de geïndiceerde een door die geïndiceerde aangewezen begeleidingsorganisatie inschakelen ten behoeve van de totstandkoming van een dienstbetrekking. De gemeenteraad stelt bij verordening nadere regels met betrekking tot de toepassing van dit lid door het college. K Artikel 12 vervalt. L Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst. 2. In het eerste lid (nieuw) wordt college van burgemeester en wethouders telkens vervangen door: college. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Indien de geïndiceerde begeleid werkt kan het college met instemming van de geïndiceerde een andere begeleidingsorganisatie inschakelen voor begeleiding op zijn werkplek. De instemming van de geïndiceerde kan achterwege blijven indien de wijziging van begeleidingsorganisatie noodzakelijk is voor een adequate begeleiding op de werkplek of zonder de wijziging de kosten van de begeleiding niet in een redelijke verhouding staan tot het resultaat. Artikel 11, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. M Hoofdstuk 3 komt te luiden: Hoofdstuk 3. FINANCIERING Artikel 15. Berekening uitkering 5

6 1. De uitkering aan het college, bedoeld in artikel 8 van de wet, wordt voor het jaar T als volgt vastgesteld: (A/B) x (C D) waarbij: A staat voor het aantal geïndiceerde inwoners van de gemeente op 31 december van het jaar T-2; B staat voor het aantal geïndiceerde inwoners van alle gemeenten samen op 31 december van het jaar T-2; C staat voor het voor het jaar T bij wet vast te stellen totale bedrag dat beschikbaar is voor de uitkeringen, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet; D staat voor de voor het jaar T benodigde middelen ten behoeve van de toepassing van artikel 16 alsmede de voor het jaar T bij ministeriële regeling vastgestelde middelen voor de centrale activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de wet. 2. Bij de berekening van de factoren A en B in het eerste lid wordt het aantal geïndiceerden dat is ingedeeld in de arbeidshandicapcategorie ernstig, vermenigvuldigd met 1, Bij de berekening van de factoren A en B wordt de werknemer die buiten Nederland woont dan wel anderszins geen woonadres in Nederland heeft als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens als inwoner aangemerkt van de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde, zolang de dienstbetrekking als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de wet voortduurt en hij geen woonadres in Nederland heeft als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Artikel 16. Garantiefactor 1. De uitkering voor het jaar T, bedoeld in artikel 15, bedraagt ten minste: 0,95 x A x ((B C)/D)) waarbij: A staat voor het vastgestelde minimumaantal arbeidsjaren behorend bij de uitkering voor de gemeente voor het jaar T-1; B staat voor het voor het jaar T bij wet vast te stellen totale bedrag dat beschikbaar is voor de uitkeringen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet; C staat voor de voor het jaar T benodigde middelen ten behoeve van de toepassing van dit artikel alsmede de voor het jaar T bij ministeriële regeling vastgestelde middelen voor de centrale activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de wet in mindering zijn gebracht; D staat voor het bij ministeriële regeling vast te stellen aantal minimumaantal arbeidsjaren voor alle gemeenten samen voor het jaar T. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de uitkering voor het jaar 2007 ten minste: 0,95 x D waarbij D staat voor het door Onze Minister vastgestelde aandeel van de gemeente in de voor 2006 ter uitvoering van de wet beschikbare begrotingsmiddelen. Artikel 17. Berekening minimale realisatie 6

7 1. Het op grond van artikel 8, tweede lid, van de wet vastgestelde aantal bij de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet behorende minimumaantal arbeidsjaren wordt voor het jaar T als volgt vastgesteld: (A/(B C)) x D waarbij: A staat voor de uitkering voor het jaar T, bedoeld in artikel 15; B staat voor het voor het jaar T bij wet vast te stellen totale bedrag dat beschikbaar is voor de uitkeringen, bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet; C staat voor de voor het jaar T benodigde middelen ten behoeve van de toepassing van artikel 16 alsmede de voor het jaar T bij ministeriële regeling vastgestelde middelen voor de centrale activiteiten ten behoeve van de uitvoering van de wet; D staat voor een voor het jaar T bij ministeriële regeling vast te stellen aantal minimumaantal arbeidsjaren voor alle gemeenten samen. 2. Onze Minister kan, op een gezamenlijk schriftelijk verzoek van twee colleges, het op grond van het eerste lid voor het ene college vastgesteld minimumaantal arbeidsjaren verlagen en het op grond van het eerste lid voor het andere college vastgesteld minimumaantal arbeidsjaren met een gelijk aantal arbeidsjaren verhogen. In dat geval betaalt eerstgenoemd college aan laatstgenoemd college een vergoeding die als volgt wordt vastgesteld: (A/B) x C waarbij: A staat voor de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet aan eerstgenoemd college; B staat voor het op grond van het eerste lid voor eerstgenoemd college vastgesteld minimumaantal arbeidsjaren; C staat voor het aantal arbeidsjaren waarmee het minimumaantal arbeidsjaren voor eerstgenoemd college wordt verlaagd. Artikel 18. Berekening aantal gerealiseerde arbeidsjaren 1. Bij de toepassing van de artikelen 8 en 9 van de wet en de artikelen 16 en 17 wordt onder arbeidsjaar verstaan het equivalent van een dienstbetrekking op basis van een volledige werkweek met een geïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie matig die het gehele kalenderjaar is vervuld. 2. Bij de berekening van het aantal gerealiseerde arbeidsjaren worden werknemers waarvan de Centrale organisatie werk en inkomen bij een herindicatie heeft vastgesteld dat deze niet langer tot de doelgroep behoren met de volgende factor als geïndiceerd aangemerkt: indicatie geëindigd in het jaar T: 1; indicatie geëindigd in het jaar T-1: 0,8; indicatie geëindigd in het jaar T-2: 0,6; indicatie geëindigd in het jaar T-3: 0,4; indicatie geëindigd in het jaar T-4: 0,2; indicatie geëindigd in het jaar T-5 of eerder: Bij de berekening van het aantal gerealiseerde arbeidsjaren wordt, indien artikel 10 van de wet van toepassing is, vanaf 1 januari van het tweede kalenderjaar volgend op het kalenderjaar van de overgang van ingezetenschap van de ene naar de andere gemeente een arbeidsjaar, of een deel van een arbeidsjaar, van een betrokkene toegerekend aan het college van de gemeente waarvan de betrokkene ingezetene is geworden. 7

8 Artikel 19. Terugvordering 1. Indien uit de bijlage, bedoeld in artikel 13, vierde lid, van de wet blijkt dat de uitkering, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet voor het jaar T niet volledig is besteed wordt het niet bestede deel niet teruggevorderd indien: a. op 31 december van dat jaar geen enkele geïndiceerde op de wachtlijst is geplaatst; b. het in dat jaar gerealiseerde aantal arbeidsjaren ten minste het op grond van artikel 8, tweede lid, van de wet vastgestelde minimumaantal arbeidsjaren voor dat jaar bedraagt. 2. Het percentage van de uitkering dat op grond van artikel 9, zesde lid, van de wet wordt teruggevorderd, bedraagt 100%. Indien volledige terugvordering naar het oordeel van Onze Minister tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt, stelt Onze Minister de terugvordering op een lager percentage vast. N Hoofdstuk 4 vervalt. O Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door: college. 2. In het tweede lid wordt college van burgemeester en wethouders vervangen door college en wordt artikel 9, derde lid vervangen door: artikel 9, eerste lid. Artikel II. Inwerkingtreding Dit besluit treedt met in werking met ingang van 1 januari Lasten en bevelen dat dit besluit en de bijlagen met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zullen worden geplaatst. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof) 8

9 NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Met de wijziging van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken (hierna: het Besluit) worden de maatregelen die in de wijziging van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) per 1 januari 2007 worden ingevoerd verder uitgewerkt. In het Besluit zijn nadere bepalingen opgenomen ten aanzien van met name de indicatiestelling voor de Wsw en de financieringssystematiek. De wijzigingen ten aanzien van de indicatiestelling bevatten met name redactionele verbeteringen. Op deze wijzigingen en op de technische wijziging van enige overige elementen uit het Besluit wordt in de artikelsgewijze toelichting nader ingegaan. De belangrijkste wijzigingen van het Besluit zijn gericht op de uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek. 2. Financieringssystematiek De verdeling van het Wsw-budget vindt op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wsw vóór 1 oktober voorafgaande aan het uitvoeringsjaar plaats. Na afloop van het uitvoeringsjaar vindt, op basis van een verantwoording van de gemeenten over hun geleverde prestaties, eventueel terugvordering plaats Verdeling van het budget Het beschikbare Wsw-budget zal over gemeenten worden verdeeld op basis van het aantal Wsw-geïndiceerden dat in elke gemeente woonachtig is. Het aandeel van het landelijk beschikbare Wsw-budget dat een individuele gemeente zal ontvangen is gelijk aan het aandeel Wsw-geïndiceerden dat woonachtig is in die gemeente ten opzichte van het totale aantal Wsw-geïndiceerden in Nederland. Zo ontvangt elke gemeente een Wsw-budget dat in verhouding staat tot het aantal Wsw-geïndiceerden in de eigen gemeente. Daarmee verschuift de financiële verantwoordelijkheid voor de Wsw-werknemers ook naar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de Wsw-werknemers woonachtig zijn. Het kan voorkomen dat Wsw-werknemers een Wsw-plaats vervullen bij een gemeente of werkvoorzieningschap waar zij niet wonen. Tot op heden werd de Wsw-arbeidsplaats van deze werknemers in dat geval gefinancierd door de gemeente of het werkvoorzieningschap waar betrokkene werkzaam is. Dit werkvoorzieningschap ontving voor deze arbeidsplaats ook het Wsw-budget. Met de inwerkingtreding van dit besluit ontvangt de gemeente waar betrokkene woont het Wsw-budget voor deze persoon, en moet derhalve ook die gemeente de Wsw-plaats financieren. Met de wijziging van de Wet sociale werkvoorziening is geregeld dat gemeenten verplicht zijn om Wsw-arbeidsplaatsen waarop hun eigen Wsw-geïndiceerden werkzaam zijn te financieren. Dat betekent, dat wanneer Wsw-werknemers die woonachtig zijn of gaan wonen in een andere gemeente dan de gemeente die de Wsw-plaats heeft gerealiseerd, de eerstgenoemde gemeente de kosten voor de Wsw-plaats, zolang deze voortduurt, dient te betalen. Als het gaat om een beschutte werkplek of een detacheringsplaats, betaalt de gemeente waarin de Wsw-geïndiceerde woont of gaat wonen het gemiddeld voor de betreffende Wsw-geïndiceerde beschikbare rijksbudget aan de gemeente die de beschutte werkplek of de detachering heeft gerealiseerd. Als de plek gerealiseerd is door een werkvoorzieningschap, betaalt de woongemeente het bedrag aan dat werkvoorzieningschap. 9

10 In overleg met de Wsw-werknemer kan de woongemeente in plaats daarvan de dienstbetrekking ook overnemen en betrokkene zelf in dienst nemen. Indien het om een plaatsing in begeleid werken gaat die is gerealiseerd door een andere gemeente dan de gemeente waar de geïndiceerde woont of gaat wonen, neemt de laatstgenoemde gemeente de met de begeleide arbeidsplaats gemoeide financiële verplichtingen over van de gemeente die deze verplichtingen is aangegaan. De verplichting om een Wsw-arbeidsplaats die via een andere gemeente of een ander werkvoorzieningschap is gerealiseerd te financieren, geldt voor de nieuwe gemeente vanaf het tweede jaar na het jaar waarin de Wsw-geïndiceerde in de nieuwe gemeente is gaan wonen. In de voorliggende periode ontvangt de gemeente die de arbeidsplaats heeft gerealiseerd namelijk nog Wsw-budget voor de betreffende Wsw-geïndiceerde, omdat de verstrekking van het Wsw-budget aan een gemeente voor een uitvoeringsjaar gebaseerd is op het aantal Wswgeïndiceerden dat aan het eind van het jaar T-2 woonachtig was in die gemeente. Indien een Wsw-werknemer verhuist naar het buitenland of anderszins geen woonadres in Nederland meer heeft wordt er voor de financiering van uitgegaan dat hij woont in de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. Om het Wsw-budget op basis van het aantal Wsw-geïndiceerden per gemeente te kunnen verdelen, moet dit aantal per gemeente precies en overal op dezelfde manier kunnen worden vastgesteld. Daarom wordt bij het bepalen van het aantal Wsw-geïndiceerden per gemeente uitgegaan van een vast moment, te weten 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de budgettoekenning aan de gemeenten plaatsvindt. Om het aantal Wsw-geïndiceerden per die datum objectief te kunnen vaststellen is in artikel 4, eerste lid, van het Besluit geregeld dat de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) bij nieuwe indicatieaanvragen in geval van een positieve indicatiebeschikking de datum waarop de aanvraag voor een indicatie is ingediend zal hanteren als datum vanaf wanneer de indicatie geldig is. Zo wordt voorkomen dat personen die op dezelfde datum, vóór 31 december van het jaar, een aanvraag voor een Wsw-indicatie indienen, in de ene gemeente al wel als geïndiceerde worden meegerekend, omdat CWI vóór 31 december een indicatiebeschikking heeft afgegeven, terwijl in een andere gemeente, omdat de indicatieprocedure daar langer duurde, de beschikking pas na 31 december wordt afgegeven en betrokkene dus niet wordt meegerekend. Door in de indicatiebeschikking de datum waarop iemand tot de doelgroep behoort vast te stellen op de datum waarop de aanvraag voor de indicatie is ingediend, wordt deze ongelijkheid voorkomen. De toekenning van Wsw-middelen aan een gemeente voor een bepaald jaar wordt derhalve gebaseerd op het aantal Wsw-geïndiceerden in het jaar voorafgaande aan het jaar waarin de middelen worden toegekend. Om die reden zullen in geval van toekomstige samenvoeging van gemeenten als gevolg van een gemeentelijke herindeling, de gegevens van de samengevoegde gemeenten in het voor de toekenning relevante jaar, gezamenlijk dienen als uitgangspunt voor de toekenning van Wsw-middelen aan de nieuw ontstane gemeente. Met de hierboven beschreven wijziging wordt de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de eigen Wsw-geïndiceerden benadrukt. De verdeelsystematiek wordt tevens sterk vereenvoudigd, omdat alleen het aantal Wsw-geïndiceerden nog bepalend is voor de verdeling van het Wsw-budget Minimale realisatie per gemeente Het Wsw-budget dat gemeenten ontvangen, dient in beginsel volledig te worden aangewend voor de uitvoering van de Wsw. Het beschikbare Wsw-macrobudget is in de huidige 10

11 systematiek gebaseerd op de structurele financiering van voltijds Wsw-arbeidsplaatsen (arbeidsjaren) voor Wsw-geïndiceerden in de arbeidshandicapcategorie matig. Een gerealiseerd arbeidsjaar voor een ernstig gehandicapte Wsw-geïndiceerde telt hierbij als 1,25 arbeidsjaar. Het aantal van Wsw-arbeidsjaren blijft in de nieuwe systematiek gehandhaafd. Elke gemeente zal met het verstrekte Wsw-budget minimaal het evenredige aantal Wsw-arbeidsjaren moeten realiseren. Ontvangt een gemeente een x-percentage van het totale Wsw-budget, dan zal deze gemeente hetzelfde percentage van de Wswarbeidsjaren moeten realiseren. Doordat de hoogte van het verstrekte Wsw-budget aan een gemeente gebaseerd is op het aantal Wsw-geïndiceerden in die gemeente, zijn op die manier zijn het aantal Wswgeïndiceerden in de gemeente, het aan die gemeente verstrekte budget en het daarvoor door de gemeente te realiseren minimale aantal Wsw-arbeidsjaren exact met elkaar in verhouding. Gemeenten dienen overschotten op het Wsw-budget die er zijn na realisatie van het minimale aantal Wsw-arbeidsjaren altijd in te zetten voor de uitvoering van de Wsw. Daarmee worden gemeenten gestimuleerd om met het verstrekte Wsw-budget méér Wsw-arbeidsjaren te realiseren dan het minimale aantal. Alleen indien het minimale aantal Wsw-arbeidsjaren is gerealiseerd en er geen Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst staan in de desbetreffende gemeente, mag de gemeente een eventueel overschot op het Wsw-budget voor andere doeleinden inzetten. In de wet is het recht voor Wsw-geïndiceerden opgenomen om binnen 12 maanden nadat zij volgens de indicatiebeschikking tot de doelgroep zijn gaan behoren een Wsw-arbeidsplaats aangeboden te krijgen. Dat recht geldt alleen voorzover gemeenten over voldoende Wswbudget beschikken om betrokkene tijdig te plaatsen. Wanneer betrokkene langer dan 12 maanden tot de doelgroep behoort, op de wachtlijst staat en nog steeds geen Wswarbeidsplaats heeft aangeboden gekregen, heeft betrokkene aanspraak op een Wswarbeidsplaats in volgorde van plaatsing op de wachtlijst Dit wordt geregeld in artikel 8, zevende lid, van het Besluit. Teneinde de betrokkenen in de gelegenheid te stellen deze aanspraak te effectueren wordt met het achtste lid van artikel 8 van het Besluit geregeld dat gemeenten aan Wsw-geïndiceerden die langer dan twaalf maanden tot de doelgroep behoren en op de wachtlijst staan zodanig inzage dienen te geven in de plaatsingen die door de gemeente zijn gerealiseerd, dat de Wsw-geïndiceerde kan beoordelen of er sprake is geweest van plaatsing van andere Wsw-geïndiceerden in afwijking van de geldende volgorde. Bij het bepalen van de wachtduur van de Wsw-geïndiceerde worden alleen de periodes meegerekend waarin betrokkene daadwerkelijk beschikbaar was voor Wsw-arbeid. Periodes van detentie, opname in een ziekenhuis of periodes waarin voltijds onderwijs is genoten worden hierbij niet meegerekend. Dit is conform hetgeen al in het Besluit was geregeld. In het negende lid van artikel 8 wordt geregeld dat het zevende lid niet van toepassing is op de geïndiceerde die het college schriftelijk heeft meegedeeld in het kader van het persoonsgebonden budget zelf op zoek te gaan naar een begeleid werkenplek. Het college hoeft deze geïndiceerde dus geen Wsw-arbeidsplaats aan te bieden. De uitzondering op het toepassingsbereik van het zevende lid vervalt op het moment dat de geïndiceerde schriftelijk meedeelt geen gebruik te zullen maken van de mogelijkheid van een persoonsgebonden budget. Vanaf dat moment heeft deze geïndiceerde recht op aanbieding door het college van een Wsw-arbeidsplaats in volgorde van plaatsing op de wachtlijst van degenen die op dat moment op de wachtlijst staan Garantiefactor 11

12 De andere wijze van verdelen van het Wsw-budget over gemeenten kan tot herverdeeleffecten leiden. Onder herverdeeleffecten wordt verstaan de mate waarin een gemeente in enig jaar meer of minder Wsw-budget ontvangt dan in het voorgaande jaar ten koste of ten gunste van de verstrekking van Wsw-budget aan andere gemeenten. Ook in de huidige systematiek is, door veranderingen in de omvang van de Wsw-doelgroep en variatie in de hoogte van de wachtlijst per gemeente, jaarlijks sprake van herverdeeleffecten. Om deze effecten te beperken en gemeenten niet met te grote wisselingen in de budgetverstrekking van jaar op jaar te confronteren wordt thans de zogenaamde 95-procentgarantie gehanteerd. Door middel van deze garantie wordt gegarandeerd dat een gemeente in elk jaar een budget ontvangt voor ten minste 95 procent van het aantal plaatsen dat in het vorige jaar is gerealiseerd. Ook in de nieuwe verdeelsystematiek zal sprake zijn van een 95-procentgarantie. Deze houdt in dat het Wsw-budget dat een gemeente zal ontvangen gebaseerd is op een minimumaantal arbeidsjaren ter hoogte van ten minste 95 procent van het minimumaantal arbeidsjaren waarvoor in het voorgaande jaar Wsw-budget aan de gemeente is verstrekt. De middelen die nodig zijn voor de 95-procentgarantie zullen worden verstrekt vanuit het Wsw-macrobudget. Na berekening van de verdeling van de middelen uit het macrobudget over gemeenten op basis van het aantal Wsw-geïndiceerden dat in elke gemeente woonachtig is, wordt de bijbehorende uitkering per gemeente vergeleken met de uitkering van het voorgaande jaar. Voorzover de berekende uitkering voor een of enkele gemeente(n) lager uitvalt dan het budget dat nodig is om 95 procent van de arbeidsplaatsen te realiseren waarvoor in het voorgaande jaar aan die gemeente(n) middelen zijn verstrekt, worden de middelen die benodigd zijn om de uitkering voor die gemeente(n) aan te vullen bij alle gemeenten op de voor hen berekende uitkeringen naar rato in mindering gebracht en aan de uitkering van de betreffende gemeenten toegevoegd, zodat een definitieve verdeling ontstaat waarbij geen enkele gemeente er meer dan vijf procent op achteruitgaat ten opzichte van het voorgaande jaar. In de financieringssystematiek zoals die voor inwerkingtreding van dit besluit gold, werden de Wsw-middelen in de meeste gevallen niet aan individuele gemeenten verstrekt maar aan samenwerkingsverbanden op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het is daarom niet mogelijk om de uitkering die gemeenten op grond van de nieuwe financieringssystematiek zullen ontvangen een-op-een te vergelijken met de uitkering die in het voorgaande jaar door die gemeente is ontvangen. Voor de toepassing van de 95- procentgarantie in het eerste uitvoeringsjaar van de nieuwe systematiek wordt daarom op basis van informatie over het aantal Wsw-werknemers en Wsw-geïndiceerden op de wachtlijst per woongemeente een berekening gemaakt van het aandeel van het verstrekte Wswmacrobudget dat voor elke individuele gemeente in de oude financieringssystematiek bestemd was. De uitkomst van deze berekening zal als uitgangspunt worden genomen bij het berekenen van de 95-procentgarantie voor het eerste uitvoeringsjaar van de nieuwe systematiek Verantwoording De verantwoording over de ontvangen Wsw-middelen wordt met de nieuwe systematiek eveneens sterk vereenvoudigd. Gemeenten dienen na afloop van het uitvoeringsjaar aan te geven hoeveel arbeidsjaren zijn gerealiseerd en, voorzover de kosten lager waren dan de verstrekte middelen, welke kosten hiermee waren gemoeid. Onder arbeidsjaar wordt verstaan het equivalent van een dienstbetrekking op basis van een volledige werkweek met een geïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie matig die het gehele kalenderjaar is vervuld. Onder het vervullen van de dienstbetrekking wordt mede verstaan de situatie dat de werknemer niet werkt doch wel loon geniet op grond van artikel 628, 629 of 639 van Boek 7 12

13 van het Burgerlijk Wetboek. In de situatie dat de werknemer niet werkt en ook geen loon geniet is geen sprake van het vervullen van de dienstbetrekking. Wsw-arbeidsplaatsen voor ernstig gehandicapten worden zoals eerder aangegeven bij de opgave van het aantal gerealiseerde arbeidsjaren 1,25 keer meegerekend. Indien een gemeente op grond van artikel 10 van de Wsw arbeidsplaatsen bij of gesubsidieerd door andere gemeenten of werkvoorzieningschappen financiert, wordt een aldus gerealiseerd arbeidsjaar ook toegerekend aan eerstgenoemde gemeente. De Wsw-arbeidsplaatsen die voor financiering uit het Wsw-budget in aanmerking komen en dus in de verantwoording van de gemeente worden opgenomen, betreffen alleen arbeidsplaatsen voor Wsw-geïndiceerden. Arbeidsplaatsen voor personen die niet tot de Wswdoelgroep behoren, komen hiervoor niet in aanmerking. Om gemeenten de tijd te geven om voor reïntegratie van voormalig Wsw-geïndiceerden te kunnen zorgdragen, wordt hierop een uitzondering gemaakt voor Wsw-werknemers die na herindicatie hun Wsw-indicatie zijn kwijtgeraakt. Hoewel zij niet meer tot de Wsw-doelgroep behoren, zijn zij nog wel Wsw-werknemer en kunnen zij niet worden ontslagen uit de Wsw voordat voor hen een passend alternatief aanbod beschikbaar is. Een passend aanbod voor personen die te goed zijn geworden voor de Wsw bestaat uit een andere, reguliere baan dan wel een uit andere (reïntegratie-)middelen door de gemeente gefinancierde gesubsidieerde baan. Voor personen die onder de ondergrens van de Wsw terecht zijn gekomen bestaat een passend aanbod uit een plaats in de dagbesteding op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Om gemeenten voldoende tijd te geven om voor deze groep personen met een voormalige Wsw-indicatie een passend aanbod te realiseren, blijft de rijksfinanciering voor deze personen gedurende vijf jaar doorlopen. De financiering wordt in deze periode wel afgebouwd. Om dit te realiseren is geregeld dat arbeidsplaatsen voor Wsw-werknemers van wie de Wsw-indicatie is vervallen in het eerste jaar waarin de Wsw-indicatie is vervallen nog volledig door gemeenten kunnen worden opgegeven in de verantwoording. In de jaren ná het vervallen van de Wsw-indicatie wordt de arbeidsplaats elk jaar voor 20 procent minder meegerekend in de opgave. Op die manier telt een arbeidsplaats vijf jaar nadat de Wswindicatie is vervallen niet meer mee bij de verantwoording van het aantal door een gemeente gerealiseerde Wsw-arbeidsplaatsen. Dat betekent dat, indien een gemeente er na vijf jaar nog niet in is geslaagd een passend aanbod te realiseren voor de betreffende werknemer, hij nog niet kan worden ontslagen maar de gemeente zelf geheel voor de financiering van zijn Wswarbeidsplaats dient zorg te dragen, tot het moment waarop alsnog een alternatief aanbod is gedaan. In gevallen waarin de gemeente een passend aanbod aan de betreffende werknemer heeft gedaan dat vervolgens door de werknemer is geweigerd, kan de gemeente overgaan tot ontslag van betrokken werknemer. Met deze mogelijkheid voor gemeenten en de termijn van vijf jaar wordt het financiële risico van de gemeenten voor de reïntegratie van voormalig Wsw-geïndiceerden tot aanvaardbare proporties teruggebracht, zonder daarbij de stimulans te verliezen om een daadwerkelijke inzet te plegen om personen zonder Wsw-indicatie buiten de Wsw aan het werk te krijgen. Op die manier ontstaat weer ruimte om een Wsw-geïndiceerde vanaf de wachtlijst een Wsw-arbeidsaanbod te kunnen doen. Daarmee wordt nogmaals benadrukt dat de Wsw bedoeld is voor personen die alleen via de Wsw in staat zijn om te participeren op de arbeidsmarkt Intercollegiale ruil 13

14 De vaststelling van de aan gemeenten verstrekte uitkering vindt plaats op basis van het aantal door de gemeente gerealiseerde arbeidsplaatsen voor Wsw-geïndiceerden, uitgedrukt in arbeidsjaren. Gemeenten die in enig uitvoeringsjaar minder Wsw-arbeidsjaren realiseren dan het minimumaantal waarvoor aan deze gemeente een rijksuitkering is verstrekt, moeten het met deze onderrealisatie gemoeide deel van de uitkering teruggeven aan het Rijk. Om een optimale inzet van de beschikbare Wsw-middelen te bevorderen, is in het Besluit de mogelijkheid opgenomen om deze onderrealisatie in het betreffende uitvoeringsjaar over te hevelen naar een gemeente die meer dan het minimale arbeidsjaren wil realiseren en daarom meer taakstelling zou willen hebben. Gemeenten die in een uitvoeringsjaar gebruik willen maken van de mogelijkheid voor deze eenmalige uitruil van taakstelling kunnen hiervoor een gezamenlijk verzoek indienen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De mogelijkheid van intercollegiale ruil wordt sinds 2003 op verzoek van gemeenten al geboden, maar was tot dusverre niet in de regelgeving vastgelegd. De mogelijkheid wordt tot op heden elk jaar met weer een jaar verlengd. Met het bepaalde in artikel 17, tweede lid, wordt de mogelijkheid van intercollegiale ruil een vast onderdeel van de uitvoering van de Wsw. Tot dusverre werden verzoeken voor intercollegiale ruil altijd op het niveau van het Wgr-verband geregeld en werd taakstelling uitgeruild tussen Wgr-verbanden onderling. In de nieuwe systematiek, waarin elke individuele gemeente een Wsw-budget ontvangt, kan een gezamenlijk verzoek voor intercollegiale ruil van taakstelling alleen door individuele gemeenten worden aangevraagd. Dat kan zowel door gemeenten die binnen één Wgr-verband samenwerken als door gemeenten uit verschillende Wgr-verbanden of gemeenten die de Wsw zelfstandig uitvoeren. 3. Overige bepalingen Wsw-geïndiceerden krijgen meer keuzevrijheid. Als de gemeente een begeleidingsorganisatie inschakelt voor het zoeken naar een passende begeleid werkenplaats en het verzorgen van de begeleiding op de werkvloer, heeft de Wsw-geïndiceerde het recht een keuze te maken tussen ten minste twee begeleidingsorganisaties. Dit recht is geregeld in artikel 11, tweede lid, van het Besluit. Aan artikel 14 van het Besluit is een tweede lid toegevoegd waarin wordt bepaald dat de gemeente een door hem voor begeleid werken ingeschakelde begeleidingsorganisatie kan vervangen door een andere organisatie indien de Wsw-geïndiceerde die door de organisatie wordt begeleid hiermee instemt. Alleen wanneer de door de organisatie geboden begeleiding niet adequaat is of de kosten die de organisatie voor de begeleiding in rekening wil brengen niet langer in verhouding staan tot de kosten die andere organisaties voor dezelfde dienst vragen, kan de gemeente zonder instemming van de cliënt een andere begeleidingsorganisatie inschakelen. Met het bepaalde in dit artikel wordt voorkomen dat individuele Wsw-geïndiceerden hierdoor tegen hun zin geconfronteerd worden met veranderingen in hun persoonlijke begeleiding in situaties waarin de begeleiding naar volle tevredenheid van de Wsw-geïndiceerde plaatsvindt en hij met de begeleider een persoonlijke vertrouwensrelatie heeft opgebouwd. Het recht op inspraak in de organisatie die de begeleiding op de werkvloer verzorgt, past bij het uitgangspunt van meer rechten voor de Wsw-geïndiceerde, zoals dat ook met de introductie van het persoonsgebonden budget is vormgegeven. Bij zowel indicatie als bij herindicatie wordt door CWI in principe een geldigheidsduur van tussen de twee en vijf jaar toegekend. Met de wijziging van het derde lid van artikel 4 van het Besluit is het nu ook mogelijk dat bij indicatie in zeer specifieke gevallen een geldigheidsduur van maximaal 10 jaar wordt toegekend. Dit was al mogelijk bij herindicatie als sprake was van een zeer stabiele arbeidshandicap van een geïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie 14

15 ernstig. In de praktijk is gebleken dat dit bij eerste indicatie ook al vastgesteld kan worden. Door CWI ook bij indicatie de mogelijkheid te bieden om in zeer specifieke gevallen een geldigheidsduur van maximaal tien jaar toe te kennen wordt de administratieve lastendruk voor Wsw-geïndiceerden teruggebracht. Met de wijziging van artikel 1 van het Besluit is de definiëring van de beperkingen van lichamelijke, psychische en verstandelijke aard aan de hand van het ICIDH- en het ICD-10- classificatiesysteem komen te vervallen. Deze classificatiesystemen zijn verouderd. In de Regeling uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken zal worden geregeld dat indien CWI externe deskundigen, te weten artsen en psychologen, voor indicatie inschakelt om de beperkingen in beeld brengen, deze externe deskundigen de beperkingen moeten classificeren aan de hand van de gangbare classificatiesystemen. Op grond van de door de externe deskundigen geconstateerde beperkingen zal CWI vervolgens beoordelen of de aanvrager van indicatie daadwerkelijk tot de Wsw-doelgroep behoort. 4. Reactie van de uitvoerende partijen De moderniseringsvoorstellen zijn in samenspraak met de bij de uitvoering van de Wsw betrokken partijen VNG, Cedris, CG-Raad, LCR en FvO, tot stand gekomen. Aan elk van deze partijen afzonderlijk is gevraagd op de inhoud van dit besluit te reageren. Daarnaast is dit besluit voorgelegd aan de Inspectie Werk en Inkomen en aan CWI. Naar aanleiding van de reacties is een aantal formuleringen in dit besluit technisch gewijzigd en zijn enkele passages in deze nota van toelichting verduidelijkt. Artikelsgewijs Artikel I. Wijziging Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken Onderdeel A De subonderdelen 1 en 2 bevatten redactionele verbeteringen. In subonderdeel 3 wordt de definitie van de term geïndiceerde aangepast in verband met de definiëring van het begrip geïndiceerd die in artikel 1 van de Wet sociale werkvoorziening (hierna: de wet) wordt opgenomen. Voor een toelichting op subonderdeel 4 verwijs ik naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. Voorts wordt in subonderdeel 5 de definitie van begeleidingsorganisatie aangepast omdat in artikel 7 van de wet niet langer de voorwaarde zal zijn opgenomen dat de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking aangeeft dat de geïndiceerde in aanmerking komt voor begeleid werken. Onderdeel B Artikel 2, vierde lid, van het Besluit wordt aangepast om te verduidelijken dat als de aanvraag tot indicatie is ingediend door een derde namens de aanvrager, de CWI het bewijs van ontvangst van de aanvraag naar die derde dient te zenden. Voorts wordt de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. Onderdeel C In subonderdeel 1 vervalt het eerste lid van artikel 4 van het Besluit. Een overeenkomstige bepaling wordt immers opgenomen in artikel 11, vijfde lid, van de wet. Subonderdeel 2 en subonderdeel 3 bevatten redactionele verduidelijkingen. Voorts bevat subonderdeel 3 een verlenging van de maximale duur van de indicatie van vijf naar tien jaar. Voor een toelichting op hierop verwijs ik naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. In 15

16 subonderdeel 4 vervallen de onderdelen a en b van het tot vierde lid vernummerde vijfde lid omdat overeenkomstige bepalingen worden opgenomen in artikel 11, eerste lid, van de wet. Onderdeel D In subonderdeel 2 wordt de eerste zin van het eerste lid van artikel 5 van het Besluit redactioneel aangepast overeenkomstig artikel 2, vierde lid, van het Besluit (zie de toelichting op onderdeel B). Voorts vervalt de verzending van de indicatiebeschikking naar de privaatrechtelijke rechtspersoon indien deze de wet voor het college uitvoert (het sw-bedrijf). Deze zal op grond van de aanpassing van artikel 2 van de wet immers niet meer de arbeidsinpassing van geïndiceerden kunnen verzorgen. Dat is aan het college voorbehouden (dan wel een gemeenschappelijke regeling). In subonderdeel 3 wordt de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. In subonderdeel 4 wordt de toepassing van het derde lid uitgebreid in verband met de uitbreiding van de situaties waarin de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking op grond van de wet kan worden ingetrokken of vervalt. Omdat artikel 5 derhalve ook ziet op de mededeling inzake intrekking van herindicatiebeschikkingen wordt in subonderdeel 1 het opschrift van dit artikel aangepast. Indien een Wsw-werknemer verhuist naar het buitenland of anderszins geen woonadres in Nederland meer heeft wordt er voor de financiering van uitgegaan dat hij woont in de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde (zie het in onderdeel M voorgestelde derde lid van artikel 15). In subonderdeel 5 wordt geregeld dat indien de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking van een dergelijke Wswwerknemer wordt ingetrokken de berichtgeving, bedoeld in het derde lid, wordt gedaan door de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. Dat is ook de gemeente die een herindicatie kan aanvragen (zie onderdeel E). Onderdeel E In subonderdeel 1 wordt het eerste lid van artikel 6 van het Besluit aangepast. Ook indien de geïndiceerde arbeid verricht wordt de uitkering ontvangen door het college van de gemeente waar de geïndiceerde woont (op 31 december van het jaar T-2). In subonderdeel 2 wordt de term college van burgemeester en wethouders in artikel 6 vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. In subonderdeel 3 wordt allereerst geregeld dat indien het college een herindicatie heeft aangevraagd op grond van artikel 11, derde lid, van de wet het college in ieder geval tevens aan de CWI een reïntegratieverslag verstrekt. Voorts wordt het derde lid van artikel 6 van het Besluit vernumerd tot het vierde lid en aangepast om enerzijds te verduidelijken dat alleen het college een aanvraag tot herindicatie kan doen bij de CWI en anderzijds dat het college een verzoek van een geïndiceerde om daartoe eerder over te gaan dan op het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, altijd moet honoreren. Tenslotte wordt het vierde lid van het Besluit vernummerd tot het vijfde lid en aangepast in verband met de wijziging van de maximale duur van de indicatie in artikel 4, derde lid, (nieuw) van het Besluit. Voorts wordt via een verwijzing naar artikel 5, vierde lid, geregeld dat in de situatie dat een Wsw-werknemer in het buitenland woont of anderszins geen woonadres in Nederland meer heeft het verzoek om een herindicatie wordt gedaan door de gemeente waarin hij laatstelijk in Nederland woonde. Het oude vijfde lid van artikel 6 van het Besluit vervalt omdat op grond van het gewijzigde artikel 19 van de wet op verzoek van de persoon die op 31 december 1997 een dienstbetrekking heeft op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening, welke is voortgezet onder de wet, een herindicatie dient plaats te vinden. Onderdeel F 16

17 In subonderdeel 1 wordt in artikel 8 van het Besluit de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. Het in subonderdeel 2 vervallen vierde lid komt in gewijzigde vorm terug in het nieuwe zesde lid, onderdeel a. In subonderdeel 3 wordt het tot vierde lid vernummerde oude vijfde lid aangepast aan de uitbreiding van de situaties op grond waarvan de indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking kan worden ingetrokken of vervalt op grond van artikel 12 van de wet. In subonderdeel 4 worden vier nieuwe leden toegevoegd. In het zesde lid, onderdeel a, wordt het oude vierde lid geherformuleerd, zodat helder is dat in de omschreven situaties de termijn van 12 maanden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet mag worden overschreden met de perioden van niet beschikbaarheid. In het zesde lid, onderdeel b, wordt geregeld dat de termijn van 12 maanden mag worden overschreden met perioden gelegen voor 1 januari Aldus wordt voorkomen dat colleges al onmiddellijk vanaf de inwerkingtreding van dit besluit geconfronteerd worden met geïndiceerden op de wachtlijst die een beroep doen op het nieuwe zevende lid en krijgen de colleges een jaar de tijd om zich hier op in te stellen. Voor een toelichting op het nieuwe zevende en achtste lid verwijs ik naar paragraaf 2.2 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. In het negende lid van artikel 8 wordt geregeld dat in de periode waarin de geïndiceerde zelf of een door de geïndiceerde aangedragen begeleidingsorganisatie op zoek is naar een dienstbetrekking in het kader van begeleid werken, het college niet gehouden is deze geïndiceerde zo spoedig mogelijk te plaatsen indien de wachttijd van 12 maanden voor deze geïndiceerde is verstreken. Onderdeel G Artikel 8a wordt ingevoegd omdat een dergelijke bepaling wel al bestond met betrekking tot begeleid werken (artikel 11, derde lid). Het ligt in de rede dat ook het college bij het aanbieden van een Wsw-dienstbetrekking rekening houdt met de wensen en mogelijkheden van de geïndiceerde met betrekking tot de aard van het werk. Onderdeel H De aanpassing van artikel 9 bevat in de eerste plaats een samentrekking van het oude eerste en derde lid. De garantie van het tweede lid wordt voorts uitgebreid tot iedere situatie waarin een werknemer die werkzaam is in het sw-bedrijf, gedetacheerd is bij een reguliere werkgever of begeleid werkt werkloos wordt en nog geïndiceerd is. Onderdeel I Zoals aangekondigd in paragraaf 3.2 van de memorie van toelichting op het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen (Kamerstukken II PM) vervalt artikel 10 van het Besluit in verband met de nieuwe financieringssystematiek. Onderdeel J In subonderdeel 1 wordt in artikel 11, eerste lid, van het Besluit de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. Voor de toelichting op de subonderdelen 2 en 3 verwijs ik naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. Met subonderdeel 4 komt het oude vierde lid van artikel 11 van het Besluit te vervallen. Een en ander wordt geregeld in artikel 7 van de wet. In het nieuwe vierde lid wordt geregeld dat indien het college er niet in is geslaagd binnen zes maanden na de mededeling aan de geïndiceerde dat een begeleidingsorganisatie wordt ingeschakeld een dienstbetrekking in het kader van het begeleid werken tot stand te brengen, de geïndiceerde aan het college kan verzoeken om hiervoor een door hem 17

18 aangewezen begeleidingsorganisatie in te schakelen. Het is aan de gemeenteraad om bij verordening nadere regels te stellen met betrekking tot de aldus aan het college gegeven bevoegdheid. Onderdeel K Artikel 12 is met de introductie van het persoonsgebonden budget in artikel 7, tweede lid, van de wet overbodig geworden en kan derhalve vervallen. Onderdeel L In subonderdeel 2 wordt de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. Voor een toelichting op het nieuwe tweede lid verwijs ik naar paragraaf 3 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. Onderdeel M Voor een toelichting op dit onderdeel verwijs ik naar paragraaf 2 van het algemeen deel van deze nota van toelichting. Onderdeel N Hoofdstuk 4 van het Besluit kan vervallen. Een en ander is reeds geregeld in artikel 9 van de wet en hoofdstuk 3 van het Besluit. Onderdeel O In dit onderdeel wordt in artikel 28 van het Besluit de term college van burgemeester en wethouders vervangen door de term college conform dezelfde wijziging in de wet. Voorts vindt in het tweede lid de verwijzing naar artikel 9, derde lid, - gelet op de wijziging van dat artikel in onderdeel G - vervangen door een verwijzing naar artikel 9, eerste lid. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof) 18

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet

tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet Besluit van [[ ]] tot Aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet Participatiewet Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale

Nadere informatie

Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen

Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen 30 673 Wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 322 Besluit van 1 september 2014 tot aanpassing van het Besluit uitvoering sociale werkvoorziening en begeleid werken in verband met de Invoeringswet

Nadere informatie

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID;

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 14 december 2004, Directie Arbeidsmarktbeleid Bijzondere Groepen, nr. ABG/GA/2004/85773

Nadere informatie

Verordening op de Wet sociale werkvoorziening

Verordening op de Wet sociale werkvoorziening pagina 1 van 7 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Organisatie Organisatietype Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door Onderwerp Eigen onderwerp Amsterdam Gemeente Verordening

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen Nr. 213 De raad van de gemeente Oldenzaal; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2008, nr. 20/19; gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel

Nadere informatie

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray; gelet op artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 4.81 Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Ontwerpbesluit van tot aanpassing van het Besluit advisering beschut werk Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, nr. ; Gelet op de artikelen 10b, tweede lid,

Nadere informatie

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20.

b. In het eerste lid, onderdeel l, wordt bij besluit als bedoeld in artikel 21 vervangen door: bij besluit als bedoeld in artikel 20. 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang) Vierde nota van wijziging Het voorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 221 Besluit van 13 april 2006, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34051 1 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 november 2014, 2014-0000134709,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 224 Wet van 21 mei 2012 tot wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met aanpassing van de dienstverlening

Nadere informatie

Wijziging van de Ziektewet i.v.m. harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten

Wijziging van de Ziektewet i.v.m. harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.2.24 Wijziging van de Ziektewet i.v.m. harmonisatie van instrumenten ter bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten tekst + toelichting bronnen Staatsblad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 288 Wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van); Ontwerpbesluit van [[ ]] Houdende regels met betrekking tot de werkzaamheden die het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen uitvoert om te beoordelen of een persoon uitsluitend in een beschutte omgeving

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR302150_1. Verordening Kinderopvang Delft Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR302150_1 3 oktober 2017 Verordening Kinderopvang Delft 2013 De raad der gemeente Delft; gelezen het voorstel van het college van 7 mei 2013; Gelet op artikel 149

Nadere informatie

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Fivelingo

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Fivelingo Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Fivelingo miv 01-07-2008 Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening De gemeenteraad

Nadere informatie

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van persoonsgebonden budgetten.

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van persoonsgebonden budgetten. De raad van de gemeente ; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; Gelet op artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening; Overwegende dat de raad bij verordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 259 Wet van 17 mei 2001 tot wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten in verband met de invoering

Nadere informatie

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2008;

Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2008; Raadsbesluit Concept Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 2008; b e s l u i t : Gelet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 081 Nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 2018, nr. DCB/CZW/S&B;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 2018, nr. DCB/CZW/S&B; Besluit tot wijziging van het Besluit basisregistratie personen in verband met het opnemen van gegevens over kinderen die op het moment van de geboorte niet meer in leven zijn of omtrent wie een Nederlandse

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 967 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het geboorteverlof en het aanvullend geboorteverlof teneinde bij

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 98 27 091 Wijziging van de rbeidsomstandighedenwet 1998 (Technische verbeteringen en aanpassingen) GEWIJZIGD VOORSTEL VN WET 16 november 2000

Nadere informatie

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

2. Het college werkt bij de uitvoering van het eerste lid, onderdeel a, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Artikel 7. Opdracht college 1. Het college: a. ondersteunt bij arbeidsinschakeling: 1. personen die algemene bijstand ontvangen, 2. personen als bedoeld in de artikelen 34a, vijfde lid, onderdeel b, 35,

Nadere informatie

Verordening Persoonsgebonden Budget. Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Gemeenschappelijke Regeling Tomingroep

Verordening Persoonsgebonden Budget. Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening. Gemeenschappelijke Regeling Tomingroep Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Gemeenschappelijke Regeling Tomingroep 2008 VERORDENING PERSOONSGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015;

gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; Het college van de gemeente Stadskanaal gelezen het voorstel van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Wedeka bedrijven van 5 november 2015; gelet op artikel 23 van de gemeenschappelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 383 Wet van 27 september 2000, houdende nieuwe regels voor de financiering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 497 Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de beëindiging van de toegang

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 435 Besluit van 28 september 2006 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 694 Besluit van 20 december 2001 tot wijziging van het Reïntegratie-instrumentenbesluit Wet REA in verband met wijzigingen in de Wet op de (re)integratie

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr. invullen]], ;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr. invullen]], ; Ontwerpbesluit van [[ ]] tot wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 in verband met vernieuwing van de financieringssystematiek, het afsluiten van de instroom bij centrumgemeenten

Nadere informatie

In het opschrift wordt Invoeringswet Wet werken naar vermogen vervangen door: Invoeringswet Participatiewet.

In het opschrift wordt Invoeringswet Wet werken naar vermogen vervangen door: Invoeringswet Participatiewet. 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012

Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012 Raadsvergadering : 22 januari 2013 Commissie : Sociaal Agendapunt : Onderwerp : Verordening Wachtlijstbeheer Wsw 2012 Collegevergadering : 11 december 2012 Agendapunt : Portefeuillehouder : Wethouder J.B.

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van..., nr...; Besluit van houdende wijziging van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met de invoering van enige maatregelen in het kader van de stelselvernieuwing

Nadere informatie

Wettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO

Wettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO Wettelijke basis cliëntenparticipatie WWB, WIJ, WSW en WMO WWB Art. 47. Verordening cliëntenparticipatie De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 424 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet privatisering ABP, de Werkloosheidswet en de Ziektewet in verband met

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 514 Wijziging van de Participatiewet, de Wet tegemoetkomingen loondomein, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening

Nadere informatie

Raadsstuk. 023/ januari 2009 SZW/bb 2008/ Aanpassing verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw

Raadsstuk. 023/ januari 2009 SZW/bb 2008/ Aanpassing verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw Raadsstuk Raadsstuk B&W datum Sector/Afd Reg.nr(s) Onderwerp 023/2009 13 januari 2009 SZW/bb 2008/202566 Aanpassing verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wsw Aan de Raad der gemeente Haarlem

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 249 Wijziging van de Werkloosheidswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de vervanging van fictief arbeidsverleden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 479 Voorstel van wet van het lid Hamer houdende regels met betrekking tot een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang en waarborging van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 726 fschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 30 318 Voorstel van wet tot aanpassing van en verbeteringen in diverse wetten in verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede enkele andere correcties (Aanpassings-

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 893 Invoering en wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 juni 2009 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 695 Wet van 20 december 2001, houdende wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband

Nadere informatie

Algemene toelichting - 1 -

Algemene toelichting - 1 - Algemene toelichting Op 1 januari 2008 is de herziene Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Deze wet bevordert dat Wsw-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om

Nadere informatie

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 19-12-2014 Nummer gemeenteblad: 0355 Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 598 Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten in verband met de invoering van

Nadere informatie

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening De raad van de gemeente Meijel, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april, inzake vaststelling verordening

Nadere informatie

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Artikel I. Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Artikel I. Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen in verband met het afschaffen van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 491 Besluit van 24 september 2004 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening alsmede

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van, kenmerk ; Besluit van houdende een wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 tot verlaging van de vermogensinkomensbijtelling, verkorten van de overgangstermijnen voor de hoge

Nadere informatie

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS 1940-1945

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS 1940-1945 Voorstel van wet tot Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940-1945 in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 518 Besluit van 11 december 2014, houdende wijziging van het Reïntegratiebesluit in verband met het subsidiëren van interne jobcoaching 0 Wij

Nadere informatie

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk Van: Aan: College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z170052070 Datum: 26 oktober 2017 Onderwerp: Participatievoorziening beschut werk Memo Zeewolde Dit memo geeft een toelichting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum De raad van de gemeente Renkum; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 december 2012; Gelet op artikel

Nadere informatie

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering

Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 met het oog op het wijzigen van de criteria voor de toekenning van meeneembare studiefinanciering Voorstel van wet Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Twee vormen van begeleid werken

Twee vormen van begeleid werken Algemene toelichting Op 1 januari 2008 is de herziene Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. Deze wet bevordert dat Wsw-geïndiceerden meer in een reguliere werkomgeving gaan werken. Om

Nadere informatie

Artikel I. Wijziging van de Werkloosheidswet

Artikel I. Wijziging van de Werkloosheidswet Wet houdende wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het preventief inzetten van reïntegratie-instrumenten, het opdragen van de reïntegratietaak aan overheidswerkgevers, het ondersteunen van WAO-herbeoordeelden

Nadere informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie Naam regeling Verordening wachtlijstbeheer Wet sociale werkvoorziening Citeertitel Verordening wachtlijstbeheer Wet sociale werkvoorziening Wettelijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 567 Wet van 20 december 2007, houdende wijziging van arbeidsongeschiktheidswetten en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met

Nadere informatie

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Dalfsen 2017 (geldig vanaf )

Verordening loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Dalfsen 2017 (geldig vanaf ) Verordening loonkostensubsidie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Dalfsen 2017 (geldig vanaf 01-01-2017) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014 gelet op gelet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 862 Invoering van een bijdrage van de werkgever wiens werknemer op of na het bereiken van de leeftijd van 57,5 jaar werkloos wordt (Wet werkgeversbijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15294 25 juli 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 juli 2012, nr. R&P/AV/2012/11423,

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet

BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet BIJLAGE 1 Overzicht nieuw-oud artikelen 10b en 10d van de Participatiewet Artikel 10b van de Participatiewet (nieuw) Artikel 10b van de Participatiewet (oud) Lid 1 Lid 3 Lid 4 Lid 5 Het college biedt ter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 981 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 034 Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 30 425 Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 67 Wet van 13 december 2000, houdende wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 202 Wet van 5 april 2012 tot wijziging van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten teneinde het recht op een tegemoetkoming afhankelijk

Nadere informatie

In het opschrift wordt Invoeringswet Wet werken naar vermogen vervangen door: Invoeringswet Participatiewet.

In het opschrift wordt Invoeringswet Wet werken naar vermogen vervangen door: Invoeringswet Participatiewet. 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere wetten gericht op bevordering deelname aan de arbeidsmarkt

Nadere informatie

ARTIKEL I. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

ARTIKEL I. Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten Voorstel van wet Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18724 9 juli 2013 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juli 2013, 2013-0000085564, houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34013 30 juni 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2016, nr. 2016-0000141518,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 726 Afschaffing van de algemene tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten, de compensatie voor het verplicht eigen risico, de fiscale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 389 Besluit van 10 oktober 2003 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de IOAW en IOAZ (Besluit uitkeringen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 167 Wet van 7 mei 2014 tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940 1945 in verband met

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 29 september 2014,

gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 29 september 2014, De Raad van de gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van het college burgemeester en wethouders van 29 september 2014, gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie

Hoofdstuk 2. Loonwaarde en loonkostensubsidie De raad van de gemeente gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.; gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet; besluit vast te stellen de gemeente.. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Artikel VIIIc Wijziging van de Wet decentralisering langdurigheidstoeslag

Artikel VIIIc Wijziging van de Wet decentralisering langdurigheidstoeslag 31 559 Intrekking van de Invoeringswet Wet werk en bijstand TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1. Na artikel VIIIb wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 194 Wijziging van de Participatiewet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet financiering sociale verzekeringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, STTSCOURNT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 2456 24 december 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 december 2008, nr. W&/SFI/08/35152,

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],; Ontwerpbesluit van [[ ]] tot Aanpassing van het Besluit advisering beschut werk in verband met enkele wijzigingen in de werkwijze van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Op de voordracht van

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: 1e wijziging van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 678 Verbetering van de procesgang in het eerste ziektejaar en houdende nieuwe regels voor de ziekmelding, de reïntegratie en de wachttijd van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 464 Wijziging van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen om cumulatie van de uitkeringsduur op grond

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wet Sociale Werkvoorziening

Nota van B&W. Onderwerp Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wet Sociale Werkvoorziening Nota van B&W Onderwerp Verordening Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken Wet Sociale Werkvoorziening Portefeuille H. van der Molen Auteur Dhr. P. Haker Telefoon 5114039 E-mail: phaker@haarlem.nl SZW/BB

Nadere informatie