Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Korreweg 29 A 9714 AB GRONINGEN Hierna te noemen: de woonruimte Zaaknummer Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker Hierna te noemen: huurder Wederpartij (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 bedraagt 1.120, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 20 januari 2016 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om zijn betalingsverplichting voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 vast te stellen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Daarvoor is op 23 februari 2016 een onderzoek uitgevoerd. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. COU2G ENV II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Pagina 1 van 5

2 Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring gemachtigde van de huurder: Ik heb de servicekostengegevens op 4 mei 2016 bij de Huurcommissie opgevraagd, maar heb de facturen niet ontvangen. Het is niet gelukt dat eerder aan te geven. Ik wil alsnog graag de facturen inzien binnen één week, anders verzoek ik de commissie een nieuwe zitting te plannen; Gas en water zijn ontzettend hoog uitgevallen. Huur begrijpt het niet. De woonruimte is 48 m 2 groot. Nu zit zij in een pand (dat tweemaal zo groot is) waar ze 100,00 per maand betaalt voor gas, water en elektra. Hier is het al 120,00 per maand alleen voor gas; Voor de variabele kosten bij gas wordt een verdeelsleutel 54/135 e deel gehanteerd. Volgens huurder en het Kadaster is de woonruimte 48 m 2, inclusief verkeersruimte. Woonruimte 29 B is 56 m 2 en 29 C 47 m 2. Ik ben daarom van mening dat de verdeelsleutel 48/151 e deel moet zijn; De reden voor de hoge kosten voor dit appartement is onbekend. Wellicht is de wasserette op de begane grond hierin meegedeeld? Of is er iets met de meters? Een bedrag van 28,74 per maand voor water is heel veel; Ik verzoek de commissie om een redelijkheidstoetsing hierop toe te passen; Het is jammer dat bij aanvang en einde van de huur de meterstanden niet zijn genoteerd; Huurder woont hier niet meer; De kosten voor gebruik van de wasmachine en overige keukenapparatuur moeten op 0,00 worden gesteld omdat er geen facturen zijn aangeleverd. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Als er geen eindafrekening is stelt de Huurcommissie de betalingsverplichting van de huurder voor de onderzochte kostenposten vast op basis van de aangetoonde daadwerkelijk gemaakte kosten. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten De huurder heeft gedurende de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft geen overzicht van de in die periode gemaakte kosten verstrekt. De huurder heeft in deze periode een bedrag van 1.600,00 aan voorschotten voor de servicekosten betaald. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 vast te stellen op 1.487,08. Beoordeling Huurcommissie Naar aanleiding van hetgeen gemachtigde van huurder ter zitting heeft verklaard, heeft de commissie de zaak aangehouden. Zij heeft gemachtigde tot één week na Pagina 2 van 5

3 de zitting de tijd gegeven te reageren op de haar toegezonden gegevens. Bij ontvangen brief van 18 mei 2016 heeft gemachtigde haar reactie hierop gezonden. Zij heeft geconcludeerd dat de wasserette op de begane grond wél een eigen aansluiting heeft. De nota ziet dus op de drie woonruimten alleen. Huurder geeft aan dat dit verbruik onmogelijk betrekking kan hebben op haar huurperiode en woonruimte. De nota van Innova van de verhuurder laat ook zien dat het daadwerkelijk verbruik op dit moment veel lager is. De huurder vraagt zich af of de meterstanden in 2011 wel correct zijn genoteerd. Ook vraagt zij zich af of de collectieve stookinstallatie wel voldoende functioneerde of dat er wellicht sprake was van een gaslek of een fout met de EANcodes? Wat er ook van moge zijn, de kosten voor gas en elektra zijn onredelijk hoog en de huurder verzoekt om toepassing van de redelijkheidstoets. De commissie acht de kosten van het verbruik van de nutsvoorzieningen inderdaad hoog en mede op basis van de reactie van gemachtigde van huurder heeft zij de rapporteur verzocht de kosten voor gas en elektra te berekenen op basis van de KWR methode om de redelijkheid te beoordelen. Hieruit is het volgende naar voren gekomen. Gas en elektra Het kostenverloop is het gevolg van de schattingen van het energiebedrijf, daarom heeft de rapporteur in het rapport het gemiddelde genomen van de periode waarbij de meter-standen wel zijn opgenomen: Gaskosten: 960,73 Elektrakosten: 288,41 KWR methode Als volgens de methode van de afdeling Kwalitatieve Woningregistratie van het voormalige ministerie van VROM ter vergelijking een berekening wordt uitgevoerd komen daaruit de volgende kosten naar voren over de gevraagde periode: Gas Volgens opgave van gemachtigde huurder gaat het om een woning op de 1 e verdieping, met 3 verwarmde vertrekken, is het bouwjaar 1915 en betreft het een 2-persoonshuishouden. Volgens de KWR is het normverbruik (2013) verwarming en warmwater 922 m m³ =1.222 m³ gas. Het gemiddelde tarief voor gas bedroeg volgens het CBS in ,807 per m³. Met de graaddagen methode wordt dit omgerekend naar de gevraagde periode: Graaddagen: t/m , t/m ,8 De gaskosten voor het normverbruik bedragen van t/m : 2.470,4/3.773,8 x m³ x 0,807 = 645,55. Elektra Het betreft hier een 2-persoonshuishouden. Volgens de KWR is het normverbruik (2013) kwh elektra. Het gemiddelde tarief voor elektra bedroeg volgens het CBS in ,192 per kwh. Pagina 3 van 5

4 Om de kosten van de factuurperioden van de afrekeningen om te rekenen naar de onderzoeksperiode, wordt gebruik gemaakt van de seizoenpatroonpercentages. In onderstaand overzicht staat per maand het percentage van het jaarverbruik aangegeven. Maand Verbruik Maand Verbruik Januari 10 % Juli 6 % februari 8 % augustus 7 % Maart 9 % september 8 % April 8 % oktober 9 % Mei 8 % november 10 % Juni 7 % december 10 % Percentage periode / : 63% De vergoeding voor het normverbruik bedraagt: 63% van kwh x 0,192 = 322,24. Gas en elektra De commissie is, met gemachtigde van huurder, van oordeel dat de in rekening gebrachte kosten voor gas en elektra onredelijk hoog zijn. Nu huurder er woonde sinds 1 september 2012 heeft zij bij de middeling over drie jaar niet meegeprofiteerd van de lagere kosten periode in 2011 en in 2012 tot 1 september De commissie acht het redelijk dat de verhuurder de huurder de uit de KWR berekening voortkomende kosten in rekening brengt. Water De rapporteur heeft per abuis met een heel jaar gerekend en niet met acht maanden. De kosten worden derhalve: 8/12 maanden x 229,49 (zijnde 1/3 e deel van 689,83) = 152,99. Bijkomende leveringen en diensten Nu duidelijk is geworden dat de verhuurder voor de wasmachine en overige keukenapparatuur geen facturen heeft gezonden, stelt de commissie huurders betalingsverplichting voor deze kostenpost vast op 0,00. De commissie stelt huurders betalingsverplichting voor de servicekosten als volgt vast: 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 Gas 645,55 (KWR) Elektriciteit 322,24 (KWR) Water 152,99 Bijkomende leveringen en diensten - gebruik wasmachine en overige keukenapparatuur 0,00 - onderhoud c.v.-installatie 0,00 - leegstandsderving 0,00 Beheer en administratiekosten 0, Totaal 1.120,78 Pagina 4 van 5

5 De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 bedraagt 1.120,78. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De verhuurder heeft geen eindafrekening verstrekt en de Huurcommissie stelt huurders betalingsverplichting op een lager bedrag vast dan hij aan voorschotten heeft betaald. De Huurcommissie stelt de verhuurder daarom in het ongelijk. De verhuurder moet de leges betalen. Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de kosten voor gas, water en licht en/of overige servicekosten over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013 bedraagt 1.120,78. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De verhuurder moet 25,00 leges betalen. De huurder krijgt het betaalde legesvoorschot terug. Deze uitspraak is zowel aan de verzoeker als aan de wederpartij gestuurd. GRONINGEN, De Huurcommissie, mr. J.H. Bloksma Zittingsvoorzitter B. Robbe en ing. G.W. Kamp MSRE Zittingsleden Pagina 5 van 5