UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Een tijdsregistratie van het takenpakket Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde Door Sophie Goossens en Emma Lernout Promotor: Prof. dr. Ann Van Hecke Co-promotor: Elsie Decoene

2

3 UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar DE VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Een tijdsregistratie van het takenpakket Masterproef voorgelegd tot het behalen van de graad van Master in de Verpleegkunde en de Vroedkunde Door Sophie Goossens en Emma Lernout Promotor: Prof. dr. Ann Van Hecke Co-promotor: Elsie Decoene

4 Inhoud 1 Woord vooraf Abstract Probleemstelling Methode Onderzoeksvraag Onderzoeksdesign Populatie en setting... 7 Streekproeftrekking... 7 Rekrutering Onderzoeksprocedure... 9 De methode van dataverzameling... 9 Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Data-analyse Raamwerk Verdere analyse Ethische overwegingen Resultaten Onderzoekspopulatie Domeinen De patiënt en familie Het team De organisatie Rollen Klinische praktijkbeoefenaar Opleider & coach... 24

5 Veranderingsdeskundige Onderzoeker Leider Samenwerker Facilitator van de ethische besluitvorming Andere Discussie Resultatenbespreking Sterktes en limitaties Aanbevelingen Conclusie Literatuurlijst Bijlagen Bijlage 1: Dagboekregistratie Bijlage 2: Vragenlijst demografische variabelen Bijlage 3: Verklaringen interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Bijlage 4: Afspraken omtrent categorisatie taken in raamwerk Bijlage 5: Ziekenhuisbrede en ziektespecifieke functies Bijlage 6: Titels verpleegkundig specialisten in de steekproef Bijlage 7: Gemiddeld aantal minuten per categorie... 52

6 1 Woord vooraf Onszelf mogen onderdompelen in een zeer actueel verpleegkundig onderwerp, betekende voor ons beiden een uitdaging. Anderhalf jaar hebben wij ons verdiept in de APN en specifiek in de Vlaamse Verpleegkundig Specialist. We leerden niet enkel uit de literatuur maar kregen ook de kans om hun werk van dichtbij mee te volgen. Allereerst willen we onze promotor Prof. dr. Ann Van Hecke bedanken voor de intensieve en vlotte begeleiding doorheen alle fasen van het onderzoek. Door haar expertise in het domein konden we steeds rekenen op kritische feedback en bijsturing. Ook willen we onze co-promotor Elsie Decoene bedanken voor de inhoudelijke ondersteuning en zinvolle tips. Ten tweede willen we alle deelnemende verpleegkundig specialisten bedanken voor hun tijd en medewerking in dit onderzoek. Zonder hen kon deze masterproef niet gerealiseerd worden. Vervolgens willen we onze familie en vrienden bedanken. Zij hebben ons tijdens het hele proces ondersteund vanaf de zijlijn. Als laatste danken wij elkaar voor de constructieve samenwerking waarbij eerlijkheid, een kritische houding en enthousiasme een rode draad vormden doorheen het volledige proces. Sophie Goossens & Emma Lernout Mei 2016 Aantal woorden masterproef: 6956 (exclusief woord vooraf, inhoudstafel, abstract, tabellen, bijlagen, bibliografie) 1

7 2 Abstract Probleemstelling In de loop van de 20ste eeuw deed de Advanced Practice Nurse (APN) zijn intrede. Dit is een verpleegkundige die zich kenmerkt door specialisatie, roluitbreiding (extension) en verdieping (advancement). Op internationaal vlak heerst nog steeds een grote diversiteit qua invulling en omschrijving van deze functie. In de Vlaamse context wordt de APN vertaald naar de Verpleegkundig Specialist (VS). Het is nog niet duidelijk op welke manier de Vlaamse VS zijn of haar tijd besteedt. Doelstelling Inzicht krijgen in de tijdsinvestering m.b.t. het takenpakket van de Vlaamse VS. Methode Cross-sectioneel, observationeel onderzoek. Niet-participatieve observatie gedurende één dag bij 40 Vlaamse verpleegkundig specialisten (VSen) in universitaire en algemene ziekenhuizen. Zowel de rollen als de domeinen waarop de VS actief is, werden onderzocht. Resultaten De meeste tijd werd besteed aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar (33,2%) waartoe consultatie behoort. Verder werd tijd besteed aan de rollen van opleider & coach (11,7%), samenwerker (11.9%), veranderingsdeskundige (7,3%) en onderzoeker (7,2%). Het minste tijd werd besteed aan de rol van leider (5,1%) en facilitator van de ethische besluitvorming (0,1%). De Vlaamse VS besteedde tijd in de domeinen van de patiënt en familie (29.6%), het team (22,1%) en de organisatie (24,9%). De categorie andere nam 23.6% in van de totale tijd en werd zowel bij de rollen als de domeinen gerekend. Conclusie Er is een enorme variëteit vastgesteld aan dagelijkse taken en tijdsbesteding. De resultaten geven de tijdsinvestering weer van de gemiddelde Vlaamse VS, wat inzicht geeft in hun huidig takenpakket. Dit draagt bij tot correcte inzetbaarheid en de verdere ontwikkeling van het beroep. 2

8 3 Probleemstelling In de loop van de 20ste eeuw deed de Advanced Practice Nurse (APN) zijn intrede. Eerst in de Verenigde Staten, waarna de APN zich verspreidde naar de rest van de wereld (Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011, Fulton et al. 2014). De International Council of Nursing definieert APN als a registered nurse who has acquired the expert knowledge base, complex decision-making skills and clinical competencies for expanded practice, the characteristics of which are shaped by the context and / or country in which she / he is credentialed to practice. A master level degree is recommended for entry level (Schober & Affara 2009). De APN wordt beschouwd als een paraplubegrip waaronder verschillende rollen vallen: Clinical Nurse Specialist (CNS), Nurse Practitioner (NP), Nurse Anesthesist (NA) en Consultant Nurse (CN) (Hamric et al. 2014). Op wereldvlak zijn de rollen van CNS en NP de meest voorkomende (Dowling et al. 2013). Waar de focus van de verpleegkundige klinische expertise zich bij NP tussen cure en care bevindt, focust de CNS zich hoofdzakelijk op care (Van Genechten et al. 2008). Oorspronkelijk ontstond de NP in de Verenigde Staten om het tekort aan artsen in eerste lijn op te vangen (De Geest et al. 2008). De rol van de CNS daarentegen ontstond voornamelijk met de intentie om de algemene kwaliteit van de patiëntenzorg te verbeteren en werd hoofdzakelijk ingezet in de gespecialiseerde acute zorg (Mayo et al. 2010, Dowling et al. 2013). Het onderscheid tussen deze rollen is echter minder duidelijk geworden door de jaren heen (Dowling et al. 2013). Zo is er veel variatie omtrent de titel die gehanteerd wordt. In de 32 landen die deelnamen aan de studie van Pulcini et al. (2010) werden 13 verschillende titels gebruikt. Daarnaast verschilt de invulling van de APN-rol naargelang de kenmerken van het desbetreffende gezondheidszorgsysteem (De Geest et al. 2008, Donald et al. 2010). De CNS en NP verschillen ook in de manier waarop hun tijd geïnvesteerd wordt. In voorgaande internationale studies werden aan de hand van een aantal rollen en domeinen tijdsinvesteringen van de taken van de CNS en NP onderzocht. Deze laatstgenoemde rollen zijn niet te verwarren met de verschillende rollen die onder de noemer van APN horen zoals de CNS en de NP. 3

9 Uit internationale studies blijkt dat de CNS wereldwijd in meer of mindere mate tijd besteedt aan de rollen van: educatie, klinische praktijkexpertise, consultatie, praktijkinnovatie, onderzoek, leiderschap, administratie en andere (Leary et al. 2008, Ream et al. 2009, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011, Wickham 2011, Kilpatrick et al. 2013). Verschillende studies tonen aan dat de CNS veel, al dan niet het meeste, tijd besteedt aan de rol van klinische praktijkexpertise en het minst aan de rol van onderzoek (Leary et al. 2008, Ream et al. 2009, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011, Kilpatrick et al. 2013). In een studie die de tijdsinvestering vergeleek tussen de CNS en de NP volgt dat de CNS minder tijd besteedt (35%) aan de rol van directe klinische praktijk ten opzichte van de NP (73.6%). In de andere rollen besteedt de CNS meer tijd: consultatie (CNS = 22.9%, NP= 6.8%), educatie (CNS=20.6%, NP=13.2%) en onderzoek (CNS=7.2%, NP=2.1%) (Lincoln 2000). Martin-Misener et al. (2015) registreerden het aantal activiteiten per dag geïnvesteerd in verschillende rollen. Van de 43 activiteiten die de NP gemiddeld per dag uitvoerde, waren er 25 in de directe klinische praktijk, 11 in de rol van communicatie, vijf in de rol van coaching & educatie en twee in de rol van zorgmanagement en -coördinatie. Vanuit verschillende studies is er weinig consensus omtrent de tijdsinvestering van de CNS in de verschillende domeinen. Deze domeinen gaan van het niveau van de patiënt en familie tot het brede organisatieniveau (Darmody 2005, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011, Hamric et al. 2014). De CNS investeert ongeveer één derde van de tijd in het domein van de patiënt (en familie en mantelzorg). In de andere domeinen besteedt de CNS ook steeds tijd, maar de mate van tijdsinvestering wisselt per studie (Darmody 2005, Darmody 2011, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011). Becker et al. (2006) vergeleken de tijdsinvestering tussen CNS en NP in verschillende invloedssferen, die grotendeels overeenkomen met de domeinen beschreven in de studies van Darmody (2005, 2011) en Oddsdóttir & Sveinsdottir (2011). Vanuit de studie van Becker et al. (2006) blijkt dat de NP meer tijd besteedt in het domein van de individuele patiënt (73.9%) dan de CNS (25.8%). In alle andere domeinen besteedt de NP minder tijd dan de CNS: domein van patiëntenpopulaties (NP=9.4%, CNS=21.4%), domein van het verpleegkundig personeel (NP=9.6%, CNS=36.2%) en het domein van de andere disciplines en de organisatie (NP=7.3%, CNS=16.7%). Bovenstaande studies onderzochten de tijdsinvestering van de CNS en NP volgens verschillende methoden. Naast niet-participerende observatie (Darmody 2005) gebruikte 4

10 men ook zelfrapportagestudies met behulp van dagboeken (Ream et al. 2009, Darmody 2011, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011, Norton et al. 2012), instrumenten waarbij participanten de frequentie van activiteiten konden registreren (Becker et al. 2006, Martin-Misener et al. 2015) en tenslotte ook vragenlijsten (Lincoln 2000, Leary et al. 2008, Wickham 2011, Kilpatrick et al. 2013). Terugkomende beperkingen in de studies zijn: een kleine steekproef, zelden een willekeurig steekproef, onduidelijk beschreven inclusiecriteria en de reden van niet-participatie werd zelden weergegeven. Dergelijk onderzoek naar tijdsinvesteringen van de APN in Vlaanderen werd nog niet uitgevoerd. Wel werden deze profielen in een voorgaand onderzoek (Van Hecke 2016) opgelijst en werd hun takenpakket in kaart gebracht. Bijkomend werd onderzocht hoe belangrijk ze elke taak achtten en hoe competent ze zichzelf hierin voelden. In Vlaanderen wordt de term (klinisch) Verpleegkundig Specialist (VS) doorgaans gehanteerd (Van Holsbeke et al. 2011, Van Hecke et al. 2015). De inzet van de VS in Vlaanderen biedt deels een antwoord op de verschillende uitdagingen waar de Belgische gezondheidszorg voor staat. Dit zijn onder andere de veranderde zorgvraag omwille van de vergrijzing van de bevolking en de toenemende complexiteit van de zorg, het opkrikken van het professioneel zelfbeeld van verpleegkundigen en het verbeteren van het imago van de verpleegkundige beroepsgroep (NRZV 2009). Momenteel ontbreekt in België een wetgevend kader over de erkenning, wat een barrière vormt voor de verdere ontwikkeling van de VS (Delamaire & Lafortune 2010). Daarnaast is de erkenning een belangrijk element om de geloofwaardigheid van het beroep te bevorderen (Illingworth et al. 2013). Ook een functieprofiel voor de functie ontbreekt nog in Vlaanderen. Inzicht in de tijdsinvestering kan het opmaken van een functieprofiel ondersteunen wat op zijn beurt kan bijdragen tot de wettelijke erkenning van de beroepsgroep. Een concreet zicht op de invulling van de functie kan duidelijkheid bieden voor de betrokken stakeholders (Bryant Lukosius et al. 2004). Tenslotte kan de uitklaring van de rollen en domeinen waarop de APN actief is, correcte inzetbaarheid van de functie bevorderen (Gardner et al. 2013). In deze masterproef wordt onderzocht wat de tijdsinvestering is m.b.t. het takenpakket van de Vlaamse VS. Het doel van de studie is meer inzicht te krijgen in de taken die de 5

11 Vlaamse VS uitvoert. Dit kan onrechtstreeks bijdragen tot de concretisering van hun functieprofiel. Daarnaast laat het toe om te reflecteren over de huidige tijdsinvestering en welke rollen en domeinen op dit moment onderbelicht zijn. Deze masterproef werd uitgewerkt in duo, wat maakte dat elke fase kritisch doorlopen werd. Zowel tijdens de datacollectie als tijdens de analyses werd nauw samengewerkt. Het laatste deel, namelijk het uitschrijven van de masterproef, werd steeds door de twee studenten samen uitgevoerd. 6

12 4 Methode 4.1 Onderzoeksvraag Wat is de tijdsinvestering m.b.t. het takenpakket van de verpleegkundig specialisten (VSen) in Vlaamse ziekenhuizen? 4.2 Onderzoeksdesign Een cross-sectioneel, observationeel onderzoek werd uitgevoerd. 4.3 Populatie en setting Streekproeftrekking In een vorig onderzoek werden Vlaamse VSen geïnventariseerd (Van Hecke et al. 2016). Concreet werden alle niet-psychiatrische Vlaamse ziekenhuizen opgelijst via de website van de Federale Overheid. Vervolgens werden de leidinggevenden van deze ziekenhuizen gecontacteerd door de onderzoekers. Gebruik makend van de oorspronkelijke inclusiecriteria (zie tabel 1) werd bevraagd welke en hoeveel verpleegkundigen voldeden aan het profiel van de VS. Tabel 1: Inclusie- en exclusiecriteria Oorspronkelijke inclusiecriteria (Van Hecke et al. 2016) Bijkomende inclusiecriteria Inclusiecriteria -Masterdiploma na basisopleiding Bachelor in de Verpleegkunde -Bijkomende specialisatie (vb. bijzondere beroepsbekwaamheid of titel, postgraduaat,...) -Focus op de directe patiëntenzorg (vb. geen stafmedewerker) -Neemt meerdere van de volgende rollen op: expert verpleegkundige, klinisch en professionele leider, opleider, onderzoeker, beleidsadviseur, innovator, facilitator van de ethische besluitvorming -VS tewerkgesteld in algemeen of universitair ziekenhuis -Mandaat toegekend vanuit ziekenhuismanagement -Tewerkstellingspercentage minimum 50% als VS Exclusiecriteria -Verpleegkundigen tewerkgesteld in de geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg -Verpleegkundigen met < 6 maanden ervaring als VS 7

13 Vorig onderzoek leverde een resultaat op van 67 Vlaamse VSen werkzaam in 16 ziekenhuizen waaruit de steekproef voor de huidige studie werd getrokken. Bijkomende criteria voor dit onderzoek werden geformuleerd (zie tabel 1). Een gestratificeerde toevalssteekproef werd getrokken waarbij type ziekenhuis als stratum fungeerde. Hierdoor werd het onderscheid gemaakt tussen universitaire (UZ) en algemene (AZ) ziekenhuizen en werd een meer representatief beeld verkregen. Binnen elke subset werd er vervolgens een proportionele willekeurige steekproeftrekking uitgevoerd, waarbij er evenveel VSen uit elke subset getrokken werden. Rekening houdend met beperkingen uit internationaal onderzoek (zie probleemstelling) en rekening houdend met de haalbaarheid en realiseerbaarheid in kader van een masterproef werd de steekproefgrootte bepaald. Er werd gekozen om 40 VSen slechts één dag te observeren om zo meerdere VSen in rekening te kunnen nemen. Verpleegkundig specialisten vanuit verschillende ziekenhuizen en specialisaties werden geïncludeerd om zo een breder zicht op de algemene tijdsinvestering te verkrijgen. De oorspronkelijke steekproef bestond uit 40 VSen waarvan 20 uit UZ en 20 uit AZ. Deze werden gecontacteerd via mail en de inclusie- en exclusiecriteria werden steeds bevraagd. De overige 27 VSen werden willekeurig in een reservelijst geplaatst per stratum. Bij uitval in de oorspronkelijke steekproef werd telkens de eerstvolgende persoon uit de reservelijst geselecteerd en gecontacteerd voor deelname. Rekrutering Aan de oorspronkelijke steekproef werden random 40 data toegekend die de observatoren schikten. Tijdens de contactname via mail werd schriftelijke informatie meegedeeld over het onderzoek en werd de toegewezen datum voorgesteld. Indien de datum niet paste werd er gezocht naar een passend moment voor beide partijen. Een week voor de afspraak werd nog een herinneringsmail gestuurd. Indien de VSen bijkomende mondelinge informatie wensten, kon dit telefonisch of op de observatiedag zelf, vlak voor start van de observatie. 8

14 4.4 Onderzoeksprocedure De methode van dataverzameling In dit onderzoek werd de data verzameld aan de hand van niet-participatieve observatie. Voorgaande onderzoeken over tijdsinvestering pasten verschillende methoden toe (zie probleemstelling). Darmody (2005) koos voor niet-participatieve observatie om gedetailleerde en gevarieerde informatie te bekomen. Niet-participatieve observatie bevordert het continu en accuraat vastleggen van activiteiten en tijd (Darmody 2005). De duur en type activiteiten die de Vlaamse VS uitvoerde, werden geobserveerd en beschreven in een semi-gestructureerd dagboek door de onderzoekers. Van een dergelijk dagboek werd ook in andere studies gebruik gemaakt (Darmody 2005). Het dagboek gebruikt in de huidige studie is terug te vinden in bijlage 1. Hierin werd uitgeschreven welke taken precies werden uitgevoerd en hoeveel minuten deze in beslag namen. De observaties gebeurden tot op de minuut. Bij aanvang van de observatie werd aan de VS toegelicht dat deze zijn of haar activiteiten diende te vervullen alsof de observator niet aanwezig was. Bij indirect contact zoals , telefoon, administratie werd contextinformatie in de eerste plaats afgeleid door de observatoren. Bij twijfel werd kort verduidelijking aan de VS gevraagd. Indien er langer dan één minuut werd gecommuniceerd met de observator, bijvoorbeeld omdat de VS spontaan verduidelijking gaf bij een taak, werd dit geregistreerd als bias-tijd of met andere woorden tijd die de VS niet zou besteed hebben indien de observator niet aanwezig was. Demografische variabelen werden aansluitend op de observatie bevraagd door middel van een vragenlijst (zie bijlage 2). Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Aangezien er twee observatoren waren, werd de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid nagegaan. Hiervoor observeerden de onderzoekers de eerste twee observatiedagen beiden, zonder overleg met elkaar, dezelfde VS. Op het eind van de twee dagen werd de geregistreerde tijd met elkaar vergeleken en de Cohen s Kappa berekend. Er werd een waarde van 0,35 bekomen. Verklaringen voor deze lage waarde zijn terug te vinden in bijlage 3. Wanneer de observaties die enkel één minuut verschilden gelijkgesteld werden, 9

15 werd er een waarde bekomen van 0,72. In dit onderzoek werd gestreefd naar een waarde van minstens 0.7, wat door Landis & Koch (1977) aangegeven werd als streefwaarde bij observationeel onderzoek. In recentere gevonden studies werd telkens enkel verwezen naar Landis & Koch (1977) wanneer het om een observationele studie ging (Rigby 2000, Cohen et al. 2014). Gezien de voldoende hoge waarde, gebeurden de verdere observaties afzonderlijk van elkaar. Bijkomend werden nog twee afspraken gemaakt met de promotor, namelijk: (1) verplaatsing werd als afzonderlijke activiteit geregistreerd, (2) wanneer taak één eindigde om 09h41, begon de volgende taak ook om 09h41 en niet om 09h42, (3) wanneer een taak minder dan één minuut duurde werd deze niet apart geregistreerd. 4.5 Data-analyse Raamwerk Na het verzamelen van de data, werden de observaties gecategoriseerd in een raamwerk dat onderscheid maakt tussen enerzijds de verschillende domeinen en anderzijds de rollen waarin de VS tewerkgesteld is. Van dergelijke raamwerken werd reeds in vorige studies gebruik gemaakt (Darmody 2005, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011). Geïnspireerd door deze studies werd het raamwerk opgesteld. Het raamwerk bestaat uit drie kolommen die de verschillende domeinen van de VS voorstellen: de patiënt en familie, het teamniveau en de organisatie (zie tabel 2). Het eerste domein omvat het direct en indirect contact met de patiënt en familie. Het tweede domein verwijst naar de positie die de VS inneemt in het multidisciplinair team en tevens de bijdrage die de VS levert aan een specifieke afdeling. Het laatste domein betreft de inbreng van de VS binnen het ziekenhuisbeleid alsook in specifieke zorgteams. Tot dit domein behoort ook het participeren aan een breder (inter)nationaal netwerk. De verschillende rollen van de VS omvatten elk een rij in het raamwerk. Deze zijn gebaseerd op de internationale rollen van de APN beschreven volgens Hamric et al. (2014). Deze rollen zijn: directe klinische praktijkexpertise, consultatie, begeleiding & coaching, evidence-based praktijk, leiderschap, samenwerking en ethische besluitvorming (Hamric et al. 2014). Aangezien niet alles in een categorie thuishoorde zoals: verplaatsing, dagplanning, algemene mails werd een bijkomende categorie andere ingevoerd. Deze 10

16 aparte categorie heeft betrekking op zowel alle rollen als domeinen. In het totaal waren er 22 categorieën. Het was niet noodzakelijk dat elke categorie werd ingevuld. Bij aanvang van de categorisatie werden twee dagen observaties door de promotor en de observatoren afzonderlijk ondergebracht in het raamwerk en werden de onduidelijkheden besproken. Om de objectiviteit verder te garanderen, werden alle geregistreerde activiteiten gezamenlijk door de observatoren in het raamwerk geplaatst. Doorheen het traject werden afspraken gemaakt omtrent de categorisatie om eenduidigheid in de toekomst te garanderen (zie bijlage 4). De belangrijkste afspraken waren: (1) wanneer de VS een taak uitvoerde die onder twee rollen thuishoorde, werd deze activiteit gecategoriseerd bij de rol die het meest eigen was aan de functie van VS, (2) consultatie aan patiënten enerzijds of aan hulpverleners m.b.t. de zorg voor een patiënt anderzijds werd gerekend bij klinische praktijk, wanneer de VS door andere hulpverleners werd geconsulteerd met als doel eigen deskundigheidsbevordering (vb. aanleren van vaardigheden), werd dit onder de rol opleider & coach gebracht, (3) educatie geven aan een patiënt is vaak verweven binnen een consult en hoort daarom bij klinische praktijkexpertise, educatie aan een groep patiënten hoort daarentegen bij opleider & coach. Na de 40 categorisaties werd nog één overlegmoment gepland waarbij de laatste twijfelgevallen werden besproken met de promotor. In tabel 2 is een overzicht van de geobserveerde taken en hoe deze werden gecategoriseerd in het raamwerk. 11

17 Tabel 2: Oplijsting van de taken in categorieën Rollen Domein Patiënten en familie Dit verwijst naar het direct en indirect contact met de patiënt en familie. Teamniveau Dit niveau verwijst naar de activiteiten die de VS opneemt in samenwerking met het multidisciplinair team en de bijdrage die de VS levert aan een specifieke afdeling. Organisatie Dit niveau verwijst naar de bijdrage van de VS binnen het ziekenhuisbeleid alsook in specifieke zorgteams* op ziekenhuisniveau, niet gelinkt aan een specifieke afdeling. Tot dit domein behoort ook het participeren aan een breder (inter)nationaal netwerk. *vb.: wondzorgteam, pijnteam Klinische praktijkexpertise en consultatie DIRECT verpleegkundig spreekuur -Afnemen van (medische) anamnese, voorbereidend op een artsenconsultatie -Psychosociale anamnese verrichten -Bespreken van medische informatie (uitslagen, behandelopties) met patiënt/familie -Begeleiden van patiënt/familie om keuzes te maken in de behandeling (incl. mogelijke alternatieven) -Voorlichten en advies verlenen aan patiënten/familie/mantelzorgers -Ondersteunen van coping van patiënt -Verrichten van lichamelijk onderzoek -Verpleegtechnische handelingen uitvoeren - Educatie aan patiënt tijdens consult consult aan bed Idem spreekuur multidisciplinair consult Spreekuur of consult aan bed met bijkomende hulpverleners telefoon - Afspraak maken -Vervolgbehandeling bespreken -Patiëntenbespreking omtrent één patiënt met andere disciplines (arts, psycholoog, verpleegkundigen, apotheek, collega VS) -Rapportage aan verpleegkundigen na consult aan bed bij patiënt -Andere disciplines (arts, psycholoog, verpleegkundigen, apotheek, collega VS) die de VS consulteren voor diens expertise, voor de zorg en behandeling van patiënt (vb. VS wordt geconsulteerd om wondbehandelplan op te stellen) - Contact met (para)medici uit andere ziekenhuizen omtrent patiënt - Transmurale zorg (vb. contact met thuisverpleegkundigen, huisarts omtrent patiënten) -Andere disciplines (arts, psycholoog, verpleegkundigen, apotheek, collega VS) die de VS consulteren voor diens expertise, voor de zorg en behandeling van patiënt (vb. VS wordt geconsulteerd om wondbehandelplan op te stellen) 12

18 -Telefonisch advies overig -Informeel gesprek met patiënt/familie Opleider & coach INDIRECT administratief werk -Registratie telefonisch contact met patiënt/familie -Document van/voor patiënt invullen -Mail beantwoorden om afspraak patiënt te bevestigen -Materiaal aanrekenen -Aanvullend onderzoek aanvragen onder supervisie/in overleg met arts -Aanvullend onderzoek interpreteren -Elektronisch patiëntendossier (EPD) aanvullen -Opname en ontslag voorbereiden overig -Patiënten inplannen in agenda -Informatie patiënt opzoeken in EPD -Voorbereiden en opruimen materiaal consult -Bevorderen van de eigen deskundigheid (vb. volgen externe vorming) Telefoon -Inplannen afspraak (ongekend) -Educatiesessie geven aan groep patiënten -Voorbereiding van de educatiesessie -Deskundigheidsbevordering van verpleegkundigen en andere zorgverleners binnen het ziekenhuis -Coachen en opleiden van (nieuwe) collega s (verpleegkundige, verpleegkundig consulent of VS) -Functie-invulling bespreken met de consulent - Deskundigheidsbevordering van andere zorgverleners buiten het ziekenhuis (vorming, instructies, ) -Begeleiden van Master studenten (masterproef, workshadowing, veranderingsen implementatieprojecten) -Begeleiden van Bachelor studenten in het kader van hun opleiding -E-learning module mede uitwerken 13

19 -Coaching van collega in de zorg voor patiënten (vb. vpke moet poortkatheter aanprikken (complexe patiënt), vraagt of VS kan begeleiden, bijsturen) -Participeren in externe opleidingen (vb. lesgeven aan hogescholen, masteropleidingen) Veranderingskundige vaardigheden en innovatie +coördinatie Onderzoeker -Nieuwe behandeling aftoetsen bij patiënt en familie (wondzorg) -Vragenlijsten afnemen bij de patiënt en familie -Initiëren en ontwerpen van kwaliteitsverbeteringstrajecten (vb. medeontwikkeling van een app) -Meewerken aan vernieuwingsprojecten vanuit inhoudelijke deskundigheid -Organisatie vergadering -Herevaluatie procedures -(Mede)uitvoeren van multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek -Eigen onderzoeksresultaten verwerken in poster samen met collega (vb. in kader van een congres) -Contacteren van andere hulpverleners omtrent vragenlijsten -Contacteren van andere disciplines omtrent eigen onderzoek -Jaarevaluatie met zorgcoördinator -Procedures en standaarden aanpassen en updaten -Coördinatie bij ontwikkeling van procedures in team -Verbanden aanpassen in BCFI -Informeren omtrent nieuw materiaal binnen specialisatie -Vergadering met andere ziekenhuizen omtrent ontwikkelen online platform voor patiënten -Samenwerken met collega VSen omtrent APN in Vlaanderen -Initiëren en ontwerpen van kwaliteitsverbeteringstrajecten -Literatuur lezen ter voorbereiding van het opstellen van standaarden -Vertalen van vakliteratuur naar de praktijk -Samenvatten van de grote hoeveelheid vakliteratuur -Overleg met studienurses omtrent eigen studie -Overleg met Ethisch Comité omtrent op te starten studie -Gegevens bijhouden, kwaliteitscontrole, feedbacksysteem Bias tijd -Uitleg geven aan observatoren -Informed consent ondertekenen -Demografische vragenlijst invullen 14

20 Klinisch en professioneel leider / KLINISCH -Vergadering met hoofd en adjunct omtrent resultaten van studie over pijnbeleid op de afdeling -Bestellen materiaal -Kortstondige vervanging tijdens afwezigheid arts (Nurse Practitioner) PROFESSIONEEL -Voorbeeldrol aannemen. Vb. naar infostand van patiëntveiligheid gaan en verpleegkundigen aanmoedigen om dit ook te doen. KLINISCH -Vertegenwoordigers ontvangen -Beheer van ziekenhuisbreed materiaal (vb. VAC-pompen) -Communiceren van belangrijke veranderingen aan alle diensten -Evalueren en bewaken van kwaliteitsverbeteringstrajecten PROFESSIONEEL -Communicatie binnen werkgroepen -Voorbereiding presentatie congres -Communicatie omtrent een symposium dat mede wordt georganiseerd door VS -Uitbouwen en onderhouden van relevante contacten met VS en medewerkers van andere ziekenhuizen -Uitbouwen en onderhouden van contacten met nationale en internationale beroepsorganisaties en actieve deelname hierin -Voorbereiden van vergadering Nationale organisatie (vb. Pijnliga) Samenwerking -Afspraak maken bij schoonheidsspecialist -Verslag maken van de eindevaluatie die patiënten gaven over de educatiesessie -Multidisciplinair overleg (MDO) (+lokaal opruimen/klaarzetten MDO) -CRANS-vergadering (met cardiologen) -Briefing bijzitten -Notulist bij multidisciplinaire vergadering -Vergadering voorbereiden met collega -Gesprek met ziekenhuishygiënist -Regeling vakantiedagen, uurroosters -Mailen verslag vergadering -Opzoeken telefoongegevens -Communicatie met dienst communicatie, IT -Overeenkomstcontract Hogeschool E- learning module -Communicatie met boekhouder -Patiëntenoverleg met ziekenhuisbrede support teams (pijn, wondzorg, palliatieve, ) -Communicatie met dienst financiën (verplaatsingskosten) -Ziekenhuisbrede stafvergadering -JCI-planning 15

21 Facilitator van de ethische besluitvorming Andere -Bespreken niet-patiëntgebonden zaken met collega s (hoofdverpleegkundige, apotheek, ) / -Bemiddeling bij meningsverschil tussen collega s omtrent zorg voor palliatieve patiënt -Overig telefonisch contact: alle niet-traceerbare telefonische contacten -PC opstarten -Plannen: dagplanning overlopen, patiëntenplanning bekijken -Verplaatsing -Pauze: middagpauze en toiletpauze -Wachten voor start vergadering, voor consult, -Algemeen mailverkeer: niet-specifiek genoeg om aan een rol toe te wijzen -Omtrent collega s (vb. mail omtrent cadeautje jarige collega) -Omkleden -Bias: uitleg aan observatoren -Papieren ordenen -Afwezigheid voorbereiden -Vergadering met andere verpleegkundig specialisten / 16

22 Verdere analyse Na het categoriseren werden per VS het aantal minuten van de verschillende taken per categorie bij elkaar opgeteld. Voor elke rol en elk domein werd de somscore berekend in SPSS. Zo werd duidelijk hoeveel tijd de Vlaamse VS gemiddeld aan elke rol, elk domein en de categorie andere besteedde alsook de gemiddelde tijd die deze investeerde in de subcategorieën (vb. spreekuur bij klinische praktijkbeoefenaar). Deze gegevens werden ook afzonderlijk berekend voor VSen werkzaam in UZ en AZ. Verder werd gekeken of de tijdsinvestering verschilde naargelang het type ziekenhuis, het tewerkstellingspercentage, het ziekenhuisbreed of ziektespecifiek werkzaam zijn, de leeftijd, het aantal jaar ervaring als VS en het al dan niet samenwerken met een verpleegkundig consulent. De non-parametrische testen Mann-Whitney-U-test, de Wilcoxon-test en de Kruskal-Wallis-test werden uitgevoerd. Met behulp van Microsoft Excel werden de verhoudingen tussen de verschillende rollen, domeinen en andere berekend en werden figuren gemaakt. 4.6 Ethische overwegingen Er werd goedkeuring van de Ethische Commissie van het UZ Gent bekomen. De Belgische registratienummers zijn: project BC15/1311 en BC15/1312. De persoonlijke gegevens en observaties van de participanten werden gecodeerd om anonimiteit te verzekeren. Informed consent werd ondertekend door elke geïncludeerde VS. De patiënt werd op voorhand op de hoogte gebracht van het opzet van de observatie door de VS zelf of door de observatoren en gaf indien deze akkoord ging mondelinge toestemming alvorens de observatie van start ging. De patiënt diende geen informed consent te ondertekenen. 17

23 5 Resultaten 5.1 Onderzoekspopulatie De populatie bestond uit 67 Vlaamse VSen. Elf onder hen voldeden niet aan de inclusiecriteria en 16 participeerden niet. In tabel 3 wordt weergegeven hoe de uiteindelijke steekproef gevormd werd en wat de redenen waren van niet-participatie. Tabel 3: Uiteindelijke steekproef VSen* uit universitaire ziekenhuizen VSen uit algemene ziekenhuizen Oorspronkelijke populatie Voldoet niet aan inclusiecriteria 5 -Vroedkundige (1) -Geen master (3) -Geen echt specialisme in bepaalde patiëntenpopulatie(1) Uitval: 10 -Onbepaalde tijd ziek (1), -Zwanger (2) -Te druk (5) -Tijdelijke andere functie (2) Uiteindelijke steekproef * Verpleegkundig Specialisten Geen master (1) -Psychiatrisch verpleegkundige (1) -Hoofdverpleegkundige (3) -< 6 maand in functie (1) 6 -Zwanger (1) -Te druk (1) -Tijdelijke andere functie (1) -Extra aanvraag ethische commissie (1) ** -Geen antwoord (2) **Algemene goedkeuring voor dit onderzoek werd verkregen door de ethische commissie van het UZ Gent. Eén ziekenhuis vereiste bijkomend een individuele aanvraag voor de ethische commissie voor één te observeren VS wat niet meer haalbaar was in het tijdsbestek van deze masterproef. Van de 40 VSen werkten 30 in UZ (n=4) en 10 in AZ (n=7). De steekproef bestond uit 34 vrouwen (85%) en 6 mannen (15%). Van de participanten waren 30 personen (75%) tussen de 31 en 50 jaar. Het aandeel participanten jonger dan 40 jaar was groter in de groep van VSen tewerkgesteld in AZ (80%) t.o.v. de VSen tewerkgesteld in UZ (56.7%). 18

24 Voorts hadden 20 VSen (50%) tussen nul en vijf jaar ervaring als VS. In tabel 4 worden bijkomende demografische gegevens van de participanten weergeven. Binnen de steekproef werd een onderscheid gemaakt tussen ziekenhuisbrede en ziektespecifieke VSen. De ziekenhuisbrede VSen werkten meestal vanuit een team dat op verschillende diensten van het ziekenhuis werd ingezet. Deze waren niet gebonden aan een specifieke afdeling. Vijfentwintig VSen behoorden tot deze groep. Dit waren VSen met specialisaties als hemovigilantie, pijn, wondzorg en palliatieve zorg. Tabel 4: Demografische gegevens Geslacht Mannen Vrouwen Leeftijd >50 Type ziekenhuis Algemene ZH Universitaire ZH Breedte Ziekenhuisbreed Ziektespecifiek Ervaring Jaren ervaring als verpleegkundige 1-5 jaar 6-10 jaar jaar jaar >20 jaar Ervaring in specialisatiedomein ** Ja Nee Jaren ervaring als VS <1 jaar 1-5 jaar 6-10 jaar jaar jaar Tewerkstellingspercentage <50% 50% 51-99% 100% Aantal VSen* % totaal aantal VSen 15% 85% 17.5% 45% 30% 7.5% 25% 75% 62.5% 37.5% 27.5% 27.5% 20% 7.5% 17.5% 62.5% 37.5% 2.5% 47.5% 30% 15% 5% 7.5% 22.5% 15% 55% * Verpleegkundig Specialisten, ZH: ziekenhuizen ** Ervaring in specialisatiedomein voordat men functie VS uitvoerde 19

25 Vijftien VSen werkten binnen een ziektespecifieke specialisatie. Deze groep werkte meestal vanuit één specifieke dienst maar werden omwille van hun deskundigheid ook ingezet op andere diensten. Specialisaties die hierbij aansluiten zijn onder andere hematologie, urologie en cardiologie (zie bijlage 5). In dit onderzoek droegen de 40 participanten 13 verschillende titels (zie bijlage 6). In totaal werd 354 uur en 4 minuten (min) geobserveerd (zie tabel 5). De VS werkte gemiddeld 9u (8 uur en 51 min) per dag (SD= 57 min, min.= 7u en max.=12u en 14 min). In tabel 2 werd reeds een overzicht gegeven van de taken die in elke rol en elk domein geobserveerd werden. In de volgende alinea s wordt dieper ingegaan op de domeinen, de rollen en de categorie andere. Tabel 5: Totaal aantal uren (u) en minuten ( ), gemiddelde, standaarddeviatie (sd), minimum- (min.) en maximumduur (max.) van de observaties Totaal Gemiddelde werktijd per VS* Sd. Min. Max. Totale werktijd 354u04 8u u 12u14 Totale werktijd VS in UZ 267u27 8u u41 12u14 Totale werktijd VS in AZ 86u37 8u u 10u30 Totale werktijd in de domeinen Patiënt en familie 104u47 2u37 1u53 0** 6u48 Team 78u10 1u57 1u u42 Organisatie 88u10 2u12 1u51 4 7u24 Totale werktijd in de rollen Klinische praktijkbeoefenaar 117u37 2u56 2u10 0 7u07 Opleider & coach 41u29 1u u16 Veranderingsdeskundige 25u u46 Onderzoeker 25u u40 Leider 18u u35 Samenwerker 42u19 1u u34 Facilitator ethische besluitvorming Totale werktijd in de categorie andere 82u57 2u u39 De werktijden, uitgedrukt in uren en minuten, zijn een weergave van de totale observatieperiode (40 dagen). *Verpleegkundig Specialist ** Dag van de VS waarop er geen directe patiëntenzorg was 20

26 5.2 Domeinen De Vlaamse VS besteedde gemiddeld 29.6 % van de tijd in het domein patiënt en familie, 22,1 % tijd in het domein van het team, 24.9% van de tijd in het domein van de organisatie en 23.6% van de tijd in de categorie andere (zie figuur 1). Deze laatste kan niet ondergebracht worden onder één specifieke rol of domein en wordt als afzonderlijke categorie bij zowel de domeinen als de rollen gerekend (zie 5.4). Er werd geen significant verschil gevonden in de tijdsinvestering in de verschillende domeinen tussen VSen die ziekenhuisbreed of ziektespecifiek werkten. 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Patiënt en familie Team Organisatie Andere Aandeel van totale werktijd Aandeel van totale werktijd VS in AZ Aandeel van totale werktijd VS in UZ Figuur 1: Percentage van totale tijd geïnvesteerd in de verschillende domeinen De patiënt en familie Dit verwijst naar het direct en indirect contact met de patiënt en familie. In de UZ besteedde men 25% van de tijd aan dit domein. Dit was significant minder (Mann- Whitney U (MWU) =73.000, p=0.016) dan de VSen in AZ (45%). Verpleegkundig specialisten die 50% of minder tewerkgesteld zijn als VS spendeerden significant minder tijd in het domein van de patiënt en familie dan VSen die meer dan 50% tewerkgesteld zijn als VS (MWU = 95; p=0.031). 21

27 Het team Dit domein verwijst naar de activiteiten die de VS opneemt in samenwerking met het multidisciplinair team en de bijdrage die de VS levert aan een specifieke afdeling. Er was geen significant verschil in de tijdsinvestering tussen UZ en AZ. De organisatie Dit domein verwijst naar de bijdrage van de VS binnen het ziekenhuisbeleid alsook in specifieke zorgteams op ziekenhuisniveau, niet gelinkt aan een specifieke afdeling. Hiertoe behoort ook het participeren aan een breder (inter)nationaal netwerk. Er werd een significant verschil bevonden tussen UZ en AZ (MWU= , p=0.046). In UZ besteedden de VSen 28% aan het domein van de organisatie, in AZ 16% (zie figuur 1). 5.3 Rollen Klinische praktijkbeoefenaar De Vlaamse VSen besteedden gemiddeld 33,2% van de tijd aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar (zie figuur 2). 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Aandeel totale werktijd Aandeel totale werktijd VS uit UZ Aandeel totale werktijd VS uit AZ * Klinische Praktijkexpertise, ** Facilitator Ethische Besluitvorming Figuur 2: Percentage van totale tijd geïnvesteerd in de verschillende rollen 22

28 Er is een trend tot significantie waarbij de VSen uit UZ minder tijd aan deze rol besteedden (29%) dan de VSen uit AZ (47%) (MWU=92.5; p =0.072). Binnen deze rol werd gemiddeld 83% van de tijdsbesteding beoefend op het niveau van de patiënt en familie, 15% op het niveau van het team en 2% op organisatieniveau. Gezien de omvang en inhoudelijke variëteit werd de rol op patiënten- en familieniveau verder onderverdeeld. Alle volgende percentages, beschreven binnen deze rol, werden berekend ten opzichte van de totale tijd van alle rollen samen. Ten eerste werd onderscheid gemaakt tussen direct (17% van de tijd) en indirect patiëntencontact (10,6%), teamniveau (5,1%) en organisatie (0,5%) (zie figuur 3a). Consultatie aan patiënten duurde gemiddeld 84 minuten per dag (15,5% van de totale tijd). Onder consultatie aan patiënten hoort zowel spreekuur, consult aan bed, multidisciplinair consult en telefonisch consult. Figuur 3b geeft een verdere onderverdeling onder het directe patiëntencontact weer. Administratie (7%), telefonisch contact (0.5%) en overige (3%), werden onder het indirecte patiëntencontact gerekend. 5,1% 10,6% 0.5% Direct patiëntencontact 17% Indirect patiëntencontact Team 0,5% 1% 1,5% 6 % 8% Spreekuur Consultatie aan bed Multidisciplinair consult Telefoon 3a Organisatie 3b Overig Figuur 3: (3a) Uitsplitsing rol klinische praktijkbeoefenaar, (3b) Uitsplitsing van het direct patiëntencontact (17%), beiden in functie van de totale tijd Er is een trend tot significantie waarbij VSen die 50% of minder tewerkgesteld zijn als VS minder tijd investeren aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar dan VSen die meer dan 50% tewerkgesteld zijn (MWU = 105, p=0.065). 23

29 Verpleegkundig specialisten die samenwerkten met een verpleegkundig consulent (VC) investeerden gemiddeld 34 minuten per dag aan een verpleegkundig spreekuur. Diegene die niet met een VC samenwerkte, investeerde gemiddeld 62 minuten in een verpleegkundig spreekuur. Dit verschil is niet significant. Verpleegkundig specialisten die samenwerkten met een VC, besteedden significant meer tijd aan consult aan bed (gemiddeld 40 minuten) t.o.v. wie niet samenwerkte met een VC (gemiddeld 15 minuten) (MWU=98, p=0.021). Opleider & coach In deze rol werd zowel in UZ als in AZ gemiddeld 11,7% van de tijd besteed. Veranderingsdeskundige Gemiddeld 7,3% van de tijd werd geïnvesteerd in de rol van de veranderingsdeskundige en innovator. Hierbij werd een significant verschil (MWU=85.5; p =0.038) bevonden tussen UZ (8%) en AZ (4%). Er werd geen significant verschil gevonden tussen VSen die meer of minder dan tien jaar ervaring hadden als VS. Er was een trend tot significantie (Z=-1.829; p=0.067) op vlak van de domeinen (team en organisatie) waarop de rol van veranderingsdeskundige beoefend werd. Op teamniveau vergde deze rol 4% van de tijd en op organisatieniveau 11%. Onderzoeker Aan de rol van onderzoeker werd zowel in UZ als AZ gemiddeld 7,2% gespendeerd. Gemiddeld spendeerde men dagelijks 38 minuten aan de rol van onderzoeker. Hiervan werden gemiddeld 8 minuten geregistreerd als bias-tijd. Dit is de tijd die de VS besteedde aan het invullen van de informed consent en vragenlijsten in kader van onze studie. Bij uitzuivering van deze bias-tijd besteedde de VS 6% in plaats van 7,2% van de dag aan onderzoek. Leider Leiderschap werd gemiddeld voor 5,1% van de totale tijd opgenomen. Er was een trend tot significantie (MWU=98.5; p =0.09) waarbij de VSen uit UZ meer tijd besteedden aan leiderschap op organisatieniveau (5%) t.o.v. VSen uit AZ (1%) (zie figuur 4a). Er werd 24

30 ook een onderscheid gemaakt tussen klinisch en professioneel leiderschap. Tijdens de geobserveerde dagen werd er geen professioneel leiderschap opgenomen in de AZ (zie figuur 4b), wat maakte dat VSen uit UZ significant meer professioneel leiderschap opnamen (MWU=80; p=0,01). Er werd geen significant verband gevonden tussen de jaren ervaring als VS en het opnemen van leiderschap. 7% 6% 5% 4% 3% 2% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 1% 0% 4a VS in UZ VS in AZ Aandeel van totale werktijd werkzaam als leider op organisatieniveau Aandeel van totale werktijd werkzaam als leider op teamniveau 0% 4b VS in UZ VS in AZ Aandeel totale tijd als professioneel leider Aandeel totale tijd als klinisch leider Figuur 4: Uitzuivering rol leider in UZ en AZ op (4a) domeinen, (4b) uitzuivering klinisch en professioneel leider Samenwerker De Vlaamse VS besteedden gemiddeld 11,9% van de dag aan de rol van samenwerker. In UZ besteedde men gemiddeld 13% van de tijd aan deze rol en in AZ 10%. Dit verschil was niet significant. Facilitator van de ethische besluitvorming De laatste rol, facilitator van de ethische besluitvorming, werd slechts éénmaal geobserveerd. Deze geregistreerde activiteit duurde 13 minuten. 5.4 Andere Deze categorie nam gemiddeld 23,6% van de totale tijd in beslag en werd verder onderverdeeld (zie figuur 5). Naast de geregistreerde bias-tijd in de rol van onderzoeker werd ook bias-tijd geregistreerd bij de categorie andere. Concreet waren dit gemiddeld 25

31 15 minuten/dag. Na uitzuivering van de biastijd bedroeg de categorie andere nog 21% van de totale tijd. Gemiddeld werd er per dag 36 minuten besteed aan verplaatsing. Er werd een significant verband (MWU=57.5; p=0.004) gevonden tussen de tijd aan pauze in de UZ en de AZ. Gemiddeld namen de VSen uit de UZ 50 minuten pauze (9.4% van de dag) en de VSen uit AZ 23 minuten (4.4% van de dag). Zowel toiletpauze als middagpauze werden gerekend onder pauze. Wachten voor de aanvang van een vergadering of consult werd als aparte categorie aanzien en duurde gemiddeld 2 minuten en 36 seconden per dag per VS. De categorie overige omvatte informele momenten met collega s, omkleden, papieren ordenen, afwezigheid voorbereiden en computer opstarten. 0,7% Verplaatsing 2,9% 6,8% Algemeen telefonisch contact Plannen van dagindeling 3,0% Pauze Wachten 0,5% 8,2% 0,7% 0,8% Algemeen mails Bias Overig Figuur 5 : Uitzuivering categorie andere (23,6%) 26

32 6 Discussie 6.1 Resultatenbespreking In dit onderzoek werd de tijdsinvestering van de Vlaamse VS onderzocht. De Vlaamse VS besteedde tijd in de domeinen van de patiënt en familie (29.6%), het team (22,1%) en de organisatie (24,9%). In de rollen werd de meeste tijd besteed aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar (33,2%) waartoe consultatie behoort. Verder werd tijd besteed aan de rollen van samenwerker (11.9%), opleider & coach (11,7%), veranderingsdeskundige (7,3%), onderzoeker (7,2%) en andere (23,6%). Het minste tijd werd besteed aan de rol van leider (5,1%) en facilitator van de ethische besluitvorming (0,1%). Uit bovenstaande resultaten lijkt het profiel van de gemiddelde Vlaamse VS zich eerder aan te sluiten bij de internationaal beschreven CNS ten opzichte van de NP. Zo is de Vlaamse VS, net als de CNS werkzaam binnen de drie beschreven domeinen, daar waar de hoofdfocus bij de NP in het domein van de patiënt ligt (Becker et al. 2006, Hamric et al. 2014). Uit de internationale literatuur blijkt dat de NP voornamelijk werkzaam is in de rol van directe klinische praktijkbeoefenaar (Lincoln 2000, Martin-Misener et al. 2015). De internationale CNS spendeert hier ook veel tijd in maar focust daarnaast ook op andere rollen zoals onder andere educatie en onderzoek (Lincoln 2000). Ook volgens Van Genechten et al. (2008) is het de CNS die vooral voorkomt in de Belgische gezondheidszorg. Gezien bovenstaande argumentatie worden de bekomen resultaten enkel vergeleken met de internationale tijdsinvestering van de CNS. In internationale studies heerst weinig eensgezindheid wat betreft het domein waaraan de CNS het meest tijd besteedt (Darmody 2005, Darmody 2011, Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011). Ook worden verschillen vastgesteld bij de inhoudelijke invulling van de domeinen. Wat wel overeenkomt in bovenstaande bronnen is dat de CNS op internationaal niveau ongeveer één derde van de tijd aan het niveau van de patiënt (en familie) besteedt. De gemiddelde Vlaamse VS besteedde 29.6% van de tijd aan dit domein, wat hiermee in overeenstemming is. Aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar werd dubbel zoveel tijd besteed in vergelijking met de andere rollen. Ook in internationale literatuur is terug te vinden dat 27

33 het meest tijd besteed wordt in deze rol (Leary et al. 2008, Ream et al. 2009, Kilpatrick et al. 2013). Deze rol is volgens Hamric et al. (2014) de centrale competentie van de APN. Het is ook deze rol die de andere rollen vormgeeft en van waaruit de andere rollen vertrekken (Hamric et al. 2014). Hamric et al. (2014) beschouwen de rol van consultatie niet als de rechtstreekse interactie tussen patiënt en VS. Deze rol wordt wel beschreven als het direct contact tussen twee professionals waarbij de APN geconsulteerd wordt voor diens expertise. De focus in dit contact kan op zowel de patiënt, het team als de organisatie liggen (Hamric et al. 2014). Indien de focus van de interactie op de zorg voor de patiënt ligt, sluit dit aan bij de VS die handelt als klinische praktijkbeoefenaar in het domein van het team en de organisatie. Daarom werd de rol van consultatie in dit onderzoek ondergebracht onder klinische praktijkexpertise. Indien de focus van de interactie op het team of de organisatie ligt dan is het afhankelijk van de situatie onder welke rol het geplaatst wordt (vb. de VS wordt geconsulteerd o.w.v. de opstart van een ziekenhuisbreed veranderingsproject dan werd dit onder de rol van veranderingsdeskundige geplaatst). Consultatie aan patiënten, zoals vb. het verpleegkundig spreekuur of consult aan bed, werd in onze studie geplaatst bij de rol van klinische praktijkbeoefenaar in het domein van de patiënt en familie. Naast het feit dat verschillende studies concluderen dat de CNS het meeste tijd besteedt aan de rol van klinische praktijkbeoefenaar, geven diezelfde studies (Leary et al. 2008, Ream et al. 2009, Kilpatrick et al. 2013) en één andere studie (Oddsdóttir & Sveinsdottir 2011) aan dat het minst tijd wordt besteed aan de rol van onderzoeker. Dit is niet in overeenstemming met de resultaten uit onze studie, gezien de Vlaamse VS gemiddeld 7,2% van de tijd aan onderzoek besteedden. Een unieke eigenschap van de VS is dat deze zowel professioneel als academisch geschoold is. Dit maakt dat ze zich in een goede positie bevindt om bevindingen uit de wetenschap om te zetten in de praktijk (Grypdonck et al. 2004). Hieruit volgt het belang van de focus op verplegingswetenschappelijk onderzoek. Uit de zelfrapportagestudie (Van Hecke 2016) blijkt ook dat VSen uit UZ vaker domeinspecifiek verpleegwetenschappelijk onderzoek uitvoeren (zowel zelfstandig als in samenwerking). Ook in onze observaties werd gemerkt dat VSen uit UZ eerder vanuit een verpleegkundige invalshoek onderzoek voerden en dat deze focus minder expliciet was bij VSen uit AZ. Bijkomend leken VSen uit UZ in onze studie eerder eigen onderzoek uit te voeren terwijl VSen uit AZ eerder participeerden aan studies die door 28

Het takenpakket van verpleegkundig specialisten in Vlaanderen

Het takenpakket van verpleegkundig specialisten in Vlaanderen www.ucvvgent.be Het takenpakket van verpleegkundig specialisten in Vlaanderen Bevindingen uit onderzoek Prof. dr. Ann Van Hecke 18 april 2016 Verpleegkundig specialisten: Durven investeren DOEL Welke taken

Nadere informatie

Workshop APN congress Future of Nursing. 1/12/17, verslag BVVS. A. Van Hecke - M. Lardennois. APN = advanced practice nurse

Workshop APN congress Future of Nursing. 1/12/17, verslag BVVS. A. Van Hecke - M. Lardennois. APN = advanced practice nurse Workshop APN congress Future of Nursing 1/12/17, verslag BVVS A. Van Hecke - M. Lardennois APN = advanced practice nurse Belangrijke evolutie in de ziekenhuizen is de introductie/ontwikkeling van advanced

Nadere informatie

Advanced Practice Nursing

Advanced Practice Nursing Workshop Advanced Practice Nursing Prof. dr. Ann Van Hecke, UGent, Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde Miguel Lardennois, FOD DG Gezondheidszorg Waar hebben we het over? Waar hebben we

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

ANP ERS IN DE GGZ PRAKTIJK

ANP ERS IN DE GGZ PRAKTIJK ANP ERS IN DE GGZ PRAKTIJK WAT DOEN ZE? Prof. dr. Ann Van Hecke Vanessa de Roo Jürgen Magerman Studiedag GGZ/ NVKVV Congres 16 maart 2016 RONDVRAAG Wat doet een ANP er? 1 OVERZICHT Definitie Criteria voor

Nadere informatie

KB 78: Waar is het begonnen en waar eindigen we?

KB 78: Waar is het begonnen en waar eindigen we? KB 78: Waar is het begonnen en waar eindigen we? Elsie Decoene, Lieve Goossens, Afternoon meeting BVVS, Brussel 26 april 2019 Inhoud Definiëring Situering in de klinische ladder (Federale Raad Verpleegkunde

Nadere informatie

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige

Verslag BVVS peer session. functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 9 januari 2018 Verslag BVVS peer session functie- en competentieprofiel gespecialiseerde verpleegkundige 1. Korte voorstelling aanwezigen Zie deelnemerslijst 2. Situering werkkader Zie hand-outs Uit het

Nadere informatie

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen

Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen 24 mei 2005 Jaarbeurs Utrecht Verpleegkundige functies Op zoek naar grenzen Drs. M. de Wee Verpleegkundig hoofd Oncologie TweeSteden ziekenhuis Tilburg Aanleiding tot taakherschikking Tekort aan medisch

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Academiejaar Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk

Academiejaar Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk Masterproef Pedagogische Wetenschappen en Sociaal Werk Academiejaar 2016-2017 BEDOELING Doorlopen van een gericht wetenschappelijk proces Een originele probleemstelling Een persoonlijk werkstuk Binnen

Nadere informatie

PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN

PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN 23 JANUARI 2020 PATIËNTENPARTICIPATIECULTUUR OP MICRONIVEAU IN ALGEMENE EN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN Presentatie: belang van het thema in het kader van: Het P4Pprogramma Het derde meerjarige programma

Nadere informatie

Verpleegkundig specialisten in Vlaamse algemene en universitaire ziekenhuizen: hun functie-inhoud

Verpleegkundig specialisten in Vlaamse algemene en universitaire ziekenhuizen: hun functie-inhoud 1036 Tijdschr. voor Geneeskunde, 73, nr. 17, 2017 doi: 10.2143/TVG.73.17.2002404 Gezondheidszorg Verpleegkundig specialisten in Vlaamse algemene en universitaire ziekenhuizen: hun functie-inhoud A. Van

Nadere informatie

4/10/2017. Onze sponsors. Inleiding. Aanpassing KB 78. Wat zijn de fundamenten van verpleegkunde? Welke verpleegkunde hebben we nodig in de toekomst?

4/10/2017. Onze sponsors. Inleiding. Aanpassing KB 78. Wat zijn de fundamenten van verpleegkunde? Welke verpleegkunde hebben we nodig in de toekomst? BVVS Ronde van Vlaanderen Verpleegkundig specialist en consulent Programma 13u: verwelkoming en inleiding 13u30 17u20: Focus op 5 thema s (twee groepen) 13u30 14u 10: Ben ik de expert? 14u10 14u50: Ik,

Nadere informatie

Patiëntenparticipatiecultuur in ziekenhuizen Implementatietrajecten 2015

Patiëntenparticipatiecultuur in ziekenhuizen Implementatietrajecten 2015 Patiëntenparticipatiecultuur in ziekenhuizen Implementatietrajecten 2015 Ondersteuningsplan Meerjarenplan 2013 2017 Prof. dr. Ann Van Hecke Prof. dr. Kristof Eeckloo Simon Malfait Doel van de begeleidingssessies

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Verpleegkundig specialisten in de eerste lijn: Wat voegen ze toe?

Verpleegkundig specialisten in de eerste lijn: Wat voegen ze toe? Verpleegkundig specialisten in de eerste lijn: Wat voegen ze toe? Naast gelijk regievoerder! Riet van Dommelen Opleidingsmanager, hoofdopleider Master Advanced Nursing Practice, verpleegkundig specialisten

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

WEEK VAN DE PATIËNTVEILIGHEID

WEEK VAN DE PATIËNTVEILIGHEID WEEK VAN DE PATIËNTVEILIGHEID UZ Leuven vindt het belangrijk om de verwachtingen van u als patiënt of familie te kennen. Zo kunnen we werken aan voortdurende verbetering van onze patiëntenzorg. Sinds eind

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts

De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts De verpleegkundig specialist: de ervaringen als arts Prof. Dr. Sylvie Rottey Medisch Oncoloog Klinisch Farmacoloog Staflid dienst medische oncologie Diensthoofd Dienst voor Geneesmiddelenonderzoek 1 Samenwerking

Nadere informatie

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek

Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek Procedure voor de verwerking van een aanvraag tot onderzoek A Doel De doelstelling van deze procedure is het waarborgen van een standaardverloop bij aanvragen tot het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen.

Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen. Structuur van de palliatieve zorg in Vlaanderen. Dr. Y. Lievens 1,2, Dr. J. Menten 1, I. Bossuyt 1, M. Depril 1. 1 Palliatief-supportteam Dienst Gezwelziekten Universitaire Ziekenhuizen K.U.Leuven 2 Correspondentieadres

Nadere informatie

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM Samenwerking tussen Universitair Ziekenhuis Gent VZW CoZo Vlaanderen Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde Aanleiding ehealth in de oncologie Belang van patiëntenparticipatie

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting 167 Dit proefschrift gaat over patiëntenparticipatie bij medische besluitvorming in de laatste levensfase van oncologie patiënten. Wanneer patiënten niet meer kunnen genezen,

Nadere informatie

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis

Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis Toegewezen functieclassificatie voor verpleegkundige geestelijke gezondheidzorg in een ziekenhuis 1. Verpleegkundige psychiatrische afdeling/ eenheid De functie van verpleegkundige op een dienst op een

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK BIJZONDERE ORTHOPEDAGOGIEK VAN PERSONEN MET EEN MENTALE, PSYCHISCHE, FYSIEKE OF SENSORIELE HANDICAP II

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK BIJZONDERE ORTHOPEDAGOGIEK VAN PERSONEN MET EEN MENTALE, PSYCHISCHE, FYSIEKE OF SENSORIELE HANDICAP II UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK BIJZONDERE ORTHOPEDAGOGIEK VAN PERSONEN MET EEN MENTALE, PSYCHISCHE, FYSIEKE OF SENSORIELE HANDICAP II Bundel voor orthopedagogen Academiejaar 2001-2002 1. Inleiding

Nadere informatie

1. Periodische personeelsregistratie

1. Periodische personeelsregistratie Bijlage 1. Periodische personeelsregistratie De periodische personeelsregistratie wordt éénmaal per registratieperiode opgevraagd, telkens de eerste dag van de maanden maart, juni, september en december.

Nadere informatie

TRAJECTBEGELEIDING BIJ PATIËNTEN MET

TRAJECTBEGELEIDING BIJ PATIËNTEN MET TRAJECTBEGELEIDING BIJ PATIËNTEN MET DARMKANKER 26 maart 2015 EVA PAPE MARIANNE MARTENS 2011 Universitair Ziekenhuis Gent WAT IS EEN VERPLEEGKUNDIG CONSULENT IN DE ONCOLOGIE? = ONCOCOACH, ZORGVERPLEEGKUNDIGE,

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

Werklast op hemodialyseafdelingen: een overzicht. Student: Hilde Versweyveld Coördinator Promotor: Prof. Dr. M. Elseviers

Werklast op hemodialyseafdelingen: een overzicht. Student: Hilde Versweyveld Coördinator Promotor: Prof. Dr. M. Elseviers Werklast op hemodialyseafdelingen: een overzicht Student: Hilde Versweyveld Coördinator rdinator: E. Onsia, MScN,, RN Promotor: Prof. Dr. M. Elseviers Inleiding Vergrijzing bevolking neemt toe Tekort aan

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

STAGE Prof.dr.T.Defloor Stageverantwoordelijke

STAGE Prof.dr.T.Defloor Stageverantwoordelijke Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde Academiejaar 2005-2006 STAGE Prof.dr.T.Defloor Stageverantwoordelijke De masterproef omvat een stage (3 stp) en een scriptie (15 stp). Slagen voor deze stage is

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

(1) Vragen over de vragenlijst

(1) Vragen over de vragenlijst FAQ Overzicht vragen (1) Vragen over de vragenlijst...2 (2) Vragen over de organisatie van de meetperiode...2 Hoe en wanneer patiënten informeren?...2 Wat is de concrete timing?...3 Wanneer wordt de vragenlijst

Nadere informatie

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst

FAQ. (1) Vragen over de vragenlijst FAQ Overzicht vragen (1) Vragen over de vragenlijst...1 (2) Vragen over de organisatie van de meetperiode...2 Hoe en wanneer patiënten informeren?...2 Wat is de concrete timing?...2 Wanneer wordt de vragenlijst

Nadere informatie

DEELNEMEN AAN ONDERZOEK

DEELNEMEN AAN ONDERZOEK DEELNEMEN AAN ONDERZOEK DRAAG BIJ AAN DE WETENSCHAP Een bijdrage leveren aan de wetenschap? Dat kan! De KU Leuven doet onderzoek naar cognitieve beperkingen ten gevolge van een beroerte. Wij zijn steeds

Nadere informatie

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Overzicht Historiek Pilootprojecten Algologische functies Multidisciplinaire pijnteams Waar staan

Nadere informatie

Hallo, overlopen wij eens uw medicatieschema?

Hallo, overlopen wij eens uw medicatieschema? Hallo, overlopen wij eens uw medicatieschema? Medicatieanamnese door apotheekassistenten Mevr. Lily Thienpont Mevr. Stefanie Vangampelaere Prof. dr. Peter De Paepe 21 mei 2015 2015 Universitair Ziekenhuis

Nadere informatie

Tweedelijnspijnzorg vanuit de praktijk

Tweedelijnspijnzorg vanuit de praktijk Tweedelijnspijnzorg vanuit de praktijk Nationaal congres NVKVV 29/03/2011 Guido Van Hamme Psycholoog-Gedragstherapeut Ziekenhuis Oost-Limburg Schiepse Bos 6 B-3600 Genk e.: Guido.vanhamme@zol.be Inhoud

Nadere informatie

Commissie Medische Ethiek

Commissie Medische Ethiek Commissie Medische Ethiek 1.Algemeen Zoals vereist door artikel 70 van de Wet op de ziekenhuizen beschikt het O.L.V. van Lourdes ziekenhuis Waregem over een Commissie Medische Ethiek. De werking en de

Nadere informatie

4. Onderzoeksresultaten

4. Onderzoeksresultaten 4. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk gaan we eerst in op de beschrijving van de instellingen waaruit we de onderzoekspopulatie selecteerden. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten aan de hand van

Nadere informatie

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen

Samenvatting. Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen Beleid en richtlijnen ten aanzien van beslissingen rond het levenseinde in Nederlandse zorginstellingen 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 196 Beleid en richtlijnen

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK. Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II

UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK. Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II UNIVERSITEIT GENT VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK Bijzondere orthopedagogiek van personen met een mentale, psychische, fysieke of sensoriële handicap II 2DE LICENTIE ORTHOPEDAGOGIEK ACADEMIEJAAR 2001-2002 1.

Nadere informatie

beslisschijf evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase palliatieve zorg

beslisschijf evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase palliatieve zorg evaluatie pilot Besluitvorming in de palliatieve fase beslisschijf palliatieve zorg Begin 2006 zijn de VIKC-richtlijnen voor de palliatieve zorg en het zakboekje verschenen. Het IKMN en het UMC Utrecht

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Interview met Lia van Rijswijk, Research verpleegkundige

Interview met Lia van Rijswijk, Research verpleegkundige Interview met Lia van Rijswijk, Research verpleegkundige Auteur: H. van de Klij Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1988 Pagina: 17-18 Jaargang: 4 Nummer: 4 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: buitenland

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie

Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie B Projectoproep Kankerplan Actie 24 : Wetenschappelijke analyse in de onco-geriatrie Inleiding Deze projectoproep kadert binnen de verderzetting van Actie 24 van het Kankerplan: Steun aan pilootprojecten

Nadere informatie

Reumaverpleegkundigen in Nederland: werkgroep Verpleegkundig onderzoek

Reumaverpleegkundigen in Nederland: werkgroep Verpleegkundig onderzoek Reumaverpleegkundigen in Nederland: werkgroep Verpleegkundig onderzoek Yvonne van Eijk-Hustings, PhD, gespecialiseerd verpleegkundige Voorjaarscongres V&VN reumatologie 17 mei 2017 Presentatie Achtergrond:

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de dialyse

Nadere informatie

Multi source feedback voor de aios

Multi source feedback voor de aios Multi source feedback voor de aios Multi source feedback voor de aios Voor artsen in opleiding tot specialist (aios) is het belangrijk dat zij kennis van het specialisme verwerven, specialistische vaardigheden

Nadere informatie

BelRAI in praktijk VRIJDAG 12 MEI Implementatie in het zorgproces BART ONSELAERE DIRECTEUR KWALITEIT-INNOVATIE ZORGNETWERK TRENTO.

BelRAI in praktijk VRIJDAG 12 MEI Implementatie in het zorgproces BART ONSELAERE DIRECTEUR KWALITEIT-INNOVATIE ZORGNETWERK TRENTO. Haalbaarheid Bruikbaarheid BelRAI in praktijk Implementatie in het zorgproces BART ONSELAERE DIRECTEUR KWALITEIT-INNOVATIE ZORGNETWERK TRENTO VRIJDAG 12 MEI 2017 102 bedden vastverblijf 125 medewerkers

Nadere informatie

D I A L O V O Van Referentie Datum Inleiding

D I A L O V O Van Referentie Datum Inleiding DIALOVO Van Kimpen Suzy, lector & praktijklector, Katholieke Hogeschool Leuven, dep. G&T/ stafmedewerker opleiding / NST, operatiekwartier, Universitaire Ziekenhuizen Leuven. Referentie Carlson, E., Pilhammer,

Nadere informatie

Transmurale commissie wond/decubitus Zoetermeer Wondexpertisecentrum/prestatieindicator Tonny de Groot

Transmurale commissie wond/decubitus Zoetermeer Wondexpertisecentrum/prestatieindicator Tonny de Groot Transmurale commissie wond/decubitus Zoetermeer 6-11-12 Wondexpertisecentrum/prestatieindicator 2013 Tonny de Groot 1 Prestatie indicatorenset IGZ 2013 Indicatorenset WEC V&VN afd. 2 Prestatie indicatorenset

Nadere informatie

BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE.

BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE. Wettelijk kader. BIJZONDERE BEROEPSTITELS EN BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEDEN VOOR DE BEOEFENAARS VAN DE VERPLEEGKUNDE. 1) K.B. nr. 78, artikel 35ter: De Koning stelt de lijst van bijzondere beroepstitels

Nadere informatie

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM Samenwerking tussen Universitair Ziekenhuis Gent VZW CoZo Vlaanderen Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde Doelstellingen Educatie op maat aanbieden Een tijdige

Nadere informatie

KU Leuven, Maria Theresiacollege 28 maart 2018

KU Leuven, Maria Theresiacollege 28 maart 2018 KU Leuven, Maria Theresiacollege 28 maart 2018 Fonds ter ondersteuning van educatie bij een orale antikanker therapie Waarom EDU-CONTACT? EDU-CONTACT is ontstaan vanuit de CONTACT-studie. CONTACT is een

Nadere informatie

Standard Operating Procedure

Standard Operating Procedure Standard Operating Procedure STZ SOP: O3 Ontwikkelen, implementeren en beheren van SOP s Distributielijst : STZ Datum : 15-10-2012 Revisiedatum : 15-10-2013 Veranderingen ten opzichte van eerdere versies

Nadere informatie

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke)

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) November 202 Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem, dr. C. Besard,

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE

ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE COÖRDINATIE KWALITEIT EN PATIËNTVEILIGHEID TWEEDE MEERJARENPLAN 2013-2017 Contract 2013 ZELFEVALUATIE VAN DE THEMA S HOOG RISICO MEDICATIE IDENTITOVIGILANTIE Sp-ziekenhuizen 1 1. Inleiding Hierna volgt

Nadere informatie

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW -

RESULTATEN VIP² GGZ CGG PRISMA VZW - RESULTATEN VIP² GGZ 2017 - CGG PRISMA VZW - VISIE & AANPAK KWALITEIT TE MONITOREN EN TE VERBETEREN Kwaliteitszorg is een belangrijk thema binnen de werking van ons centrum. Het verbeteren van de kwaliteit

Nadere informatie

Page 1 of 15 EVALUATION AND FEEDBACK FOR EFFECTIVE CLINICAL TEACHING Deze vragenlijst is bedoeld om klinisch opleiders en supervisoren feedback te geven op hun kwaliteiten als opleider/supervisor in de

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Overige deskundigheidsbevorderende activiteiten (ODA)

Overige deskundigheidsbevorderende activiteiten (ODA) Overige deskundigheidsbevorderende activiteiten (ODA) Beleidsregel Uitwerking van de bepalingen inzake overige deskundigheidsbevorderende activiteiten zoals vastgelegd in het Algemeen Besluit van 30 mei

Nadere informatie

2/05/2019. Wat omvat de white paper verpleegkunde? Tweedaags congres Future of Nursing 30 November 1 December Aanbevelingen.

2/05/2019. Wat omvat de white paper verpleegkunde? Tweedaags congres Future of Nursing 30 November 1 December Aanbevelingen. Wat omvat de white paper verpleegkunde? Prof. dr. Ann Van Hecke, UCVV, UGent Tweedaags congres Future of Nursing 30 November 1 December 2017 Rapport https://www.health.belgium.be/nl/future-nursingimproving-health-driving-change

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X

Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Auteurs: Kathleen Leemans, Joachim Cohen Contact: kleemans@vub.ac.be 02/477.47.64 De indicatorenset is ontwikkeld

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Els Knippenberg (Hogeschool PXL) Frederik Houben (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Doelstellingen

Nadere informatie

Inhoud. Algologische functie in de praktijk. Annemie Van Aken verpleegkundige 4/13/2011

Inhoud. Algologische functie in de praktijk. Annemie Van Aken verpleegkundige 4/13/2011 Algologische functie in de praktijk Annemie Van Aken verpleegkundige Inhoud Taak van de algologische functie (AF) FOD begeleidingscomité - universitair onderzoeksequipe Samenstelling van de AF Project

Nadere informatie

RED, de sprong voorwaarts voor cliënt en zorgprofessional. De rol van de patiënt in het EPD Datum: 28-11-2014 r.van.driel@rivas.nl

RED, de sprong voorwaarts voor cliënt en zorgprofessional. De rol van de patiënt in het EPD Datum: 28-11-2014 r.van.driel@rivas.nl RED, de sprong voorwaarts voor cliënt en zorgprofessional De rol van de patiënt in het EPD Datum: 28-11-2014 r.van.driel@rivas.nl Rivas zorggroep Rivas Zorggroep regelt de zorg die de cliënt wenst, direct

Nadere informatie

De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding

De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding De verantwoordelijkheid over de klinisch-gebonden opleiding Prof. dr. Dirk Van Raemdonck Bestuurslid KAGB Programmadirecteur, bachelor- & masteropleiding geneeskunde, 7 oktober 2017 7 oktober 2017 De

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013 Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg Dirk Gils 21/03/2013 2 sinds 1/09/ 2009 is AZ Turnhout één regionaal ziekenhuis. ruim 1700 medewerkers 160 artsen

Nadere informatie

Engagementsverbintenis. Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen

Engagementsverbintenis. Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen Engagementsverbintenis Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen Deze overeenkomst bepaalt de samenwerking tussen: enerzijds

Nadere informatie

2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming).

2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming). 2010 4/05/2010 NRV/2010/ADVIES-4 Ontwerp van advies betreffende de registratie van de zorgkundigen (discussie en stemming). 2010 15/06/2010 NRV/2010/ADVIES-5 Ontwerp van advies betreffende de erkenning

Nadere informatie

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam

Sport en Welzijn. Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam Gezondh Sport en Welzijn Advanced Nursing Practice Masteropleiding Amsterdam Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Verpleegkundig Specialist De masteropleiding Advanced Nursing Practice (ANP) leidt

Nadere informatie

Het Palliatief Advies Team. De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015

Het Palliatief Advies Team. De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015 Het Palliatief Advies Team De verpleegkundig specialist centraal en transmuraal 1 september 2015 2011 nieuw ziekenhuis en starten PAT Waarom? Hoe? Met wie? Waarom een PAT Stervensfase in het ziekenhuis

Nadere informatie

studenteninformatie Onthaalbrochure A-dienst GezondheidsZorg met een Ziel

studenteninformatie Onthaalbrochure A-dienst GezondheidsZorg met een Ziel i studenteninformatie A-dienst Onthaalbrochure GezondheidsZorg met een Ziel Beste student Welkom op onze afdeling. Met deze brochure willen we je wegwijs maken. Het is een handleiding over het reilen

Nadere informatie

Opdrachtomschrijving Werkervaringsplek

Opdrachtomschrijving Werkervaringsplek Opdrachtomschrijving Werkervaringsplek Gegevens organisatie Branche Gezondheidszorg Overige gegevens WEP Korte titel functie/wep Onderzoeker/projectleider Overdracht Vestigingsplaats WEP Groningen Ervaring

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Palliatieve zorg in de eerste lijn

Palliatieve zorg in de eerste lijn Palliatieve zorg in de eerste lijn Resultaten van een landelijke behoefte-inventarisatie onder zorgverleners, patiënten en naasten en de rol van PaTz hierbij. Ian Koper Roeline Pasman Bart Schweitzer Bregje

Nadere informatie

Een puntprevalentiestudie van de zorgzwaarte en de prevalentie van wonden urineweginfecties in de Vlaamse thuiszorg

Een puntprevalentiestudie van de zorgzwaarte en de prevalentie van wonden urineweginfecties in de Vlaamse thuiszorg Een puntprevalentiestudie van de zorgzwaarte en de prevalentie van wonden urineweginfecties in de Vlaamse thuiszorg Beste verpleegkundige, alvast bedankt voor je medewerking aan deze studie! Wat volgt,

Nadere informatie

Peer Sessions APN BVVS, BRUSSEL, 12 DECEMBER 2017

Peer Sessions APN BVVS, BRUSSEL, 12 DECEMBER 2017 Peer Sessions APN BVVS, BRUSSEL, 12 DECEMBER 2017 Inhoud namiddag 15h30 15h40 Welkom en voorstelling 15h40 15h55 Globale kadering 15h55 16h55 Stellingen over de 4 domeinen Alle stellingen waar geen 2/3

Nadere informatie

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd?

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Vraagje Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Voorstellen Marike Hendriks Erica Baarends Achtergrond:

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

ONDERZOEK & WETENSCHAP

ONDERZOEK & WETENSCHAP ONDERZOEK & WETENSCHAP Het gebruik van richtlijnen door ergotherapeuten in Nederland Jaarcongres Ergotherapie 22 maart 2019 GEBRUIK VAN RICHTIJNEN DOOR ERGOTHERAPEUTEN IN NEDERLAND Dr Joan Verhoef, Hoofddocent

Nadere informatie

Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013

Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013 Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013 Inleiding Geachte dames en heren, ik heb de eer en het genoegen u tijdens deze hoorzitting

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor:

Hij draagt in deze hoedanigheid zorg voor: Inleiding Patiënten worden in het ziekenhuis regelmatig door meerdere medisch specialisten tegelijk behandeld. In het verleden is verschillende malen geconstateerd dat de onderlinge verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis

Werkinstructies voor de CQI Reumatoïde Artritis Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de ervaren kwaliteit van reumazorg te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden gebruikt

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP² GGZ: Vlaamse Patiënten Peiling psychiatrische afdeling

Vlaams Indicatoren Project VIP² GGZ: Vlaamse Patiënten Peiling psychiatrische afdeling Vlaams Indicatoren Project VIP² GGZ: Vlaamse Patiënten Peiling psychiatrische afdeling Het Vlaams Indicatorenproject voor Patiënten en Professionals in de Geestelijke Gezondheidszorg (VIP² GGZ) meet aspecten

Nadere informatie

Wat omvat de white paper verpleegkunde? Prof. dr. Ann Van Hecke, UCVV, UGent

Wat omvat de white paper verpleegkunde? Prof. dr. Ann Van Hecke, UCVV, UGent Wat omvat de white paper verpleegkunde? Prof. dr. Ann Van Hecke, UCVV, UGent Tweedaags congres Future of Nursing 30 November 1 December 2017 Rapport https://www.health.belgium.be/nl/future-nursingimproving-health-driving-change

Nadere informatie