Verklaring concentratienieuwbouw 1 Projectnummer 43383

Transcriptie

1 Curatieve Zorg Ziekenhuis Bernhoven t.a.v. de heer R. Peters Postbus BE Oss Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag H. van Essen Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Verklaring concentratienieuwbouw 1 17 januari 2002 Projectnummer In antwoord op uw bovenvermelde brief, waarin u mij verzocht het plan inzake de concentratienieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven goed te keuren, bericht ik u het volgende. Omtrent uw verzoek heb ik het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (CBZ) en Gedeputeerde Staten van uw provincie om advies gevraagd. Voorgeschiedenis U hebt op 17 januari 2002 een aanvraag voor een verklaring van behoefte voor concentratienieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven ingediend. Deze aanvraag komt voort uit de fusie van de ziekenhuizen in Oss en in Veghel, die in januari 2000 heeft plaatsgevonden. De aanvraag voor concentratienieuwbouw vervangt een eerdere aanvraag waarin werd uitgegaan van oprolvernieuwbouw van het voormalige Sint Anna ziekenhuis te Oss. Voor het voormalige Sint Joseph ziekenhuis te Veghel had nog geen planvorming plaatsgevonden. Nadat u uw aanvraag hebt ingediend, heeft er op verschillende momenten en in verschillende samenstellingen overleg met u plaatsgevonden. Naast een afvaardiging van uw ziekenhuis en mijn departement waren daarbij het bureau van het CBZ, de regionale ziektekostenverzekeraars en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant betrokken. Tijdens deze gesprekken werd aan u en de verzekeraars gevraagd een aantal zaken toe te lichten en te verduidelijken. In het door het CBZ op 23 mei 2005 afgegeven advies (kenmerk A02014/U3007) treft u een opsomming aan van de onderwerpen die tijdens deze verschillende gesprekken aan de orde zijn geweest. Het initiatief en de context Uw ziekenhuis is in januari 2000 ontstaan uit een fusie van het voormalige Sint Anna ziekenhuis te Oss en het voormalige Sint Joseph Ziekenhuis te Veghel. Ten tijde van de fusie had het Sint Anna Ziekenhuis een toelating van 255 bedden (plus 21 wiegen voor gezonde zuigelingen) en het Sint Joseph Ziekenhuis een toelating van 282 bedden (plus 8 wiegen voor gezonde zuigelingen). Uw ziekenhuis beschikt sinds de fusie over 537 erkende bedden, exclusief wiegen voor gezonde zuigelingen. Het primaire verzorgingsgebied van uw ziekenhuis beslaat de subregio Oss van de gezondheidsregio Noord-Oost Brabant. De echte kern van het verzorgingsgebied bestaat uit de Postbus EJ DEN HAAG Telefoon (070) Fax (070) Bezoekadres: Parnassusplein VX DEN HAAG Correspondentie uitsluitend richten aan het postadres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Internetadres:

2 2 gemeenten Bernheze, Oss, Uden en Veghel. De overige gemeenten worden gedeeld met omliggende ziekenhuizen. Het initiatief betreft de concentratienieuwbouw van uw ziekenhuis. U acht concentratie van de functies die op de locaties in Oss en Veghel worden uitgeoefend noodzakelijk voor de continuïteit en kwaliteit van zorg die in uw ziekenhuis geleverd wordt. In deze mening wordt u gesteund door prof. dr. Casparie, die in opdracht van de provincie en de gemeenten Oss en Veghel en met steun van de gemeente Uden, een onderzoek heeft verricht naar de meeste wenselijke structuur voor de toekomst van de ziekenhuiszorg in uw regio. De conclusie van dit onderzoek is dat concentratienieuwbouw noodzakelijk is voor het behouden van volwaardige en doelmatige basisziekenhuiszorg op een kwalitatief hoog niveau. De concentratienieuwbouw zal plaatsvinden op een centraal in het verzorgingsgebied gelegen locatie. Waarschijnlijk zal dit aan de noordwestzijde van Uden zijn, dichtbij het nieuwe stuk van de A50. De nieuwbouw zal niet voor 2010 in gebruik genomen worden. De huidige locaties in Oss en Veghel zullen worden afgestoten en herbestemd. De terreinen worden, volgens de huidige stand van planvorming, herbestemd voor een mix van woningbouw, zorgfuncties (zowel intramurale als extramurale) en commerciële functies. Daarnaast zullen, conform de aanbevelingen van prof. dr. Casparie, op de huidige locaties zogenaamde zorgsteunpunten (ZSP s) worden geopend, waarin uw ziekenhuis enige functies en oppervlakte zal inbrengen. Vanuit deze ZSP s zal tevens de medische dienstverlening aan de op of bij de huidige locaties gevestigde regionale GGZ-centra worden verzorgd. Het initiatief vormt een aanvraag voor een verklaring op hoofdlijnen. Dit houdt onder andere in dat er nog geen nadere bouwkundig-functionele uitwerking heeft plaatsgevonden. Voor de berekening van het oppervlakte- en investeringskostenkader gaat u uit van een toekomstige normatieve capaciteit van 523 bedden volgens de 2,8 -norm (circa 410 werkelijke bedden). Deze capaciteit is ontleend aan een door Prismant op grond van de productiecijfers over 2002 opgestelde prognose van de leeftijdsspecifieke klinische adherentie voor het jaar Behoefte en noodzaak Het CBZ heeft in zijn advies aangegeven voor het bepalen van de behoefte en de noodzaak van uw initiatief op drie aspecten te hebben getoetst: - de noodzaak op zich tot omvangrijke investeringen in de bouwkundige infrastructuur van het ziekenhuis; - de noodzaak tot concentratienieuwbouw; - de boekwaarde van de huidige locaties in relatie tot de investeringskosten voor nieuwbouw. Het CBZ heeft in het op 23 mei 2005 uitgebrachte advies uitgebreid verslag gedaan van zijn bevindingen ten aanzien van de toets op de drie hierboven genoemde aspecten. De kwaliteit van het gebouw in Oss is zodanig, dat vervangende nieuwbouw in de rede zou liggen. De kwaliteit van het gebouw in Veghel is zodanig, dat er voor 2010 geen grootschalige investeringen noodzakelijk zijn. Het CBZ is van mening dat de noodzaak tot omvangrijke investeringen in de bouwkundige infrastructuur van uw ziekenhuis afdoende is aangetoond. Voor het tweede aspect, de noodzaak tot concentratienieuwbouw, geldt dat het CBZ constateert dat op grond van de omvang van de huidige locaties geen intrinsieke noodzaak tot functieconcentratie bestaat. U hebt echter aangegeven dat u concentratie nodig acht om continuïteit en kwaliteit van zorg te garanderen. Het CBZ geeft aan dat concentratienieuwbouw bij vergelijkbare investeringskosten, uit het oogpunt van functionaliteit, levensduur en efficiency van

3 3 de bedrijfsvoering, tot een beter resultaat leidt dan de instandhouding van twee locaties. Er bestaat dus weliswaar geen intrinsieke noodzaak tot concentratienieuwbouw, maar er zijn wel voordelen te behalen. Om het risico op het weglekken van adherentie, en daarmee op onderbenutting en exploitatieverliezen, te kunnen ondervangen, is het noodzakelijk dat u de ZSP s uitgebreider invult dan nu is voorzien. Het CBZ geeft aan dat het van belang is dat vanuit de ZSP s een belangrijk deel van de planbare (medisch specialistische) ambulante zorg aan met name chronische (oudere) patiënten met specifieke aandoeningen kan worden geboden. De provincie deelt deze mening en vindt daarom dat de steunpunten nog nader uitgewerkt dienen te worden. Over de minimale aard en omvang van deze ZSP s zal daarom nog nader overleg plaats moeten vinden. De provincie geeft aan dat u het draagvlak voor uw plannen onder de bevolking hebt proberen te vergroten door een onafhankelijk onderzoek naar de toekomst van de ziekenhuiszorg. De provincie constateert dat de gemeentebesturen van Oss en Veghel pleiten voor het behoud van de huidige ziekenhuislocaties, maar daarbij aantekenen dat, wanneer dat niet mogelijk is, zij voorstander zijn van het behoud van een kwalitatief hoogwaardige basisziekenhuiszorg in de regio. Het CBZ constateert dat u de stakeholders op juiste wijze hebt geconsulteerd en daarmee aan uw inspanningsverplichting hebt voldaan. Een aanzienlijk aantal stakeholders heeft blijk gegeven van een positieve houding tegenover uw initiatief. Het overleg met de stakeholders heeft er echter niet toe geleid dat alle stakeholders positief zijn over uw initiatief. Vooral uit de gemeentebesturen van Oss en Veghel en de actiecomités in deze gemeenten komt veel weerstand tegen de concentratieplannen. Voor het derde aspect, de relatie tussen de investeringskosten voor nieuwbouw en de boekwaarde van de huidige locaties, geldt dat de boekwaardeontwikkeling van de huidige locaties volgens het CBZ geen beletsel vormt voor vervangende nieuwbouw met het beoogde moment van ingebruikname in of na Hieraan moet echter wel het voorschrift zijn verbonden dat het risico op boekverlies door de regionale ziektekostenverzekeraars wordt afgedekt. De verzekeraars hebben in de gesprekken die naar aanleiding van uw aanvraag zijn gevoerd aangegeven dat zij bereid zijn dit risico te dragen. Toets aan de bouwmaatstaven en kostennormen De provincie geeft aan dat de aanvraag planmatig gezien niet op bezwaren stuit. Het CBZ geeft aan dat het initiatief een aanvraag op hoofdlijnen betreft. Mede omdat nog geen definitieve locatie bekend is, heeft u de plannen nog niet nader bouwkundig en financieel uitgewerkt. Deze uitwerking zal in de volgende goedkeuringsfase, binnen het kader van de dan geldende bouwkundig-functionele en technische eisen en kostennormen, moeten plaatsvinden. Op grond van de thans beschikbare informatie merkt het CBZ het volgende op.

4 4 Op grond van de voor 2010 normatief berekende capaciteit van 523 bedden volgens de 2,8 - norm berekent u de nieuwbouwoppervlakte exclusief PM-posten op m 2. Deze berekening komt het CBZ op zich juist voor. Opgemerkt wordt dat binnen deze oppervlakte tevens zijn begrepen de oppervlakte van m 2 bruto vloeroppervlakte in het Jeroen Bosch Ziekenhuis te s-hertogenbosch ten behoeve van medisch ondersteunende functies (laboratoria en apotheek) alsmede de nader te bepalen oppervlakte van de op de huidige locaties op te richten ZSP s. Inzake de oppervlakte voor medisch-specialistische opleidingen en eventuele andere PM-functies zal indien van toepassing in de volgende goedkeuringsfase een nadere uitwerking en beoordeling moeten plaatsvinden. U hebt de investeringskosten berekend op ,--, inclusief BTW, exclusief grond- en startkosten, op prijspeil 1 oktober Bij deze berekening bent u uitgegaan van m 2 ziekenhuisoppervlakte en 700 m 2 voor de steunpunten, waarvoor de kostennorm voor kantoorvoorzieningen voor ambulante zorg is gehanteerd. Abstraherend van de verdeling van oppervlakte en investeringskosten over de betreffende locaties, worden de investeringskosten voor uw initiatief op grond van de Bouwkostennota 2004 berekend op ,--, inclusief BTW, op prijspeil 1 januari 2004, uitgaande van de totale ziekenhuisoppervlakte van m 2. Grondkosten en startkosten zijn hierin niet opgenomen en kunnen voor de huidige goedkeuringsfase PM worden gesteld. Voor de nadere uitwerking in de volgende goedkeuringsfase geldt als kader het daaromtrent gestelde in de vigerende Bouwkostennota en de Bouwmaatstaven terreingrootte in de zorgsector. Evenmin onderdeel van de genoemde investeringskosten vormen de kosten in verband met oppervlakte voor PM-functies. Ook dit punt zal in de volgende goedkeuringsfase onderwerp van nadere beoordeling zijn. Met betrekking tot de noodzakelijke overbruggingsinvesteringen om op de huidige locaties tot het moment van ingebruikname van de nieuwbouw op verantwoorde wijze zorg te kunnen leveren, ligt het in de rede dat u deze in kaart brengt in een geactualiseerd LTHP voor de betreffende periode. Gezien de aard van het initiatief blijven de exploitatiegevolgen van het initiatief beperkt tot een wijziging van de kapitaallasten en de gebouwgebonden kosten. Boekwaarde/boekverlies Het primaire doel van het boekwaardecriterium is het voorkomen van kapitaalvernietiging. Waar enerzijds de boekwaardeontwikkeling en anderzijds de bouwkundig-functionele en technische aspecten niet met elkaar stroken, ligt het daarom in de rede bij de afweging of en, zo ja, wanneer vervanging en afstoting plaats kan vinden, nadrukkelijk het verwachte boekverlies dan wel de verwachte boekwinst te betrekken. Dit ligt temeer voor de hand omdat in de Beleidsregels tevens is opgenomen dat van de gebruikelijke termijn van 50 jaar waarna vervangende nieuwbouw kan plaatsvinden kan worden afgeweken wanneer een op meer dan één locatie gehuisveste ziekenhuisorganisatie wil overgaan tot concentratie van zorg. Wel moet dan aangetoond worden dat uit bouwkundig-functioneel en/of installatie-technisch oogpunt op korte termijn een ingrijpende renovatie dan wel vervanging van belangrijke onderdelen noodzakelijk is. Aan deze voorwaarde wordt in het geval van uw ziekenhuis voldaan.

5 5 Met betrekking tot de te verwachten opbrengst van de huidige locaties bij afstoting wordt door het CBZ opgemerkt dat door een extern adviesbureau, met inschakeling van het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, onderzoek is gedaan naar mogelijke herbestemming van de locaties van ziekenhuis Bernhoven voor een combinatie van zorgvoorzieningen, wonen en bedrijvigheid. Dit onderzoek duidt erop dat bij deze vorm van herbestemming sprake zal kunnen zijn van een nihil boekverlies of zelfs van een boekwinst. Bovendien hebben de regionale ziektekostenverzekeraars bij meerdere gelegenheden, onder andere met een brief van 8 april 2003 en een brief van 25 april 2005, aangegeven bereid te zijn een eventueel optredend boekverlies af te dekken. Het risico van boekverlies is hiermee voldoende afgedekt. Inbrengverplichting Het CBZ constateert dat (een deel van) uw initiatief tot concentratienieuwbouw, gelet op de per 1 januari 1996 in werking getreden meldingsregeling en de daarbij behorende toelichting, inhoudelijk te beschouwen is als een instandhoudingsproject. Het valt niet onder de definitie ex WZV van bestemmingswijziging of uitbreidingsnieuwbouw, omdat geen sprake is van een uitbreiding van het zorgniveau in termen van bedden of plaatsen. Dit impliceert dat voor nieuwbouw de zogenoemde inbrengverplichting van toepassing zal zijn. De inbrengverplichting heeft alleen betrekking op de incidentele instandhoudingsmiddelen (trekkingsrechten), die op basis van de CTG/ZAio-beleidsregel Instandhoudingsinvesteringen worden opgebouwd. De inbrengverplichting zal indicatief worden vastgesteld bij het verlenen van de vergunning. De definitieve hoogte zal worden vastgesteld in de door het CBZ af te geven beschikking inzake de eindafrekening. Voor een nadere toelichting op de berekening van de inbrengverplichting verwijs ik u naar de circulaire van het CBZ d.d. 2 mei 2001 (kenmerk /Baa) inzake informatievoorziening berekeningswijze inbrengverplichting, alsmede naar Bijlage 0.02 van de Regeling bouwmaatstaven WZV (Stcrt. 2001, nr. 92) Kwalitatieve beschouwing Bereikbaarheid Als gevolg van concentratienieuwbouw zullen de gemiddelde reisduur en reisafstand naar uw ziekenhuis weliswaar toenemen, maar dit leidt volgens het CBZ en de provincie niet tot benadering of overschrijding van de informele veldnorm van 45 minuten voor spoedeisende zorg. Het is niet te voorspellen of de verandering in reistijd er toe zal leiden dat mensen uit het adherentiegebied van Bernhoven zich in de toekomst tot andere ziekenhuizen zullen wenden. Het CBZ verwacht dat het risico op adherentieverlies beperkt is. Het is overigens volgens het CBZ onvermijdelijk dat er in de regio ook veranderingen in de bereikbaarheid van uw ziekenhuis zouden optreden wanneer geen sprake zou zijn van concentratienieuwbouw. Wanneer beide huidige locaties zouden blijven bestaan, zou er immers een reële kans bestaan dat u functies zou gaan concentreren op één van de twee huidige locaties, waardoor de reisafstand binnen de regio ook toe zou gaan nemen. In verband met de gevolgen voor de bereikbaarheid vinden zowel de provincie als het CBZ het van belang dat u een goede invulling geeft aan de ZSP s. Dit is vooral belangrijk voor de planbare (medisch specialistische) ambulante zorg aan met name chronische (oudere) patiënten met specifieke aandoeningen.

6 6 Toekomst Op 8 maart 2005 heb ik aan de Tweede Kamer een brief gestuurd over Transparante en integrale tarieven in de gezondheidszorg (Kamerstuk 27659, nr.52). In deze brief heb ik geschreven dat er in de nabije toekomst voor ziekenhuizen geen sprake meer zal zijn van separate nacalculatie van kapitaallasten. De kapitaallasten zullen dan in de vorm van een normatieve huisvestingscomponent ondergebracht worden in geproduceerde DBCs. Dit leidt er voor ziekenhuizen toe dat de gevolgen van investeringsbeslissingen voor de exploitatie van het ziekenhuis pregnanter zullen worden. U wordt in de toekomst zelf volledig verantwoordelijk voor het terugverdienen van de kapitaallasten. Conclusie U hebt in januari 2002 een verklaring van behoefte voor concentratienieuwbouw aangevraagd. Voor de reden van uw aanvraag tot concentratienieuwbouw voert u een aantal argumenten aan, onder andere de efficiencywinst die u verwacht te boeken wanneer u vanuit één locatie werkt en een toename van kwaliteit doordat functies geconcentreerd worden. U bent van mening dat u de doelmatigheid, continuïteit en kwaliteit van zorg beter kunt garanderen vanuit één locatie. Ik kan mij goed vinden in deze argumenten en ben van mening dat u voldoende aannemelijk hebt gemaakt dat uw ziekenhuis zowel financieel als kwalitatief voordeel zal behalen uit de concentratienieuwbouw. De provincie heeft op 27 mei 2002 een positief advies afgegeven over uw aanvraag tot concentratienieuwbouw. Het CBZ heeft in zijn advies van 23 mei 2005 geschreven geen overwegende bezwaren te hebben tegen concentratienieuwbouw. Het CBZ en de provincie plaatsen echter wel een aantal kanttekeningen bij uw initiatief. Zowel het CBZ als de provincie hebben mij geadviseerd om bij afgifte van een verklaring een aantal voorschriften aan deze verklaring te verbinden, om zo de kwaliteit van zorg voor de inwoners van de regio te waarborgen. Een punt van zorg dat zowel het CBZ als de provincie aandraagt, is de mate van bereikbaarheid van de ziekenhuiszorg in de regio Oss-Veghel. De provincie geeft daarom aan het van belang te vinden dat een nieuw te bouwen ziekenhuis centraal gelegen moet zijn binnen uw gezondheidsregio. Het CBZ deelt deze mening en geeft in zijn advies aan het raadzaam te vinden u voor te schrijven dat concentratienieuwbouw in of nabij Uden moet plaatsvinden. Ik ben het met de provincie en het CBZ eens dat het nieuw te bouwen ziekenhuis zich vanwege de bereikbaarheid centraal in het verzorgingsgebied moet bevinden. Vanwege de geografische ligging van de gemeente Uden binnen het verzorgingsgebied, vind ook ik een keuze voor deze gemeente voor de hand liggen. De concentratie leidt weliswaar tot een toename van reistijd en reisafstand voor een deel van de inwoners van de regio, maar leidt er niet toe dat deze inwoners niet meer binnen een redelijke termijn (de spoedeisende hulp van) een ziekenhuis kunnen bereiken. Het CBZ en de provincie pleiten er vanwege de toename van de reistijd en reisafstand voor om bij concentratienieuwbouw zorg te dragen voor een adequate invulling van de steunpunten die achterblijven op de huidige locaties in Oss en Veghel. De raadpleging van de stakeholders heeft op juiste wijze plaatsgevonden. Dit overleg heeft er echter niet toe geleid dat er overeenstemming is bereikt. Voornamelijk vanuit de gemeenten Oss en Veghel is veel weerstand op uw plannen gekomen. Voor deze gemeenten en hun inwoners is het van belang dat een goede invulling aan de steunpunten wordt gegeven.

7 7 U hebt uw aanvraag in januari 2002 ingediend. Vanwege de standstill is er tot op heden geen besluit genomen over uw aanvraag. De langdurige procedure heeft tot onzekerheid binnen uw organisatie, maar ook bij de bewoners en lokale politiek, geleid. Uw ziekenhuis is hierdoor financieel en kwalitatief niet in de problemen gekomen, maar door de onzekerheid over de procedure en de toekomst van het ziekenhuis is er een gerede kans aanwezig dat bij langer uitblijven van besluitvorming in de toekomst problemen op deze terreinen zullen ontstaan. Ik vind het daarom opportuun om nu een besluit te nemen. Op basis van de adviezen van de provincie en het CBZ en mijn eigen bevindingen, ben ik tot het besluit gekomen u een verklaring van behoefte voor concentratienieuwbouw af te geven. Aangezien ik de aanbevelingen van het CBZ en de provincie over de bereikbaarheid van het ziekenhuis en de invulling van de steunpunten zeer waardevol vind, verbind ik aan deze verklaring van behoefte het voorschrift dat het nieuw te bouwen ziekenhuis zich op een centraal in de verzorgingsregio gelegen plaats moet bevinden, bij voorkeur in de gemeente Uden. Daarnaast verbind ik aan deze verklaring het voorschrift dat u over de invulling van de steunpunten in nader overleg treedt met de stakeholders. In gezamenlijk overleg met onder andere de huisartsen en regionale patiëntenorganisatie zult u tot een goede invulling van de steunpunten moeten kunnen komen. Ik vind het daarbij vooral van belang dat u aandacht besteedt aan de wijze waarop vanuit de steunpunten planbare (medisch specialistische) ambulante zorg aan met name chronische (oudere) patiënten met specifieke aandoeningen kan worden geboden. Met name voor deze patiënten is het van belang dat zorg dichtbij beschikbaar blijft. Er bestaat een kans op boekwaardeverlies. De regionale verzekeraars hebben aangegeven dat zij bereid zijn het risico op dit mogelijke boekverlies te dragen. Het risico op boekwaardeverlies is daarmee voldoende afgedekt. Ik ga er van uit dat u zich, in geval van boekwaardeverlies, tot de verzekeraars wendt. Kapitaallasten Met de brief over transparante en integrale tarieven, die ik in maart 2005 aan de Tweede Kamer heb gestuurd, geef ik een antwoord op vragen die de Tweede Kamer bij behandeling van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) over kapitaallasten heeft gesteld. In mijn brief geef ik aan dat ik kies voor een systeemwijziging, namelijk dat instellingen voortaan zelf besluiten moeten kunnen nemen over hun investeringen en meer dan nu verantwoordelijk zullen worden voor het terugverdienen van deze investeringen. Dit wordt mogelijk als de kapitaallasten onderdeel worden van de productprijzen. Ik hanteer hiervoor de term integrale prestatiebekostiging. Ik ga ervan uit dat u bij het verder ontwikkelen van uw plannen rekening houdt met het vorenstaande en uw huisvesting een afgeleide laat zijn van de door u reëel in te schatten toekomstige productieomvang.

8 8 Standstill Gezien de aard van het initiatief valt de oorspronkelijk door u op 17 januari 2002 ingediende aanvraag onder de in december 2001 afgekondigde standstill op fusie- en concentratievoornemens. Ik heb de Tweede Kamer op 26 januari 2005 laten weten dat ik zou bezien of ik bij de behandeling van uw aanvraag een uitzondering zou maken op de standstill. Gezien de specifieke omstandigheden van uw aanvraag, onder andere de duur van het proces van besluitvorming en de gevolgen die dit heeft voor de continuïteit van het zorgaanbod en de bedrijfsvoering binnen uw ziekenhuis, meen ik dat een uitzondering op de standstill gerechtvaardigd is. Ik heb dit aan de Tweede Kamer laten weten. Verklaring Gelet op artikel 7, eerste lid, onder a, juncto artikel 29 van de Wet ziekenhuisvoorzieningen verklaar ik hierbij dat behoefte bestaat aan concentratienieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven. Voor de verdere motivering van dit besluit, voorzover niet in deze beschikking opgenomen, verwijs ik u, conform artikel 3:49 van de Algemene wet bestuursrecht, naar hetgeen hieromtrent staat vermeld in het advies van het CBZ nr. C04089/PI dd. 19 oktober 2004, dat naar ik weet in uw bezit is. Wellicht ten overvloede wijs ik u er, onder verwijzing naar artikel 13 WZV op, dat de verklaring kan vervallen dan wel kan worden ingetrokken. Ik wijs u er op dat toekomstige zich mogelijk nog wijzigende normen en uitgangspunten, alsmede omstandigheden van algemeen belang, uiteraard nog gevolgen voor het onderhavige plan kunnen hebben zolang het onderhavige initiatief nog niet in aanbouw is. Uw initiatief komt nog niet voor op enige door mij vastgestelde bouwprioriteitenlijst. Desondanks heb ik er geen bezwaar tegen dat u doorgaat met de planontwikkeling. Bij gelegenheid van de volgende bestuurlijke actualisatie zal ik uw initiatief prioriteren. Ik stel voor dat een definitieve uitspraak wordt gedaan omtrent de aanvaardbaarheid van het geraamde investeringsbedrag en bouwvolume binnen het raam van de beslissing inzake de afgifte van de vergunning. Afstoten onroerend goed Met betrekking tot de verkoop van te zijner tijd in verband met de concentratienieuwbouw vrijkomende terreinen en opstallen, merk ik het volgende op. Het door u beoogde bouwinitiatief gaat gepaard met het niet meer voor uw ziekenhuisvoorziening blijvend in gebruik houden van gebouwen en/of terreinen, of delen daarvan. In dit verband verwijs ik u naar artikel 17, eerste lid, artikel18b, vierde, vijfde en elfde lid, WZV, alsmede naar het Besluit sanering instellingen voor gezondheidszorg, waarin de terzake aan het College sanering ziekenhuisvoorzieningen opgedragen taken zijn vermeld. Omtrent de gevolgen van de buitengebruikstelling worden in de te zijner tijd te verlenen WZVvergunning een of meer voorschriften opgenomen.

9 9 Aanbesteding Wat betreft het plaatsen van opdrachten voor de uitvoering van werken verwijs ik u naar circulaire FBZ/PBIZ van 23 december 1996 (Stcrt.1996, 250). Daarin heb ik de betekenis geschetst die met name de EG-richtlijn 93/37/EEG van 14 juni 1993 heeft voor het beleid dat door mij ter zake wordt gevoerd. In deze circulaire is tevens vermeld dat in het geval WZV-vergunningplichtige werken niet Europees behoeven te worden aanbesteed, mijn aanbestedingenbeleid, als weergegeven in circulaire DGVgz/PB/BF van 8 augustus 1988 (verlengd met circulaire Z-PB van 23 september 2002), onverminderd van kracht is. Slotopmerkingen Met nadruk wil ik u erop wijzen dat ik er bij deze beslissing van uit ben gegaan dat de overige voor de onderhavige bouw benodigde goedkeuringen/instemmingen vanwege andere (overheids)instanties reeds aan u zijn of zullen worden verstrekt. Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend. Het bezwaarschrift wordt ondertekend door de indiener en bevat: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit, de gronden van het bezwaar. Van de afgifte van deze verklaring wordt mededeling gedaan in de Nederlandse Staatscourant. Afschrift van dit schrijven zend ik onder meer aan het CBZ, Gedeputeerde Staten van uw provincie en de Tweede Kamer. de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de directeur Curatieve Zorg, drs. M.J. Boereboom