Migranten en de erfenis van de verzuiling in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Migranten en de erfenis van de verzuiling in Nederland"

Transcriptie

1 Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland Marcel Hoogoo Peter Scholt E analyse van de invloed van de verzuiling op het Nederlandse igranteleid (circa 1970-hed) Marcel Hoogoo is universitair doct aan de faculteit Sociale Wetschapp van de Universiteit Utrecht. Peter Scholt is universitair doct aan de faculteit Managet Bestuur van de Universiteit Twte. Correspondtiegegevs: Dr. M. Hoogoo Universiteit Utrecht Faculteit Sociale Wetschapp Algee Sociale Wetschapp Heidelerglaan 2, de Uithof 3584 cs Utrecht.j..hoogoo@uu.nl Dr. P. Scholt Universiteit Twte Faculteit Managet Bestuur Vakgroep Maatschappelijke Risico s Veiligheid Postus ae Enschede p.w.a.scholt@utwte.nl Savatting In de literatuur wordt vaak verondersteld dat er e verand estaat tuss de Nederlandse verzuilingsgeschiedis de wijze waarop de overheid vanaf de jar zevtig van de twintigste eeuw heeft getracht igrant te integrer in de Nederlandse saleving. Dit verand is tot op hed echter nooit op systeatische wijze onderzocht. In dit artikel wordt op asis van e onderscheid tuss de organisatieprincipes (de wijze waarop de zuil tot de jar zevtig war georganiseerd) de spelregels van de verzuiling (de wijze waarop de relaties tuss de zuil in dezelfde periode werd vorgegev) onderzocht of dit verand daadwerkelijk estond estaat. Uit de analyse lijkt dat, ondanks de voortgaande ontzuiling van de autochtone evolking, de organisatieprincipes spelregels van de verzuiling in de late jar zevtig in de jar tachtig duidelijk zijn terug te vind in het eleid dat is gericht op igrant. In de jar negtig treedt echter e geleidelijke ontzuiling in van het integratieeleid. Dit artikel laat zi dat van e doorwerking van de verzuiling in het Nederlandse integratieeleid aan het egin van de 21ste eeuw niet langer sprake is, dat dus evin kan sprek van e eduidig persistt Nederlands integratieodel. Inleiding In de nationale internationale literatuur wordt vaak e verand gelegd tuss de Nederlandse verzuilingsgeschiedis het eleid van de Nederlandse overheid dat is gericht op de integratie van igrant in de saleving. De wijze waarop de eancipatie van verschillde nationale inderhed in zuil was vorgegev gedurde e 107

2 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland groot deel van de twintigste eeuw, zou van grote invloed zijn geweest op de wijze waarop vanaf de jar zevtig werd getracht igrant als etnische inderhed te eanciper of te integrer. Zo stelt Koopans (2003) dat het Nederlandse integratieeleid van eet af aan was gericht op de evordering van etnische verzuiling. Volgs Koopans zou het fal van het integratieeleid te wijt zijn geweest aan de onedoelde versterking van etnische scheidslijn, wederzijdse vervreeding discriinatie door het op de verzuiling geënte eleid. Ook in de internationale literatuur wordt vaak e relatie verondersteld tuss verzuiling de integratie van igrant in Nederland. Zo typeert Soysal (1994) het Nederlandse eleid als e gectraliseerd-corporatistisch integratieregie, verwijzd naar de sterk geïnstitutionaliseerde praktijk van overleg et igrantorganisaties als e weerspiegeling van de verzuilingstraditie. Het verand tuss verzuiling integratieeleid is echter opvalld weinig systeatisch geanalyseerd. Vaak wordt dit verand op e taelijk astract niveau gelegd, zonder epirische onderouwing. Slechts e aantal auteurs gaat systeatisch in op dit historische verand, zoals Rath e.a. (1996), die e relatie legg tuss de verzuilingsgeschiedis de institutionalisering van de isla in de Nederlandse saleving. Dergelijke schaarse studies de vele terloopse verwijzing naar de verzuiling roep echter eer vrag op dan dat ze eantwoord. Waar Koopans ijvooreeld e verand suggereert tuss verzuiling het integratieeleid, roept dit oniddellijk de vraag op hoe zich dit verhoudt tot het proces van ontzuiling dat zich reeds in de jar zestig inzette in de Nederlandse saleving. Ook Rath e.a. duid zowel op facett van continuïteit als discontinuïteit tuss de verzuiling de institutionalisering van de isla als religie van veelal iigrant. Ook op het terrein van inderhed organisaties lijkt eerder sprake te zijn van discontinuïteit, getuige hun sterk afgo invloed in het eleid gedurde de voorije decnia. In dit artikel proer we op e systeatische wijze het verand tuss verzuiling de integratie van inderhed te analyser. Allereerst ak we e analyse van de verzuiling zelf, waarij we onderscheid ak tuss de wijze waarop de zuil war georganiseerd ( organisatieprincipes ) de wijze waarop de relaties tuss de zuil werd vorgegev ( spelregels ). Vervolgs kijk we in hoeverre deze organisatieprincipes spelregels werd word weerspiegeld in het integratieeleid. Daarij ak we onderscheid tuss drie afzonderlijke periodes: de ontwikkeling van het inderhedeleid tot eind jar tachtig, de ontwikkeling van het integratieeleid in de jar negtig, t slotte, het eleid zoals zich dat sinds ongeveer 2001 heeft ontwikkeld. Hierij lijkt dat, ondanks de voortgaande ontzuiling van de autochtone evolking, de organisatieprincipes spelregels van de verzuiling in de late jar zevtig in de jar tachtig duidelijk zijn terug te vind in het eleid dat is gericht op igrant. In de daaropvolgde periode treedt echter e geleidelijke ontzuiling in van het integratieeleid. In tegstelling tot vele suggesties in de nationale internationale literatuur dat de verzuilingsgeschiedis nog altijd de asis zou vor van het Nederlandse integratieodel, lat wij zi dat aan het egin van de 21ste eeuw van e doorwerking van de verzuiling in het Nederlandse integratieeleid niet langer sprake is, dat dus evin gesprok kan word van e eduidig persistt Nederlands integratieodel. De organisatieprincipes spelregels van de verzuiling O te kunn epal of, in hoeverre de Nederlandse verzuilingsgeschiedis inderdaad van invloed is geweest op het integratieeleid t aanzi van igrant, oet we ons eerst verdiep in de verzuiling zelf. Wat hield verzuiling precies in? E prolee ij de eantwoording van deze vraag is dat over de aard de ovang van de verzuiling in Nederland, rui e halve eeuw na het egin van het wetschappelijk onderzoek naar dit foe, nog altijd ge conssus estaat. In de populaire eeldvoring deels in de wetschap (Wintle 2000) was de verzuiling e allesovattd systee van politieke aatschappelijke organisatie, dat niet of nauwelijks ruite liet aan andere organisatieprincipes aan andere politieke sociale ogangsvor (o.a. Schöffer 1956; Daalder 1974, 1989; Thurlings 1978; Lijphart 1990). In deze visie was de Nederlandse evolking in de periode opgedeeld in vier zuil de katholieke, de orthodox-protestantse, de sociaal-deocratische de lierale zuil (ook wel rest-zuil goed, vergelijk 108

3 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland Pnings 1991; Wintle 2000) estond slechts voor e kleine ovlaag de ogelijkheid zich aan de keuze voor e epaalde zuil te onttrekk. Juist odat de zuil zo doinant war, ontwikkelde zich volgs deze auteurs aan het einde van de negtide het egin van de twintigste eeuw gaandeweg e systee van politieke esluitvoring dat de ogang tuss de zuil reguleerde. Dit politieke systee, dat veelal wordt aangeduid et de ter pacificatiedeocratie, reproduceerde vervolgs zichzelf door de organisatieprincipes de spelregels die in de politieke sfeer doinant war geword, ook in andere sfer van het aatschappelijke lev te introducer. Deze voorstelling van zak is door verschillde auteurs estred. Zij dat de verzuiling lang niet zo doinant was als veelal wordt verondersteld dat er sprake was van grote variatie tuss de zuil, tuss regio s in de tijd. Allereerst zou de verzuiling van de goede evolkingsgroep in de periode nooit volledig zijn geweest werd de ontwikkeling van e verzuilde saleving voortdurd doorkruist door individu groep die naar organisatie streefd op e andere grondslag: op asis van klasspositie (Stuuran 1983; Fnea 1976; Daudt 1980), standspositie (Leders 1992; De Rooy 1995; Hoogoo 2004), of van andere kerk (Van Doorn , Scholt 1980). Mede als gevolg daarvan kon e taelijk grote groep van urgers zich volgs deze auteurs aan het verzuilingsproces onttrekk, onder eer de groep die in de doinante visie op verzuiling wordt aangeduid als lierale of rest-zuil (Stuuran 1983; Wintle 2000). Bovdi wijz kele auteurs op de grote regionale verschill (Pnings 1991; Blo Talsa 2000; Blo 2000) op de verschill tuss de zuil onderling, vooral tuss de katholieke zuil orthodoxprotestantse zuil erzijds, de sociaal-deocratische zuil anderzijds (o.a. Van Doorn 1956; Schöffer 1956; Stuuran 1983; Blo 1985, 2000a 2000; De Rooy 1995; Hoogoo 1996; Blo Talsa 2000). Niet alle was in sociaal-deocratische kring volgs deze auteurs pas veel later sprake van verzuiling dan in eide andere evolkingsgroep, werd de sociaal-deocratische zuil vroeger ontanteld, tevs iste zij het klassoverstijgde karakter van de eide andere zuil. En t slotte etoogt e aantal auteurs dat het sahangde politieke systee van pacificatie, dat in het doinante eeld onlosakelijk et de verzuiling was verond, slechts in e taelijk korte periode functioneerde (Van d Berg 1992; Hoogoo ), nooit volledig was (vergelijk Toon 2000) of zelfs nooit echt heeft estaan (Scholt 1980). Voor het doel van dit artikel is het niet nodig o positie te kiez in het hiervoor eschrev deat. Waar het ons o gaat, is te achterhal op welke principes de verzuiling was geaseerd, niet hoe doinant die principes war in de periode O de controverse over de doinantie van de verzuiling zo veel ogelijk te ontlop zull we in het navolgde dan ook niet sprek van de verzuiling van de Nederlandse saleving, aar slechts van de verzuiling van evolkingsgroep (vergelijk Hoogoo 1996). Evin zull we veronderstell noch uitsluit dat de verzuiling van de goede evolkingsgroep volledig was. Hieruit volgt dat we op zoek gaan naar de organisatieprincipes waarop de zuil war geaseerd, naar de spelregels die de ogang tuss de zuil oest reguler. De organisatieprincipes van de verzuiling De zuil van nationale inderhed die grofweg tot de jar zevtig van twintigste eeuw in Nederland estond, hadd kele kerk gee die we kunn aanduid als organisatieprincipes. Deze organisatieprincipes war aanvankelijk allesehalve richtlijn die door de verschillde inderhed ewust werd gehanteerd ij de opouw van wat later zuil lek te zijn. De eerste aanzett tot zuilvoring zijn terug te vind rond 1900, to eerst de orthodox-protestant later de katholiek onder eer via hun eerder gevorde politieke partij 2 vat proeerd te krijg op de juist opgerichte vakond werkgeversorganisaties. Deze vord e edreiging voor eide confessionele partij, odat ze op interconfessionele of zelfs seculiere asis war opgetrokk (o.a. Stuuran 1983; Hoogoo 1996). De gelijkschakeling van de elangorganisaties ging niet zonder slag of stoot. Maar to deze strijd rond 1920 eaal in het voordeel van het laatste kap was geslecht, werd de verzuiling van de eig groep van e ad hoc intuïtief nagestreefd doel tot e soort lauw- 109

4 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland druk, die ij de voring van nieuwe organisaties op tal van aatschappelijke terrein werd gehanteerd: ij de oprichting van radioveriging, iddelare schol, tijdschrift, woningouwveriging, universiteit, gezelligheidsveriging, zovoort. Aan deze verzuilingsdwang wist uiteindelijk ook de sociaal-deocrat, die aanvankelijk tegstanders war van de verzuiling, zich niet te onttrekk. Met ige tegzin legd zij zich in de jar twintig neer ij de zuilvoring ging zij zelf over tot de oprichting van e groot aantal sociaal-deocratische organisaties. Zoals hierov reeds is aangegev, verschild de zuil die in de eerste helft van de twintigste eeuw uiteindelijk ontstond, op soige punt wezlijk van elkaar: wat etreft ovang, tiing, ideologische asis, ate van verzuildheid, zovoort. Niettein zoud we vier organisatieprincipes kunn onderscheid, die aan de voring van alledrie de zuil t grondslag lag (vergelijk Kruijt 1957; Goddijn Kruijt 1968; Stuuran 1983; Blo 1985; Hoogoo 1996). T eerste stoeld e zuil de organisaties waaruit zij was opgeouwd, op e eduidige levseschouwing (organisatieprincipe 1). Dit kon e religie zijn, zoals in het geval van de katholiek orthodox-protestant, of e seculiere ideologie, zoals ij de sociaal-deocrat wellicht de lieral. T tweede estond elke zuil uit eerdere, exclusieve organisaties of instelling (organisatieprincipe 2), waarin niet of nauwelijks plaats was voor andersdkd. Het ging hierij onder eer o politieke partij, elangorganisaties van werkgevers werkneers, schol, arzorgorganisaties andere instelling voor aatschappelijk werk vrijetijdsesteding, alle geaseerd op dezelfde levs eschouwing. Voorts was er sprake van integratie van de verschillde organisaties in de zuil (organisatieprincipe 3). Bij dit saind van organisaties vervulde de eduidige levseschouwing e elangrijke functie. Daarnaast wijz verschillde auteurs op de rol die de zuilelites ij de integratie van de organisaties in zuil speeld (organisatieprincipe 4). Lijphart (1990, 68-76) laat ijvooreeld zi dat in de eerste decnia na de Tweede Wereldoorlog in de zuil e groot aantal personele unies of interlocking directories estond. Zo was e groot aantal katholieke, orthodox-protestantse sociaaldeocratische politici ook estuurder van e gelijkgestede vakond, van e school, of van één of eer van de andere zuilorganisaties. In zijn analyse is Lijphart nogal aivalt over de precieze functie die deze personele unies in de zuil vervuld. Met de ter interlocking directories suggereert hij echter dat de unies ijdroeg aan de integratie van de verschillde organisaties in zuil. De personele unies hadd volgs Lijphart e positieve invloed op de sahang inn de elites van de afzonderlijke zuil, e sahang die op haar eurt weer van groot elang was voor de cohesie tuss de elites van de verschillde zuil. De spelregels van de verzuiling Naast e viertal organisatieprincipes was de verzuiling geaseerd op tot op zekere hoogte het resultaat van e aantal politieke spelregels. Met nae Daalder ( ) Lijphart (1990) he etoogd dat de politieke elites de verzuilde aniositeit onder de evolking in of eer copseerd door in de politieke esluitvoring zo veel ogelijk naar conssus te strev. Lijphart spreekt in dit verand van prudt leiderschap van de zuilelites. Doordat de elites zich ewust war van de instailiteit van het verzuilde systee koste wat kost wild voorko dat de verdeeldheid onder de evolking zou uitond in ernstige confrontaties, sloeg zij de hand ine ontwikkeld zij volgs Lijphart vanaf 1917 e politiek van pacificatie, vervat in e zevtal regels van het spel (1990, ). Volgs Lijphart was zakelijke politiek (spelregel 1) de elangrijkste spelregel van de pacificatiedeocratie. Dit hield in dat de politiek juist heleaal niet als e spel ocht word eschouwd. In de praktijk etekde dit dat de zuilelites gevoelige politieke kwesties niet voor partijpolitieke doeleind ocht geruik. De op e na elangrijkste spelregel van de pacificatiepolitiek was volgs Lijphart het voorschrift van pragatische verdraagzaaheid (spelregel 2). Deze regel schreef voor dat de zuil de ideologische verschill van opvatting accepteerd ( agreet-to-disagree ), aar ge eletsel liet zijn ij het vind van oplossing voor elangrijke prole, oplossing waaree alle evolkingsgroep kond lev. J.A.A. van Doorn (1985, 31) heeft deze opstelling treffd eschrev 110

5 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland als e vor van tactische tolerantie, als het gedog van elkaars afwijkde opvatting: de tolerantie die de Nederlanders zo algee toeschrijft [is] ge nationale deugd, aar e gedragsnor die voortspruit uit realise noodzaak (zie ook Wintle 2000, verschillde ijdrag in T Hoov 2001). Volgs Lijphart vord topconferties (spelregel 3) e laatste rediddel voor de zuilelites o gevoelige kwesties die niet et inachtneing van de andere spelregels kond word opgelost, tot e goed einde te rg. Dit geeurde eestal door de instelling van speciale, veelal ad hoc gevorde coissies, waarin alle zuil war vertegwoordigd. Het elangrijkste vooreeld hiervan was volgs Lijphart de onderwijscoissie die in 1917 de Schoolstrijd definitief eslechtte waarin de kopstukk van alle grote politieke partij war vertegwoordigd. Topconferties war voornaelijk edoeld o oeilijke kwesties die in de gewone politieke praktijk niet kond word opgelost tot e goed einde te rg, aar wanneer eaal e oplossing was gevond, trad volgs Lijphart veelal e andere regel in werking, die van evredigheid (spelregel 4). Deze regel hield in dat de eschikare iddel (susidies, estuursposities, aar ook ijvooreeld radio- televisiezdtijd) evredig over de verschillde zuil werd verdeeld. De grondslag voor deze regel was volgs Lijphart gelegd in 1917 et de eroede Pacificatie. Hierij was de invoering overegeko van het stelsel van evredige vertegwoordiging ij verkiezing voor vertegwoordigde organ, was afgesprok dat elke Nederlandse inderheid van ige ovang gerechtigd was eig lagere schol op te zett die, net als de opare seculiere schol, vrijwel volledig door de overheid werd ekostigd. De vijfde spelregel van de pacificatiedeocratie was het voorschrift van depolitisering (spelregel 5). Hieree doelt Lijphart op het geruik onder de zuilelites o gevoelige kwesties tegover de achteran te verdedig et ehulp van juridische constitutionele principes van ingewikkelde econoische argut het gegoochel et cijfers, die voor de eeste s niet te egrijp war (1990, 122). Enerzijds werd zo de pottiële aniositeit onder de achterann van de zuil de kop ingedrukt, anderzijds ontstond op deze wijze onder de zuilelites zelf eer ruite voor het sluit van coproiss. O de achterann nog eer van de politieke esluitvoring weg te houd werd voorts door de zuilelites e grote ate van geheihouding (spelregel 6) in acht go. Dit hield in dat de onderhandeling tuss de zuilelites over gevoelige onderwerp zoveel ogelijk innskaers plaatsvond dat na afloop de inforatie over de onderhandeling, in soige gevall zelfs over het resultaat daarvan, zoveel ogelijk werd eperkt. De zevde laatste spelregel van de pacificatiepolitiek, het voorschrift dat de regering regeert (spelregel 7), volgde volgs Lijphart uit kele van de eerdergoede spelregels, zoals die van zakelijke politiek, depolitisering geheihouding. De regel hield in dat onderhandeling over pottieel risante kwesties zo veel ogelijk op één ctrale plaats werd gevoerd, zodat zij voor de elites eheersaar lev. In die zin verwees de regel niet slechts naar de positie van de regering, aar ook naar die van andere toporgan, zoals de Sociaal- Econoische Raad (SER), waarin de politieke elites sa et de leiders van de vakond de werkgeversorganisaties de hoofdlijn van het sociaaleconoische eleid epaald, ver weg van hun achterann. Zoals hierov al is aangegev, wordt door soige auteurs etwijfeld of de door Lijphart opgevoerde pacificatiedeocratie in werkelijkheid wel heeft estaan. Zo laat ijvooreeld Hoogoo (1996) zi dat vrijwel alle vooreeld die Lijphart opvoert van de pacificatiepolitiek, afkostig zijn uit de periode na de Tweede Wereldoorlog. En de periode waarin et ige goede wil wel vooreeld van pacificatie zou kunn vind de periode tuss de Tweede Wereldoorlog het egin van de roerige jar zestig is zó kort dat twijfelachtig is of wel van e uitgekristalliseerd politiek systee et ingeslet spelregels kan word gesprok. Niettein zoud Lijpharts regels van het spel kunn word opgevat als e eschrijving van e politieke strategie die door (e deel van) de zuilestuurders in soige gevall werd gehanteerd o gevoelige politieke kwesties tot e oplossing te rg (vergelijk Blo 2000). Voor e systeatische analyse van het verand tuss verzuiling integratie is het dan ook van elang te onderzoek 111

6 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland in hoeverre de spelregels organisatieprincipes van verzuiling tevs te herkn zijn in de politieke strategie t aanzi van de integratie van inderhed. Periode 1: igrant als sociaal-culturele inderhed (tot ca. 1989) Terwijl in de jar zestig zevtig onder de autochtone Nederlandse evolking e proces van ontzuiling inzette, deed zich gelijktijdig e ontwikkeling voor die de diversiteit in de Nederlandse saleving drastisch zou eïnvloed. Direct na de Tweede Wereldoorlog had e eerste golf van igrant Nederland ereikt vanuit het vooralig Nederlands-Indië, estaande uit repatriant van Nederlandse afkost kele Indische groep, zoals de Molukkers. Nog ovangrijker was de igratie van uitlandse werkneers of gastareiders die vanaf de tweede helft van de jar vijftig op gang kwa, eerst vanuit Zuid-Europa later vanuit andere editerrane land, zoals Marokko, Tunesië Turkije. De derde ovangrijke stroo van igrant ereikte Nederland, t slotte, na de onafhankelijkheid van Surinae in 1975 (Vereul Pninx 2000). Aanvankelijk war de goede groep igrant ge oject van puliek deat, laat staan van puliek eleid. M sprak van tijdelijke igrant waarvan verwachtte dat de eest uiteindelijk terug zoud ker naar het land van herkost. Deze aanvankelijke passiviteit verdwe taelijk arupt to in de tweede helft van de jar zevtig de Nederlandse saleving door e aantal incidt et hun aanwezigheid werd geconfronteerd. Zo proeerd groep radicale Molukse jonger in aandacht te krijg voor hun achtergestelde positie in de Nederlandse saleving door iddel van kaping van onder eer trein e asisschool (Kö 1979). Daarnaast liep in deze periode in kele volkswijk in de grote sted de spanning tuss groep igrant de oorspronkelijke ewoners kele al zo hoog op dat de politie oest ingrijp. T slotte verslechterde in de tweede helft van de jar zevtig de sociaal-econoische positie van verschillde categorieën igrant in hoog tepo, onder eer als gevolg van de econoische crisis het verval van de Nederlandse industrie (WRR 1989). De groeide aandacht voor de aatschappelijke positie van igrant leidde aan het egin van de jar tachtig tot de forulering van eleidsvoornes specifiek gericht op igrant: het inderhedeleid. Het officiële startpunt van dit eleid vorde de Minderhednota, die in 1983 versche. Als het ctrale eleidsdoel werd hierin goed het realiser van e op, ulticulturele saleving, waarin inderheidsgroep ieder afzonderlijk als groep e gelijkwaardige plaats volwaardige ontplooiingskans he (Minderhednota 1983, 12). Verschillde auteurs he opgeerkt dat het igranteleid van de Nederlandse overheid van eet af aan sterk was doortrokk van het dk in ter van verzuiling. Maar was dat ook werkelijk het geval? Organisatieprincipes: van igrant naar inderhed Het lijkt er inderdaad op dat de erfis van de verzuiling aanvankelijk van grote invloed was op de eleidsvoring t aanzi van igrant. In dit eleid zijn duidelijke spor te vind van het strev naar de voring van congloerat die kele decnia daarvoor waarschijnlijk als zuil zoud zijn aangeduid. Allereerst werd verschillde categorieën igrant in het eleid ijna als vanzelf gedefinieerd als inderhed, als collectiviteit van individu die et elkaar interacter dragers zijn van e eduidige levseschouwing (organisatieprincipe 1), dat wil zegg, e gezalijke set van waard, nor doel. De verzuiling van nationale inderhed in de eerste helft van de twintigste eeuw verschilde echter van de (poging tot) verzuiling van igrant in de laatste decnia van de twintigste eeuw wat etreft de aard van deze gezalijke set. Dit was (aanvankelijk) ge religie, zoals ij de katholiek orthodox-protestant, of e levseschouwing, zoals in geval van de sociaal-deocrat, aar e epaalde herkost of etniciteit. 3 Het etrof hier sociale categorieën waarvoor de overheid e historische verantwoordelijkheid voelde, ijvooreeld in verand et de koloniale geschiedis de inzet ij de naoorlogse opouw van de econoie. Bewust koos de overheid ervoor ge eduidige criteria te ontwikkel voor de erkning van e epaalde sociale categorie als etnische inderheid. Categorieën die reeds onderwerp van overheidseoeiis war geweest in de jar zevtig (Surinaers, Antillian, uitlandse werkne- 112

7 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland ers of gastareiders, Molukkers), werd erkd als etnische inderheid daaree als doelgroep van het inderhedeleid. Andere groep, voor wie de overheid ge historische verantwoordelijkheid voelde, zoals de Chinez Pakistani, werd uitgeslot. Deze herdefinitie van epaalde categorieën igrant als inderhed was echter proleatisch, odat het sociale constructies war die niet of slechts gedeeltelijk et de werkelijkheid correspondeerd (Rath 1991). Alle van de Molukkers kon word gezegd dat zij daadwerkelijk e continue collectiviteit inn de Nederlandse saleving vord. Andere categorieën igrant hadd zich echter in veel indere ate tot e collectiviteit ontwikkeld. Vaak etrof het categorieën van igrant die weliswaar uit hetzelfde land afkostig war, aar e sterk verschillde culturele religieuze achtergrond hadd sos zelfs e verschillde oedertaal, zoals Berers Araier uit Marokko, hindoes, creol oslis uit Surinae. Vanaf het egin van de jar tachtig werd specifiek eleid ontwikkeld o de totstandkoing van eig, exclusieve organisaties (organisatieprincipe 2) onder de als inderhed getypeerde categorieën te stiuler. Odat aanvankelijk de inderhed nog aper als zodanig estond, was ook de voring van inderhedorganisaties proleatisch. Niettein kwa vanaf egin jar tachtig in verschillde doein e reeks van aatregel tot stand, die organisatievoring oest faciliter et financiële iddel, waar nodig, actieve overheidseoeiis. Naast e groot aantal lokale regeling, gericht op de stiulering van organisatievoring onder igrant, estond er ook nationaal eleid in specifieke doein, waarop we wat dieper zull ingaan. Op het terrein van het onderwijs vloeide het stiuleringseleid voor e elangrijk deel rechtstreeks voort uit regeling die in de verzuilingstijd war ontstaan. De regeling die de gelijkstelling van religieuze opare schol in de verzuilingstijd ogelijk hadd geaakt, vord ijvooreeld de asis voor de ontwikkeling van Onderwijs in Eig Taal Cultuur (OETC). Al in de jar zevtig egon de overheid het OETC te ondersteun, aar to nog vanuit de veronderstelling dat het igrant zou help ij de uiteindelijke terugkeer naar het land van herkost. Rond 1980 werd de terugkeergedachte weliswaar losgelat, aar leef het OETC estaan et het oog op e redere doelstelling, zoals de evordering van idtiteitsontwikkeling in e ulticulturele saleving (Extra, Vall Vereer 1998). In het OETC kreg igrantkinder onderwijs in hun oedertaal, aar ook in de cultuur van hun herkostland vaak ook godsdistonderwijs. Het onderwijs in eig taal cultuur werd aanvankelijk verstrekt in de reeds estaande katholieke, protestants-christelijke opare schol, aar naarate het eleid van inderheidsvoring zijn vrucht egon af te werp verschillde categorieën igrant ook zichzelf in toede ate als inderhed ging eschouw, werd de eerste afzonderlijke islaitische schol opgericht. Het tweede doein waarin de organisatievoring van inderhed actief door de nationale overheid werd gestiuleerd, was religie. Dit eleid was in financiële zin geaseerd op de zogoede zilver koord, (grond)wettelijke regeling die deels in de verzuilingstijd war ontstaan (Van Bijsterveld 1998) die e ijdrage ogelijk aakt van de ctrale ( in soige gevall lokale) overheid aan de ouw van religieuze geouw aan de salariss psio van de ediar van de verschillde gootschapp. Van deze zilver koord kond de igrant echter slechts tot 1983 geruikak, to zij ij de herziing van de Grondwet werd doorgeknipt (Rath Sunier 1998). Het derde doein waarin de nationale overheid de organisatievoring van inderhed actief stiuleerde, etrof de edia. Ook in dit doein werd geruikgeaakt van regeling die in de verzuilingstijd war ontstaan, et nae van de Mediawet, de opvolger van het Zdtijdesluit van 1930, waarin de zuil de radiozdtijd onderling naar evredigheid hadd verdeeld (Oud 1950). Dit leidde onder eer tot de oprichting van e Islaitische Oroep Stichting in 1986, later de Nederlandse Mosli Oroep. De oeizae totstandkoing van eig exclusieve organisaties was er ede deet aan dat van de integratie van deze organisaties in e zuil of in zuil (organisatieprincipe 3) niet of nauwelijks sprake kon zijn. Dit laatste hing deels sa et de afwezigheid van e duidelijk elite (organisatieprincipe 4) in 113

8 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland de verschillde categorieën van igrant. Dit kwa onder eer door de interne verdeeldheid inn de groep, zoals tuss Marokkaanse Berers Araier, tuss seculiere religieuze Turk. Verschillde van de organisaties die inn deze categorieën estond, war daarnaast sterk georiënteerd op het land van herkost, zoals de Turkse Grijze Wolv Milli Görüs, de Marokkaanse Aicales het Koittee Marokkaanse Areiders Nederland (KMAN). Bij gerek aan eig leiders werd in de jar zevtig de elangehartiging van inderheidsgroep vooral waargo door zogoede zaakwaarneers (Kö 1983). Dit war veelal autochtone Nederlanders et e achtergrond in het welzijnswerk, die via organisaties als het Inspraak Orgaan Welzijn Molukkers, de Stichting Buitlandse Werkneers het Nederlands Ctru voor Buitlanders de elangehartiging van inderheidsgroep voor hun reking na. Deze structuur van elangehartiging via zaakwaarneers verdwe in de loop van de jar tachtig. Vooral het inisterie van Binnlandse Zak, dat to de coördinatie van het inderhedeleid op zich had go, zette zich in o het ontstaan van zelforganisaties onder de inderheidsgroep te stiuler. Deze organisaties zoud de etrokkheid deocratische inspraak van inderheidsgroep zelf oet waarorg. Niet veel later werd de organisaties verigd in e Landelijke Advies- Overlegstructuur voor Minderhed (LAO). De represtativiteit van de zelforganisaties zou echter vrijwel voortdurd ter discussie staan vanwege de etnische, culturele religieuze heterogiteit inn de groep, aar ook vanwege de toede verschill tuss eerste tweede geratie igrant (Pninx Schrover 2001). Spelregels: depolitisering In Lijpharts interpretatie van de Nederlandse verzuiling speeld e zevtal spelregels e elangrijke rol in de interactie tuss de elites van de verschillde zuil. In hoeverre werd ze gehanteerd et etrekking tot de gevoelige kwestie van de integratie van igrant in de Nederlandse saleving? Het lijkt erop dat in de igrantkwestie de spelregel van zakelijke politiek (spelregel 1) lange tijd door de topp van de elangrijkste politieke partij in acht werd go. Tot het egin van de jar negtig was de igrantkwestie nooit e elangrijk onderwerp in de verkiezingsstrijd tuss de grotere politieke partij, ook in het parlet werd partijpolitieke confrontaties over het onderwerp zo veel ogelijk vered. To in 1978 het PvdA-Tweede Kaerlid Mollean het confessioneellierale kainet-van Agt vroeg et concrete eleidsvoornes te ko t aanzi van de integratie van groep igrant, werd hij propt door de VVD-inister Wiegel gevraagd deze voornes op zijn inisterie van Binnlandse zak zelf vor te ko gev. In de daaropvolgde jar ontwierp eide politici in taelijke haronie uit de pulieke schijnwerpers e inderhedeleid dat door vrijwel alle partij in het parlet werd ondersteund (Scholt 2007). To in 1982 de Ctru Partij (CP, later Ctru Deocrat, CD) haar opwachting aakte in de Tweede Kaer de igrantkwestie et ige regelaat op uiterst kritische wijze aan de orde stelde, weigerd de andere partij consequt et de CP in deat te gaan, e houding die tot in de jar negtig werd volgehoud. De spelregel van pragatische verdraagzaaheid (spelregel 2) of tolerantie vorde ook e elangrijke uitgangspunt van het eleid t aanzi van igrant. De positie van igrantgroep in de Nederlandse saleving oest word versterkt, aar dit ocht niet t koste gaan van de eig culturele idtiteit. E politiek van assiilatie, die in de jar vijftig nog taelijk succesvol was geweest et etrekking tot de repatriant uit vooralig Nederlands-Indië, werd nu afgewez. Er heerste e zekere gevoeligheid t aanzi van het ediscussiër van igratie integratie in relatie tot de Nederlandse nationale idtiteit (Tinneans 1994). Soige auteurs zijn zelfs van ing dat er sprake was van e sterke politieke correctheid op dit terrein (Werdölder 2002). Waar assiilatie werd afgewez, kwa de nadruk aanvankelijk sterk te ligg op integratie et ehoud van idtiteit. Hoewel ook al in de loop van de jar tachtig e eer dynaische visie op idtiteitsontwikkeling opkwa (WRR 1979, Scholt 2007), lev groepsgewijze eancipatie respect voor culturele eigheid nog lang elangrijke onderdel van het eleid. 114

9 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland De toepassing van de evredigheidsregel (spelregel 4) t aanzi van igrant is hierov al uitgereid aan de orde geko. In het onderwijs resulteerde de regel in het eerdergoede Onderwijs in Eig Taal Cultuur in de susidiëring door de overheid van eig, veelal islaitische schol; op het terrein van religie in de steun ij de ouw van oskeeën, in de edia in de susidiëring van toekning van zdtijd aan verschillde igrantoroep. Ook de depolitiseringsregel (spelregel 5) lijkt uitgereid te zijn gehanteerd in de kwestie van de integratie van igrant in de Nederlandse saleving, in ieder geval tot het egin van de jar negtig. De eleidsforulering rond dit onderwerp had in deze periode e sterk technocratisch karakter (Scholt 2007) politieke discussies over controversiële thea s werd zo veel ogelijk uit de weg gegaan. De Beus spreekt in dit verand van e cultus van verijding (De Beus 1998). Er was e rede conssus tuss de voornaaste politieke partij, dat dit ge partijpolitiek thea ocht word. E van de red hiervoor was de vrees dat politisering anti-iigrantpartij in de kaart zou spel. In de praktijk leek de opkost van anti-iigrantpartij zoals de CP de Nederlandse Volksunie (NVU) juist de politieke conssus tuss de grote politieke partij over de ulticulturele eleidslijn te versterk (Pninx 1988). De depolitiseringsregel kwa ook tot uitdrukking in de elangrijke rol die wetschappelijke experts institut, zoals de Wetschappelijke Raad voor het Regeringseleid (WRR) de Adviescoissie Onderzoek Minderhed (ACOM), kreg toeedeeld in de eleidsforulering. Volgs Van Aersfoort (1984, 122) was er sprake van e technocratisch coprois. Dit technocratische coprois verschafte erzijds grote eleidsinvloed aan sociaal-geëngageerde wetschappers faciliteerde anderzijds de cultus van verijding. Regelatig werd er vanuit de inderhedorganisaties kritiek geuit op deze prioritering van wetschappelijke expertise ov etnische expertise, vooral odat deze organisaties de indruk kreg dat eleid over h, aar niet et h werd geaakt. T slotte ging, net als in de verzuilingstijd, poging o het lastige gevoelige onderwerp van integratie van igrant te depolitiser gepaard et de neiging o de esluitvoring te onttrekk aan het geregelde opare politieke proces. Belangrijke politieke eslissing, zoals de regeringsreactie op het aanrekde WRR-rapport Etnische inderhed (1979), dat uiteindelijk de asis zou gaan vor voor de Minderhednota van 1983, werd voorereid in eslot kring, zoals in de Interdepartetale Coissie voor de Coördinatie van het Minderhedeleid (topconferties de regering regeert, spelregels 3 7; Scholt 2007). De ontwikkeling van het inderhedeleid lijkt dus eind jar zevtig egin jar tachtig sterk te zijn eïnvloed door de erfis van de verzuiling. Blijkaar ood de verzuilingsgeschiedis e goed refertiekader ij het eheersaar ak van de politiek gevoelige igrantproleatiek. Schijnaar werd verondersteld dat de etnische inderhed, net als de nationale inderhed in de eerste helft van de twintigste eeuw, succesvol zoud kunn eanciper in de Nederlandse saleving als zij zich in eig kring zoud organiser werd opgo in e politieke structuur, geaseerd op verdraagzaaheid het strev naar conssus. Maar deze adering creëerde welhaast onverijdelijk e zekere spanning tuss het igranteleid kele algee ontwikkeling in de Nederlandse saleving, vooral de ontzuiling van grote del van de autochtone evolking. Weldra zou de hoop vervlieg dat de eancipatie van etnische inderhed net zo aakaar was als destijds de eancipatie van nationale inderhed. Niettein leef e aantal verzuilingsprincipes spelregels ook in de jar negtig nog deels overeind. Periode 2: igrant als sociaal-econoische inderhed (circa ) Aan het einde van de jar tachtig kwa het inderhedeleid, zoals dat in het decniu ervoor was vorgegev, onder vuur te ligg. Op verschillde eleidsterrein hadd zich in de jar tachtig elangrijke verandering voorgedaan onder invloed van de ezuinigings- hervoringsdrang van de kainett-luers, vooral op het terrein van de verzorgingsstaat. Desondanks zorgd de organisatieprincipes spelregels t aanzi van de inderhed er lange tijd voor dat dergelijke verandering niet of nauwelijks doorwerkt in het igranteleid. Zo verhinderde de technocratische 115

10 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland eleidsstructuur die egin jar tachtig was ontstaan, aanvankelijk dat het inderhedeleid onderwerp werd van reed deat. De relatieve rust rond het inderhedeleid werd echter eind jar tachtig verstoord door toedo van kele vooraanstaande politici, et nae inister-presidt Luers VVD-leider Bolkestein, onder invloed van het geruchtakde WRR-rapport Allochtoneleid (1989). Ondanks het verzet van verschillde ij het inderhedeleid etrokk actor, zoals Mollean (de directeur van de Directie Minderhedeleid van het inisterie van Binnlandse Zak), verschillde inderhedorganisaties de ACOM, wist deze politici de WRR het inderhedeleid op de aatschappelijke politieke agda te plaats uiteindelijk e doorraak te forcer. Dit leidde tot e tweeledige (aar voorlopig nog partiële) wijziging van het inderhedeleid: e herdefinitie van de igrant in het eleid (de organisatieprincipes) e wijziging van de (gewste) ogangsvor tuss de igrant de rest van de saleving (de spelregels). Organisatieprincipes: van sociaal-culturele naar sociaal-econoische inderhed De nadruk in het inderhedeleid verschoof egin jar negtig naar de sociaal-econoische disie van integratie. Waar voorhe sociaalculturele eancipatie ctraal had gestaan, werd nu de evordering van sociaal-econoische participatie van igrant e van de ctrale doelstelling. Deze ontwikkeling weerspiegelde e eer algee ongerustheid in deze periode over de hoge werkloosheid onder igrant in vergelijking et die onder de niet-igrantevolking. Deze werkloosheid werd herhaaldelijk opgevat als e ewijs voor het veronderstelde fal van het inderhedeleid van de jar tachtig. Er kwa e eer individualistische adering op die igrant oest help op eig te staan. In dit kader vereed de WRR in e nieuw rapport over igrant in 1989 de ter inderheid door de ter allochton te introducer, verwijzd naar de niet-nederlandse oorsprong van e igrant (of t inste één van dis ouders) in plaats van naar dis etnische of culturele achtergrond. Daarnaast verschoof in deze periode de nadruk in het politieke aatschappelijke discours van eancipatie naar integratie, e ter die volgs Ferin (1997) tot dan toe was vered vanwege zijn dwingde toon. Burgerschap werd het kernconcept van e nieuwe adering die egin jar negtig gecodificeerd werd in het zogoede integratieeleid (Scholt Tierans 2004). Migrant werd gestiuleerd tot goed of actief urgerschap, waarij de individuele recht plicht van igrant in de Nederlandse saleving werd adrukt. Operkelijk goeg leidde deze eer individualistische op urgerschap gerichte adering niet tot het loslat van de idee van inderhed in het eleid. Migrant werd nog altijd opgevat als led van epaalde weloschrev inderhed et geeschappelijke etnische idtiteit, vergelijkaar et de eduidige levseschouwing (organisatieprincipe 1) waarover de nationale inderhed in Nederland hadd eschikt. Daar waar de versterking van deze idtiteit in de jar zevtig tachtig echter e ctraal doel van het gevoerde eleid was geweest, werd de idtiteit in de jar negtig eer tot e aangrijpingspunt van eleid. De aanduiding van specifieke sociale categorieën als inderhed was vooral van pragatisch elang voor het definiër van eleidsdoelgroep voor het specifiek richt van aatregel op evordering van sociaal-econoische participatie. Sociaal-culturele eancipatie was niet langer e officieel eleidsdoel, aar wel e veronderstelde consequtie van de evordering van sociaal-econoische participatie: participatie zou uiteindelijk ook eancipatie evorder. In die zin vertoonde de anier waarop nu naar de igrantgroep werd gekek, gelijkis et de tweeslachtige wijze waarop de led van de sociaal-deocratische zuil vanaf de jar twintig van de twintigste eeuw war eoordeeld: als e sociaal-econoische achterstandsgroep die echter door het ezit van e eduidige levseschouwing tevs als sociaal-culturele inderheid kon word opgevat, net als de katholiek orthodox-protestant. De overheid eoeide zich echter niet langer intsief et de organisatiestructur in de inderheidsgroep zelf, dat wil zegg: et de voring van eig exclusieve organisaties (organisatieprincipe 2) de integratie van deze organisaties (organisatieprincipe 3) in etnische geeschapp. 116

11 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland E andere wijziging in het eleid t aanzi van igrant etrof de rol van de elites (organisatieprincipe 4). Waar voorhe werd getracht het ontstaan van dergelijke elites te evorder, onder eer door de voring van de Landelijke Advies- Overlegstructuur voor Minderhed (LAO), na het elang dat werd gehecht aan de aanwezigheid van elites, nu sterk af. Zo werd de status van de LAO verlaagd van advies- tot overlegorgaan, werd de LAO idd jar negtig ogezet in het Landelijk Overleg Minderhed (LOM). Ook werd er steeds eer vraagteks gezet ij de represtativiteit van de zogoede zelforganisaties van inderhed, die volgs soig slechts e inderheidselite zoud vertegwoordig niet de opkode tweede geratie van allochton (Van de Bunt 2001). Spelregels: van depolitisering naar voorzichtige politisering Begin jar negtig werd ook e aantal van de spelregels uit de jar zevtig tachtig langzaa aar zeker losgelat. Onder invloed van het eerder goede WRR-rapport Allochtoneleid door de inzet van kele vooraanstaande politici werd het eleid rond igrant daadwerkelijk onderwerp van aatschappelijk politiek deat. Daar waar de integratie van igrant tot dan toe vooral in technische ter (depolitisering, spelregel 5) in kleine kring (topconferties, geheihouding de regering regeert, spelregels 3, 6 7) was esprok, werd nu talloze deatt in het parlet aan het onderwerp esteed. Politici als Bolkestein Luers trad et ige regelaat op in discussieprograa s op radio televisie, waarin zij ook et vertegwoordigers van de igrantgroep in deat ging. In deze discussies werd voor het eerst ook oplijk e verand gelegd tuss het igranteleid zak als criinaliteit, werkloosheid de levsvataarheid van de verzorgingsstaat, hetge tot dan toe in of eer taoe was geweest (Prins 2000; Entzinger 2006). Met deze oslag werd in feite de elangrijkste spelregel van de pacificatiepolitiek, zakelijke politiek (spelregel 1), losgelat: het inderhedeleid werd gaandeweg tot onderwerp van partijpolitieke controverse in 1994 zelfs tot e van de elangrijkste kwesties in de capagne voor de Tweede Kaerverkiezing. Toch was in deze periode niet alle voorzichtigheid in de discussies rond het inderhedeleid geheel verdw. Voor e deel van de politieke inner circle, et nae voor de PvdA, D66 Gro- Links, in indere ate voor het CDA, leef het inderhedeleid e kwestie die uit de norale politieke orde viel die zich niet lede voor partijpolitieke profilering (Scholt 2007). Daar kwa ij dat ook voor politici als Bolkestein Luers spelregels als pragatische verdraagzaaheid (spelregel 2) evredigheid (spelregel 4) niet ter discussie stond. Periode 3: igrant als sociaal-culturele individu (circa 2001-hed) Aan het egin van het nieuwe illniu deed zich e verdere verschuiving voor in het dk over het eleid t aanzi van de positie van igrant. Hoewel er aanwijzing zijn dat de positie van igrant op sociaal-econoisch terrein in het onderwijs in de jar negtig sterk was vereterd, werd het eleid door e groeid aantal politici, eleidsakers, opinieakers wetschappers als onsuccesvol etiteld. Dit laatste hing onder eer sa et e hernieuwde aandacht voor de sociaal-culturele disie van integratie. In tegstelling echter tot de jar tachtig, waarin het eleid eves e sterk sociaal-culturele focus had gehad, werd nu culturele verschill in toede ate als e ostakel voor integratie gezi. Dit had onder eer te ak et e aantal nationale internationale geeurtiss ontwikkeling die de aandacht ded verschuiv naar e verede kloof tuss cultur in de Nederlandse saleving. De aanslag van 11 septeer 2001 in de Verigde Stat leidd tot toede ongerustheid over diversiteit in het algee de isla in het ijzonder, e ongerustheid die door de oord op Theo van Gogh in 2004 radicale uitsprak van ias verder werd vergroot (Snel 2003). Mede onder invloed van de opkost van Pi Fortuyn richtte de kritiek zich in toede ate niet eer alle op het integratieeleid zelf, aar ook op het politieke estalisht dat voor dit eleid verantwoordelijk was. De grote politieke partij in het parlet werd achterkaertjespolitiek verwet inachting voor de ste van de straat (Wansink 2004). Na de oord op Pi Fortuyn 117

12 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland de Tweede Kaerverkiezing van ei 2002 zou e reeks van ctrurechtse regering t aanzi van igrant e andere koers gaan var. Daarnaast was de politieke cootie in deze periode voor de Tweede Kaer red het integratieeleid van de voorgaande decnia te lat evaluer door e Tijdelijke Coissie Onderzoek Integratieeleid (de coissie-blok). In haar eindrapport oordeelde de coissie dat de integratie van igrant relatief succesvol was verlop, vooral in het onderwijs (Blok 2004), hetge haar op e stor van kritiek kwa te staan. Al deze geeurtiss weerspiegeld de definitieve oslag in de politieke aatschappelijk opinie t aanzi van igrant het op h gerichte overheidseleid. Organisatieprincipes: diversiteit als ostakel voor integratie E van de elangrijkste verandering die zich in deze periode voordoet, is die in de waardering voor sociaal-culturele verschill. Waar de versterking van de levseschouwelijke achtergrond van igrant (organisatieprincipe 1) in de jar tachtig, in indere ate in de jar negtig, werd eschouwd als e elangrijke voorwaarde voor e succesvolle eancipatie van inderhed, wordt die nu in toede ate gezi als e ostakel voor integratie. Zo verzet ijvooreeld de inister van Integratie in de ctru-rechtse kainett-balkde, de VVD-er Verdonk, zich in 2003 teg de gedachte dat de aanwezigheid van allochtone etnische groep in de Nederlandse saleving e waarde op zich [zou] vor, e verrijking tout court. 4 In plaats van levseschouwelijke verschill wordt nu getracht het gedeeld urgerschap van allochton autochton te adrukk. Hierij staan vooral eheersing van de Nederlandse taal het conforer aan Nederlandse nor ctraal. Deze oslag weerspiegelt de sterk toego aandacht in het aatschappelijk politiek deat voor nor waard in de Nederlandse saleving. Zo ontvouwde zich al in 2000 e aatschappelijk deat rond het Multiculturele Draa, waarij het fal van de integratie van igrant in de Nederlandse saleving onder eer werd gewet aan het gerek aan aandacht voor de Nederlandse cultuur geschiedis. De erkning van culturele diversiteit zou op gespann voet staan et deze nadruk op nationale idtiteit sociale cohesie. In plaats daarvan wordt gekoz voor e op igrant als individu gerichte strategie. Meer nog dan in de jar negtig treedt de overheid in deze periode terughoudd op ij het stiuler van exclusieve organisaties van igrant, de integratie van organisaties in e zuil het etrekk van etnische elites in de eleidsvoring (organisatieprincipes 2, 3 4). De rol van inderhedorganisaties kot zelfs herhaaldelijk onder vuur te ligg. Zo vraagt het kainet-balkde zich in e reactie op het rapport van de Coissie-Blok zelfs oplijk af waaro het in e parletaire deocratie nodig is dat de overheid uit het parlet o e geïnstitutionaliseerd overleg heeft et specifieke groep urgers. 5 Desondanks wordt het overleg et specifieke inderhedorganisaties gecontinueerd, et nae via het Landelijk Overleg Minderhed (LOM). Dit overleg richt zich echter inder dan voorhe op regulier eleid heeft in toede ate e ad-hockarakter. Het lijkt vooral edoeld o in geval van incidt rond ulticulturele vraagstukk, zoals de aanslag van 11 septeer 2001 de oord op Theo van Gogh in 2004, de aatschappelijke spanning te kanaliser. Daarnaast is opvalld dat op lokaal niveau de sawerking et igrantorganisaties vaak wel wordt voortgezet. In die zin is sprake van e toede discrepantie tuss nationaal lokaal integratieeleid (Poppelaars Scholt, 2008). Ook op andere terrein ko de organisatieprincipes van de verzuiling in het pulieke politieke deat steeds eer onder druk te staan. Zo neet de kritiek op het aantal het functioner van islaitische schol toe, wordt de vrijheid van godsdist door critici ter discussie gesteld, vooral odat ze in strijd zou zijn et andere fundatele principes, zoals de vrijheid van ingsuiting. Desondanks do zich in de praktijk op deze terrein ge fundatele eleidswijziging voor; vooralsnog lijv wat dit etreft de erfiss van de verzuiling intact. Spelregels: de opkost van articulatie-politiek Deze veranderde opvatting t aanzi van de organisatie van igrant zijn in deze periode deels gerelateerd aan verandering in de spelregels. Meer nog dan in de jar negtig wordt afstand go van de spelregel van zakelijke politiek (spel- 118

13 Marcel Hoogoo Peter Scholt Migrant de erfis van de verzuiling in Nederland regel 1), vooral door het verind van de igranttheatiek aan redere aatschappelijke thea s. Zo wordt in het pulieke politieke deat veelvuldig e verand gelegd tuss igratie, integratie nationale idtiteit, waar dit in vorige periodes werd geed of zelf taoe was geweest. Meer in het algee wordt het doorrek van taoes de vele gevoelighed die de igranttheatiek ogev, e elangrijk politiek thea. Volgs critici zoud de taoes he ijgedrag aan e zekere vrijlijvdheid in het igranteleid, de integratie van igrant niet t goede zijn geko. 6 Prins (2002, 252) spreekt in dit verand van de opkost van e nieuw realise of zelfs hyperrealise in het Nederlandse integratiedeat. In deze periode aakt het strev naar pragatische verdraagzaaheid of tolerantie t aanzi van culturele verschill (spelregel 2) steeds eer plaats voor het adrukk van eheid, sociale cohesie nationale idtiteit. Er wordt gepleit voor eëindiging van wat wordt gezi als vrijlijvdheid in de ogang et culturele diversiteit, odat dit zou leid tot e veronachtzaing van opvatting onder grote del van de evolking. Het Verwey- Jonker Instituut (2004, 201) spreekt in dit verand van e versterking van de articulatiefunctie van de politiek van de rol van de politiek ij het oe van prole gevoels in de saleving, ook onder de autochtone evolking. Het oplaaide aatschappelijke politieke deat over integratie aakt het onogelijk o de eleidsvoring t aanzi van igrant te eperk tot e kleine kring van actor (topconferties, spelregel 3). Waar voorhe nog sprake was van e etrekkelijk geïnstitutionaliseerd eleidsdoein, gaat integratie nu eer eer deel uitak van e veel reder eleidsterrein, waarop e veelvoud aan actor actief is, actor die ovdi hun eleidsideeën steeds nadrukkelijker in de opheid vtiler. Zo prester verschillde politieke partij in deze periode speciale nota s wordt de igranttheatiek e van de ctrale thea s in de Tweede Kaerverkiezingsstrijd van Niettein kan de instelling van de eerdergoede parletaire coissie door de Tweede Kaer word eschouwd als e poging het igranteleid opnieuw eheersaar te ak de spelregels van topconferties, depolitisering de regering regeert (spelregels 3, 5 7) in ere te herstell. Zoals gezegd islukt deze poging doordat de coissie zelf onderwerp wordt van aatschappelijk politiek deat. In plaats van ctralisatie wordt het eleid juist in toede ate gedectraliseerd (geet), geprivatiseerd (inurgeringsprograa s) ook op steeds eer vlakk geëuropeaniseerd (antidiscriinatiewetgeving). Parallel aan deze ontwikkeling kot het verede technocratische karakter van het igranteleid onder vuur te ligg daaree de spelregel van depolitisering (spelregel 5). Zo zoud eleidsakers volgs critici in het verled te zeer he geleund op wetschappelijke onderzoekers ij de forulering van het integratieeleid zo de forulering van e heldere politieke visie op dit vraagstuk uit de weg zijn gegaan. Ook de onderzoekers zelf ko in deze periode onder vuur te ligg: h wordt e te grote etrokkheid ij de eleidsvoring verwet, waardoor van e wetschappelijke kritische distantie ge sprake kon zijn geweest (Scholt 2007). T slotte oet ook het principe van evredigheid (spelregel 4), dat in dit doein relatief lang had standgehoud, in deze periode aan elang in. Ctraal staat niet langer het evorder van evredigheid in de deelnae van igrant aan de saleving, aar veeleer het overrugg van de sociaal-culturele afstand tuss igrant autochton. Als uitvloeisel van deze gewijzigde opvatting wordt eer nadruk gelegd op de plicht van igrant als urgers, ijvooreeld op het terrein van taaleheersing nor waard. Daarnaast word prograa s die igrant evredige kans oest gev in het onderwijs op de areidsarkt, ontanteld. Zo word de Wet Stiulering Areidsdeelnae Etnische Minderhed (SAMEN) het OETC-onderwijs (dat iniddels was ogedoopt in Onderwijs in Allochtone Levde Tal, OALT) in 2004 afgeschaft. Conclusie: igrant in e ontzuilde saleving Ctraal in dit artikel stond de vraag of, in hoeverre de Nederlandse verzuilingsgeschiedis van invloed is geweest op het overheidseleid t aanzi van igrant. Bij de eantwoording van deze vraag oet onderscheid word geaakt tuss drie periodes. In de eerste periode (tot eind jar 119

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went

Reflectie & debat. Ontwikkelingshulp die verschil maakt. Peter van Lieshout, Monique Kremer en Robert Went Dit artikel uit Beleid Maatschappij is gepuliceerd door Boo Lea uitgevers is ested voor Universiteit van Asterda Reflectie & deat Ontwikkelingshulp die verschil aakt Peter van Lieshout, Monique Kreer Roert

Nadere informatie

jaargang 36 Themanummer: Migranten en burgerschap onder redactie van Katja Rusinovic en Marianne van Bochove Van de redactie 2 Artikelen

jaargang 36 Themanummer: Migranten en burgerschap onder redactie van Katja Rusinovic en Marianne van Bochove Van de redactie 2 Artikelen Theanuer: Migrant urgerschap onder redactie van Katja Rusinovic Marianne van Bochove 2009 jaargang 36 1 Van de redactie 2 Artikel Gariël van d Brink Polariser of polder? Inleiding op het theanuer over

Nadere informatie

De opbouwwerker als architect van de publieke sfeer

De opbouwwerker als architect van de publieke sfeer Dit artikel van Boo Lea Tijdschrift is geaakt voor Universiteit van Asterda De opouwwerker als architect van de pulieke sfeer Jan Wille Duyvdak Justus Uiterark Jan Wille Duyvdak (1959), hoogleraar algee

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/164807

Nadere informatie

Leren over biotechnologie

Leren over biotechnologie Ler over iotechnologie Besluit iotechnologie ij dier als arranget voor aatschappelijk ler Alert Meijer, Frans Bro, Gerolf Pikker, Marie-Jeanne Schiffelers Martijn van der Spek Meijer, Pikker, Schiffelers

Nadere informatie

Krimpende arbeidsmarkt: nieuw perspectief, oude problemen

Krimpende arbeidsmarkt: nieuw perspectief, oude problemen Kripde areidsarkt: nieuw perspectief, oude prole Paul de Beer Paul de Beer is Hri Polak-hoogleraar voor areidsverhouding aan de Universiteit van Asterda. Tevs is hij verond aan De Burcht (Ctru voor Areidsverhouding)

Nadere informatie

Onderwijssegregatie in de grote steden

Onderwijssegregatie in de grote steden Onderwijssegregatie in de grote sted Sjoerd Karst, Charles Felix, Guuske Ledoux, Wi Meijn, Jaap Roeleveld Erik van Schoot Sjoerd Karst is Universitair hoofddoct onderwijseleid, Universiteit van Asterda

Nadere informatie

Onvoorziene opbrengsten

Onvoorziene opbrengsten Onvoorzie oprgst Meer dan de tragiek van goede edoeling Mark van Twist Wouter Jan Verheul Mark van Twist is hoogleraar estuurskunde aan de Erasus Universiteit Rotterda decaan van de Nederlandse School

Nadere informatie

We can do better than that! 1 Over de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van immigratie en integratie van nietwesterse

We can do better than that! 1 Over de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van immigratie en integratie van nietwesterse We can do etter than that! 1 Over de toekost van het stelsel van sociale zekerheid in het licht van iigratie integratie van nietwesterse iigrant Erik de Gier Erik de Gier is hoogleraar coparatief areidsarkteleid

Nadere informatie

Mogelijkheden en wenselijkheden van beleid ter bevordering van een meer gelijke verdeling van arbeiden zorgtaken tussen mannen en vrouwen

Mogelijkheden en wenselijkheden van beleid ter bevordering van een meer gelijke verdeling van arbeiden zorgtaken tussen mannen en vrouwen Dit artikel van Boo Lea Tijdschrift is geaakt voor Universiteit van Asterda Mogelijkhed wselijkhed van eleid ter evordering van e eer gelijke verdeling van areid zorgtak tuss ann vrouw Monique Stavuiter

Nadere informatie

Besturen in commissie

Besturen in commissie Bestur in coissie Verklaring van e foe Martin Schulz, Mark van Twist Hk Geveke * Martin Schulz werkt aan de Tilurgse School voor Politiek Bestuur van de Universiteit van Tilurg aan e proefschrift over

Nadere informatie

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland?

Discussie. De inzet van asielzoekers op de arbeidsmarkt. De asielzoeker als nieuwe hulp in het huishouden van de BV Nederland? De inzet van asielzoekers op de areidsarkt In de discussieruriek dragen twee auteurs een standpunt uit over een actueel, eleidsrelevant onderwerp. De discussie estaat steeds uit een openingsartikel (1500-2000

Nadere informatie

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering

Werkende vaders, zorgende mannen. De mogelijkheid van verandering Werkde vaders, zorgde ann. De ogelijkheid van verandering Jan Wille Duyvdak Monique Stavuiter Jan Wille Duyvdak is hoogleraar algee sociologie aan de Universiteit van Asterda ede-auteur van het oek Working

Nadere informatie

Aspecten van burgerschap

Aspecten van burgerschap Aspect van urgerschap E historische analyse van de transforaties van het urgerschapsconcept in Nederland Friso van Houdt Wille Schinkel Friso van Houdt is als proovdus verond aan de Faculteit Sociale Wetschapp

Nadere informatie

De angst voor bevolkingskrimp, vergrijzing en bevolkingspolitiek

De angst voor bevolkingskrimp, vergrijzing en bevolkingspolitiek De angst voor evolkingskrip, vergrijzing evolkingspolitiek Harry van Dal Harry van Dal is werkzaa als sior onderzoeker ij het Nederlands Interdisciplinair Deografisch Instituut (NIDI) te D Haag het CtER

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/46445

Nadere informatie

b en jaargang 37 Van de redactie 123 Artikelen Marc van der Meer en Bert Roes Simultaan leren: beleidsleren in de keten van werk en inkomen 124

b en jaargang 37 Van de redactie 123 Artikelen Marc van der Meer en Bert Roes Simultaan leren: beleidsleren in de keten van werk en inkomen 124 2010 jaargang 37 2 Van de redactie 123 Artikel Marc van der Meer Bert Roes Siultaan ler: eleidsler in de ket van werk inko 124 Wouter van Gt Sako Musterd Isolet angst: PVV in Haagse uurt ij de geeteraadsverkiezing

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/68955

Nadere informatie

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme?

Verhoudingen tussen de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatisme of lobbyisme? Verhouding tuss de sociale partners in Nederland anno 2005: corporatise of loyise? Agnes Akkeran Agnes Akkeran is als universitair doct verond aan de Faculteit der Managet Wetschapp van de Radoud Universiteit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/177543

Nadere informatie

De ondefinieerbare staat

De ondefinieerbare staat De ondefinieerare staat Horizontale verticale sturing door de rijksoverheid sinds 1980 Michiel Blo Thoas Schilleans 1 Michiel Blo is als sior eleidsedewerker werkzaa ij het inisterie van Sociale Zak Werkgelegheid.

Nadere informatie

Met recht risico s reduceren

Met recht risico s reduceren Met recht risico s reducer Bert Nieeijer Peter van Wijck Bert Nieeijer is plv. directeur van het Wetschappelijk Onderzoek Docutatie Ctru van het inisterie van Justitie hoogleraar rechtssociologie aan de

Nadere informatie

Over de spanning tussen meritocratie en democratie

Over de spanning tussen meritocratie en democratie De diploadeocratie Over de spanning tuss eritocratie deocratie Mark Bovs Prof. Dr. Mark Bovs is als hoogleraar Bestuurskunde verond aan de Utrechtse School voor Bestuurs- Organisatiewetschap van de Universiteit

Nadere informatie

Lokaal of transnationaal: actief burgerschap bij de allochtone middenklasse

Lokaal of transnationaal: actief burgerschap bij de allochtone middenklasse Lokaal of transnationaal: actief urgerschap ij de allochtone iddklasse Marianne van Bochove, Katja Rusinovic Godfried Engers Marianne van Bochove is als proovdus verond aan de Erasus Universiteit Rotterda.

Nadere informatie

Haagse pionnen op het Brusselse schaakbord?

Haagse pionnen op het Brusselse schaakbord? Haagse pionn op het Brusselse schaakord? Caspar van d Berg Sein Suvarierol Over de aansturing eleidsnetwerk van Nederlandse gedetacheerd ij de Europese Coissie Caspar van d Berg is als doct onderzoeker

Nadere informatie

Klimaatverandering en waterveiligheid, tussen ernst en enthousiasme

Klimaatverandering en waterveiligheid, tussen ernst en enthousiasme Kliaatverandering waterveiligheid, tuss ernst thousiase De discursieve fraing van edreiging kans Arwin van Buur Jero Warner Dr. M.W. van Buur is universitair doct estuurskunde aan de Erasus Universiteit

Nadere informatie

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA

VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA Vak Maatschappijleer Thema de multiculturele samenleving Datum december 2013 Onderwerp Socialisatie en cultuur VRAGEN OVER HET ARTKEL HET MULTICULTURELE DRAMA Het multiculturele drama 1. a. Wat wordt bedoeld

Nadere informatie

Westers beleid tegen kinderarbeid: Een politiektheoretische. Mijke Houwerzijl & Roland Pierik

Westers beleid tegen kinderarbeid: Een politiektheoretische. Mijke Houwerzijl & Roland Pierik Westers eleid teg kinderareid: E politiektheoretische eschouwing 1 Mijke Houwerzijl & Roland Pierik Dr. Roland Pierik is universitair doct politieke theorie aan de Rechtfaculteit van de Universiteit van

Nadere informatie

Ambtenarij en politie in the picture: De marketing van twee overheidshervormingen

Ambtenarij en politie in the picture: De marketing van twee overheidshervormingen Dave Gelders Stev Van de Walle Atarij politie in the picture Atarij politie in the picture: De arketing van twee overheidshervoring Dave Gelders is als aspirant van het Fonds voor Wetschappelijk Onderzoek-Vlaander

Nadere informatie

Reflectie & debat. Het volk heeft deze elite niet nodig. Jelle van der Meer. Jelle van der Meer is freelance journalist en publicist.

Reflectie & debat. Het volk heeft deze elite niet nodig. Jelle van der Meer. Jelle van der Meer is freelance journalist en publicist. Het volk heeft deze elite niet nodig Jelle van der Meer Jelle van der Meer is freelance journalist pulicist. Correspondtiegegevs: J. van der Meer jellevd@xs4all.nl Het was de avond van de oord op Pi Fortuyn,

Nadere informatie

Leren van verschillen: zorgende vaders in uitzonderlijke

Leren van verschillen: zorgende vaders in uitzonderlijke Dit artikel van Boo Lea Tijdschrift is geaakt voor Universiteit van Asterda Ler van verschill: zorgde vaders in uitzonderlijke praktijk Monique Stavuiter, Jan Wille Duyvdak, Sia Nieorg Margaret Brugan

Nadere informatie

Vier kernvragen van beleid

Vier kernvragen van beleid Vier kernvragen van eleid Anton H e erijck1 Anton Heerijck is adjunct-directeur van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringseleid en is als universitair hoofddocent veronden aan de opleiding Bestuurskunde

Nadere informatie

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005

Internet in de klas. voor KPN Internet. december 2005. Internet in de klas. t.b.v. KPN Internet Blauw Research / B6359 december 2005 1 voor KPN Internet deceer 2005 2 Copyright 2005 Blauw Research v Alle rechten voorehouden. Niets uit dit rapport ag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautoatiseerd gegevensestand, of openaar geaakt,

Nadere informatie

Publiek en privaat initiatief bij klimaatadaptatie

Publiek en privaat initiatief bij klimaatadaptatie Puliek privaat initiatief ij kliaatadaptatie Piet Rietveld Prof. dr. P. Rietveld is als vervoerseconoo verond aan de Vrije Universiteit Asterda Correspondtiegegevs: Prof. dr. P. Rietveld Vrije Universiteit

Nadere informatie

Boekensignalement. Transnationalisme en burgerschap. Marianne van Bochove en Katja Rusinovic

Boekensignalement. Transnationalisme en burgerschap. Marianne van Bochove en Katja Rusinovic Boeksignalet Transnationalise urgerschap Onder redactie van Sanneke Kuipers Marianne van Bochove Katja Rusinovic Marianne van Bochove Katja Rusinovic zijn respectievelijk als aio postdoc onderzoeker verond

Nadere informatie

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling

Jan Schoonenboom. Toekomstscenario's en beleid. i De populariteit van scenario-ontwikkeling Toekostscenario's en eleid Jan Schoonenoo D rs. I.J. S c h o o n e n o o is s ta f e d e w e rk e r ij de W e t e n s c h a p p e lijk e R aad v o o r het R e g e rin g s e le id en v o o r a lig ijz o

Nadere informatie

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid

Scenario s tussen rationaliteit, en politieke rede1. Wieger Bakker. Mogelijkheden en beperkingen van toekomstscenario s binnen bestuur en beleid Scenario s tussen rationaliteit, systeedwang en politieke rede1 Mogelijkheden en eperkingen van toekostscenario s innen estuur en eleid Wieger Bakker Dr. Wieger Bakker is eleidssocioloog en als senior

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/45427

Nadere informatie

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht

Dertig jaar later De empirische houdbaarheid van argumenten voor en tegen opkomstplicht Dertig jaar later De epirische houdaarheid van arguenten voor en tegen opkostplicht Kees Aarts * Dr. C.W.A.M. Aarts is universitair hoofddocent vooi Methoden en Technieken aan de Faculteit Bestuur* kunde

Nadere informatie

Doorwerking in de breedte

Doorwerking in de breedte Doorwerking in de reedte De doorwerking van Agenda 2002 in de teksten van decentrale eleidsnota s en cao-akkoorden in 1989 en 1999 Marte van Santen Drs. M. van Santen is als eleidsedewerker veronden aan

Nadere informatie

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1

Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoming van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst1 Beleidsrelevantie ethiek: een onderzoek naar de totstandkoing van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkost1 Douwe van Houten Prof.dr. D.j. van Houten is hoogleraar Sociaal Beleid, Planning en

Nadere informatie

jaargang 36 Themanummer: De sociale kwaliteit van het stedelijke domein onder redactie van Bas van Stokkom Van de redactie 151 Artikelen

jaargang 36 Themanummer: De sociale kwaliteit van het stedelijke domein onder redactie van Bas van Stokkom Van de redactie 151 Artikelen 2009 jaargang 36 3 Theanuer: De sociale kwaliteit van het stedelijke doein onder redactie van Bas van Stokko Van de redactie 151 Artikel Bas van Stokko De sociale kwaliteit van het stedelijke doein. Veiligheid

Nadere informatie

De sociale kwaliteit van het stedelijke domein

De sociale kwaliteit van het stedelijke domein De sociale kwaliteit van het stedelijke doein Veiligheid pulieke vertrouwdheid Bas van Stokko Bas van Stokko is werkzaa aan het Ctru voor Ethiek, Radoud Universiteit Nijeg, aan de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030

Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 Startnotitie Woonvisie Eindhoven 2030 1. Inleiding De eerste stap om te komen tot een nieuwe Woonvisie is deze startnotitie. De startnotitie geeft antwoord op aanleiding en doel van de woonvisie en schetst

Nadere informatie

Discriminatie op de arbeidsmarkt

Discriminatie op de arbeidsmarkt Discriinatie op de areidsarkt De resultaten van Nederlands onderzoek Justus Veenan Prof. Dr. J. Veenan is hoogleraar Econoische Sociologie aan de Erasus Universiteit Rotterda, en directeur van het Instituut

Nadere informatie

Gezondheidszorg: een stelsel van stelsels

Gezondheidszorg: een stelsel van stelsels Gezondheidszorg: e stelsel van stelsels To van der Grint, Jan-Kees Helderan Ki Putters To van der Grint is hoogleraar Beleid Organisatie Gezondheidszorg aan de Erasus Universiteit te Rotterda lid van de

Nadere informatie

Uitspraak

Uitspraak Uitspraak 23-04-2019 (Niet)-commerciele reclame Dossiernr: 2019/00003/A Product/dist: (Niet)-commerciele reclame Datum: 01-04-2019 Motivatie: Herkbaarheid reclame Uitspraak: dvaf vernietigd (=vrijblijvd

Nadere informatie

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening

1.1 Aanleiding nieuwe subsidieverordening 1 Algemeen 1.1 Aanleiding nieuwe susidieverordening Het coalitieakkoord Eindhoven 2010-2014 Werken aan morgen laat zien dat door gezamenlijke inspanning van ewoners, verenigingen en instellingen Eindhoven

Nadere informatie

De verspreiding van de democratie 1

De verspreiding van de democratie 1 De verspreiding van de deocratie 1 Mark Bovs Prof. dr Mark Bovs is als hoogleraar estuurskunde verond aan de Utrechtse School voor Bestuurs- Organisatiewetschap van de Universiteit Utrecht. Zijn eest recte

Nadere informatie

Corporatisme en lobbyisme gezien vanuit fundamentele processen van collectieve besluitvorming Stokman, Franciscus

Corporatisme en lobbyisme gezien vanuit fundamentele processen van collectieve besluitvorming Stokman, Franciscus University of Groning Corporatise loyise gezi vanuit fundatele process van collectieve esluitvoring Stokan, Franciscus Pulished in: Beleid Maatschappij IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the pulisher's

Nadere informatie

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes

Maurizio Ferrera, Anton Hemerijck en Martin Rhodes De herijking van sociaal Europa Maurizio Ferrera, Anton Heerijck en Martin Rhodes Maurizio Ferrera is hoogleraar aan de Universiteit van Pavia en de Boccon i Universiteit in Milaan, waar hij een centru

Nadere informatie

Aan het pluche gekleefd?

Aan het pluche gekleefd? Aan het pluche gekleefd? Aard achtergrond van het aftred van individuele ewindslied 1946-2009 Mark Bovs, Gijs Jan Brandsa, Dick Thesingh Thierry Wever 1 Mark Bovs Gijs Jan Brandsa zijn respectievelijk

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom

Stand van zaken. Het provinciale in. in de geestelijke gezondheidszorg. Rick Kwekkeboom Stand van zaken Het provinciale in de geestelijke gezondheidszorg Rick Kwekkeoo Mw.dr.ir. M.H. Kwekkeoo is wetenschappelijk edewerker van het Sociaal en Cultureel Planureau. Zij puliceerde eerder op het

Nadere informatie

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen

Nadere informatie

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat)

Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) gemeente Eindhoven Zienswijzennota 1 e wijziging Oud Woensel 2012 (moskee Visserstraat) Inleiding Bij het opstellen van het estemmingsplan Oud Woensel 2012, vastgesteld door de gemeenteraad op 20 novemer

Nadere informatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie

Doorwerking via actieve looncoördinatie Doorwerking via actieve looncoördinatie De axiale looneis van de vakcentrale FNV sinds 1994 Maurice Rojer en Laurens Harteveld Maurice Rojer en Laurens Harteveld zijn werkzaa als respectievelijk senior

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

Te gast in (semi-)publieke ruimtes

Te gast in (semi-)publieke ruimtes Te gast in (sei-)pulieke ruites Naar conviviale stedelijke ogangsvor Bas van Stokko Bas van Stokko is werkzaa aan het Ctru voor Ethiek, Radoud Universiteit Nijeg, aan de Faculteit der Sociale Wetschapp

Nadere informatie

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk

Wettelijke taak decentralisatie mantelzorgcompliment Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Onvermijdelijk gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6190 Inoeknummer 15BST00180 Dossiernummer 15.09.851 24 feruari 2015 Commissie notitie Onderwerp: Omuiging Mantelzorgcompliment. Inleiding De ehoefte aan mantelzorg 1 zal

Nadere informatie

Een strategisch kompas voor duurzame beheersing van klimaatvraagstukken

Een strategisch kompas voor duurzame beheersing van klimaatvraagstukken UvA-DARE (Digital Acadeic Repository) E strategisch kopas voor duurzae eheersing van kliaatvraagstukk van Rijswick, M.; Salet, W. Pulished in: B M : Tijdschrift voor Beleid, Politiek Maatschappij Link

Nadere informatie

nota Strategisch risicomanagement

nota Strategisch risicomanagement nota Strategisch risicomanagement DEFINITIEF Novemer 2010 te/kd09002755 1 Novemer 2010 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Novemer 2010-2 - Novemer 2010 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Inleiding 4

Nadere informatie

Beleidsvervreemding van publieke professionals: theoretisch raamwerk en

Beleidsvervreemding van publieke professionals: theoretisch raamwerk en Beleidsvervreeding van pulieke professionals: theoretisch raawerk e casus over verzekeringsarts areidsdeskundig Lars Tuers, Victor Bekkers Bra Steijn Lars Tuers werkt op de Erasus Universiteit Rotterda

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting Geschiedenis Module 5 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 26 maart 2006 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis module 5 Hoofdstuk 1 1918, Troelstra wilde een revolutie

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10 Samenvatting door een scholier 1077 woorden 21 mei 2003 7,4 25 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 9 Knelpunten in het besluitvormingsproces

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven, en de burgemeester van Eindhoven hebben op gemeente Eindhoven Besluit Het college van urgemeester en wethouders van Eindhoven, en de urgemeester van Eindhoven heen op esloten: met etrekking tot de handhaving van de Drank en Horecawet en de Drank

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de bus voor 12- en 65+ Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Verkeer en Openbare Ruimte jbe/lf11024748

gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de bus voor 12- en 65+ Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu, Verkeer en Openbare Ruimte jbe/lf11024748 A gemeente Eindhoven Evaluatie 2011 Gratis met de us voor 12- en 65+ Augustus 2011 je/lf11024748 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Datum Augustus 2011 gemeente Eindhoven Versie 1.3 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen

Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende samenlevingen, van de Europese verzorgingsstaat. Gösta Esping-Andersen Uitdagingen voor de verzorgingsstaat in de eenentwintigste eeuw: vergrijzende saenlevingen, kenniseconoieën en de houdaarheid van de Europese verzorgingsstaat Gösta Esping-Andersen Gösta Esping-Andersen

Nadere informatie

Politiek van de genen

Politiek van de genen HANS HARBERS Politiek van de g Review van: GERARD DE VRIES EN KLASIEN KORSTMAN (red.) (2004) Getica van laboratoriu naar saleving. De ongekde praktijk van voorspellde getische test, NWO-reeks Sociale Cohesie,

Nadere informatie

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo) Aardrijkskunde vaardighed (PO-vmbo) Sector kerndoel primair onderwijs kerndoel onderbouw kerndoel ob vmbo kb/gl/tl vmbo bovbouw bb examhed vmbo bovbouw kb examhed vmbo bovbouw gl/tl examhed Kern 1. Werk

Nadere informatie

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid

Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2015. Op naar een positief Pgb beleid Uitgangspunten Persoonsgeonden udget 2015 Op naar een positief Pg eleid gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK novemer 2014 Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Eerste verkenning 15 1.1 Waarom is kennis van religie belangrijk voor journalisten? 16 1.2 Wat is religie eigenlijk? 18 1.2.1 Substantieel en functioneel 18 1.2.2

Nadere informatie

gemeente Eindhoven opdrachtformulering evaluatie verkeerssituatie Meerhoven

gemeente Eindhoven opdrachtformulering evaluatie verkeerssituatie Meerhoven gemeente Eindhoven opdrachtformulering evaluatie verkeerssituatie Meerhoven Achtergrond en aanleiding Meerhoven, de grootste stadsuitreiding van Eindhoven, is sinds 1999 in aanouw. De wijk ligt ten westen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radoud Repository of the Radoud University Nijeg The following full text is a pulisher's version. For additional inforation aout this pulication click this link. http://hdl.handle.net/2066/46647

Nadere informatie

1 De zuil in diskrediet

1 De zuil in diskrediet 1 De zuil in diskrediet Reformatorisch onderwijs is niet voor iedereen in onze achterban vanzelfsprekend meer, zo stelde de Apeldoornse Jacobus Fruytier scholengemeenschap begin 2012 in een brief aan de

Nadere informatie

Discussie. De onderzoeksmethode van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Redactie: René Torenvlied

Discussie. De onderzoeksmethode van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Redactie: René Torenvlied De onderzoeksethode van het Sociaal en Cultureel Planureau Redactie: René Torenvlied In de zoer van 2002 ontstond een sos heftige discussie in de edia over de resultaten van het onderzoeksrapport Zekere

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie

Doorwerking in de diepte

Doorwerking in de diepte Doorwerking in de diepte De doorwerking van Agenda 2002 in de agenda en onderhandelingen van de CAO grootetaal 1998 René Torenvlied en Agnes Akker an Dr. R. Torenvlied is als universitair docent eleidssociologie

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR DE ORGANISATIE VAN EEN TOLK-EN VERTAALSERVICE HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR DE ORGANISATIE VAN EEN TOLK-EN VERTAALSERVICE HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN GEMEENTELIJK REGLEMENT VOOR DE ORGANISATIE VAN EEN TOLK-EN VERTAALSERVICE Artikel 1 : HOOFDSTUK 1 : ALGEMENE BEPALINGEN Het Stadsbestuur verlet, onder de hierna vermelde voorwaard binn de goedgekeurde

Nadere informatie

A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport

A.H.F. Elling en P. de Knop. De sociaal-integrerende functie van sport De sociaal-integrerende functie van sport Een kwestie van interpretatie? A.H.F. Elling en P. de Knop Beide auteurs zijn veronden aan de Katholieke Universiteit Braant en etrokken ij het interuniversitaire

Nadere informatie

Themanummer: Vormgeving van klimaatadaptatie onder redactie van Arwin van Buuren, Peter Driessen en Geert Teisman. Van de redactie 3.

Themanummer: Vormgeving van klimaatadaptatie onder redactie van Arwin van Buuren, Peter Driessen en Geert Teisman. Van de redactie 3. Theanuer: Vorgeving van kliaatadaptatie onder redactie van Arwin van Buur, Peter Driess Geert Teisan Van de redactie 3 Artikel Arwin van Buur, Peter Driess Geert Teisan Inleiding: Kliaatestdigheid als

Nadere informatie

Marktwerking in de gezondheidszorg

Marktwerking in de gezondheidszorg Marktwerking in de gezondheidszorg O scar van Heffen en Toon Kerkhoff Dr. O. van Heffen is universitair hoofddocent, veronden aan het Center for Higher Education Policy Studies van de Universiteit Twente

Nadere informatie

Ruben Mantels, Anne-Laure Van Bruaene, Christophe Verbruggen en Gita Deneckere Fotografie Benn Deceuninck

Ruben Mantels, Anne-Laure Van Bruaene, Christophe Verbruggen en Gita Deneckere Fotografie Benn Deceuninck Ruben Mantels, Anne-Laure Van Bruaene, Christophe Verbruggen en Gita Deneckere Fotografie Benn Deceuninck 11 Voorwoord H et boek Geloven in Gent dat u in handen heeft, is een boek over het geloof van de

Nadere informatie

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken

Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Middenklassegezinnen in herstructureringswijken Lia Kar sten en Eva van Kepen Dr.ir. L. Karsten en drs. E.T. van Kepen zijn veronden aan respectievelijk het ae en de Vakgroep Sociale Geografie van de Universiteit

Nadere informatie

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016. Artikel 1

Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016. Artikel 1 De raad van de gemeente Wijk ij Duurstede; gelezen het voorstel van urgemeester en wethouders d.d. 17 novemer nr. ; gelet op artikel 220 tot en met 220 h van de Gemeentewet; esluit: vast te stellen de:

Nadere informatie

Een strategisch kompas voor duurzame beheersing van klimaatvraagstukken

Een strategisch kompas voor duurzame beheersing van klimaatvraagstukken E strategisch kopas voor duurzae eheersing van kliaatvraagstukk Marle van Rijswick Wille Salet Prof. r. H.F.M.W. van Rijswick is hoogleraar Europees nationaal waterrecht aan de Universiteit Utrecht verond

Nadere informatie

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1

Gedrag op maat: een conceptueel model voor het begrijpen en beïnvloeden van gedrag1 Gedrag op aat: een conceptueel odel voor het egrijpen en eïnvloeden van gedrag1 Tony Weggeans, Gerard Tertoolen en Ipe Veling Dr. T.J. Weggeans is directeur van agit Research en Consultancy, dr. G. Tertoolen

Nadere informatie

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo) Aardrijkskunde vaardighed (PO-vmbo) Sector kerndoel primair onderwijs kerndoel onderbouw kerndoel ob vmbo kb/gl/tl vmbo bovbouw bb examhed vmbo bovbouw kb examhed vmbo bovbouw gl/tl examhed Kern 1. Werk

Nadere informatie

Het cultuurbeleid en de toekomst van het culturele ondernemerschap

Het cultuurbeleid en de toekomst van het culturele ondernemerschap Het cultuureleid en de toekost van het culturele onderneerschap Marja Ceradts-Pinckaers en Frans Hoefnagel Drs. Marja H. Geradts-Pinckaers is eleidskundige en werkzaa als extern adviseur op het terrein

Nadere informatie

Mogen Nederlandse moslimagenten een hoofddoek dragen?

Mogen Nederlandse moslimagenten een hoofddoek dragen? Mogen Nederlandse osliagenten een hoofddoek dragen? Een ijdrage aan de discussie over accoodatie van het islaitische hoofddoekvoorschrift in openare aten1 Odile Verhaar Dr. Odile Verhaar is filosoof en

Nadere informatie

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen

Narratieve infrastructuur en fixaties in beleidsdialogen Narratieve infrastructuur en fixaties in eleidsdialogen De Schiphol-discussie ais casus T in e k e A a Dr. Tineke Aa is universitair docent aan het insti tuut voor Beleid en Manageent Gezondheidszorg In

Nadere informatie

UITGEBOEKI V«^ ex. 29 AUG.19/8. AM S*JM la**u««uê «* Miaiatwr. m4 ik. r. r. « B*«ft, HUrtij ( ik ««3bü«U«iti« * iahmril 200,

UITGEBOEKI V«^ ex. 29 AUG.19/8. AM S*JM la**u««uê «* Miaiatwr. m4 ik. r. r. « B*«ft, HUrtij ( ik ««3bü«U«iti« * iahmril 200, UITGEBOEKI 24998 AM S*JM la**u««uê «* Miaiatwr B*«ft, 200, ex. 29 AUG.19/8 HUrtij ( ik ««3bü«U«iti«m4 ik * iahmril V«^ r. r. « Dit otuk bestaat uit Behoort bij brief no. «'t blz Bx.No, KOLUKSS NOJITI3S

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers 46 3.1 De liefde van een crimineel 46 3.2 De Grondwet 47 3.3 Het Statuut 50 Inhoud Voorwoord XI 1 Nederland vergeleken 1 1.1 Bestaat Nederland nog? 1 1.2 De Staat der Nederlanden 3 1.3 Nederland en de wereld 6 1.4 Vragen en perspectieven 8 1.5 Nederland vergeleken 12 Internetadressen

Nadere informatie

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief?

Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? Het Nederlandse onderwijsachterstandenbeleid: bewezen effectief? dr. Geert Driessen ITS Radboud Universiteit Nijmegen g.driessen@its.ru.nl www.geertdriessen.nl Achterstandenbeleid Algemene doel Bestrijden

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Weet wat werkt! Analyse document Strategisch human resource management gemeente Eindhoven Personeel & Organisatie haa/aa11020363

gemeente Eindhoven Weet wat werkt! Analyse document Strategisch human resource management gemeente Eindhoven Personeel & Organisatie haa/aa11020363 A gemeente Eindhoven Weet wat werkt! Analyse document Strategisch human resource management gemeente Eindhoven Personeel & Organisatie Mei 2011 haa/aa11020363 Mei 2011 Weet wat werkt! - Analysedocument

Nadere informatie

Toespraak opening symposium Old-Dieks naoberen, tijdens het Gelders Landjuweel 2017 Oud-Dijk (Didam), 23 juni 2017

Toespraak opening symposium Old-Dieks naoberen, tijdens het Gelders Landjuweel 2017 Oud-Dijk (Didam), 23 juni 2017 1: Toespraak opening symposium Old-Dieks naoberen, tijdens het Gelders Landjuweel 2017 Oud-Dijk (Didam), 23 juni 2017 Het is een eer u vandaag als beschermheer van Sint Hubertus te mogen toespreken tijdens

Nadere informatie