Onderzoeksprojecten ( van 6686)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksprojecten (2000-2500 van 6686)"

Transcriptie

1 Oct :51:20 Onderzoeksprojecten ( van 6686) Zoekfilter: Classificaties: SOCIALE WETENSCHAPPEN (S) (ikv Eu project van Milieu Ltd ) Conformity studies of Member States' national implementation measures transposing Community instruments in the area of citizenship of the Union. Abstract: Conformiteitsstudie van nationale implementatie van Europese wetgeving op het vlak van burgerschap van de Unie. Metajuridica Institute for European Studies SERGE GUTWIRTH Pieter PAEPE PAUL DE HERT Risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking. Abstract: Dit onderzoeksproject heeft twee centrale doelstellingen. Eenerzijds wordt de basis gelegd voor een grootschalige risicoperceptiestudie bij de Belgische bevolking en anderzijds wordt een doctoraatsproject uitgewerkt waarvoor externe financiering zal worden gezocht. Er wordt met name onderzocht hoe experimentele contexten en beeldmateriaal zinvol kunnen worden geïntegreerd in een klassieke CAPI-survey. Media, middenveld en politiek (M2P) Peter Thijssen Ontwikkeling van een Vlaamse armoedebarometer, als instrument voor een effectiever en efficiënter armoedebestrijdingsbeleid. Abstract: Ontwikkeling van een Vlaamse armoedebarometer, als instrument voor een effectiever en efficiënter armoedebestrijdingsbeleid. Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP Abstract: Actualisatie Hoofdstuk II (Armoede en sociale uitsluiting in de Vlaamse context) uit het VAP Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Inventarisatie en analyse van portfolio's in Vlaanderen. Abstract: De Vlaamse overheid, departement Onderwijs en Vorming, gaf opdracht tot het inventariseren en analyseren van Vlaamse portfolio's binnen Elders Verworven Competenties (EVC) in functie van de uitbouw van een coherent EVC-beleid. Het portfolio is een belangrijk en veelgebruikt instrument in het kader van EVC-procedures. Dertig EVC-portfolio's werden opgelijst binnen de domeinen onderwijs, werk en cultuur. Een format werd ontwikkeld om de verschillende portfolio's op uniforme wijze te beschrijven. De essentiële informatie werd samengebracht in een overzichtelijk raster. Alle beschikbare informatie werd grondig geanalyseerd om raakvlakken en spanningsvelden in kaart te brengen. De conclusies van de vergelijkende analyse moeten de opdrachtgever in staat stellen gemeenschappelijke criteria te formuleren voor EVC-portfolio's. Didactica Elke Struyf Wil Meeus Haalbaarheidsstudie vorming moslimkaders. Abstract: Haalbaarheidsstudie vorming moslimkaders. Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) Christiane Timmerman Walter Nonneman Onderzoek rond Zuid-Afrikaanse samenwerking betreffende cultuur, jeugd en sport gefocust op vier lokale gemeenschapscentra voor de periode Abstract: De wetenschappelijke ondersteuning van dit samenwerkingsproject is erop gericht om de output van het project op verschillende momenten, in haar verschillende dimensies en op verschillende manieren zichtbaar te maken. De nagestreeefde doelstellingen van het project zijn immers situeren zich op verschillende niveaus m.n. - op het niveau van de participanten: Het project wil een bijdrage leveren tot de emancipatie van jongeren via de ontwikkeling van vaardigheden, al dan niet van economische aard; - op het niveau van de centra: De geselecteerde centra ontwikkelen hun werking opdat zijn een schakelfunctie kunnen vervullen in het lokale cultuur-, jeugd- en sportbeleid;

2 - op het niveau van de netwerken tussen de centra en andere lokale actoren: efficiëntie en duurzaamheid zijn cruciale principes. Inbedding van de activiteiten van de centra in de lokale gemeenschap kan een instrument zijn om dit te realiseren. Dit impliceert de uitbouw van relaties met onder andere lokale overheden; - op het niveau van de lokale werking en de link met het nationale niveau: de centra zullen informatie over de verworven ervaringen verspreiden op nationaal niveau en werken aan de ontwikkeling van een Zuid-Afrikaans netwerk. Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Danielle Dierckx Ontwikkeling van een methodologie voor de inventarisatie van stedelijke landschappen Abstract: Ter aanvulling van de Landschapsatlas van Vlaanderen - die in hoofdzaak het landelijke gebied bestrijkt - is een inventarisatie van de bebouwde landschappen op een gedetailleerde schaal noodzakelijk om een geïntegreerd ergoedbeleid mogelijk te maken dat ingepast wordt in de ruimtelijke ordening. Waarden, criteria en methoden voor een dergelijke inventarisatie worden onderzocht aan de hand van de studie van buitenlandse voorbeelden, het beleidsmatige en wetgevend kader in Vlaanderen. Hierbij worden (cultuur)historische, geografische, architectonische, archeologische en stedenbouwkundige aspecten in rekening gebracht? Een methode wordt voorgesteld evenals een aantal pilootprojecten om die uit te testen. Eveneens wordt onderzocht hoe de inventaris geïntegreerd kan worden met andere (GIS)databanken. Vakgroep Geografie Marc Antrop Erik Thoen Pieter Uyttenhove Kinderen op de vlucht in detentie Abstract: In het voorgestelde onderzoek wordt een juridische analyse gemaakt van het kinder- en mensenrechtelijk normatief kader, zoals dat interantionaalrechtelijk is ontwikkeld. De huidige Belgische regelgeving en praktijk wordt getoetst en pijnpunten zullen worden geïdentificeerd. Vakgroep Sociale agogiek Maria De Bie Integrale benadering van duurzaam energiebeleid. Een normatieve bijdrage tot beleidsonderteuning (SEPIA)-Sustainable Energy Policy Integrated Assessment-a normative contribution to decision support. Abstract: Het SEPIA project - Sustainable Energy Policy Integrated Assessment - heeft als onderzoeksonderwerp het aanreiken beleidondersteunings -methodologieën, -procedures, -structuren en -instrumenten te ontwikkelen voor een duurzaam energiebeleid met een specifieke focus op het betrekken van groepen van belanghebbenden (stakeholders). De doelstelling van de studie is het toegankelijk maken en het bediscussiëren van de haalbaarheid van belangrijke aspecten van een duurzaamheidsbeoordeling in de context van het Belgische energiebeleid. Zij streeft ernaar om over het ontwerp van deze beoordeling de consensus en dissensus tussen verschillende stakeholdergroepen te identificeren en aldus de fundamenten te gieten voor een Duurzaamheidsbeoordeling die aangepaste aangepast is aan de context van de Belgische energie besluitvorming. Deze studie erkent daarnaast expliciet de socio-politieke en normatieve achtergrond van het debat op energie kwesties en diens keuzes, met inbegrip van duurzame energie. Door de VUB dient naast een methodologische inbreng ook een specifiek nucleaire deeltaak uitgevoerd waarbij de voornaamste nuclaire energietechnologiosche evoluties worden geschets in historisch perspectief en hun mogelijke impact en constraints worden aangegeven voor de 3 en 4 generatie reactoren die nu in ontwikkeling zijn Het project wordt uitgevoerd in het kader van het BELSPO-project "Wetenschap voor Duurzame Ontwikkeling" en loopt van Januari 2008 tot en met December De onderzoeksmethodologie is interdisciplinair daar deze de integratie nastreeft van inzichten op energie systemen die hun oorsprong kennen in technologische ontwikkelingen, economie, politieke- & sociale wetenschappen en ethiek, terwijl ze tegelijkertijd attent blijft voor de context-afhankelijkheid van deze verschillende soorten kennis (en dit door de integratie van stakeholder inzichten). Menselijke Ecologie GILBERT EGGERMONT Fré MAES Jean HUGE Een grondige studie van de sociaal-economische-, gezondheids-en milieueffecten van mogelijke gemeenschappelijke initiatieven inzake de bescherming van EU gezondheidswerkers tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Abstract: Een grondige studie van de sociaal-economische-, gezondheids-en milieueffecten van mogelijke gemeenschappelijke initiatieven inzake de bescherming van EU gezondheidswerkers tegen door bloed overgedragen infecties als gevolg van prikaccidenten. Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC) Antoon De Schryver Popularisering van wetenschappen, techniek en technologische innovatie: Geo-Info (WI ) Abstract: Er wordt en elektronische leeromgeving ontwikkeld voor geografische excursies in de middelbare school. Studenten kunnen hiermee informatie vinden over het studiegebied en leerkrachten kunnen excursiepunten uitwisselen. De website wordt ontwikkeld met Google Maps API, gebruik makend van HTML, PHP, Javascript, XML, AJAX en MySQL Vakgroep Geografie

3 Philippe De Maeyer VerMEID de wetenschappen Abstract: Tijdens het schooljaar worden meisjes uit het lager en middelbaar onderwijs van de Gentse scholengroep Panta Rhei warm gemaakt voor de wetenschappen. Met de inbreng van wetenschappers van de UGent worden de leerlingen gesenibiliseerd rond de algemene thematiek van meisjes en wetenschap. Anderzijds zullen ze kennismaken met de verschillende harde en zachte wetenschapsdisciplines. Vakgroep Engels Maryse Demoor PRITUIS : Study on privacy and trust in the ubiquitous information society - analysis of the impact of convergent and pervasive information and communication technologies on privacy and data protection and needs and options for development of the legal... Abstract: PRITUIS : Study on privacy and trust in the ubiquitous information society - analysis of the impact of convergent and pervasive information and communication technologies on privacy and data protection and needs and options for development of the legal framework. Recht Wetenschap Technologie en Samenleving Metajuridica Gloria GONZALEZ FUSTER SERGE GUTWIRTH PAUL DE HERT Spoor A3, project 2: Impact van de gewestelijke overdrachtsbelastingen op de economische groei. De relatie tussen registratierechten, eigenaarschap en de arbeidsmarkt. Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde Vakgroep Algemene Economie De pedagogische taakverdeling tussen ouders en begeleiders in de kinderopvang Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Departement Sociaal-agogisch werk Vakgroep Sociaal werk Vakgroep Psychologie en pedagogische wetenschappen Agnès Biltris Greet De Brauwere De gemeenteraad: hoeksteen of brokstuk van de stedelijke democratie? Belgische raadsleden in comparatief perspectief Hogeschool Gent Abstract: Abstract nog niet beschikbaar Departement Handelswetenschappen en Bestuurskunde Vakgroep Algemene Economie Expertisenetwerk School of Education SoE : algemene coördinatie vanuit de K.U. Leuven KU Leuven Abstract: Het expertisenetwerk School of Education Associatie K.U.Leuven is een netwerk van lerarenopleidingen met als doel de in de verschillende opleidingen aanwezige expertise te delen. Dit project heeft als doel School ofeducation te coördineren. Dit wil zeggen: het uitzetten van strategische doelen, het identificeren van expertise en het opzetten van manieren om expertisedeling tot stand te brengen. OE Onderwijskunde Jan Elen Stefaan Fiers Studiereizen van studenten verbonden aan een Vlaamse Instelling voor hoger onderwijs van de Associatie KU Leuven in het kader van de indirecte ontwikkelingssamenwerking van de VLIR. KU Leuven Abstract: Overeenkomst voor de uitbetaling van reisbeurzen van studenten verbonden aan een Vlaamse Instelling voor hoger onderwijs van de Associatie KU Leuven in het kader van de indirecte ontwikkelingssamenwerking van de VLIR. Universitaire Samenw.Ontwikkelingslanden N. N. Determinanten en effecten van sociaal-ethnische segregatie in het basisonderwijs. Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschappelijk onderzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste

4 nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het een antwoord bieden op de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segregatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnische segregatie. School Onderwijs Stad & Samenleving (SOS & S) EduBROn Christiane Timmerman Paul Mahieu Biomechanische analyse van het gangpatroon in afwezigheid van visuele informatie. Abstract: Met betrekking tot doelgerichte locomotie steunt de mens grotendeels op het zicht. Indien tegenstrijdige informatie wordt aangeboden door de verschillende sensorische systemen, zal het visuele systeem het resulterende bewegingspatroon domineren (Desphande & Patla, 2006). Visus blijkt predominant te zijn in het bewaren van het evenwicht (Juodzbaliene et al., 2006).Personen met een visuele handicap vormen een populatie waarbij visuele prikkels langdurig zijn uitgeschakeld. Dit laat toe om het effect van deprivatie van visuele informatie op de motorische controle na te gaan. Het doel van dit onderzoek is om de efficientie van de gang na te gaan bij personen met een visuele belemmering teneinde meer inzicht te krijgen in de controle van de gang.we hebben er om verschillende redenen voor gekozen om de aandacht te vestigen op de controle van de gang. Enerzijds is de bipedale gang de geprefereerde bewegingsvorm van de mens, wat hem uniek maakt in het dierenrijk. Efficiente locomotie is essentieel voor overleving. Ook voor de hedendaagse mens zal een gebrekkige locomotie een belemmering vormen tijdens het dagelijks leven. Anderzijds is het normale gangpatroon reeds goed in kaart gebracht, zowel voor kinderen als voor volwassenen. Het onderzoek is gericht op drie doelgroepen. Om de posturale controle en de efficiëntie van het gangpatroon bij personen met een visuele handicap te evalueren, willen we bij een groep congenitaal blinde volwassenen posturografische testen en een biomechanische ganganalyse uitvoeren.daarnaast zal ook gekeken worden naar de kwaliteit van de posturale controle en de efficiëntie van het gangpatroon bij congenitaal blinde kinderen tussen de 3 en 10 jaar oud in vergelijking met de gang van gezonde leeftijdsgenootjes.een derde doelgroep bestaat uit een steekproef van kinderen tussen de 3 en 10 jaar oud, met een ernstige visuele belemmering maar echter geen volledige blindheid. De visuele handicap dient een belemmering te vormen in het dagelijks leven. Functionele morfologie Ann Hallemans Dienen Europese beleggers in Aziatisch vastgoed te beleggen om zich te beschermen tegen de huidige internationale financiële kredietcrisis? Abstract: Beleggers zouden zich kunnen beschermen tegen de Amerikaanse kredietcrisis door Aziatische vastgoedaandelen te kopen. Wij zullen een eerste inzicht geven in hoe Aziatische vastgoedaandelen gecorreleerd zijn tot andere activaklassen, zowel in Azië als in Europa. The correlatiepatronen (rendement t.a.v. risico) zullen bepaald worden aan de hand van lokale databanken (Asian Development Bank). Dragen Aziatische vastgoedaandelen een groter risico? Wiskunde, statistiek en actuariaat Robuuste en toegepaste statistiek Martine Van Wouwe De bevoegheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel: van "exclusieve" naar "coöperatieve" uitoefening van de bevoegdheden? Abstract: Het onderzoek zal vier luiken hebben: 1. In de eerste plaats zal worden nagegaan welke basisbeginselen er thans daadwerkelijk aan de bevoegdheidsverdeling in het Belgisch federaal bestel ten grondslag liggen. Daartoe zullen de arresten van het Arbitragehof en de adviezen van de Raad van State, afdeling Wetgeving, systematisch worden ontleed. Vooral de vraag naar de mate waarin het exclusiviteitsbeginsel al dan niet dient te worden gerelativeerd, staat centraal. 2. In een tweede deel zal worden onderzocht in welke mate de ontwikkeling die zich in België voltrekt, kan worden verklaard tegen de achtergrond van de begrippen "coöperatieve federale staat" en "multilevel governance". In dit deel zal een beperkte en strikt functionele rechtsvergelijking plaats vinden naar fenomenen van niet-exclusieve bevoegdheidsuitoefening in andere federale staten en zullen anderzijds ook inzichten uit de wetgevingsleer over "mulit-level-governance" in federaal verband, worden gepresenteerd. 3. In een derde deel zal worden nagegaan -aan de hand van de (schaarse) Europese rechtspraak en aan de hand van de interne omzetting van Europese richtlijnen in het nationaal recht - of ook het Europees recht de ontwikkeling kan verklaren. 4. Tenslotte zal worden onderzocht of het noodzakelijk en/of wenselijk is om de bevoegdheidsverdelende regels uit de Grondwet en de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, o.m. deze inzake het coöperatief federalisme, verder te verfijnen met het oog op een coherente uitoefening van de bevoegdheden. Overheid en Recht Johan Meeusen Patricia Popelier Jan Velaers De politieke economie van prijszetting en investeringen in transport. Abstract: Het recente transport-economisch onderzoek was vooral normatief gericht (zie onder meer Small en Verhoef (te verschijnen 2007), Arnott, Rave and Schöb (IFO monograph, 2005), De Borger en Proost (EE boek, 2001)). De centrale vraagstelling was: wat zijn de meest efficiënte prijszettings- en investeringsstrategieën in de transportsector, rekening houden met verschillende marktimperfecties? Deze imperfecties zijn niet enkel gesitueerd in de transportsector zelf (vb. wanneer geen tijdsdifferentiatie mogelijk is, wanneer niet alle alternatieven perfect kunnen geprijsd worden, als er imperfecte concurrentie is voor sommige transportmodi), maar betreffen ook de arbeidsmarkt (loonwig door belastingen, imperfecte herverdelingsinstrumenten). Dit normatief onderzoek heeft aangetoond dat nieuwe vormen van prijszetting (road pricing, cordon prijzen, kilometerheffingen, etc.) belangrijke efficiëntiewinsten kunnen meebrengen indien de opbrengsten van deze instrumenten juist worden aangewend. In de praktijk vindt men echter eerder inefficiënte prijszetting en investeringsbeslissingen terug. De nieuwe vormen van prijszetting waarvan sprake worden maar heel traag

5 ingevoerd. In dit voorstel gebruiken we een positieve i.p.v. een normatieve benadering. De centrale vraagstelling is hoe we de huidige belastingen en investeringen in de transportsector kunnen verklaren, zowel in individuele landen als in federaties van landen. Aangezien het hier een zeer breed onderzoeksveld betreft, concentreren we ons in dit voorstel tot een drietal specifieke topics. Het ultieme doel blijft natuurlijk een meer algemene theorie op te bouwen en te testen. Algemene economie Bruno De Borger Mergers en acquisities - impact op merkimago. Abstract: Mergers en acquisities worden empirisch onderzocht in relatie tot merkwaarde. Dit wordt toegepast op hypotethische mergers in de banksector in twee landen (in casu België en Maleisië). Het onderzoeksinstrument dat ontworpen wordt dient de houdingen van de consument tegenover zijn huidige bank te meten en de impact op de merkwaarde onder de hypothese dat deze een andere bank overneemt ofwel zelf wordt overgenomen. Marketing Marcel Weverbergh André Vandenbunder en filmstudies : naar een valorisering van het wetenschappelijk archief van een pionier van de filmtheorie en -semiotiek in Vlaanderen. Abstract: André Vandenbunder ( ) was professor semiotiek aan de toenmalige UIA en docent filmanalyse en filmsemiotiek aan het Filmmuseum Brussel. De doelstelling van dit project is: 1. De elektronische ontsluiting, en geannoteerde publicatie in boekvorm van het werk van Vandenbunder over de semiotiek van de film en de filmanalyse. 2. De wetenschappelijke en maatschappelijke situering in Vlaamse/Belgische en internationale context. Onderzoekscentrum Visuele en Digitale Culturen (ViDi) Philippe Meers Media legitimiteit, nieuwsdruk en milieucommunicatie door ondernemingen. Abstract: We onderzoeken het verband tussen medialegitimiteit m.b.t. milieugedrag en kwaliteit van milieurapportering (via jaarverslagen en persberichten). De communicatiestrategie van een onderneming m.b.t. milieu wordt verondersteld tegelijkertijd haar milieulegitimiteit, de persbelangstelling en de kwaliteit van haar rapportering te beïnvloeden. Bijkomend onderzoeken we de vervangende versus aanvullende rol van verschillende communicatiekanalen. Accountancy en financiering Walter Aerts Een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling: paralegals en de implementatie van sociaal-economische grondrechten van kinderen in Zuid-Afrika Abstract: De problematische implementatie van sociaal-economische grondrechten van kinderen in Zuid-Afrika doet de vraag rijzen naar het strategische belang van grondrechten in het streven naar betere sociaal-economische levensomstandigheden. De aandacht zal toegespitst worden op de mogelijke rol van paralegals in een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling (gevalstudie van de provincie van Limpopo). Recht en Ontwikkeling Wouter Vandenhole Internationale Onderhandelingen in de Europese Raad: Preferenties van Onderhandelaars in Kaart Gebracht. Abstract: Onderhandelingen in de EU zijn bepalend voor de internationale en nationale politiek. Het verklaren van deze besluitvorming vereist goede data over de preferenties van de onderhandelaars. Het verzamelen van die data is echter kostelijk. Dit project beoogt een databestand van preferenties aan te leggen waarmee een belangrijke impuls wordt gegeven aan het onderzoek naar internationale onderhandelingen waarvan meerdere onderzoekers profiteren. Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM) Dirk De Bièvre Meertalig corpus Schrijfprocesdata Abstract: In het schrijfonderzoek is de laatste twee decennia sterk de nadruk komen te liggen op de analyse van schrijfprocessen. Digitale loginginstrumenten hebben dit onderzoek in een stroomversnelling gebracht. Met dit project willen we binnen de de basis leggen voor een repository voor een multilinguaal schrijfprocescorpus. Ook willen we de krijtlijnen uittekenen voor een XML-schema als standaard binnen het vakgebied. Management Luc Van Waes Bruggen bouwen tussen cognitieve en motivationele invalshoeken op leren: kunnen doeloriëntaties ons helpen om de studieaanpak van studenten inzichtelijk te maken?

6 Abstract: Deze studie verkent de relatie tussen recente typologieën uit de doeloriëntatie en studieaanpak. Bovendien gaat het onderzoek na of doeloriëntaties dissonante orchestraties in de studieaanpak verhelderen. Aan een steekproef van 1ste bachelorstudenten wordt gevraagd de recente versie van MSLQ en SPQ in te vullen. Daarnaast worden diepte-interviews afgenomen bij studenten met een moeilijk interpreteerbare studieaanpak uit verschillende disciplines. EduBROn Sven De Maeyer Interculturalisering van de hulpverlening. Op zoek naar de specificiteit van hulpverlening aan personen van vreemde herkomst in armoede. Abstract: In dit verkennend onderzoek worden 50 professionele hulpverleners bevraagd over hun visie en ervaringen met hulpverlening aan arme gezinnen van vreemde herkomst. We brengen hun noden en behoeften om hiermee om te gaan in de praktijk van de hulpverlening in kaart en zoeken naar best practices inzake interculturalisering in het sociaal werk. Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Onderzoek naar de opleidingsnoden van erfgoedbibliotheken inzake preservatie, conservatie en restauratie: de opleidingen Informatie-en Bibliotheekwetenschap (UA) en Conservatie en Restauratie -optie Papier (HA) als wegbereiders voor een coherente aanpak. Abstract: Het project onderzoekt hoe een betere opleiding van bibliotheekmedewerkers en conservatiedeskundigen een oplossing kan betekenen voor een professioneler beheer van erfgoedcollecties in bibliotheken. Het wil de sector hierover bevragen en onderzoeken welke oplossingen werden uitgewerkt door enkele erkende buitenlandse opleidingsinstituten. Centrum voor stadsgeschiedenis Pierre Delsaerdt Architectuurhistorische en constructieve kenmerken van stadspaleizen met binnenkoer in Antwerpen ( ). Abstract: Het project wil door een nauwkeurige bouwkundige en stedenbouwkundige analyse van een specifieke architecturale vorm, het stadspaleis met binnenkoer (met zogenaamde Toscaanse zuilengalerij), nagaan hoe, wanneer en op welke wijze renaissance-invloeden in de architectuur van Antwerpen en de Nederlanden gedurende de lange 16de eeuw zijn doorgedrongen. Het heeft daarbij specifiek oog voor de rol van stedelijke middengroepen in deze verspreiding. Centrum voor stadsgeschiedenis Peter Stabel De investeringen in de vierde Kondratieff-cyclus en de woon-en werksatisfactie van (creatieve) bewoners. Abstract: Het onderzoeksvoorstel heeft de volgende doelstellingen: - het uitvoeren en ordenen van een data-verzameling over het al dan niet samenvallen van de vierde Kondratieff lange-termijncyclus en de stedenbouwkundige investeringspatronen in Amsterdam en Antwerpen, - het verduidelijken hoe en waarom de bovenstaande investeringspatronen de aantrekkelijkheid van een metropool voor haar bewoners (inzonderheid de creatieve klasse zoals gedefinieerd door R. Florida) fundamenteel kunnen veranderen. Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Luc Goossens Optimalisering van de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs als instrument voor academisering. Abstract: Doel van het onderzoek is de toelatingsproef in het hoger kunstonderwijs te optimaliseren in het kader van de academisering van de opleiding in termen van betrouwbaarheid en (predictieve) validiteit. Data (van stabiele en veranderbare studentkenmerken, examenresultaten) van een cohort studenten worden geanalyseerd, vanaf de verplichte toelatingsproef tot na de examens van het eerste jaar. De uitkomsten van het onderzoek zijn zowel van wetenschappelijk onderwijskundig als van beleidsmatig belang. EduBROn Peter Van Petegem Institutioneel comparatief onderzoek over actieve vergrijzing: multi-level onderzoek naar de determinanten van uittrede, herintrede en investering in inzetbaarheid. Abstract: Hoewel een lage activiteitsgraad bij 45- en 55-plussers een algemeen gegeven is in Europa, bestaat er een grote divergentie tussen de lidstaten (Hoge Raad Werkgelegenheid, 2004). België is hekkensluiter. De Europese doelstelling is tegen 2010 een werkzaamheid van 50% bij 55-plussers te bereiken. Met de huidige 30% is België hier ver van verwijderd. Op basis van internationale comparatieve analyses willen we in dit project onderzoeken welke factoren het arbeidsmarktgedrag van oudere werknemers en werkzoekenden beïnvloeden, namelijk (a) de vervroegde uittrede afremmen, (b) de herintrede aanmoedigen, (c) succesvolle mobiliteit van oudere werknemers bevorderen en (d) hun deelname aan employability-verruiming stimuleren.

7 We onderscheiden hierbij drie niveaus van beïnvloedende factoren: (1) individuele kenmerken van oudere werknemers en werkzoekenden (bv. afgelegd loopbaantraject); (2) huishoudkenmerken (bv. arbeidsmarktpositie en inkomen van de partner, gezamenlijke financiële middelen) en (3) prikkels die institutionele actoren creëren om uittrede af te remmen, herintrede te stimuleren en employability te verruimen. Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO) Dimitry Mortelmans Decenniumdoelen Ontwikkeling en Actualisering van Indicatoren voor de Opvolging van het Beleid. Abstract: Decenniumdoelen Ontwikkeling en Actualisering van Indicatoren voor de Opvolging van het Beleid. Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Studie en analyse van het werkveld van de sociale economie in de provincie Antwerpen Abstract: Onderzoeksopzet: -enerzijds een herhaalbaar meetinstrument ontwikkelen om het werkveld van de sociale economie in de provincie Antwerpen te gestuderen en te analyseren -anderzijds een eerste nulmeting uitvoeren van het werkveld van de sociale economie in de provinicie Antwerpen door middel van het ontwikkelde meetinstrument -tenslotte de bevindingen aftoetsen bij een expertengrope met oog op het aanreiken van innovatieve pistes en nicheontwikkeling voor sociale economie in de provincie Antwerpen. Sociale Concurrentie en Recht Josse Van Steenberge Joris Ghysels Marleen Denef Een vergelijjkend onderzoek naar de substantiële vertegenwoordiging van allochtonen, ouderen en vrouwen. Abstract: De algemene onderzoeksvraag "Hoe en waarom vindt substantiële vertegenwoordiging plaat?" omsluit 4 subvragen. 1)Wie zijn de actoren? 2)Welke handelingen omvat substantiële vertegenwoordiging? 3)Welke thema's vormen het onderwerp van de substantiële vertegenwoordiging? 4) In welke context vindt substantiële vertegenwoordiging plaats? Burgerschap, gelijkheid en diversiteit (CED) Petra Meier Evolutie van prevalentie en determinanten van astma, COPD en allergie bij volwassenen in Vlaanderen; een vervolgstudie van de ECRHS. Abstract: De belangrijkste objectieven zijn: -een follow-up onderozek uit te voeren bij zoveel mogelijk personen die aan de tweede fase van de ECHR-I hebben deelgenomen. -het bestuderen van een nieuwe steekproef om de evolutie van de prevalentie binnen deze leeftijdsgroep na te gaan -de prevalentie, incidentie en evt. remissie van respiratoire symptonen en allergie na te gaan -de evolutie van symptomatologie, atopie, longfunctie en bronchiale hyperreactiviteit onderzoeken en het effect van de behandeling op de prognose.... Epidemiologie en sociale geneeskunde (ESOC) Marc van Sprundel Joost Weyler Jongeren zonder papieren. Abstract: Jongeren zonder papieren. Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) Christiane Timmerman De co-creatie van kennis door klanten : de aard en impact tijdens het innovatieproces van high-tech dienstverleningen. Abstract: Recente ontwikkelingen binnen de informatie-en communicatietechnologieën (ICT) evenals de toenemende digitalisering van onze samenleving bieden tal van mogelijkheden om de klant te betrekken binnen het innovatieproces. Innovatie is een activiteit die gericht is op de ontwikkeling van kennis. In deze studie onderzoeken we op welke manier die klantenbetrokkenheid kan bijdragen tot de creatie van kennis en bestuderen we hoe deze kennis opgebouwd door de klant het innovatiesucces van high tech dienstverleningen beïnvloed. Marketing

8 Annouk Lievens De rol van de politieke partijen in de politieke agenda-setting. Een longitudinaal onderzoek in België. Abstract: De studie onderzoekt de rol van politieke partijen in het bepalen van de politieke agenda in België. De Amerikaanse en Europese benaderingen van politieke agenda-setting worden geïntegreerd binnen een longitudinaal, multi-actor perspectief om zo de netto impact van partijen op een reeks van politieke agenda's te meten. Partijvoorkeuren worden daarbij niet als gegeven beschouwd maar worden in hun context bekeken en verklaard. Media, middenveld en politiek (M2P) Stefaan Walgrave Variabel debiet in thermische kringen valideren. (VALID) Abstract: Dit project heeft tot doel een breder publiek te overtuigen van de voordelen van het toepassen van een variabel debiet in thermische waterkringen voor verwarming en koeling. Men wil hiervoor ook de nodige hulpmiddelen ontwikkelen om een vlotte toepassing van variabel debiet mogelijk te maken: aangepaste hydraulische schema's, simulatiesoftware, enz... In het VALID-project zal simulatiesoftware worden ontwikkeld om het gedrag en de verschillende energiestromen bij thermische waterkringen te voorspellen. Hierbij zal rekening gehouden worden met de installatieonderdelen, de bedrijfsparameters en de structuur van de installatie. De nauwkeurigheid moet toelaten om door middel van sensitiviteitsstudies een installatie te optimaliseren bij ontwerp, exploitatie en renovatie. Engineering Management Aviel Verbruggen Vrede onder de loep: een politiek-theoretisch onderzoek naar de rol van educatie en macht in het totstandkomen van vrede. Case-study: Europa na Abstract: Dit project tracht de betekenis van vrede te verhelderen. De hypothese bestaat erin dat educatie en macht centrale concepten en gebruiken zijn die van nut kunnen zijn voor het begrijpen van het bewerkstelligen en consolideren van vrede. Steun voor deze bewering zal op drie niveau's worden gezocht: politieke theorieën, theorieën van internationale betrekkingen, en geschiedenis. De Europese vrede en veiligheid zal als case-study gebruikt worden. Internationale Politiek (IP) Tom Sauer De financiering van startende ondernemeningen in Vlaanderen: determinanten van het opstartkapitaal en het gebruik van bootstrap financiering. Abstract: Startende ondernemingen hebben geen 'track record' of opgebouwde reputatie en worden geassocieerd met een hoog falingsrisico. Toch moet een nieuwe ondernemer erin slagen voldoende startkapitaal bijeen te krijgen. Deze studie wil de determinanten van zowel het opstartkapitaal als van het gebruik van bootstrap financiering in pas gestarte venootschappen in kaart brengen. Bovendien wordt de impact van bootstrap financiering op de ondernemingsprestaties onderzocht. Accountancy en financiering Eddy Laveren Het verklaren van verschillen in job retentie tussen allochtone en autochtone arbeidskrachten na een individuele beroepsopleiding in een onderneming. Abstract: Het onderzoek zoekt naar economisch en sociologische verklaringen voor verschillen in job retentie tussen allochtone en autochtone arbeidskrachten na een individuele beroepsopleiding in een onderneming. Het betreft een statistisch onderzoek dat gebruik maakt van een databestand met de kenmerken en het werktraject gedurende twee jaar van 9978 werkzoekende arbeidskrachten die een opleiding in een onderneming hebben gevolgd, aangevuld met een kwalitatieve pilootstudie gebaseerd op interviews. Algemene economie Christiane Timmerman Liesbet Okkerse Walter Nonneman Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's. Abstract: Inhoudelijke validering van een zelfevaluatie-instrument voor CLB's. EduBROn Peter Van Petegem Jan Vanhoof TALIS-onderzoek in Vlaanderen -werkingsjaar 2008 en Abstract: Dit onderzoek spruit voort uit het INES-project, dat statistieken en indicatoren ontwikkelt, op grond waarvan beleidsmakers hun onderwijssystemen beschrijven en evalueren. Met betrekking tot leraren, lesgeven en leren worden nog belangrijke informatietekorten ervaren. Dit onderzoek richt zich op 1) de erkenning, feedback, beloning, en evaluatie van leraren; 2) het schoolleiderschap; 3) de instructiepraktijk, opvattingen

9 en attitudes van leraren; 4) het mentorschap; en 5) de professionele ontwikkeling. De internationale coördinator vaardigt o.m. richtlijnen uit, terwijl de Vlaamse projectmanager het onderzoek effectief uitvoert. Concreet wordt er in 2007 een representatieve steekproef van ISCED 2-leraren en directeurs bevraagd. Na het opleveren van het databestand en het uitvoeren van de descriptieve en verklarende analyses, gaat de aandacht uit naar de valorisatie binnen Vlaanderen. EduBROn Peter Van Petegem David Gijbels Faith-based Organisations and Exclusion in European Cities. (FACIT) Abstract: Faith-based Organisations and Exclusion in European Cities. (FACIT) Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Danielle Dierckx De crisis en de heroriëntatie van de Europese welvaartstaten sedert de jaren '70: welke gevolgen voor inkomensverdeling, financiële behoeftigheid en sociale uitsluiting. Abstract: In het onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de uitdagingen waarmee de welvaartsstaat geconfronteerd wordt met name door de volgende ontwikkelingen: de vergrijzing en het toenemend belang van Europa en globalisering meer algemeen. Het onderzoek is gestructureerd rond 8 inhoudelijke en 2 methodologische domeinen : 1. armoede en inkomensverdeling 2. beleid inzake sociale zekerheid en fiscaliteit 3. Europees sociaal beleid 4. vergrijzing 5. gezin 6. arbeid 7. gezondheid 8. onderwijs 9. simulatiemodellen om beleid te evalueren 10. data en indicatoren Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB) Jozef Breda Bea Cantillon Bijdrage aan tekstboek 'Milieubeleid: analyse en perspectief'. Abstract: Hoofdstuk voor een Nederlands tekstboek van Open Universiteit over institutionalisering van Vlaams milieubeleid, geïllustreerd aan de hand van de Vlaamse milieubeleidsplanning. Milieu en Samenleving (M&S) Pieter Leroy Ilse Loots ESF - ECRP - The Politics of Attention: West-Europese politiek in tijden van verandering. Abstract: Dit project heeft als doel een vergelijkende analyse te maken van de manier waarop politieke agenda-setting loopt. Politieke actoren hebben veel aandacht voor sommige thema's en veel minder voor andere. Hoe dat proces van politieke aandacht juist loopt is nog niet helemaal uitgeklaard. In dit project wordt de dynamiek van politieke agenda-setting comparatief onderzocht, in vijf Europese landen. Daartoe worden systematische en longitudinale data ingezameld over veel verschillende politieke agenda's: parlement, wetgeving, regering, partijen, media etc. Via time-series analyse wordt dan onderzocht hoe thema's op agenda's komen en vooral hoe de ene politieke agenda de andere bepaalt. Media, middenveld en politiek (M2P) Stefaan Walgrave Belangengroepen en de WTO. Een kwantitatieve studie naar de ontwikkeling van een populatie transnationale belangengroepen. Abstract: Dit project onderzoekt waarom en hoe zich sinds 1995 een vrij omvangrijke populatie belangengroepen heeft ontwikkeld die op globaal niveau het beleid van de Wereldhandsorganisatie tracht te beïnvloeden. Daarbij staan drie subdoelen centraal; 1) meten van de longitudinale ontwikkeling van deze populatie, 2) verklaren van ongelijke groei en 3) verklaren van de samenhang tussen de gemobiliseerde populatie en de inhoud van de WTO beleidsagenda. Instituties en Meerlagige Politiek (ACIM) Jan Beyers Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting Abstract: Het doel van dit project is het inventariseren en systematiseren van bestaand materiaal over armoede en sociale uitsluiting en het opsporen en aanvullen van lacunes.

10 Onderzoekscentrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASES) Jean Vranken Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(share-prep) Abstract: Upgraden van de enquête van gezondheid, vergrijzing en uittreding in Europa - voorbereidende fase.(share-prep) Centrum voor sociaal beleid Herman Deleeck (CSB) Cornelius Van den Bosch Studie van de structuur en werking van allochtone vrouwenorganisaties. Abstract: Studie van de structuur en werking van allochtone vrouwenorganisaties. Centrum voor Migratie en Interculturele Studies (CeMIS) Christiane Timmerman ODIS: Databank Intermediaire Structuren Vlaanderen. Abstract: Het project wil ODIS ontwikkelen als informatieknooppunt in een breed netwerk van gegevensverzamelingen, met meer en gebruiksvriendelijke onderzoeksondersteunende functies, en dit alles binnen een duurzame, eigentijdse omgeving. Overheid en Recht Herman Van Goethem Omgaan met traditioneel recht in de context van rechts- en justitiële ontwikkelingshulp (na conflict) in Afrika Abstract: Onderzoek naar de visie en het beleid van externe actoren inzake traditionele justitie in het kader van internationale steun aan rechtstaatsopbouw en transitionele justitie in post conflict sub-sahara Afrika. Er wordt geanalyseerd hoe traditioneel recht kan bijdragen tot de opbouw van democratische rechtsstaten en wat haar plaats is in transitionele justitiemechanismes met bijzonder aandacht voor mensenrechten. Vakgroep Publiek recht Eva Brems Verder dan lokalisatie: Neurale netwerken van kennis en cognitieve controle in het menselijk brein Abstract: Kennis en cognitieve controle worden bestudeerd aan de hand van fmri, EEG, TMS en computationele modellering. Het onderzoek gaat verder dan eht lokaliseren van cognitieve functies in de hersenen en benadrukt het functioneren van de hersenen als systeem. Er wordt ook onderzocht hoe deze netwerken door leren tot stand komen. Netwerken voor kennis en controle worden geïntegreerd. Vakgroep Experimentele psychologie Wim Fias Tom Verguts Marcel Brass Relevantie van alternatieve representaties voor tijd, tijdsintervallen en tijdsrelaties in instructieaanpakken ter bevordering van tijdsgerelateerde competenties in lagere schoolkinderen Abstract: Het onderzoek richt zich initieel op state-of-the-art m.b.t. empirische en theoretische onderbouwing van de ontwikkeling van tijd, tijdsintervallen en temporele relaties. Op basis van een literatuuronderzoek een overzicht uitgewerkt van didactische interventies gericht op het ontwikkelen van tijd, tijdsintervallen en temporele relaties bij leerlingen van 5-12 jaar. In een tweede fase wordt op basis van een cross-sectioneel onderzoek (vragenlijsten, observaties, interviews) een variatie aan representaties onderzocht bij leerlingen en leerkrachten van het basisonderwijs. In een derde fase wordt een interventieonderzoek opgezet naar de effectiviteit van alternatieve representaties voor temporele relaties waardoor de triangulaire aanpak (vragenlijsten, interviews, videoanalyse). Vakgroep Onderwijskunde Martin Valcke Anne Desoete Alexithymie, interpersoonlijke factoren en depressie: een studie bij psychiatrische patiënten Abstract: Via inhoudsanalyse van interview narratievenen van narratieven uitgelokt door vrije respons taken (TAT, EMT) en via zelfrapportage vragenlijsten onderzoeken we of alexithymie bij psychiatrische patiënten samenhangt met een kenmerkende vorm van interpersoonlijk functioneren. Alle variabelen worden multimethodisch gemeten en we gaan na of verbanden alternatief kunnen verklaard worden. Vakgroep Psychoanalyse en raadplegingspsychologie Stijn Vanheule De sociale dimensie van Europees burgerschap

11 Abstract: Het onderzoek analyseert de impact van het Europees burgerschap op de nationale stelsels van sociale bescherming. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de juridische gevolgen van de rol als sleutel tot nationale solidariteitsmechanismen, de bescherming tegen 'sociaal toerisme', de mogelijkheden voor een toekomstig Europees juridisch kader en de betekenis voor de bevoegdheid en legitimiteit van de Europese Unie. Vakgroep Sociaal recht Yves Jorens Regelgeving voor Genetisch Gemodificeerd Voedsel in de Europese Unie, de Verenigde Staten en China Abstract: Het onderzoek focust op de vergelijking van verschillende systemen van regelgeving betreffende Gentisch Gemodificeerd Voedsel in de EU en de VS in de context van de risico samenleving (Beck e.a.), met het oog op het ontwikkelen van een coherent en gecoördineerd systeem van regelgeving in China. Vakgroep Publiek recht Luc Lavrysen Marketing Abstract: Consumentengedrag en communicatie. De modererende impact van attidundinale, persoonlijkheids- en situationele variabelen op attitude-gedragsinconsistentie: een toepassing op consumentenethiek en gezondheidsaspecten. De modererende impact van attitudinale, persoonlijkheids- en situationele variabelen op effectiviteit van communicatie. Vakgroep Marketing Patrick Van Kenhove De gemeenteraad: hoeksteen of brokstuk van de stedelijke democratie? Belgische raadsleden in comparatief perspectief Abstract: Dit project richt zich op de rol van gemeenteraadsleden in een veranderende bestuursomgeving. In het bijzonder focust het op de visie van raadsleden mbt: a) de lokale democratie, bestuur en beleid b) de positie/werking en invloed van (leden van de) gemeenteraad in (a) c) hun politieke rekrutering en carrièreontwikkeling d) hun rolperceptie en-gedrag in hun functie als gemeenteraadslid. Het project is comparatief van opzet en triangulair in methodiek. Naast een dominant kwantitatief onderzoeksluik in 15 Europese landen omvat het eerder kwalitatieve diepteanalyse van de onderzoeksvragenin België, Nederland en Frankrijk. Vakgroep Politieke wetenschappen Herwig Reynaert Leerprocessen en subtypering bij kinderen met Developmental Coordination Disorder (DCD) Abstract: DCD is een vaak voorkomende stoornis. Deze studie brengt de comorbiditeit met leerproblemen in kaart, gaat ev. Cognitieve fenottypes na, exploreert de retardatie en deficithypothese en inventariseert knelpunten en facilitatoren in de ontwikkeling van kinderen met DCD. De studie is een vergelijkend onderzoek met drie groepen: DCD, een controlegroep van leeftijdsgenoten, een controlegroep van jongere kinderen. Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie Anne Desoete Evaluatieonderzoek van de vrijwilligerswerking binnen de diensten voor Slachtofferhulp Abstract: Sinds 1995 worden vrijwilligers ingezet binnen de diensten voor slachtofferhulp verbonden aan de Centra voor Algemeen Welzijnswerk. Op vraag van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd een onderzoek opgezet om in kaart te brengen welke de meerwaarde is van de inzet van vrijwilligers bij de diensten voor slachtofferhulp en onder welke voorwaarden deze (potentiële) meerwaarde optimaal gerealiseerd kan worden. Vakgroep Sociale agogiek Nicole Vettenburg Hervorming Rekenhoven naar doelmatigheidsaudit: toetsen van institutioneel kader Abstract: Deze studie odnerzoekt in welke mate doelmatigheidsaudit door Rekenhoven werd geïmplementeerd onder invloed van het bedrijfsmatige New Public Management. In het tweede deel wordt de mate van implementatie verklaard vanuit een institutionele wetenschappelijke hoek waarbij institutionele factoren zoals het streven naar legitimering, de invloed van the toepassen van regels en de mate van sanctionering onderzocht wordt. Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Johan Christiaens De oprichting van een Wereld Milieu Organisatie (WMO) Abstract: Het onderzoek beoogt de vraag te beantwoorden of de oprichting van een Wereld Milieu Organisatie, haalbaar, wenselijk of noodzakelijk is. Deze vraag zal worden beantwoord vanuit een internationaal juridische invalshoek met als leitmotif een betere integratie van de thematische milieudoelstellingen, een verbetering van het mondiale milieubeheer en een verhoging van de tenuitvoerlegging van de reeds aangegane verplichtingen door staten.

12 Vakgroep Internationaal publiekrecht Frank Maes Posttraumische stress bij kinderen en adolescenten die betrokken waren in een verkeersongeluk: onderzoek naar risicoen protectieve factoren Abstract: Jonge verkeersslachtoffers lopen risico om posttraumische stressreacties en andere traumaspecifieke symptomen te ontwikkelen. De ontwikkeling hangt samen met een aantal risico- en protectieve factoren. Om aangepaste trajectbegeleiding te kunnen ontwikkelen, heeft huidig onderzoek tot doel de prevalentie en de risico- en protectieve factoren van de posttraumische stressreacties en traumaspecifieke symptomen bij jonge Vlaamse verkeersslachtoffers in kaart te brengen. Vakgroep Psychiatrie en medische psychologie Geert Crombez Dirk Deboutte Determinanten en effecten van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschapplijk odnerzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het antwoord biedenop de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segregatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnsiche segregatie. Vakgroep Sociologie Mieke Van Houtte De ontwikkeling van patronen van cocaïnegebruik: een follow-up studie na 12 jaar en vergelijking met een controlegroep van cocaïne- en crackgebruikers in Vlaanderen Abstract: De belangrijkste doelstelling van deze tweede follow-up studie is het bestuderen van de verdere ontwikkeling van gebruikspatronen bij de oorspronkelijke respondenten sinds ze eind 1996 of begin 1997 werden bevraagd. We willen opnieuw nagaan of een deel van de respondenten uit de oorspronkelijke studie problematische gebruikspatronen hebben ontwikkeld, en zo ja, welke problemen ondertussen werden ervaren. Vakgroep Strafrecht en criminologie Tom Decorte Determinanten van bankrisico's Abstract: Dit project analyseert de types van risico waaraan banken bloot staan op basis van de rendementen van hun aandelen, onderzoekt de determinanten van de types risico en bestudeert de interactie van bankrisico en de macroeconomische omgeving. Vakgroep Financiële economie Rudi Vander Vennet Out on Screen': een op 'queer theory'-gebaseerd wetenschappelijk onderzoek naar de maatschappelijke en emancipatorische rol van holebirepresentaties in de hedendaagse beeldcultuur Abstract: In opvolging van Halls concept 'politics of representation' en Queer Theory wil dit onderzoeksproject een beter inzicht krijgen in de maatschappelijke en emancipatorische rol van holebirepresentaties in de hedendaagse beeldcultuur (voornamelijk film- en televisiefictie). Centraal in het onderzoek staat het nagaan van de plaats van deze beelden binnen onze samenleving en hun rol met betrekking naar gelijkgerechtigheid. Vakgroep Communicatiewetenschappen Daniël Biltereyst De interactie tussen opslag en verwerking bij het onthouden en representeren van zinnen Abstract: Het werkgeheugen is enerzijds betrokken in het begrijpen en produceren van zinnen (onthouden welke woorden voorheen kwamen, onthouden van de woordvolgorde, bijhouden van syntatische informatie,?) anderzijds wordt het werkgeheugen geholpen door taalgerelateerde aspecten (cf. onthouden van zinvolle woordgroepen tgo losstaande woorden). In dit onderzoeksproject wordt deze wederzijdse interactie van werkgeheugen en zinsverwerking verder onderzocht met behulp van zowel leestaken als werkgeheugentaken. Vakgroep Experimentele psychologie Robert Hartsuiker Tim Desmet Evoluties in de uitoefening van rechtsmacht in de exclusief economische zone Abstract: Op basis van een analyse van de statenpraktijk van kuststaten, zullen de verschillende visies ten aanzien van de lacunes en de mogelijk ruime interpretaties (creeping jurisdiction) van de bepalingen m.b.t. de verdeling van rechtsmacht in de exclusief economische zone uit het Verdrag

13 van Montego Bay, 1982 (Zeerechtverdrag), evenals de beleidsinstrumenten die daaruit voortvloeien aan een kritische studie onderworpen worden. Vakgroep Internationaal publiekrecht Eduard Somers Determinanten en effecten van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs Abstract: De centrale doelstelling van dit onderzoeksproject is inzicht te krijgen in de omvang, oorzaken en gevolgen van sociaal-etnische segregatie in het basisonderwijs in Vlaanderen. De sociaal-etnische segregatie in het onderwijs wordt om verschillende redenen als een maatschappelijk probleem beschouwd, maar toch bestaat er amper wetenschappelijk onderzoek over in Vlaanderen. Dit project wil ten eerste nagaan hoe verspreid het fenomeen van sociaal-etnische segregatie in Vlaanderen eigenlijk is. Ten tweede wil het een antwoord bieden op de vraag wat de determinanten zijn van sociaal-etnische segragatie in Vlaamse basisscholen. Ten slotte is het de bedoeling te onderzoeken wat de effecten zijn van deze sociaal-etnische segregatie. Vakgroep Sociologie Mieke Van Houtte Rekenschapsplichtigheid voor mensenrechtenschendingen door internationale organisaties Abstract: Het onderzoek gaat na op welke wijze rekenschap kan worden afgelegd voor schendingen van mensenrechten die begaan worden door internationale organisaties of hun stafleden of vertegenwoordigers. Vakgroep Publiek recht Eva Brems Mondialisering herbekeken: de relatie tussen mondiale productketens en stedelijke netwerken Abstract: Het project wil op theoretische en empirische wijze de brug slaan tussen de twee belangrijkste globaliseringsliteraturen over mondiale productketens en stedelijke netwerken. Specifieke analyses zullen focussen op de integratie van post-communistische landen als nieuwe EUlidstaten en de uitbreiding van de Europese handel via nieuwe vrijhandelsovereenkomsten met Chili, Mexico en Centraal-Amerika. Vakgroep Geografie Frank Witlox Ben Derudder Networking of Flemish and Czech Sustainable Cities and Towns-Sharing Experience with USe of Sustainability Indicators Abstract: Het doel van het project is het ondersteunen van het gebruik van 'sociale' duurzaamheidsindicatoren in Tsjechische steden en gemeenten. Het voorwerp van het project is de organistie van ervaringsuitwisseling over het participatief ontwerpen van die sociale duurzaamheidsindictoren op het vlak van de lokale welzijns- en gezondheidszorg. Het CDO-CLP verzamelt daarrond kennis uit Vlaamse steden. Vakgroep Politieke wetenschappen Herwig Reynaert Coaching lokale mandatarissen inzake duurzame mobiliteit (editie 2008) Universiteit Hasselt Abstract: De Vlaamse Stichting Verkeerskunde heeft (VSV) heeft van het Vlaams parlement de taak gekregen om opleiding, bijscholing en permanene vorming inzake verkeerskunde te verstrekken. Concreet organiseert de VSV hier jaarlijks meer dan 500 vormingsuren voor waarmee meer dan mensen bereikt worden. De VSV stelt echter vast dat met dit aanbad mandatarissen slechts in beperkte mate bereikt worden. Daarom wordt er gekozen om voor deze doelgroep een persoonlijke begeleiding te organiseren. Data-analyse en Modellering Gerhard WETS Een model-gebaseerde aanpak voor het evalueren van de impact van verkeersmaatregelen op verkeersveiligheid en milieu Universiteit Hasselt Abstract: De hoofddoelstelling van dit onderzoek bestaat erin de impact te bestuderen van verkeers- en mobiliteitsmaatregelen op de verkeersveiligheid, het milieu en de menselijke gezondheid. Daarom wordt in dit project een framework ontwikkeld bestaande uit verschillende modellen die aan elkaar zullen worden gekoppeld: een activiteiten-gebaseerd transportmodel, een agent-gebaseerd toedelingsmodel, een emissiemodel en een verkeersveiligheidsmodel. Dit framework moet beleidsmakers toelaten de effecten van maatregelen te evalueren op verschillende aspecten gebruik makend van een geïntegreerd model. Via een valorisatiecomite, bestaande uit gebruikersorganisaties vanuit het beleid, de software-industrie en de verzekeringssector, worden de resultaten van dit project in de praktijk toegepast. Beleidsinformatica Verplaatsingsgedrag Data-analyse en Modellering Instituut voor Mobiliteit Gerhard WETS Tom BELLEMANS

14 Toevoegen van een longitudinale component aan het Gezondheidsinformatiesysteem - Health information System II (BELHIS II) Abstract: Het project onderzoekt de voorwaarden voor het toevoegen van longitudinale informatie in een gezondheidsinformatiesysteem. Sociaal Onderzoek Jan VAN BAVEL PATRICK DEBOOSERE Innovatie als onmisbaar ingrediënt in moderne bedrijfsvoering: een performantie-analyse. Abstract: De bedoeling van dit project is om een grondige econometrische analyse te maken van het verband tussen de innovatieve activiteiten van bedrijven en hun performantie. een structureel model wordt geconcipieerd dat de innovatieve input en outpur verklaart, alsmede de impact van de innovatie activiteiten op de groei van de omzet en de werkgelegenheid. Inkomende kennistransfers, toe-eigening onderzoekssamenwerking, scholing van het personeel, exportoriëntatie en grootte worden geacht een rechtstreekse invloed te hebben op zowel researchintensiteit als innovatieve omzet. Procesinnovatie heeft een invloed op innovatieve omzet, groei van de omzet en van de werkgelegenheid. De impact van de algemene technologische omgeving wordt gevat door dummies gebaseerd op de Pavitt taxonomie. Het model wordt geschat op bedrijfsgegevens met betrekking tot België en een reeks andere Europese landen. De gebruikte databank hierbij is de derde (en, zodra beschikbaar, vierde) Community Innovation Survey (CIS). een comparatieve analyse zou de eigenheid van de ondernemingen in België moeten blootleggen. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar: de sterkte van het causale verband tussen onderzoeksintensiteit, innovatieve omzet, totale omzetgroei en groei naar tewerkstelling, de mate waarin inkomende kennistransfers, toe)eigening, samenwerking inzake onderzoek en scholing de innovatieve output direct of indirect beïnvloeden, en de systematische verschillen in innovatief gedrag tussen sterke en zwakke ondernemers. Economisch, Monetair en Financieel Beleid DIRK FRANTZEN Tweede geboorten in Europa: oorzaken van recente trends en scenarios voor de toekomst. Abstract: De toekomstige evolutie van het geboortecijfer bepaalt in grote mate de toekomstige leeftijdsstructuur van de bevolking en is, daarom alleen al, van fundamenteel maatschappelijk belang. Dit onderzoeksproject wil daarom bijdragen aan de internationale inspanningen om de wetenschappelijke fundamenten te verbeteren van vruchtbaarheidsscenario's voor de toekomst. Dat zal gebeuren door te focussen op tweede geboorten in Europa. Het belang van tweede geboorten is aan het toenemen in die zin dat het verschil tussen extreem lage vruchtbaarheid (minder dan 1,3 kinderen per vrouw) en "gewoon" lage vruchtbaarheid onder het vervangingsniveau in grote mate ligt bij de kans op tweede geboorten. Hoewel uitstel van eerste geboorten de voorbije jaren in grote mate tot een daling van de periodevruchtbaarheid heeft geleid, blijkt de toename van de kinderloosheid niet de belangrijkste motor achter de lage vruchtbaarheid in Europa. Nochtans is er tot nu toe veel minder onderzoek gebeurd over de timing van en kans op tweede geboorten dan over eerste geboorten. Ondertussen zijn uit de literatuur wel een aantal interessante theoretische denkpistes te distilleren die aan systematisering, operationalisering en empirische toetsing toe zijn. Het is de ambitie van dit project om dat te doen op basis van bestaande surveydata en geaggregeerde statistieken. Sociaal Onderzoek Jan VAN BAVEL Tijdsonderzoek in kaart gebracht. Een diagnose van de impact van diverse methoden van tijdsregistratie ondersteund door data-analyse. Abstract: Inleiding Tijd is één van de meest democratische goederen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld geld beschikt iedereen over evenveel tijd en bovendien kunnen we de tijd niet opsparen. Tijd is een centrale dimensie in ons leven. Vooral in onze huidige Westerse samenleving is tijd een steeds hoger gewaardeerd middel. Onderzoek naar tijd geeft ons een inzicht in het dagelijkse handelen van mensen en is daarom een uitstekend uitgangspunt om een zicht te krijgen op de maatschappelijke krachten. Maar het lijkt moeilijk om ons een coherent beeld te vormen over onze tijdsbestding. We stellen namelijk vast dat gelijktijdige onderzoeken naar de tijdsbesteding in onze samenleving leiden tot verschillende resultaten. Volgens het ene onderzoek werken we 40 uur, volgens het andere heel wat minder. Het ene onderzoek stelt dat we steeds minder tijd hebben voor onze kinderen, terwijl we elders het tegenovergestelde lezen. De voorbeelden zijn talrijk. Hoe mensen hun tijd besteden, kan op heel verschillende manieren onderzocht worden (Harvey 1993; Kalfs 1993). In de geciteerde literatuur worden de directe observatie, het surveyonderzoek, de random event methode (via beeper en telefoon) en de dagboekregistratie als de mogelijke methodes naar voren geschoven. Het ideale instrument voor het meten van gedrag of tijdsbesteding zou directe observatie zijn (Robinson 1977; Juster 1985; Kalfs 1993). Omwille van de gevraagde inspanningen van de respondent, de financiële kost en de werkbaarheid, maar ook de validiteit, de geloofwaardigheid, de bruikbaarheid en de flexibiliteit wordt echter overwegend gebruik gemaakt van de survey- en dagboekregistratiemethode (Kalfs 1993). Aangezien verschillende methodologieën worden gebruikt om een zicht te krijgen op de verschillende aspecten van tijdsgebruik in onze huidige maatschappij, is het van groot belang dat we deze onderlinge verschillen tussen methodes beter begrijpen. Momenteel begrijpen we deze vertekeningen zeer slecht. De centrale vraagstelling in dit fundamenteel methodologisch project luidt dan ook: "Wat is het effect van de diverse methoden van tijdsonderzoek bij het peilen naar het tijdsgebruik van mensen?". De bedoeling is om een overzicht te geven van de effecten van verschillende bevragingsmethodes om op die manier resultaten van die bevragingsmethoden beter te kunnen situeren. We zullen dus de verschillen niet enkel situeren maar ook aantonen met dataanalyse. De resultaten en bevindingen van dit project zijn dan ook zowel nationaal als internationaal relevant. Onderzoeksvraag 1: Hoe verschilt tijdsregistratie uit surveybevraging en dagboekregistratie? Een eerste onderzoeksvraag houdt in dat de verschillen in het peilen naar tijdsbesteding tussen surveybevraging en dagboekregistratie worden onderzocht. In een vragenlijst wordt rechtstreeks gepeild naar het gedrag van mensen. Zo stelt men retrospectief de vraag of men binnen een bepaalde tijdsspanne een bepaalde activiteit heeft verricht (=participatie), hoe vaak men dit heeft gedaan (=frequentie) en hoelang deze activiteit heeft geduurd (=absolute tijd). Bij de dagboekregistratiemethode, daarentegen, wordt aan de respondenten gevraagd om gedurende minstens 24 uur een dagboekje bij te houden. In tegenstelling tot surveyonderzoek wordt aan de respondent dus niet gevraagd terug te kijken op wat eerder werd gedaan, maar wel om in dagboekvorm de precieze gegevens van elke gestelde activiteit onmiddellijk te registreren. Dagboekregistratie peilt dus naar het specifieke gedrag op een heel specifieke dag of week, terwijl vragenlijsten peilen naar het gebruikelijke of normale gedrag. De dagboekmethode en de surveymethode verschillen dan ook op een heel aantal punten, wat kan leiden tot verschillen in antwoorden. Eén van de belangrijkste verschillen is de interpretatie van de vraagstelling. Bij de dagboekmethode wordt op een zeer detailistische wijze de tijdsbesteding van de respondenten weergegeven. Wanneer een onderzoeker tijdens de gegevensverwerking de duur van een meer algemene tijdsbesteding wil

15 analyseren hoeft men enkel de verschillende details samen te nemen. Bij een surveybevraging kan men veel minder uitsluiten dat respondenten aan een bepaalde vraag een andere interpretatie geven (bv.: Hoe lang heeft u deze week aan huishoudelijk werk gespendeerd? Huishoudelijk werk is dit poetsen, koken,... maar ook oppassen op de kinderen, timmeren, tuinieren...?). Een ander belangrijk verschil tussen deze twee bevragingsmethodes is de mate waarin er sprake is van vertekening door het geheugeneffect. Hoewel respondenten vaak erg precies weten welke taken ze hebben uitgevoerd, geldt dit niet in dezelfde mate voor het aantal keer dat ze deze taak uitgevoerd hebben en zeker niet voor de tijd die ze eraan besteed hebben. Bovendien denkt men soms dat activiteiten vroeger of later gebeurd zijn dan dat ze in werkelijkheid gebeurd zijn (Billiet, Loosveldt & Waterplas, 1986). Aangezien de tijd geen vanzelfsprekend onderdeel is van onze zelfkennis, verschilt de werkelijk beleefde tijd nogal eens van de herinnerde tijd (Gershuny, 1992; Szalai, 1984). Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat de duurtijd bij surveyonderzoek overschat wordt ten opzichte van de tijd die gerapporteerd wordt in dagboekonderzoek (Glorieux, Minnen & Van Thielen 2004; Niemi 1993). Vertekening van resultaten gebeurt echter ook bewust. De kans op sociaal wenselijke antwoorden is kleiner bij dagboekonderzoek aangezien de vraagstelling hier niet op een specifiek onderwerp geconcentreerd is, terwijl dit bij surveyonderzoek veelal wel het geval is (Billiet, Loosveldt & Waterplas 1986; Kalfs 1993). Het bevragen van het specifieke gedrag zoals dat gebeurt via dagboekregistratie houdt ook een aantal gevaren in. Doordat enkel het concrete gedrag op een bepaalde dag of dagen wordt geregistreerd, is de kans groot dat heel wat respondenten bepaalde activiteiten niet doen tijdens deze registratieperiode. Dit is het probleem van zero observations. Dit probleem doet zich vooral voor bij activiteiten die een aanzienlijke dag tot dag variatie kennen (naar toneel gaan). De surveymethode kan informatie over een veel langere periode dan een paar dagen bevragen. Hierbij aansluitend stelt de dagboekregistratiemethode een groter probleem wat algemene non-respons betreft. Tijdsbudgetonderzoek staat bekend als onderzoek met een lage responsrate (Kalfs 1993). Het vergt immers een aanzienlijke inspanning van de respondenten om gedurende meerdere dagen nauwgezet de tijdsbesteding bij te houden. Onderzoeksvraag 2: Hoe verschilt tijdsregistratie tussen de diverse methodes van dagboekregistratie? Dit project focust niet enkel op de verschillen tussen de diverse tijdregistratiemethodes, maar voor een groot deel ook op de verschillen tussen de diverse methodes binnen de methode van dagboekregistratie. Ondanks verschillen in de methodologie van dagboekonderzoek is de wens naar vergelijkbaar onderzoek nationaal en internationaal sterk aanwezig. Initiatieven zoals het "Multinational Time Budget Data Archive" verbonden met het Multinational Time-use Study (MTUS) project en het (Harmonised European Time-use Suvey (HETUS)-project van EUROSTAT getuigen hiervan. De verschillen situeren zich op twee vlakken: de algemene opzet van het onderzoek en het formaat van het meetinstrument. Wat betreft de algemene opzet van het onderzoek bestaan er verschillen naar de selectie van de individuen of huishoudens, de spreiding van het veldwerk en de duur van de registratieperiode. Tijdsbudgetonderzoeken die meerdere leden van het gezin bevragen, laten toe de tijdsbesteding van de gezinsleden te vergelijken. Wanneer enkel individuen worden bevraagd, zal men zich moeten beperken tot synthetische gezinnen als men uitspraken wil doen over tijdsbestedingspatronen binnen gezinnen. Ook de periode waarin een onderzoek wordt afgenomen heeft een weerslag op de onderzoeksresultaten. Ideaal is om de dataverzameling te spreiden over een gans jaar. Een ruimere spreiding van het veldwerk vlakt occasionele gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op de tijdsbesteding (weersomstandigheden, grotere media-aandacht,...) beter uit (Harvey 1993). Niet alleen de hele onderzoeksperiode is van belang, maar ook de registratieperiode per respondent. De keuze tussen dagboekregistratieperiode van één of meerdere dagen of een week gaat gepaard met implicaties voor de respons en het budget (Harvey 1993). Wanneer slechts één of twee dagen (één werkdag en één weekenddag) werden ingevuld zoals bij het tijdsonderzoek volgens HETUS-richtlijnen, wordt overgegaan tot de aanmaak van een synthetische week om uitspraken te doen over de wekelijkse duur van activiteiten. Bovendien is het eerder vermelde probleem van de zero-observations nijpender in een situatie waarin één of twee dagen, eerder dan een week, worden bevraagd (Zuzanek & Smale 1999; Juster 1985). Voor gespecialiseerde onderwerpen wordt meestal een 7-dagenregistratie gebruikt. Hierbij worden slechts een aantal activiteiten gedurende een bepaalde periode geregistreerd (bijvoorbeeld een arbeidskalender) (Harvey 1993). Op het vlak van het meetinstrument spelen het interval van tijdsregistratie (open of gesloten tijdsinterval), de pre- of postcodering van de activiteitenlijst en de bevraging van de contextvariabelen een centrale rol. Bij open interval of continue dagboekregistratie registreert de respondent zijn activiteiten telkens hij van activiteit verandert. In het geval van een gesloten interval noteren respondenten hun tijdsbesteding per kwartier of per 10 minuten in plaats van per activiteit. Beide methoden hebben voor- en nadelen. Het voordeel van de kwartier- of tienminutenmethode is dat het voor een respondent makkelijker in te vullen is. Een tijdseenheid is makkelijker analytisch te onderscheiden door een respondent dan een handeling. Anderzijds kunnen met de continue registratie alle nuances in het menselijk handelen beter gevat worden. Ook pre- en postgecodeerde activiteitenlijsten hebben hun voor- en nadelen. Het gebruik van een geprecodeerde activiteitenlijst heeft het voordeel dat dergelijk schema de respondent een duidelijk beeld geeft van het gewenste detail maar beïnvloedt de respondent wellicht in zijn conceptie van hoe zijn tijdsbesteding kan worden opgedeeld. De codering nadien steunt volledig op wat de respondent zelf als een onderscheiden handeling beschouwt en laat de respondent deze handeling in eigen woorden noteren. Achteraf worden de antwoorden van de verschillende respondenten gegroepeerd en geüniformiseerd tot een standaardschema. Het belangrijkste nadeel van deze methode is dat deze methode vaak noopt tot arbitraire beslissingen bij het coderen van activiteiten. Ook het detail van de contextinformatie die bij elke gestelde handeling wordt genoteerd kan sterk variëren. De dagboekjes bevatten minimum 3 gegevens: wat men doet, wanneer men dat doet en voor hoe lang. Deze minimale informatie wordt bij voorkeur aangevuld met een aantal andere relevante gegevens over de gestelde handeling (plaats, interactiepartners, motivatie...), maar kan opnieuw verschillend bevraagd worden. Derde onderzoeksvraag: Welke zijn de systematische verschillen tussen bevragingsmethoden naar achtergondkenmerken en type activiteit? Binnen de twee eerder geformuleerde onderzoeksvragen zal tevens aandacht geschonken worden aan een derde onderzoeksvraag. Wanneer de effecten van de verschillende bevragingsmethoden vergeleken worden, zal worden nagegaan of hier systematische verschillen bestaan, hetzij naar het type activiteit dat onderzocht wordt, hetzij naar de achtergrondkenmerken van de respondenten. In het tijdsbestedingsonderzoek wordt traditioneel een onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen van activiteiten: (1) de reproductietijd (slapen, eten, drinken...), (2) de productietijd (betaald werk, huishoudelijk werk, onderwijs...), (3) de recreatieve tijd (vrije tijd, sociale participatie...) en (4) de aansluitingstijd (verplaatsingen, wachten...). Het is best mogelijk dat bepaalde activiteiten, gegeven hun frequentie of motivatie, beter gevat worden door een bepaalde onderzoeksmethode dan andere. Onderzoek toont eveneens dat niet enkel de technische kenmerken een rol spelen in de resultaatbepaling maar dat ook demografische achtergrondkenmerken een bijkomende effect spelen. Inschattingsfouten, sociale wenselijkheid en onnauwkeurigheden kunnen samenhangen met demografische achtergrondkenmerken. Methode en datasets Om een antwoord te geven op de vragen geformuleerd in de drie bovenvermelde onderzoeksvragen zal hoofdzakelijk gebruik gemaakt worden van kwantitatief onderzoek, maar ook ten dele van kwalitatief onderzoek. Het kwantitatief onderzoek behelst de analyse van een tiental databanken die vrij recent verzameld werden bij dezelfde onderzoekspopulatie. Deze datasets zijn allemaal in het bezit van de onderzoeksgroep TOR en werden reeds veelvuldig in onderzoek gebruikt. Het Vlaams tijdsbudgetonderzoek uit 1999 dat werd uitgevoerd door TOR omvat zowel survey- als dagboekregistratiegegevens over tijdsgebruik. Naast de twee Vlaamse databanken, beschikken we in 1999 ook nog over drie databanken uit 1999 verzameld in het kader van het Belgisch tijdsbudgetonderzoek en uitgevoerd door het NIS, namelijk surveygegevens, dagboekregistratiegegevens en een arbeidskalender. Zowel van het Vlaamse als van het Belgische onderzoek werd recent op nagenoeg identieke wijze een tweede golf afgenomen. Dit leidde tot twee nieuwe Vlaamse databanken met tijdsbudgetgegevens (survey en dagboekregistratie) en drie nieuwe Belgische databanken met tijdsbudgetgegevens (survey, dagboekregistratie en arbeidskalender). Deze databanken laten toe de effecten van de surveymethode en de dagboekmethode zorgvuldig na te gaan. De Vlaamse en de Belgische dagboekonderzoeken verschillen ook qua methodologische opbouw en vertegenwoordigen ook grotendeels de verschillen in het internationaal dagboekonderzoek waardoor dit onderzoek niet enkel relevant is voor Vlaanderen/België, maar ook internationaal. Naast het centrale kwantitatieve onderzoeksluik wordt ook een kwalitatief onderzoekluik gepland dat inspeelt op een aantal factoren die een invloed hebben op de dataverzameling, maar niet kwantitatief kunnen benaderd worden. Het kwalitatieve luik kadert hoe onderzoekers, interviewers,

16 codeurs en respondenten door hun aanwezigheid en ingrepen de data manipuleren. Gedurende de periode van dataverzameling zijn er verschillende momenten waarop deze actoren in de dataverzameling ingrijpen, tijdens de opzet van het onderzoek, de briefing van enquêteurs, de voorstelling van het onderzoek van de enquêteurs aan de respondent, het gedrag, de motivatie van de respondent, de opvolging van de enquêteurs door de onderzoekers, de controle van de registratie door de enquêteurs, de cleaning door het veldwerkbureau, de codering van de activiteiten door codeurs,... en als laatste de controle, cleaning en weging van de gegevens door de onderzoekers die aan een aantal kwaliteitseisen moeten voldoen. Bibliografie Billiet, J., Loosveldt, G. & L. Waterplas (1986). Het Survey Interview Onderzocht. Effechten van het ontwerp en Gebruik van Vragenlijsten op de Kwaliteit van de Antwoorden. Leuven, Sociologisch Onderzoeksinstituut, KU Leuven. Gershuny, J. (1992). Are we Running Out of Time? In: Future, 24: Glorieux, I., Minnen, J. & L. Van Thielen (2004). Moeder, Wanneer Werken Wij? Arbeidsmarktconclusies uit het Vlaamse Tijdsbestedingsonderzoek Leuven, Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming, VIONA Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek. Harvey, A.S. (1993). Guidelines for time-use collection. In: Social Indicators Research, 30: Juster, F.T. (1985). Conceptual and Methodological Issues Involved in the Measurement of Time-Use. In: Juster F.T. & F.P. Stafford (red.), Time, Goods and Well-Being, Ann Arbor, Michigan, Survey Research Center - Institute for Social Research, University of Michigan. Kalfs, N. (1993). Hour by hour: Effects of the Data Collection Mode in Time Use Research. Amsterdam, Nederlands Instituut voor Maatschappij- en Markt-Onderzoek, NIMMO. Niemi, I. (1993). Systematic Error in Behavioural Measurement: Comparing Results from Interview and Time Budget Studies. In: Social Indicators Research, 30: Robinson, J.P. (1977). How Americans Use Time. A Social-Psychological Analysis of Everyday Behavior. New York/London, Preager Publishers. Szalai, A. (1984). The Concept of Time Budget Research. In: Harvey, A.S., Szalai, A., Elliot, D.H., Stone, P.J. & S.M. Clark, Time Budget Research, Frankfurt/New York, Campus Verslag. Zuzanek, J. & B. Smale (1999). Life-Cycle and Across-the-Week Allocation of Time to Daily Activities. In: Pentland, W.E., Harvey, A.S., Lawton, M.P. & M.A. McColl (red.), Time Use Research in the Social Sciences, New York/Boston/Dordrecht/London/Mosco, Kluwer Academic/Plenum Publishers. Tempus Omnia Revelat Sociologie IGNACE GLORIEUX JOERI MINNEN Herstelgerichte detentie: nieuwe hoop of oude leugen? Abstract: De afgelopen jaren is een proces aan de gang gericht op het herstelrechtelijk herdenken van de vrijheidsberovende sanctie. De evolutie naar een "herstelgerichte detentie" maakt deel uit van een brede beweging in en rond de strafrechtsbedeling, bekend als "restorative justice" of "herstelrecht". Dit staat voor een nieuwe benadering van de reactie op criminaliteit, die,in tegenstelling tot vroegere opvattingen waar het hoofdaccent lag op retributie of rehabilitatie, veel aandacht schenkt aan de noden van het slachtoffer en waarbij men diverse vormen van responsabilisering van de respectievelijke betrokkenen nastreeft. Het nieuwe denkmodel van herstelrecht kan omschreven worden als "a process whereby parties with a stake in a specific offence resolve collectively how to deal with the aftermath of the offence and its complications for the future" (Marshall, 1999). Het herstelrecht tracht een evenwicht te vinden tussen de belangen van het slachtoffer en de samenleving en de nood aan reïntegratie van de dader (Aertsen, 1997). Het ontstaan van een herstelrechtelijke benadering in de uitvoering van de gevangenisstraf in België kan geplaatst worden tegen de achtergrond van bredere maatschappelijke ontwikkelingen De strafrechtsbedeling wordt meer interactionistisch van aard met momenten van participatie of onderhandeling met de rechtssubjecten (Tulkens & Vandekerkhove, 1996; Beyens & Raes, 2005; Raes, 2006). Tegelijk is er een toenemende solidariteit met en wettelijke verankering van de slachtofferpositie in de verschillende fasen van de strafrechtsbedeling (wet 1994 op bemiddeling in strafzaken, wet Franchimont 1998, wet 22 juni 2005 op de bemiddeling). Dit heeft mede te maken met de vertrouwenscrisis in Justitie van de laatste jaren. Vanaf de jaren negentig worden criminaliteit en onveiligheid een belangrijk maatschappelijk en politiek thema. Dit leidt tot een instrumenteel strafrechtsbeleid gericht op snelle, zichtbare politieke beslissingen. De toenemende aandacht voor slachtoffers is hier een onderdeel van (Mary, 1997; Gutwirth en De Hert, 2002; Snacken, 2001, 2007). Daarnaast wordt ook nadruk gelegd op een betere beheersing van risico's en risicogroepen en een grotere effectiviteit en efficiëntie in de bestraffing, het zgn actuarialism (Feeley & Simon, 1994) en managerialism (Bottoms,,1995). Deze verschillende tendensen zijn ook zichtbaar binnen de strafuitvoering. Na de maatschappelijke schok veroorzaakt door de zaak Dutroux in 1996 worden meer punitieve maatregelen getroffen (bv. verstrenging van de mogelijkheden tot voorwaardelijke invrijheidstelling van gedetineerden, wetten 5 en 18 maart 1998), worden massaal psychologen aangesteld in de gevangenissen met het oog op een efficiëntere risicotaxatie voor recidive (vanaf 1998), en worden herstelconsulenten aangesteld in alle gevangenissen om op een structurele wijze de slachtofferdimensie binnen de gevangeniscontext te introduceren (2000). Recent is herstel, naast beperking van de detentieschade en voorbereiding van de reïntegratie, wettelijk als één van de doelstellingen van de vrijheidsberovende straf erkend (Basiswet Gevangeniswezen en Rechtspositie van Gedetineerden, 12 januari 2005; wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden; wet van 17 mei 2006 tot oprichting van strafuitvoeringsrechtbanken). Waar het herstelrecht binnen de criminologische theorievorming in belangrijke mate gegroeid is als antwoord op de tekortkomingen van en als alternatief voor het geldende retributieve/rehabilitatieve strafrecht, het de negatieve effecten van de vrijheidsberovende straf erkent en een meer humane en probleemoplossende aanpak naar voren wil schuiven (Zehr, 1990), doet de invoering van een slachtoffer- en hersteldimensie binnen de gevangeniscontext echter fundamentele vragen rijzen. Vanaf de jaren wijzen sociologische studies van gevangenissen als microsociale structuur op de totalitaire en autoritaire kenmerken ervan (Goffman, 1961). Gedetineerden worden onderworpen aan een machtssysteem, waarin zij via mortificatieprocessen hun identiteit als individu moeten inruilen voor een collectief stigma als gedetineerde, die volledig ondergeschikt gemaakt wordt aan de belangen van het instituut. Deze deprivaties leiden op hun beurt tot weerstand, die individueel of collectief kan zijn, en de vorm kan aannemen van een eigen deviante subcultuur (Sykes, 1958). In Surveiller et punir laat Foucault (1975) zien dat de gevangenis, als niet openbare, oncontroleerbare, dure, onnuttige, uitsluitende en criminogene instelling, dysfunctioneel te noemen is t.a.v. de in de strafrechtstheorie vooropgestelde doelen. De gevangenis ligt niet in het verlengde van een groot humaniserend Verlichtingsdiscours, maar van strategieën van disciplinering en normalisering ("disciplinaire machtspraktijken") die op micro-vlak aan het werk zijn in de sjablonen van familie, school, leger, ziekenhuis en werkplek. Steeds wordt in die settings het verschil tussen normaal en abnormaal zichtbaar gemaakt tegen de achtergrond van een norm die ontstaat zonder referentie naar de individuen zelf. Foucault spreekt in dat verband van een panoptische machtsuitoefening: iedereen is steeds zichtbaar en vergelijkbaar, net zoals in het panoptisch gebouw van Bentham, waarvan het archetype de gevangenis is. Dat de kritiek op de gevangenis al even oud is als de instelling zelf hoeft bijgevolg niet te verwonderen: deze laatste wortelt zich in praktijken die geenszins humanistisch of bevrijdend zijn, maar normalisering en 'dressuur' beogen (Gutwirth, 1993). Maar Foucault erkent ook dat in de microfysica van de machtsrelaties er mogelijkheden blijven tot voortdurende weerstanden vanwege de gedetineerden (Foucault 1984). Ofschoon de analyse van Foucault in Surveiller et Punir zich toespitste op het Verlichtingsdiscours en de gevangenis van de 19e eeuw, kan eenzelfde vraag gesteld worden betreffende het recentere herstelgerichte discours en de gevangenis van de 21e eeuw. Eerste onderzoeksvraag: in dit onderzoek wensen we derhalve in te gaan op de wijze waarop de 'herstelgerichte detentie' zich articuleert op de door Foucault geduide tweespalt tussen enerzijds het klassieke discours van rehabilitatie en preventie en anderzijds de praktijk van disciplinering en normalisering. Wat

17 brengt restorative justice teweeg in de gevangenis? Ligt de introductie van herstelgerichte praktijken in de context van detentie in het verlengde van een rehabilitatief perspectief (empowerment), of gaat het hier om verfijnde (perverse) disciplinering? Om deze vragen te beantwoorden moeten de analyses van Foucault echter worden doorgetrokken tot op het heden, zoals de 'late Foucault' met zijn aandacht voor 'governmentality' ook zelf ondernam, maar zonder toespitsing op de kwestie van de gevangenis (Foucault, 1997). In vele westerse landen is men de laatste jaren geëvolueerd naar een zgn "post-autoritaire" gevangenis, waarin erkend wordt dat gedetineerden sociale actoren blijven die reflecteren over hun situatie en hier strategisch op reageren (Giddens, 1984; Snacken, 1990; Debuyst, 1990; Sparks a.o. 1996). Dit betekent dat de doelen van de gevangenis (zoals herstel) slechts kunnen bereikt worden via een "dialectiek van controle", waarin de microrelaties tussen personeel en gedetineerden van fundamenteel belang zijn voor de legitimiteit van het instituut (Giddens, 1984:156; Sparks a.o. 1996:35). Daarnaast is er echter ook recent onderzoek dat aantoont dat gevangenissen nog steeds zeer destructieve en schadelijke situaties en structuren (kunnen) teweeg brengen, die ernstige psychologische en sociale consequenties hebben voor de gedetineerden (Haney, 2005; Irwin & Owen, 2005). Dit lijkt dan weer in tegenstrijd met de doelstelling van "zelfherstel" van de dader in het herstelrecht (Hagemann, 2003; Van Ness, 2007). In België hebben we via eigen empirisch onderzoek kunnen vaststellen dat er belangrijke verschillen in gradaties van autoritarisme en totalitaire kenmerken bestaan tussen gevangenissen, waarin zowel structurele (grootte van de gevangenis, personeelskader, regime) als culturele aspecten (beroepscultuur bewaarders, organisatiecultuur directie, (sub)cultuur van gedetineerden) een rol spelen (Snacken e.a. 2001; Snacken 2005). Ook deze culturele aspecten, zowel bij personeel als bij gedetineerden, krijgen in de recente penologische literatuur terug meer aandacht (Liebling, 2004; Crewe, 2005). Tweede onderzoeksvraag: welke plaats krijgt herstel in de structuur en de cultuur van verschillende gevangenissen en gevangenispopulaties in België in vergelijking met andere doelstellingen en effecten (orde en veiligheid, reïntegratie, beperking detentieschade, beheersing risico's)? Criminologie Metajuridica Nathalie TRUSSART Bart CLAES SERGE GUTWIRTH SONJA SNACKEN De effecten van auditor gender op de controleverklaring. Abstract: Dit onderzoek wenst de effecten van auditor gender op de inhoud van het controleverslag en de zwaarte van de controleverklaring te bestuderen. Op internationaal vlak is, met uitzondering van een beperkt aantal studies, nog geen onderzoek verricht naar de effecten van gender in een audit context. De externe auditor heeft als taak om via het controleverslag een deskundig oordeel uit te brengen over de getrouwheid van de financiële staten en vervult alzo een belangrijke taak ten aanzien van diverse belanghebbenden. Vermits onderzoek in de cognitieve psychologie en marketing aantoont dat vrouwen op een andere wijze informatie verzamelen en interpreteren, alsook een ander risicoprofiel vertonen, veronderstellen we een significant verband tussen auditor gender en de wijze waarop kritisiche bedrijfssituaties worden gerapporteerd in het controleverslag en de invloed ervan op de geformuleerde controleverklaring. Na een grondige literatuurstudie inzake genderverschillen, zullen de gevormde hypothesen getoetst worden aan de hand van een uitgebreid laboratorium-onderzoek (o.a. via nazicht van de schriftelijke bekwaamheidsexamens van Belgische kandidaat-revisoren) en veldonderzoek van de jaarlijks neergelegde controleverslagen. De resultaten van dit onderzoek kunnen belangrijke implicaties hebben op de keuze van de auditor door de geauditeerde onderneming. Daarnaast kan het onderzoek ook belangrijk zijn voor auditkantoren in termen van personeelsbeleid en toewijziging van personeel aan auditopdrachten en voor de samenstelling van teams die in het kader van periodieke kwaliteitscontroles, werkdossiers van andere revisoren nakijken. Dit onderzoek moet leiden tot de afwerking van een doctoraal proefschrift in de Toegepaste Economische Wetenschappen. Accountancy, Auditing en Bedrijfsfinanciering DIANE BREESCH JOEL BRANSON Coalitietype, overheidsbeleid en verkiezingen: een politico-economische benadering. Abstract: Het onderzoek wil de relaties tussen de coalitietypes, overheidsbeleid en electorale resultaten nagaan. We verwachten dat verschillen in coalitietypes gevolgen hebben voor het gevoerde beleid en voor de verkiezingsuitslag van de coalitiepartners en er wordt dan ook onderzocht via welke mechanismen en kanalen dit zich manifesteert. Het onderzoek bestudeert op welke manier en in welke mate het coalitietype invloed uitoefent op het overheidsbeleid; hoe deze link tussen coalitietype en overheidsbeleid zich vertaalt in de electorale resultaten van de coalitiepartners en hoe het coalitietype mogelijk de verkiezingsuitslag beïnvloedt op andere manieren dan via het gevoerde overheidsbeleid. Het onderzoek bevat zowel een theoretisch als een empirisch luik. De empirische bijdrage richt zich op een analyse van de centrale overheden en van de verkiezingsuitslagen in de OESO-landen ( ). Politieke Wetenschappen CHRISTIAN DESCHOUWER Internationale Cross Culturele studie naar de vergelijkbaarheid vanzelfbeoordelingen van levenskwaliteit. Abstract: Door verschillende instanties, zoals de wereld Gezondheids Organisatie, worden geregeld peilingen naar objectieve en subjectieve levenskwaliteit georganiseerd (Inglehardt, 2004, Cummins, et al., 2003). Steeds meer gaan kritische stemmen op over het Probleem van culturele geladenheid van antwoorden op de zelfbeoordelingsschalen die daarbij worden gebruikt. Eigen onderzoek bij studenten en personeel van universiteiten in België en Iran en bij een grote groep patiënten in Duitsland laat vermoeden dat zelfgeankerde antwoordschalen minder gevoelig zijn voor culturele verschillen tussen populaties. Het onderzoek dat hierbij wordt opgestart wil dit nu grondig onderzoeken door met één enkele survey (naauwkeurig vertaald naar de moedertaal van de deelnemers ) een aantal populaties te bevragen die onderling verschillen que cultuur, maar die niet noemenswaardig verschillen qua opleiding (controle voor opleiding door het bevragen van studenten en staf van universiteiten en hogescholen). In een eerste fase zal dit onderzoek lopen in verscheidene Moslimlanden (Iran, Syrië, Algerije) en bij verschillende doelgroepen, waaronder ook Moslims in België. Het is de bedoeling om dit onderzoek binnenkort uit te breiden naar andere landen en culturen: partners in Zuid-Afrika, Rwanda en Ghana zijn aangezocht om te participeren. Arbeids- en Organisatiepsychologie

18 PETER THEUNS De implementatie van een longitudinaal onderzoek in het kader van EPSAD-Vlaanderen. Abstract: De adolescentiefase is een kritische fase inzake verkenning van en het experimenteren met risicogedrag waartoe genotmiddelengebruik en -misbruik behoren. Met het oog op een adequate aanpak moet niet alleen de essentiële rol van preventie bekeken worden, maar eveneens een nauwkeuriger kijk verkregen worden op de onderkende risico- en protectieve factoren. Het ESPAD-onderzoek brengt op een gestandaardiseerde wijze het genotmiddelengebruik en risicogedrag bij jongeren van een welbepaalde leeftijdscohorte in kaart, maar biedt eveneens de gelegenheid om een longitudinaal onderzoek op te starten, dat zal toelaten causaliteit tussen genotmiddelengebruik van jongeren, preventieactiviteiten, ouderlijk gedrag en het risicogedrag van adolescenten in kaart te brengen. Dit longitudinaal onderzoek zal starten bij leerlingen van het eerste jaar secundair zitten in één regio in het schooljaar Binnen het lingitudinaal onderzoek wordt er verder nagegaan welke sociaal-ecologische indicatoren een effect hebben op het genotmiddelengebruik van vroegere en middenadolescenten. Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie CAROLINE ANDRIES Herkenning en expressie van emoties door kinderen van lagere scholleeftijd in het kader van het FACE programma. Abstract: Achtergrond bij deze aanvraag: Huidige aanvraag dient ter ondersteuning van het doctoraatsonderzoek van Stefaan Baert, duur , School-aged children's recognition and expression of emotions through the human Figure Drawing.Dit doctoraat kadert binnen het fundamentele onderzoeksluik van het FACE programma (Faciliteren van de afstemming van cognities en emoties) ter preventie en interventie van gedrags- en emotionele problemen bij kinderen. Conceptueel kader:adequate herkenning en expressie van gevoelens is een fundamenteel proces in de kindontwikkeling. Dit proces ligt nota bene aan de grondslag van empathische vaardigheden, essentieel voor de sociale, emotionele en persoonsontwikkeling van het kind. Actueel neuropsychologisch en ontwikkelingsonderzoek toont aan dat het een complex proces betreft, dat een adequate afstemming vergt tussen de emotionele, limbisch gestuurde en hogere hersenfuncties met inbegrip van prefrontale cognitieve processen. Deze recente wetenschappelijke inzichten openden een fundamentele onderzoekslijn in volle ontwikkeling op internationaal vlak. Onderzoeksdoel en methode: Het FACE onderzoeksluik is geconcipieerd vanuit dit inzicht dat verstoringen in de cognitief-emotionele afstemming bij kinderen een essentiële rol vervullen in het ontstaan en/of instandhouden van gedrags-en emotionele problemen. Het huidige onderzoek beoogt condities te identificeren waarin al dan niet verstoring optreedt van het emotionele herkennings- en expressie proces en de praktijkimplicaties hiervan. Qua methode, wordt dit proces bij zes- tot negenjarige kinderen specifiek getoetst via ontwikkelingsadequate expressiettechnieken in een reeks gestandaardiseerde proefsituaties, tijdens een eerste valideringsfase in schoolcontext, gevolgd door een tweede onderzoeksfase in klinisch milieu. Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie SMADAR WESTREICH De psychosociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten met brandwonden en hun ouders. Abstract: Ernstige brandwonden zijn zeer traumatiserend en mensonterend. Brandwonden veroorzaken vaak psychiatrische klachten en ernstige lichamelijke misvormingen. Bij kinderen en adolescenten leiden deze brandwonden vaak tot opvallende psychologische trauma's. Om de ziekenhuis- en ambulante behandeling te verbeteren, is het belangrijk de invloed van individueel psychologische factoren op de emotionele, cognitieve en gedragsontwikkelingen van kinderen en adolescenten met brandwonden te schetsen. Twee jaar na ontslag uit het ziekenhuis worden de kinderen en adolescenten met hun ouders uitgenodigd om deel te nemen aan een jaarlijks follow-up programma in het ambulante dienstverleningscentrum voor mensen met brandwonden, het Greet Rouffaer Huis. Tijdens deze consultaties zullen de ouders en kinderen bevraagd worden naar de psychologische ontwikkeling van het kind, de ouderlijke competentiegeveoelens en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie. Het onderzoek tracht na te gaan welke coping-mechanismen deze kinderen en jongeren ontwikkelen na een ernstige verbranding. De bekomen oinzichten moeten, samen met de resultaten van de onderzoeken naar de effecten van brandwondenkampen en de invloed van thermale kuren bij kinderen met brandwonden, uiteindelijk leiden tot een beter afgestemd nazorgtraject. Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie INGRID KRISTOFFERSEN Een nieuwe conceptualisatie van sequentiële analyse bij verkrachtingen: Toepassing van de 'proximiteits' coëfficient op de dader-slachtoffer interactie. Abstract: De centrale focus van deze studie is het exploreren en empirisch valideren van de specifieke gedragsmatige en verbale interactie tussen dader en slachtoffer bij verkrachtingen. De primaire onderzoeksvraag is of op basis van deze interacties de klassieke, in de wetenschappelijke literatuur gepostuleerde typen van verkrachters kunnen empirisch ondersteund worden of het delinquent gedrag vooral aan situationele factoren onderhevig is. Hiervoor wordt een nieuwe manier van sequentie analyse toegepast in vorm van een proximiteitscoëfficiënt die globale samenhangen tussen gedragseenheden binnen een interactieve sequentie meet. Het voordeel van deze coëfficiënt is dat er geen extrinsieke/artificiële veronderstellingen worden gemaakt zoals dit tot nu het geval was. Een honderdtal, voornamelijk door de Federale Politie ter beschikking gestelde slachtofferverklaringen, zullen op basis van grounded theory principes sequentieel gecodeerd worden. Met multidimensional scaling analyses wordt getoetst of er verschillende clusters van gelijkaardige sequenties bestaan. De onderzoekshypothese is dat er geen uitsluitend distinctieve (met klassieke dadertypen corresponderende) clusters geïdentificeerd worden, maar dat de interactie met het slachtoffer en een aantal situationele factoren een significant sterke rol zal spelen. Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie GINA ROSSI Persoonlijkheid en persoonlijkheidspathologie bij ouderen. Abstract: Het huidige project draagt fundamenteel bij aan de ontwikkeling van de belangrijkste diagnostische taxonomie, DSM, door het uitwerken en empirisch valideren van een dimensionaal model, met specifieke aandacht voor dimensies van disfunctie en persoonlijkheid. Prototypes gebaseerd op de lagere orde structuur van het Vijf Factoren Model (VFM) zijn geschikt om op basis van persoonlijkheidskenmerken de specifieke

19 DSM-IV-TR categorieën te verklaren, maar omvatten onvoldoende alle variatie voorkomend bij persoonlijkheidsstoornissen. Er is een duidelijke nood aan het uitwerken van een meer omvattend VFM model. Recent onderzoek heeft bovendien het belang aangetoond van een dimensionaal disfunctie model. Een uitgebouwde theorie om disfunctie te beschrijven ontbreekt echter. Daarom zal een recent voorgestelde benadering van disfunctie, op basis van twee dimensies (non-coping en non-cooperativeness), gevalideerd worden. Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie GINA ROSSI Small numbers, big problems? Een kwalitatieve studie naar het jeugdbeschermingstraject van vrouwelijke persistente delinquenten. Abstract: Meisjes zijn zwaar ondervertegenwoordigd in de jeugdcriminaliteit. Hun aandeel is echter nog kleiner in de ernstige jeugddelinquentie. Onderzoek over ernstige jeugddelinquentie besteedt bijgevolg weinig aandacht aan meisjes. Over risicofactoren die leiden tot ernstige jeuddelinquentie bij meisjes alsook over criminele carrières bij meisjes is zo goed als niets bekend. Hoewel empirisch onderzoek over dit thema doorgaans gebeurt op basis van een volledig mannelijke populatie, wordt aan de theorieën over risicofactoren en criminele carrières van ernstige jeugddelinquenten een algemene geldigheid toegekend. Voorliggend onderzoek wenst te toetsen of de traditionele theorievorming over dit thema toepasbaar is op het vrouwelijke geslacht. Een van de stellingen van de "paradox of persistence" stelt dat wanneer we terugkijken naar de jeugd van volwassen delinquenten, het merendeel jeugddelinquent was. In voorliggend onderzoek zullen we d.m.v. retrospectief onderzoek bij jongvolwassen vrouwelijke gedetineerden nagaan of dit ook gelds voor jongvolwassen vrouwen. Op basis van verscheidene onderzoeken, waaronder ook eigen onderzoek, vermoeden we dat bij meisjes de welzijnscomponent (problematische opvoedingssituatie) een grote(re) rol speelt in de ontwikkeling van ernstige jeugddelinquentie en criminele carrières. Criminologie JENNEKE CHRISTIAENS Recht tegen buitenlandse mensenrechtenschendingen vanwege multinationals? Abstract: A. Inleiding en probleemstelling Het mensenrechtenrecht staat vandaag voor een nieuwe uitdaging: een kader scheppen waarin effectieve bescherming geboden kan worden voor situaties waarin machtige transnational corporations (TNC.s) zich schuldig maken aan, of betrokken zijn bij schendingen van de mensenrechten. In dat verband kan men actueel twee trends onderscheiden: enerzijds de extraterritoriale toepassing van de nationale wet (juridische dimensie), anderzijds een toename aan zelfregulering via.codes of Conduct. (politieke dimensie). De socio-economische realiteit beantwoordt niet langer aan de klassieke Westfalische conceptie van een internationale rechtsorde waarin enkel de staat rechtssubjectiviteit dient te hebben. De staat is niet langer een tussenpersoon tussen het individu en het internationale recht. Meer en meer staatsfuncties worden geprivatiseerd in handen van private ondernemingen, waaronder TNC.s, en belangrijke componenten van de productie en de handel worden geglobaliseerd. Kortom, bij de uitoefening van maatschappelijk gezien vitale taken leggen TNC.s tegenwoordig steeds meer gewicht in de schaal en maken zich daarbij vaak ongestraft schuldig aan schendingen van mensenrechten. Centraal in dit onderzoek staat de vraag hoe men TNC.s.juridisch. kan verplichten ethisch te ondernemen en hen doeltreffend aansprakelijk kan stellen voor schendingen van de mensenrechten. Metajuridica PAUL DE HERT Verschijnen voor de jeugdrechter: een criminologisch onderzoek naar het "in court" gebeuren (de interactie en de communicatie) in jeugdzaken. Abstract: Ondanks het (hevige) maatschappelijke en academische Belgische debat over de jeugdbescherming en aanpak van jeugdige daders, zijn er geen wetenschappelijke (ethnografische) studies bechikbaar over het in court gebeuren binnen de jeugdstrafrechtspleiting. Nochtans blijkt uit schaars onderzoek bij jongeren dat de contacten met "justitie" belangrijk zijn in de beleving van straf en schuld. Dit onderzoeksproject wil tegemoet komen aan deze leemte. Vier onderzoeksvragen staan centraal: (1) Hoe verloopt de interactie tussen jeugdrechter en verschijnende minderjarige bij kabinetszitting en bij zitting ten gronde? (2) Welke specifieke sociale, culturele, pedagogische, ontwikkelingspsychologische of juridische elementen, dimensies, relaties en rolpatronen tekenen de communicatie en interactie in de jeugd(straf)rechtspleging en welke knelpunten treden op? (3) Wat is de impact van de gerechtelijke interactie en communicatie op de minderjarige dader (volgens de betrokkenen)? De onderzoeksopzet sluit aan bij de criminologische aandacht voor "law in action" via een kwalitatieve ethnografische studie van de dagdagelijkse praktijk ("het gebeuren" - de interactie) in de jeugdrechtbank. Het hieraan verbonden veldwerk steunt op een combinatie van klassieke ethnografische onderzoekstechnieken van de observatie (in de jeugdrechtbank) en interviews met betrokkenen (cf. feedback interviewluik). Criminologie JENNEKE CHRISTIAENS The impact of international migration on migrant communities and on demographic processes and structures in the receiving country. Abstract: Het project kijkt naar oorzaken en gevolgen van migratie met specifieke aandacht voor de impact op de demografische processen en structuren in België Interface Demografie Sociaal Onderzoek Jan VAN BAVEL DIDIER WILLAERT KAREL NEELS PATRICK DEBOOSERE

20 Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Abstract: Involving volunteers and their effect on the governance and functioning of private non-profit organisations. Arbeids- en Organisatiepsychologie ROLAND PEPERMANS Trainingscompetenties (algemeen en judospecifiek) Abstract: Dit project beoogt het determineren van de nodige competenties van trainers in verschillende niveaus. Het maakt gebruik van de Delphi methode (expertenadvies). Judy was de pilot studie. Basketbal, atletiek, skiën en snowboarden zijn de overige sporten. Sportbeleid en -management Bewegingsvorming en Sporttraining Els DOM EVERT ZINZEN Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2008: Onderwijsaanbod 'Technologisch ondernemen aan de Vrije Universiteit Brussel' Abstract: Onderwijsvernieuwingsproject (OVP) 2008: Onderwijsaanbod 'Technologisch ondernemen aan de ' Bedrijfseconomie en Strategisch Beleid ROSETTE S'JEGERS MARC GOLDCHSTEIN De Inhoudelijk-Wetenschappelijke uitwerking van het project landschapspark Middelkerke. Abstract: De gemeente Middelkerke wenst de geschiedenis en het erfgoed van haar hinterland te ontsluiten voor het grote publiek. De bedoeling is om een netwerk van thematische fiets- en wandelroutes uit te werken, gekoppeld aan een historische bezoekerscentrum in het oud-gemeentehuis van Slijpe. De krijtlijnen van dit project werden uitgeschreven in een masterplan, opgemaakt door de firma Visual Dimension. Dit plan werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen van Middelkerke op 30/10/2007. Het houdt een aantal suggesties is met betrekking tot specifieke erfgoedsites die ontsloten kunnen worden en de wijze waarop technologisch het best kan gebeuren. Op basis van dit masterplan dient nu overgegaan te worden tot de uitwerking van de specifieke inhoud: enerzijds voor het fiets- en wandelroutenetwerk, anderzijds voor de invulling van het oud-gemeentehuis van Slijpe. De voorliggende opdracht houdt concreet in dat: 1. met betrekking tot het fiets- en wandelnetwerk: - het masterplan vanuit inhoudelijk-wetenschappelijk standpunt kritisch wordt bekeken en dat de selectie van de erfgoedsites (POI - points of interest), in samenspraak met de dienst Erfgoed en Museum, scherp wordt gesteld; - per POI wordt een wetenschappelijk verantwoorde, toegankelijke tekst aangeleverd die de site kadert in tijd en ruimte en zijn historisch belang aantoont; - per POI wordt een voorstel uitgewerkt van fotos, illustraties, reconstructietekeningen, enz. die kunnen worden gebruikt om het verhaal te ondersteunen en/of te visualiseren. In de mate van het mogelijke wordt dit iconografisch materiaal meegeleverd; - op basis van de geselecteerde POIs, en het knooppuntennetwerk van de provincie, wordt een voorstel gedaan van enkele thematische routes; 2. met betrekking tot het oud-gemeentehuis van Slijpe: - er wordt, in samenspraak met de dienst Erfgoed en Museum, een inhoudelijk programma ontwikkeld voor het historisch bezoekerscentrum in het oud-gemeentehuis van Slijpe. - per ruimte worden wetenschappelijk verantwoorde, toegankelijke teksten aangeleverd - per ruimte wordt een voorstel uitgewerkt van fotos, illustraties, reconstructietekeningen, enz. die kunnen worden gebruikt om het verhaal te ondersteunen en/of te visualiseren. In de mate van het mogelijke wordt dit iconografisch materiaal meegeleverd; Kunstwetenschappen en Archeologie Sarah DEPESTEL Dries TYS Organisatie van een vormingstraject voor een gebiedsgerichte werking/omgevingsanalyse, volgens offerte van 3 december Abstract: Een vormings- en begeleidingstraject met onderzoek uitwerken rond de vraag van afstemming van enerzijds de sociaal-culturele en welzijnsagenda die voortkomt uit een maatschappelijke analyse per wijk en anderzijds het programma dat in dat licht kan worden ontwikkeld in een gemeenschapscentrum. Deze opdracht is in Brussel verbreed tot alle bevoegdheden van de VGC en de (nieuwe) basisopdracht van de gemeenschapscentra. Ze kadert eveneens in de algemeen beleidslijn inzake de opdracht tot gemeenschapsvorming vanuit lokaal cultuurbeleid. Het betreft een specifiek Brusselse uitwerking rond de vraag van de combinatie van multiculturele of interculturele gemeenschapsvorming vanuit communautaire instellingen. Geografie ERIC CORIJN Course " Port Economics and Policy". Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Erasmus University Rotterdam, Center for Maritime Economics and Logistics (MEL)' hebben voor het project ' Course " Port Economics and Policy". January - March 2008.

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips Sport en tewerkstelling van jongeren Marc Theeboom / Joris Philips studie Kan sport bijdragen tot competentie-ontwikkeling voor kortgeschoolde jongeren, waardoor hun tewerkstellingskansen toenemen? initiatieven

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen

Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen Opleiding Master of Science in het sociaal werk en sociaal beleid Faculteit Sociale Wetenschappen Inhoud en achtergrond Kernpunten opleiding 1. Verbreding en verdieping van uw kennis 2. Internationaal

Nadere informatie

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 1. Persoonlijke gegevens Naam school:.. Provincie school: o Antwerpen o Limburg o Oost- Vlaanderen o Vlaams- Brabant o West- Vlaanderen Wat is je functie?

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin

Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar. Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin Visienota EDUCARE / Transities 0-6 jaar Onderwijscentrum Brussel Entiteit Gezin a. Situering Jonge kinderen (0-6 jaar) groeien op in diverse contexten: thuis, eventueel in de kinderopvang, en in de kleuterschool.

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA Fair Tourism BELEIDSNOTA Grant Agreement No.: 2014-1-UK01-KA200-000057 Inleiding Toerisme is de derde belangrijkste economische sector in de EU. Hoewel toerisme een positieve impact heeft op economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Digitale inclusie bij beleid en burger

Digitale inclusie bij beleid en burger Digitale inclusie bij beleid en burger Axelle Asmar & Chantal Wauters IMEC-SMIT VUB Digitale inclusie in België Federaal onderzoeksproject IDEALiC IMEC-SMIT VUB & UCL in samenwerking met Belspo Onderzoek

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen Een initiatief van de EU Sinds 2010 actie door Europese middenveld en lidstaten voor een dergelijk jaar Inspiratie 1975 Europees Jaar van het Bouwkundig

Nadere informatie

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september 2016 Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee Goedkeuring Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK, 1989).

Nadere informatie

onderzoek in transitie?

onderzoek in transitie? Transitieonderzoek: onderzoek in transitie? Erik Paredis (UGent) Yves De Weerdt (VITO) Frank Nevens (VITO) Opstartworkshop INTRAP 31 mei 2012, Leuven www.steunpunttrado.be Opbouw 1. De uitdagingen waarvoor

Nadere informatie

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid

Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid Interculturaliteit binnen welzijn en gezondheid Algemene vergadering RWO -Oudenaarde 11 juni 2012 Inhoud Terminologie: ECM Enkele vragen Overzicht van de immigratie Aanwezigheid in regio Oudenaarde Enkele

Nadere informatie

Inhoud. Een gehalveerde sociale zekerheid? De Belgische splitsingsgedachte in historisch perspectief Herman Van Goethem... 19

Inhoud. Een gehalveerde sociale zekerheid? De Belgische splitsingsgedachte in historisch perspectief Herman Van Goethem... 19 Wie is wie?........................................................... xv Bevoegdheidsverdeling en solidariteitskringen in een gelaagde welvaartsstaat. Elementen voor een rationeel debat over de ruimte

Nadere informatie

BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË

BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË 01 METHODOLOGIE 21% antwoordpercentage, ofwel123 deelnemende gemeenten REPRESENTATIVITEIT Deze studie is representatief op niveau van de: Regio s Provincies Karakter

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Beleidsplan AUHL

Beleidsplan AUHL Beleidsplan AUHL 2019-2024 S I T U E R I N G Associatie Universiteit Hogescholen Limburg (AUHL) is één van de 5 Vlaamse associaties en heeft als partnerinstellingen: Hogeschool PXL en Universiteit Hasselt,

Nadere informatie

SONAR - 24 april 2008 Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? E. Omey & W. Van Trier

SONAR - 24 april 2008 Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? E. Omey & W. Van Trier Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? Resultaten van het SONAR onderzoeksprogramma 24 april 2008 SONAR ( 1998) Studiegroep van Onderwijs naar Arbeidsmarkt Interuniversitair

Nadere informatie

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee

Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

Inhoudstafel. 1. Inleiding...1. 2. De Europese integratieparadox...11

Inhoudstafel. 1. Inleiding...1. 2. De Europese integratieparadox...11 Inhoudstafel 1. Inleiding.............................................................1 1.1. Probleemstelling........................................................1 1.2. Onderzoeksopzet.......................................................3

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS: EEN HISTORISCHE BRON. Overleg Historische Visserij 4 februari 2010 Doelstellingen LECOFISH Verzamelen van nieuwe en additionele visserij informatie met als doel de kenniskloof

Nadere informatie

Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst. Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs

Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst. Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs Aanzetten tot debat VIWTA-onderzoek over onderwijsonderzoek in Vlaanderen VLOR-advies OESO en Europese

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts

Nadere informatie

HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING?

HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING? HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING? INSPIRATIE OP BASIS VAN DE LEERGEMEENSCHAP STEM VOOR DE BASIS EN STEM+ VLOR-Studiedag Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs: de lerarenopleidingen

Nadere informatie

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN:

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN: OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN ALS GASTSTUDENT KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN: BACHELOR OF SCIENCE IN POLITIEKE WETENSCHAPPEN BACHELIER

Nadere informatie

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling...

1. De Vereniging - in - Context- Scan... 2. 2. Wijk-enquête... 3. 3. De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse... 4. 4. Talentontwikkeling... Meetinstrumenten De meetinstrumenten zijn ondersteunend aan de projecten van De Sportbank en ontwikkeld met de Erasmus Universiteit. Deze instrumenten helpen om op een gefundeerde manier te kijken naar

Nadere informatie

Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen

Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid Faculteit Sociale Wetenschappen Inhoud & achtergrond Sociaal Werk & Sociaal Beleid Internationale definitie van sociaal werk: Social work is a practice-based

Nadere informatie

EFFECTEN VAN INTERVENTIES TEN AANZIEN VAN SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN ONDERZOCHT Een systematische literatuurstudie

EFFECTEN VAN INTERVENTIES TEN AANZIEN VAN SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN ONDERZOCHT Een systematische literatuurstudie EFFECTEN VAN INTERVENTIES TEN AANZIEN VAN SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN ONDERZOCHT Een systematische literatuurstudie Gil Keppens & Bram Spruyt EFFECTEN VAN INTERVENTIES TEN AANZIEN VAN SPIJBELEN

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek

Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek Geïntegreerd statistisch programma 2017 van het Interfederaal Instituut voor de Statistiek 1. Inleiding Het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse

Nadere informatie

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning

Functiefamilie ES Experten organisatieondersteuning Functiefamilie ES Experten ondersteuning DOEL Instrumenten en methodes ontwikkelen* en aanpassen in een domein en de interne klanten ondersteunen bij de implementatie ervan teneinde de werking van de te

Nadere informatie

Inhoud 3 Woord vooraf door minister-president Kris Peeters 5 Woord vooraf door Eva Hambach 7

Inhoud 3 Woord vooraf door minister-president Kris Peeters 5 Woord vooraf door Eva Hambach 7 Inhoudstafel Inhoud 3 Woord vooraf door minister-president Kris Peeters 5 Woord vooraf door Eva Hambach 7 Vrijwilligerswerk vandaag: raken we de spontaniteit kwijt? 7 Intro: het bos en de bomen 9 Het bos

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) onderhoudt middels de organisaties Kerk in Actie (KiA) en ICCO Alliantie contacten met partners in Brazilië. Deze studie verkent de onderhandelingen

Nadere informatie

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap STEM Visietekst van het GO! 28 november 2016 onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 2 Samenvatting In de beleidsnota 2014-2019 stelt Vlaams minister van Onderwijs de ambitie om leerlingen warmer te maken

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Duiden, verbinden en vakmanschap

Duiden, verbinden en vakmanschap Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap www.divosa.nl Effectieve managementstrategieën: Duiden, verbinden en vakmanschap dr. Duco Bannink, Chris Goosen Het management van sociale

Nadere informatie

In samenwerking met de Federatie oudleerlingenbonden Vlaamse jezuïetencolleges & de Vlaamse koepel van jezuïetencolleges

In samenwerking met de Federatie oudleerlingenbonden Vlaamse jezuïetencolleges & de Vlaamse koepel van jezuïetencolleges In samenwerking met de Federatie oudleerlingenbonden Vlaamse jezuïetencolleges & de Vlaamse koepel van jezuïetencolleges CONGRES π Zaterdag 20 november 2010 π Universiteit Antwerpen Stadscampus π Aula

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

http://keyconet.eun.org

http://keyconet.eun.org Europees Beleidsnetwerk met betrekking tot Sleutelcompetenties in het onderwijs http://keyconet.eun.org it her Health & Consumers Santé & Consommateurs Over het KeyCoNet project KeyCoNet (2012-14) is een

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Het Vlaams Onderwijsonderzoek verkend. Jef C. Verhoeven Roland Vandenberghe Onderwijsonderzoek 1

Het Vlaams Onderwijsonderzoek verkend. Jef C. Verhoeven Roland Vandenberghe Onderwijsonderzoek 1 Het Vlaams Onderwijsonderzoek verkend Jef C. Verhoeven Roland Vandenberghe 20-6-2001 Onderwijsonderzoek 1 Vraagstelling luik 1 1. Wat werd in de periode 1989-1999 in Vlaams onderwijsonderzoek onderzocht?

Nadere informatie

Sterk door overleg. Adviesfunctie

Sterk door overleg. Adviesfunctie De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) brengt de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties samen voor overleg en advies over tal van Vlaamse beleidsthema s. De sociale partners adviseren

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2 2 1.1. WAAROM DIT HANDBOEK? Internationale mobiliteit wordt steeds meer een absolute noodzaak op een arbeidsmarkt waar een sterke vraag heerst naar meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen. Een van de

Nadere informatie

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid 2015-2016 I. Inleiding Samenwerking, dialoog en vertrouwen Kwaliteitsvolle besluitvorming Uitbouw Departement Kanselarij en Bestuur Specifieke horizontale prioriteiten

Nadere informatie

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte OP ESF Vlaanderen 2014 2020 Prioriteit uit OP: 1 - loopbaanbeleid curatief investeringsprioriteit 8i - werkloosheid naar werk Informatieve Bijlage: Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte Lerend Netwerk Arbeidsmarktkrapte

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw

De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw De rol van de International Arbeidsorganisatie in de XXI ste eeuw Rudi Delarue Directeur Internationaal Arbeidsbureau voor de EU en de Benelux landen Presentatie voor de Alumnidag vande KU Leuven 09-03-2012

Nadere informatie

Mechelen PrOS-project

Mechelen PrOS-project www.besafe.be Mechelen PrOS-project Mechelen PrOS-project FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Lokale Integrale Veiligheid 2014 Mechelen PrOS-project I. Projectbeschrijving

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen

Nadere informatie

Iedereen STEM ook in buitengewoon onderwijs. 21/03/2018 Boeverbos

Iedereen STEM ook in buitengewoon onderwijs. 21/03/2018 Boeverbos Iedereen STEM ook in buitengewoon onderwijs 21/03/2018 Boeverbos 1 Iedereen STEM ook in buitengewoon onderwijs Jo Desutter Pedagogisch begeleider STE(A)M 2 Wat is STEM? Aanduiding domein Aanduiding studies

Nadere informatie

Geschiedenis en VOET

Geschiedenis en VOET Geschiedenis en VOET Per 1 september 2010 traden de nieuwe vakoverschrijdende eindtermen (VOET) in werking en vanaf 1 september 2011 zal de doorlichting de VOET meenemen in de focus van de scholen. De

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL ALS GASTSTUDENT

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL ALS GASTSTUDENT OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL ALS GASTSTUDENT KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN: BACHELOR OF SCIENCE IN POLITIEKE

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014

Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 Observatorium voor Gezondheid en Welzijn OPERATIONEEL PLAN 2011-2014 1. OPDRACHTEN VAN HET OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN 1.1 Wettelijke basis De opdrachten van het Observatorium staan opgesomd

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Feiten New York 13 december 2006 Verdrag + Optioneel Protocol (rechtsbescherming)

Nadere informatie

De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit

De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit De stad en wijk als motor voor sociale mobiliteit Prof. Dr. Stijn Oosterlynck Stijn.Oosterlynck@uantwerpen.be Centrum OASeS & Urban Studies Institute University of Antwerp Inhoud Stad als oord van problemen?

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

Eindstudiedag. Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 25/10/2017

Eindstudiedag. Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 25/10/2017 Eindstudiedag Vlaams Lerend Netwerk STEM SO 25/10/2017 Programma 09:40-09:45 Welkom dr. Job De Meyere, UCLL Groep Lerarenopleiding 09:45-10:00 Waarom een Vlaams Lerend Netwerk STEM S.O.? Christel Op de

Nadere informatie

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg...

Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs - Belg... Pascal Smet reageert op gebrek aan kennis in onderwijs (http://www.knack.be/auteurs/simon-demeulemeester/author- Simon Demeulemeester demeulemeester/author-4000174167085.htm) woensdag 23 januari 2013 om

Nadere informatie

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit.

nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. nog nooit zo allochtoon gevoeld als op de universiteit. Onderzoek naar sociale hulpbronnen als studiesuccesfactor voor niet-westerse allochtone studenten in het Nederlandse hoger onderwijs Lunchbijeenkomst

Nadere informatie

ITINERA INSTITUTE PERSBERICHT

ITINERA INSTITUTE PERSBERICHT ITINERA INSTITUTE PERSBERICHT België WK VOETBAL is een immigratienatie 2018, 2012/11 15 05 2012 MENSEN WELVAART BESCHERMING België is een immigratienatie: 25% van de bevolking is van oorsprong migrant.

Nadere informatie

De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten. Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem

De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten. Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem De invloed van docentenprofessionalisering op het leren van studenten Ann Stes Sven De Maeyer David Gijbels Peter Van Petegem Docentenprofessionalisering Universiteit Antwerpen Onderwijskundig - didactische

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15

Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 6 mei 2019 (OR. en) 8653/19 EDUC 214 SOC 321 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad Voorbereiding

Nadere informatie

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN?

SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? SCHOLEN, DE PLAATS BIJ UITSTEK OM JONGEREN TE BEVRAGEN? Lessen uit scholenonderzoek in Vlaanderen Jessy Siongers Universiteit Gent Vrije Universiteit Brussel Steunpunt Cultuur & Jeugdonderzoeksplatform

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR essc-sport project www.eose.org 1 De uitdagingen van de Sport- en Beweeg sector De Sport en

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiefamilie dossierbeheerder externe aanvragen Voor akkoord Naam leidinggevende Louis Vervloet, afdelingshoofd Datum + handtekening Marjolein Van Den Broeck, Diensthoofd

Nadere informatie

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil?

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? Gil Keppens & Bram Spruyt SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF

Nadere informatie

Evaluatie Interfacediensten. Volledige naam

Evaluatie Interfacediensten. Volledige naam Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie Interfacediensten Evaluatie Interfacediensten Van 1998 tot 2002 werd de ondersteuning door de Vlaamse overheid van de universitaire interfacediensten

Nadere informatie

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector

Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Samenwerken aan een toekomstbestendige retailsector Wie wij zijn Het Retail Innovation Platform helpt de innovatie- en concurrentiekracht van de retailsector te versterken. Samen met retailers en andere

Nadere informatie

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan Bernard Hubeau & Diederik Vermeir Universiteit Antwerpen 1. Onderzoek private en sociale huur 2. Kwaliteitsvolle regelgeving 3. Wetsevaluerend onderzoek

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L

Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L 2 0 1 5 B R U S S E L Stelling Stelling: Goed onderwijs betrekt de resultaten van cognitieve neurowetenschappen en de neuropedagogiek in de besluitvorming

Nadere informatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt

Nadere informatie

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur

DECREET. houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende de erkenning en de subsidiëring van organisaties voor volkscultuur en de oprichting van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Overzicht inschrijvingsvereisten Communicatiewetenschappen 2015-2016

Overzicht inschrijvingsvereisten Communicatiewetenschappen 2015-2016 Overzicht inschrijvingsvereisten Communicatiewetenschappen 2015-2016 Bachelor of Science in de Communicatiewetenschappen (180 sp) Algemene regel: studenten die niet slagen voor minstens 30 studiepunten

Nadere informatie

Naar een optimale relatie tussen mens en werk

Naar een optimale relatie tussen mens en werk Naar een optimale relatie tussen mens en werk Wij optimaliseren de mens-werkrelatie In een veranderende omgeving kan uw bedrijf of organisatie niet achterblijven. Meer dan ooit wordt u uitgedaagd om de

Nadere informatie

Hoofdvraag SPATIALIST. Projectkenmerken SPATIALIST. Ontwikkeling. SPATIALIST-onderzoeksresultaten

Hoofdvraag SPATIALIST. Projectkenmerken SPATIALIST. Ontwikkeling. SPATIALIST-onderzoeksresultaten Projectkenmerken SPATIALIST SPATIALIST-onderzoeksresultaten onderzoeksresultaten: Huidige Stand van Zaken in Vlaanderen Geert Bouckaert Website: www.spatialist.be Ontwikkeling Voor: Organisaties met Databanken

Nadere informatie

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers

Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Child Safety Now. Towards Effective Case Management for Families in Child Protection and Youth Parole Services I. Busschers Samenvatting Dit proefschrift gaat over casemanagement van gezinnen binnen jeugdbescherming

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie