Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Nimbus te Nijmegen.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Nimbus te Nijmegen."

Transcriptie

1

2 Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Nimbus te Nijmegen. 04 juni PRA-01 Pagina 2 van 35

3 Distributielijst: - Talis - Gemeente Nijmegen - Explosive Clearance Group (ECG) Historische Analyse: Civiel-technische analyse: Munitie-technische analyse: Drs. T. Kleuters (historicus) Ing. F. Pas (directeur en civiel-technicus) L. Peverelli (senior explosievendeskundige) Copyright Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet of welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houders van het auteursrecht. De opdrachtgever mag voor intern gebruik duplicaten maken PRA-01 Pagina 3 van 35

4 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inhoudsopgave Inleiding Inleiding Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Doelstelling Werkwijze Uitvoerenden Onderzoeksgebied Historische schets Analyse van locatiespecifieke gegevens Bodemgegevens Naoorlogse werkzaamheden Bebouwing Kabels en leidingen Projectstudie Vaststellen van het risicogebied Horizontale afbakening Verticale afbakening Risicoanalyse Algemeen Risico-inventarisatie Maatregelen ter voorkoming van een ongecontroleerde detonatie Locatiespecifieke omstandigheden Inventarisatie van de opsporingsdoelen, -beperkingen en -methoden Opsporingsdoel Opsporingsbeperkingen Opsporingsmethoden Nader uit te voeren opsporingswerkzaamheden Overzicht van onderzoeksresultaten Opstellen Plan van Aanpak Te adviseren opsporingswerkzaamheden Opstellen eindrapportage met onderzoeksbevindingen Schematisch overzicht van de geadviseerde werkmethodiek Verantwoordelijkheden Geraadpleegde bronnen PRA-01 Pagina 4 van 35

5 2 INLEIDING Op een onbekend aantal plaatsen in Nederland liggen nog bommen, granaten en andere munitie uit de Tweede Wereldoorlog. Tot op heden worden bij grond-, water- en wegwerkzaamheden nog dagelijks conventionele explosieven aangetroffen. Volgens mondiale, militaire inschatting is van al het materieel dat gedurende de Tweede Wereldoorlog verschoten of afgeworpen is, ondergronds 10% en onder water 15% niet tot ontploffing gekomen. Wanneer deze explosieven bij werkzaamheden worden aangetroffen, kunnen deze gevaar opleveren voor de publieke veiligheid. Daarnaast kunnen deze vondsten een zware belasting voor het milieu vormen. 1 Om het risico op het aantreffen van achtergebleven conventionele explosieven inzichtelijk te krijgen, wordt aangeraden om voorafgaand aan bodemingrepen een explosievenonderzoek uit te laten voeren. Dit onderzoek kan bestaan uit maximaal 3 fases, te weten: Het vooronderzoek: Bij deze bureaustudie wordt allereerst nagegaan in hoeverre het te bewerken gebied betrokken is geweest bij oorlogshandelingen c.q. gebeurtenissen die hebben geleid tot het in de bodem komen van conventionele explosieven (indicaties) en gebeurtenissen die hebben geleid tot het verwijderen van conventionele explosieven uit de bodem (contra-indicaties); Het detectieonderzoek: De verdachte gebieden die in het vooronderzoek zijn vastgesteld worden bij het detectieonderzoek nader onderzocht. Bij het detectieonderzoek wordt het te bewerken gebied met behulp van geavanceerde metaaldetectoren onderzocht op de aanwezigheid van metaalhoudende objecten in de bodem. Mogelijk aanwezige verdachte objecten worden bij digitale detectie van een coördinaat voorzien; Het benaderonderzoek: De gelokaliseerde verdachte objecten worden door gecertificeerd personeel en speciaal beveiligd materieel benaderd en geïdentificeerd. Mocht het object daadwerkelijk een explosief betreffen, dan wordt het (indien mogelijk) veiliggesteld in een speciale opslagunit. De vernietiging geschiedt vervolgens door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Op advies van Explosive Clearance Group BV (ECG) heeft Talis besloten om geen vooronderzoek voor het gebied 'Nimbus' aan de Spoorstraat te Nijmegen uit te laten voeren. Reden hiervoor is het feit dat reeds bekend is dat het gebied bij een bombardement betrokken is geweest en derhalve als risicogebied aangemerkt dient te worden. Daarnaast is uit eerder uitgevoerd onderzoek gebleken dat de Spoorstraat tevens bij artilleriebeschietingen betrokken is geweest. 1 Voor nadere info betreffende regelgeving etc. zie: PRA-01 Pagina 5 van 35

6 Geadviseerd is om een Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) uit te laten voeren, waarin niet zozeer op de periode , maar op de geplande werkzaamheden ingegaan wordt. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven welke doelstelling met deze analyse wordt nagestreefd PRA-01 Pagina 6 van 35

7 3 INLEIDING PROJECTGEBONDEN RISICOANALYSE (PRA) 3.1 DOELSTELLING Talis is voornemens om op een momenteel braakliggend terrein aan de Spoorstraat in Nijmegen een woontoren van 24 verdiepingen te realiseren. De hoogste woontoren van Nijmegen gaat Nimbus heten. "Het is de bedoeling dat Nimbus vanaf 2014 het stadssilhouet van Nijmegen een stukje verder inkleurt. Dan wordt hij bewoond door 117 huishoudens die aangewezen zijn op een sociale huurwoning. Alle woningen die Talis realiseert hebben een buitenruimte en een eigen berging. Talis realiseert ook 95 parkeerplaatsen achter en onder het gebouw. Daarnaast zijn er nog ruimtes op de begane grond die Talis wil verhuren aan maatschappelijke organisaties, zoals zorginstellingen. 2 Figuur 1: Impressie van de te realiseren woontoren 'Nimus' aan de Spoorstraat te Nijmegen (bron: Doelstelling van de projectgebonden risicoanalyse (PRA) is om een projectspecifiek advies te formuleren omtrent de wijze waarop het risico op het aantreffen van explosieven bij geplande bodemingrepen geminimaliseerd kan worden. Door de uitvoering van de projectgebonden risicoanalyse krijgt de opdrachtgever een eenduidig antwoord op de vraag waar en welke (opsporings)technieken er mogelijk nodig zijn om de geplande werkzaamheden zo veilig mogelijk uit te kunnen laten voeren. 2 (geraadpleegd: mei 2012) PRA-01 Pagina 7 van 35

8 3.2 WERKWIJZE Om tot een gericht en op locatiespecifieke informatie berust advies te kunnen komen, worden de volgende onderzoeksfases onderscheiden: Historische schets Van het gebied staat vast dat het betrokken is geweest bij oorlogshandelingen (luchtaanval met afwerpmunitie en artilleriebeschietingen) en dat het derhalve als risicogebied betiteld moet worden. In deze PRA wordt allereerst een korte historische schets gegeven van deze gegevens. Analyse van locatiespecifieke gegevens In deze PRA wordt tevens vastgesteld welke kenmerken het gebied heeft. Zo zal bekeken worden welke naoorlogse bodemingrepen er in het gebied hebben plaatsgevonden, wat de bodemkenmerken zijn, of er kabels / leidingen in het te bewerken gebied verwacht kunnen worden etc. De gegevens zijn bepalend voor het later vast te stellen risicoprofiel van de geplande werkzaamheden. Projectstudie In dit hoofdstuk worden de voorgenomen werkzaamheden in het gebied vastgesteld. Hierbij wordt de door de opdrachtgever aangeleverde projectdocumentatie bestudeerd en de voorgenomen activiteiten / handelingen geïnventariseerd. Hierbij wordt met name ingegaan op de wijze waarop bodemingrepen plaats zullen gaan vinden en tot welke diepte deze werkzaamheden gepland zijn. Vaststellen van het risicogebied Om uiteindelijk te kunnen bepalen welke veiligheidsmaatregelen in het werkgebied geadviseerd worden, worden de resultaten uit de voorgaande hoofdstukken als het ware over elkaar heen gelegd. Hieruit ontstaat een overzicht van locaties waar maatregelen noodzakelijk zijn. Risicoanalyse Wanneer is vastgesteld waar zich in het werkgebied risicogebieden bevinden, zal een overzicht worden opgesteld waarin staat weergegeven welke potentiële risico's het hier betreft. Locatiebezoek Om de locatiespecifieke omstandigheden niet alleen op basis van kaartmateriaal of luchtfoto's, maar ook in de praktijk te kunnen bestuderen, is door de opsteller van de projectgebonden risicoanalyse en een civiel technicus een bezoek aan de vastgestelde risicolocaties gebracht. Doel van dit projectbezoek is onder andere om vast te stellen of er objecten aanwezig zijn die een nader veldonderzoek middels detectie of benadering zouden kunnen belemmeren. Van deze bevindingen is beeldmateriaal vervaardigd, hetgeen een onderdeel van deze eindrapportage vormt. Tevens zal op basis van dit locatiebezoek vastgesteld kunnen worden welke eventueel te adviseren opsporingsmethode mogelijk en efficiënt wordt geacht PRA-01 Pagina 8 van 35

9 Opstellen adviesrapportage De bevindingen zijn verwoord in deze adviesrapportage dat voor de opdrachtgever dienst kan doen als werkplan. In dit werkplan wordt duidelijkheid gegeven over: - de mate waarin er op basis van de geplande bodemingrepen er een risico bestaat op een onveilige situatie ter plaatse; - eventueel noodzakelijke (locatiespecifieke) opsporingsmethodieken om het risico te minimaliseren; - op welke wijze deze eventuele nadere opsporing het meest efficiënt uitgevoerd zou kunnen worden, - welke functionarissen hiervoor ingezet zouden moeten worden; 3.3 UITVOERENDEN Het onderzoeksteam voor de projectgebonden risicoanalyse bestaat uit meerdere medewerkers van ECG met diverse opleidingen en vakgebieden. De onderzoeksfases 'historische schets', 'analyse van reeds bestaande onderzoeksgegevens' en 'vaststellen van het risicogebied' zal hoofdzakelijk door de afdeling vooronderzoek worden uitgevoerd. De fase 'risicoanalyse' zal in nauw overleg met een senior explosievendeskundige worden opgesteld. De onderzoeksfases 'locatiebezoek' en 'projectstudie' zullen in samenspraak met civiel technicus worden opgesteld, aangezien deze fase gelieerd is aan reeds gedane en nog geplande civieltechnische werkzaamheden. Voor de verwerking van de verkregen feitelijke gegevens, wordt het onderzoeksteam desgewenst bijgestaan door een deskundige in geografische informatiesystemen (GIS ArcView). 3.4 ONDERZOEKSGEBIED Het onderzoeksgebied 'Nimbus' bevindt zich aan de Spoorstraat te Nijmegen en heeft een oppervlakte van circa 0,3ha. Het onderzoeksgebied wordt omsloten door hoogbouw aan de Stieltjesstraat, Vredestraat en Kronenburgersingel. Voorheen stond op het nu braakliggend stukje grond naast het belastingkantoor, het Gewestelijk Arbeidsbureau (GAB-gebouw). De gemeente pleit voor hoogbouw op deze locatie. Talis heeft de grond al een aantal jaar in haar bezit. Lange tijd was het onzeker of hoogbouw op deze plek mogelijk zou zijn, omdat de radar van het ministerie van Defensie die in Volkel staat, teveel verstoord zou PRA-01 Pagina 9 van 35

10 worden. Pas onlangs is de rekenmethodiek van het ministerie aangepast, waardoor hoogbouw niet voor storing van de radar zorgt. 3 Figuur 2: Overzicht van het onderzoeksgebied 'Nimbus' aan de spoorstraat te Nijmegen. 3 Ibidem PRA-01 Pagina 10 van 35

11 4 HISTORISCHE SCHETS Op 22 februari 1944 vertrokken in Engeland in het kader van Operatie Argument 4 een groot aantal bommenwerpers van de 8 e USAAF Air Force. Hierbij hadden eenheden van de 446 e Bomb Group (BG) de taak om de 'Gothaer Waggonfabriek AG' en twee nabijgelegen vliegvelden te bombarderen. Als tweede doel, mocht het eerste doel om niet haalbaar blijken dan werd een vliegveld bij Eschwege aangegeven. Als laatste alternatief kon een last resort target ofwel target of opportunity gekozen worden. 5 Door een aantal oorzaken bombarderen uiteindelijk twaalf B-24 Liberator bommenwerpers van 446 e BG en twee B-24 bommenwerpers van de 453 e BG de stad Nijmegen (het gekozen target of opportunity zou het stationsemplacement of de daarbij aangrenzende industriegebouwen zijn geweest). Division: Wing: Bomb Afgeworpen type bommen: Group: 2nd Air Division 2th Combat 453th BG 426 x 20lbs AN-M41 Fragmentatiebommen Wing 20th Combat Wing 446th BG 144 x 500lbs AN-M64A1 GP Brisantbommen 6 Figuur 3: Betrokken eenheden bij het bombardement 22 februari 1944 met daaronder in tabelvorm een beschrijving van de ingezette type bommen aan de hand van het bovenstaande document. Aangezien het onderzoeksgebied niet ver van het (verwoeste) station ligt, is voorafgaand aan de PRA nagegaan of het onderzoeksgebied betrokken is geweest bij het vergissingbombardement. Uit literatuur blijkt dat het bommenspoor als volgt omschreven kan worden: Het begon met een aantal splinterbommen ten noordoosten van de Waalbrug en vervolgde zijn weg door de weilanden van de Ooijpolder, via het Kelfkensbos de stad in. Getroffen werden vooral: Burchtstraat, Oude Stadsgracht, Pauwelstraat, Ziekerstraat, Broerstraat, Korte Molenstraat, Molenstraat, Zeigelbaan, Oude Varkensmarkt, Houtstraat, Grote Markt, Stikke Hezelstraat, Augustijnenstraat, Bloemerstraat, Doddendaal, Kroonstraat, Achter Valburg, Parkdwarsstraat, Kronenburgerpark, Kronenburgersingel, Spoorstraat, Nieuwe Marktstraat, Van Schaeck Mathonsingel, Stationsplein, Krayenhofflaan en Molenweg. 7 Het bombardement van 22 februari 1944 had dus geen specifiek militair doel. De bommenlast werd op de omgeving van het centrum afgeworpen met als doel zoveel mogelijk schade te veroorzaken. 4 Operatie Argument: doel het uitschakelen van de Duitse vliegtuigindustrie. Vanaf 19/20 februari 1944 begon de zogenaamde Big Week, een reeks luchtaanvallen op diverse doelen om het doel van de operatie te bereiken. 5 J. Rosendaal, Nijmegen '44. Verwoesting, verdriet en verwerking (Nijmegen 2009) Afkorting GP: General Purpose 7 Janssen, Bart; De pijn die blijft: ooggetuigenverslagen van het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944 (Amsterdam 2005), p PRA-01 Pagina 11 van 35

12 Op pagina 13 treft een detail van een, tijdens bovengenoemd bombardement, genomen luchtfoto door de Geallieerde luchtmacht. Op dit detail is te zien dat er bommen neerkwamen op de Spoorstraat, waardoor het gebied als verdacht gekenmerkt dient te worden. Na de bevrijding in september 1944 bleef Nijmegen in de frontlinie liggen. De stad lag nagenoeg tot maart 1945 voortdurend onder Duits granaatvuur. In afwachting van operatie Veritable (opmars over de Rijn) waren in de periode januari-februari 1945 een groot aantal Canadese en Britse troepen in Nijmegen gelegerd. Hieronder volgt een opsomming van de incidenten (beschietingen of andere munitie gerelateerde gebeurtenissen) waarbij de Spoorstraat en directe omgeving in de periode tussen september 1944 en mei 1945 betrokken zijn geweest. Datum: Gebeurtenis: 9 oktober 1944 Schermutselingen met Duitse patrouilles op het station december 1944 Brand ontstaan in gasfabriek door granaatinslag. Een gashouder staat in brand december 1944 Granaatinslagen in de Spoorstraat en de Nieuwe Marktstraat februari 1945 Ontploffing in gasfabriek bij kleine gashouder. Incident mogelijk door laswerkzaamheden. Tevens granaatinslag in kolenopslagplaats. Vervolgens om uur nog een granaatinslag op terrein van de gasfabriek maart 1945 Granaatinslag in de Vredestraat. 12 Maart 1945 Melding vondst twee bussen springstoffen op terrein gasfabriek maart 1945 Gevonden op terrein gasfabriek: vijf dum-dum kogels en een granaatkop maart 1945 Op het terrein van de gasfabriek staat nog een ijzeren kist met mortiergranaten april 1945 Enige ammunitie op terrein gemeentelijk Gasbedrijf mei 1945 In de gasfabriek, afdeling fitterij ligt nog een Duitse granaat Verslagen van H.W. Hedel, betreffende de toestand der spoorlijnen voor, tijdens en na de bevrijding van Nijmegen , RAN, Commissie tot Documentatie van de Bevrijding van Nijmegen , inv. nr Dagrapporten commandopost Luchtbeschermingsdienst, Rapport no. 77, daterende dinsdag 19 december 1944, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr Dagrapporten commandopost Luchtbeschermingsdienst, Rapport no. 78, daterende woensdag 20 december 1944, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr Dagrapport commandopost Luchtbeschermingsdienst, daterende donderdag 8 februari 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr. 76 en Incidentenrapport daterende 8 februari 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst inv. nr Incidentenrapport daterende 10 maart 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst inv. nr Dagstaat van binnengekomen meldingen van gevonden niet ontplofte projectielen 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr. 190 (opmerking ECG, exacte datum is niet weergegeven op het document. 14 Dagrapport commandopost Luchtbeschermingsdienst, daterende vrijdag 16 maart 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr Dagrapport commandopost Luchtbeschermingsdienst, daterende dinsdag 20 maart 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr Dagstaat 3 april 1945 van binnengekomen meldingen van gevonden niet ontplofte projectielen 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr Dagstaat 11 mei 1945 van binnengekomen meldingen van gevonden niet ontplofte projectielen 1945, RAN, Archief Luchtbeschermingsdienst, inv. nr PRA-01 Pagina 12 van 35

13 Figuur 4: Locatie van de Spoorstraat met daarbinnen enkele bominslagen op 22 februari PRA-01 Pagina 13 van 35

14 5 ANALYSE VAN LOCATIESPECIFIEKE GEGEVENS 5.1 BODEMGEGEVENS In opdracht van Talis zijn reeds diverse onderzoeken uitgevoerd. Een onderdeel hiervan wordt gevormd door het in maart 2008 uitgevoerde geotechnisch onderzoek 'Nieuwbouw aan de Spoorstraat te Nijmegen'. 18 Op basis van de in het rapport beschreven sonderinggegevens kan bepaald worden op welke diepte van de zogenoemde 'harde (Pleistocene) zandlaag' zich bevindt. Met het bepalen van de diepte van deze zandlaag, wordt tevens vastgesteld wat de maximale penetratiediepte van afgeworpen conventionele explosieven (kaliber 500lbs) kan zijn. Voor de harde zandlaag wordt namelijk aangenomen dat deze dermate veel weerstand heeft dat afwerpmunitie niet door deze laag kan dringen. De door de Explosieven Opruimingsdienst (EODD) gehanteerde stelregel bij deze berekening is dat wanneer de sonderinggegevens een bodemlaag met een doorsnee groter dan 1 meter en met een weerstand van meer dan 10MPa tonen, de massieve laag vastgesteld kan worden. Een voorbeeld uit de beschikbaar gestelde sonderinggegevens van het onderzoeksgebied staat hieronder weergegeven: Figuur 5: Voorbeeld van de rekenwijze waarop de diepte van de harde (Pleistocene) zandlaag wordt bepaald. 18 Fugro ingenieursbureau BV, 'Geotechnisch onderzoek betreffende Nieuwbouw aan de Spoorstraat te Nijmegen' (3 maart 2008) PRA-01 Pagina 14 van 35

15 Uit de gegevens is gebleken dat de ondoordringbare laag voor afwerpmunitie maximaal op ca. 4.5m - MV ligt. 19 In het geotechnisch onderzoek uit 2008 is namelijk vastgesteld dat het NAP ter plaatse op ca ligt. Nu uit de sonderinggegevens is gebleken dat de harde zandlaag op maximaal 18m NAP ligt, kan aangenomen worden dat de maximale penetratiediepte van afwerpmunitie ter plaatse op 4.5m -MV ligt. Uit overige sonderinggegevens is gebleken dat de diepte van de harde zandlaag ook op een diepte van ca. 2.5m -MV aangetroffen kan worden, waardoor deze varieert tussen minus MV. 5.2 NAOORLOGSE WERKZAAMHEDEN BEBOUWING Zoals in de inleiding van deze rapportage al vermeld is, heeft op het momenteel braakliggende perceel al bebouwing gestaan. Figuur 6: Het voormalige Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Spoorstraat te Nijmegen (bron: Beeldbank gemeente Nijmegen) 19 Hierbij is uitgegaan van de huidige maaiveldhoogte en niet van de maaiveldhoogte ten tijde van de Tweede Wereldoorlog PRA-01 Pagina 15 van 35

16 Om vast te stellen tot welke diepte er bij de realisatie van dit gebouw al bodemingrepen hebben plaatsgevonden, heeft ECG bij de gemeente Nijmegen de originele bouwtekeningen van het voormalige Gewestelijk Arbeidsbureau opgevraagd en bestudeerd. Uit de bouwtekeningen is gebleken dat het voormalige gebouw niet op palen, maar op een stalen fundering is gebouwd. Uit de doorsneden van de bouwtekeningen valt op te maken dat er een bouwkuip van ca. 3m -MV voor de fundering is ontgraven (zie figuur 5). Figuur 7: Bouwtekening van het voormalige Gewestelijk Arbeidsbureau aan de Spoorstraat, met daarop aangegeven de diepte van de toenmalige onderkeldering Aangenomen kan worden dat bij de realisatie van de fundering eventueel aanwezige conventionele reeds aangetroffen en verwijderd zouden moeten zijn. De naoorlogse werkzaamheden in het onderzoeksgebied vormden derhalve een contra-indicatie op de vermoede aanwezigheid van aanwezige afwerpmunitie tot de diepte waarop deze werkzaamheden hebben plaatsgevonden KABELS EN LEIDINGEN Om te kunnen bepalen of er binnen het onderzoek reeds graafwerkzaamheden hebben plaatsgevonden voor de aanleg van kabels en leidingen, heeft ECG een KLIC-melding uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er momenteel op kleine schaal ondergrondse infrastructuur in het gebied aanwezig is, te weten: PRA-01 Pagina 16 van 35

17 Ondergrondse infrastructuur 1 Eigenaar: Liander Type: gasleiding (lage druk) Ondergrondse infrastructuur 2 Eigenaar: Liander Type: laag- en middenspanning Ondergrondse infrastructuur 3 Eigenaar: UPC Type: datatransport Ondergrondse infrastructuur 4 Eigenaar: KPN Type: datatransport Een overzicht van de momenteel aanwezige kabels en leidingen treft u hieronder: Figuur 8: Overzicht van kabels en leidingen binnen het onderzoeksgebied (mei 2012) Geconcludeerd kan worden dat er binnen het werkgebied van de te realiseren plannen in het verleden al plaatselijke bodemroerende werkzaamheden tot ca. 3m -MV hebben plaatsgevonden. De werkzaamheden hebben dus niet tot op de diepte van de vastgestelde maximale penetratiediepte van afwerpmunitie (ca. 4.5m -MV) plaatsgevonden, waardoor er enkel in de eerste bodemlaag een contra-indicatie bestaat. Voor locaties in het te bewerken terrein waar in de naoorlogse periode geen grondwerkzaamheden hebben plaatsgevonden zijn geen contra-indicaties aan te geven PRA-01 Pagina 17 van 35

18 6 PROJECTSTUDIE Om te bepalen welke grondroerende werkzaamheden in het gebied zullen worden uitgevoerd, is door de opdrachtgever het funderingsadvies beschikbaar gesteld. 20 In dit funderingsadvies wordt uitgebreid ingegaan op de wijze waarop de te realiseren woontoren, kelder, plintbebouwing en parkeergelegenheden gefundeerd zullen worden en tot welke diepte deze fundering aangebracht zal moeten worden. In het advies van Fugro Geoservces BV staat het volgende samengevat: Het peil van de nieuwbouw bedraagt NAP +22,7 m. De woontoren zal geheel worden voorzien van een kelder. Ten behoeve van de aanleg van de kelder zal het terrein ter plaatse van de diepste poeren worden ontgraven tot circa NAP +18,0 m. De plintbebouwing aan de westzijde van de woontoren zal niet worden voorzien van een kelder. Onderkant funderingsbalk is gelegen op circa NAP +21,7 m. De eerste palenrij bevindt zich op circa 5,5 m afstand van de buitengevel van de woontoren. De plintbebouwing aan de oostzijde van de woontoren zal deels worden voorzien van een kelder met onderkant funderingsbalk op circa NAP +18,7 m. Ter plaatse van het nietonderkelderde gedeelte is de onderkant van de funderingsbalk gelegen op circa NAP +21,7 m. Voor de woontoren en de plintbebouwing is een fundering op Fundex-groutinjectiepalen voorzien. Het voornemen is de parkeergarage op staal te funderen, waarbij een poerfundering wordt toegepast met een open klinkerbestrating. Het aanlegniveau van de fundering bedraagt circa NAP +19,1 m en het aanlegniveau van de klinkerbestrating bedraagt circa NAP +19,9 m. 21 Uit het bovenstaande valt op te maken dat er ten behoeve van de te plaatsen funderingen bodemingrepen tot ca. 5m -MV zullen plaatsvinden, waarbij graafwerkzaamheden en heiwerkzaamheden noodzakelijk zijn. In hoofdstuk 8 zal dieper worden ingegaan op de risico s die deze werkzaamheden in relatie tot mogelijk achtergebleven afwerpmunitie met zich meebrengen. 20 Fugro GeoServices BV, Funderingsadvies betreffende nieuwbouw aan de Spoorstraat te Nijmegen (Arnhem, 26 maart 2012) 21 Ibidem, p PRA-01 Pagina 18 van 35

19 7 VASTSTELLEN VAN HET RISICOGEBIED In het eerste hoofdstuk van deze Projectgebonden Risicoanalyse (de historische schets) is in woord en beeld aangegeven dat het te bewerken gebied bij minimaal één bombardement betrokken is geweest. In de Concepttekst nieuwe methode voor uitvoeren van vooronderzoek CE zijn vaste waarden vastgesteld hoe een op munitie verdacht risicogebied vastgesteld dient te worden. In dit hoofdstuk wordt een onderscheid gemaakt tussen het risicogebied in horizontale (het oppervlakte), en het risicogebied in verticale zin (de diepte). 7.1 HORIZONTALE AFBAKENING Het in hoofdstuk 4 beschreven bombardement van 22 februari 1944 valt conform de richtlijnen te typeren als een tapijtbombardement. Immers, van een vooraf vastgesteld specifiek doel was geen sprake. Het doel was om zo veel mogelijk schade aan te richten, waardoor de bommenlast ad random afgeworpen werd. In de richtlijnen staat voor wat betreft de horizontale afbakening van het risicogebied het volgende beschreven: Indicatie Tapijtbombardement Algemene omschrijving Gebied dat is getroffen door een bombardement met middelzware en / of zware bommenwerpers, met als doel om schade aan te richten over een groot gebied. Verdacht x Niet verdacht Uitgangspunten voor afbakening verdacht gebied Op basis van een analyse van het inslagenpatroon wordt de maximale afstand tussen twee opeenvolgende inslagen binnen een inslagpatroon bepaald. Het verdachte gebied wordt afgebakend door deze afstand te projecteren op de buitenste inslagen van het inslagenpatroon. Dat is exclusief de eventuele horizontale verplaatsing van de buitenste blindganger binnen het inslagenpatroon. Door het feit dat er van een vaststaand inslagenpatroon geen sprake is en de oppervlakte van het onderzoeksgebied (ca 0,3ha) zeer gering is, moet geconcludeerd worden dat het gehele onderzoeksgebied in horizontale zin als verdacht beschouwd dient te worden. Dit wordt versterkt door de wetenschap dat Nijmegen tijdens laatste oorlogsmaanden frontgebied is geweest en derhalve intensief door artilleriegeschut is beschoten. De betrokkenheid van de Spoorstraat hierbij is beschreven in hoofdstuk VERTICALE AFBAKENING In hoofdstuk 5 van deze rapportage is reeds vastgesteld dat de maximale penetratiediepte in het gebied van de te realiseren Nimbus ca. 4.5m -MV is. In hetzelfde hoofdstuk is bepaald dat er in de naoorlogse periode al bodemroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden door de bouw van het voormalig Gewestelijk Arbeidsbureau. Dit gebouw had, zo blijkt uit bouwtekeningen afkomstig van de gemeente Nijmegen, een funderingsconstructie op staal dat op ca. 3m -MV aangebracht was PRA-01 Pagina 19 van 35

20 In de overige delen van het onderzoeksgebied hebben geen of geen achterhaalbare grootschalige bodemingrepen plaatsgevonden. Schematisch kan de verticale afbakening van het risicogebied als volgt worden weergegeven: Figuur 9: Verticale afbakening van het risicogebied met (in groen) de niet verdachte, en (in rood) de verdachte gebieden PRA-01 Pagina 20 van 35

21 8 RISICOANALYSE 8.1 ALGEMEEN Aangezien de veiligheid van mens, milieu en materieel bij opsporing van explosieven voorop dient te staan, zal in dit hoofdstuk worden ingegaan op de vraag welke risico s met de explosievenopsporing gepaard gaan en in hoeverre deze effect hebben op personen en levende have, bebouwing en infrastructuur in de directe omgeving. Tevens wordt nagegaan welke veiligheidsmaatregelen genomen (kunnen) worden om de eventuele risico s te minimaliseren. 8.2 RISICO-INVENTARISATIE Bij grondwerkzaamheden kan een eventueel aanwezige vliegtuigbom ongecontroleerd tot detonatie komen. De detonatie wordt veroorzaakt door direct contact met de bom, of door schokgolven in de bodem die de achtergrondtrilling van de bodem verhogen met ten minste met 1,0 m/s2. Direct contact met een vliegtuigbom kan voorkomen bij graafwerkzaamheden of het inbrengen van heipalen en damwanden. Schokgolven die de achtergrondtrilling van de bodem verhogen met ten minste met 1,0 m/s2 ontstaan bij het heien van palen en het intrillen van damwanden. Bij de detonatie van een vliegtuigbom komt een zeer grote hoeveelheid energie vrij. De vrijgekomen energie uit zich in een deel thermische energie (temperatuurtoename) en een deel mechanische energie (luchtdrukwerking, schokgolf en scherfwerking). Bij detonatie kan de luchtdrukwerking, schokgolf en scherfwerking een vernietigende uitwerking hebben op de onmiddellijke omgeving van het detonatiepunt en dodelijk letsel veroorzaken. De uitwerking van luchtdrukwerking, schokgolf en scherfwerking zijn hieronder uiteengezet. Scherfwerking ontstaat doordat bij een explosie de omhulling van een detonerende explosieve stof zal verscherven en door de drukwerking met een bepaalde snelheid zal worden weggeblazen. Scherfwerking (fragmentatie) wordt onderscheiden in primaire scherven van het lichaam van het explosief zelf en secundaire scherven, afkomstig van het omringende medium, zoals puin en glasscherven. Primaire en secundaire scherfwerking kunnen dodelijk letsel veroorzaken in de directe omgeving van het detonatiepunt. Voor het gebied rond het detonatiepunt, waar een gerede kans bestaat dat men door scherven van het explosief of secundaire scherven wordt getroffen (de schervengevarenzone), zijn richtlijnen opgesteld door de Explosieven Opruimingsdiensten van Defensie in samenwerking met TNO. Hoe dieper het explosief onder het maaiveld is gelegen bij een detonatie en hoe meer de scherfwerking wordt gehinderd door omgevingsfactoren zoals de wanden van een bouwkuip, hoe minder ver de scherven zullen reiken. De schervengevarenzone van een vliegtuigbom van 500lbs is 1320 meter. Volgens het voorschrift opruiming explosieven (VGVK 19) van Defensie is de maximale afstand waarbinnen in een geval van een detonatie van een vliegtuigbom van 500lbs, gevaarlijk puin kan worden weggeslingerd, circa 275 meter PRA-01 Pagina 21 van 35

22 Luchtdrukwerking is een direct gevolg van de uitwerking van een snelle uiteenzetting van de hete, gasvormige reactieproducten die worden gevormd tijdens de explosie. Luchtdruk heeft een effect op het menselijk lichaam en kan in de directe omgeving van het detonatiepunt constructies laten instorten en tot op grote afstand ruiten laten springen. Door luchtdrukwerking kan tevens kratervorming plaatsvinden aan de oppervlakte of, als de bom diep genoeg ligt om geen schade aan de oppervlakte te veroorzaken, ondergronds de bodem samendrukken waardoor een zogenaamde gaszak ontstaat. Deze gaszak heeft invloed op de geotechnische waarden van de bodem met in het uiterste geval instorting van de bodem en bovengrondse constructies of doorboring van waterafsluitende lagen als gevolg. Schokgolfwerking is een heftige trilling die ontstaat bij de explosie en zich voortplant door de omringende materie. Hoe dichter deze materie, hoe verder de schokgolf zich zal voortplanten en daardoor op grote afstand leidingen, fundamenten, enz. kan vernielen of beschadigen. De afstand tot een vliegtuigbom van 500lbs die is ingedrongen in de bodem, waarop in geval van een explosie ten gevolge van de aardschok schade zal ontstaan, is vastgelegd in de VGVK 19. Dit betreft: - circa 17 meter voor fundamenten; - circa 14 meter voor gemetselde riolering; - circa 14 meter voor gietijzeren en betonnen buizen; circa 7 meter voor stalen buizen en kabels. Op grotere afstand kan trillingshinder optreden en scheuren in muren ontstaan. Richtlijnen voor het optreden van trillingshinder en scheuren in muren ontbreken. Bij de detonatie ontstaat een sterke temperatuurtoename, afhankelijk van het soort springstof. De hete gassen die ontstaan, veroorzaken een vuureffect bij contact met zuurstof in de lucht. De scherven die door de scherfwerking ontstaan zijn bloedheet en vormen een risico voor brandgevoelige infrastructuur, zoals gasleidingen. Specifieke risico's met betrekking tot het inbrengen van heipalen Indien een in de bodem aanwezige vliegtuigbom wordt geraakt door een heipaal zal de gasdruk de weg van de minste weerstand naar het aardoppervlak volgen door de opening, die door het inbrengen van de heipaal is ontstaan. De heipaal zal door de ontstane druk met grote kracht tegen het heiblok slaan, waardoor de heipaal bovengronds versplinterd. Deze secundaire scherfwerking, dat bestaat uit splinters van de heipaal, kan dodelijk zijn in de directe omgeving van de heilocatie. De heimachine zal door de gasdruk en mogelijk rondvliegend puin zware schade ondervinden en kan omver worden geworpen. Personen die zich achter glas bevinden in de directe omgeving van de heilocatie lopen tevens risico te worden geraakt door glassplinters van de door de gasdruk bezwijkende ramen. Het volgende overzicht omtrent de gepaarde risico s in relatie tot heiwerkzaamheden kan gegeven worden: - Op een afstand van minder dan 10 m van een mogelijke blindganger, kan zeer wel mogelijk detonatie van die blindganger veroorzaken; - Het is onwaarschijnlijk dat heien op een afstand tussen de 10 en 50 m van een mogelijke blindganger detonatie van die blindganger veroorzaakt; PRA-01 Pagina 22 van 35

23 - Het is praktisch onmogelijk dat heien op een afstand van meer dan 50 m van een mogelijke blindganger detonatie van die blindganger veroorzaakt. 8.3 MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN EEN ONGECONTROLEERDE DETONATIE Om voorgenomen risico's tot een minimum te kunnen beperken, wordt geadviseerd om het proces van explosievenopsporing in de in hoofdstuk 7 in horizontale en verticale zin aangegeven risicogebieden voort te zetten. De wijzen waarop dit dient te gebeuren zijn zeer locatiespecifiek en afhankelijk van te verwachten typen en kalibers munitie PRA-01 Pagina 23 van 35

24 9 LOCATIESPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN Om te kunnen bepalen welke opsporingsmethodiek binnen het te bewerken gebied het meest efficiënt is, is een locatiebezoek gebracht aan het terrein aan de Spoorstraat (mei 2012). In dit hoofdstuk wordt met behulp van beeldmateriaal getoond welke ervaringen zijn opgedaan. In het volgende hoofdstuk van deze PRA zal worden aangegeven welke uitwerking de waarnemingen hebben op een eventueel vervolg van de opsporingswerkzaamheden. Figuur 10: Overzicht van het te bewerken gebied vanaf de Tunnelweg Figuur 11: Overzicht van het te bewerken gebied vanaf de Tunnelweg PRA-01 Pagina 24 van 35

25 Figuur 12: Het braakliggend terrein in eigendom van Talis Figuur 13: Waargenomen puinresten op het te bewerken terrein PRA-01 Pagina 25 van 35

26 Figuur 14: Waargenomen verharding binnen het werkgebied PRA-01 Pagina 26 van 35

27 10 INVENTARISATIE VAN DE OPSPORINGSDOELEN, -BEPERKINGEN EN -METHODEN 10.1 OPSPORINGSDOEL De detectiewerkzaamheden zijn gericht op specifieke typen en kalibers munitie die in het gebied te verwachten zijn. Van dit gebied is bekend dat het betrokken is geweest bij luchtaanvallen met afwerpmunitie (lees: vliegtuigbommen), waardoor uitgegaan kan worden van kalibers tot maximaal 500lbs. Daarnaast zijn er gegevens bekend van artilleriebeschietingen op de Spoorstraat op 20 december OPSPORINGSBEPERKINGEN Bij de keuze van een geschikte detectiemethode, is het van belang om rekening te houden met de in deze Projectgebonden Risicoanalyse waargenomen en achterhaalde locatiespecifieke kan merken. Zo kunnen objecten verstorend werken op de meetapparatuur, waardoor individuele uitslagen van metaalhoudende objecten in de bodem (zoals mogelijke explosieven) als het ware opgaan in de overheersende verstorende werking van aanwezige obstakels. Waargenomen verstorende objecten in en direct grenzend aan dit onderzoeksgebied zijn: - De aangrenzende hoogbouw rond het gebied; - het waargenomen puin op en in het braakliggend terrein; - de waargenomen (kleinschalige) verharding in het oosten van het gebied - de middels KLIC-melding achterhaalde kabels en leidingen aan de randen van het gebied. - kleinschalige begroeiingen Bij digitale oppervlaktedetectie is het van belang dat het onderzoeksgebied met een constante snelheid ingemeten wordt. Bovendien geldt bij zowel digitale als analoge detectie dat het gebied zo veel mogelijk vrij moet zijn van objecten die de metingen verstoren OPSPORINGSMETHODEN Om ter plaatse te kunnen bepalen of er in de risicogebieden daadwerkelijk verdachte, ijzerhoudende objecten in de bodem bevinden, is het detectieonderzoek een logisch vervolg op de bureaustudie. Hierbij worden de te bewerken locaties middels geavanceerde metaaldetectoren 'gescand' op de aanwezigheid van ijzerhoudende objecten (zoals conventionele explosieven). Bij detectie wordt er een onderscheid gemaakt in: Analoge detectie: Detectie waarbij direct wordt overgaan tot het lokaliseren (en desgewenst benaderen) van het object en de meetgegevens niet worden vastgelegd; PRA-01 Pagina 27 van 35

28 Computerondersteunde (digitale) detectie: Het verzamelen van meetgegevens in een computer, waarna op een later tijdstip interpretatie plaatsvindt en de meetgegevens automatisch worden vastgelegd. Een detectieonderzoek kan op verschillende manieren uitgevoerd en zijn sterk afhankelijk van de situatie ter plaatse, de zoekdoelen en de onderzoeksdiepten. Categorie Voordelen Nadelen Geomagnetiek (passief meetsysteem) Geo-electromagnetiek (actief meetsysteem) Hoog frequentie electromagnetiek (actief meetsysteem) - een veel beproefde meettechniek; - goed hanteerbaar; - geschikt voor boorgatdetectie; - alleen ferrohoudende objecten worden gemeten; - dieptebepaling is mogelijk; - in homogeen samengestelde bodems tot ca. 6m mv inzetbaar (bij grote ferromassa s). - een veel beproefde meettechniek; - goed hanteerbaar; - detectie van niet-ferrometalen is mogelijk; - minder gevoelig voor verstoringen van objecten in de directe omgeving (zoals hekken, damwanden etc.). - minder gevoelig voor verstoringen van objecten in de directe omgeving (zoals hekken, damwanden etc.); - detectie van niet-ferrometalen is mogelijk; - verschaft veel geologische informatie. - hoger gelegen objecten blokkeren de meetresultaten van eventuele dieperliggende objecten; - gevoelig voor oppervlakteverstoringen zoals puin, funderingen, leidingen, spoor en scherven; - gevoelig voor verstoringen van ferrohoudende objecten in de directe omgeving (hekken, damwanden etc.); - het meetresultaat van kleine objecten neemt met toenemende diepte sterk af; - alleen detectie van ferrometalen mogelijk. - hoger gelegen objecten blokkeren de meetresultaten van eventuele dieperliggende objecten; - gevoelig voor oppervlakteverstoringen zoals puin, funderingen, leidingen, spoor en scherven; - het meetresultaat van kleine objecten neemt met toenemende diepte af; - niet geschikt voor boorgatdetectie; - er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende metalen. - de meetdiepte wordt door onder andere klei en grondwater sterk begrensd; - het resultaat wordt sterk beïnvloed door gebruikte antenne-geometrie en frequentie; - in het algemeen worden de PRA-01 Pagina 28 van 35

29 Categorie Voordelen Nadelen meetresultaten van hoger gelegen objecten door eventuele dieperliggende objecten geblokkeerd; - gecompliceerde techniek, interpretatie, meetresultaten (alleen door Geofysicus mogelijk); - toepassing van meersondesystemen beperkt mogelijk; - niet geschikt voor boorgatdetectie; - er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen objecten met eenzelfde dichtheid maar met een verschillende samenstelling. Tenslotte dient, in relatie tot de opdracht, de afweging gemaakt te worden of er detectie plaatsvindt vanaf het maaiveld of middels boren / sonderen. Er wordt overgegaan op het verrichten van boorgat- / sondeermetingen wanneer: - de gezochte objecten ten gevolge van de relatie tussen meettechniek, diepte en massa niet middels oppervlaktedetectie definieerbaar zijn; - bovenliggende grond-, verhardings-, funderings- en verontreinigingslagen een betrouwbare meting verstoren en niet verwijderd kunnen / mogen worden. Railinfrastructuur is hier een voorbeeld van PRA-01 Pagina 29 van 35

30 11 NADER UIT TE VOEREN OPSPORINGSWERKZAAMHEDEN 11.1 OVERZICHT VAN ONDERZOEKSRESULTATEN Naar aanleiding van de uitgevoerde PRA zijn voor het vaststellen van nader uit te voeren opsporingswerkzaamheden in het te bewerken gebied, de volgende relevante gegevens achterhaald: - Het gebied is op 22 februari 1944 betrokken geweest bij een luchtaanval waarbij afwerpmunitie van maximaal 500lbs is ingezet; - (de directe omgeving) van het gebied is op 20 december 1944 betrokken geweest bij artilleriebeschietingen; - De maximale diepte waarop mogelijke blindgangers aanwezig kunnen zijn, is op basis van sonderinggegevens vastgesteld op 4.5m -MV; - In delen van het onderzoeksgebied hebben in de naoorlogse periode bodemroerende werkzaamheden plaatsgevonden tot een diepte van ca. 3m -MV; - In het onderzoeksgebied zijn detectieverstorende objecten waargenomen. Zo wordt het onderzoeksgebied deels omsloten door hoogbouw, en is er puin en een verharding waargenomen. Op basis van voorgenoemde gegevens wordt u in dit hoofdstuk geadviseerd omtrent nader uit te voeren opsporingswerkzaamheden. Deze opsporingswerkzaamheden zijn er op gericht om op een zo efficiënt en nauwkeurig mogelijk manier te bewerkstelligen dat de geplande werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden OPSTELLEN PLAN VAN AANPAK Alvorens met opsporingswerkzaamheden gestart kan worden, dient een projectplan opgesteld te worden. Het projectplan omvat ten minste de volgende onderdelen: 1. een omschrijving en doelstelling van de opdracht; 2. een beschrijving van de projectorganisatie met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; 3. een beschrijving van de wijze van interne en externe communicatie; 4. de planning van de werkzaamheden en inzet van personeel; 5. een werktekening met daarop ten minste de ligging van het werk-/opsporingsgebied, geprojecteerd op een ondergrond van de omgeving (gebaseerd op de Grootschalige Basiskaart Nederland) met daarop aangegeven de ligging ten opzichte van het Rijksdriehoeknet (door middel van RD-coördinaten); 6. een omschrijving van de wijze van detectie en daarbij te gebruiken detectiemethoden en apparatuur. 7. een beschrijving van de wijze van lokaliseren, laagsgewijs ontgraven en identificatie en daarbij te gebruiken materieel en hulpmiddelen; PRA-01 Pagina 30 van 35

31 8. een beschrijving van de wijze van tijdelijk veiligstellen van CE; 9. de communicatie met de EODD en informatie betreffende de eventuele vernietigingslocatie; 10. een projectgebonden risico-evaluatie en een beschrijving van de te treffen veiligheidsmaatregelen in de onderscheiden procesfasen; 11. een VGM-plan (veiligheid-, gezondheid- en milieuplan); 12. een protocol voor de inschakeling van hulpverleningsdiensten; 13. een beschrijving van aansprakelijkheden en verzekeringen; 14. een beschrijving van de projectcontroles (wat, wie en hoe controleren op welk moment), inclusief de wijze van registratie en de terugkoppeling daarvan. Het projectplan en de beschrijving van de werkmethoden dienen te borgen dat alle geïdentificeerde risico s op adequate wijzen worden vermeden of beheerst. In het projectplan dient tevens te worden beschreven welke personen hebben meegewerkt aan de werkvoorbereiding. De senior OCEdeskundige en een bevoegd lid van het management van de organisatie dienen aantoonbaar te hebben ingestemd met de inhoud van het projectplan. Het projectplan dient aantoonbaar te zijn goedgekeurd door de opdrachtgever en de gemeente Nijmegen. Goedkeuring door de gemeente dient plaats te vinden door of namens de verantwoordelijke voor openbare orde en publieke veiligheid TE ADVISEREN OPSPORINGSWERKZAAMHEDEN Op basis van voorliggende projectgebonden risicoanalyse, wordt u geadviseerd om de volgende opsporingswerkzaamheden uit te laten voeren: A. Het regulier afgraven van het terrein tot een diepte van reeds geroerde bodemlaag (ca. 0,50cm), waardoor het terrein wordt opgeschoond van detectiebelemmerende obstakels als puin, verharding en begroeiingen. B. Het opgeschoonde terrein wordt met behulp van analoge oppervlaktedetectie ingemeten. Bij een dergelijke detectie worden de gebiedsdelen met behulp van een enkelsondig meetsysteem ingemeten en worden de meetgegevens ter plaatse geïnterpreteerd door de uitvoerder van de detectie. Het meetbereik van een dergelijk detectie (na opschoning van het terrein) is ca. 4-4,5m, waardoor de diepte van de in deze PRA vastgestelde maximale penetratiediepte van mogelijk aanwezige munitie bereikt zal worden. Zekerheidshalve zal het zoekdoel van deze analoge detectie niet alleen afwerpmunitie van 500lbs dienen te zijn, maar tevens artilleriemunitie. Dit naar aanleiding van de beschietingen van 20 december Staatscourant 2012 nr. 4230, Werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (Document: WSCS-OCE: 2012, versie 1). Dit certificatieschema zal per 1 juli 2012 de huidige regelgeving van de BRL-OCE vervangen PRA-01 Pagina 31 van 35

32 Figuur 15: voorbeeld van enkelsondige, analoge detectie C. Indien er geen munitieverdachte objecten zijn gemeten, dan kunnen de opsporingswerkzaamheden beëindigd worden. Indien er wel verdachte objecten zijn gemeten, dan wordt in het detectieverslag aangegeven welke objecten het zijn (ligging, massa en berekende diepte) en geadviseerd op welke wijze deze objecten ten behoeve van identificatie benaderd zouden kunnen worden. In het geval het kleine(re) objecten betreft die op geringe diepte liggen, dan worden deze ter plaatse door een senior explosieven deskundige benaderd en geïnterpreteerd. Indien het daadwerkelijk een conventioneel explosief betreft, dan zal de explosievendeskundige passende maatregelen nemen OPSTELLEN EINDRAPPORTAGE MET ONDERZOEKSBEVINDINGEN Na uitvoering van het project dient er door het opsporingsbedrijf een eindrapportage opgesteld te worden. Conform de geldende regels bevat deze ten minste de volgende gegevens: - het werk-/opsporingsgebied geprojecteerd op een ondergrond van de omgeving (GBKN) met daarop aangegeven de ligging ten opzichte van het Rijksdriehoeknet (door middel van RDcoördinaten) ; - een omschrijving van de opdracht; - een omschrijving van de gebruikte opsporingsmethoden; - de onderzoeksresultaten; PRA-01 Pagina 32 van 35

33 In het proces-verbaal van oplevering wordt de volgende aanbeveling opgenomen: de opdrachtgever wordt aanbevolen om een afschrift van dit proces-verbaal van oplevering toe te zenden aan de gemeente Nijmegen. Het eindrapport wordt opgesteld door het uitvoerende opsporingsbedrijf en dient ondertekend te zijn door de opsteller van het verslag, een senior explosievendeskundige en een vertegenwoordiger van het management SCHEMATISCH OVERZICHT VAN DE GEADVISEERDE WERKMETHODIEK Fase Werkzaamheden Actoren 1. Opstellen Plan van Aanpak en ondertekening door het gecertificeerd opsporingsbedrijf, opdrachtgever en Bevoegd Gezag Werkvoorbereiding gecertificeerd opsporingsbedrijf 2. Het regulier afgraven van de bodem tot ca. 0,50m -MV Civiel aannemer 3. Het middels analoge oppervlaktedetectie inmeten van het onderzoeksgebied. Hierbij worden grotere, op diepte aanwezige objecten voorzien van een coördinaat en wordt geadviseerd omtrent benadering van het object. Kleinere, op geringe diepte aanwezige, verdachte objecten kunnen direct worden benaderd en geïdentificeerd. detectie: - 1 senior explosievendeskundige - 1 assistent explosievendeskundige - enkelsondig meetsysteem - plaatsbepalingssysteem 5. Opstellen eindrapportage met onderzoeksbevindingen en advies omtrent voorzetting door benadering van gemeten objecten of beëindiging van het opsporingsproces. Imput: - senior explosievendeksundige Uitwerking: Werkvoorbereiding gecertificeerd opsporingsbedrijf 23 Ibidem PRA-01 Pagina 33 van 35

34 12 VERANTWOORDELIJKHEDEN De verantwoordelijkheid voor acceptatie van risico s in het kader van de Openbare Veiligheid kan alleen door het Bevoegd Gezag worden vastgesteld en opgelegd. Dit betekent dat Talis in overleg met gemeente moet vaststellen welke risico s voor de gemeente acceptabel zijn. De inhoud van deze PRA kan hiervoor als leidraad dienen. Alle betrokken partijen hebben daarnaast binnen het wettelijke kader (ARBO) een eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid in relatie tot het vaststellen van de (aanvaardbare) risico s. Het goed informeren van uitvoerend personeel over de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken naar risico s met betrekking tot conventionele explosieven is hierbij van belang. Geadviseerd wordt dan ook om het advies met betrekking tot het opsporen van conventionele explosieven met de gemeente te bespreken PRA-01 Pagina 34 van 35

35 13 GERAADPLEEGDE BRONNEN Archieven: - Gemeentearchief Nijmegen, waarvan: beeldbank Internet: Literatuur: - Janssen, Bart; De pijn die blijft: ooggetuigenverslagen van het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944 (Amsterdam 2005) - Zwanenburg, Gerrit J; En nooit was het stil kroniek van een luchtoorlog (z.p/z.j) Rapportages derden: - Fugro GeoServices BV, Funderingsadvies betreffende nieuwbouw aan de Spoorstraat te Nijmegen (Arnhem, 26 maart 2012) - Fugro ingenieursbureau BV, 'Geotechnisch onderzoek betreffende Nieuwbouw aan de Spoorstraat te Nijmegen' (3 maart 2008) - Staatscourant 2012 nr. 4230, Werkveldspecifiek certificatieschema voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (Document: WSCS-OCE: 2012, versie 1) PRA-01 Pagina 35 van 35

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel Datum: 4 december 2015 Projectnr.: 150108 Status: V2.0 definitief Gemeente Houten: Opdrachtgever 1 Armaex B.V.: Directeur¹

Nadere informatie

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863 SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 17-04-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00489 Chantal Akkermans Frederik Stouten PLS Prinses Irenestraat te Elst Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 27 maart

Nadere informatie

H. Kloosterboer (senior OCE-deskundige)

H. Kloosterboer (senior OCE-deskundige) Aanvullende luchtfotoanalyse t.b.v. het vaststellen van het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied Rijksweg Swalmen. Februari 2010 Copyright 2010. Niets uit deze

Nadere informatie

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen SAMENVATTING PROJECTLEIDER Datum: 9-4-2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 17bes00457 GEM Westeraam Gemeente Overbetuwe PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen Inleiding Naar

Nadere informatie

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Projectnummer: 0513GPR3372.4 Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 3 1.3 Opsporingsgebieden...

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied "N320 te Culemborg".

Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied N320 te Culemborg. Projectgebonden Risicoanalyse naar het risico op het aantreffen van conventionele eplosieven in het onderzoeksgebied "N320 te Culemborg". 27 juli 2012 285-012-PRA-01 Pagina 2 van 21 Distributielijst: -

Nadere informatie

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013 Proces-verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Nieuwkoop Projec'tnummer: 51 3051 1 Kenmerk: 5130511-PvO-001 Datum: 24 mei 2013.'åe:ú.'' -"-' '*c -.: {S'r 1- l. rocetrr Op po en Conwntionele E Plo

Nadere informatie

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Probleemstelling 1 1.3 Doelstelling 1 1.4 Opdracht 1 1.5 Verantwoording

Nadere informatie

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding PLS-NGE Datum: 6 juli 2015 Kenmerk: 2015-10-83-BR-01 Aan: Mw. E. Luggenhorst Projectbureau Herstructurering glastuinbouw Huissen-Angeren Van: F.G.J. Barink (BeoBOM) Betreft: Aanwezigheid NGE binnen projectgebied

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink Datum: 22 november 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: EU17-193 dhr. H. de Baaij dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Martinuskerk Nijmeegsestraat, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek van 7 november j.l.,

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Prof. Asserweg 24-5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0416-700220 oce@avg.eu www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL Notitie : 3VEO-CER.07024.V Voor : CCvD-OCE Van : Commissie Vooronderzoek en risicoanalyse Datum : 28 november 2013 Betreft : definitief voorstel methode PRA Deze notitie bevat een tekstvoorstel voor toevoeging

Nadere informatie

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 FAQ Bommenkaart Aan Van Henriette van Hoek, 020-2544154 Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017 Hoe kan ik de bommenkaart raadplegen? De bommenkaart is digitaal ontsloten via het dataportaal van gemeente

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid Datum: 28 oktober 2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2016-BB-68 dhr. J. Bongers dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Europaplein Zuid Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 18 oktober j.l. naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN

WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN Detectierapportage Pagina 1 van 13 Detectierapportage naar conventionele explosieven Vismigratierivier Kornwerderzand te Gemeente Súdwest-Fryslân

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum :

Versie : 1 : J. Bellemans / J. van Voorst Vader. IDDS Explosieven : Dhr. ing. M. Botermans (bedrijfsleider) Datum : DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 18 april 2016 Kenmerk : 15110367/JVV/rap1 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / J. van Voorst Vader Opdrachtgever

Nadere informatie

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Datum: 23-12-2016 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider) Gemeente Overbetuwe PLS Spoorkruisingen Elst Noord Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op

Nadere informatie

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : 396-014 : 27-11-2014 : 396-014-ER-01 : Definitief

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : 396-014 : 27-11-2014 : 396-014-ER-01 : Definitief EXPLOSIVE CLEARAHC.B GROUP Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek 'Baron van Nagelstraat 172', gemeente Barneveld. Opdrachtgever Opdrachtnemer Projectnaam ECG Projectnummer ECG Datum rapport Documentcode

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Datum: 28 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-78-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 14 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw

Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw Document

Nadere informatie

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond.

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond. Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond. Opdrachtgever Opdrachtnemer Projectnaam ECG : Gemeente Roermond : Explosive Clearance Group BV : Speeltuin Kitskensberg Roermond

Nadere informatie

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink Datum: 21 juli 2017 Kenmerk: Aan: Van: Betreft: 2017-BB-76-01 dhr. T. Meulendijks dhr. F.G.J. Barink PLS-NGE Karbrugsevoetpad 4, Huissen Inleiding Naar aanleiding van uw verzoek op 10 juli j.l. met betrekking

Nadere informatie

Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Thornsche Molen, gemeente Ubbergen.

Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Thornsche Molen, gemeente Ubbergen. Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Thornsche Molen, gemeente Ubbergen. Opdrachtgever : Stichting Thornsche Molen Opdrachtnemer : Explosive Clearance Group BV Projectnaam ECG : Thornsche Molen

Nadere informatie

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: GPR4909.1 Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Inhoudsopgave 1 Het onderzoek... 3 1.1 Achtergrond... 3 1.2 Doel van het onderzoek... 4 1.3 Opsporingsgebied, onderzoeksdiepte

Nadere informatie

Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard

Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard Projectnummer: 1114GPR4739.1 Opsporingsgebied: Uiterwaarden te Rhenen: deelgebied Palmerswaard Rapportage Projectnummer: 1114GPR4739.1 Datum: 27-02-2015 Betreft: Detectieonderzoek naar de mogelijke aanwezigheid

Nadere informatie

Rapportage detectieonderzoek Fase I in het onderzoeksgebied. Groesbeek.

Rapportage detectieonderzoek Fase I in het onderzoeksgebied. Groesbeek. Rapportage detectieonderzoek Fase I in het onderzoeksgebied Hofei te Groesbeek, gemeente Groesbeek. Opdrachtgever : Hofmans Vastgoed BV Opdrachtnemer : Explosive Clearance Group BV Projectnaam ECG : Hofei

Nadere informatie

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv

Briefrapportage. 1. Inleiding. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Rotterdam, S.Y.P.Y. Tjan Van: L.J. van Oudheusden; E.R. Beute Datum : 27-09-2013 Betreft: 1. Inleiding Saricon heeft in opdracht van de gemeente Rotterdam een (beperkt)

Nadere informatie

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1

Overzichtskaart onderzoeksgebied Overzicht EODD vondsten in de omgeving van het onderzoeksgebied. T&A Survey BV 0211GPR2431 1 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en onderzoeksdoel... 2 2.1 Algemeen... 3 2.2 Onderzoeksgebied... 3 2.3 Literatuur- en archiefonderzoek... 3 2.4 Historisch overzicht... 3 2.4.1 Historisch overzicht onderzoeksgebied...

Nadere informatie

Proces Verbaal van oplevering

Proces Verbaal van oplevering Bodemspecialismen Proces Verbaal van oplevering Projectgebied: Vooraard vallend Heijmans Wegen BV / Bodemspecialismen Graafsebaan 3 5248 JR Rosmalen Opdrachtgever Gemeente Veldhoven Datum rapport Documentnummer

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 ProcesVerbaal van Oplevering OCE Wijk en Aalburg Bosseweg 4 OCE I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de

Nadere informatie

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA Notitie : 3VEO-VOO.06301.N Voor : werkveld OCE Datum : 16 juli 2013 Betreft : concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Status : concept ter consultatie, reacties uiterlijk indienen op 30 augustus

Nadere informatie

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE.

Hieronder is uiteengezet wat de meest relevante feiten zijn voor het onderzoeksgebied wat betreft de mogelijke aanwezigheid van CE. Briefrapportage Saricon bv Aan: Havenbedrijf Rotterdam N.V. Van: Saricon: E.R. Beute, M. van Riel, MA, Datum : 27 augustus 2015 Betreft:, Theemswegtracé Rotterdam Inleiding Sinds 2012 werkt Saricon in

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal

Nadere informatie

Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray. Projectnummer Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling

Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray. Projectnummer Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling Detectie rapportage CE onderzoek Eckmanshof Blitterswijck, Gemeente Venray Projectnummer 1056069 Opdrachtgever: Van Der Horst Ontwikkeling Aannemer Postbus 160 6590 AD Gennep Opgesteld door R. Berns Uitvoerder

Nadere informatie

MEMO. Datum : 9 november Aan : Bart Lagerberg. Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE

MEMO. Datum : 9 november Aan : Bart Lagerberg. Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE Datum : 9 november 2017 Aan : Bart Lagerberg Van : Clemens Hendriksen Lennert Wigman (CT) Adviseurs Milieu & CE Betreft : Quick scan + naoorlogs onderzoek conventionele explosieven (CE) project nieuwbouw

Nadere informatie

Bijlage 13 Opsporing Explosieven

Bijlage 13 Opsporing Explosieven Bijlage 13 Opsporing Explosieven (ontwerp) De Vlierlanden NL.IMRO.0175.wonen2012bp0001-on01 678-720 Projectnummer:0414GPR4383 Opsporingsgebied: Ontwikkelingsgebied Ommen-Oost Rapportage Projectnummer:

Nadere informatie

BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf. Postadres: Postbus XX Schijndel M Schijndel TeL (073) Fax (073)

BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf. Postadres: Postbus XX Schijndel M Schijndel TeL (073) Fax (073) AFSCHRIFT BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf re) Hermalen 7 Postadres: Postbus 12 5481 XX Schijndel 5480 M Schijndel TeL (073) 543 10 10 Fax (073) 549 83 60 ING nr. 068.49.29.481 E-mail info@bodac.n1

Nadere informatie

De heer R. Kievits Postbus CD Papendrecht

De heer R. Kievits Postbus CD Papendrecht Projectgebonden Risico-Analyse Opsporen Conventionele Explosieven Kanaalkade Oost tehellevoetsluis Datum : 18 december 2013 Kenmerk : 13040136/MBO/rap2 Versie : 2 Auteur : de heer ing. M. Botermans Vrijgave

Nadere informatie

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron:

Quickscan Conventionele Explosieven. OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839. Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: Quickscan Conventionele Explosieven OWN A15 aansluiting Huissen Bemmel N839 Onderzoekslocatie anno 1944 (bron: www.topotijdreis.nl) ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl

Nadere informatie

Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Catharijnesingel, : Gemeente Utrecht

Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Catharijnesingel, : Gemeente Utrecht Eindrapportage detectie- en benaderonderzoek Catharijnesingel, gemeente Utrecht. Opdrachtgever : Gemeente Utrecht Opdrachtnemer : Explosive Clearance Group BV Projectnaam ECG : Catharijnesingel Projectnummer

Nadere informatie

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE RWZI Treurenburg AVG Geoconsult Heijen BV De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep AVG Milieutechniek Heijen BV K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax :

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA)

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Toelichting concept methode Projectgebonden Risicoanalyse (PRA) Antoon Meijers lid Commissie Vooronderzoek & risicoanalyse VEO Huidige Toestand: Naar aanleiding van een vooronderzoek (cf. WSCS-OCE) is

Nadere informatie

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht. Voor : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 30 januari 2014 Notitie : 4SCVE-EVA.07221.N Betreft : toelichting op wijzigingsvoorstellen WSCS-OCE d.d. januari 2014 Op 1 juli 2012 is versie

Nadere informatie

Proces Verbaal van Oplevering

Proces Verbaal van Oplevering Proces Verbaal van Oplevering CE-bodemonderzoek Barneveld waterberging overgangszone Esvelderbeek Opdrachtgever: Gemeente Barneveld OPSPOREN CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Riel Explosive Advice & Services Europe

Nadere informatie

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Projectnummer: Projectgebied: 0115GPR4909 Bestemmingsplan de Bredius te Muiden Rapportage Projectnummer: 0115GPR4909 Datum: 12-02-2015 Betreft: Projectgebonden risicoanalyse Conventionele Explosieven ter

Nadere informatie

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout

Versie : 1 : J. Bellemans / W. Wisselink. : Dhr. F. Schreiner : Postbus 149 : 2215 ZJ Voorhout DETECTIERAPPORT Hooghkamer UW6 Voorhout in de gemeente Teylingen Datum : 4 oktober 2016 Kenmerk : 15110367/WWI/rap2 Status : definitief Versie : 1 Auteur : J. Bellemans / W. Wisselink Opdrachtgever : Gemeente

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling Notitie : 3VEO-VOO.05667.V Voor : betrokkenen OCE werkveld Van : secretariaat Datum : 16 april 2013 Betreft : handreiking vooronderzoeken BRL-OCE versus WSCS-OCE 1. Inleiding Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering 2011 Proces verbaal van oplevering Proces verbaal van oplevering Explosievenonderzoek Koningsven Ottersum Projectnummer Leemans S2011.033 Documentnummer S2011.033-01 Opdrachtgever Teunesen Zand en Grint

Nadere informatie

Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden

Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden Detectierapportage Lidl Nordlaan, Velp Gemeente Rheden IDDS Explosieven B.V. Datum : 4 januari 2018 Kenmerk : 17090594/CKU/DR1 In opdracht van : Maas & Nienhuis Civiel Adviesbureau B.V. (namens Lidl Nederland

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK REIGERSKANT ESCH

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK REIGERSKANT ESCH AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK MOSKEE TAWHIED TE ROERMOND

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING CE ONDERZOEK MOSKEE TAWHIED TE ROERMOND AVG Explosieven Opsporing Nederland De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

Rapportage detectieonderzoek in het opsporingsgebied Molenhof te Blitterswijck.

Rapportage detectieonderzoek in het opsporingsgebied Molenhof te Blitterswijck. Rapportage detectieonderzoek in het opsporingsgebied Molenhof te Blitterswijck. Projectnaam ECG : Molenhof Projectnummer ECG : 127-012 Opdrachtgever : Gemeente Venray Datum rapport : 05-04-2012 Documentcode

Nadere informatie

DETECTIERAPPORT FIETSBRUG NOORD CUIJK-MOOK

DETECTIERAPPORT FIETSBRUG NOORD CUIJK-MOOK AVG Explosieven Opsporing Nederland Prof. Asserweg 24 5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 oce@avg.eu www.explosievenopsporing.com DETECTIERAPPORT

Nadere informatie

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430

MEMO. Inleiding. Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout. Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Datum : 21 december 2010 (definitief) Aan : Marcel van Hout Van : Arjan Matser tel. 026-377 4430 Betreft : Historisch en na oorlogsonderzoek conventionele explosieven (CE) inclusief werkadvies voor projectlocatie

Nadere informatie

PROCES VERBAAL VAN OPLEVERING WSCS-OCE INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3. 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen Grondradardetectie 5

PROCES VERBAAL VAN OPLEVERING WSCS-OCE INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3. 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen Grondradardetectie 5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 Resultaten grondradar en dieptedetectie tuinen 5 2.1 Grondradardetectie 5 2.2 Dieptedetectie tuinen 6 3 Handmatige dieptedetectie 7 3.1 Voorbereidende werkzaamheden 7 3.2

Nadere informatie

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht

Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Aanvullend Vooronderzoek Conventionele Explosieven Grote Hondring te Dordrecht Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht

Nadere informatie

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE.

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE. >Retouradre5: EODD - Sm Scheickkazerne - Postbus 109, 3769 ZJ SOESTERBERG. Gemeente De Wolden (DR) Postbus 20 7920 AA ZUIDWOLDE. Commando land Opruimingsdienst Sm Scheickkazerne Zeisterspoor 12 3769 AP

Nadere informatie

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort

Aanvullende notitie. Projectnummer: 1014GPR Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Aanvullende notitie Projectnummer: 1014GPR4708.1 Projectgebied: Verlegging van een leidingtracé langs de A1 tussen Bunschoten en Amersfoort Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 1 Inleiding... 3 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

Projectgebonden risicoanalyse

Projectgebonden risicoanalyse Projectgebonden risicoanalyse Zevenaar BAT-terrein Opdrachtgever: Projectburo B.V. Figuur 1: Zevenaar BAT-terrein (bron: www.degelderlander.nl). Opsporen Conventionele Explosieven Riel Explosive Advice

Nadere informatie

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Projectnummer: 0814GPR3606.4 Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol...

Nadere informatie

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven

Vooronderzoek. Barneveld-Noord Station. Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Opsporen Conventionele Explosieven Vooronderzoek Barneveld-Noord Station Projectnummer : 71099 Locatie Opdracht Opdrachtgever : Barneveld-Noord Station : Vooronderzoek

Nadere informatie

Rapportage. computerondersteunde oppervlaktedetectie naar Conventionele Explosieven uit de Tweede Wereldoorlog

Rapportage. computerondersteunde oppervlaktedetectie naar Conventionele Explosieven uit de Tweede Wereldoorlog Rapportage computerondersteunde oppervlaktedetectie naar Conventionele Explosieven uit de Tweede Wereldoorlog Locatie: Perceel aan de Ceintuurbaan te Elst Kenmerk S2017.092-R01 Opdrachtgever Opdrachtgever

Nadere informatie

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst OCE Vathorst I Voorwoord Natuurlijk Een eenvoudig woord met meerdere betekenissen, maar bovenal een woord met veel inhoud voor BODAC, onderdeel van de Den Ouden

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling Collegevoorstel Inleiding Uit rapporten uit of na de Tweede Wereldoorlog blijkt dat op verschillende plaatsen in de Nederlandse bodem mogelijk nog een aanzienlijke hoeveelheid explosieven (de zogenaamde

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige

Nadere informatie

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv Toetsing Vooronderzoek CE Opdrachtgever: KWS lnfra bv Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: 51 40526-TVO-00 I 16 april2014 CErrt Opsporen Conventionele Explosieven Status: Definitief WSCS - OCE

Nadere informatie

Proces-verbaal van Oplevering

Proces-verbaal van Oplevering Proces-verbaal van Oplevering NGE-bodemonderzoek Gemeente Bernheze - De Hoef II / fase 3 Opsporen Niet Gesprongen Explosieven Riel Explosive Advice & Services Europe B.V. Alphenseweg 4a, 5133 NE Riel,

Nadere informatie

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK Opsporing Conventionele Explosieven Guido de Jong (HbR) Programma 1. Waar hebben we het over? 2. Historie en vooronderzoek Rotterdam 3. OCE proces Verdieping

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse

Projectgebonden Risicoanalyse Projectgebonden Risicoanalyse Niet Gesprongen Explosieven Dierenambulance Appingedam Eendracht Wassenaar RO-150208 versie 1.0 22 RO-710082 december versie 20151.0 3 oktober 2013 Riel Explosive Advice &

Nadere informatie

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE MOGELIJKE AANWEZIGHEID CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Spooromgeving Geldermalsen

PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE MOGELIJKE AANWEZIGHEID CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Spooromgeving Geldermalsen PROJECTGEBONDEN RISICO ANALYSE MOGELIJKE AANWEZIGHEID CONVENTIONELE EXPLOSIEVEN Spooromgeving Geldermalsen AVG Explosieven Opsporing Nederland Prof. Asserweg 24 5144 NC Waalwijk Postbus 160-6590 AD Gennep

Nadere informatie

Appingedam Eendracht

Appingedam Eendracht Maatwerk advies Niet Gesprongen Explosieven Laan naar Emiclaer 2, Amersfoort Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort Kenmerk : Projectnummer 71419-AO/RO-150196 versie 1.0 Plaats en datum : Riel, 23 november

Nadere informatie

Projectgebonden Risicoanalyse CE Rijnsburgerblok deel 2 (K3-4) te Leiden

Projectgebonden Risicoanalyse CE Rijnsburgerblok deel 2 (K3-4) te Leiden Projectgebonden Risicoanalyse CE Rijnsburgerblok deel 2 (K3-4) te Leiden Postbus 92 Industrieweg 24 www.saricon.nl Tel. +31 (184) 422 538 KvK-nummer: 23.063.102 3360 AB Sliedrecht 2261 HJ Sliedrecht contact@saricon.nl

Nadere informatie

Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden

Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden Armaex B.V. Projectgebonden risicoanalyse Risicoanalyse CE Dijkversterking zeesluis te IJmuiden Datum: 20 november 2018 Projectnummer: 180166.0001 Status: V.3.0. Definitief Verantwoordelijk voor rapport:

Nadere informatie

Project Harselaarstunnel te Barneveld

Project Harselaarstunnel te Barneveld Projectnummer: Projectgebied: GPR5307.1 Project Harselaarstunnel te Barneveld Inhoudsopgave Lijst van bijlagen... 2 0 Samenvatting resultaten van de projectgebonden risicoanalyse... 3 1 Inleiding... 6

Nadere informatie

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus 40018 6504AA Nijmegen Kenmerk: 2016-BB-41 Rotterdam, 1 september 2016 Betreft: Oosterhout, Overbetuwe, Hoge Wei 1 en 2 Geachte heer Lemmers, Naar aanleiding

Nadere informatie

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen Laagland Archeologie Rapport 38 Advies Bouwlocatie Oranjestraat 10-14 te Tubbergen, gem. Tubbergen December, 2016 Versie 1.0 (concept) In opdracht van: SOM= 7 Colofon Laagland Archeologie Rapport 38 Auteur:

Nadere informatie

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven Datum : 14 november 2014 Projectnaam : Spooruitbreiding Utrecht Centraal Leische Rijn Projectnummer : GJZ-B-227105.01.01 Steller : Herman Punte

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering Proces verbaal van oplevering Eindrapportage van CE-onderzoek DE HOEF II, UITBREIDING FASE 2, GEMEENTE BERNHEZE Opsporen Conventionele Explosieven Proces verbaal van oplevering Eindrapportage van CE-onderzoek

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Plan van Aanpak Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark Opdrachtgever: Gemeente Winterswijk Afdeling Landschap en Ruimte Koekkoek taxatie & advies Auteur: G. Koekkoek Haaksbergen

Nadere informatie

uit het Rapport T&A Survey 1105-GPR dd. 23 februari 2006:

uit het Rapport T&A Survey 1105-GPR dd. 23 februari 2006: uit het Rapport T&A Survey 1105-GPR dd. 23 februari 2006: Conclusie ten aanzien van gang van zaken explosie van 1947 In bijlage 5 zijn een tweetal verslagen uit 1947 opgenomen van de MMOD (Mijn- en munitieopruimingsdienst,

Nadere informatie

Milieutechniek Heijen BV. Aannemer Projectnummer Goedgekeurd door: Vrijgegeven door: Versie AVG Milieutechniek Heijen BV Postbus AD Gennep

Milieutechniek Heijen BV. Aannemer Projectnummer Goedgekeurd door: Vrijgegeven door: Versie AVG Milieutechniek Heijen BV Postbus AD Gennep Milieutechniek Heijen BV De Grens 7-6598 DK Heijen Postbus 160-6590 D Gennep VG Milieutechniek Heijen BV K.v.K. Venlo 12029421 Tel. : 0485-802020 Fax : 0485-802084 info@explosievenopsporing.com www.explosievenopsporing.com

Nadere informatie

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden...

2 Algemene informatie en voorlichting Algemene informatie explosieven Voorlichting voor aanvang werkzaamheden... Inhoudsopgave 1 Inleiding en doelstellingen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Historisch vooronderzoek... 3 1.3 Doelstellingen werkprotocol... 4 1.4 Onderzoekslocatie... 4 2 Algemene informatie en voorlichting...

Nadere informatie

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren

Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Inventarisatie OCE dijk tracé Gameren Datum: Kenmerk: 2 juni 2016 16P077 definitief rapport 1 Distributielijst - RHDHV - Bombs Away B.V. Opdrachtgever Dhr. R. Van Bruchem RHDHV Opgesteld: Dhr. M.C. Bosma

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Briefrapportage. Saricon bv

Briefrapportage. Saricon bv Briefrapportage Saricon bv Aan: Gemeente Maastricht, Dhr R. Bongaerts Van: Saricon, T.M. Blok Datum : 13 september 2017 Documentcode: 17S086-BR-01 Betreft: Aanvullend onderzoek Tramtracé Vlaanderen-Maastricht

Nadere informatie

Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard

Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard Projectnummer: Projectgebied: 0215GPR4739.7 Uiterwaarden Rhenen: deelgebied Palmerswaard Inhoudsopgave Samenvatting... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Projectgebied... 4 1.3 Projectdoel...

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen Quickscan Archeologie Bedrijfsunits te Deil Opdrachtgever: Van Es architecten Hazenberg AMZ-publicaties 2009-12 Auteur Datum Versie Status dr. W.K. Vos 24 juli 2009 1.1 Definitief Contactgegevens Hazenberg

Nadere informatie

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN

PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN PROCESVERBAAL VAN OPLEVERING VERKLARING VRIJ VAN EXPLOSIEVEN Adviseur: Opdrachtgever: T&A Survey BV Postbus 20670, 1001 NR AMSTERDAM Tel: 020 6651368 Fax: 020 6685486 Internet: www.ta-survey.nl Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Proces verbaal van oplevering

Proces verbaal van oplevering 2013 Proces verbaal van oplevering Onderzoek naar explosieven uit WOII Kruising Meerweg / Hoofweg Paterswolde Proces verbaal van oplevering Opdrachtgever: Gemeente Tynaarlo Kenmerk opdrachtgever: 2013/16325

Nadere informatie

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda

Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda *OMWB524761* Postbus 75 5000 AB Tilburg 013 206 01 00 info@omwb.nl http://www.omwb.nl Inspectie van de bodem middels een vooronderzoek ter plaatse van de percelen C 2552 en C 2553 in Breda Vooronderzoek

Nadere informatie

1. Onderbouwing werkmethodiek

1. Onderbouwing werkmethodiek Notitie ten behoeve van de gevraagde verduidelijking van het Projectplan voor het detecteren van conventionele explosieven in het onderzoeksgebied 'KNSF-terrein', gemeente Muiden (170-007-PP- 05, dd. 21-05-2010),

Nadere informatie

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden

Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden Projectgebonden Risico Analyse Achterweg 3-5 in Ellecom Gemeente Rheden ONDERDEEL VAN ORTAGEO GROEP WWW.ORTAGEO.NL ExploVision B.V. info@explovision.nl www.explovision.nl Einsteinstraat 12a 7601 PR ALMELO

Nadere informatie

Foto omslag: De fietsenstalling op de projectlocatie op een regenachtige dag in januari 2015.

Foto omslag: De fietsenstalling op de projectlocatie op een regenachtige dag in januari 2015. Foto omslag: De fietsenstalling op de projectlocatie op een regenachtige dag in januari 2015. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Meteren, 11 maart 2015 Rijksstraatweg 69 4194 SK METEREN Postbus

Nadere informatie

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK

ARCHEOLOGIENOTA. KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK ARCHEOLOGIENOTA KNOKKE- HEIST KRAAIENNESTPLEIN (prov. WEST-VLAANDEREN) VERSLAG VAN RESULTATEN BUREAUONDERZOEK Auteurs: Bart BARTHOLOMIEUX, Gwendy WYNS Monument Vandekerckhove nv Oostrozebekestraat 54 8770

Nadere informatie

Projectnummer: 1211GPR2855.1

Projectnummer: 1211GPR2855.1 Quickscan naar de mogelijke aanwezigheid van Conventionele Explosieven ten behoeve van een te realiseren hoge druk gasleiding van Donkerbroek naar Ureterp Deeltracé 1 Projectnummer: 1211GPR2855.1 In opdracht

Nadere informatie