1. Hoeveel bedroeg het budget van Screen Flanders de voorbije vijf jaar. 2. Hoeveel projecten/films konden met dit budget ge(co)financierd worden?

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Hoeveel bedroeg het budget van Screen Flanders de voorbije vijf jaar. 2. Hoeveel projecten/films konden met dit budget ge(co)financierd worden?"

Petrus Boender
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 501 van AN CHRISTIAENS datum: 3 mei 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Screen Flanders - Budget Screen Flanders is een samenwerking tussen het VLAIO (Agentschap Innoveren en Ondernemen) en VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds). Uit de hoorzitting in de commissie Media bleek dat Screen Flanders zo n 4,5 miljoen euro aan middelen krijgt voor projecten vanuit Hermes. Wat Screen Flanders betreft, worden de 4,5 miljoen euro aan middelen voor projecten rechtstreeks uitbetaald via het Hermesfonds door het Agentschap Ondernemen. Er is binnen het VAF wel promotie voor Screen Flanders. Het Agentschap Ondernemen stelt daarvoor euro ter beschikking. Een bedrag van euro is voorzien voor de analyse en het beheer van de aanvragen. Screen Flanders richt zich op fictie, animatiefilm en documentaire, in de verhouding ongeveer 75 procent, 25 procent en een heel klein deel documentaire. De steun loopt op tot maximum euro per project. 1. Hoeveel bedroeg het budget van Screen Flanders de voorbije vijf jaar. 2. Hoeveel projecten/films konden met dit budget ge(co)financierd worden? Graag een opdeling volgens verkregen budget, uiteindelijke opbrengst voor het project, en mogelijke opbrengt die via Screen Flanders terug naar de overheid vloeide. 3. In Vlaanderen geldt een multiplicator van 5,6 tussen het gegeven bedrag en het gespendeerde bedrag. Screen Flanders is strenger dan de andere gewesten in het beoordelen van de multiplicator. Screen Flanders aanvaardt geen double dips, dit zijn uitgaven die aan twee kanten (Screen Flanders en het VAF) ter verantwoording worden gebruikt. Hoeveel bedraagt de gemiddelde multiplicator van het gegeven bedrag? 4. Wat gebeurt er met de opbrengsten van de ge(co)financierde projecten? Worden daar regelingen voor getroffen om ook een bepaald percentage te ontvangen? Hoeveel bedraagt dit percentage in dat geval? En wat gebeurt er met deze inkomsten? Worden deze opnieuw in de filmindustrie (via Screen flanders) geïnvesteerd, of vloeien zij terug naar de Vlaamse begroting?

2 5. Vanaf 2016 verandert de situatie in België, omdat Wallonië en Brussel, die voordien in één economisch fonds zaten, met name Bruxellimage/Wallimage, gesplitst zijn. Brussel opereert voortaan zelfstandig met een fonds van 3 miljoen euro. Screen Flanders moet zich daarmee in lijn brengen, aangezien heel wat Vlaamse medewerkers en bedrijven in Brussel gesitueerd zijn. Wallimage heeft zijn budget in reactie op de splitsing verhoogd. In hoeverre paste Screen Flanders haar werking en/of budget aan?

3 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 501 van 3 mei 2016 van AN CHRISTIAENS 1. Voor de eerste drie jaar werd er telkens een budget van euro voorzien. In 2015 en 2016 werd dit herleid naar euro. In 2012 werd euro steun toegekend, in 2013 was dit euro. In 2014 en 2015 werd het budget van respectievelijk euro en euro volledig toegewezen aan projecten. 2. Hieronder kan u een overzicht vinden per oproep van het aantal gesteunde projecten, de toegekende steun, het totaalbudget van deze gunstige projecten en de uitgaven die zullen worden gedaan in Vlaanderen. De hefboom geeft de verhouding weer tussen de steun en de uitgaven in Vlaanderen. OPROEP Aantal gesteunde projecten Toegekende steun Totaalbudget van de gunstige projecten Aanvaarde voor Screen Flanders in aanmerking komende uitgaven in Vlaanderen Hefboom , , , , , , , , , ,79 TOTAAL Naast het effect op de audiovisuele sector dat wordt bepaald aan de hand van de uitgaven die effectief in Vlaanderen moeten gedaan worden, is men ook verplicht om een gedeelte van de inkomsten uit de film terug te storten in het Hermesfonds (voor de berekeningsmethode zie antwoord op vraag 4). Terugbetalingen dienen te gebeuren vanaf het jaar volgend op het jaar waarop het project in première is gegaan. Bovendien is terugbetalingscapaciteit per project sterk verschillend (afhankelijk van de wijze van financiering, aard van het project, commerciële realisatie ). Terugbetaling is dan ook eerder een neveneffect in het Screen Flandersverhaal. Het belangrijkste effect wordt gerealiseerd door de structurerende Vlaamse uitgaven.

4 Op dit moment zijn er 17 projecten waarvoor reeds één of meerdere keren een terugbetaling werd ontvangen of recent werd aangegeven dat er terugbetaling zal gebeuren. Het Hermesfonds ontving al ,11 euro en verwacht nog ,73 euro. In totaal zou dus na drie jaar al ,84 euro terugbetaald zijn. Het totaal van de steun voor de projecten waarvoor reeds werd terugbetaald bedraagt euro. 3. Zoals in de laatste kolom van bovenstaande tabel wordt weergegeven, bedroeg de gemiddelde hefboom bij de laatste oproep 5,8. Ik wil benadrukken dat dit een hefboom is die niet door Screen Flanders wordt geëist maar die door de concurrentie tussen de projecten wordt opgedreven. Uiteraard kan ik dat alleen maar aanmoedigen. 4. De steun in het kader van Screen Flanders wordt toegekend onder de vorm van een terugbetaalbaar voorschot op exploitatie-inkomsten, terugbetaalbaar uit de nettoontvangsten van het audiovisuele werk. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen ontvangt een percentage van alle netto-ontvangsten die de producent genereert als gevolg van de exploitatie van het audiovisuele werk, dat minstens gelijk is aan het percentage dat de steun vertegenwoordigt in de totale financiering van het project. Het Agentschap Innoveren en Ondernemen heeft recht op dit percentage, ook na de terugbetaling van het voorschot. Het aandeel van het Agentschap Innoveren en Ondernemen, het recoupmentpercentage, wordt per project vastgelegd bij toekenning van de steun. Bij wijziging in de verhouding van de totale steun ten opzichte van het totale aanvaarde budget van het audiovisuele werk, wordt dit percentage aangepast. Een daling van het recoupmentpercentage is echter niet mogelijk, behalve ingeval de steun door het Agentschap Innoveren en Ondernemen zou worden verlaagd, geschrapt of teruggevorderd omwille van redenen opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering. De terugbetaling dient te gebeuren vanaf de eerste euro aan netto-ontvangsten, gelijktijdig en in eerste rang met andere financiers. De netto-ontvangsten omvatten: alle inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in België, inclusief de inkomsten uit kabel- en privékopierechten en uit merchandising, na aftrek van de volgende kosten, voor zover ze door het begunstigde productiehuis worden gedragen: o de belastingen aan openbare besturen, de rechten aan auteursverenigingen en het aandeel voor de zaalexploitanten; o de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het audiovisuele werk, inclusief de aanmaak van de kopieën. Deze kosten moeten in redelijke verhouding staan tot de afzetmarkt of de productiekosten van het audiovisuele werk; o de distributieprovisie; o de voorverkopen en minimumgaranties, voor zover ze gebruikt werden voor de financiering van het audiovisuele werk; o de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te innen geldsommen. alle inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in het buitenland, inclusief de inkomsten uit kabel- en privékopierechten en uit merchandising, met uitzondering van de voorbehouden territoria van de coproducenten. De volgende kosten kunnen worden afgetrokken van die inkomsten, voor zover ze door de begunstigde worden gedragen: o de bronheffingen op buitenlandse inkomsten;

5 o de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het audiovisuele werk, met inbegrip van de kosten voor het ondertitelen en dubben van de uitgaven voor festivals. Deze kosten moeten in redelijke verhouding staan tot de afzetmarkt en de productiekosten van het audiovisuele werk; o de verkoopcommissies volgens de internationaal gangbare normen; o de voorverkopen en minimumgaranties, voor zover ze gebruikt werden voor de financiering van het audiovisuele werk; o de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te innen geldsommen. Bij de berekening van de netto-ontvangsten mogen voorverkopen en minimumgaranties die gebruikt werden voor de financiering van het audiovisuele werk in mindering worden gebracht. De sommen die terugbetaald worden vloeien integraal terug naar het Hermesfonds zonder dat ze specifiek opnieuw worden ingezet voor de audiovisuele sector. 5. Momenteel werd omwille van de veranderde situatie in België en de opstart van Screen.Brussels nog niets gewijzigd aan de werking van of het budget voor Screen Flanders. Gezien de hoge hefboom die nu gepresenteerd wordt door de verschillende projecten in de ingediende dossiers, lijkt het erop dat Screen Flanders ook binnen de gewijzigde situatie zijn nut verder zal kunnen bewijzen. Screen Flanders heeft als voornaamste criterium dat de uitgaven pas subsidiabel zijn als ze structurerend zijn voor de audiovisuele sector en aangegaan zijn in het Vlaamse Gewest. De komst van Screen.Brussels verandert dit principe uiteraard niet en hanteert hetzelfde principe (uitgaven moeten aangegaan zijn in het Brussels Gewest).

Vergelijkbare documenten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 september 2017;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 29 september 2017; Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire of animatiefilm, of animatiereeksen (aangehaald als het besluit Vlaamse Regering