Start BRO-systeem Grondwatermonitoringput per 4 juli 2017

Transcriptie

1 Mededeling Start BRO-systeem Grondwatermonitoringput per 4 juli 2017 Wat betekent dat voor u? I N L E I D I N G Vooruitlopend op de Algemene Maatregel van Bestuur, die is gekoppeld aan de Wet Basisregistratie Ondergrond (BRO), zal het BRO-systeem voor Grondwatermonitoringput (GMW) vanaf 4 juli 2017 in werking treden. Bij GMW gaat het specifiek om de putgegevens ofwel de constructie van de put/peilbuis; onderzoeksgegevens (grondwaterstanden en grondwaterkwaliteitsgegevens) komen pas later in de BRO. Voor Grondwatermonitoringput werkt de Landelijke Voorziening BRO (LV BRO) op basis van webservices, zodat u geautomatiseerd putgegevens kunt uitwisselen. Daarnaast zal de BRO ook toegankelijk zijn via een aantal loketten. Zo worden de webportals DINOloket en later ook PDOK (Publieke Dienstverlening Op de Kaart) in gereedheid gebracht (voor opvragen van gegevens). Verder komt er een Bronhouderportaal (voor aanleveren van gegevens). Afhankelijk van uw wens en situatie, zijn er bepaalde mogelijkheden. Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan CB Utrecht Postbus TA Utrecht T F erik.simmelink@tno.nl Doorkiesnummer Doorkiesfax Met de start van het BRO-systeem voor GMW wijzigt ook het een en ander op DINOloket. In dit document zetten we de wijzigingen op hoofdlijnen op een rij. Ook geven we aan wat (voorlopig) niet verandert. W A A R G E G E V E N S A A N L E V E R E N E N W I J Z I G E N Nieuwe putten Gegevens van nieuwe putten kunt u per 4 juli 2017 registreren in de BRO. Voor het aanleveren van nieuwe putten bij de BRO kunt u kiezen uit het gebruik van de webservices (zie verderop bij webservices ) of het Bronhouderportaal (zie Per 4 juli 2017 is het niet meer mogelijk om gegevens van nieuwe putten te mailen naar info@dinoloket.nl voor opname in de DINO database. Maakt u gebruik van de DINO-GQN functionaliteit, neemt u dan contact met ons op; ook het registreren van nieuwe putten in DINO via DINO- GQN stopt.

2 Een nieuwe put krijgt een BRO identificatie ofwel de BRO-ID; een put krijgt geen NITG-nummer meer 1. Als de nieuwe put in de BRO is geregistreerd, kan het aanvullen en corrigeren van BRO-gegevens van die nieuwe put alleen via de BRO-webservices of het Bronhouderportaal. 2/6 Bestaande putten Als u putten in DINO heeft TNO converteert vanaf de zomer van 2017 putgegevens van de DINOdatabase naar de BRO. TNO zorgt dat de putten gekoppeld blijven aan de gegevens van grondwaterstanden en/of kwaliteit in DINO. Een geconverteerde put krijgt een BRO identificatie ofwel de BRO-ID; het NITG-nummer van de put blijft behouden in de BRO. Op onze website publiceren wij na 4 juli 2017 een lijst met geconverteerde putten. U kunt dan per puteigenaar zien welke putten al zijn geconverteerd en wat de nieuwe BRO-ID is van die putten. Heeft u aanvullingen of correcties van een naar de BRO geconverteerde put? U kunt uw mutaties nog gewoon mailen naar info@dinoloket.nl. Wij passen de gegevens voor u aan in de BRO. Uiteraard is het ook mogelijk om zelf uw aanvullingen of correcties te registreren via de BROwebservices of het Bronhouderportaal. Als u putten in DINO heeft én in uw eigen systeem Raadpleeg vanaf 4 juli 2017 op de lijst met geconverteerde putten. Per puteigenaar is te zijn welke putten geconverteerd zijn en wat de nieuwe BRO-ID is. Zijn er putten van u geconverteerd, toets dan of de putgegevens uit de BRO overeenkomen met de gegevens in uw eigen systeem. Aanvullingen en correcties van die naar de BRO geconverteerde putten kunt u vervolgens mailen naar info@dinoloket.nl of zelf rechtstreeks aanleveren aan de BRO via de webservices of het Bronhouderportaal. Het is belangrijk daarbij te toetsen of mutaties in de BRO aanpassingen gevolgen hebben voor juistheid van de in DINO aanwezige grondwaterstandsgegevens. Zijn uw putgegevens nog niet geconverteerd vanuit DINO naar de BRO, en heeft u die ook in uw eigen systeem staan? Neem dan contact met ons op om af te stemmen of u die putten zelf wilt registreren in de BRO of dat u die putten door TNO wilt laten converteren van DINO naar de BRO. Deze afstemming is belangrijk. U voorkomt daarmee dubbele of onjuiste registraties en we zorgen 1 In een volgende release van het BRO-systeem voor GMW wordt een zogenaamde putcode toegevoegd: een voor de gemiddelde gebruiker gemakkelijk herkenbare aanduiding voor een put die geen NITG-nummer heeft

3 samen dat de grondwaterstanden of grondwaterkwaliteitsgegevens worden gekoppeld aan de juiste putten (DINO of BRO). Als u geen putten in DINO heeft, maar wel in uw eigen systeem U kunt uw gegevens van bestaande putten na 4 juli 2017 vanuit uw eigen systeem (laten) overzetten naar de BRO door ze als put te registreren bij de BRO. Het is daarbij belangrijk om te kijken hoe actueel en compleet uw gegevensset is en wat nodig is om te zorgen dat uw putten voldoen aan de BRO-eisen (zie verderop bij hoe ). Aanvullingen of correcties van uw putten die zijn geregistreerd in de BRO, kunt u doen via de webservices of het Bronhouderportaal. Als u uw putten in de BRO zijn geregistreerd, kunt u besluiten om uw grondwaterstandsgegevens aan te leveren bij DINO. Die gegevens worden dan gekoppeld aan uw putten in de BRO. De aanleverspecificaties vindt u op bij Gegevens aanleveren. 3/6 W A A R G E G E V E N S O P V R A G E N U kunt vanaf 4 juli 2017 kiezen uit twee mogelijkheden* om gegevens van een put op te vragen: volledig geautomatiseerd gegevens opvragen via webservices (zie Webservices ) of gegevens downloaden via De soort gegevens die u kunt opvragen is anders. Zie onderstaande toelichting. *Daarnaast zijn t.z.t. het Bronhouderportaal en later ook PDOK beschikbaar om gegevens op te vragen. Lees meer daarover op Maakt u gebruik van de webservices? Dan krijgt u sec de gegevens van de nieuwe putten die na 4 juli 2017 zijn geregistreerd in de BRO inclusief de bestaande putten die inmiddels naar de BRO zijn geconverteerd. Raadpleeg ook DINOloket.nl als u de onderzoeksgegevens van een put wilt opvragen, zoals grondwaterstanden of grondwaterkwaliteit. Dat kan namelijk alleen via DINOloket en niet via de webservices of het Bronhouderportaal. Die gegevens zijn immers nog niet beschikbaar in de BRO. Maakt u gebruik van DINOloket? Op de kaart van DINOloket kunt u vanaf 4 juli 2017 van een gebied twee informatielagen m.b.t. grondwater selecteren: o Bent u op zoek naar onderzoeksgegevens, kiest de informatielaag Putten met onderzoeksgegevens. U krijgt dan onderzoeksgegevens van putten uit zowel DINO als de BRO. In de gedownloade gegevens van DINOloket kunt u aan de BRO-

4 o ID (BRO) of het NITG-nummer (DINO) zien of de putten afkomstig zijn uit DINO of de BRO. Met de informatielaag Grondwatermonitoringput kunt u putten uit de BRO selecteren, waarmee u sec putgegevens uit de BRO kunt zien en bestellen. Deze putgegevens uit de BRO worden als XML-bestand geleverd (nieuwe BRO-putten en geconverteerde putten). Op BROinfo.nl vindt u op de pagina Documenten een Read me bestand met tips over het inlezen van XML in Excel. 4/6 T O E G A N G E N T I P S Als u gegevens bij de BRO aanlevert moeten de gegevens voldoen aan de kwaliteitseisen van de BRO, te weten IMBRO-A of IMBRO. Het minder strikte IMBRO/A regime geldt voor historische gegevens, waarvan mogelijk niet alle gegevens bekend zijn. In de catalogus van Grondwatermonitoringput vindt u meer informatie over de kwaliteitseisen. Het formaat moet XML zijn voor zowel aanleveren via het Bronhouderportaal als de BRO webservices. Verder moet u er rekening mee houden dat u vooraf toegang én rechten moet regelen. U leest meer daarover op de betreffende sites. Als het gaat om het opvragen van gegevens, kan dat via webservices, DINOloket en te zijner tijd PDOK. Zie onderstaand overzicht. Zoals u ziet zijn de webservices zowel voor het aanleveren als het opvragen van gegevens te gebruiken. Gegevens uit de BRO worden geleverd als XML-file. Op BROinfo staat vanaf 4 juli 2017 een Read me bestand met tips over het inlezen van XML in Excel. Aanleveren Opvragen Rechten nodig? Meer weten? Bronhouderportaal Ja BRO webservices Ja DINOloket Nee PDOK (t.z.t.) Nee NB tot de wet in werking treedt wordt het ministerie van Infrastructuur en Milieu in de BRO aangemerkt als bronhouder van geconverteerde en nieuwe putten. W E B S E R V I C E S Dankzij de BRO-webservices kunt u volledig geautomatiseerd uw gegevens van Grondwatermonitoringput aanleveren of opvragen bij de BRO. Om u daarbij technisch en inhoudelijk op weg te helpen zijn vanaf 4 juli 2017 een handleiding en ondersteunende documentatie beschikbaar op Op de site van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, vindt u verdere informatie over hoe u zich kunt voorbereiden op de BRO.

5 A N D E R E D O M E I N G E G E V E N S Putgegevens die achterblijven Niet alle in DINO vastgelegde kenmerken van een put worden geregistreerd in de BRO onder het registratieobject Grondwatermonitoringput. Het kan dus voorkomen dat specifieke putgegevens achterblijven in DINO, omdat ze geen publieke hergebruikswaarde hebben. Een voorbeeld hiervan zijn specifieke gegevens voor beheer en onderhoud in het veld zoals het afsluitmechanisme van een beschermkoker. TNO zal zorgvuldig omgaan met de gegevens die na conversie achterblijven in DINO. We zullen samen met stakeholders analyseren wat de hergebruikswaarde is van deze gegevens en in afstemming met het I&M programma BRO bepalen in hoeverre de gegevens onder andere BRO registratieobjecten gaan vallen. Van resterende gegevens besluiten we samen met de desbetreffende puteigenaren of we deze gegevens overdragen aan de eigenaren of dat ze verwijderd kunnen worden. 5/6 Grondwaterstanden Grondwaterstanden komen later aan bod in de BRO. Wel zijn vanaf 4 juli 2017 nieuwe aanleverspecificaties van toepassing voor het aanleveren van grondwaterstandsgegevens die gerelateerd zijn aan putten in de BRO. Het gaat om een kleine wijziging om te zorgen dat de gegevens naar de juiste BRO-put verwijzen (bij voorkeur de BRO-ID en niet meer NITG-code voor geconverteerde putten). Vanaf 4 juli 2017 vindt u de nieuwe aanleverspecificaties op Voor putten die nog in DINO zitten verandert voorlopig niets. Leverde u nog geen grondwaterstanden aan bij DINO, maar wilt u dat wel gaan doen? Dat kan. Graag zelfs. Lees hier meer daarover: Wilt u grondwaterstanden opvragen? Ook dat kan. Deze gegevens zitten vooralsnog in DINO. Ga naar (zie ook hierboven bij waar gegevens opvragen ). Grondwaterkwaliteit In een latere fase wordt het ook mogelijk om grondwaterkwaliteitsgegevens in de BRO te registreren. Wilt u grondwaterkwaliteitsgegevens opvragen die in DINO geregistreerd zijn? Dat kan. Ga naar Tot 2012 zijn gegevens van grondwaterkwaliteit geregistreerd in DINO. Oppervlaktewater Gegevens over oppervlaktewater afkomstig van peilschalen komen niet in de BRO. Vooralsnog kunt u deze gegevens blijven registreren in DINO. Ook blijft DINO-SQN voorlopig werken. Wilt u gegevens van oppervlaktewater opvragen? Dat kan. Ga naar

6 M E E R W E T E N? Algemeen: Technisch: Vragen: Praktische informatie ter voorbereiding van de implementatie van de BRO, leest u bij Planning op van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Ook vindt u op die site informatie over de stand van zaken van het Bronhouderportaal en BROtoepassingen bij PDOK. Technisch/inhoudelijke informatie over het gebruik van de BROwebservices vindt u op BROinfo helpt u op weg: van het aanmelden bij de BRO tot de handleidingen en de definitieve versies van de aansluitdocumentatie. Neem contact op met Erik Simmelink als u technisch/inhoudelijke vragen heeft. Hij is bereikbaar op of stuur een e- mail naar erik.simmelink@tno.nl. Overige BRO-vragen kunt u stellen via bro@minienm.nl. 6/6