Docente Smits: Jaaa, met een taal leren is het net als met een sport, je moet gewoon veel trainen om goed te worden.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Docente Smits: Jaaa, met een taal leren is het net als met een sport, je moet gewoon veel trainen om goed te worden."

Transcriptie

1 Transcripten bij Luisteren, hoofdstuk 1 Oefening 4 U gaat luisteren naar een interview op radio Vooruit! Het luisterfragment begint met een gesprek met een docent. Lees eerst opgave 1 goed door. Maak het hokje voor het goede antwoord zwart. Interviewer: Goedemorgen luisteraars, welkom bij Radio Vooruit! Welkom bij ons interview programma. We zijn hier in de sportzaal van Taalschool Avanti en praten met docenten en cursisten. We gaan met ze praten over het NT2 staatsexamen. Als eerste praat ik met Elisabeth Smits, docent Nederlands. Sporten is hard werken, maar een taal leren is dat ook. Is het niet mevrouw Smits? Docente Smits: Jaaa, met een taal leren is het net als met een sport, je moet gewoon veel trainen om goed te worden. Interviewer: Mevrouw Smits, ik wil u wat vragen over het staatsexamen NT2. Er zijn twee examens, wat is nu het verschil tussen programma 1 en 2? Docente Smits: Ja, inderdaad. Er zijn twee staatsexamens Nederlands als tweede taal. Programma 1 is voor mensen die willen laten zien dat hun Nederlands voldoende is om op mbo-niveau te werken, zoals dat zo mooi heet, of om een beroepsopleiding te volgen. Programma 2 is voor mensen die een baan of opleiding op hbo of universitair niveau willen doen. Interviewer: Dat is duidelijk. U geeft een examentraining aan mensen die NT2 staatsexamen 1 willen gaan doen. Kunt u een aantal tips geven voor de kandidaten? Docente Smits: Jawel hoor, misschien eerst een algemene tip, dan kunnen we straks misschien even de verschillende vaardigheden langslopen. Oh, oh, daar gaat de bal Mijn algemene tip is namelijk: ga van te voren een keer kijken bij de examenlocatie van DUO/IB-groep want wat ik merk is dat cursisten vaak zo zenuwachtig zijn over dingen als, waar is het? Hoe moet je er komen? Hoe lang duurt het om er te komen, dat soort dingen. Nou die zenuwen kun je voor zijn als je gewoon een keer die reis hebt gemaakt en het gebouw een keer van binnen hebt gezien. Interviewer: Nou, dat is in ieder geval een tip. Maar heeft u tips voor het examen zelf? Docente Smits: Mm, voor het examen zelf. Tja, waar ik bij mijn cursisten vanaf het begin op hamer: maak een tijdsindeling. Plan de tijd. Een examen, of het nu lezen of schrijven is, bestaat uit verschillende teksten met vragen. En voor het beantwoorden heb je 60 minuten of 100 Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

2 minuten. Mijn advies: Bekijk de teksten en de vragen van tevoren en verdeel je tijd over de opgaven. Als de tijd voor een bepaalde opgave voorbij is ga dan naar de volgende tekst. Interviewer: Dit is een goede tip voor lezen en schrijven, maar voor luisteren en spreken zul je een andere strategie moeten toepassen. Welke adviezen heeft u daarvoor? Docent Smits: Uhm, luisteren en spreken is natuurlijk weer anders. Kijk, dan wordt het tempo bepaald door de computer. Bij spreken en bij luisteren worden de inleiding en de opdrachten voorgelezen. Ik zeg altijd tegen mijn cursisten: probeer precies mee te lezen en goed op te letten. Noteer de belangrijkste woorden op een kladblaadje. Interviewer: Belangrijke woorden noteren dus. We zijn nu al weer bijna klaar met dit interview. Heeft u nog een laatste advies? Docente Smits: Jaaaaa: oefenen, oefenen, oefenen. Niet alleen met de proefexamens hoor, maar gewoon met alles wat je maar onder ogen komt. Kijk in de brievenbus: folders, huis-aan-huisbladen, de gratis kranten, allemaal oefenmateriaal. En uh lees ook eens wat langere teksten, dat is ook heel belangrijk. En kijk naar de tv en vergeet de radio niet, hè (haha), zoals dit programma Vooruit! ook daarmee kun je weer oefenen. Interviewer: Mag ik u hartelijk danken voor dit gesprek. Mevrouw Smits: Ja, graag gedaan, dan ga ik nu weer even mijn bal zoeken en verder spelen. Interviewer: Wij spraken met Elisabeth Smits als docent van de cursus examentraining bij Taalschool Avanti. Even een muziekje en dan zijn we zo weer bij u terug voor een interview met een cursist van de taalschool. U gaat nu luisteren naar het tweede interview. Een vraaggesprek met mevrouw Zubeyde Olgun, een cursiste. Vergeet niet om de opgave al van tevoren door te lezen. Interviewer: Ik sta hier nog steeds in sportzaal van Taalschool Avanti en ga nu praten met met Zubeyde Olgun die net uit de aerobicles komt lopen. We praten vandaag met u, mevrouw Olgun, omdat u niet zo lang geleden het NT2 staatsexamen heeft gedaan. Heeft u de uitslag al gehoord mevrouw Olgun? Zubeyde: (nog een beetje hijgend )Ja, ja, ik ben heel blij, ik heb alle vaardigheden nu gehaald. Ik moet wel zeggen, ehm, luisteren heb ik pas bij de tweede keer gehaald. De eerste keer was ik wel meteen geslaagd voor lezen, schrijven en spreken, maar voor luisteren was ik gezakt. Ik vond dat zo moeilijk. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

3 Interviewer: Dat luisteren, w-wat vond u daar zo moeilijk aan? Zubeyde: Ik weet niet wat dat was. Je hoort de tekst maar één keer, je zoekt nog naar het antwoord en dan begint de volgende opgave alweer. Ik raakte er ook een beetje van in paniek. Gelukkig heb ik het nu gehaald en dat komt misschien ook doordat ik mijn strategie heb aangepast. Interviewer: Oh ja, uw strategie aangepast? Hoe dan? Zubeyde: Nou ik heb echt geoefend met concentreren. En ik heb mezelf aangeleerd om na het luisteren meteen de vraag te beantwoorden en de nieuwe vraag te lezen. Dus niet meer te lang blijven hangen bij die ene vraag maar meteen, hup, naar de volgende vraag. Interviewer: Hoe heeft u zich voorbereid op het examen? Zubeyde: Uhm, nou ik, ehm, ik heb me opgegeven voor een examentraining. Niks voor mij om in mijn eentje te studeren. Dit was voor mij veel beter. Gingen we bijvoorbeeld een proefexamen maken, konden we daarna met elkaar discussiëren over de goede antwoorden. We gaven elkaar ook tips. In de cursus gingen we ook elkaars werk beoordelen. En de docent besprak ook met ons de punten waarop we beoordeeld zouden worden. Zo kwam ik er ook achter welke dingen ik nog meer moest oefenen. Ik moest bijvoorbeeld extra oefenen met woorden die structuur geven aan een tekst. Interviewer: Dus u heeft veel geleerd? Zubeyde: Ja, ik heb echt veel geleerd in die cursus. Interviewer: Nou dat is fijn, meteen een mooi einde van dit interview. Mag ik u nogmaals feliciteren met het behalen van uw diploma? En bedankt voor dit interview. En dan nu luisteraars gaan we over naar de studio van Radio Vooruit! voor het laatste nieuws. U gaat nu luisteren naar het derde interview. Een vraaggesprek met cursiste Ajeng. Lees de opgave van tevoren door. Interviewer: Goedendag, fijn dat u nog steeds luistert naar Radio Vooruit! We staan nog steeds in de sportzaal van de taalschool. We gaan nu praten met Ajeng. We hebben haar net van de spinfiets afgeplukt. Hartelijk welkom Ajeng. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

4 Ajeng: Hallo, pff, ik moet nog even bijkomen, ik heb zo hard gespinfietst Interviewer: Nou, toch maar de eerste vraag: Ajeng, hoe ben je in Nederland terecht gekomen? Ajeng: Nou, ik kom uit Indonesië, en ik deed de hotelschool in Jakarta.. En ik kon toen stage lopen in Nederland. Eenmaal hier aangekomen ontmoette ik mijn man, en tja, nu ben ik getrouwd. Ik werk nu als kamermeisje in een hotel. Interviewer: Maar je werkt niet alleen, je zit ook op Nederlandse les. Jij wilt graag het staatsexamen programma 1 gaan doen. Waarom eigenlijk? Ajeng: Nou, ik wil graag de taal goed leren. En ik wil graag het examen doen want dan kan ik daarna een opleiding gaan volgen. Ik kan in januari aan een mbo-opleiding beginnen als ik het examen heb gehaald. Ik wil graag een administratieve opleiding doen, ik wil gaan werken als receptioniste. Maar dan moet ik wel het examen gehaald hebben voor alle vier de vaardigheden. Interviewer: Vertel eens, hoe bereid je je voor op het examen? Ajeng: Nou, ik ben eerst met avondlessen op een roc begonnen, maar dat was maar twee keer per week. Nu doe ik een dagcursus, drie dagen per week les en een dag examentraining. Een van de onderdelen die we oefenen is zinnen afmaken. Ik vind dat nog steeds moeilijk, maar het is net als bij het fietsen, door te oefenen gaat het steeds beter. Maar over de inhoud van de zinnen moet ik nog steeds goed nadenken. Interviewer: En wat oefen je nog meer? Ajeng: Nou, lezen, want lezen vind ik moeilijk. Je hebt voor de teksten een grote woordenschat nodig. Sommige teksten gaan over biologie of over technische dingen. Mijn docent heeft gezegd dat je niet alle woorden moet opzoeken, ook al begrijp je niet alles. Maar die onbekende woorden, die blijf ik moeilijk vinden. Interviewer: Een laatste vraag: denk je dat je het examen gaat halen? Ajeng: Ik hoop het wel, ik doe mijn best. Interviewer: Nou, succes dan maar en bedankt voor dit interview. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

5 Ajeng: Graag gedaan, dan ga ik nu even snel douchen Interviewer: Nou tot zover. Duidelijk is geworden dat het belangrijk is om veel te oefenen, je tijd goed in te delen als je het examen doet en veel naar teksten te luisteren en veel te lezen. En net als bij sporten: door veel te oefenen en te trainen kun je heel ver komen. Terug naar de studio van Vooruit! Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

6 Transcripten bij Spreken, hoofdstuk 1 Oefeningen 22, 23, 24 en 25 Uw antwoorden bij de oefeningen moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht. Voor het bekijken van deze extra informatie krijgt u steeds vijf seconden de tijd. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. Als de spreektijd voorbij is hoort u weer een pieptoon en dan begint de volgende opdracht. Dan beginnen nu de oefeningen. Oefening 22 U heeft een nieuwe tv gekocht. Als u thuiskomt, ziet u dat de gebruiksaanwijzing niet in de doos zit. U belt met de winkel en legt uit wat er aan de hand is. U luistert eerst naar de verkoper. Goedemorgen, met de mediawinkel met Jantine Vermeer, wat kan ik voor u doen? Oefening 23 U heeft een abonnement op een ochtendblad. De krant wordt vaak pas om uur bezorgd. U bent niet tevreden. U praat met de krantenbezorgster en zegt dat u niet tevreden bent. Vertel haar ook waarom u niet tevreden bent. U luistert eerst naar de krantenbezorgster. Alstublieft, daar is de krant van vandaag. Oefening 24 Uw tv werkt niet goed. U heeft de klantenservice al een paar keer gebeld, maar de situatie verbetert niet. U belt voor de derde keer om het probleem door te geven. Luister naar de medewerker en vertel uw klacht. Goedemiddag, Klantenservice met Cor de Bruin, wat kan ik voor u doen? Oefening 25 Uw nieuwe printer werkt niet goed. Er komen allemaal vlekken op het papier. U gaat terug naar de winkel. De medewerker wil u een nieuw exemplaar geven. U doet een ander voorstel. Kijk naar de foto s. Luister naar de verkoopster en reageer. Ik zal u een andere printer geven. Oefeningen 26, 27 en 28 Bij deze oefeningen moet u een langer antwoord geven. U hebt hier 30 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes bij de opdrachten. U moet deze informatie gebruiken bij het geven van uw antwoord. Bij deze opdrachten krijgt u altijd 15 seconden om uw antwoord voor te bereiden. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. Dan beginnen nu de oefeningen. Oefening 26 U bent op uw werk. De computer van uw collega werkt niet. Uw collega weet niet hoe hij dat probleem kan oplossen. Hij vraagt aan u wat hij moet doen. Kijk naar de plaatjes. Luister naar uw collega en vertel hem welke vier dingen hij moet doen. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

7 Oh mijn computer doet het niet, weet je wat ik moet doen? Oefening 27 U heeft een nieuwe televisie gekocht en u wilt deze aansluiten. Uw zoon biedt aan om u te helpen. U moet hem vertellen wat hij moet doen. Kijk naar de plaatjes. Luister naar uw zoon en vertel hem welke drie dingen hij moet doen. Ik wil je graag helpen, wat moet ik doen? Oefening 28 U volgt een cursus Staatsexamen NT2 I. Het examen is volgende week. Een medecursist vraagt wat u gaat doen om extra te oefenen. Kijk naar de plaatjes en vertel wat u gaat doen. Luister naar uw medecursist en geef antwoord. Wat ga jij nog extra doen om je goed voor te bereiden op het examen? Dit is het einde van de spreekopdrachten bij hoofdstuk 1 Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23

24

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39

40

41

42 Transcripten hoofdstuk 6 Oefening 3 U gaat luisteren naar een radioprogramma van Radio Vooruit! In de studio is een bedrijfshulpverlener te gast. Hij werkt in een bedrijf en heeft een speciale opleiding gedaan om hulp te kunnen verlenen. De presentator stelt de gast eerst even aan u voor. Hierbij is nog geen opgave. Presentatrice: Goedendag luisteraars. Vandaag gaat het over het thema veiligheid in ons programma. Daarom gaan we praten met een bedrijfshulpverlener, een BHV-er. Meneer Rudji, U werkt als conciërge bij een school en u bent zo n BHV-er. Wat betekent die afkorting BHV? Rudji: Nou, BHV dat staat voor Bedrijfs Hulp Verlener. Dus je bent degene die hulp geeft als er iets ergs gebeurt in het bedrijf waar je werkt. In Nederland is het zo dat alle bedrijven, instellingen en organisaties verplicht zijn om een speciaal opgeleid persoon in dienst te hebben, die bij calamiteiten, zeg maar ongelukken en rampen, eerste hulp kan geven, die hulp kan verlenen. Dan gaat het gesprek nu verder. Lees eerst opgave 1 goed door. Presentatrice: Meneer Rudji, wie zijn BHV-ers en wat doen ze? Rudji: Uhm, een bedrijfshulpverlener is een gewone werknemer van het bedrijf. Dat kan de conciërge zijn of de chef of de secretaresse of nou ja, elke werknemer die veel aanwezig is in het gebouw. Als er in een bedrijf iets gebeurt, er breekt brand uit, iemand bezeert zich of er is een bommelding, om maar wat te noemen, dan is het de bedrijfshulpverlener die actie onderneemt. Degene die BHV-er is, weet wat er moet gebeuren als die brand er is, of wat er gedaan moet worden als er iemand flauwvalt bijvoorbeeld. En hij weet ook wat hij moet doen als het gebouw ontruimd moet worden. In zo n geval zorgt de bedrijfshulpverlener ervoor, samen met de andere BHV-ers, dat de mensen zo rustig mogelijk, maar ook snel, het gebouw verlaten. Presentatrice: Ja, ja. Heeft u wel eens een ontruiming meegemaakt? Rudji: Ja hoor, dat heb ik wel eens meegemaakt. Ik zal u een voorbeeld geven. Ik werk op de tiende etage van een grote school. In dat gebouw zijn dagelijks ongeveer driehonderd leerlingen aanwezig. Daarnaast werken er ook nog eens honderdveertig personeelsleden. Nou, gisteren was er brandalarm. Door het hele gebouw klinkt een sirene (Rudji bootst het geluid van een sirene na). Iedereen kijkt om zich heen wat hij moet doen. Ik en de andere bedrijfshulpverleners pakken snel onze gele hesjes met daarop de letters BHV. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

43 Die hesjes zijn ervoor dat iedereen ons kan herkennen en dat ze weten naar wie ze moeten luisteren. We trekken onze gewone jas aan, doen het gele hesje eroverheen en nemen met een portofoon contact op met de centrale beneden in het gebouw. Een van ons vraagt wat er aan de hand is en daarna gaan we zo snel mogelijk de mensen helpen om rustig het gebouw te verlaten. Presentatrice: En hoe gaat zo n ontruiming dan verder? Wat gebeurt er dan? Rudji: Iedereen gaat met de trap naar beneden, want de liften zijn afgesloten, hè. Die doen het niet meer bij brand. Er zijn twee trappen. En het is dan de bedoeling dat iedereen rustig naar beneden loopt door het trappenhuis. Kijk, in dit geval was het een oefening. Dus ik vertel dat het om een oefening gaat en dat het de bedoeling is zo snel mogelijk naar buiten te gaan. Buiten moet iedereen dan bij elkaar komen bij het verzamelpunt. Presentatrice: Maar als iedereen wegloopt, wie past er dan op de spullen van de cursisten? Rudji: Nou, de mensen moeten meteen naar beneden terwijl in het gebouw de computers gewoon aan blijven staan. Ook je spullen laat je gewoon liggen. Wij, de BHV-ers, zorgen ervoor dat er niemand op de verdieping komt als iedereen weg is. Wij controleren ook de verdieping. Ook de toiletten worden gecontroleerd. Kijk, je moet zeker weten dat niemand achtergebleven is. Dan gaat de bedrijfshulpverlener zelf weg en meldt dat de verdieping leeg is. Presentatrice: Goed en wat gebeurt er dan, als iedereen buiten staat? Rudji: Nou, wat je dan ziet is dat iedereen vaak vlak bij het gebouw blijft staan. Dat is niet goed, als er iets ergs gebeurt moeten hulpverleners bij het gebouw kunnen komen. Als er brand is, moet de brandweer bij het gebouw kunnen komen. Ook is het voor de veiligheid van de mensen zelf nodig dat ze afstand houden tot het gebouw. Ongeveer 100 meter verder is er een verzamelplaats ingericht waar een naambordje verzamelplaats staat. Daar moet iedereen zich verzamelen en daar wordt ook gekeken of er niemand is achtergebleven in het gebouw. We gaan de mensen echt tellen. Als alles gecontroleerd is en de oefening is goed verlopen dan mag iedereen weer het gebouw in. Eerst de medewerkers, daarna de cursisten. Presentatrice: En waarom is een BHV-er nodig? Wat is dan precies zijn taak? Rudji: Kijk, mensen vragen vaak: waarom zijn bedrijfshulpverleners nodig? Er is toch brandweer als er brand is en een ambulance als er een gewonde is? Het is toch niet Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

44 nodig dat bedrijfshulpverleners zich ermee bemoeien? Nou, het antwoord is dat een bedrijfshulpverlener, omdat hij ook in het bedrijf zelf werkt, direct op kan treden. Je hoeft dus niet te wachten tot de brandweer komt of tot de ambulance gearriveerd is. Ik ben getraind om in de tussentijd de noodzakelijke dingen te doen. Een BHV-er weet wat ie moet doen als iemand gewond is. De BHV-er weet welke instanties hij moet waarschuwen. Ook kan hij de patiënt geruststellen en zorgen dat de situatie niet erger wordt. Presentatrice: Ja, dus zo iemand is toch echt wel nodig. U vertelt over die ontruiming van gisteren. Gaat dat nou altijd zo makkelijk zo n ontruiming? Komt u nooit lastige mensen tegen? Rudji: Eén van de problemen bij bedrijfshulpverlening is dat mensen soms eigenwijs zijn. Als er een verdieping ontruimd moet worden zijn er altijd mensen die nog snel even naar het toilet willen, of nog even een willen versturen op hun computer. Soms verstoppen de mensen zich zelfs achter een kast, om maar niet buiten in de kou te hoeven staan. Kijk, je moet ervoor zorgen dat mensen naar je luisteren, je moet een beetje overwicht hebben. Ook buiten, als iedereen gezellig staat te babbelen, moet je zorgen dat de mensen niet bij het gebouw blijven staan maar naar het verzamelpunt lopen. Ook dat kost soms moeite, mensen zijn vaak erg eigenwijs, maar het lukt ons wel, meestal. Presentatrice: Heeft een BHV-er wel eens vrij? Rudji: Nee, dat kan eigenlijk niet. Nou ja je bent natuurlijk vrij als je niet op je werk bent. Maar op je werk ben je elke dag met bedrijfshulpverlening bezig. s Ochtends als je aankomt op je werk loop je eerst langs de balie om je pieper te halen. De pieper is een apparaat dat een harde toon geeft als er alarm is. Je hebt de pieper altijd bij je. Als je even het gebouw uit gaat, bijvoorbeeld tussen de middag, dan geef je de pieper aan een collega BHV-er. Zodoende is er altijd iemand op de verdieping die kan optreden als het nodig is. Presentatrice: Krijgt een BHV-er ook een extra vergoeding? Rudji: Per maand krijg je een vergoeding, dat wil zeggen een geldbedrag, voor je werk als bij BHV-er. Dat geldbedrag is ongeveer 15 per maand. Kijk, niemand doet het voor het geld, maar het is toch mooi meegenomen. Ook de trainingen zijn interessant. Niet alleen in je bedrijf, in mijn eigen school, maar ook buiten of op een station, kan ik mijn kennis gebruiken. Je hebt geleerd hoe je mensen kunt helpen als dat nodig is. Dat is belangrijk. Presentatrice: Nou, interessant allemaal, ik heb hier toch weer heel veel van geleerd. Ik hoop u ook luisteraars. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

45 Rudji: Mag ik nog een ding zeggen iets zeggen hierover? Als iemand met een BHV-hesje aan je vraagt om door te lopen, of om te helpen, of om de hulpdiensten te bellen, doe het dan gelijk! Stel geen vragen, maar help de hulpverlener. Hij of zij weet wat er moet gebeuren, ze zijn ervoor getraind. Presentatrice: Mooie laatste woorden. Meneer Rudji, mag ik u hartelijk danken voor dit gesprek en u veel succes wensen bij volgende ontruimingen? Dit was het einde van het interview met een bedrijfshulpverlener. Opgave 3 Presentatrice: Vandaag werd er een rapport gepubliceerd over garages en veiligheid. We praten daarover met een van de inspecteurs, meneer William Takam. U heeft een paar garages gecontroleerd op veiligheid. Bij hoeveel garages bent u geweest? William: Tja hoeveel? Ik werkte niet alleen. Ik heb wel meegewerkt aan het rapport, maar we waren een team van inspecteurs. Alles bij elkaar opgeteld hebben we 1060 garages en werkplaatsen bezocht. Dus ja, dat is een behoorlijk aantal. Neutrale stem: Dan gaat het interview nu verder. Lees opgave 1 goed door. Vergeet niet om na het beantwoorden van de vraag meteen de volgende vraag te lezen. Presentatrice: Waarom controleert u eigenlijk? William: Nou het is echt belangrijk dat de mensen veilig werken. U moet eens weten hoeveel ongelukken er gebeuren op de werkplek. En dat zijn vaak ongelukken die voorkomen hadden kunnen worden, die niet gebeurd waren als mensen veilig zouden werken. Kijk, doordat de inspectie garages controleert, gebeuren er minder ongelukken. Alleen daardoor al zijn er minder ongelukken. Dus de veiligheid van werknemers in garages verhogen, dat is de belangrijkste reden dat we inspecteren en dit rapport schrijven. Presentator: Wat bent u tegengekomen bij de controles? William: Nou, we zijn eigenlijk drie zaken tegengekomen die onveilig waren. Niet overal hoor, maar toch wel bij driekwart van de garages. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

46 Presentatrice: Zullen we ze alle drie doornemen? William: Kijk, één van de dingen die we tegenkwamen was dat de hefbruggen niet gekeurd waren. Presentatrice: Dat moet u misschien even uitleggen. William: Een hefbrug, hè, dat is dat apparaat waarmee de auto omhoog wordt gekrikt, opgeduwd als het ware. Het is makkelijk want dan kan de monteur er veel makkelijker bij. Nou die hefbruggen worden niet op tijd gekeurd door de garages, dus ja, dan zijn ze niet meer veilig. Je moet die dingen gewoon jaarlijks controleren. Anders kun je niet zien of er een moertje losgetrild is of is doorgeroest. Of nog erger, er kan een auto van de brug afschuiven. Dus hefbruggen zijn echt ons zorgenkindje. Een hefbrug die slecht onderhouden is, die kan instorten en dat is echt gevaarlijk voor het personeel. Presentatrice: Dus ja, dat is een ding dat u bij controles bent tegengekomen. Wat nog meer? William: Nou, een tweede punt is dat er in garages machines staan die kunnen omvallen. Dat vormt echt een risico voor de garagemedewerkers. In garages zouden ze daar veel beter op kunnen letten. De meeste overtredingen zijn gezien op het gebied van machineveiligheid, namelijk in totaal 715 keer. Wat we zagen in de garages was dat er vaak geen schermen of andere beveiligingen op de machines zaten. En die machines zijn niet aan de muur of vloer verankerd, vastgemaakt zeg maar. Presentatrice: En dan was er nog een derde punt? William: Ja, dat is het ontploffingsgevaar bij het oppompen van vrachtwagenbanden. Tja, hoe zit dat. Eh, een vrachtwagenband pomp je op met een machine. Die machine zorgt dat er heel snel lucht in de band komt. Soms in een keer zoveel lucht dat de band kan ontploffen, exploderen. Nou, en u kunt zich wel voorstellen dat dat een enorme knal geeft. Een vrachtwagenband is wel wat anders dan een fietsband. En dat geeft niet alleen een knal, maar je hebt dan ook allemaal rondvliegende onderdelen. Nou, en tegen die rondvliegende dingen, daartegen moeten de werknemer beschermd worden. En dat kan met een bandenkooi. Die zorgt ervoor dat de werknemers veilig een band kunnen oppompen. Presentatrice: Zijn er ook verbeteringen gezien? Zijn er ook punten waarop de garages veiliger zijn dan vorig jaar? Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

47 William: Ja zeker. Een grote verbetering is dat de monteurs minder zwaar hoeven te tillen. In veel garages wordt tegenwoordig een verrijdbare lift gebruikt voor het verwisselen van banden. Werknemers in garagebedrijven maken goed gebruik van de tilhulpmiddelen. Daardoor is het fysieke, het lichamelijk zware werk in het garagebedrijf lichter geworden. We hebben geen situaties gezien waar onnodig zwaar werd getild. Presentatrice: Meneer Willian Takam, hartelijk dank voor uw uitleg. Tot morgen luisteraars. Dan praten we over het voedsel in de kantine. Dit was het einde van het interview met inspecteur William Takam. Opgave 4 U gaat nu luisteren naar Radio Vooruit! Reporter Rachel Lap interviewt verschillende mensen in de kantine van een groot gemeentehuis. Het onderwerp is: kunt u gezond eten in de kantine? Bij het eerste fragment zit nog geen opgave. Dag luisteraars. Vandaag zijn we te gast in een kantine van een groot gemeentehuis. Hier gaan we praten over gezond eten in bedrijfsrestaurants en kantines. Er is namelijk een onderzoek geweest en daarin staat dat veel mensen behoefte hebben aan een gezonde hap op de werkvloer. Zij willen beter op hun voeding letten. Dan gaan de interviews nu verder. Lees de eerste opgave goed door. Vergeet niet om na het beantwoorden van de vraag meteen de volgende vraag te lezen. Rachel: Ik praat hier met werknemers en met een voedseldeskundige, iemand die het onderzoek gedaan heeft. Meneer Rondeel, u werkt bij de gemeente als portier. Luncht u in de kantine? Meneer Rondeel: Ja hoor, elke dag. Rachel: En wat neemt u dan? Meneer Rondeel: Nou ja, het zit zo, ik hou heel erg van snacken. Ik kan die heerlijke frituurlucht gewoon niet weerstaan. Dus ja, meestal neem ik een frikadelletje of een kroketje. Nou, heel soms neem ik ook een broodje gezond, weet je, zo een broodje met kaas en sla en nog wat van die komkommer. Maar ja dan voel ik me net een konijn, hè. Nee, dan eet ik toch weer liever een berenhap of een kaassoufflé. Rachel: Meneer, dank u wel. Naast mij staat ook een voedseldeskundige. Mevrouw Van de Vall, u heeft onderzoek gedaan naar voeding in de kantine. In uw rapport staat dat veel mensen Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

48 willen dat er gezond eten wordt geserveerd in de kantines. Maar als ik deze meneer zo hoor, wil hij helemaal geen gezond eten. Hij is dol op zijn snackie. Mevrouw Van de Vall: Ja, dat is ook zo. Wij hebben met veel mensen gesproken. Uit het onderzoek blijkt dat ruim 25% van de mannen het moeilijk vindt om de kroket, frikadel of andere ongezonde snack te laten staan. Vooral vrouwen en jongeren willen dat de werkgever gezond eten gaat verkopen. Het liefst willen zij dat de werkgever zelfs gratis fruit aanbiedt. Rachel: Meneer Gunsum. U werkt ook in het gemeentehuis. Eet u elke dag in de kantine? Meneer Gunsum: Ja zeker. Ik vind het gezellig om even met een paar collega s te lunchen en een beetje bij te praten. Rachel: En wat eet u dan? Meneer Gunsum: Dat hangt ervan af. Ik probeer toch wel gezond te eten. Dus ik neem vaak een bruin bolletje met kaas, soms met jam. En dan neem ik yoghurt met vruchten. Dat vind ik dan wel jammer. Het zijn vaak vruchten uit blik. Ik zou het echt heel goed vinden als we hier in onze kantine ook verse fruitsalade konden krijgen. Tja, daar zouden ze hier wel wat meer aan kunnen doen. Kijk, nu liggen er chocoladerepen en gevulde koeken bij de kassa. Ik zou liever hebben dat er hier een schaal met mandarijnen of een lekkere appel lag. Rachel: Wat zijn de voordelen van fruit eigenlijk? Mevrouw Van de Vall: Nou, dat hebben we ook onderzocht. Eh, wist u dat fruit zorgt voor minder ziekteverzuim? Minder afwezigheid van de mensen? Als mensen fruit eten, worden ze fitter en worden ze minder snel ziek, dat is echt waar. Ze melden zich ook minder vaak ziek. Het ziekteverzuim gaat omlaag. Dus een werkgever heeft er baat bij als er fruit wordt verkocht in de kantine. Rachel: Mevrouw Van de Vall, meneer Gunsum wil graag dat er in de kantine wat meer gezond voedsel wordt verkocht. Hoe moet hij dat voor elkaar krijgen? Kunnen werknemers ervoor zorgen dat er gezonder voedsel wordt verkocht in de kantines? Mevrouw Van de Vall: Meneer Gunsum zou bijvoorbeeld met de werkgever in gesprek kunnen gaan. Hij zou kunnen vragen of het aanbieden van gratis fruit mogelijk is. En ja, je kunt ook praten met de kantinebeheerder. Verkoop in plaats van een vette snack eens wat gezondere producten, zoals een salade, stukje kaas, vers vruchtensap. Hij kan dan goede redenen geven. Gezonde werknemers zijn productiever. En het eten van fruit kan overgewicht Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

49 voorkomen. Ook kan fruit op de werkvloer het ziekteverzuim verminderen. Nou, als meneer met zo n verhaal bij zijn baas komt, dan denk ik dat de werkgever daar wel naar wil luisteren. Rachel: Dank u wel mevrouw van de Vall. Ik ga even een kroketje bestellen in de kantine. Smakelijk eten en tot een volgende keer luisteraars. Oefening 5 Opgave 1 tot en met 4, bij Brandpreventie, een aflevering van Het Klokhuis. Hieronder staat een samenvatting van de tekst uit de rapportagefragmenten over Brandpreventie. De verslaggever gaat met brandweerman Cor op stap. Ze controleren een gezinswoning op brandveiligheid. Cor en de reporter stappen een huis binnen. Ze beginnen in de huiskamer. Cor vertelt: 1/3 van de woningbranden wordt veroorzaakt door elektriciteit. Vooral door stof op en in de televisie, dat geeft snel brand. Daarom moet je één keer in de drie jaar de tv schoonmaken en de tv vrijhouden zodat de gordijnen niet in de fik gaan. In de wasdroger altijd het filter leegmaken, dat is ook stof dat in de fik kan vliegen. --- Stekkers zijn hier allemaal aan elkaar verbonden. Op die manier belast je veel te veel stopcontacten. Doe daarom niet alle stekkerdozen op één stopcontact. --- Droogte en hitte zorgen samen voor brandgevaar. Een lamp kan wel 160 graden Celsius worden. Door oververhitting krijg je brand. 40 watt in een lampenkap voor maar 25 watt bijvoorbeeld. Dat wordt veel te warm. Dit gaat branden, het gaat in de fik. Lampen in de douche moeten spatwaterdicht zijn. Stroom en water samen is een groot probleem. Ook in de kinderslaapkamer voorzichtig zijn. Deze lamp wordt te warm. Een doek om de lamp staat gezellig maar is heel gevaarlijk. Daar komt brand van. --- Er zijn tegenwoordig steeds meer huizen met centrale verwarming. Maar in oude huizen staan ook nog wel gaskachels. Gaskachels kunnen ook een gevaar opleveren. Als je ze niet schoonmaakt kan zich vuil ophopen. En dan kan een giftig gas vrijkomen: koolmonoxide. Koolmonoxide is doodsoorzaak nummer 1 bij brand. --- Een open haard of kachel is gezellig, maar laat nooit iets dicht bij een kachel staan, zoals een droogrekje. Het gaat maar al te snel in brand. --- De meeste branden ontstaan in de keuken. Je kunt een vlam in de pan krijgen. Hoe dat komt? Vet wordt 200 graden heet en gaat spontaan branden. Wat moet je doen? Een passende deksel erop schuiven. Als je die niet hebt een blusdeken gebruiken. Desnoods een handdoek. Nooit water op gooien want dan gebeurt er dit (vuur). Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

50 --- Cor en verslaggever vertellen wat je in huis moet hebben: branddeken, brandblusser en, heel belangrijk; een rookmelder. Cor laat zien: op elke etage een rookmelder en ook een op de kinderkamer. --- Als er brand uitbreekt moet je binnen een paar minuten het huis verlaten. Daarom heb je een vluchtplan nodig. Een gezin( vader, moeder en drie kinderen) maakt samen een vluchtplan. Wat moet je doen als er dan toch brand uitbreekt? Het gezin overlegt met elkaar. Wie gaat dan met wie mee? Roos en Pien gaan met mama mee en Thijs gaat met papa naar buiten. --- Bij brand is het vaak aardedonker en hoe kom je dan bij de sleutel? Zorg dat je weet waar de sleutel ligt. Leg die op een vaste plek. En de vluchtwegen moeten vrij zijn. Dus altijd rotzooi opruimen op de trap en in de gang. Opgave 7, bij ETV, Kinderen en verkeersveiligheid Een ouder (vrouw) vertelt: Het project is ervoor om kinderen en ouders uit de auto krijgen. Het geeft heel veel drukte. Belangrijk dat kinderen uit de auto komen om te lopen en te fietsen. Problemen op de school komen door te veel auto s. Kinderen krijgen een kusje. En daar gaan ze. Maar het geeft ontzettend veel drukte en chaos. Het geeft veel drukte en dat is met halen en met brengen. Het is voor de kinderen ook belangrijk dat ze uit die auto komen. --- In beeld: Goed kijken daar, naar links, rechts, goed zo. Interviewmevrouw gaat verder: Verkeersouders zijn heel belangrijk voor een school. Ze zijn aanspreekpunt tussen school, en de gemeente en de ouders en politie. Ze hoeven zich niet per se met de infrastructuur van de school bezig te houden. Er zijn ook zat dingen te bedenken op de school zelf. Je kunt denken aan: Hoe zit het met schoolreisje? Is dat verkeersveilig? Hoe zitten ze in de bus, hebben ze een gordel om? Dat soort dingen. --- Ouder (man): Sowieso is het belangrijk dat je je snelheid aanpast. Pas je snelheid aan als je in een buurt van een school rijdt. --- Vrouw: Ze rijden hier heel hard doorheen. Toen heb ik toch voor elkaar gekregen dat er verkeersdrempels zijn gekomen. En daar ben ik heel erg blij mee. --- [In beeld: verkeersles aan kinderen] Vrouw: Ik vind inderdaad dat elke school een verkeersouder zou moeten hebben. Dat is ontzettend belangrijk. Niet alleen voor het verkeer, dat had ik al gezegd. Maar Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

51 zo n school heeft er baat bij, zo n verkeersouder kan helpen. --- Ouder: Wat de ouders zelf kunnen doen is het goede voorbeeld geven. Dus zelf riemen vast maken. En de kinderen er ook op wijzen met oversteken. Niet alleen aan de hand meenemen en dan gewoon maar overlopen en denken: Het is nu wel veilig. Maar ook echt laten kijken van rechts naar links. Ik denk dat dat echt de belangrijke dingen zijn. Ze attent maken op datgene wat ze moeten doen om veilig over te steken. --- Ouder: Mijn tip naar de ouders om de kinderen naar school te brengen is: ga alstublieft fietsen of lopen. Want de kinderen doe je er ook een plezier mee, die leer je omgaan met het verkeer. Als je je kind altijd op de achterbank van de auto hebt dan leert-ie niet omgaan met het verkeer. Als je kind dan 12 is en hij gaat naar het voortgezet onderwijs dan moet-ie opeens zelfstandig kunnen fietsen naar zijn nieuwe school. In die leeftijd gebeuren daarom ook de meeste ongevallen. Dat moet je niet willen. Leer je kind omgaan met het verkeer, ga zo veel mogelijk met de fiets of lopen naar school. Opgave 8 tot en met 10 Postbus 51* Radio over pijnstillers, colportage en de campagne Denk vooruit, uitgezonden op 10 juli 2010 Presentatie: Jeroen Dirks en Lilian Enzerink van Postbus 51. Te gast: Anna Linmans van het ministerie van Binnenlandse Zaken Jeroen: En zo zijn we aangekomen bij het laatste onderwerp van deze uitzending. En dat is, zoals gebruikelijk, de vraag van de week. En deze week staat de campagne Denk vooruit centraal. Anna Linmans, senior beleidsmedewerker Programma Dreigingen en Capaciteiten, Directie Nationale Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in onze uitzending te gast om ons alles te vertellen over deze campagne. Mevrouw Linmans, nogmaals welkom. Ik zou graag willen beginnen met het doel van de campagne. Wat kunt u ons daarover vertellen? Anna Linmans: Het doel is mensen meer zelfredzaam te maken in noodsituaties. Door mensen ervan bewust te maken dat ook zij in een noodsituatie terecht kunnen komen. Dat de hulpdiensten niet iedereen direct kunnen helpen en mensen enige tijd op zichzelf aangewezen kunnen zijn. En dat het dan handig is om vooraf wat praktische voorbereidingen te hebben getroffen en informatie te hebben ingewonnen. ---* Jeroen: Waarom moeten wij ons voorbereiden op mogelijke noodsituaties? Anna Linmans: In de praktijk zie je dat mensen zich in het algemeen best goed kunnen redden bij een ramp of crisis, maar dat ze door een gebrekkige voorbereiding of gebrek aan juiste informatie soms dingen doen die niet handig zijn of zelfs gevaarlijk. Als mens sta je niet graag machteloos en wil je je te allen tijde zo goed mogelijk redden, ook als er een noodsituatie is. We denken allemaal dat een ramp ons niet overkomt, Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

52 maar dat hoeft niet zo te zijn. Denk bovendien eens aan het ongemak of de ellende die je kunt hebben van een kleinere noodsituatie zoals stroomuitval of een breuk in de waterleiding. Met enkele eenvoudige voorbereidingen voorkom je dat een probleem een ramp wordt. Daar komt bij: hulpdiensten zijn nooit meteen ter plekke en bij een grotere ramp zullen zij nooit iedereen tegelijkertijd kunnen helpen. Bijvoorbeeld bij de stroomstoring in de Bommelerwaard: mensen hadden gasfornuizen en waxinelichtjes aan en ramen en deuren dicht om warmte binnen te houden, maar liepen daardoor wel risico op koolmonoxidevergiftiging. Een warmhouddeken uit het noodpakket kan dit probleem voorkomen. --- Jeroen: Als een ramp plaatsvindt, wat moet men dan sowieso altijd doen? Anna Linmans: Iedere ramp of noodsituatie is natuurlijk uniek en wat voor de één een noodsituatie is, hoeft dat voor een ander niet te zijn. Probeer in ieder geval zo rustig mogelijk te blijven. Als je zelf gewond bent of in acuut gevaar verkeert, alarmeer dan de hulpdiensten en probeer anderen in je omgeving te waarschuwen. Probeer informatie te krijgen uit een betrouwbare bron: de noodradio afgestemd op de lokale rampenzender (dat is de regionale zender) kan daarbij zeer behulpzaam zijn. Volg de instructies van de hulpdiensten en de overheid op. Waarschuw bijvoorbeeld ook buren en verleen, als je daartoe in staat bent, hulp aan anderen. --- Jeroen: Wat zit er in een noodpakket? Anna Linmans: Wat u in uw noodpakket doet, hangt voor een deel af van uw persoonlijke situatie. Wij adviseren in ieder geval de volgende spullen in huis te hebben: een radio op batterijen, afgestemd op de rampenzender, en met extra batterijen. Een zaklamp met extra batterijen; een eerstehulpdoos; lucifers in een waterdichte verpakking; waxinelichtjes; warmhouddekens; een gereedschapsetje; een waarschuwingsfluitje. En een paar flessen water. Denkt u daarnaast ook aan medicijnen als u die gebruikt een voorraadje medicijnen. --- Jeroen: Wat kunnen mensen doen die verminderd zelfredzaam zijn, bijvoorbeeld door een lichamelijke beperking? Anna Linmans: Bereid je voor met een noodpakket en win informatie in over risico s in je omgeving. Denk na over waar je niet zonder kunt, zoals medicijnen en zuurstof. Denk na over hoe je je netwerk kunt informeren en alarmeren: zorg bijvoorbeeld dat buren of vrienden op de hoogte zijn van je beperking en in geval van een noodsituatie aan jou zullen denken. Ook als je slechts tijdelijk verminderd zelfredzaam bent, bijvoorbeeld door een gebroken been. --- Jeroen: Welke aanvullende tips heeft u voor onze luisteraars? Anna Linmans: Neem je persoonlijke situatie als uitgangspunt. Heeft u wel of geen kinderen, heeft u een fysieke of verstandelijke beperking, welke risico s zijn er in uw nabije omgeving, et cetera. Spreek met familie en/of bekenden af waar je elkaar treft als zich een noodsituatie voordoet en je bevindt je niet op dezelfde plaats. Overweeg een EHBO-cursus te volgen. Kijk op wat er bij jou in de buurt kan gebeuren en hoe je je nog meer kunt voorbereiden. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

53 Jeroen: Anna Linmans van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dank voor uw komst naar de studio! Succes uiteraard met de campagne. Lilian Enzerink van Postbus 51, dank en tot volgende week uiteraard. U bedankt voor het luisteren. In onze uitzending van volgende week zaterdag besteden we aandacht aan een nieuwe website over gezonde vetkeuze, de slimme meter en de aanpak van 30 knelpunten op de Nederlandse wegen. Tot volgende week. Oefening 18 Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 9 moeten kort zijn. Soms zijn enkele woorden al genoeg, soms moet u één of twee zinnen zeggen. U hebt hier 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht. Voor het bekijken van deze extra informatie krijgt u steeds vijf seconden de tijd. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. Dan beginnen nu de oefeningen. Opdracht 1 U rijdt in uw auto met een collega naar uw werk. Uw collega draagt geen veiligheidsgordel. Wat zegt u tegen hem? Opdracht 2 U komt terug van vakantie. Uw collega heeft een groot verband om zijn hoofd. Wat vraagt u aan hem? Opdracht 3 U zit in een taxi. De taxichauffeur rijdt met een beslagen voorruit. Wat adviseert u hem? Opdracht 4 U werkt in de bouw. U ziet dat uw collega op het dak werkt zonder helm. Wat roept u naar uw collega? Opdracht 5 U werkt in een verpleeghuis. Uw collega tilt alleen [nadruk!!] een oude vrouw uit haar rolstoel. Wat zegt u tegen uw collega? Opdracht 6 U werkt in de zorg. U praat met uw jongere collega over uw werk. Kijk naar de plaatjes. Luister naar uw collega en geef antwoord. Is er eigenlijk veel veranderd in ons vak? Opdracht 7 U werkt in de bouw. Er komt vandaag een nieuwe stagiair op de bouwplaats. U legt uit wat de twee belangrijkste regels zijn op de werkplek. Vertel ook waarom die regels er zijn. Kijk naar het plaatje. Wat zegt u tegen de stagiair? Opdracht 8 Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

54 U werkt op een groot kantoor. U gaat praten met uw leidinggevende. Kijk naar het plaatje. Luister naar uw leidinggevende en reageer. Waarover wilde je me spreken? Opdracht 9 U bent kinderleidster op een peuterspeelzaal. U werkt samen met een stagiaire. Kijk naar de plaatjes. Luister naar uw stagiaire en reageer. Is er nog iets speciaals dat ik vandaag moet doen? Oefening 19 Bij de opdrachten 1 tot en met 3 wordt van u een langer antwoord verwacht. U hebt hier 30 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij een opdracht. U moet deze informatie gebruiken bij het geven van uw antwoord. Bij deze opdrachten krijgt u altijd 15 seconden de tijd om uw antwoord voor te bereiden. Een pieptoon geeft aan dat u moet beginnen met spreken. Dan beginnen nu de oefeningen. Opdracht 1 U bent conciërge op een ROC. De afdeling horeca heeft nieuwe brandmelders nodig in de keuken. De directrice wil dit graag met u bespreken. Bekijk de informatie. Vertel welke brandmelder het meest geschikt is. Geef twee redenen. Welke brandmelder kunnen we het beste nemen? Opdracht 2 Het verkeer in Nederland is veilig. Toch vallen er in Nederland elke dag twee verkeersdoden. Kijk naar de foto s. Vertel welke drie maatregelen volgens u het verkeer veiliger maken. Vertel bij elke maatregel waarom het verkeer door die maatregel veiliger wordt. Opdracht 3 Uw vriendin heeft een baby gekregen. Ze vraagt u wat ze kan doen om haar huis kindveilig kan maken. Kijk naar de foto s. Geef twee adviezen en vertel ook waarom u het belangrijk vindt dat zij uw adviezen opvolgt. Dit is het einde van de spreekopdrachten bij hoofdstuk 6 Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

55 Transcripten hoofdstuk 7 Oefening 3 U gaat luisteren naar Radio Vooruit! Te gast is mevrouw Makhlouf, zij heeft een hardloopclub opgericht. De presentator stelt de gast eerst even aan u voor. Hierbij is nog geen opgave. Presentator: Goedendag luisteraars. Vandaag praten we met Zainab Makhlouf. Mevrouw Makhlouf is de oprichter van Be Interactive. Wat doet Be Interactive? Zainab: Be Interactive is een stichting. Het is een club voor vrouwen van alle nationaliteiten. We willen laagdrempelig zijn. We zijn er met name voor vrouwen die dicht bij huis willen sporten. De stichting is opgericht om vrouwen te stimuleren om meer te sporten, meer te bewegen en gezonder te gaan eten. De bedoeling is om door hardlopen de conditie te verbeteren. En dan juist samen hardlopen, daar gaat het om. Dan gaat de tekst nu verder. Lees eerst de opgave goed door. Presentator: Hoe bent u zelf begonnen met sporten? Zainab: Ik weet het nog goed, dat was in Ik liep in het winkelcentrum en ik zie twee jonge vrouwen met hoofddoekjes in sportkleding. En toen deed ik iets wat ik anders nooit zou doen, maar ik sprak die meiden aan. Wat zien jullie er sportief uit,' riep ik. Het bleek dat ze meededen aan een project van Turkse en Marokkaanse vrouwen die samen hardlopen. Ik heb gevraagd of ik mee mocht doen. Zo had ik mijn eerste stap gezet. Ik heb toen zo hard getraind dat ik heb meegedaan aan een loop van vijf kilometer in het Amsterdamse Bos. En ik haalde het. Ik kreeg zelfs een medaille. Oh, het gaf me zoveel zelfvertrouwen. Dit was het duwtje in de rug dat ik nodig had. Presentator: En toen heeft u zelf een stichting opgericht? Zainab: Ja, ik had dat met zoveel plezier gedaan dat hardlopen en dat meedoen aan die hardloopwedstrijd, ik wilde daar mee doorgaan. En toen hoorde ik dat het project eenmalig was. Ik dacht: dat kan niet, er zijn veel vrouwen die dat duwtje nodig hebben. Eh, ik heb zelf tot vijf jaar terug niet gesport. Ik had het wel willen doen, maar in mijn eentje durfde ik niet. Met steun van het buurtcentrum heb ik toen een stichting opgezet, met de naam Be Interactive. Het is bedoeld voor alle vrouwen die te weinig bewegen maar vooral allochtone vrouwen die weinig naar buiten komen. Die geïsoleerd leven. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

56 Presentator: Hoe bereiken jullie nieuwe meisjes en vrouwen? Zainab: Nou, we hebben folders en goede contacten met andere organisaties. Maar het beste gaat het toch via via. We komen op schoolpleinen en in buurthuizen. En dan praten we met vrouwen. En we krijgen hulp van de vrouwen die met ons hebben meegedaan met hardlopen. Die vrouwen zijn uit hun isolement gekomen. Deze vrouwen hebben weer een netwerk. Ze kennen weer mensen die ook wel willen rennen en zo krijgen we via via steeds meer vrouwen die meedoen. Mond-tot-mondreclame, dat is eigenlijk hoe het meestal gaat. Daarnaast kloppen we ook gewoon aan de deuren om de vrouwen naar buiten te krijgen, dus ja, dat doen we ook. Presentator: Jullie komen dan één keer in de week bij elkaar. Hoe ziet zo n training eruit? Zainab: De looptraining van Be Interactive worden buiten in de open lucht gegeven: in het park in de buurt, in het bos of bij een atletiekbaan in de buurt. Het idee is dat we het sporten naar de vrouwen toe brengen. Daarom wordt in de buurt getraind, hè, daar waar de vrouwen wonen. Het is echt een vol programma. De training die duurt maar anderhalf uur. In die anderhalf uur komt er veel aan bod. Eerst een beetje theorie, dat wil zeggen informatie over voeding, blessure preventie, wat gebeurt er in je lichaam En dan lopen we naar de trainingslocatie en dan beginnen we met de warming-up: losmakende oefeningen om de spieren op te warmen. Vervolgens nog vijf minuten loopscholing om de techniek te leren. En dan komen we echt bij de kern. De duurlooptraining en dat doen we wel zo n 45 minuten achter elkaar. We besluiten de training met een cooling-down, dus dat betekent rekken en strekken.. Ja en dan lopen we weer terug. Ach we hebben zoveel te doen, die anderhalf uur die vliegt voorbij. Presentator: Op jullie website staat dat Be interactive voor fysieke en mentale conditie is. Wat bedoel je daarmee? Zainab: Dat geïsoleerde vrouwen meedoen, dat is het doel. Bewegen en hardlopen is het middel. Het doorbreekt de negatieve spiraal. Heel veel mensen zitten in een cirkel slechte voeding - onvoldoende beweging - depressie en isolement. En hardlopen kan die cirkel doorbreken. Tijdens het anderhalve uur sporten komen ook andere dingen aan bod, je praat over gezond eten, vrouwen geven elkaar adviezen, vertellen elkaar hun verhaal. En dan voel je je al beter. Maar ook hardlopen voor een medaille verhoogt je eigenwaarde. Je denkt toch poeh, dat heb ik maar goed gedaan. En wat ook helpt: hardlopen is gewoon gezond, als je sport dan voel je je beter. Ik weet zeker: hardlopen op deze manier bevordert de integratie en ook de eigenwaarde. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

57 Presentator: U bent ook trainer geworden. En bij Be Interactive kun je ook assistent-trainer worden. Hoe zit dat? Zainab: Ja, ik vond het zo leuk, dat hardlopen, dat ik ook trainster ben geworden. En nu geef ik les aan assistent-trainers. Sommige vrouwen die willen doorgroeien. Die zijn sportief en vinden het leuk om voor een groep te staan. Ja, je kunt niet zomaar trainer worden. Je moet sportief zijn natuurlijk. Je moet goed voor een groep durven staan en je moet goed kunnen uitleggen. Ehm, eigenlijk bestaat deze korte opleiding uit twee delen. De theorie en de stage. In de korte opleiding voor assistent leer je van alles over lesvoorbereiding, en tijdverdeling, je houding voor de groep, gezonde voeding en drinken, voorbereiding voor evenementen. Na zes keer doe je examen. Als je dan je diploma hebt, dan wordt je ingedeeld bij een ervaren assistent-trainster om stage-uren te lopen, hè, om praktijkervaring op te doen. Dan heb je je diploma dus al op zak. Pas na de stage kan je zelf aan de slag met je eigen groep. Als assistent-trainster bij Be Interactive krijg je een vergoeding per training: 25,- en je kunt lekker hardlopen elke week! Presentator: Dank u wel mevrouw Zainab Makhlouf voor uw verhaal en succes bij de training. Zainab: Graag gedaan. Dit was het einde van het interview met de oprichter van Be Interactive, mevrouw Makhlouf. Oefening 4 Straatinterviews: verkopen op de vrijmarkt is een kunst U gaat luisteren naar Radio Vooruit! De reporter maakt straatinterviews. Hij gaat praten met koopmannen en -vrouwen die op Koninginnedag op de vrijmarkt staan. De reporter vertelt eerst wat zij gaat doen. Hierbij is nog geen opgave. Reporter: Wilt u een lege zolder en een volle portemonnee? Dan moet u met Koninginnedag oude spullen verkopen. Maar hoe wordt u het snelst rijk? Ik ga praten met verkoopkampioenen. Zij verklappen hun geheimen. Zij geven tips over de beste manier om oude spullen te verkopen. Dan gaan de interviews nu verder. Lees eerst de opgave goed door. Presentator: Naast mij staat Carla. Hoe lang staat u al op de markt? Carla: 12 jaar. Transcripten bij Vooruit! Uitgeverij Boom

Blusdeken. Opdracht 1. Opdracht 2. Hoofdstuk 6 - Oefening 5 - Extra luisteroefeningen

Blusdeken. Opdracht 1. Opdracht 2. Hoofdstuk 6 - Oefening 5 - Extra luisteroefeningen Hoofdstuk 6 - Oefening 5 - Extra luisteroefeningen U gaat kijken en luisteren naar drie verschillende teksten. Maak alle opdrachten achter elkaar. Zo oefent u met de lengte van het examen en traint u het

Nadere informatie

Bespreek met elkaar: Wat zijn het voor producten die u op de plaatjes ziet? Welke van deze producten heeft u zelf in huis?

Bespreek met elkaar: Wat zijn het voor producten die u op de plaatjes ziet? Welke van deze producten heeft u zelf in huis? Hoofdstuk 6 - Oefening 5 - Extra luisteroefeningen U gaat kijken en luisteren naar drie verschillende teksten. Maak alle opdrachten achter elkaar. Zo oefent u met de lengte van het examen en traint u het

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Stage en werk zoeken 86 Luisteren 87 Lezen 93 Schrijven 101 Spreken 109

Hoofdstuk 4 Stage en werk zoeken 86 Luisteren 87 Lezen 93 Schrijven 101 Spreken 109 Inhoud Voorwoord 6 Handleiding 7 Hoofdstuk 1 Media 10 11 Lezen 18 Schrijven 23 Spreken 28 Hoofdstuk 2 Opleidingen 32 34 Lezen 38 Schrijven 50 Spreken 55 Hoofdstuk 3 Wereldburger 60 61 Lezen 70 Schrijven

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd.

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Hoofdstuk 6 - Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6 Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht.

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6 Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6 Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht.

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten 2002/2003 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN

VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN http://www.edusom.nl Thema In en om het huis VERLENGEN KOPEN RUILEN BETALEN Lesbrief 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN II 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN II 2002/2003 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen Examen I: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een korte

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT ROOS Roos (27) is zeer slechtziend. Ze heeft een geleidehond, Noah, een leuke, zwarte labrador. Roos legt uit hoe je het beste met geleidehond en zijn baas

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Sleutels. Luisteren: Radio Vooruit! Opdracht 2 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9C, 10B. Opdracht 3 1B, 2A, 3B, 4C, 5B

Hoofdstuk 6 Sleutels. Luisteren: Radio Vooruit! Opdracht 2 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9C, 10B. Opdracht 3 1B, 2A, 3B, 4C, 5B Hoofdstuk 6 Sleutels Oefening 3 Luisteren: Radio Vooruit! 1B, 2C, 3C, 4A, 5B, 6B, 7C, 8A, 9C, 10B Opdracht 3 1B, 2A, 3B, 4C, 5B Opdracht 4 1C, 2B, 3C, 4A, 5B Oefening 5 Luisteren: Extra oefeningen Opdracht

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 5. Werk vragen in een winkel Inleiding Deze les gaat over het zoeken naar werk. Over hoe je een baan kunt vinden. In deze les gaat een vrouw, Maria, naar een winkel om

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek Taban gaat met zijn dochter voor het eerst naar de bibliotheek. Hij schrijft haar in bij de bibliotheek. Dan laat Soumiya aan Taban en Ama

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis.

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Thema Gezondheid Lesbrief 2. Naar het ziekenhuis. Wat leert u in deze les? De weg vragen. Om herhaling en verduidelijking vragen. Je naam spellen. Vragen stellen en beantwoorden. Veel succes! 1 HET GESPREK

Nadere informatie

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN II. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen SPREKEN Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten EXAMEN II 2003/2004 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit drie delen. Elk deel begint met

Nadere informatie

Gezond thema: DE HUISARTS

Gezond thema: DE HUISARTS Gezond thema: DE HUISARTS 1. Wat gaan we doen? Praten over de huisarts en wat de huisarts doet. Nieuwe woorden leren over de huisarts. Het gesprek met de huisarts oefenen. 2. Wat vind ik van? Als je een-op-een

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Beginnerslessen Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen Wat leert u in deze les? Gesprekken over het inburgeringsexamen begrijpen. Welke examens bij het inburgeringsexamen horen. Waar u kunt oefenen met de

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2001/2002 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I 2001/2002 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug, want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande Eerste druk 2015 R.R. Koning Foto/Afbeelding cover: Antoinette Martens Illustaties door: Antoinette Martens ISBN: 978-94-022-2192-3 Productie

Nadere informatie

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7

E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 E.H.B.O. Werkstuk Vera Kleuskens, groep 7 1 Vera Kleuskens groep 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Inleiding... 4 1. Wat is E.H.B.O... 5 2. E.H.B.O. vereniging... 6 3. Cursus... 7+8+9 4. Reanimatie en A.E.D....

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek.

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 15. Het functioneringsgesprek. Wat leert u in deze les? Moeten en hoeven gebruiken. Vragen hoe het met uw kind gaat. Veel succes! Deze les is ontwikkeld

Nadere informatie

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Les 1 Werk en inkomen (1) Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Evert en Monica -2 Rijbewijs Monica is jarig.

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

U leert in deze les om raad vragen. Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. OM RAAD VRAGEN les 3 spreken inleiding en doel U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies. Het is belangrijk

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

Charles den Tex VERDWIJNING

Charles den Tex VERDWIJNING Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Opbellen naar een bedrijf. Wat leert u in deze les? Een telefoongesprek naar een bedrijf begrijpen. Een gesprek over een advertentie begrijpen.

Nadere informatie

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen

NT 2 2003/2004 SPREKEN EXAMEN. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen SPREKEN EXAMEN I 2003/2004 Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit twee delen. Elk deel begint met een

Nadere informatie

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2

TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 TOP! JIJ DOORSTOND DE VUURPROEF! JE HEBT JE LIDMAATSCHAP VERDIEND VAN DE CLUB VAN 1-1-2 GEFELICITEERD! JIJ BENT NU GETRAIND IN HET HERKENNEN EN BESTRIJDEN VAN BRANDGEVAAR. DAT IS EEN GEWELDIGE WINST VOOR

Nadere informatie

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij? Wat een mooie luchtballonnen! Geel, oranje, groen en blauw. Kies maar uit Daan,

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Extra spreekopdrachten 1, 2, 3, 4 en 5

Hoofdstuk 5 Extra spreekopdrachten 1, 2, 3, 4 en 5 Hoofdstuk 5 Extra spreekopdrachten 1, 2, 3, 4 en 5 Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 5 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd. Soms staan er plaatjes of een stukje tekst bij de opdracht.

Nadere informatie

Beeld Hoofdstuk 5. Uitgeschreven tekst. NL test

Beeld Hoofdstuk 5. Uitgeschreven tekst. NL test Beeld Hoofdstuk 5 Uitgeschreven tekst NL test www.ncrv.nl/ncrvgemist/8-1-2011/nl-test-2011-afl-1 (fragment tot 8:53 min.) NL test (NCRV) Duur fragment: 8:53 min. Duur uitzending: 24:49 min. Datum uitzending:

Nadere informatie

Les 33. Zwangerschap

Les 33. Zwangerschap http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 33. Zwangerschap Wat leert u in deze les? Informatie begrijpen over zwanger zijn. Zeggen dat u zwanger bent of dat u zich niet lekker voelt. Woorden die hetzelfde

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Mevrouw, mevrouw mag ik u iets vragen?

Mevrouw, mevrouw mag ik u iets vragen? Transcripten hoofdstuk 3 Oefening 5 Opdracht 1 U gaat luisteren naar deel 1 van een radioprogramma van Radio Vooruit! U hoort eerst hoe het radioprogramma begint. U hoort de presentator. Hij vertelt waar

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Hoe gaat het met je studie?

Hoe gaat het met je studie? 195 195 HOOFDSTUK 12 Hoe gaat het met je studie? WOORDEN 1 Kies uit: onvoldoende controleren gymnastiek mening huiswerk 1 Heb je je al gemaakt? 2 Ik was op school niet zo goed in. Ik vond sport niet leuk.

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen? Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

U gaat luisteren naar verschillende teksten: twee radio-interviews en twee afleveringen van het ETV programma Taal + beroep = werk.

U gaat luisteren naar verschillende teksten: twee radio-interviews en twee afleveringen van het ETV programma Taal + beroep = werk. Hoofdstuk 2 oefening 9 Extra luisteroefeningen U gaat luisteren naar verschillende teksten: twee radio-interviews en twee afleveringen van het ETV programma Taal + beroep = werk. Opgave 1 Kijk bij oefening

Nadere informatie

Ben Tiggelaar. Nieuwe, praktische inzichten voor verandering en groei. Alle plaatjes uit het boek

Ben Tiggelaar. Nieuwe, praktische inzichten voor verandering en groei. Alle plaatjes uit het boek Ben Tiggelaar DOEN! Nieuwe, praktische inzichten voor verandering en groei Alle plaatjes uit het boek intenties gedrag gedrag situatie intenties gedrag situatie gepland gedrag automatisch gedrag gepland

Nadere informatie

CP16. ziek- en betermelden

CP16. ziek- en betermelden CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u

Nadere informatie

Examen II: Spreken 2009 Opgavenboekje Voorbeeldexamen NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal

Examen II: Spreken 2009 Opgavenboekje  Voorbeeldexamen NT2 Staatsexamen Nederlands als tweede taal Examen II: Spreken Tijdsduur ± 30 minuten Opgavenboekje 2009 Voorbeeldexamen Examennr. kandidaat: Aanwijzingen U gaat een spreektoets maken. De toets bestaat uit drie delen. Elk deel begint met een korte

Nadere informatie

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u:

11 PREVENTIE II 12 ONVEILIGE PLEKKEN 13 AANVULLENDE VRAAG ONVEILIGE PLEKKEN. pagina 31. Komt het wel eens voor dat u: PREVENTIE II Komt het wel eens voor dat u:. s avonds of s nachts niet open doet, omdat u het niet veilig vindt? 2. in uw eigen buurt omloopt of omrijdt om onveilige plekken te vermijden? 3. uw kind(eren)

Nadere informatie

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT

Nadere informatie

Bijlage interview meisje

Bijlage interview meisje Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je

Nadere informatie

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Water Egypte In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven. Ik ga naar een restaurant in Nederland. Daar bestel ik een glas water. De ober vraagt

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 24. Een wasmachine kopen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een wasmachine wilt kopen. Zeggen hoe groot iets is. Vergelijkingen. Veel

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten

Thema Op het werk. Les14. Opdrachten www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna

Nadere informatie

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken!

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken! Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken! 1 Brand! Je moet er niet aan denken dat je op een nacht wakker schrikt omdat er brand is. De paniek die dan uitbreekt. Hoe breng je jezelf, je

Nadere informatie

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid? Interviewfragmenten Onderstaande fragmenten zijn uitsuitend bedoeld voor gebruik bij het boek Onderzoek doen met vragenlijsten. Het is niet toegestaan deze fragmenten te publiceren of anderszins te verspreiden.

Nadere informatie

Thema Op zoek naar werk

Thema Op zoek naar werk Thema Op zoek naar werk Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje Inleiding Deze les gaat verder over het zoeken naar werk. De vrouw,, gaat weer naar de winkel om over werk te praten. Ze wil de manager

Nadere informatie

1Wat is examenvrees eigenlijk?

1Wat is examenvrees eigenlijk? 8 1Wat is examenvrees eigenlijk? Lars is bang voor spinnen. Toen hij de foto op dit werkboek zag, kreeg hij kippenvel en ging hij anders ademhalen. Toen we Lars vroegen of de spin hem kon bijten, riep

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd. Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik

Nadere informatie

Aflevering 2: Solliciteren

Aflevering 2: Solliciteren Aflevering 2: Solliciteren Vragen vooraf: Heb je wel eens gesolliciteerd naar een baan? Hoe deed je dat? Heb je een curriculum vitae? Hoofditem Fragment 1 Korte inhoud: Milouska en Bayu kijken hoe je kunt

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Lesbrief 25. Een jurk ruilen. Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u een jurk gaat ruilen. Verleden tijd gebruiken. Vragen stellen. Veel succes! Deze

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties

Deel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna

Nadere informatie

CP15. functioneringsgesprek

CP15. functioneringsgesprek CP5 functioneringsgesprek In Nederland voert de leidinggevende een of meer keren per jaar een functioneringsgesprek met de werknemer over het werk. Dit gesprek gaat over wat wel en niet goed gaat in het

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Het onderzoek van de burgemeester 5/6 Het onderzoek van de burgemeester De burgemeester hoorde dat kinderen ongerust zijn. Nee, ze zijn niet bang voor onweer of harde geluiden. Ze maken zich zorgen over de natuur. Dieren krijgen steeds minder

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialogen website Motiveren tot rookstop Dialoog verandertaal uitlokken en versterken Goedemorgen. Heeft u problemen gehad sinds uw vorige controle? Ja, eigenlijk wel. Mijn tanden zijn sterk verkleurd.

Nadere informatie

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dagboek Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen? Dat het klimaat verandert is een feit. Je hoort het overal om je

Nadere informatie