HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1"

Transcriptie

1 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 1 Een woord vooraf pag. 3 Les 1 De basisregels pag. 5 Les 2 Slagen maken pag. 9 Les 3 Het tegenspel pag. 15 Les 4 Het bieden pag. 21 Les 5 De opening/dialoog of monoloog pag. 29 Les 6 Antwoorden op de opening van een in een kleur...pag. 35 Les 7 Antwoorden op de opening pag. 41 Les 8 Het speelplan pag. 47 Les 9 Tips voor af- en tegenspel pag. 53 Les 10 Tussenbieden pag. 59 Les 11 De 2-openingen pag. 65 Les 12 Slotdrive pag. 71 Biedwedstrijd pag. 77 1

2 2

3 EE WOORD VOORAF Het boek Leer bridge met Berry ra bestaat uit twaalf hoofdstukken. Per les van circa 2,5 uur kan één hoofdstuk behandeld worden. De gehele cursus neemt derhalve 12 lessen in beslag. De relatief korte hoofdstukken 5a en 5b kunnen in één les gecombineerd worden. Dit maakt de weg vrij voor een slotdrive. Mijns inziens is het een goede zaak om de beginner snel kennis te laten maken met bridge in wedstrijdvorm. In een beginnerscursus krijgt de cursist een grote hoeveelheid stof te verwerken. Het is belangrijk dat hij een en ander thuis op zijn gemak kan nalezen. Doel van Leer bridge met Berry ra is om de leerling grote steun te bieden bij zelfstudie. Ik heb daarbij zoveel mogelijk getracht om de logica achter de regels te laten zien, zodat de lezer niet veroordeeld is tot het uit het hoofd leren van regeltjes. Het is niet nodig om in de les alle stof uit het boek diepgaand te behandelen. De docent kan zich beter beperken tot de hoofdlijnen, zodat er veel tijd overblijft voor het oefenen. Bridge leer je immers het beste met de kaarten in handen. Wel verdient het aanbeveling om de leerlingen het te behandelen hoofdstuk zowel vooraf als achteraf te laten bestuderen. Eventuele onduidelijkheden in de stof kunnen dan direct of tijdens de volgende les worden verhelderd. Indeling van de les In een les van 2,5 uur behoort het grootste deel van de tijd besteed te worden aan het oefenen, minstens 1,5 uur. De les kan het beste beginnen met een vragenkwartiertje. De leerlingen kunnen dan vragen stellen over de stof uit de vorige les. Daarnaast kunnen enkele quizvragen uit het betreffende hoofdstuk klassikaal besproken worden. Hierna wordt een deel van de nieuwe stof behandeld. Dan volgt het eerste speelgedeelte, waarin vier spellen worden gespeeld die geënt zijn op de zojuist besproken theorie. Hierna volgt het tweede deel theorie, waarna nogmaals vier spellen gespeeld worden. Als er nog wat tijd over is, kan de docent besluiten met het klassikaal behandelen van één of twee oefenspellen. Qua indeling ziet een les er dus ongeveer zo uit: 3

4 1/4 uur: vragenkwartier 1/4 uur: theorie 3/4 uur: spelen 1/4 uur: theorie 3/4 uur: spelen 1/4 uur: nabespreking spellen De spellen In deze handleiding staan per les 12 oefenspellen afgedrukt (m.u.v. les 1). De spellen 1 tot en met 4 horen bij het eerste gedeelte van de les, de spellen 5 tot en met 8 bij het tweede gedeelte. 9 tot en met 12 zijn reservespellen, die ingezet kunnen worden als een tafel moet wachten op een nieuw spel. Vaak zijn dat spellen met ook wat oude theorie. Per les heb ik vier spellen geselecteerd die m.i. het meest geschikt zijn voor een eventuele nabespreking. Algemeen Bij een beginnerscursus heb je als docent feitelijk maar één taak: ORGE DAT JE LEERLIGE PLEIER KRIJGE I HET BRIDGESPEL. Om dit te bewerkstelligen is het kweken van zelfvertrouwen enorm belangrijk. Geef veelvuldig complimentjes en wees spaarzaam met kritiek. Voor de spelvreugde is het van groot belang dat het oefenen goed verloopt. De docent mag niet toestaan dat de leerlingen elkaar tijdens het spelen les gaan geven. Het gevaar bestaat dan dat mindere leerlingen geen kaart meer durven te spelen en afhaken. Benadruk dat iedereen plezier aan het spel moet beleven. In dat kader is het ook belangrijk dat er tijdens het spel zo weinig mogelijk wordt ingegrepen. Een enkel adviesje hier en daar mag natuurlijk wel. a afloop van een spel willen leerlingen graag weten wat ze fout hebben gedaan. oem nooit meer dan één fout, al zijn er honderd gemaakt. Licht de meest elementaire fout eruit en leg daar wat over uit. Dat beklijft beter dan een omstandige verhandeling over de correcte speelwijze. Ook bij het behandelen van de theorie dient het plezier voorop te staan. Kijk uit voor overvoering. Pas desnoods de hoeveelheid te behandelen stof aan het niveau van de groep aan. De leerlingen moeten ook continu bij de les worden betrokken. odra de docent merkt dat de aandacht verslapt, is het verstandig om over te stappen op spelen. Het is absoluut geen ramp als niet alle theorie behandeld wordt. De meeste onderwerpen worden in Leer bridge met Berry ra deel 2 herhaald en uitgediept. 4

5 LES 1: DE BASISREGELS a de verwelkoming van de cursisten begint de docent met een korte introductie van het bridgespel. Enkele dingen die hij zou kunnen vertellen: * Bridge is het meest fascinerende kaartspel en behoort samen met dammen en schaken tot de denksporten. * Het spel wordt in praktisch alle landen ter wereld gespeeld, overal met dezelfde spelregels. Je kunt dus in willekeurig welke uithoek van deze aarde een bridgeclub binnenstappen en aanschuiven aan tafel om een partijtje te bridgen! * De basisregels van bridge zijn simpel te leren, maar het spel heeft een geweldige diepgang. * Er zijn duizenden boeken over bridge geschreven. * Bridge is een wedstrijdsport. Aan de Olympiade van 1996 na men bijna 80 landen deel. * Het vermelden van prestaties. ederland werd wereldkampioen in Carla Arnolds-Bep Vriend haalden in 1994 een wereldtitel bij de vrouwen. Het ederlandse damesteam werd wereldkampioen in Vlaamse leraren kunnen vertellen dat het Belgische nationale team in 1987 het prestigieuze lan dentoernooi om de Dunhill Cup met een hoofdprijs van DM op zijn naam schreef. * ederlandse docenten kunnen melden dat de ederlandse Bridge Bond tot de tien grootste sportbonden van het land behoort. Daarnaast moet er iets over de lesmethode verteld worden. Bridge is een spel dat je in de praktijk moet leren en de nadruk zal dus liggen op veel spelen. Introductie van het boekje Leer bridge met Berry ra (lid van het ederlandse team dat in 1993 wereldkampioen werd). Om het bridgespel onder de knie te krijgen is inzet noodzakelijk. Aan het einde van elke les zal derhalve huiswerk worden opgegeven. Druk de leerlingen daarnaast op het hart om vragen te stellen als ze iets niet begrijpen. Hierna kan worden afgetrapt. eker als er leerlingen zijn die nog nooit een kaart in handen hebben gehad, valt het aan te bevelen om het doceren van de spelregels rustig op te bouwen. De les valt uiteen in drie fasen. 5

6 Theorie I De leraar vertelt dat bridge gespeeld wordt met 52 kaarten, verdeeld over vier kleuren. Hij toont de kleuren en legt uit wat de rangorde van de kaarten is. De 52 kaarten worden verdeeld over 4 spelers. Het doel van het spel is om slagen te maken. Aan de hand van de tekst op pagina 10 wordt, gelardeerd met wat voorbeelden, uitgelegd wat een slag is en hoe een slag verloopt. De bekenplicht wordt toegelicht; tevens wordt vermeld dat je een slag niet kunt winnen als je niet kunt bekennen. Spelen I a dit stukje theorie komen direct de kaarten op tafel. Onderwerpen als troef en partners blijven nog buiten beschouwing. Er wordt geschud en gegeven. We spreken af dat de speler links van de gever mag uitkomen. Hierna worden 13 slagen uitgespeeld. Het gaat er voorlopig alleen maar om dat iedereen de regels van het spel begrijpt. De leraar grijpt dus alleen in als er tegen de spelregels wordt gezondigd. Theorie II a een spel of drie volgt weer wat theorie. Allereerst legt de docent uit dat bij bridge niet ieder voor zich speelt. Het is twee tegen twee. De speler die tegenover je zit is je partner. Daarnaast wordt aan de hand van de tekst op pagina 13/14 het spelen met een troefkleur geïntroduceerd. De docent vertelt dat de troefkleur normaliter bepaald wordt tijdens het bieden. In deze les wordt de troefkleur echter voor het geven gedraaid; wanneer er een plaatje wordt gedraaid, is de speelsoort sansatout. Tot slot legt de leraar aan de hand van de tekst op pagina 13 (registratie van slagen) uit dat gespeelde kaarten niet, zoals bij andere kaartspelletjes, op een hoop worden gegooid. Spelen II Voor het geven wordt een troefkleur gedraaid. De spelers die tegenover elkaar zitten moeten nu trachten samen te werken, hetgeen niet mee zal vallen. De leraar houdt wederom alleen de gang van zaken in de gaten. Er wordt dus alleen ingegrepen als iemand bijvoorbeeld troeft, terwijl hij nog moet bekennen. 6

7 Theorie III a weer een drietal spellen oefenen komt de laatste spelregel aan bod. De leraar legt aan de hand van de tekst op pagina 14/15 het begrip dummy uit. Wie dummy is, wordt normaliter bepaald tijdens het bieden. Omdat we daar nog niet aan toe zijn, spreken we voor deze les af dat de partner van de gever de dummy is. Onmiddellijk nadat is uitgekomen legt hij zijn kaarten open (zoals afgebeeld op pagina 15). Spelen III Op deze manier worden er minimaal vier spellen gespeeld, zodat iedereen een keer met een dummy kan spelen. Indien er dan nog tijd over is, kan de docent aan de hand van het volgende spel laten zien dat er met beleid gespeeld moet worden: V B A H A H A H A H V B V B V B Er wordt zonder troef gespeeld. mag beginnen met spelen. Hoeveel slagen kan hij maken? De leraar laat iedereen een getal noemen. Vervolgens wordt getoond hoe west bij onjuist spel 6 slagen maakt en bij goed spel 11 slagen. Tevens kun je laten zien dat noord 7 slagen maakt als hij mag beginnen. Moraal van het verhaal: niet alleen maar slagen rapen, maar ook slagen ontwikkelen! HUISWERK Hoofdstuk 1 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 2 doorlezen 7

8 8

9 LES 2: SLAGE MAKE Vragenkwartier Als er geen vragen zijn, wordt de eerste les even summier herhaald. Dit kan worden gedaan aan de hand van de oefeningen bij hoofdstuk 1. Theorie I u de leerlingen weten hoe het spel in zijn werk gaat, zijn ze toe aan de volgende stap: het leren van technieken om zoveel mogelijk slagen te maken. In het eerste gedeelte van de les komen de onderwerpen slagen incasseren en slagen ontwikkelen aan bod. Belangrijk is dat de leerlingen begrijpen hoe de volgende kleuren gespeeld moeten worden: 1. A V B 7 2. B 6 H 6 A H V 7 3. A V H H B 3 A V 6 Om wat houvast te geven kan de leraar de uitdrukking: honneurs van de korte kant eerst laten vallen. Daarbij moet dan toegelicht worden wat we onder de korte kant verstaan. Bij Het itsel (kader op pagina 20) kan de docent laten zien dat het belangrijk is om te letten op het bijspelen van de tegenstanders. Voor de meeste beginners zal dat in de praktijk echter te moeilijk zijn. Het ontwikkelen van slagen is een belangrijke speeltechniek. Je laat de tegenpartij in een bepaalde kleur een slag maken om later zelf in die kleur ook één of meer slagen te kunnen maken. 9

10 Enkele voorbeelden ter illustratie: V H V B H B B V A H Bij 2. en 3. is het belangrijk dat de leider beide handen laat samenwerken. Hij doet dat door aan de ene kant een honneur te spelen en aan de andere kant een kleintje. Spelen I De leerlingen gaan vanaf nu gelegde spellen spelen. aar aanleiding hiervan kan de leraar het board introduceren. Hierna worden de spellen 1 t/m 4 uitgedeeld. Theorie II In het tweede gedeelte van de les wordt aan de hand van de tekst op pagina 22/23 het snijden behandeld. Als de standaardvoorbeelden er goed ingaan, kan de leraar een kleine uitbreiding geven: 1. A V B 2. A V B 9 3 H H In beide gevallen moet de leider terug zien te komen in de zuidhand om de snit te herhalen. Bij speelfiguur 2. leidt dat tot vijf klaverslagen. 10

11 Voorbeelden waarbij een honneur moet worden voorgespeeld, kunnen in dit stadium beter gemeden worden: 1. A A 7 2 V B 10 V 9 8 Het is voor een beginner heel moeilijk om deze speelfiguren van elkaar te onderscheiden. e komen in hoofdstuk 9 aan de orde, nadat de regel honneur op honneur is behandeld. Aan de hand van de tekst op pagina 24 wordt het spelen van troefcontracten besproken. De leraar benadrukt dat het belangrijk is om de vijandelijke troeven zo snel mogelijk te verwijderen. Om dit goed te doen, is het tellen van de troeven noodzakelijk: 1. B A H V B A H V In het eerste voorbeeld zijn alle troeven er na twee rondjes al uit. In 2. moet je driemaal troeftrekken. Tot slot worden de spelregels van het minibridge uitgelegd. De kaartwaardering (aas = 4, etc.) is natuurlijk belangrijk. Hoe meer punten je hebt, hoe beter je hand is. Voor het kiezen van de speelsoort geldt de richtlijn dat je een kleur troef maakt als je er samen met partner 8 of meer kaarten in hebt. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld volgens de regels van het minibridge. HUISWERK Hoofdstuk 2 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 3 doorlezen 11

12 OEFESPELLE In de eerste helft van de les is het minibridge nog niet uitgelegd. De docent kan daarom bij spel 1 t/m 4 het beste een briefje met de beoogde leider en speelsoort bijvoegen H V 9 7 A H V 2 H B 3 A 6 5 A 8 4 B 4 A V H V B 10 9 B 2 oord leider; speelsoort SA. Harten- en schoppenkleur op de correcte wijze incasseren. 10 slagen. 2. H 7 4 A V V B 7 5 A 4 2 V B B A 8 3 H 4 A H 6 H V B 10 9 leider; speelsoort SA. Klaverkleur ontwikkelen en incasseren. 10 slagen. 3. V B B 10 4 H 9 2 H V B 3 A H V B B V 8 H 6 A V 3 B 7 4 A A V 5 2 H B 10 7 A H V A 8 4 V H B A A H 8 6 uid leider; speelsoort SA. Schoppenkleur ontwikkelen en incasseren 9/10 slagen. leider; speelsoort SA. a AHV ook 3 en 2 incasseren. 10 slagen. 12

13 5. V 9 3 A A A B H 4 3 B V 9 3 V B 10 5 H 6 H V B 3 2 A H B H A V H 9 3 H V B 10 2 A H A V B A 8 V 5 B kiest speelsoort harten. 26 punten samen: 9 slagen. Precies tweemaal troeftrekken. 11 slagen. uid kiest speelsoort SA. 33 punten samen: 12 slagen Hartensnit. 12 slagen A H V 2 H V B 10 A 6 5 A V B 7 3 A H B 7 2 A V H V B 7 4 A H B A V 10 9 B A H B H V B 9 V H 5 kiest speelsoort schoppen. 25 punten samen: 9 slagen. Troeftrekken en klaverkleur goed behandelen. 10 slagen. oord kiest speelsoort schoppen. 23 punten samen: 8 slagen. Troeftrekken en snijden in ruiten. 9 slagen. 13

14 9. A H V H H B 8 4 V 9 2 B A V 3 A H 7 V B B A 7 uid kiest speelsoort SA. 22 punten samen: 7 slagen. Hartenkleur goed behandelen. 7 slagen. 10. H A H V 7 6 A H V B 10 8 A B H V B 2 A V 6 4 B kiest speelsoort ruiten. 26 punten samen: 9 slagen. Troeftrekken + hartensnit + schoppen ontwikkelen. 11 slagen. 11. A H B 10 5 H B B A H B H V B V 5 H V 4 A V B A H V 8 7 B V A H B A V 6 4 A H A V 2 oord kiest speelsoort SA. 26 punten samen: 9 slagen. Hartenkleur ontwikkelen. 10 slagen. kiest speelsoort schoppen. 25 punten samen: 9 slagen. Klaversnit nemen ( ruitenaftroever vinden). 10 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 2, 5 en 6. 14

15 LES 3: HET TEGESPEL Vragenkwartier De vorige les wordt kort herhaald. Als het snijden er goed inzit, kan aandacht worden besteed aan oefening 2b. Dat is feitelijk een klein voorproefje van hoofdstuk 9. Theorie I De les zelf gaat over het tegenspel. De docent legt uit dat de tegenspelers moeten samenwerken. Dat is echter niet eenvoudig, aangezien ze elkaars handen niet kunnen zien. Om de samenwerking te bevorderen gaan we een aantal afspraken maken. Vervolgens worden de uitkomstregels op pagina 29 uitgelegd. Ter verduidelijking kunnen wat aanvullende voorbeelden gegeven worden: 1. V AB HV VB32 7. HB AVB2 Ook van een korte serie (voorbeeld 5. en 6.) wordt met de hoogste gestart. Het is niet verstandig om op dit moment al onderscheid te maken tussen uitkomen tegen SA-contracten en uitkomen tegen troefcontracten. Dat werkt alleen maar verwarrend. De voorbeelden 7. en 8. kunnen worden uitgelegd aan de hand van de volgende regel: Als je met een honneur start, beloof je de direct onderliggende kaart. De heer belooft de vrouw, de vrouw belooft de boer, etc. Een andere belangrijke regel is de derde man doet wat hij kan. Deze regel geldt voor de partner van de uitkomer wanneer deze met een kleintje is gestart. De voorbeelden op bladzijde 32 worden vervolgens klassikaal behandeld. og wat varianten: A B 8 3 H V 9 2. V 6 A B 8 3 H

16 3. A B 3 H V Bij de toelichting dient vermeld te worden dat in het tweede voorbeeld B alleen wordt gezet als in noord 6 wordt gespeeld. et de leider V, dan hoeft de derde man natuurlijk niet te doen wat hij kan. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De leraar houdt in de gaten dat er met een technisch correcte kaart gestart wordt. De juiste kleur is minder belangrijk. Als iemand op spel 1 met 8 of 7 start, mag de leraar dat best laten seren. Wordt echter H op tafel gelegd, dan merkt de leraar op dat dat ook de vrouw belooft. Theorie II In de tweede helft van de les kan de leraar aan de hand van wat voorbeelden laten zien waarom het zo belangrijk is om afspraken te maken over het uitkomen: 1. A 6 2. A 6 H V In voorbeeld 1. weet oost dat zijn partner de volgende schoppenslag kan maken met V. In het tweede voorbeeld weet hij dat de tweede schoppenslag voor de heer van zuid zal zijn V A 9 4 H B H B 7 A V 4 In voorbeeld 3. weet oost dankzij de 2 start dat partner een plaatje heeft. a de eerste slag is bekend dat dat V is. In voorbeeld 4. weet oost onmiddellijk na de uitkomst dat zuid AV heeft. 16

17 Vervolgens wordt aandacht besteed aan de eerste, tweede, derde en vierde man. De regel tweede hand laag is belangrijk en wordt aan de hand van wat voorbeelden nader toegelicht: 1. H B 6 2. V 9 2 V A 7 3 B A H Met name 2. is illustratief; het leggen van B maakt op termijn 8 van zuid hoog. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. HUISWERK Hoofdstuk 3 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 4 doorlezen 17

18 OEFESPELLE 1. H B H V A 6 5 A H 3 A 10 H 10 2 H V B 3 A V 8 6 B A 6 5 V B A H 10 3 A B B 5 2 V B H B A H V 3 2 V 8 4 V kiest speelsoort SA. 24 punten samen: 8 slagen. oord start met 3, zuid legt V. ontwikkelt ruiten. 8 slagen. oord kiest speelsoort schoppen. 21 punten samen: 7 slagen. start A. Correcte manier van troeftrekken. Snijden op V. 3 wordt hoog. 10/11 slagen. 3. A V B 4 3 A B B A 4 H 8 6 H H V 9 7 A 9 6 V 8 B 5 2 A H 2 V B 4 3 A H H V B 10 2 A H B 5 3 H V 9 B V V A 7 5 kiest speelsoort SA. 24 punten samen: 8 slagen. uid start met 9. oord speelt schoppen door. gaat ruiten ontwikkelen. 8 slagen. uid kiest speelsoort schoppen. 26 punten samen: 9 slagen. start V. Troeftrekken en harten goed behandelen. 10 slagen. 18

19 5. B 7 6. B A H 10 B 10 3 H V B H V H B 8 A A V B 9 V 9 V A H 3 A H A 10 3 B V B A A H V H V 6 5 oord kiest speelsoort SA. 21 punten samen: 7 slagen. komt uit met 3, west legt B. oord ontwikkelt ruiten. 7 slagen. kiest speelsoort harten/klaveren. 26 punten samen: 9 slagen. uid start met 2/2. Troeftrekken en eventueel klaveren ontwikkelen. 11/12 slagen (in klaveren). 7. V V B V H 8 2 A H 10 7 B A B 7 6 H 8 2 A H B A 9 3 V B H B 8 V H 4 3 V B A H A A B H 10 2 A V 4 2 V uid kiest speelsoort SA. 26 punten samen: 9 slagen. start 2, oost legt B (als de leider klein legt). Snijden in klaveren (nog niet op deze manier besproken!). 9 slagen. kiest speelsoort klaveren. 24 punten samen: 8 slagen. oord start V, zuid A. Troeftrekken, harten ontwikkelen en snijden in ruiten. 11 slagen. 19

20 9. H V H 10 3 H V B 3 H V 8 H 6 V B A V B A 6 5 A V B 9 2 A B A H V B H A B H A A V B 3 uid kiest speelsoort SA. 34 punten samen: 12 slagen. start B. Klaveren goed behandelen en schoppenslag ontwikkelen. 12 slagen. kiest speelsoort schoppen. 24 punten samen: 8 slagen. oord start met H. Troeftrekken en klaversnit. 9 slagen. 11. A B A H A B 7 V 9 2 V 8 V B 10 5 H V A 10 B 6 V B H B H V A V H H 10 3 A 9 6 A B H V B 2 H 10 3 A 7 4 oord kiest speelsoort harten. 26 punten samen: 9 slagen. start met H. Troeftrekken en klaveren ontwikkelen. 9 slagen. kiest speelsoort SA. 22 punten samen: 7 slagen. uid start met 4, noord legt V. Harten ontwikkelen, schoppensnit. 8 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 4, 5 en 7. 20

21 LES 4: HET BIEDE Vragenkwartier De les start met de behandeling van de oefeningen bij hoofdstuk 3. 2a en 2c zijn belangrijk. In 3b ligt H sec in dummy. Theorie I In de nieuwe les komt het bieden aan de orde. De docent legt uit waar het bieden toe dient en neemt rustig de tijd om de mechaniek uit te leggen (pagina 41 t/m 43). De vergelijking met een veiling is treffend. Er kunnen wat extra voorbeelden worden gegeven: oord uid Een zeer kort biedverloop. Een hoger bod had op tweeniveau moeten plaatsvinden. 2 oord uid 2 Een typisch voorbeeld van tegen elkaar opbieden. 2 oord 2 3 uid 1 3 Het feit dat je eerst get hebt, is geen beletsel om later mee te bieden. Opmerken dat west geen 1 mocht bieden. Dit zijn maar enkele voorbeelden om de stof nog wat te verduidelijken. Er zijn er natuurlijk nog veel meer te verzinnen. 21

22 Belangrijke zaken zijn de volgorde van bieden en de relatie tussen bieden en spelen (je moet het gebodene waarmaken bij het spelen). Alvorens er gespeeld kan worden moet het eerste voorbeeld m.b.t. de overgang van bieden naar spelen op pagina 49 besproken worden. Degene die een kleur als eerste geboden heeft wordt leider. Spelen I In de eerste speelfase gaan de leerlingen het bieden oefenen. De docent doet er goed aan om alleen in te grijpen als de spelregels worden overtreden. Wanneer geen van de vier spelers aan tafel durft te bieden, kan degene met de meeste punten aangespoord worden om een openingsbod te doen. Aan de meeste tafels zal de bieding laag uitsterven. Dit is absoluut niet erg! Theorie II In de tweede helft van de les komt de puntentelling aan de orde. Het is van importantie om vast te stellen dat er met bepaalde contracten een manchepremie te verdienen valt. Hoog bieden kan dus extra punten opleveren. De leraar vertelt welke contracten een manchepremie opleveren. Vervolgens geeft hij wat voorbeelden waarbij door slechts één partij wordt geboden: oord 3SA uid gokt met zijn 3SA bod op de manchepremie. moet negen slagen maken. 1 4 oord 1 uid Hier probeert west de manche. Met harten troef moet er een slag meer gemaakt worden dan in sans-atout. Opmerken dat oost leider wordt. Ook de keerzijde van de medaille moet voor het voetlicht gehaald worden: wanneer je het aantal geboden slagen niet maakt, ga je down en ontvangt de tegenpartij punten. 22

23 In dat kader wordt direct ook het doublet ter sprake gebracht. Benadruk dat deze bieding alleen gedaan kan worden na een bod van de tegenpartij. oord 3SA uid dbl oord of zuid kunnen het 3SA bod doubleren, west niet. Belangrijk is tevens dat de leerlingen begrijpen dat de bieding na een doublet gewoon verder gaat: 1 oord 2 dbl uid owel zuid, west als noord mag nog bieden. Wat concrete voorbeelden die gegeven kunnen worden: 1 2 oord 2 dbl uid Het 2 bod heft het doublet op. Het bieden gaat weer gewoon verder totdat er driemaal is get. 1 oord 2 dbl dbl uid 2 2 gedoubleerd is het contract. Als oost op 2 had get, was 2 ongedoubleerd het contract geworden. 23

24 Bij de biedverlopen hoeven geen handen worden gegeven. Het gaat er voorlopig alleen om dat de mechaniek van het bieden begrepen wordt. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. Ook nu kan de leraar de biedverlopen beter niet sturen. In het kader van het kweken van zelfvertrouwen is het verstandiger om elk spelregeltechnisch correct bod met een compliment te belonen! HUISWERK Hoofdstuk 4 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 5a en 5b doorlezen 24

25 OEFESPELLE 1. A H V B H H 3 V B B A V H V V A 10 3 A H B B 5 4 A H H V B 2 6 A V B H 10 6 A 8 3 V B A oord biedt harten, oost ruiten en zuid schoppen. In schoppen moeten 10 slagen kunnen maken. bieden harten, OW schoppen. Wie wint? in harten: 9 slagen. OW in schoppen: 10 slagen B H V B A 9 6 A A H V V B 8 V H 7 5 H B 2 A B A A H B V A H B V 2 A H 6 H V B V biedt schoppen, noord harten. Wie wint? OW in schoppen: 8/9 slagen, in harten: 10 slagen. biedt harten, zuid ruiten en west klaveren. Eindigt het bieden in een hartencontract? Dan 11 slagen. 25

26 V B H V B 10 6 V H 10 4 B 8 2 A A B 2 A V H H V B A H B H 9 2 H V A 7 6 A B A B 9 2 A V H V biedt schoppen en west heeft geen reden om naar een andere speelsoort te zoeken. Wordt 4 bereikt? Ruiten- en klaversnit. 11 slagen. biedt ruiten, west harten. Een hartencontract voor west. Ruitensnit: 12 slagen V 3 A H A H V 3 H B B B A V 3 2 V H B A V H V B A H 7 A 10 A B 2 A H V B 10 B H V Opent noord 1? Kijk niet vreemd op als het contract 1 heet! Is niet erg. In harten: 11 of 12 slagen. a driemaal komt zuid nog aan de beurt. Hij kan direct 3SA (de manche) bieden! 10 slagen. 26

27 H H V B B 9 4 A V 4 B H V 6 V 10 4 A 7 H B A A 7 6 H B H V B A V B H 3 8 A B A V 7 A H V oord biedt en herbiedt harten. 9/10 slagen. biedt ruiten, schoppen. Wordt 4 bereikt? 11 slagen B B A 10 8 V 6 5 A V B H B 7 10 A H B A 6 4 V 9 2 H H V 10 2 A A H 9 2 A H B A B V B 10 3 H V 3 H V V uid biedt schoppen, west harten. OW winnen waarschijnlijk het bieden. Wordt 4 bereikt? OW in harten: 11 slagen. in schoppen: 6 slagen. OW moeten hun schoppenfit ontdekken. Het bereiken van 4 is een hele knappe prestatie. 11 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 2, 5 en 8. 27

28 28

29 LES 5: DE OPEIG (5a) DIALOOG OF MOOLOOG (5b) Vragenkwartier Eventuele vragen over de mechaniek van het bieden moeten worden opgehelderd. De oefeningen bij hoofdstuk 4 kunnen snel worden doorgenomen. Vraag 3, en dan met name 3c, is interessant. Theorie I Via vraag 3 kan de link worden gelegd naar de noodzaak van het maken van biedafspraken. De bedoeling is immers om in het (qua score) optimale contract te komen. Belangrijk is dat de doelstellingen van het bieden voor het voetlicht worden gehaald: het vinden van een fit en onderzoeken of er een manche inzit. Wat betreft dat laatste geldt een puntenrichtlijn: met 25 punten of meer heeft een manche goede kans van slagen. Daarna komt het openen aan bod. We maken de volgende afspraken: - openen vanaf 13 punten - met de langste kleur - van twee vierkaarten de laagste - van twee vijfkaarten de hoogste - met punten en een SA-verdeling Het gedachtengoed achter al deze afspraken kan de leraar beter laten rusten. Dat kunnen de leerlingen toch niet behappen. Eventuele vragen moeten zo kort mogelijk worden beantwoord ( Waarom 13 punten? 3 meer dan gemiddeld. Waarom de langste kleur? Grootste kans op achtkaart fit, etc.). Wat extra voorbeelden geven is nooit weg: 6 4 H V 8 2 B A B H 4 H V 8 2 B A B 1 A H B A 6 B B A 6 A H B

30 A 6 H B A H V A H V 9 2 H B A 6 1 H 7 3 H 8 2 A V 9 2 A B 6 A B 3 H 8 2 A V 9 2 A B 6 1 Spelen I Bij het spelen van de spellen 1 t/m 4 houdt de docent in de gaten of de correcte opening wordt gepleegd. Wanneer een leerling wil weten wat hij moet antwoorden, kan de docent hem de goede richting opsturen met de vraag of hij denkt samen met partner 25 punten te hebben. o ja: naar de manche! Theorie II In de tweede helft van de les wordt gekeken naar het antwoorden op de opening. De algemene lijn: als je weet wat het juiste contract is, bied je dat. Voorbeelden: A H V A SA B 8 7 H 3 A B 7 6 B B 8 7 H 3 B B Moeilijker wordt het wanneer het juiste contract nog niet duidelijk is. De docent legt uit dat je dat dan samen met partner moet gaan uitvinden. Je gaat dus een dialoog met hem aan. a een 1/// opening zul je dat vaker moeten doen dan na een opening. Reden: na is de hand qua punten en verdeling veel nauwkeuriger begrensd. Twee voorbeelden: 30

31 8 7 B A 9 3 V a een 1/// opening moet je bieden; partner kan 19 punten hebben en dan moet het een manche worden. a een opening kun je sen; partner heeft immers maximaal 17 punten B 10 7 A H V 7 De omgekeerde variant. a weet je dat je naar de manche kunt: er zijn immers 25 punten voorradig. a een 1/// opening is dat nog niet het geval, want partner kan 13 of 14 punten hebben. Tot slot wordt aan de hand van de voorbeelden op pagina 62/64 bekeken hoe het bieden na de verschillende openingen kan verlopen. Belangrijk is om te benadrukken dat je een kleur alleen mag bieden als je er vier of meer kaarten in hebt. Daar laten we het voorlopig bij. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. De leraar moet nog steeds zo weinig mogelijk ingrijpen. Als de leerlingen in een verkeerd contract zitten, komen ze vanzelf met vragen. HUISWERK Hoofdstuk 5a en 5b bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 6 doorlezen 31

32 OEFESPELLE V B H B 9 2 V B 3 A H 7 H V 9 6 V B A 6 5 A H A A V B 6 H V V B 10 3 H V B B 9 5 A A 9 5 H A 8 H 9 2 oord uid 4 oord 1 uid start met A (of een kleintje) en speelt schoppen door. oord gaat de ruiten ontwikkelen. 7 slagen. 3. H V B V 10 4 A A V A V 4 2 H B 7 A H H B B uid start met H. moet een schoppen wegpoetsen op de derde ruiten (niet gemakkelijk). 10 slagen. 4. A V 7 V H 6 H V 8 7 H B A H B A 7 6 A V B 2 B 10 3 oord 3SA uid oord 3SA uid start met H. Ruitenkleur goed behandelen en de hartensnit nemen. 9 slagen. oord start met 2. Klaveren ontwikkelen en vier ruitenslagen maken. 10/11 slagen. 32

33 5. 2 H H B 8 2 B A B A 5 A H V V A V 10 9 V B H B 7 3 A V V B 5 4 A 10 3 A H 10 3 H H V 8 B 7 A 9 2 H V B 7 2 oord 1 uid 4 oord uid komt uit met V. Klaversnit nemen. 11 slagen. uid start met 2. Klaverkleur ontwikkelen. 8 slagen B A H V V B 8 3 H 4 B A V A H A V H B H A H V B V A H 9 8 B B H A V B A V 7 6 oord 2 uid oord 4 uid start met A. Schoppensnit nemen. 12 slagen. oord start met A. Als noord ook H speelt, moet hij partner daarna een introever geven. mag niet snijden in klaveren! 10 slagen. 33

34 H 10 4 B A H 3 A 8 4 A 8 2 A 4 V B H 3 B V V B V 9 3 H H B B H 7 3 V 8 5 H A 5 4 B 2 A V V B 10 6 A A H V oord uid 1 2 oord 1 1 uid start met V. Klaveren ontwikkelen. 7 slagen. uid start met V. Ruitenkleur optimaal behandelen. 8 slagen. 11. H V B A 9 4 B H V 7 4 V A 10 7 A B H 8 6 V B A H H V 7 B 10 3 A B A A H V B 10 B 9 8 H A 6 5 V 9 2 H V oord 2 uid 1 oord 3SA uid start met H. Ruitenslag ontwikkelen + een ruiten troeven in dummy. 8 slagen. oord komt uit met H. Ruitenkleur goed behandelen. 9 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 2, 4, 7 en 8. 34

35 LES 6: ATWOORDE OP DE OPEIG VA EE I EE KLEUR Vragenkwartier De les begint zoals gebruikelijk met het vragenkwartier om onduidelijkheden op te helderen. De oefeningen bij hoofdstuk 5a en 5b worden behandeld. Theorie I Deze les is gewijd aan een systematische behandeling van het bijbieden na één in een kleur. Allereerst wordt het bijbod naar onderen begrensd: Antwoorden vanaf zes punten. Aangestipt kan worden dat de openaar maximaal 19 punten heeft, vandaar deze grens. Vervolgens wordt gekeken naar het bieden met fit. De leraar kan de logica achter de regels verduidelijken met de volgende voorbeelden: A H 3 A V A A V A V Logisch is dat je met 12+ punten direct naar de manche gaat. Er zijn immers 25 punten samen. Met punten is de manche nog niet zeker. 3 is een sterke uitnodiging aan partner om naar 4 te gaan. Met 6-9 punten doe je het beleefdheidsbod van 2. Dit laat partner de mogelijkheid om naar 4 te gaan als hij een sterke opening heeft. a deze uitleg moet het onderscheid tussen hoge en lage kleuren worden gemaakt. De docent legt uit dat je met een fit in een lage kleur niet automatisch steunt. Wat voorbeelden die gebruikt kunnen worden: 35

36 1-1 A H 3 A V A A V A V In alle gevallen wordt de vierkaart schoppen geboden om te onderzoeken of er in die kleur een fit aanwezig is. De leraar geeft daarbij duidelijk aan dat het bieden van een nieuwe kleur altijd zo goedkoop mogelijk gedaan wordt V A A V 6 5 A u wordt weer wèl direct gesteund. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. Theorie II In de tweede helft van de les wordt het bieden zonder fit behandeld. Het bieden van een nieuwe kleur kan worden afgeschilderd als een zoekbod ; je bent op zoek naar een fit. o n zoekbod kan worden gedaan met zes punten, maar ook met 16 punten (zie voorbeelden op pagina 70). De openaar mag er dus niet op sen. Voor het antwoorden gelden dezelfde regels als voor het openen: langste kleur eerst, van vierkaarten de laagste en van vijfkaarten de hoogste H B A H V H V B

37 Hierna volgt een behandeling van de nieuwe kleur op tweeniveau. Het is nuttig om uit te leggen waarom voor dat antwoord meer punten vereist zijn (zie pagina 73). Er moet goed duidelijk worden gemaakt dat je alleen naar het tweeniveau gaat als je daartoe gedwongen wordt: V B A H B V B A H B 7 Tot slot komt nog het antwoord aan de orde. De docent legt uit dat dit bod in tegenstelling tot het bieden van een nieuwe kleur naar boven toe begrensd is tot 9 punten. Als de groep de stof goed begrijpt, kan het volgende voorbeeld worden gegeven: 1 -?? H V V Te weinig punten voor 2 en geen vierkaart die je op éénniveau kunt bieden. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. HUISWERK Hoofdstuk 6 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 7 doorlezen 37

38 OEFESPELLE 1. A B H H A H B 7 A V B 5 4 H V 8 2 V 6 3 V A B A A V B 9 5 A B H V 5 3 A V H V 6 4 B 7 4 H 7 H B 9 3 oord 1 4 uid 3 3 oord 1 uid start met B. Troeftrekken en schoppen vanuit zuid spelen. 10 slagen. uid start met H. Bij goed tegenspel 9 slagen. 3. H V B 5 B 6 H A 6 A H V H V 7 2 V 3 B A B 10 6 A 3 4. B A H V 7 H V B A B H B V 6 5 A H V 7 A oord 1 2 uid 1 start met H. Troeftrekken en klaveren ontwikkelen. 9 slagen. 1 oord 4 uid oord start met V. Troeftrekken en twee hartens van oost wegpoetsen op HV van west! 11 slagen. 38

39 H B A 4 H B 2 A 7 A B V H V B 6 5 A V H V B V A 7 6 H H H 5 3 V 7 B B 10 5 B A 9 6 A V 8 2 A H 6 V 9 2 oord 1 uid oord 1 3SA uid start met 2. Klein in dummy leggen en klaveren ontwikkelen. 7 slagen. 7. A 10 3 V B 4 B H V A 6 3 A H B A V 6 5 B H 9 7 V 10 3 H 7 oord start met 4, zuid legt V en speelt schoppen door. Juiste behandeling ruitenkleur + hartensnit. 9 slagen. 8. A B 7 6 B 2 A H H V B A H V 5 B A H V V oord uid 1 4 oord 1 uid start met 2. speelt schoppen na. oord ontwikkelt de ruiten. 7/8 slagen. uid start met 10; starten van een serie is aantrekkelijker dan onder een honneur vandaan. Troeftrekken. 10 slagen. 39

40 9. B A V 7 A V 7 A V B H V H 10 3 H 7 4 B 5 A H B H 3 A 10 7 B A V H B V B 7 B V 8 6 H A V A 4 H oord 1 3SA uid SA oord 1 3 uid (1) direct 3SA mag ook start met 10. Ruiten ontwikkelen. 11 slagen. oord start met 2, zuid speelt V. 9 slagen incasseren. 11. B 3 A 7 5 H A H 6 5 B A V H V 2 B 4 A H 6 5 V V B H B 4 2 A 8 A V V B A 9 7 B 10 9 H V H 6 2 V 7 A H B 3 oord 1 4 uid 1 1 start met 3. Ruitensnit, troeftrekken en harten ontwikkelen. 11 slagen. 1 2 oord 1 4 uid uid start met B. Troeftrekken en klaveren incasseren. 11 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 3, 4, 5 en 8. 40

41 LES 7: ATWOORDE OP DE OPEIG Vragenkwartier Het is nuttig om de oefeningen bij hoofdstuk 6 door te lopen. Met name het onderscheid tussen 3a. en 3b. is belangrijk. Theorie I Deze les is het bieden na een opening aan de beurt. De leraar brengt in herinnering dat de antwoordende hand de baas van de bieding is en het contract bepaalt. Het bieden is dus een monoloog. Om deze reden gaan we totaal andere afspraken maken dan bij het antwoorden op de opening van één in een kleur. Allereerst moet de antwoorder bepalen in welke speelsoort hij wil spelen. Is dat SA, dan heeft hij drie opties:, 2SA en 3SA (zie pagina 78). 2SA is een verzoek aan partner om naar de manche te gaan als hij niet minimaal is. Dat noemen we een limietbod. De Stayman conventie kan worden ingeleid met het volgende voorbeeld: H V 8 2 H 3 2 A H A B 7 4 A B 9 5 V 8 5 B 7 Beide spelers hebben een SA-verdeling. 3SA gaat echter down omdat de klaverkleur lek is. 4 in de 4-4 fit wordt vlot gemaakt. Met acht kaarten samen in een hoge kleur heeft 4/ dus de voorkeur boven 3SA. De leraar legt uit dat we een speciale afspraak gaan maken om een 4-4 fit hoog te ontdekken. Hierna wordt de Stayman conventie geïntroduceerd. De kunst is om duidelijk te maken dat dit een vraag-en-antwoord spel is. De antwoorder is de baas van de bieding en vraagt nadere informatie op. De openaar geeft antwoord volgens een afgesproken schema (staat op pagina 79). Desgewenst kan de leraar daar aan toevoegen dat de openaar met een vierkaart harten én een vierkaart schoppen 2 biedt (van twee vierkaarten de laagste!). 41

42 Benadrukt moet worden dat Stayman wordt toeget met de volgende handen: - 8+ punten (mancheinteresse) - één of twee vierkaarten hoog Onderstaande handen kunnen als voorbeeld gebruikt worden: 1. -?? A V 7 6 H B B ?? A V H B 8 2 B ?? 8 2 B 10 6 A V 7 6 H B en 2. zijn geschikt voor Stayman. Het is nuttig om tevens te laten zien hoe je moet reageren op de verschillende antwoorden van partner. Met de derde hand ben je niet geïnteresseerd in partners hoge kleurenbezit en heeft 2 dus geen zin. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De docent ziet er op toe dat de Stayman conventie correct gehanteerd wordt. Theorie II In de tweede helft van de les wordt het antwoordenschema op de opening gecompleteerd met de Jacoby transfers. De docent begint met het demonstreren van de noodzaak om met een zwak spel en een lange kleur in 2 of 2 te kunnen eindigen. Hij kan het volgende voorbeeld geven: H V 9 A 5 A A B In een SA-contract is de oosthand waardeloos. In een hartencontract maakt hij daarentegen drie troefslagen. 42

43 Hierna wordt uitgelegd hoe je met Jacoby transfers in 2 kunt eindigen. Belangrijk is om aan te geven dat een transfer alleen gedaan wordt met een 5+kaart. Wat voorbeelden: B B H A V B 9 2 Uitleggen waarom we Jacoby transfers spelen, is op dit moment nauwelijks zinvol. Dat kan beter bewaard worden tot de vervolgcursus. Als er naar gevraagd wordt, kan de leraar verwijzen naar de laatste alinea van pagina 80. De herbieding van de openaar is snel uitgelegd: het opvolgende bod is verplicht. A H V B 2 H V A H V B 2 H V iet denken, maar braaf doen wat er van je gevraagd wordt! Tot slot kan kort nog wat aandacht worden besteed aan het verder bieden na de transfer. Het meest simpele voorbeeld is natuurlijk de variant waarmee direct naar de manche verhoogd wordt. Gezien de hoeveelheid stof die de leerlingen deze les te verwerken hebben gekregen, is het verstandig om het daarbij te laten. Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. De docent ziet er op toe dat de Jacoby transfers correct wordt toeget. HUISWERK Hoofdstuk 7 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 8 doorlezen 43

44 OEFESPELLE 1. B 7 2 H V A 8 2 A V B V B 5 A H V B A V H H A B H B 8 5 A 6 5 H B H B A V 7 2 H 8 3 A V 9 4 V 6 oord 3SA uid 2SA 2 4 oord 2 uid start met 4. Schoppensnit nemen. 9 slagen. uid start met 3 (of 2/7). Vier keer troeftrekken! 10 slagen H B B 10 4 A 10 A V H V H 4 3 A 7 6 A 2 H B B 10 5 V V A 10 6 H 3 2 V 9 A H A B H B V B 5 V 10 4 A H V B oord 2 3SA uid 2 oord uid start met 2. Ruiten en schoppen goed incasseren. 10 slagen. oord start met 5. H nemen en klaverkleur goed behandelen. 8 slagen. 44

45 5. H V 10 A H 9 4 A 6 H V 10 2 A 6 5 V B 7 2 B B H V B 4 A A H A H H V 9 2 V 9 5 V B B A B 7 2 A H 6 5 V 7 B 4 3 oord 2 uid 2 3SA oord uid start met H. Troeftrekken en harten ontwikkelen. 8 slagen. uid start met V. Ruitenkleur goed behandelen. 9 slagen V B H 8 7 B A 6 5 A V A H 10 5 H 6 3 H V V 6 A B B H 8 7 V B 10 H V 7 4 A 9 3 V B 10 3 H 6 A A B A H V B oord 2 4 uid 2 2 oord 2 4 uid start met B. Troeftrekken, snijden op H en de hartenkleur vanuit noord aanspelen. 12 slagen. oord start met V. uid neemt A. Hartensnit, op H een ruiten weg. 11 slagen. 45

46 9. B A B V 9 2 B A B 7 2 H V V A 8 4 A H H V 6 H A H B 10 4 A 6 H V 6 5 V B H V B 7 B A H 7 V A oord 1 3SA uid oord 2 4 uid 2 oord start met 2. H leggen en ruitenkleur goed behandelen. 9 slagen. komt uit met A. Troeftrekken. 10 slagen. 11. B V A A 7 V H V A B 8 2 A H V B 9 7 H B 10 5 H A 9 A B 5 3 V A 5 4 H A H B V B 3 2 H H V B V oord 2 uid uid start met H. Troeftrekken en ruiten ontwikkelen. 9 slagen. oord 1 3/ start met H. Troeftrekken. 9 slagen. uid 2 VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 1, 2, 5 en 8. 46

47 LES 8: HET SPEELPLA Vragenkwartier Gezien de moeilijkheidsgraad van de vorige les is het mogelijk dat het vragenkwartier wat uitloopt. Het is nuttig om eerst het hele antwoordensysteem op de opening in vogelvlucht door te nemen en vervolgens de oefeningen bij hoofdstuk 7 te behandelen. 2c. is van belang omdat het vertelt dat je met een 4-4 hoog 2 biedt. De leraar kan daar desgewenst aan toevoegen dat de vierkaart schoppen nog geboden gaat worden als er geen hartenfit aanwezig blijkt. Theorie I De nieuwe les is gewijd aan het afspel en wel aan het maken van een speelplan. De leraar kan de vier punten van pagina 89 voor het voetlicht halen en aan de hand daarvan het maken van een speelplan stap voor stap toelichten. ad 1. Begrip van vaste slagen is heel belangrijk; het is verstandig om de voorbeelden van pagina 89/90 klassikaal te behandelen. ad 2. Uitrekenen hoeveel slagen je te kort komt, is vrij eenvoudig. Een voorbeeld dat gegeven kan worden: H V 7 B oord uid B A 7 6 A H V V 8 3 In moet je zeven slagen halen. Je telt vier vaste slagen en komt dus drie slagen tekort. ad 3. Hoe je slagen moet ontwikkelen is een belangrijk onderwerp. a behandeling van het kader op pagina 93 kan de leraar 47

48 laten zien hoeveel slagen je in andersoortige werkkleuren kunt ontwikkelen: 1. V B A H Je kunt twee slagen ontwikkelen, want AH zijn vaste slagen! 1. A V 2. A V B In 1. kun je nul slagen ontwikkelen als H fout zit en één als hij goed zit. In de tweede figuur zijn dat er één of twee. Ad 4. Bij het selecteren van de werkkleur moeten de kleuren waarin je slagen kunt ontwikkelen onderling vergeleken worden. De kleur waarin je de meeste slagen kunt ontwikkelen is de meest aantrekkelijke werkkleur. Een voorbeeld: COTRACT 3SA UITKOMST B A V A 7 H H V B 10 H V 2 A Er zijn drie kleuren waarin je mogelijk slagen kunt ontwikkelen: schoppen (snijden), harten en klaveren (lengteslag). De keuze is niet moeilijk. Spelen I De spellen 1 t/m 4 worden gespeeld. De leraar kan aan enkele leiders vragen om hardop een speelplan te maken. Dat kan 48

49 vervolgens eventueel bijgestuurd worden. Theorie II In de tweede helft van de les komt het spelen van troefcontracten aan bod. Aan de hand van wat voorbeelden kan het belang van het troeftrekken geïllustreerd worden. COTRACT 4 UITKOMST V A B H V 8 2 A 7 6 Troeftrekken versus ruiten spelen. H V 8 5 V 8 2 B H 9 COTRACT 4 UITKOMST V B 7 5 B A 6 Troef vanuit dummy spelen! A V B 3 2 A 6 H V 8 H 9 2 Spelen II De spellen 5 t/m 8 worden gespeeld. Ditmaal concentreert de leraar zich op het troeftrekken. Hij kan trachten de leerlingen te stimuleren de troeven te tellen. Dit kan het beste door te vragen hoeveel troeven er ontbreken. Vervolgens wordt er van dat getal na elke troefronde twee (of één) afgetrokken. HUISWERK Hoofdstuk 8 bestuderen + oefeningen maken Hoofdstuk 9 doorlezen 49

50 OEFESPELLE 1. B H V A 6 H 7 2 A B 8 A 7 4 V B 10 8 A 9 4 H 7 3 B 9 2 H V 10 3 V A V 8 2 H H 9 2 B H 4 B H 10 4 V B 10 3 A A 8 2 V B A V 7 oord uid 3SA 1 3SA oord 1 uid start met 2. aar boer laten lopen en klaveren ontwikkelen. 9 slagen. uid start met V. Ruiten ontwikkelen. 9 slagen. 3. B H 5 B 7 2 H 8 7 A H 10 4 A V 2 H V 6 B A B A V 6 V V A 6 A V 9 6 H V 3 A 10 5 H H B 7 V B H B 5 2 A B 9 2 oord 3SA uid 3SA oord 2SA uid start met B. Ruiten ontwikkelen! 9 slagen. Uitkomst: 2. egen topslagen incasseren. 50

51 H V B 7 6 A A H 10 4 A H B 8 B 6 V B H V 9 6 A V A 8 V B B 4 V 9 6 B A H V H 3 B A H V A H 3 oord 1 2 uid oord 2 uid start met 3/7. Vier keer troeftrekken! 10 slagen. uid start met H. Oversteken naar V om de laatste troef te trekken. 10 slagen. 7. A V A 6 H 9 3 A H V H 2 A V 6 B H B V B B H V A B B 8 5 A V B 10 2 H A A V B H V 8 H oord 2 uid oord 1 4 uid start met V. Troeftrekken! 10 slagen. oord start met V. Troeftrekken en schoppensnit. 10 slagen. 51

52 9. V B H 8 3 A V 7 V 7 H B H B 6 5 A V 7 A B H 8 5 A V A 6 H B 4 3 H 5 4 H B 9 A 8 V B V B H 10 2 A V 7 A 8 6 oord 2 uid 2 3SA 4 oord 1 uid start met 4, voor vrouw en heer. Klaveren ontwikkelen. schoppen oprapen. 9 slagen. Uitkomst: V. Troeftrekken en een klaveren weggooien op de vierde ruiten. 11 slagen. 11. H 3 A B 6 4 A A H 3 V B V B H B 7 5 B H V A H V 9 2 A V H V 7 B A 7 3 A H 6 A V B B H 4 2 V 9 8 oord 1 4 start met V. Troeftrekken. 10 slagen. uid 1 1 oord uid oord start met V. Schoppen ontwikkelen. 7 slagen. VOORKEURSPELLE ABESPREKIG: 2, 3, 6 en 7. 52

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA 2 Een woord vooraf.............................pag. 3 Les 1 Het afspel...................................pag. 5 Les 2 Het eerste bijbod.............................pag.

Nadere informatie

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel

Les 3. Les 3 AFSPELEN. richtlijnen voor goed afspel Les 3 Les 3 AFSPELE richtlijnen voor goed afspel De aanpak Open met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste

Nadere informatie

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst.

Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. 1. Bieden Bridge Handleiding versie 1-0 Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee of drie 4 kaarten de laagste eerst. Van twee 5 kaarten de hoogste eerst. Regel van

Nadere informatie

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden:

Een combinatie van kaarten (meestal honneurs), waartussen er één ontbreekt noemt men een 'vork'. Een paar voorbeelden: Snijden 1. De snit in zijn eenvoudigste vorm Eerst herhalen we even nog wat 'oude' stof over het snijden: 1) AV???? 32 In voorbeeld 1 is dit de positie van de schoppenkleur. De resterende negen kaarten

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits II

Flits 2. Bridge in een flits II Flits 2 Bridge in een flits II Speelplan Sans Atout Maak een speelplan VOORDAT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Dwing hoge

Nadere informatie

Bridge in een flits II

Bridge in een flits II Flits 2 Speelplan Sans tout Maak een speelplan VOORDT je in slag 1 bijspeelt 1. Welke (hoeveel) vaste slagen heb ik 2. Waar en hoe komen de ontbrekende slagen vandaan Bridge in een flits II Dwing hoge

Nadere informatie

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1

1 of 1 : minimaal 5-kaart 1 De aanpak Les 3 AFSPELE pen met 12 punten of meer. Partner overweegt of een manche (25pt samen) mogelijk is (punten tellen) Ga op zoek naar een fit (samen tenminste 8 kaarten in een kleur) Speel met een

Nadere informatie

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1

Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Contract 2 Volgbod en informatiedoublet Leidraad hoofdstuk 1 Kerndoelen De cursist kan vertellen - welke redenen er zijn om een volgbod te doen - aan welke voorwaarden een volgbod moet voldoen - wat de

Nadere informatie

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld

De gevaarlijke hand. 1. Voorbeeld De gevaarlijke hand In deze lesbrief gaan we het hebben over de hand die u liever niet aan slag wilt laten komen, omdat die bijvoorbeeld door een honneur van u heen kan spelen. Dit speelt vooral een grote

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 maandagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 315 ieuwe boeken Bridgeleerboek

Nadere informatie

Afspel van SA-contracten 1

Afspel van SA-contracten 1 Bridgewijzer GRE 9 Afspel van SA-contracten 1 1. Richtlijnen speelplan SA-contracten Als we de richtlijnen voor het speelplan op een rijtje zetten, dan krijgen we het volgende overzicht: 1. tel uw zogenaamde

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI HALVE FINALE 9 MAART 2019 Spel 1 K Q 6 A J 3 J 10 5 3 8 3 2 J 4 3 2 Q 9 4 2 A K 6 Q J NOORD 1 NIEMAND A 9 5 K 6 5 7 4 2 K 10 9 7 10 8 7 10 8 7 Q 9 8 A 6 5 4 ACOL 1 pas 1ZT pas pas pas

Nadere informatie

Bridge in een flits II (vervolgcursus)

Bridge in een flits II (vervolgcursus) Flits 2 Bridge in een flits II (vervolgcursus) 10 donderdagavonden 19.30- ca 22.15 Docent : Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com Peersite.weebly.com BIC: peer57 (docent): Klas 293 Correcties boekje Blz.

Nadere informatie

De herbieding van de antwoordende hand

De herbieding van de antwoordende hand De herbieding van de antwoordende hand Als uw partner heeft geopend met één in een kleur, u een bijbod heeft gegeven en uw partner zijn herbieding heeft gedaan, heeft u meestal een goed beeld van het spel.

Nadere informatie

EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen

EEN WOORD VOORAF Lesindeling De spellen EE WOORD VOORAF Leer bridge met Berry ra deel 3 en 4 zijn het vervolg op de cursussen Leer bridge met Berry ra deel 1 en 2. Gezien de hoeveelheid stof die de leerlingen in de beginnerscursus te verwerken

Nadere informatie

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk?

Les 6 IN GESPREK. Tafelopdracht 7.1. Tafelopdracht 7.2. Tafelopdracht 7.3. Tafelopdracht 7.5. Tafelopdracht 7.4. Hoeveel ruiten slagen mogelijk? Tafelopdracht 7.1 Les 6 I GESPREK Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier Wat is de entree in de? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten zuid V 7 2 B 8 3 B 10 8 7 7 6 5 A H 3 A 9 2 A H V H B 4 3 Tafelopdracht

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Voor de minder ervaren spelers Spel 1 H V 2 5 4 3 2 A 3 2 A H 7 6 5 B 3 A H 6 V B 4 Tegen jouw 4 -contract start west met V. Hoe probeer je je contract te maken? Ofwel: hoe probeer je het aantal mogelijke

Nadere informatie

De leider heeft de laatste slag gemaakt (in zijn hand of in dummy).

De leider heeft de laatste slag gemaakt (in zijn hand of in dummy). Eliminatie en ingooi Iedereen weet dat bridge een spel is dat je samen met je partner tegen twee tegenstanders speelt. Deze tegenstanders proberen meestal je mooie plannetjes te verijdelen en zijn behoorlijk

Nadere informatie

Uitkomen en signaleren

Uitkomen en signaleren Uitkomen en signaleren Tegenspelen is wellicht het moeilijkste onderdeel van het bridgespel. De leider heeft het grote voordeel dat hij alle 26 kaarten van zijn partij ziet. Een tegenspeler moet zich redden

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s

5. Het speelplan in troef. Leerboekjes op elk niveau CD s 5. Het speelplan in troef Leerboekjes op elk niveau CD s Het Speelplan Na de uitkomst: Eérst nadenken : - bekijk dummy, - ga biedverloop na, - beoordeel uitkomst Maak dan een speelplan Speel dàn pas bij

Nadere informatie

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud

Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Bridge voor beginners Bridge, een spel voor jong en oud Auteur: Barth Bakker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De kaarten 3. Bieden 4. Het openingsbod 5. Het contract 6. Puntentelling 7. Bijbod 8. Limietbod

Nadere informatie

Bridge in een flits 1 De basisregels

Bridge in een flits 1 De basisregels 1 Bridge in een flits 1 De basisregels Benodigdheden 4 spelers 1 pak kaarten zonder jokers 2 De spelers Benaming spelers Noord West Oost Zuid 3 Om de beurt de kaarten delen iedere speler krijgt 13 kaarten

Nadere informatie

Flits 1. Les 6 IN GESPREK

Flits 1. Les 6 IN GESPREK Flits 1 Les 6 IN GESPREK Tafelopdracht 7.1 Hoeveel ruiten slagen mogelijk? vier 3SA zuid leider V 7 2 B 8 3 B 108 7 7 6 5 Wat is de entree in de dummy? V Welke kleur als eerste ontwikkelen? ruiten dummy

Nadere informatie

Beloning Slagenpunten speelsoort beloning. Premiestelsel. Les 2: Score & De Opening. Puntentelling. + punten voor de biedende partij

Beloning Slagenpunten speelsoort beloning. Premiestelsel. Les 2: Score & De Opening. Puntentelling. + punten voor de biedende partij Puntentelling Tijdens het bieden wordt een contract vastgesteld Les 2: Score & De pening De telling Kaartwaardering Contract gehaald: + voor de biedende partij voor de tegenspelers Contract niet gehaald:

Nadere informatie

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8

Oost A1064 West. HV6 A HV95 A75 Oost A HV6 8 Kaartwaardering Sinds het begin van het bridgespel zijn er vele methoden van kaartwaardering ontworpen. Het huidige 4-3- 2-1 puntensysteem is al in 1915 door Bryan McCambell bedacht. Pas vele jaren later

Nadere informatie

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is!

Communicatie. Zuid is leider in een SA-contract. 2 AH. Hoeveel slagen maakt de leider in dit eindspel? - - N. Dat hangt af van wie er aan slag is! Communicatie Een essentieel onderdeel van het bridgespel is het maken van zoveel mogelijk slagen. Aangezien deze slagen vaak verdeeld zijn over de beide partners zijn er soms problemen om de afzonderlijke

Nadere informatie

Het uitkomen wordt in deze les niet behandeld (zie hiervoor Biedermeijer Groen, lesbrief 7). We beperken ons in deze les tot het signaleren.

Het uitkomen wordt in deze les niet behandeld (zie hiervoor Biedermeijer Groen, lesbrief 7). We beperken ons in deze les tot het signaleren. Signaleren Tegenspelen is wellicht het moeilijkste onderdeel van het bridgespel. De leider heeft het grote voordeel dat hij alle 26 kaarten van zijn partij ziet. Een tegenspeler moet zich redden met zijn

Nadere informatie

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden.

Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Bridge Handleiding versie 2 1. Bieden Tip: Bouw het bieden rustig op. Spring pas als je de juiste speelsoort hebt gevonden. Openen op 1 niveau in een kleur (11-19 punten): Langste kleur eerst. Van twee

Nadere informatie

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek

Les 1. Een man met een plan in een SA-contract. vormgeving: Ton Walbeek Les 1 Een man met een plan in een SA-contract vormgeving: Ton Walbeek Een man met een plan Doel bij bridge is: zoveel mogelijk slagen maken Meeste succes met een plan Stap voor stap een speelplan maken!

Nadere informatie

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE

Flits 1. Les 5 UITKOMEN /STRATEGIE Flits 1 Les 5 UITKOME /STRATEGIE Partner opent met 1 of 1 2 / 6-9, minstens 3 kaart 3 / 10-11 idem 4 / 12+ idem Partner opent met 1 of 1 2 : 6-9 min. 6-kaart 2 : 6-9 min.4-kaart 3 : 10-11 min. 6-kaart

Nadere informatie

START BIEDEN DOCENTEN HANDLEIDING (12 LESSEN) September 2014

START BIEDEN DOCENTEN HANDLEIDING (12 LESSEN) September 2014 DOCENTEN HANDLEIDING START BIEDEN (12 LESSEN) September 2014 Gebruik de Powerpoint-presentaties bij deze handleiding. Veranderingen zijn alleen in de PP gemaakt! Inhoudsopgave Pagina Les 1 3 Les 2 43 Les

Nadere informatie

Les 1a. De regels. vormgeving: Ton Walbeek

Les 1a. De regels. vormgeving: Ton Walbeek Les 1a De regels vormgeving: Ton Walbeek De kaarten 52 speelkaarten 13 klaveren 13 ruiten 13 harten 13 schoppen Iedere speler krijgt 13 kaarten De rangorde (waarde) van de kaarten hoog in rang laag in

Nadere informatie

Martin en Henk Slagmolen

Martin en Henk Slagmolen Bridgeleerboek voor iedereen natuurlijk met Standaard Hoog DIDACTISCH MODEL, OPZET LESMETHODE en INHOUD VAN DE HOOFDSTUKKEN Martin en Henk Slagmolen 1 Opzet en didactisch model Doel Leerboek voor toekomstige

Nadere informatie

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V

1. Vijfkaart hoog. a. A V B 4 3 b. A B 7 6 c. A B 7 6 V B 4 3 A B 7 A B V B 4 H 9 5 V 1. Vijfkaart hoog In de beide voorgaande delen van Begin met Bridge is het openingsbod van 1 in een kleur besproken. Dit hoofdstuk beginnen we met een samenvatting van die afspraken. Vervolgens gaan we

Nadere informatie

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner

Les 4. Antwoorden op Partners opening. vormgeving: Ton Walbeek. Ons antwoord op openingsbod partner Les 4 Antwoorden op Partners opening vormgeving: Ton Walbeek Ons antwoord op openingsbod partner Resumé les 3 Troefcontract: Trek troef SA: ontwikkel lange kleur Slagen maken: - Incasseren - Ontwikkelen

Nadere informatie

Bridge in een flits. Bridge in een Flits Berry Westra. Docent: Maurice Peereboom : Eigen materiaal (Acol)

Bridge in een flits. Bridge in een Flits Berry Westra. Docent: Maurice Peereboom : Eigen materiaal (Acol) Flits 1 1983 Docent: Maurice Peereboom mpeereboom@gmail.com 015 2562291 1966 : Eigen materiaal (Acol) Ca 1975: Van Start tot Finish (Sint & Schipperheijn) Bridge in een flits Ca 1995: Berry estra (leer

Nadere informatie

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking Uitnemen In de meeste gevallen zal het zo zijn dat het weinig zin heeft om na een manchebod van de tegenpartij nog door te bieden. e zullen gedoubleerd worden en veel down gaan. e kunnen meestal maar gewoon

Nadere informatie

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS:

Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: Inhoudsopgave TINTELENDE TIPS: 1. Openen en de regel van 20 en 15...2 2. De Biddingbox...5 3. Bijbieding na kleuropening...7 4. Herbieding...9 5. Bijbieding na 1SA-opening...10 6. Kaartwaardering...12

Nadere informatie

Aan de hand van de gespeelde spellen kan de leraar het bieden speelonderwerp van de les nog even kort doornemen.

Aan de hand van de gespeelde spellen kan de leraar het bieden speelonderwerp van de les nog even kort doornemen. EE WOORD VOORAF Leer wedstrijdbridge is een speelcursus. Veel leerlingen zullen de stof uit het eerste cursusjaar nog niet echt in de vingers hebben. Doel in deze cursus is om ze zoveel mogelijk te laten

Nadere informatie

Les 2 en nog iets van 1

Les 2 en nog iets van 1 Les 2 en nog iets van 1 De opening vormgeving: Ton albeek het openingsbod Puntentelling Tijdens het bieden wordt een contract vastgesteld Contract gehaald: + punten voor de biedende partij punten voor

Nadere informatie

Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron

Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron Bridge in een flits 2 Speelplan SA hoofdstuk 1 les 1 Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron 1 Herhaling SA openingen 15-17 punten: 1NT (18-19 punten: 1-1 - 2NT) 20-22 punten: 2NT 23-24

Nadere informatie

Blackwood conventie. Naar slem hoofdstuk 10 les 10. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron

Blackwood conventie. Naar slem hoofdstuk 10 les 10. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron Blackwood conventie. aar slem hoofdstuk 10 les 10 Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron 1 Klein slem: Wat is slem? 12 slagen Benodigde punten: ongeveer 33 Groot slem: 13 slagen Benodigde

Nadere informatie

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2

Les 7. Tom Tom. West Noord Oost Zuid 1 pas 1 pas 1SA pas 3SA pas pas pas V B 2 H 7 V B H B 7 H A 7 A V 9 3 2 Tom Tom Les 7 V B 2 H 7 V B 10 9 3 H B 7 H 8 4 9 6 5 A 7 A V 9 3 2 West oord Oost uid 1 1 1SA 3SA West begint met V, Je speelt H die de slag wint. 1. Hoeveel punten mis je, 14 hoe verdeeld? 2. Hoeveel

Nadere informatie

Kaartlees Oefeningen

Kaartlees Oefeningen 1. Punten tellen Bekijk eerst eens de Zuidhand en het biedverloop. Kaartlees Oefeningen Noord A 3 2 7 6 2 H B 9 8 6 3 2 Zuid 8 B 5 3 A 3 2 H 7 - - 1SA pas 2 * pas 2 2 pas pas pas * Jacoby Transfer West

Nadere informatie

Speelplan bij troefcontracten

Speelplan bij troefcontracten Speelplan bij troefcontracten Er valt veel te vertellen over het spelen van troefcontracten. Te veel voor een lesbrief als deze. Daarom wordt deze lesbrief beperkt tot enige algemene principes. Als u deze

Nadere informatie

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur

Les 7. sprongherbiedingen. Les 7: Het doublet. doublet. Typen doubletten. Het Rode Kaartje. Elke sprong in SA Elke sprong in een nieuwe kleur Les 7 Het Rode Kaartje X Reverse = Herbieding in een nieuwe kleur, die hoger is dan de openingskleur en op 2-hoogte geboden wordt zonder sprong 16-19 5-kaart 1 e kleur, 4-kaart 2 e kleur Partner mag niet

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Voor welke vier eerste biedingen kies je met de gegeven zuidhand? Spel West Noord Oost Zuid Zuidhand 1 -- 1 pas?? 4 2 V B 6 5 H 9 8 4 3 2 -- 1 pas??

Nadere informatie

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2

Les 9. Tom Tom (2) Conclusies trekken. leider. West Noord Oost Zuid pas pas 3 pas 3SA pas 4 pas pas pas A AV92 A654 V73 HVB B2 Tom Tom (2) vormgeving: Ton Walbeek Les 9 Hoofdstuk 10 kaartlezen bij afspel A V 8 2 10 4 3 A B 9 7 6 5 H 10 3 B 8 6 V 10 V 8 7 5 2 West oord Oost uid 1 1 1 Dbl 1 2 3 2 4 West start A, na( 4, 9 en 9).

Nadere informatie

TELLEN. Op ontdekkingsreis. Ontdek de verdeling. Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5

TELLEN. Op ontdekkingsreis. Ontdek de verdeling. Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5 TELLEN Op ontdekkingsreis Ontdek de verdeling Je zit zuid met de volgende hand: AB1063 HB8 B764 5 Je rechter tegenstander opent met 2, een zwakke twee in die kleur. Je past want je hebt te weinig om te

Nadere informatie

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek

Les 2. The bloody limit. vormgeving: Ton Walbeek Les 2 The bloody limit vormgeving: Ton Walbeek Ongelimiteerd vs gelimiteerd (1) Wat belooft Zuid? 4+ krt 6 + pnt Mag Noord sen? Neen! B 7 9 H 8 7 6 9 7 B 8 4 2 1 1 Leerpunt Zuid kan 6 punten hebben. maar

Nadere informatie

Les 5. Uitkomen. Met welke kaart zal ik uitkomen? vormgeving: Ton Walbeek

Les 5. Uitkomen. Met welke kaart zal ik uitkomen? vormgeving: Ton Walbeek Les 5 Uitkomen Met welke kaart zal ik uitkomen? vormgeving: Ton Walbeek De uitkomst Alleen de eerste kaart in de eerste slag noemen we: de uitkomst Het spelen van de eerste kaart in elke volgende slag

Nadere informatie

Eenvoudige Safety Plays

Eenvoudige Safety Plays Eenvoudige Safety Plays In deze les gaan we dieper in op de Safety Play. Letterlijk vertaald uit het Engels betekent deze term veilig afspel. Veilig afspel is in zijn algemeenheid bij viertallenbridge

Nadere informatie

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen

Reverse bieden. 1. Voorbeelden van sterke herbiedingen Reverse bieden Tot de belangrijkste biedingen in het bridge behoren het tweede bod van de openaar en het tweede bod van de antwoordende hand. Hiermee worden zowel de verdeling als de kracht van de hand

Nadere informatie

Het speelplan in de verdediging

Het speelplan in de verdediging Het speelplan in de verdediging m je succesvol te verdedigen moet het geschut al in stelling zijn gebracht voordat de aanval begint. Vertaald in bridgetermen betekent dat je goed moet luisteren naar het

Nadere informatie

Onstein clinic 16 oktober Inleiding: Kansen combineren

Onstein clinic 16 oktober Inleiding: Kansen combineren Onstein clinic 16 oktober Inleiding: Kansen combineren Kansen combineren. Het klinkt ingewikkeld en dat kan het ook zijn, maar Het hoeft niet. Een simpel voorbeeld: u speelt 7NT en u heeft 2 Mogelijkheden

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen

Les 4. Gevolgen voor de bijbieder. Gestoord Biedverloop. niet hinderlijk. hinderlijk. Situatie na volgbod. kan geplande bod niet doen Tegenpartij biedt tussen Les 4 Gestoord Biedverloop A. Gevolgen voor bijbieder B. Gevolgen voor openaar Gevolgen voor de bijbieder Situatie na volgbod? niet Volgbod Opening kan geplande bod niet doen bied

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Wat is een dogma? Een dogma is volgens de woordenboeken een regel die als onbetwist wordt beschouwd. Kent de bridgewereld ook dogma s? Dat moet de

Nadere informatie

Flits 2. Bridge in een flits-2

Flits 2. Bridge in een flits-2 Flits 2 Bridge in een flits-2 Flits 2 Les 7 HET RODE KAARTJE (Het doublet) doublet Actie Beschermend Competitief Coöperatief Herhaald Heropenings Informatief Lightner Manche-inviterend Negatief Optional

Nadere informatie

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4

HANDLEIDING LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4 HADLEIDIG LEER BRIDGE MET BERRY WESTRA DEEL 4 Inhoud...........................................pag. 3 Les 1 Het -complex...........................pag. 5 Les 2 Signaleren.................................pag.

Nadere informatie

Speelplan bij troefcontracten

Speelplan bij troefcontracten Speelplan bij troefcontracten Er valt veel te vertellen over het spelen van troefcontracten. Te veel voor een lesbrief als deze. Daarom wordt deze lesbrief beperkt tot enige algemene principes. Als u deze

Nadere informatie

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek

Les 8. Het rode kaartje. vormgeving: Ton Walbeek Les 8 Het rode kaartje vormgeving: Ton Walbeek Doublet Hoeveel slagen voor West? 4 - A en A - 2 troefslagen Bieding West? X West N O Z A 7 2 V B T 9 9 5 2 A 7 2 1 pas 3 pas 4 pas pas Doublet? dbl Primaire

Nadere informatie

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019

RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 RECREANTENTORNOOI FINALE 23 MAART 2019 Spel 1 ª Q J 10 9 6 J 9 2 8 4 J 9 7 ª 8 5 A K Q 8 5 3 K 9 2 10 6 NOORD 1 NIEMAND ª 7 3 7 6 4 Q J 7 5 3 K Q 3 ª A K 4 2 10 A 10 6 A 8 5 4 2 ACOL 1 X pas 1ª 2 2ª 3

Nadere informatie

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten

Les 6. De herbieding van de openaar. vormgeving: Ton Walbeek. het biedgesprek voortzetten Les 6 De herbieding van de openaar het biedgesprek voortzetten vormgeving: Ton Walbeek To bid or not to bid (1) Wat belooft Noord? hartenfit 6-9 punten Manche kansen? Nee Bieding Zuid? pas W N O Zuid gelimiteerd

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie. Bovendien neemt een

Nadere informatie

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski

Basis Afspeeltechniek. Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Basis Afspeeltechniek Clinic 12 maart 2018 Wouter Fitski Vandaag Speelplan Sans Ophouden Positionele stoppers de gevaarlijke hand Entrees en deblokkeren Spelen spellen 1-6 en nabespreken Troefcontracten

Nadere informatie

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z 8 5 2

Opgave 2 West Noord Oost Zuid 1SA 2 3SA pas H 4 pas pas N W O A H B 10 9 Z 8 5 2 Opgave 1 West oord Oost uid 7 5 1 A H 8 6 4 1SA 2 H 3 2?? A V 9 2 Wat biedt u? A. B. 2 C. 2 D. 2SA E. 3 Te verdienen punten 5, 4, 3, 0, 0 Opgave 2 West oord Oost uid 1SA 2 3SA H 4 7 6 3 W O A H B 10 9

Nadere informatie

1.0 Algemeen 2.0 Het bieden 3.0 Het spelen 4.0 De puntentelling 1.0 Algemeen

1.0 Algemeen 2.0 Het bieden 3.0 Het spelen 4.0 De puntentelling 1.0 Algemeen Bridge - Spelregels Inhoudsopgave 1.0 Algemeen De kaarten / 1.2 De kleuren / 1.3 De voorbereiding / 1.4 Doel van het spel / 1.5 Een Serie 2.0 Het bieden 2.1 De kaartwaarde / 2.2 De spelende partij / 2.3.

Nadere informatie

Negatief doublet. 1. Voorgeschiedenis. 2. Negatief Doublet

Negatief doublet. 1. Voorgeschiedenis. 2. Negatief Doublet egatief doublet 1. Voorgeschiedenis In één van de eerste cursussen hebt u geleerd dat uw bieden verstoord kan worden door het tegenbieden. Meestal werd dat geïllustreerd met de volgende oosthand: est oord

Nadere informatie

Les 12. Conventies. een afspraakje. vormgeving: Ton Walbeek

Les 12. Conventies. een afspraakje. vormgeving: Ton Walbeek Les 12 Conventies vormgeving: Ton Walbeek een afspraakje Conventies en alerteren Natuurlijk bieden: 2 belooft echte klaveren Speciale afspraken 2 (Stayman na 1S) vraagt om en / of partner lert: ls er een

Nadere informatie

BEGINNERSTEST BIEDEN

BEGINNERSTEST BIEDEN BEGINNERSTEST BIEDEN beginnerstest Pagina 1 BIEDEN ANTWOORDEN Spellen 1 a b c d H V 5 3 2 H B 3 4 3 7 6 A B 7 6 3 2 A 5 4 7 6 H 7 6 A H 5 4 H V B 8 A H 10 7 6 5 2 7 A V 5 4 H 5 4 3 B 4 Voor welke opening

Nadere informatie

De strijd om de deelscore

De strijd om de deelscore De strijd om de deelscore In het moderne bridge biedt iedereen er lustig op los. Een goede speler zal proberen continu zand in biedmachine van de tegenpartij te strooien, maar zal tegelijkertijd oppassen

Nadere informatie

Leuk, Leuker, Bridge!

Leuk, Leuker, Bridge! Leuk, Leuker, Bridge! Les 13,5 Doublet- en Cuebidtraining Gratis e-mail bridgecursus voor beginners Speciaal opgezet voor iedereen die: - ingewikkelde spelregels háát, - denkt dat een kaartspel helemaal

Nadere informatie

De herbieding van de openaar

De herbieding van de openaar De herbieding van de openaar Als u hebt geopend met één in een kleur (circa 12-19 punten), en uw partner geeft een antwoord (bijbod), moet u proberen met uw tweede beurt (herbieding of rebid genaamd) aan

Nadere informatie

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 10. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 10 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog Flits 2 Sterke openingen 2SA : SA verdeling 20 22 punten 2 : andere verdelingen 20 + punten óf heel

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Het Volgbod Met goede lange (5+) kaart en / of Met puntenkracht (zonder lengte: opening) Tussenbieden Waaromzou je het

Nadere informatie

Verdedigen tegen de Multi en Muiderberg

Verdedigen tegen de Multi en Muiderberg Verdedigen tegen de Multi en Muiderberg "...Jammer van dat rampspel, waar een Multi 2 werd geopend." "Ja, dat is niet de eerste keer dat we onderuit gaan tegen een Multi!" aarschijnlijk hebt u dit gesprek

Nadere informatie

Informatiedoublet en volg-sa

Informatiedoublet en volg-sa Bridgewijzer GRE 4 Informatiedoublet en volg-sa De partij die de bieding opent, heeft meestal een kleine voorsprong op de tegenpartij. De partner van de openaar beschikt direct over gerichte informatie.

Nadere informatie

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen

Les 8 Hoofdstuk 9. Tegenspel troef. N W O Z leider. kansen en valkuilen Les 8 Hoofdstuk 9 Tegenspel troef leider kansen en valkuilen B973 632 9874 65 est oord ost uid 1 1SA doublet 2 2 3 V4 AVB1087 B6 AH2 est start A, vervolgt met H en ruiten voor V van ost, door uid getroefd.

Nadere informatie

Minibridge WELKOM! 1

Minibridge WELKOM! 1 Minibridge WELKOM! 1 Les 1A SLAGEN MAKEN Kleuren Bij bridge praten we over 4 kleuren: = = = = schoppen harten ruiten klaveren 3 Kaartvolgorde Kaarten: A = Aas H = Heer A = Ace K = King V = Vrouw B = Boer

Nadere informatie

Speelplan SA-contracten

Speelplan SA-contracten Speelplan SA-contracten Biedermeijer Groen: wijzer 9 vormgeving: Ton Walbeek ederlandse Bridge Bond Speelplan maken Stappen speelplan SA 1. Stel vast hoeveel slagen je moet maken 2. Tel je vaste slagen

Nadere informatie

Blackwood. Negatief Doublet. Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren

Blackwood. Negatief Doublet. Les 10. Alerteren Negatief Doublet Vierde kleur Cuebod. Wanneer alerteren Les 10 lerteren Negatief Vierde kleur Cuebod Conventies en alerteren Natuurlijk bieden: 2 belooft echte klaveren Speciale afspraken 2 (Stayman na 1S) vraagt om en / of partner lert: ls er een kleur geboden

Nadere informatie

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking

Uitnemen. 1. Een voorbeeld ter verduidelijking Uitnemen In de meeste gevallen zal het zo zijn dat het weinig zin heeft om na een manchebod van de tegenpartij nog door te bieden. We zullen gedoubleerd worden en veel down gaan. We kunnen meestal maar

Nadere informatie

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract.

5. Het speelplan in troef. Speelplan SA vs troef (1) 3 een verliezer wegwerken. Stap 1 SA-contract. Stap 1 troef-contract. biedsituaties A B 5. Het speelplan in???? Bieden? Ja nee Partner heeft + Alleen met 8/9 pt Speelplan SA vs () Stap SA- Stap - a de uitkomst: Eerst nadenken : Het Speelplan bekijk dummy, ga biedverloop

Nadere informatie

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA

Flits 2. Noord West Noord Oost Zuid 1 pas 2 pas?? A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA QUIZ Noord West Noord Oost Zuid 1 2?? 8 4 2 A H V 9 2 H 6 B 8 3 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 2?? A V 7 2 8 4 H B 9 3 10 7 6 2SA Noord West Noord Oost Zuid 1 1 1?? H 8 7 2 A B 7 2 8 A 9 3 2 4 Noord

Nadere informatie

EXAMEN CLUBLEIDER B (CLB) Spelregelgedeelte SUCCES. Dit gedeelte bestaat uit 17 opgaven. U hebt voor dit onderdeel anderhalf uur de tijd.

EXAMEN CLUBLEIDER B (CLB) Spelregelgedeelte SUCCES. Dit gedeelte bestaat uit 17 opgaven. U hebt voor dit onderdeel anderhalf uur de tijd. EXAME CLUBLEIDER B (CLB) Spelregelgedeelte Dit gedeelte bestaat uit 17 opgaven. U hebt voor dit onderdeel anderhalf uur de tijd. Op het antwoordformulier dient u uw gegevens zo volledig mogelijk in te

Nadere informatie

Leuk, Leuker, Bridge!

Leuk, Leuker, Bridge! Leuk, Leuker, Bridge! 05 De biedverkeersregels Joseph Amiel, Ron Jedema en Rob Stravers (eindredactie) Bridge bestaat uit twee perioden : Bieden en Spelen. Over het spelen weet je nu alles, namelijk: De

Nadere informatie

Uitkomen hoofdstuk 5 les 5. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron

Uitkomen hoofdstuk 5 les 5. Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron Uitkomen hoofdstuk 5 les 5 Riek van Bussel Eta Geuzebroek Wil Kluijtmans Lineke Bron 1 Doel van het uitkomst Slagen ontwikkelen. leider down krijgen Slagen ontwikkelen. leider geen slagen cadeau doen Slagen

Nadere informatie

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog

Les 11. Hoog in de boom. Openingen op 2 niveau en hoger. vormgeving: Ton Walbeek. Die begint gelijk hoog Les 11 Hoog in de boom 3 Openingen op 2 niveau en hoger vormgeving: Ton Walbeek Die begint gelijk hoog SA-biedingen SA-verdeling 4-3-3-3 4-4-3-2 5-3-3-2 12-14 pnt 15-17 pnt 18-19 pnt 20-22 pnt 1 1SA 1

Nadere informatie

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten

1. West Oost 2. West Oost In beide biedverlopen heeft West 2 kleuren: klaveren en harten Reverse bieden Iedereen heeft zijn mede-bridgers wel eens horen praten over een reverse zonder te begrijpen wat daar precies mee bedoeld wordt. Letterlijk betekent reverse : omgekeerd. Het gaat dus over

Nadere informatie

Voor de minder ervaren spelers

Voor de minder ervaren spelers Bron: Bridge Service.nl Voor de minder ervaren spelers Spel 1 A V 2 B 9 5 4 3 V 7 3 2 A H 3 A H 4 West start tegen jouw mooie 3SA-contract met 6. Hoe probeer je jouw contract te maken? Ik geef een overpeinzing.

Nadere informatie

BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus

BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus BEGIN met BRIDGE Beginnerscursus Begin met Bridge 1 Hoofdstuk 5 LES 5 SPELEN ME ROEF LESPLAN Leerdoelstellingen De cursist begrijpt het begrip troef en kan de regels bekennen moet en troeven mag toepassen.

Nadere informatie

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong

Les 8. Tussenbieden. vormgeving: Ton Walbeek. lekker storen, het liefst met een sprong Les 8 Tussenbieden vormgeving: Ton Walbeek lekker storen, het liefst met een sprong Terminologie West Noord Oost Zuid 1 1 1 2 openingsbod volgbod of tussenbod bijbod antwoord op volgbod Het bieden is een

Nadere informatie

Wat moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken.

Wat moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken. Bridgewijzer BLAU 2 De vierde kleur 1. Probleem at moeten we doen als we sterk zijn, maar geen natuurlijk bod tot onze beschikking hebben? Laten we eerst eens naar de volgende problemen kijken. est ost???

Nadere informatie

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten:

Les 9 Slembieden. Zelftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Les 9 Slembieden elftest! Klein slem (6-bod: 12 slagen) Groot slem (7-bod: 13 slagen) Distributiepunten: Grote aantrekkingskracht premie: klein slem 500/750 groot slem 1000/1500 Wat is hiervoor nodig?

Nadere informatie

Herhaling: Een in een kleur opening

Herhaling: Een in een kleur opening Welkom bij les 8 Herhaling een in een kleur opening Herhaling bijbieden Herhaling opening 1Sa Herhaling Stayman conventie/jacoby caonventie Tussen bieden Openingen op 2 niveau. Biedoefeningen. Azen vragen

Nadere informatie

Leuk, Leuker, Bridge!

Leuk, Leuker, Bridge! Leuk, Leuker, Bridge! 04 Contract en Puntentelling Je weet wat een slag is. Ook hoe je slagen moet maken, zowel zonder als mét een troefkleur. Je begint je misschien stiekem zelfs al een beetje gevaarlijk

Nadere informatie

EXAMEN CLUBLEIDER B (CLB)

EXAMEN CLUBLEIDER B (CLB) EXAMEN CLUBLEIDER B (CLB) Spelregels Dit gedeelte bestaat uit 18 opgaven. U hebt voor dit onderdeel anderhalf uur de tijd. Om te kunnen slagen moet u voor dit onderdeel minimaal 30 van de 54 punten behalen.

Nadere informatie

Analyseren (Inzicht) Tellen. Goed af- en tegenspel : Cursus Flitsend Spelen. Honneurpunten. Handverdeling. Vaste Slagen

Analyseren (Inzicht) Tellen. Goed af- en tegenspel : Cursus Flitsend Spelen. Honneurpunten. Handverdeling. Vaste Slagen Cursus Flitsend Spelen Goed af- en tegenspel : Site: Peersite.weebly.com (powerpoint) Berust niet zozeer op een perfecte beheersing van de speeltechniek Maar op de manier van denken: Het vormen van een

Nadere informatie

Uitkomen hoofdstuk 3 les 3

Uitkomen hoofdstuk 3 les 3 1 Uitkomen hoofdstuk 3 les 3 Flits 1 Hoogste van een serie honneurs kleintje belooft plaatje hoge middenkaart van niks Voorbeeld H van HV65 3 van H83 8 van 865 2 Flits 1 Algemene adviezen voor uitkomen:

Nadere informatie