Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs"

Transcriptie

1 José van der Hoeven, Amos van Gelderen, Kris Verbeeck, Marieke Versloot en Sanneke de la Rie Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs Onderzoeksrapportage

2 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs Onderzoeksrapportage José van der Hoeven Amos van Gelderen Kris Verbeeck Marieke Versloot Sanneke de la Rie s-hertogenbosch, KPC Groep, 2013

3 Colofon Deze publicatie is ontwikkeld door KPC Groep voor ondersteuning van het regulier en speciaal onderwijs in opdracht van het ministerie van OCW. KPC Groep vervult op het gebied van R&D een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijsveld. Instituut voor Onderzoek & Innovatie Kenniscentrum Talentontwikkeling Illustratie omslag: Marinus van der Hoeven Het is toegestaan om in het kader van educatieve doelstellingen (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm zodanig dat de intentie en de aard van het werk niet worden aangetast. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Hoeven, J. van der, Gelderen, A. van, Verbeeck, K., Versloot, M. & Rie, S. de la (2013). Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Onderzoeksrapportage. s-hertogenbosch: KPC Groep in opdracht van het ministerie van OCW. 2013, KPC Groep, s-hertogenbosch

4 Voorwoord In een driejarig SLOA-project ( ) Nederlands Lezen en Schrijven op Innovatieve Scholen (Nelsis) werd in een ontwikkelingsgericht onderzoek een prototype voor het lees- en schrijfaanbod in de onderbouw havo/vwo ontwikkeld dat de integratie van lezen en schrijven middels genres mogelijk maakt (Van der Hoeven, Van Gelderen, Verbeeck, Donker & De la Rie, 2012). Het uitgangspunt voor het prototype werd gevormd door de tekstsoorten en bijbehorende functies die in het referentiekader Nederlandse taal worden genoemd. In het prototype werden bij de geselecteerde tekstgenres (roman en betoog) lees- en schrijfopdrachten geformuleerd die leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig op een zelfgekozen moment konden uitvoeren en die tot doel hadden het behalen van referentieniveau 2F en 3F. Het ging hier niet om het ontwikkelen van leermateriaal op zich, maar om het ontwerpen van een prototype voor een zelfsturende aanpak bij genredidactiek. Nieuw aan deze aanpak was enerzijds de uitwerking van het principe genredidactiek voor de Nederlandse onderwijspraktijk (in Australië is genredidactiek sinds de jaren 70 breed in het onderwijs geïmplementeerd) en anderzijds de flexibele opzet wat gebruik binnen en buiten de lessen Nederlands mogelijk maakte. In 2012 is het prototype van Nelsis opgeleverd. De ervaringen uit de twee pilots hebben aangetoond dat het prototype van Nelsis bruikbaar was en dat de betrokken scholen het aanbod een waardevolle aanvulling op hun onderwijsaanbod vonden. Om de ontwerpcyclus te completeren werd in 2013 een effectstudie uitgevoerd. De hoofdvraag die daarbij werd beantwoord was of het prototype ook leidt tot hogere prestaties. Bij deze effectstudie waren vijf scholen betrokken. De onderzoeksgroep werd aangevuld met een stagiaire, die zich volledig op de toetsing heeft gericht. Wij danken alle betrokken docenten en onze stagiaire Daphne Luiten voor hun inzet. De auteurs Voorwoord

5 Handreiking Meer bekwaam in handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

6 Inhoud Voorwoord 1 Inleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 4 2 Onderzoeksopzet Onderzoeksgroep Instrumenten Procedure Analyses 10 3 Resultaten Observaties Rollen van de docent Voorlopige conclusies Effectmeting Leestoets Schrijftoets 15 4 Conclusie en discussie 17 5 Referenties 19 Inhoud 1

7 2 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

8 1 Inleiding Het verhogen van de leerprestaties op het gebied van taal en rekenen staat hoog op de agenda van het ministerie OCW, zoals onder andere blijkt uit het Actieplan Beter Presteren (Ministerie van OCW, 2011) voor het voortgezet onderwijs. Het verbeteren van de basisvaardigheden is belangrijk voor het succes van leerlingen in andere vakken op school, in hun verdere schoolloopbaan en in de maatschappij. In 2010 is in dit licht het Referentiekader Nederlandse taal en rekenen van kracht geworden. De beschreven niveaus in dit kader geven aan wat leerlingen op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het terrein van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. De referentieniveaus taal bestaan uit vier verschillende domeinen, waaronder de domeinen lezen en schrijven. In de kerndoelen en in het referentiekader Nederlandse taal (Commissie Meijerink, 2008) worden diverse tekstsoorten met verschillende functies, die leerlingen voor lezen en schrijven moeten kennen, benoemd. Bij het vak Nederlands in de onderbouw is er echter onvoldoende sprake van systematische aandacht voor verschillende onderscheiden tekstsoorten. Bij elke tekst(soort) is er sprake van samenhang tussen het doel, de inhoud en talige of tekstkenmerken. De herhalende patronen bij een specifieke inhoud, gekoppeld aan specifieke stilistische of structuurkenmerken, worden wel aangeduid met teksttypen of genres (Spivey & King, 1989). Zo kent een betoog bijvoorbeeld een inleiding, een stelling of standpunt, argumenten en een conclusie. Binnen deze structuur bestaan talloze mogelijkheden om inhoudelijke elementen met elkaar te verbinden. Genres kunnen dus worden aangeduid als de manier waarop een tekst is georganiseerd om een sociaal doel te bereiken (zie Cope & Kalantzis, 1993). Internationaal worden leeractiviteiten met genres als uitgangspunt aangeduid als genredidactiek en in Australië wordt deze didactiek in het onderwijs al decennia toegepast (Cope & Kalantzis, 1993). In Nederland werd in de afgelopen jaren voor het voortgezet onderwijs een prototype voor het lees- en schrijfaanbod in de onderbouw havo/vwo ontwikkeld, waarbij de genres het uitgangspunt vormden (Van der Hoeven et al., 2012). Het prototype was bedoeld voor scholen die behoefte hebben hun aanbod op het gebied van het lezen en schrijven in het Nederlands aan te vullen of te verrijken. Uitgangspunt vormden thematische opdrachten die aansloten bij projecten of vakinhoudelijke thema s op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis, mens en maatschappij, natuur en techniek en biologie. Aangezien de integratie van lezen en schrijven centraal stond, werd gebruikgemaakt van modelteksten (goede voorbeelden) bij lees- en schrijfopdrachten aan de hand waarvan genre- en tekstkenmerken werden geïllustreerd. Zo werd in ons project bij het thema Oorlog en vrede (geschiedenis) gebruikgemaakt van fragmenten uit romans. Het leermateriaal was zoveel mogelijk zelfsturend, wat betekende dat leerlingen er zelfstandig mee konden werkten. De ervaringen met deze aanpak waren veelbelovend (Van der Hoeven et al., 2012; Van Gelderen & Van der Hoeven, 2010). Leerlingen vonden het leermateriaal onderscheidend ten opzichte van het reguliere onderwijs Nederlands en zij vonden dat zij meer over teksten en tekstkenmerken hadden geleerd. 1 Inleiding 3

9 1.1. Probleemstelling en onderzoeksvragen In 2012 werd als opbrengst van een ontwerponderzoek een prototype voor het lees- en schrijfaanbod in de onderbouw havo/vwo, genaamd Nelsis, opgeleverd (Van der Hoeven et al., 2012). Om de ontwerpcyclus te completeren is in 2013 een effectstudie uitgevoerd. Het doel van het hier gerapporteerde onderzoek was het vaststellen van het effect van genredidactiek op de lees- en schrijfprestaties van leerlingen bij een optimaal gebruik van het prototype Nelsis. Een succesvolle implementatie van het prototype van Nelsis veronderstelt namelijk bepaald docentgedrag, zoals het introduceren en begeleiden van leerlingfeedback en handelingsbekwaamheid bij genredidactiek. In de eerdere pilots bleek dat docenten verschillend omgingen met het leermateriaal. Docenten moesten zich de werkwijze van genredidactiek en de onderliggende didactische principes eigen maken teneinde de voorwaarden te scheppen voor optimale lees- en schrijfprestaties van leerlingen. Dat leidde tot de volgende onderzoeksvragen: Wat hebben docenten nodig om het prototype van Nelsis in hun lespraktijk te implementeren? Welk effect heeft genredidactiek op de lees- en schrijfvaardigheid van havo/vwo-leerlingen in de onderbouw? Deze onderzoeksvragen worden in de volgende hoofdstukken beantwoord. 4 Nelsis: het effect van genrekennis op de de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

10 2 Onderzoeksopzet In dit aanvullende onderzoek op het onderzoek inzake lezen en schrijven in de onderbouw (Nelsis) (Van der Hoeven et al., 2012) wilden we de ontwerpcyclus (McKenney, Nieveen & Van den Akker, 2006) completeren door te onderzoeken of een optimale inzet van genredidactiek leidt tot hogere lees- en schrijfprestaties. Daartoe werd een quasi-experiment met een pretest posttest controlegroep design uitgevoerd. Het betrof vier klassen 3-havo/vwo in de experimentele conditie en drie klassen 3-havo/vwo in de controleconditie. Voorafgaande aan het quasiexperiment werden docenten getraind in het werken met het prototype en genredidactiek. De pilots in het Nelsis-onderzoek hadden adviezen voor de implementatie van genredidactiek bij zelfsturend leermateriaal blootgelegd. Dit betrof de instructie van de docent aan de leerlingen en het faciliteren van leerlingfeedback. Deze knelpunten vormden het uitgangspunt voor het beantwoorden van de eerste onderzoeksvraag. Er werd voor de experimentele groepen een training voor docenten ontwikkeld die gericht was op de integratieve genregerichte aanpak. Er ging speciale aandacht uit naar de instructie aan leerlingen en het vormgeven aan peerfeedback met zelfsturend leermateriaal. Daarbij werd verondersteld dat er meer wordt geleerd als leerlingen optimaal door hun docenten worden ondersteund. De docenten van de experimentele klassen werden dus vooraf getraind in het gebruik van het materiaal en in genredidactiek. Na deze training implementeerden de docenten in de experimentele conditie de taken uit het prototype in de les. De lees- en schrijfopdrachten werden door leerlingen uitgevoerd, waarbij een voor- en een nameting plaatsvonden om de lees- en schrijfprestaties te beoordelen. De tijdsinvestering zonder voor- en nameting werd ingeschat op 3 klokuren of 4 lesuren van 45 minuten per taak. Aangezien de kwaliteit van de interventie mede afhankelijk was van de toepassing van het geleerde in de docenttraining, werden lesobservaties gedaan. Daarbij werd nagegaan of de instructie en de begeleiding werden uitgevoerd zoals bedoeld. De controlegroepen volgden het reguliere programma voor Nederlands. Ook in deze groep vonden een voor- en een nameting plaats. 2.1 Onderzoeksgroep Aan het onderzoek hebben twee scholen in Midden-Brabant in twee middelgrote steden, één school in Oost-Brabant en één school in Amsterdam deelgenomen. Daarnaast was een school voor voortgezet onderwijs in een middelgrote stad in Zuid-Holland betrokken als pilotschool voor de voortoets. Er namen vijf klassen havo/vwo in de experimentele conditie en vier klassen havo/vwo in de controleconditie deel. In de experimentele conditie legden de docenten het leermateriaal van Nelsis voor aan in totaal 123 leerlingen uit verschillende klassen 2- en 3-havo/vwo. Op de eerste school werd de voortoets afgenomen in drie tweede klassen (twee experimentele groepen en een controlegroep) en werkten in de experimentele conditie 47 leerlingen (twee klassen van één docent) aan de leesopdracht Oorlog en vrede I en 45 leerlingen aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede I. 2 Onderzoeksopzet 5

11 Aan de leesopdracht Oorlog en vrede II werkten 44 leerlingen, aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede II werkten 47 leerlingen. De natoets werd in drie klassen (twee experimentele groepen en een controlegroep) afgenomen. Op de tweede school werd de voortoets in drie tweede klassen (twee experimentele groepen en een controlegroep) afgenomen en werkten 57 leerlingen (twee klassen van twee docenten) in de experimentele conditie aan de leesopdracht Oorlog en vrede I en 57 leerlingen aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede I. Aan de leesopdracht Oorlog en vrede II werkten 28 leerlingen (één klas), aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede II eveneens. Wegens tijdgebrek in het onderwijsprogramma vielen tijdens het onderzoek twee klassen uit: een experimentele groep in de tweede lessenserie en de controlegroep bij de natoets. De natoets werd afgenomen in de twee experimentele klassen. Op de derde school werd de voortoets afgenomen in twee klassen: een tweede en een derde klas. De tweede klas was een controleklas. In de derde klas werkten 19 leerlingen in de experimentele conditie aan de leesopdracht Oorlog en vrede I en 19 leerlingen aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede I. Aan de leesopdracht Oorlog en vrede II werkten 19 leerlingen, aan de schrijfopdracht Oorlog en vrede II werkten eveneens 19 leerlingen. De natoets werd in beide klassen afgenomen. Op de vierde school werden de voor- en de natoets afgenomen in een derde klas havo/vwo. Deze school was de controleschool. Het design was dan ook als volgt: Tabel 1 Overzicht van klassen in condities Conditie/klas Experimenteel Controle Voortoets Natoets Voortoets Natoets 2-havo/vwo havo vwo Instrumenten Lessenseries De interventie bestond uit het uitvoeren van twee lessenseries aan de hand van leermateriaal uit het prototype Nelsis. Het prototype Nelsis was opgebouwd uit modelteksten met specifieke aanwijzingen hoe de teksten gelezen en geschreven worden. De aanpak was gefaseerd: aandacht voor oriëntatie, planning, monitoring van eigen begrip en evaluatie bij lezen en aandacht voor planning, formulering, revisie en evaluatie bij schrijven. Woordenschat, grammatica en spelling worden geïntegreerd in deze opdrachtgestuurde benadering. Dat wil zeggen dat er aandacht besteed werd aan vakspecifieke woorden, maar ook aan woorden die typisch zijn voor de verschillende genres in de lees- en schrijfopdrachten. Spelling en grammatica kreeg vooral aandacht in de revisiefase van het schrijven, wanneer teksten geproduceerd werden die door anderen (bij voorkeur anders dan de docent Nederlands) gelezen worden. Het materiaal beoogde bij te dragen aan een verbetering van de taalverzorging door een duidelijk verband te leggen tussen aandacht voor spelling en grammatica en het schrijven voor anderen dan jezelf (Van Gelderen & Van der Hoeven, 2010). 6 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

12 Een lessenserie is als volgt opgebouwd, waarbij voorafgaande aan de eerste lessenserie en na de tweede lessenserie een toets plaatsvond: (Voormeting) Stap 1 Instructie aan de leerlingen Stap 2 Oriënteren op het onderwerp en de tekstsoort, activeren van voorkennis Stap 3 Modeltekst lezen Stap 4 Leesopdrachten Tekstbegripvragen Opdrachten bij tekstkenmerken van het genre Stap 5 Leesopdrachten zelfstandig nakijken Stap 6 Schrijfopdracht waarbij de tekstkenmerken toegepast worden Stap 7 Peerfeedback Stap 8 Reviseren Stap 9 Beoordelen (Nameting) Ten behoeve van de uitvoering van de lessenseries werd door de betrokken scholen gekozen voor twee romantaken: Oorlog en vrede I en II (Verbeeck, Punt & Van der Hoeven, 2011a, 2011b, 2011c, 2011d; Van der Hoeven et al., 2012). Deze taken zijn in het ontwerponderzoek ontwikkeld en beproefd in een pilot. Het prototype Nelsis heeft als uitgangspunt modelteksten, dat wil zeggen: goede voorbeelden van een genre waarin tekstkenmerken kunnen worden geobserveerd die richtinggevend zijn voor het lezen en schrijven van dergelijke teksten. In dit geval betrof het (roman)fragmenten uit de boeken Haar naam was Sarah (De Rosnay, 2010) en De ogen van de condor (Rood, 2007). Beide taken bestonden uit een lees- en een schrijfopdracht behorend bij het genre roman. Daarbij werden naast kennisactiveringsvragen en tekstbegripvragen de volgende tekstkenmerken aan de orde gesteld: perspectief, uitwerking personages, uitwerking van tijd en plaats, cliffhanger, directe rede en mate van onderhoudendheid. Een lessenserie bestond uit leesopdrachten en een schrijfopdracht. Bij de leesopdrachten was een antwoordenblad waarmee leerlingen zelf hun prestaties konden beoordelen. Bij de schrijfopdracht werden de verworven kenmerken in een nieuw te schrijven tekst toegepast. Training docenten De docenten kregen een training met betrekking tot de instructie bij het lesmateriaal, het vormgeven van leerlingfeedback en het begeleiden van leerlingen. Voor dit trainingsdeel werd een draaiboek ontwikkeld (Van der Hoeven & Verbeeck, 2013). Het leermateriaal van de interventie is in principe zelfsturend, maar in de pilots in de ontwerpfase was gebleken dat verschillen in aanpak leidden tot verschillende uitkomsten in de pilot. Er bleken veel verschillen op te treden in de instructiefase, variërend van geen instructie tot inleidende lessen over tekstsoort of thema. Ook bij leerlingfeedback bleken er in het ontwerponderzoek grote verschillen tussen scholen te bestaan. Bij leerlingfeedback werd over het algemeen geen instructie gegeven. Bovendien werd dit onderdeel vaak onvoldoende gefaciliteerd, zodat er te weinig tijd voor was. De kwaliteit van de leerlingoordelen liep daarbij sterk uiteen. Aangezien leerlingfeedback grote invloed kan hebben op tekstkwaliteit, moesten docenten overtuigd worden van het belang van deze werkvorm en hun taak daarbij serieus nemen. Ook in de begeleiding van leerlingen bij het uitvoeren van de opdrachten waren grote verschillen tussen scholen in de eerdere pilots. Deze verschillen varieerden tussen geheel zelfstandig werken en het klassikaal doorlopen van de opdrachten. In de training werd aandacht besteed aan de inhoud van het leermateriaal, de rollen van de docent, de instructie, de leerlingfeedback en aan beoordelen. 2 Onderzoeksopzet 7

13 Allereerst werd stilgestaan bij het uitgangspunt van het prototype en de lessenserie: genres en genredidactiek. Daarna kwamen de structuur en de leerinhoud in het lesmateriaal aan bod. Bij de uitvoering van de lessenserie onderscheidden we vervolgens vier rollen voor de docent: de facilitator, die de organisatie van de uitvoering en de randvoorwaarden realiseert; de expert, die inhoudelijke kennis deelt en instructie geeft; de procesbegeleider, die leerlingen wegwijs maakt in het materiaal, leerlingen motiveert en het leerproces volgt; de beoordelaar, die de producten evalueert en beoordeelt. Bij de rollen werden de bijbehorende activiteiten in de lessenserie besproken. Zo werd extra aandacht besteed aan instructie en begeleiding. Van de docent werd verwacht dat hij aan de leerlingen ten minste vertelde wat het doel was en wat de lessenserie inhield: herkennen en toepassen van tekstkenmerken binnen genres. Daarbij kon hij dieper ingaan op genres en tekstsoorten of een bepaald genre. Na de inleidende instructie is de rol van de docent in het leerproces ondersteunend en hoeft hij of zij niet sturend op te treden. Deze ondersteunende rol vraagt van de docent om zich te verdiepen in het leermateriaal en om inzicht te hebben in het leerproces, zodat hij/zij bij de uitvoering van de taken adequaat kan optreden. Het gaat dan om beantwoording van vragen, doorvragen, monitoring, etc. Aan de fase van leerlingfeedback werd in de training speciale aandacht besteed. Het geven van feedback aan medeleerlingen is geen gebruikelijke werkwijze, maar kan, mits goed ingezet, wel zeer effectief zijn. Het slagen van deze fase is sterk afhankelijk van de wijze waarop deze fase wordt vormgegeven. Het gaat dan om uitleg over het doel en de werkwijze, het faciliteren van interactie en het faciliteren van het geven en ontvangen van concreet inhoudelijk en tekstueel commentaar ter verbetering van de tekst (Hoogeveen, 2012). De kennis opgedaan in de training werd toegepast in de lessenserie. Om deze transfer te bevorderen, werden de docenten bij de uitvoering van het eerste lesblok gecoacht. De onderzoekers bezochten een les gevolgd door een coachingsgesprek. Voor- en natoets Er werd voor lezen en schrijven een zogenaamde methode-afhankelijke voor- en natoets ontwikkeld (Van Gelderen, 2013a, 2013b). Het uitgangspunt voor de toets was het vaststellen van de groei in het herkennen en toepassen van de tekstkenmerken over de roman. Deze toetsen werden op basis van zijn ervaringen met toetsontwikkeling ontwikkeld door Amos van Gelderen van het Kohnstamm Instituut (zie onder andere Van Gelderen, Schoonen, Stoel, Glopper & Hulstijn, 2007). De toetsen bij de voor- en nameting waren vergelijkbaar, zodat de mate van vooruitgang van de leerlingen kon worden geëvalueerd. De voortoets bestond uit twee leesfragmenten uit de roman De aanslag van Harry Mulisch (1984) met open en meerkeuzevragen en een schrijfopdracht. De leestoets bevatte negen open vragen en twee meerkeuzevragen bij de tekstfragmenten. In de natoets werd wederom een leesfragment uit dezelfde roman gebruikt, gevolgd door een aantal vragen en een schrijfopdracht. De leesopdrachten bestonden uit tien open vragen en drie meerkeuzevragen. De vragen naar aanleiding van de leesfragmenten hadden betrekking op herkenning van het genre, tekstbegrip en woordenschat. Bij kennis over het genre werden de volgende tekstkenmerken bevraagd: plaats; tijd; detaillistische beschrijving; uitwerking van emoties; directe rede; cliffhanger. 8 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

14 Deze aspecten kwamen overeen met de leerinhoud van en onderdelen in het leermateriaal. De schrijfopdracht hield in dat leerlingen een vervolgfragment moesten schrijven op de leesfragmenten uit De aanslag. In de opdracht stond duidelijk vermeld aan welke eisen hun tekst moest voldoen. Aan de orde gesteld werden: lengte (ongeveer 350 woorden); correct taalgebruik (spelling, interpunctie, grammatica); vertelperspectief (vanuit de schrijver); spanning; cliffhanger; gedetailleerde omschrijving van tijd en plaats; gebruik van directe rede; logisch vervolg; stijl gelijk aan het fragment. Observatieschema Voor het observeren van lessen in de experimentele conditie werd een observatieschema ontwikkeld. In dit schema stond het handelen van de docent in de klas centraal. De criteria in het gehanteerde observatieschema zijn gebaseerd op de inhoud van de Nelsis-training (Van der Hoeven & Verbeeck, 2013). Er werd gekeken naar: facilitering (tijdsinvestering, beschikbaarheid leermateriaal); instructie (uitleg over genres en tekstkenmerken, uitleg over de Nelsis-werkwijze); begeleiding van leerlingen (beantwoording vragen, controle taakuitvoering, stimuleren reflectie); beoordeling (voorlichting over beoordeling); uitvoering van leerlingfeedback (uitleg leerlingrespons, gebruik van de vragen uit het leermateriaal, vormgeving leerlingrespons). Bij de leerlingen werd gekeken of ze on task waren en of ze inhoudelijke samenwerking of overleg met groepsgenoten zochten. 2.3 Procedure De docenten van de experimentele klassen werden vooraf getraind in het gebruik van het materiaal en in genredidactiek. Na de training implementeerden de docenten in de experimentele conditie de taken uit het prototype in de les. De lees- en schrijfopdrachten werden door leerlingen uitgevoerd, waarbij een voor- en een nameting plaatsvonden om de lees- en schrijfprestaties te beoordelen. De controlegroepen volgden het reguliere taalprogramma. Ook in deze groep vonden de voor- en een nameting plaats. Het project was een quasi-experimenteel onderzoek en kende derhalve de volgende opbouw: training van docenten (experimentele groepen); voortoets (experimentele en controlegroepen); interventie (experimentele groepen); natoets (experimentele en controlegroepen). De tijdsinvestering zonder voor- en nameting bedroeg 3 klokuren of 4 lesuren van 45 minuten per lesblok en 6 klokuren in totaal. Aangezien de kwaliteit van de interventie afhankelijk was van de uitvoering van de lessen in de experimentele conditie werden in totaal zes lesobservaties per klas gedaan. Daarbij werd nagegaan of de instructie en begeleiding werd gegeven zoals bedoeld. Om de transfer van kennis vanuit de training te bevorderen werd tevens halverwege een coachingsgesprek gepland. 2 Onderzoeksopzet 9

15 2.4 Analyses De lesobservaties werden kwalitatief geanalyseerd. Het uitgangspunt vormde het handelen van de docent in de klas. Er werd aan de hand van een observatieschema vastgesteld of de aanwijzingen uit de training op het gebied van instructie, begeleiding en het vormgeven van leerlingfeedback werden gevolgd en of dit voor leerlingen tot een optimale leersituatie leidde. De leerlingprestaties werden gemeten met een methode-onafhankelijke lees- en schrijftoets (Van Gelderen, 2013a, 2013b). Met een variantie-analyse kon het verschil tussen de experimentele en de controlegroep op de voor- en de natoets worden vastgesteld. Voor de leestoets kon aan de hand van de pretest een betrouwbare test worden samengesteld. Met de geselecteerde 11 vragen voor de leestoets werd een betrouwbaarheid van.80 bereikt. De voor- en natoetsen voor lezen werden beoordeeld door twee onafhankelijke beoordelaars. Daartoe werd door de ontwikkelaar voor zowel de voor- als de natoets een antwoordsleutel ontwikkeld (Van Gelderen, 2013a, 2013b). Bij elke vraag werd het goede antwoord geformuleerd. De antwoorden van de leestoetsen van de leerlingen werden met deze antwoorden uit de antwoordsleutel vergeleken. De schrijftoetsen werden beoordeeld aan de hand van de primary trait scoring methode (Lloyd- Jones, 1977; Wesdorp, 1981; Van Gelderen et al., 2010). Om de beoordelingen te kunnen interpreteren op intervalniveau zijn beoordelingsschalen ontwikkeld zoals toegepast door Blok (1986), Van Gelderen, Oostdam & Van Schooten (2010), Van Gelderen, Schoonen, Stoel, Hulstijn & De Glopper (2007) en Hoogeveen (2012). Er werd een doeltekst geselecteerd, waarbij een beschrijving van negatieve en positieve punten werd gemaakt van de eisen die in de opdracht gesteld werden. Tabel 2 laat zien hoe de eisen vanuit de opdracht geschaard zijn onder de drie criteria. Tabel 2 Verdeling primary trait onder inhoud, structuur en taalgebruik Inhoud Structuur Taalgebruik Logisch vervolg Directe rede Spanningsopbouw Cliffhanger Stijl gelijk aan het fragment Lengte Indicatoren van tijd Indicatoren van plaats Perspectief vanuit de schrijver Spelling Grammatica Interpunctie Daarna werd op basis van de percentielscores en de scores van de schrijftoetsen een selectie van vijf voorbeeldteksten gemaakt. De voorbeeldteksten dienden als referentiepunten voor de beoordeling van de schrijftoetsen. De schrijfproducten werden door twee beoordelaars geschaald. De data werden geanalyseerd met een variantie-analyse. 10 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

16 3 Resultaten De resultaten van dit onderzoek bestaan uit een rapportage van de observaties van de lespraktijk en de resultaten van de afgenomen toetsen. 3.1 Observaties Op de drie scholen in de experimentele conditie zijn lesobservaties uitgevoerd. Dit gebeurde tijdens de lessen die werden besteed aan de leesopdrachten Oorlog en vrede I en II en aan de leerlingresponsfase bij de schrijfopdrachten Oorlog en vrede I. Wegens schoolorganisatorische redenen (excursies, roosterwijzigingen, afwezigheid van de docent, e.d.) bleken observaties tijdens lessen die werden besteed aan de schrijfopdrachten Oorlog en vrede II niet altijd haalbaar. Tijdens de observaties lag de focus op het gedrag en het handelen van de docent tijdens de lessen. Gekeken werd naar de facilitering, de inhoudelijke instructie bij het leermateriaal en de begeleiding tijdens het zelfstandig maken van de lees- en schrijfopdrachten. Specifieke aandacht ging uit naar de fase peer response. Ten slotte werd gekeken naar de concentratie van de leerlingen en de mate waarin werd samengewerkt. De criteria in het gehanteerde observatieschema zijn gebaseerd op de inhoud van de Nelsis-training (Verhoeven & Verbeeck, 2013). Zo werd in de training aandacht besteed aan de verschillende rollen van de docent tijdens de uitvoering van de lessenserie, te weten facilitator, expert, procesbegeleider, beoordelaar. Aan de hand van deze rollen worden de observaties gerapporteerd Rollen van de docent Facilitator In de rol van faciltator richtte de docent zich op organisatorische en voorwaardelijke aspecten bij de uitvoering van de lessenserie. Door de docenttraining was er in de verschillende klassen sprake van een vergelijkbare aanpak. Vooraf gingen docenten uit van een vastgestelde tijdsinvestering en de indeling in lessen was gelijk. Bij de uitvoering van de lessenseries bleek dat tijdsinvestering een actor van belang was. De docenten op twee scholen gaven in enkele geobserveerde lessen de lestijd aan die voor de desbetreffende opdrachten stond, in andere lessen niet. Bij de schrijfopdracht besteedden alle docenten een lesuur aan leerlingfeedback en herschrijven van het schrijfproduct. Op twee scholen hadden de klassen uiteindelijk te maken met onvoldoende lestijd voor de leesen schrijfopdrachten. Dit was voor een deel te wijten aan de lesuren die korter duurden dan een klokuur. In ons materiaal gingen wij uit van 3 klokuren, die werden vertaald naar 3 lesuren. Voor een ander deel was dat te wijten aan de planning van docenten zelf. Toen het puntje bij het paaltje kwam hadden zij lestijd nodig voor andere leeractiviteiten en besteedden zij minder tijd aan Nelsis. De docenten van de derde school hebben juist een extra les aan Nelsis besteed. Opmerkelijk daarbij was dat slechts een van de docenten de opdrachten als huiswerk opgaf als ze niet op tijd waren afgerond. 3 Resultaten 11

17 Niet op alle scholen was bij aanvang van de lessenserie al het lesmateriaal direct voor de leerlingen beschikbaar. De docenten verstrekten in de eerste les een geprinte of digitale versie van de werkboeken. Bij het materiaal hoorden antwoordenbladen. Deze waren in eerste les in vier klassen niet direct beschikbaar voor de leerlingen. Redenen hiervoor waren dat het antwoordenblad nog ingevoerd moest worden in het computersysteem van de school, dat het bij aanvang van de les nog gekopieerd moest worden of dat er bewust voor was gekozen het antwoordenblad pas na afronding van de leesopdrachten te verstrekken. Na de eerste les waren de antwoordenbladen voor alle leerlingen op alle scholen beschikbaar. Geen van de docenten lichtten het gebruik van de antwoordenbladen toe. In principe was dit ook niet nodig, omdat de instructie hieromtrent in het leermateriaal was opgenomen. Ook werd geen aandacht besteed aan de wijze waarmee met antwoordenbladen kan worden gereflecteerd op de gegeven antwoorden. Bij het uitvoeren van de lessenserie kon worden samengewerkt. Slechts op één school gaven de docenten elke geobserveerde les aan dat er mocht worden samengewerkt. Ondanks dat de docenten aangaven dat leerlingen bij de leesopdrachten mochten samenwerken, vond er op twee scholen nauwelijks samenwerking plaats tijdens de geobserveerde lessen. Op de derde school werkte de helft van de leerlingen samen en de andere helft individueel aan de leesopdrachten. Bij de schrijfopdracht in de leerlingfeedbackfase vond er op alle scholen interactie tussen leerlingen plaats. De leerlingen maakten kennis met een nieuwe werkvorm: leerlingrespons of leerlingfeedback die uitleg behoefde. Bij de schrijfopdracht gaf de docent in de feedbackfase instructie over de procedure: je krijgt een schrijfproduct van iemand anders; daar geef je commentaar op; vervolgens geef je het schrijfproduct terug en ten slotte kan de schrijver zijn product verbeteren. Eén docent gaf bij de introductie van de feedbackfase aan dat de leerlingen, nadat ze commentaar op elkaars werk hadden geleverd, dit ook zouden bespreken met elkaar. Op een andere school werd gezegd dat als je het commentaar van je medeleerling niet begreep, je naar de feedbackgever mocht gaan om opheldering te vragen. Daar werd daadwerkelijk gebruik van gemaakt. Voor het geven van leerlingfeedback hadden de docenten op twee scholen paren samengesteld. Op de derde school werd dit aan de leerlingen overgelaten en de leerlingen hadden dit ook zelf geregeld. De leerlingen kregen op twee scholen ruim voldoende tijd voor het geven van peerfeedback, voor de leerlingen van de derde school verviel de leerlingfeedback bij de tweede lessenserie vanwege tijdgebrek. Meer dan de helft van de leerlingen werkten meer dan de helft van de tijd geconcentreerd aan de lessenserie. Expert Als expert gaven docenten uitleg bij de lessenserie en konden zij leerlingen inhoudelijk ondersteunen. Alle docenten legden uit dat de lessenserie ging over het genre roman en de bijbehorende genrekenmerken. Op de eerste school werd vooral gesproken over het maken van de opdrachten in het kader van een onderzoek en werd niet ingegaan op de lesdoelen. Een andere docent verwoordde het zo: Na het maken van de opdrachten zul je tekstdoelen van het genre roman beter kunnen herkennen. Op één school werd wel nadruk gelegd op genrekenmerken, maar niet aan de leerlingen uitgelegd dat de tekstkenmerken uit de leesopdrachten belangrijk waren voor het maken van de schrijfopdracht. Op de andere twee scholen werd wel een verbinding gelegd tussen het belang van genrekenmerken bij lezen en schrijven. Alle docenten introduceerden de inhoud van de lessenserie. Eén docent gebruikte bij de introductie van de romantaak Haar naam was Sarah de movietrailer van de verfilming van het boek. Daarna projecteerde zij het instructieblad bij de leesopdrachten op de beamer, zodat alle leerlingen de instructie konden lezen terwijl zij toelichting gaf. 12 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

18 De schrijfopdracht werd door alle docenten ingeleid door het bespreken van de procedure, die bestond uit het schrijven van een eerste versie, feedback en het schrijven van een tweede versie. Eén docent gaf in haar beide klassen expliciet aan dat feedback kritisch en gericht op verbeterpunten mag zijn, het gaat erom dat je er iets van kunt leren. Zij zei over het gegeven commentaar door medeleerlingen bij de eerste schrijfopdracht: Feedback geven is moeilijk. Jullie hebben elkaar vooral positief commentaar gegeven. Daar kun je niet altijd iets mee. Lees je tekst door en misschien zie je zelf nog verbeterpunten. Procesbegeleider In de rol van begeleider waren docenten aanwezig om vragen te beantwoorden of het proces te sturen. De leerlingen werkten in principe zelfstandig aan de opdrachten. Op alle scholen kregen de leerlingen tijdens de lees- en schrijfopdrachten de gelegenheid vragen te stellen aan de docent. Eén docent beantwoordde vragen kort met ja of nee, maar de andere docenten stimuleerden de leerlingen door het stellen van bijvoorbeeld een wedervraag of door het geven van een verwijzing naar de tekst. Bij de leesopdrachten hadden een aantal leerlingen hulp nodig bij het geven van een toelichting bij een eerder antwoord. De docent vroeg dan bijvoorbeeld: Geef eens voorbeelden, of vind je dit antwoord niet te kort? Ook werden vragen gesteld bij de vergelijking van eigen antwoorden met het antwoordenblad: Is mijn antwoord nu wel of niet goed? Bij de beantwoording van deze vraag werd een oordeel over het antwoord van de leerling gegeven. Bij de schrijfopdrachten bespraken alle docenten vooraf met de leerlingen dat zij elkaars werk zouden gaan becommentariëren op de aangeven criteria (tekstkenmerken). Op één school stelden leerlingen tijdens het werken aan de taak veel vragen over deze criteria. Dat was opmerkelijk, omdat deze tekstkenmerken bij de leesopdrachten uitgebreid aan bod waren geweest. De docent refereerde hier ook aan. Leerling: Wat zijn aspecten van tijd en plaats? (3x) Docent bij de eerste leerling: Heb je gehad in leesopdracht. Docent bij de tweede leerling: Als de schrijver iets zegt over waar of wanneer het gebeurt. Leerling: Functionele directe rede, wat wordt ermee bedoeld? (3x) Docent: Wat is directe rede? Waarom zou je daarvoor kiezen? Als de schrijver de directe rede gebruikt, heeft het dan nut? En waarom dan? Voorbeelden van leerlingvragen Als coachingspunt werd meegegeven de feedbackvragen eerst klassikaal door te nemen ter verheldering alvorens de leerlingen aan het werk te zetten. Bij de uitvoering van de schrijfopdracht bekeken en lazen twee docenten van twee scholen bepaalde schrijfproducten van leerlingen en gaven daarbij opbouwend commentaar (zie ook de voorbeelden van docentcommentaar op de volgende pagina). De meeste docenten bleken goed in staat vragen van leerlingen te beantwoorden en daarbij het leerproces te stimuleren. Gezien de aard van de vragen lijkt het nodig dat een leraar Nederlands beschikbaar is voor de beantwoording van de genregerichte vragen. Beoordelaar De rol van beoordelaar kon niet worden geobserveerd, omdat de beoordelingen van leerlingproducten niet tijdens de lessen plaatsvonden. Wel werd vooraf de beoordeling van het te leveren werk in enkele geobserveerde lessen besproken. Bij het leermateriaal waren voor het beoordelen van de schrijfproducten beoordelingscriteria gevoegd, die ook in het leermateriaal van de leerlingen waren vermeld. Op één school werd niet toegelicht of en op welke wijze de lees- en 3 Resultaten 13

19 schrijfopdrachten uiteindelijk zouden worden beoordeeld. Op de tweede school werden de beoordelingsaspecten besproken en werd aangekondigd dat de producten uiteindelijk beoordeeld zouden worden. De docent van de derde school besprak dat zij alleen de schrijfopdracht van de tweede lessenserie zou beoordelen, omdat zij de eerste lessenserie als opmaat beschouwde en de leerlingen de leerpunten moesten gebruiken in de tweede lessenserie. In het geval dat leerlingen veronderstelden dat hun schrijfproducten niet zouden worden beoordeeld, bestond de indruk dat leerlingen minder gemotiveerd waren om de tekstkwaliteit van hun schrijfproducten te verbeteren. Als we leerlingrespons opvatten als een vorm van formatieve beoordeling, dan gaf slechts één docent commentaar of advies naar aanleiding van de feedback van een medeleerling op een schrijfproduct. De docent liep rond in de klas en las hier en daar een schrijfproduct en de bijbehorende feedback. Docent naar aanleiding van feedback van een medeleerling: Mag ik eens lezen? Oh, dat is een mooi voorbeeld. Verwerken van emoties. Als je dat meeneemt (in de herschrijffase), is dat mooi. Docent naar aanleiding van feedback van een medeleerling: Dat zegt toch veel meer, leeg en ijzig. Voorbeelden van docentcommentaar Ze gaf haar reactie voor alle leerlingen hoorbaar in de klas. Soms attendeerde ze leerlingen op goede feedback van een medeleerling, zoals bij het tweede voorbeeld hierboven. Op deze manier complimenteerde ze de feedbackgever en spoorde leerlingen aan over het gegeven commentaar na te denken Voorlopige conclusies De docententraining heeft zichtbaar tot een vergelijkbare aanpak van de lessenserie geleid. Individuele verschillen tussen docenten bleven echter bestaan. Deze accentverschillen zijn toe te schrijven aan docent- en persoonskenmerken en de onderwijscontext. Zo deden in dit onderzoek traditionele en eigentijdse scholen mee. Het faciliteren van Nelsis vraagt aandacht en tijd. Zeker bij de eerste lessenserie speelt onbekendheid met het materiaal een rol. Docenten bleken voor het bespreken van de werkwijze en procedure tijd vrij te maken. Dit was nodig, omdat bepaalde werkvormen zoals het werken met een antwoordenblad en leerlingrespons voor leerlingen onbekend waren. Binnen deze werkvormen zagen we variatie in de uitvoering. De aandacht voor de werkwijze kwam de time-ontask ten goede. Doordat leerlingen extra waren gewezen op de werkwijze en wat de bedoeling was, konden ze meteen aan het werk. Een toelichting op de werkwijze blijkt onontbeerlijk. Alle docenten introduceerden de lessenserie en besteedden aandacht aan het thema Genres. Het gevolg was dat leerlingen wisten wat de bedoeling was en de taken inhoudelijk goed konden uitvoeren. De docenten bleken goed in staat vragen van leerlingen te beantwoorden en daarbij het leerproces te stimuleren. Gezien de aard van de vragen, vakinhoudelijk, lijkt het nodig dat bij de uitvoering van Nelsis-taken een leraar Nederlands beschikbaar is voor de beantwoording van de vragen. De beoordeling van de schrijfproducten bleef op sommige scholen onduidelijk. Het niet zichtbaar maken van beoordelingscriteria of zelfs leerprestaties werkt demotiverend. Ten slotte werd er voor een lessenserie 3 klokuren gerekend. In de praktijk bleken docenten aan een lessenserie 3 lesuren (3 x minuten) te besteden, wat tot tijdgebrek leidde. 14 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

20 3.2 Effectmeting Aan de voortoets van het onderzoek namen 210 leerlingen deel. Na afloop van de interventie en na afname van de natoets bleken slechts 95 leerlingen alle toetsen volledig te hebben gemaakt. Er was dus sprake van een uitval van meer dan 50%, wat een groot verlies genoemd kan worden. Deze uitval was terug te voeren op afwezigheid van leerlingen op toetsmomenten en op tijdgebrek in het onderwijsprogramma. Voor de analyses hadden we de beschikking over de toetsgegevens van 95 leerlingen, waarvan 63 leerlingen in de experimentele conditie en 32 leerlingen in de controleconditie Leestoets Voor dit onderzoek werden twee leestoetsen ontwikkeld door Van Gelderen (2013a, 2013b). Deze toetsen werden voorafgaande en na de lessenseries afgenomen. Bij de analyse bleek dat deze toetsen een matige betrouwbaarheid hadden.56 (Cronbach s Alpha) bij de voortoets en.51 bij de natoets. Er is niettemin een variantie-analyse gedaan op de voor- en natoets. Daaruit bleek dat er op de voor- en de natoets geen significante verschillen bestonden tussen controle- en experimentele groepen Schrijftoets Voor dit onderzoek werd een schrijftoets ontwikkeld waarbij de schrijfproducten werden beoordeeld met een schaal. De schrijfproducten werden door twee onderzoekers aan de hand van de schaal beoordeeld. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid was hoog, op de voortoets 0,85 (p<0,001) en op die van de natoets 0,86 (p<0,001). Met behulp van een Repeated Measures Anova is er nagegaan of de interventie op het gebied van genres effecten hand op de schrijfvaardigheid van leerlingen in de onderbouw. Bij de leerlingen die hebben gewerkt met het leermateriaal werd verwacht dat zij hoger zouden scoren op de natoets. Tabel 3 laat per conditie de gemiddelde score op de voortoets en de natoets zien. Tabel 3 Gemiddelde score (SD) per conditie per onderwijsniveau havo/vwo havo vwo Experimenteel Controle Experimenteel Controle Experimenteel Controle Voortoets Natoets N=4 98,75 (34,91) 65,00 (52,32) N=19 71,71 (37,16) 71,45 (30,63) N=15 71,00 (50,75) 76,87 (43,69) N=4 58,13 (26,41) 54,38 (37,21) N=47 88,73 (43,48) 94,63 (41,18) N=11 107,73 (37,72) 95,23 (49,43) Om na te gaan of meting, conditie en onderwijsniveau invloed hadden op de scores van de natoets, is er een variantie-analyse uitgevoerd. Er is geen hoofdeffect van meting (F=1,01; df=1,94; p=0,32). Er kon geen interactie-effect van meting en conditie (F=0,02; df=1,94; p=0,89) en ook geen interactie-effect van meting, conditie en onderwijsniveau op de scores (F=1,63; df=2,94; p=0,20) worden aangetoond. Dat wil zeggen dat leerlingen er op de natoets niet op vooruitgegaan waren en dat er met de huidige holistische beoordeling geen effect van het leermateriaal op de schrijfvaardigheid kon worden aangetoond. Er was wel een hoofdeffect van onderwijsniveau gevonden (F=4,32; df=2,94; p=0,02). Uit de resultaten van een Post-Hoc Scheffé toets bleek dat de scores tussen havo-leerlingen en vwo-leerlingen significant verschilden (p=0,047). Vwo-leerlingen scoorden hoger op de schrijf- 3 Resultaten 15

21 toetsen dan havo-leerlingen. Er is ook nagegaan of leerjaar invloed heeft gehad op de scores van de schrijftoets, omdat leerlingen afwisselend in het tweede of het derde leerjaar zaten. Uit de variantie-analyse bleek dat er geen interactie-effect is van meting, conditie en leerjaar (F=0,43; df=1,96; p=0,52). Tijdens het beoordelen van de schrijftoetsen werden duidelijke verschillen in het gebruik van bepaalde genrekenmerken tussen de voor- en de natoets geconstateerd. Het leek erop dat leerlingen in de natoets minder vaak gebruik maakten van directe rede, maar juist wel vaker eindigden met een cliffhanger of een open eind. De verhalen eindigden in de voortoets voornamelijk met een executie van Peter, de familie Steenwijk of de hele straat. Hieronder zijn vier voorbeelden weergegeven. 1 Slot voortoets leerling 77 de volgende dag werd anton opgepakt en levenslang beoordeeld 2 Slot voortoets leerling 47 hij voelde nog een bonk, omdat hij omviel. en dat was het allerlaatste wat hij ooit meemaakte 3 Slot natoets leerling 66 Plotseling hoorde ze vanaf buiten een man hard roepen Da ist er! Peter: Anton, ben dapper! Poef! Poef! hoorde ze twee luide knallen achter elkaar. Het kwam van buiten 4 Slot natoets leerling 118 Ze hadden donkere, strenge jassen aan en riepen vreselijk boze dingen. Anton schreeuwde: Nee!, Ik wil niet mee, ik wil niet mee! Het viel ook op dat leerlingen in de natoets vaker het verkeerde perspectief gebruikten, terwijl in de voortoets bijna alle leerlingen het perspectief vanuit de schrijver hanteerden. 5 Verkeerd gebruik perspectief natoets leerling 66 Anton vroeg zich af wat Peter had gedaan, wanneer deze mannen ons zo in ons eigen huis aan de kant zouden duwen en ons hele huis zouden doorzoeken. Het gebruik van indicatoren van tijd en plaats leek nagenoeg hetzelfde te zijn gebleven. Hieronder zijn twee voorbeelden weergegeven. 6 Gebruik van indicatoren van tijd en plaats voortoets leerling 16 Hij was hier al lange tijd niet geweest omdat hij sinds de oorlog van zijn moeder altijd binnen moest blijven. Hij rende zo hard als hij kon en doordat hij zo vaak in deze straat had gespeeld wist hij precies waar alle kleine steegjes waren en waar hij zich het beste kon verstoppen. 7 Gebruik van indicatoren van tijd en plaats natoets leerling 117 Het geschreeuw van de andere twee achtergebleven mannen leek sneller dichter bij te komen en twee lampjes kwamen vanuit de duisternis het weiland op. Een oude tractor stond in het besneeuwde landschap en Peter rende er op af. Concluderend kon op basis van de schrijftoetsen, waarin genrekenmerken werden toegepast, geen verschil in schrijfprestaties tussen controle- en experimentele leerlingen worden vastgesteld. Door de beoordelaars werd echter wel een aantal trends in de schrijfproducten gesignaleerd. Het tekstkenmerk directe rede kwam in de natoets minder voor, een cliffhanger of een open eind kwam vaker voor. Bij de schrijftoetsen werd een verschil in prestaties tussen onderwijsniveaus vastgesteld. Vwo-leerlingen presteerden beter dan havo-leerlingen. Echter, de steekproeven per onderwijssoort zijn dermate klein dat hieraan geen harde conclusies konden worden verbonden. 16 Nelsis: het effect van genrekennis op de lees- en schrijfvaardigheid in de onderbouw van het vo

22 4 Conclusie en discussie Ten behoeve van de beantwoording van de onderzoeksvraag wat docenten nodig hebben om het prototype van Nelsis in hun lespraktijk te implementeren, werd een docenttraining ontwikkeld en uitgevoerd. Hierin werd aandacht besteed aan de werkwijze, de rollen van de docent, leerlingfeedback als werkvorm en de beoordeling van producten. Uit de lesobservaties bleek dat de training voldeed. Docenten voorzagen de leerlingen van de nodige informatie om met goed gevolg met het materiaal te kunnen werken. Hoewel er verschillen in aanpak tussen docenten bleven bestaan, werd de lessenserie door alle docenten ingeleid (doel, focus en leerinhoud). Ook waren alle docenten in staat hun leerlingen inhoudelijk en procesmatig te begeleiden. De meeste docenten hielden zich niet aan onze inschatting van 3 klokuren per lessenserie en kwamen in tijdnood als zij 3 klokuren reduceerden tot 3 lesuren. Daardoor werd op één school bij één lessenserie de leerlingrespons wegens tijdgebrek niet uitgevoerd. Hoewel de bruikbaarheid en het ervaren effect van het prototype Nelsis in 2012 konden worden aangetoond, konden in 2013 de effecten op de leerprestaties niet worden aangetoond in een quasi-experimenteel onderzoek. Tijdens de interventie bleek dat de uitval van leerlingen (klassen) bijzonder hoog was (50%). Hiermee raken we een probleem van praktijkgericht onderzoek. Dit type onderzoek vindt plaats binnen het reguliere onderwijsprogramma in bestaande klassen en is daarom gevoelig voor organisatorische verstoringen. Zo bleek één docent halverwege af te haken, omdat de afronding van het onderwijsprogramma prioriteit kreeg boven het afronden van de interventie. Ook bij onverwachte gebeurtenissen, zoals afwezigheid van de docent of excursies, wordt de vervallen interventieles niet per definitie ingehaald. Om het effect van de interventie op de leerprestaties te meten werden lees- en schrijftoetsen ontwikkeld. Bij de beoordeling van deze leestoetsen bleek dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid matig was. Ondanks de antwoordsleutel bleken de beoordelaars niet voldoende overeenstemmende beoordelingen te geven. De ontwikkelde toetsen hebben potentie om een effect vast te stellen, maar zullen moeten worden doorontwikkeld om de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid te verhogen. Dat betekende dat de power van de analyses niet zo hoog was als verwacht mocht worden. De analyses bij de leestoets leken erop dat leerlingen ondanks de interventie niet beter gingen presteren. Op basis van de schrijftoetsen, waarin genrekenmerken werden toegepast, kon ook geen verschil in schrijfprestaties tussen controle- en experimentele leerlingen worden vastgesteld. Voor het niet kunnen aantonen van een effect op de leerprestaties kunnen naast de onvoldoende power van de analyses van de leestoets twee andere verklaringen worden gegeven. Ten eerste had de interventie slechts betrekking op één genre, het genre roman. Met het lezen van fictie en het schrijven van verhalen hebben leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs veel ervaring. Wellicht lagen de tekstkenmerken van de roman dicht bij de kennis die de leerlingen al bezaten. Aangezien uit onderzoek bekend is dat prestaties in een bepaald genre geen voorspellende waarde hebben voor de prestaties in een ander genre, zou hetzelfde experiment met een ander tekstgenre andere resultaten kunnen opleveren. Mogelijk kunnen voor andere genres dus wel effecten worden aangetoond. 4 Conclusie en discussie 17

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw Ronde 3 José van der Hoeven (a), Amos van Gelderen (b) & Kris Verbeeck (a) (a) KPC Groep (b) Kohnstamm Instituut; Hogeschool Rotterdam Contact: j.vdhoeven@kpcgroep.nl Genres als uitgangspunt voor lezen

Nadere informatie

Genredidactiek onderzocht

Genredidactiek onderzocht José van der Hoeven, 4 oktober 2013 Genredidactiek onderzocht Gastcollege UU, Nederlandse taal en cultuur: educatieve master KPC groep Adviesorganisatie met integrale dienstverlening Advisering po, vo,

Nadere informatie

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven José van der Hoeven, Amos van Gelderen, Kris Verbeeck e.a. 25 november 2011 Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven SLOA 2010-2012 Aanleiding en doel van onderzoek Vraag van scholen die hun onderwijsconcept

Nadere informatie

Genres als vertrekpunt voor taalonderwijs

Genres als vertrekpunt voor taalonderwijs José van der Hoeven, 5 oktober 2012 Genres als vertrekpunt voor taalonderwijs Gastcollege UU, Nederlandse taal en cultuur: educatieve master KPC groep Consultancybureau met onderzoeksteam Advisering po,

Nadere informatie

Nederlands Lezen en Schrijven op Innovatieve Scholen (Nelsis) in de onderbouw havo/vwo. Docentenhandleiding. Verstand van leren Gevoel voor mensen

Nederlands Lezen en Schrijven op Innovatieve Scholen (Nelsis) in de onderbouw havo/vwo. Docentenhandleiding. Verstand van leren Gevoel voor mensen Nederlands Lezen en Schrijven op Innovatieve Scholen (Nelsis) in de onderbouw havo/vwo Docentenhandleiding Verstand van leren Gevoel voor mensen Nederlands Lezen en Schrijven op Innovatieve Scholen (Nelsis)

Nadere informatie

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen

Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Lesontwerp 9. Examenvoorbereiding maatschappijwetenschappen Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Gianna Troiani & Henri Boer Cartesius Lyceum, Amsterdam Maatschappijwetenschappen 5 havo/ 6 vwo argumenteren,

Nadere informatie

Werken met tussendoelen in de onderbouw

Werken met tussendoelen in de onderbouw Laura Punt 2013 Werken met tussendoelen in de onderbouw Interactief lees- en schrijfonderwijs Inhoud Het waarom en het wat van tussendoelen Aansluiting tussen po en vo Werken met tussendoelen Voorbeelden

Nadere informatie

Lesontwerp 6. Het schrijven van een filosofisch essay

Lesontwerp 6. Het schrijven van een filosofisch essay Lesontwerp 6. Het schrijven van een filosofisch essay Ontwikkelaars School Vak Groep Genre Joop van der Kuip & Frans Diederen St.-Odulphuslyceum, Tilburg filosofie & Nederlands 5 vwo argumenteren Doel

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE School : basisschool 't Mêêtje Plaats : Ellemeet BRIN-nummer : 05ZJ Onderzoeksnummer : 112723 Datum schoolbezoek : 28

Nadere informatie

Genrekennis en het schrijven van vakteksten

Genrekennis en het schrijven van vakteksten Genrekennis en het schrijven van vakteksten Amos van Gelderen Kohnstamm Instituut, Universiteit van Amsterdam Lectoraat Taal, Hogeschool Rotterdam Werkconferentie Platform Taalgericht Vakonderwijs, Zeist

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD School : basisschool Pater van der Geld Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 111245 Datum

Nadere informatie

[DIA MET TITEL+COVER HIER]

[DIA MET TITEL+COVER HIER] [DIA MET TITEL+COVER HIER] Bijeenkomst 1 Beter schrijven in alle vakken Programma Aanleiding Schrijven in fasen Oriëntatiefase Opdrachtfase Schrijffase Revisiefase en publicatiefase (bijeenkomst 2) Voorwerk

Nadere informatie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie

BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING. Doel van de lessenserie BIJLAGEN DOCENTENHANDLEIDING Doel van de lessenserie De lessenserie is ontworpen met het oog op inzicht te geven over het schrijfproces. Als de leerlingen nu weten hoe een tekst te schrijven en die kennis

Nadere informatie

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1 Ronde 2 Martine Braaksma & Gert Rijlaarsdam Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Contact: braaksma@uva.nl Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PIUS X

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PIUS X RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PIUS X School : basisschool Pius X Plaats : Haaksbergen BRIN-nummer : 11ON Onderzoeksnummer : 112678 Datum schoolbezoek : 14 april

Nadere informatie

Lezen voor Beroep en Studie. 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014

Lezen voor Beroep en Studie. 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014 Lezen voor Beroep en Studie 1 e trainingsavond, 6 oktober 2014 Welkom en kennismaking José Gary Gerrit Regina Pauline Edith Roos Belgin Doelen van de eerste trainingsdag - Deelnemers maken kennis met elkaar

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken:

Opbrengstgericht werken: Kris Verbeeck en Astrid van den Hurk (KPC Groep) i.s.m. Marcel Pennings (OBS de Windhoek), met dank aan Liesbeth Baartman (TU Eindhoven). Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen

Nadere informatie

Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust. Doel. Ontwikkelaar School Vak Groep Genre

Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust. Doel. Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Johan van Driel Ichthuscollege, Veenendaal geschiedenis 5 havo argumenteren Doel Geschreven taal speelt een belangrijke

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. R.S.G. Stad en Esch. Locatie Diever Afdelingen vmbo-(g)t en havo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. R.S.G. Stad en Esch. Locatie Diever Afdelingen vmbo-(g)t en havo RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK R.S.G. Stad en Esch Locatie Diever Afdelingen vmbo-(g)t en havo Plaats: BRIN-nummer: Diever 25CL-3 Onderzoek uitgevoerd op: 13 november 2012 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer : RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI School : Panta Rhei Plaats : Almere BRIN-nummer : 12QK Onderzoeksnummer : 112991 Datum schoolbezoek : 15 mei 2009 Datum vaststelling

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam. Literatuur, leeservaring, dialogisch leren, kwestie Iris Hoogendoorn 5617596 Schoolvak Nederlands Ontwerponderzoek paper 3: onderzoeksopzet Ontwerprapport Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Bibliografische referentie

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Samenvatting paper 1. Beschrijving uitvoering

Samenvatting paper 1. Beschrijving uitvoering Naam auteur M.M. Feddema Vakgebied Nederlands Titel Leerlingfeedback: feedbackcriteria als hulpmiddel Onderwerp Leerlingfeedback Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Zelfbeoordeling bij schrijfvaardigheid Duits

Zelfbeoordeling bij schrijfvaardigheid Duits Naam auteur Michael Huig Vakgebied Duits Titel Zelfbeoordeling bij schrijfvaardigheid Duits Onderwerp Zelfbeoordeling bij schrijfvaardigheid Duits Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit

Nadere informatie

Strategisch lezen voor beroep en studie

Strategisch lezen voor beroep en studie Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional

Nadere informatie

Beter schrijven in de mens- en maatschappijvakken. Effecten van docentprofessionalisering

Beter schrijven in de mens- en maatschappijvakken. Effecten van docentprofessionalisering Beter schrijven in de mens- en maatschappijvakken. Effecten van docentprofessionalisering Jannet van Drie, Tanja Janssen & Talita Groenendijk VELON 2017 Professionalisering Verbeterde lespraktijk Betere

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Leerlingen beter leren schrijven

Leerlingen beter leren schrijven Leerlingen beter leren schrijven en zelf minder nakijken Naam Datum Marieken Pronk, m.pronk@aps.nl 23 januari 2015 Start Wanneer heeft u voor het laatst iets geschreven? Waar liep u toen tegen aan? Hoe

Nadere informatie

Ontwerponderzoek: Paper 3

Ontwerponderzoek: Paper 3 Ontwerponderzoek: Paper 3 Naam auteur(s) Karoline Heidrich Vakgebied Duits Titel Duits + Film = plezier? Onderwerp Verhoging van motivatie voor het leren van Duits door middel van leeractiviteiten rondom

Nadere informatie

Doelgerichte leestrainingen voor beter tekstbegrip Onderwerp Leesvaardigheid Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Doelgerichte leestrainingen voor beter tekstbegrip Onderwerp Leesvaardigheid Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur Margarita Gulian Vakgebied Spaans Titel Doelgerichte leestrainingen voor beter tekstbegrip Onderwerp Leesvaardigheid Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ C.B.S. DE KORENAAR Plaats: Oude Bildtzijl BRIN-nummer: 04IY Onderzoeksnummer: 117091 Onderzoek uitgevoerd op: 22 september 2009 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid?

Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU Eindhoven) Waarom samenhangend toetsbeleid? Opbrengstgericht werken: samenhangend beleid bij toetsen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs Kris Verbeeck (KPC Groep) en Liesbeth Baartman (TU

Nadere informatie

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen

Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen volgende Zelfgestuurd werken bevorderen door teamteachen Eindrapportage onderzoek Toekomstgericht Onderwijs Inhoud Onderzoek Toekomstgericht Onderwijs door Kohnstamm Instituut Schoolportret Herbert Vissers

Nadere informatie

Strategisch lezen voor beroep en studie

Strategisch lezen voor beroep en studie Strategisch lezen voor beroep en studie Roos Scharten (Expertisecentrum Nederlands) Georgia Vasilaras (ROC de Leijgraaf) Edith Vissers (KPC Groep) 9 december 2015 Leijgraaf: het uitgangspunt! Elke professional

Nadere informatie

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen

Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Verslag van dataverzameling in functie van het onderzoek van de NTU naar het schrijfleven van leerlingen Data verzameld in de derde graad van de basisschool en verslag opgesteld door Nena Vandersmissen

Nadere informatie

Schrijven om te leren bij Nederlands, Geschiedenis en Science

Schrijven om te leren bij Nederlands, Geschiedenis en Science 4. En nu? Regina Mundi heeft van het taalbeleid een van haar troeven gemaakt en kiest hier bewust voor omwille van de sociaaleconomische noodzaak. Het taalbeleid focust op competentieontwikkeling van de

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT School : Christelijke Basisschool De Poort Plaats : Bleiswijk BRIN-nummer : 07XM Onderzoeksnummer : 116787

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. OSG Singelland "De Venen" PRO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. OSG Singelland De Venen PRO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK OSG Singelland "De Venen" PRO Plaats : Drachten BRIN nummer : 04YE C7 BRIN nummer : 04YE 09 PRO Onderzoeksnummer : 276720 Datum onderzoek : 25 september 2014

Nadere informatie

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen

Schrijven groep 7-8. Didactische richtlijnen Schrijven groep 7-8 Leerdoelen De leerlingen schrijven allerlei soorten teksten, waaronder verhalende, informatieve, directieve, beschouwende en argumentatieve teksten herkennen en gebruiken kenmerken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende

Nadere informatie

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO Student: Vincent van der Maaden, MSc Studentnummer: 5783070 Opleiding: Interfacultaire lerarenopleiding, UvA Vakgebied: Aardrijkskunde

Nadere informatie

Doorlopende leerlijnen. Arjan Clijsen, Wout Schafrat en Suzanne Beek. Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

Doorlopende leerlijnen. Arjan Clijsen, Wout Schafrat en Suzanne Beek. Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs 8 Doorlopende leerlijnen Arjan Clijsen, Wout Schafrat en Suzanne Beek Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs Competentiescan Handelingsgericht werken in het voortgezet onderwijs

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER School : Basisschool De Vlier Plaats : Winterswijk BRIN-nummer : 07SY Onderzoeksnummer : 113576 Datum schoolbezoek :

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Voorstel taal- en rekenbeleid [school] Inleiding Landelijk Op 27 april 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 augustus 2010 in werking. De kern van

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LINDE

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LINDE RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LINDE School : basisschool De Linde Plaats : Oldenzaal BRIN-nummer : 18JB Onderzoeksnummer : 113589 Datum schoolbezoek : 2

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008 OBS REMBRANDT School: openbare basisschool Rembrandt Plaats: Akersloot BRIN-nummer: 04GB Onderzoeksnummer: 103497 Datum uitvoering

Nadere informatie

Taal peilingen door de jaren heen

Taal peilingen door de jaren heen 25 Jaar peilingsonderzoek in Nederland: Taal peilingen door de jaren heen Werkseminarie Nederlands Gent, 9 december Dr Bas Hemker, Psychometric Research Centre, CITO In deze presentatie Een korte beschrijving

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE O.B.S. DE KAMELEON School : o.b.s. De Kameleon Plaats : Drachten BRIN-nummer : 14XM Onderzoeksnummer : 94578 Datum schoolbezoek : 13 september 2007 Datum vaststelling

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Naam auteur(s) Nijenhuis, N Vakgebied Natuurkunde Titel Wiskunde bij Natuurkunde: de afgeleide Onderwerp Wiskunde natuurkunde transfer Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Het Baken International School VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Het Baken International School VWO Plaats : Almere BRIN nummer : 01FP C3 BRIN nummer : 01FP 06 VWO Onderzoeksnummer : 275538 Datum onderzoek : 15 april 2014

Nadere informatie

2015 In nauw overleg met docenten Nederlands en experts wordt het vernieuwend lesmateriaal vertaald naar een vernieuwende, didactische leerlijn.

2015 In nauw overleg met docenten Nederlands en experts wordt het vernieuwend lesmateriaal vertaald naar een vernieuwende, didactische leerlijn. Het vak Nederlands Historie 2013 Malmberg voert veel gesprekken met docenten Nederlands havo en vwo bovenbouw en besluit om andere lesmethode te gaan ontwikkelen dan de huidige traditionele lesmethodes.

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin cohort Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel

Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel Ontkavelen van taalonderwijs Presentatie titel Amos van Gelderen Lectoraat Taalverwerving en Taalontwikkeling, Kenniscentrum Talentontwikkeling, Hogeschool Rotterdam Kohnstamm Instituut, Universiteit van

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek

Nadere informatie

Pre-screening Stercollecties door het CLU-Leermiddelen Adviescentrum

Pre-screening Stercollecties door het CLU-Leermiddelen Adviescentrum Pre-screening Stercollecties door het CLU-Leermiddelen Adviescentrum Verslag december 2015 INLEIDING Op verzoek van VO-content heeft het CLU-Leermiddelen Adviescentrum een pre-screening (verkennend onderzoek)

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis

Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis Mariëtte Hoogeveen SLO, Enschede Contact: m.hoogeveen@slo.nl Leren schrijven met peer response en instructie in genrekennis 1. Problemen in de praktijk De schrijfvaardigheid van leerlingen in het basisonderwijs

Nadere informatie

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013 Effectief feedback geven en ontvangen Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, nderwijsinspectie 2013 Inleiding Deze handleiding is geschreven ter ondersteuning van het gebruik van het

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP FREINETSCHOOL, LOCATIE HUGO DE GROOT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP FREINETSCHOOL, LOCATIE HUGO DE GROOT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP FREINETSCHOOL, LOCATIE HUGO DE GROOT School : Freinetschool, locatie Hugo de Groot Plaats : Delft BRIN-nummer : 13YL Onderzoeksnummer : 116871

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ O.B.S. THRIMWALDA Plaats: Gytsjerk BRIN-nummer: 14BP Onderzoeksnummer: 117092 Onderzoek uitgevoerd op: 29 september 2009 Conceptrapport verzonden op: 28

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands KBL Bohemen, Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo Plaats: Groningen BRIN-nummer: 14RP Arrangementsnummer: Onderzoek uitgevoerd op: 12 juni 2012 Conceptrapport

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE SCHAKEL

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE SCHAKEL RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE SCHAKEL School : Basisschool De Schakel Plaats : Nunspeet BRIN-nummer : 10CJ Onderzoeksnummer : 112472 Datum schoolbezoek :

Nadere informatie

H o INSPECTIE. hetonderwus RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. p.c.b.s. De Weidebloem

H o INSPECTIE. hetonderwus RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ. p.c.b.s. De Weidebloem H o RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ p.c.b.s. De Weidebloem School: p.c.b.s. De Weidebloem Plaats: Hoogeveen BRIN-nummer: 16FI Onderzoek uitgevoerd op: 5 februari 2009 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs

Tabel 1: Weekrooster voor de instructie in het Programma Interactief Taalonderwijs Evaluatieonderzoek naar Programma Interactief Taalonderwijs ER ZIT PIT IN Het Expertisecentrum Nederlands heeft een evaluatieonderzoek uitgevoerd op negen scholen die het Programma Interactief Taalonderwijs

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009 RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008/2009 THERESIALYCEUM School/instelling/vestiging:Theresialyceum Afdeling: havo Plaats: Tilburg BRIN-nummer: 21EX Onderzoeksnummer: 110742 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ P.C.B.S. MEESTER VAN DER BRUG

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ P.C.B.S. MEESTER VAN DER BRUG RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ P.C.B.S. MEESTER VAN DER BRUG Plaats: Woudsend BRIN-nummer: 06PI Onderzoeksnummer: 116884 Onderzoek uitgevoerd op: 7 en 8 mei 2009 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Ontwerponderzoek Paper 4 Uitvoering Samenvatting Lessenserie Dataverzameling

Ontwerponderzoek Paper 4 Uitvoering Samenvatting Lessenserie Dataverzameling ONTWERPRAPPORT Naam auteur(s) Sarah Schouten, MA Vakgebied CKV Titel Het Actief en Affectief Toepassen van Kunsttheoretische Kennis op Verschillende Nieuwe Voorbeelden in de Kunst Onderwerp Het toepassen

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. o.b.s. Albertine Agnesschool

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij. o.b.s. Albertine Agnesschool RAPPORT VAN BEVINDINGEN Onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bij o.b.s. Albertine Agnesschool Plaats : Oranjewoud BRIN-nummer : 15WU Onderzoeksnummer : 122396 Datum schoolbezoek : 12 april 2011 Rapport

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Eemsdeltacollege

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Eemsdeltacollege ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Eemsdeltacollege Plaats : Delfzijl BRIN nummer : 30PP 00 Onderzoeksnummer : 285610 Datum onderzoek : 13 oktober 2015 Datum vaststelling : 4 januari 2016 Pagina 2 van

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer : RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School : De Toermalijn Plaats : Arnhem BRIN-nummer : 15XH Onderzoeksnummer : 104068 Datum schoolbezoek : 18 maart 2008 Concept datum : 21 mei 2008 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL ALBERT SCHWEITZER School : basisschool Albert Schweitzer Plaats : Emmeloord BRIN-nummer : 08JS Onderzoeksnummer : 94651 Datum schoolbezoek : 4 juni 2007 Datum

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK ISAAC BEECKMAN ACADEMIE, AFDELINGEN HAVO EN VWO Plaats: Kapelle BRIN-nummer: 29ZT Registratienummer: 3080331 Onderzoek uitgevoerd op: 12 april 2011 Conceptrapport

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017. Wolfert Lyceum KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN DE STAAT VAN HET ONDERWIJS 2016/2017 Wolfert Lyceum Plaats : Bergschenhoek BRIN nummer : 15KR 06 Onderzoeksnummer : 291988 Datum onderzoek : 25 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Interactieve fictie voor talen

Interactieve fictie voor talen Interactieve fictie voor talen Ineke Verheul, Game Onderwijs Onderzoek Mienke Droop, RU Karly van Gorp, RU Conferentie Gamedidactiek Utrecht Interactieve fictie in het VO Aanleiding: vragen van de vo-scholen

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Studenten maken de rubric zelf Comparative Judgement als methode om studenten succescriteria en standaarden te laten formuleren

Studenten maken de rubric zelf Comparative Judgement als methode om studenten succescriteria en standaarden te laten formuleren Studenten maken de rubric zelf Comparative Judgement als methode om studenten succescriteria en standaarden te laten formuleren Festival Leren van Toetsen 7 juni 2019 Elly Vermunt, Monique van Rooijen,

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Mill-Hill College VWO

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING. Mill-Hill College VWO ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Mill-Hill College VWO Plaats : Goirle BRIN nummer : 20BQ C1 BRIN nummer : 20BQ 00 VWO Onderzoeksnummer : 279404 Datum onderzoek : 13 november 2014 Datum vaststelling

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Methodeanalyse Talent

Methodeanalyse Talent Methodeanalyse Talent Wij hebben gekozen voor de methode Talent. Voornamelijk omdat Tessa en Wouter er veel mee hebben gewerkt. Wouter en Tessa hebben wel hele verschillende ervaringen met de methode.

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Christelijk Gymnasium VWO RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Christelijk Gymnasium VWO Plaats : Utrecht BRIN nummer : 16PA C1 BRIN nummer : 16PA 00 VWO Onderzoeksnummer : 283237 Datum onderzoek : 8 april 2015 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Bonifatius Mavo VMBOGT RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK Bonifatius Mavo VMBOGT Plaats : Emmeloord BRIN nummer : 02KR C1 BRIN nummer : 02KR 00 VMBOGT Onderzoeksnummer : 290332 Datum onderzoek : 4 oktober 2016 Datum

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback Aanleiding De lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen werkt mee aan het SURF-project Nonsatis scire. In het kader van dit project wordt een pilot

Nadere informatie