ROGER TECHNOLOGY. Technische handleiding R30 met besturingseenheid H70/104 AC

Transcriptie

1 ROGER TECHNOLOGY Technische handleiding R met besturingseenheid H7/ AC

2 Opgelet: Een verkeerde installatie kan ernstige schade veroorzaken; leef alle installatievoorschriften na. Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor beroepsinstallateurs of een deskundige technicus. Technische kenmerken VOEDINGSSPANNING NOMINAAL VERMOGEN AANTAL MOTOREN DUWKRACHT THERMISCHE BEVEILIGING MOTOR GEWICHT POORT MAX. VERMOGEN KNIPPERLICHT MAX. VERMOGEN OMGEVINGSLICHT SPANNING LAMP BIJ OPENING OPENINGSTIJD WERKINGSTEMPERATUUR AFMETING Bekabeling R/- Vac 5W 5N 5 C kg R/- Vac W N 5 C kg W Vac - 5W Vac/dc - open contact W Vac - 5W Vac/dc - open contact W (Vdc) 9,5m/min - C + 6 C afmeting in mm. 9 x x -, kg R/9 Vac 5W 5N 5 C kg Welke. kabels hebben we nodig om een schuifpoort te automatiseren?. Fotocel motor Buis diameter 5 Stuurkabel, SVV 6 x, : voor fotocellen, codeklavieren, <5m SVV x, sleutelschakelaars, mechanische banden, >5m LIYY x, XVB G,5: voor knipperlicht 5 COAX RG5: voor antenne Voedingskabel XVBG,5 of 7 Eindeloopmagneten XVB5G,5 Tandlatten Elektriciteitskast 7 5 7

3 Bevestiging motor a). Bevestiging motor. 95mm 95mm mm mm b) Montage afmeting R met stalen tandlat 5mm 5mm De motor wordt naast de paal gemonteerd. Indien de motor links staat, moet dit later worden aangepast in parameter 7. De kant bekijken we van binnen naar buiten. (foto: de motor staat rechts) R met nylon tandlat 6mm 6mm c) Regeling hoogte motor Met de 6 regelschroeven wordt de opener: - op de juiste hoogte gesteld. - in de richtingen waterpas geplaatst Regelbaar van tot mm. d) Plaatsing tandlatten Tussen de tandlat en het aandrijftandwiel moet een speling zijn van mm. Deze speling kan eveneens geregeld worden door de 6 regelschroeven in de hoogte in te stellen.

4 e) Plaatsing eindschakelaars Motor rechts Motor links => Bevestiging op de tandlat Op de eindeschakelaars staan pijltjes gedrukt. Deze geven de richting aan hoe de eindschakelaars worden geplaatst. Plaats de motor manueel met het sleuteltje en schuif de motor tot op a cm dicht of open en plaats de eindschakelaars aan de motor op de tandlat. a mm a mm Aansluiting bekabeling ) We vijzen het bovenste deel los van de motor en verwijderen het bovenste deel. ) We vijzen het doorzichtige kapje los van de besturingseenheid. ) We nemen onderaan in de motor, de dichtring. We trekken de kabels door de rubberen dichtring. Om de kabels er door te trekken moet u het dopje afknippen. Om ongedierte te vermijden in de sturing/motor maken we de gaten zo klein mogelijk en enkel voor de nodige kabels. Tip: trek enkele kabels extra. Zo heeft u deze reeds voorzien indien u later nog bijkomende accessoires wenst of bij defecten.

5 ) Nu kunnen we alle toebehoren aansluiten aan de besturingseenheid : H7/AC: COMMON COMMON COMMON OPEN SLUITEN VOETGANGER KLOK KLEM KLEM ANTENNE KERN ANTENNE MASSA STAP PER STAP STOP MECHANISCHE BAND MECHANISCHE BAND FOTOCEL FOTOCEL COMMON OPEN POORT LED v ACCESSOIRES V KLEM KLEM 7 KLEM : Licht 5

6 => BESCHRIJVING VAN ALLE VERBINDINGEN EN ZEKERINGEN L Stroomtoevoer Vac 5Hz (Line) N Stroomtoevoer Vac 5Hz (Neutraal) PE Aarde AP Vac motor uitgang: opening 5 CM Vac motor uitgang: common 6 CH Vac motor uitgang: sluiting II 7, COR Omgevingslicht (SPANNINGSVRIJ CONTACT), max Vac => Je kan ook een elektrisch slot aansluiten (Parameter 79 ) 9, LAM Knipperlicht (SPANNINGSVRIJ CONTACT), max Vac Vac Stroomtoevoer voor accessoires SC Open-poort-licht (Vac, W) => Je kan dit ook voor de fotocelzender gebruiken (Parameter A ) COM Common voor laagspanning ingangen en uitgangen FT Fotocel (normaal gesloten contact) 5 FT Fotocel (normaal gesloten contact) 6 COS Veiligheidsband (normaal gesloten contact) 7 COS Veiligheidsband (normaal gesloten contact) ST Stop (normaal gesloten contact) 9 PP Stap-per-stap ingang Massa van de antenne Kern van de antenne ORO Klok PED Voetgangersopening (normaal open contact) CH Ingang voor sluiting (normaal open contact) 5 AP ingang voor opening (normaal open contact) 6 COM Common voor laagspanning ingangen en uitgangen 7, COM Common voor laagspanning ingangen en uitgangen Sluit een condensator aan met de waarde aangegeven in de motor instructie. H7/AC heeft witte connectoren, deze passen enkel op een Roger-automatisatie waar de besturingseenheid is ingebouwd in de motor en de bedrading aanwezig is. Volgende connectoren zijn aanwezig: SB FC ENC Bedrading voor de microschakelaar, motorontgrendeling: remt de beweging van de motor Bedrading motor eindschakelaars Bedrading ROGER motor encoder Bij de H7/AC is de motor en de eindschakelaar reeds bekabeld en zijn er geen handelingen nodig. Indien je de richting moet wijzigen van de poort (zie positie tov van de paal) kan je dit wijzigen in parameter - (eenvoudig) of parameter 7 (geavanceerd). Ingangen FC en FC zijn ingeschakeld als fabrieksstandaard. Als ze niet aanwezig zijn, of als ze in serie met de motor zijn aangesloten, plaats dan parameter - (eenvoudig) en 7 (geavanceerd). Als u deze parameter op plaatst, zijn de eindschakelaars enkel ingeschakeld bij het openen. Hieronder sluiten we stap voor stap de accessoires aan op de besturingseenheid: 6

7 A) Aansluiting fotocellen Een paar fotocellen bestaat uit een ontvanger en een zender. Deze kan je herkennen aan het aantal vijzen op de klem wanneer u deze openschroeft. De ontvanger heeft 5 aanlsuitklemmen, de zender heeft aansluitklemmen. Ontvanger Zender De spanning van de fotocel is gelijkstroom DC of wisselstroom AC. Rood: + of V Blauw: - of V ) Fotocellen (ontvanger + zender) aansluiten op ingang (DC)= rood en (COM) = blauw. ) Fotocel (ontvanger) aansluiten op ingang 5 (FT) = geel en ingang (COM) = wit. COM FT 5 COM KLEM KLEM B) PP: Openen - stoppen - sluiten Indien u gebruik maakt van een externe bediening bijvoorbeeld: een codeklavier, een drukknop, een sleutelschakelaar, moet u dit met onderstaande schema aansluiten: COM PP KLEM KLEM Externe Bediening PS: Er is plaats om de decoder van het codeklavier te plaatsen op de achterzijde van de sturing. Externe bediening aansluiten op: ingang 9 (PP) = groen ingang (COM) = grijs 7

8 C) Fotocel : (indien gewenst) COM KLEM COM FT COM KLEM Verschil met fotocel : Ingang, FT = geel D) Antenne Voor de antenne wordt gebruik gemaakt van een COAX RG5 - kabel. In deze kabel zit een massa en een kern. De kern wordt aangesloten op ingang en de massa van de coax-kabel op ingang. ANT massa KLEM COAX RG5 E) Knipperlicht Het knipperlicht is een spanningvrij contact. De meeste knipperlichten gaan op V. Dit sluiten we aan op klem 7 en (zie pagina 5). ) Sluit het lampje van het knipperlicht aan op Klem, ingang (bruin) en Klem 7, ingang (blauw). KLEM 7 KLEM ) Sluit de stroomtoevoer aan met een XVB G,5 - kabel. Blauw: klem 7, ingang Bruin: klem, ingang * Klem 7 = V, monofasig, dit is de voedingsklem. ) Om stroomtoevoer te garanderen! Overbrug Klem, ingang met Klem 7, ingang!!!

9 F) Mechanische banden (indien gewenst) COM KLEM COM 9 MB KLEM Mechanische banden De mechanische banden sluiten we aan op klem. Groen: ingang 7 (COS ) Grijs: ingang (COM) PS: Als je de MB (COS & ) niet gebruikt kan je deze overbruggen met de STOP of kan je dit instellen met een parameter. Zo hoef je de uitgangen niet te overbruggen. In de fabrieksinstellingen zijn deze reeds overbrugd! E) Afwerken bekabeling Niet gebruikte veiligheidsklemmen of ingangen moeten we overbruggen. Ingang 6 en 7 zijn reeds overbrugd in de parameters. Bijvoorbeeld: in dit voorbeeld hebben we paar fotocellen, codeklavier en antenne geinstalleerd. Dus we moeten ingang (FT)en ingang (STOP) overbruggen en verbinden met een COM. STOP (ingang ) is verbonden met de COM (ingang 7) (moet overbrugd worden indien je dit niet gebruikt!) FT (ingang ) is verbonden met STOP (ingang ) Als je geen fotocellen gebruikt, kan je dit ook instellen in de parameters. Zo hoeft u deze niet te overbruggen. 9

10 5 Ontvanger inpluggen We pluggen de ontvanger op de voorziene plaats. Later kunnen we de zenders op de in-plug-ontvanger programmeren. Indien we deze stappen hebben geinstalleerd kunnen we de motor onder spanning zetten. 6 Configuratie van de parameters Het display kan verschillende informatie geven afhankelijk van de geactiveerde functie: * Bedienings-en veiligheidsmodus * Parametermodus * Standby-modus * Test-modus A) Bediening en veiligheidsmodus Als de spanning op de besturingseenheid wordt aangesloten verschijnt de ingangsmodus. Dit display heeft weer welke ingangen gebruikt worden. Zo kan u controleren of alle ingangen goed zijn aangesloten. Als de bekabeling correct werd uitgevoerd branden alle balkjes van het display. Zo moeten alle veiligheden branden en de power. Zie foto: Commando's Open AP Fotocel : FT Fotocel : FT Veiligheden = open contacten = gesloten contacten Voetganger: PED Mechanische band PP: stap per stap eindschakelaars Sluiten CH Voeding Encoder STOP clock: Mechanische band Motor ontgrendeling A) Parametermodus UP DOWN Volgende parameter Vorige parameter + Verhoog de waarde - Verlaag de waarde PROG TEST Programmeer werklengte Test-modus Druk op UP of DOWN om een parameter te selecteren. Nu zit u in de parametermodus. Parametermodus: de twee linkse cijfers tonen het nummer van de parameter, de twee rechtse cijfers zijn nummers: Bijvoorbeeld: Gewone modus: - Volledige modus: A Door de toets in te houden zal na een seconde het snel glijden worden geactiveerd, zodat u de parameter sneller kan veranderen. Om de waarde op het display op te slaan, wacht een paar seconden (") of ga naar een volgende parameter. Het hele display knippert snel, dit heeft aan dat de parameter is opgeslagen.

11 Eenvoudige/geavanceerde modus De besturing heeft twee configuratiemodussen: de eenvoudige en de geavanceerde. In de geavanceerde modus kan de installateur alle parameters wijzigen, maar dit vergt een diepgaande kennis van het product. De eenvoudige modus is ontworpen voor een eenvoudige installatie. Slechts enkele parameters kunnen gewijzigd worden. Het product verlaat de fabriek in eenvoudige modus. EENVOUDIGE MODUS sec. indrukken De sequentie van de parameters van de eenvoudige modus is niet hetzelfde als deze van de geavanceerde modus. Zo is het noodzakelijk dat u steeds parametertabel raadpleegt. UITGEBREIDE MODUS In de tabel hieronder kan u de parameters zien in EENVOUDIGE MODUS: PARAMETER WAARDE OMSCHRIJVING STANDAARD - Positie van de motor De motor staat aan de linkerkant van binnen gezien De motor staat aan de rechterkant van binnen gezien - Automatisch sluiten na tijd van stilstand OFF, niet automatisch sluiten Aantal = aantal pogingen tot sluiten Zal altijd hersluiten - Pauzetijd voor het automatisch hersluiten pauze in seconden pauze in minuten - Automatisch sluiten na stroompanne OFF, zal niet slutien als de stroom terug is ON, zal sluiten als de stroom terug is - Modus voor generator Niet geactiveerd Maakt een 5- Voorknipperen licht - 99 Knipperlicht begint te knipperen van zodra de poort beweegt duurtijd in seconden dat het licht reeds knippert voor de poort beweegt 5 seconden, enkel bij sluiting 6- STAP voor STAP (PP) OPENEN-STOPPEN-SLUITEN-STOPPEN-OPENEN-STOPPEN PP commando: enkel openen wanneer compleet geopend, vernieuwt pauzetijd PP commando: enkel openen wanneer compleet geopend, commando: sluiten OPENEN-SLUITEN-OPENEN-SLUITEN OPENEN-SLUITEN-STOPPEN-OPENEN-SLUITEN 7- Knipperlicht Vast knipper per seconde gewone knipper tijdens open, versnelde knipper tijdens sluiten

12 - Eindschakelaar Geen eindschakelaar aanwezig Eindschakelaar in opening en sluiting Eindschakelaar in opening 9- Normaal krachtniveau 5 - Niveau ( = minimum = maximum) waarde A- Krachtniveau tijdens vertraagde gang - Niveau ( = minimum = maximum) b- Selecteer encoder Niet aanwezig Optische encoder Magnetische encoder In de tabel hieronder kan u de parameters zien in GEAVANCEERDE MODUS: PARAMETER WAARDE OMSCHRIJVING STANDAARD A Automatisch sluiten na tijd van stilstand OFF, niet automatisch sluiten Aantal = aantal pogingen tot sluiten Zal altijd hersluiten NOTE: Parameter - in eenvoudige modus Om de automatische hersluiting in te schakelen, moet u deze parameter op een ander nummer dan zetten. Alleen door de parameter op waarde 99 te plaatsen zal hij altijd opnieuw sluiten na pauzetijd. Echter, als je een nummer tussen en 5 kiest, kiest u het maximaal aantal pogingen tot opnieuw sluiten. NOTA: de waarde van de parameter 9 is ondergeschikt aan de geselecteerde parameter A, parameter 9 heeft een maximale waarde gelijk aan die van parameter A. A Automatisch sluiten na stroompanne OFF, zal niet slutien als de stroom terug is ON, zal sluiten als de stroom terug is NOTE: Parameter - in vereenvoudigde modus Als deze parameter si ingesteld op, zal het opnieuw sluiten met vooraf het knipperlicht die voor 5 seconden knippert. (Zelf als het niet ingeschakeld is op parameter A5). Deze functie is handig als het sluiten niet langer onder een voedingsspanning staat. Het garandeert dat de poort wordt gesloten wanneer de voedingsspanning opnieuw wordt hersteld. A STAP voor STAP (PP) OPENEN-STOPPEN-SLUITEN-STOPPEN-OPENEN-STOPPEN PP commando: enkel openen wanneer compleet geopend, vernieuwt pauzetijd PP commando: enkel openen wanneer compleet geopend, commando: sluiten OPENEN-SLUITEN-OPENEN-SLUITEN OPENEN-SLUITEN-STOPPEN-OPENEN-SLUITEN NOTE: Parameter 6- in vereenvoudigde modus CONDOMINIUM betekent dat het commando PP wordt genegeerd bij het openen. In installaties waar meerdere gebruikers op hetzelfde moment toekomen en gebruik maken van de afstandsbediening terwijl de poort werkt, is het nuttig om de poort open te laten staan. Het is mogelijk dat twee activeringen voor verschillende gebruikers de beweging omkeren en de poort sluit. Door de parameters op de waarde in te stellen zal er geen sluiting plaatsvinden bij het activeren van de commando, maar een start van de telling van de rusttijd. A5 Voorknipperen licht -6 Knipperlicht begint te knipperen van zodra de poort beweegt duurtijd in seconden dat het licht reeds knippert voor de poort beweegt Note: parameter 5- in vereenvoudigde modus A6 Voetgangersdoorgang (PP) Menu voetgangers: OPEN-STOP-SLUIT-STOP-OPEN-STOP Voetgangers enkel open

13 A7 Dodemansbediening Normale functie De poort beweegt enkel na het blijven drukken op de knop openen of sluiten A Open poort Led (SC) Wanneer de poort gesloten is de led uitgeschakeld, anders is de LED aan. Traag knipperend bij opening, vlug bij sluiting, vast bij volledig open De uitgang SC is gebruikt om de fotocellen te voeden en te testen. Lengte van de vertraging 5 - Percentage tov van de totale werklengte Als er een vertraging beschikbaar is (parameter is niet gelijk aan ) heeft de lengte van de vertraging de lengte aan van de vertraging ten opzichte van de totale lengte. PAS OP! Als er geen encoder wordt gebruikt, moet u dit instellen voor u de werklengte programmeert. Als u dit na het programmeren van de werklente doet, zal een nieuwe programmering noodzakelijk zijn. 5 Lengte van de voetgangersopening -99 Percentage van de normale werklengte die zal openen voor de voetganger Pauzetijd voor het automatisch hersluiten Pauzetijd in SECONDEN voor het automatisch hersluiten -9 MINUTEN voor het automatisch hersluiten NOTE: Parameter - in eenvoudige modus Wanneer een van de fotocellen is onderbroken zal de timer stoppen. Wanneer het signaal van de fotocel is hersteld zal de timer verder tellen. 7 Tijd van hernemen na contact met de veiligheidsband of anderen veiligheden -99 Aantal seconden van hernemen Bepaalt hoeveel seconden de hersteloperatie duurt. Plaats dit op een waarde die hoog genoeg is om de eindschakelaar in opening te bereiken. Een automatisch sluiten kan ook volgen, indien parameter 9 correct is ingesteld. Generator-modus off ON NOTE: Parameter - in eenvoudige modus Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de controle van de beweging geoptimaliseerd bij het gebruik van een generator. Krachtniveau tijdens normale gang 5 - Niveau ( = minimum = maximum) waarde NOTE: Parameter 9- in eenvoudige modus. Deze waarde is steeds lager of gelijk als parameter. Krachtniveau tijdens vertraagde gang 6 - Niveau ( = minimum = maximum) waarde NOTE: Parameter A- in vereenvoudigde modus Krachtniveau tijdens opstarten - Niveau ( = minimum = maximum) Programmatie zacht opstarten (om schade te vermijden bij het opstarten) - - Rustige start niet geactiveerd Rustige start Zeer rustige start 5 Krachtniveau bij opstart (andere richting) na onderbreking - Opstarten niet mogelijk Niveau ( = minimum = maximum) 6 Opstarttijden - Aantal seconden voor het verkrijgen van het krachtniveau

14 7 Instelling van de laatste werklengte voor het hangende deel van de poort -5 OFF Poort lengte (=,5m, =m, =,5m,=m,5=,5m) Vertraagsnelheid Vertraging afwezig Gemiddelde vertraging Maximale vertraging Gevoeligheid om een obstakel op te merken tijdens normale werkgang 6-99 gevoeligheid (= niet gevoelig 99= maximale gevoeligheid Hoe zwaarder de poort, hoe kleiner de waarde. MAAR plaats de waarde op minder gevoelig bijvoorbeeld (zwaar) - (licht) Gevoeligheid om een obstakel op te merken tijdens vertraagde werkgang -99 gevoeligheid (= niet gevoelig 99= maximale gevoeligheid Hoe zwaarder de poort, hoe kleiner de waarde. MAAR plaats de waarde op minder gevoelig bijvoorbeeld (zwaar) - (licht) 9 Pogingen tot hersluiting na werking veiligheidsband - Geen automatische hersluiting Aantal pogingen tot hersluiting 5 Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel (FT) bij opening Negeren, de poort gaat verder open STOPPEN, de poort stopt tot er een signaal komt op de bedieningsingang Onmiddellijk omgekeerde beweging, de poort zal dus sluiten Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is, zal het verder openen Omkering, wanneer het signaal hersteld is, zal het sluiten. 5 Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel (FT) bij sluiten Negeren, de poort sluit verder. STOPPEN, de poort stopt tot er een signaal komt op de bedieningsingang Onmiddellijk omgekeerde beweging, de poort zal dus openen Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is, zal het verder sluiten Omkering, wanneer het signaal hersteld is, zal het openen. 5 Bij gesloten poort, staat het een opening toe als de straal van FT onderbroken is Poort is gesloten, laat geen opening toe bij een onderbroken straal van fotocel Poort is gesloten, laat opening toe bij een onderbroken straal van fotocel Als de straal van fotocel onderbroken is, zal ze automatisch openen. 5 Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel (FT) bij opening Negeren, de poort gaat verder open STOPPEN, de poort stopt tot er een signaal komt op de bedieningsingang Onmiddellijk omgekeerde beweging, de poort zal dus sluiten Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is, zal het verder openen Omkering, wanneer het signaal hersteld is, zal het sluiten.

15 5 Gedrag na het onderbreken van de straal van fotocel (FT) bij sluiten Negeren, de poort sluit verder. STOPPEN, de poort stopt tot er een signaal komt op de bedieningsingang Onmiddellijk omgekeerde beweging, de poort zal dus openen Tijdelijke stop, wanneer het signaal hersteld is, zal het verder sluiten Omkering, wanneer het signaal hersteld is, zal het openen. 55 Bij gesloten poort, staat het een opening toe als de straal van FT onderbroken is Poort is gesloten, laat geen opening toe bij een onderbroken straal van fotocel Poort is gesloten, laat opening toe bij een onderbroken straal van fotocel Als de straal van fotocel onderbroken is, zal ze automatisch openen. 56 Als de poort volledig open is, zal ze sluiten na 6 sec. als straal van FT onderbroken is. Er zal niets gebeuren als de straal van de fotocellen is onderbroken. Poort=open. de straal van fotocel is onderbroken: als poort open staat, sluit ze na 6 sec. de straal van fotocel is onderbroken: als poort open staat, sluit ze na 6 sec. 6 Remwerking bij het einde van de beweging OFF AAN 6 Remwerking toegelaten door onderbreking van fotocellen remt niet bij het onderbreken van de fotocellen remt bij het onderbreken van de fotocellen 6 Remwerking toegelaten door stop in te drukken remt niet bij het indrukken van de stop remt bij het indrukken van de stop 6 Remwerking door het veranderen van richting (open-sluiten of sluiten-open) Remt niet voor het veranderen van richting Remt voor het veranderen van richting 6 Remtijd 5-99 Remtijd in milliseconden 65 Remkracht - LEVEL (= minimum = maximum) 7 Positie van de motor op de poort De motor staat aan de linkerkant van binnen gezien De motor staat aan de rechterkant van binnen gezien 7 Eindschakelaar Geen eindschakelaars Eindschakelaar in opening en sluiting verbonden met besturingseenheid Eindschakelaar in opening verbonden met besturingseenheid 7 Programmatie van veiligheidsband (aan de kant van de motor, actief bij openen) Veiligheidsband OFF of niet geinstalleerd Veiligheidsband met normaal gesloten contact, omkering enkel bij opening Veiligheidsband met weerstand, omkering enkel bij opening Veiligheidsband met normaal gesloten contact, keert elke beweging om Veiligheidsband met weerstand, keert elke beweging om 5

16 7 Programmatie van veiligheidsband (tegengestelde van de motor, actief bij sluiten) Veiligheidsband OFF of niet geinstalleerd Veiligheidsband met normaal gesloten contact, omkering enkel in sluiting Veiligheidsband met weerstand, omkering enkel in sluiting Veiligheidsband met normaal gesloten contact, keert elke beweging om Veiligheidsband met weerstand, keert elke beweging om 75 Encoder Geen encoder Optische encoder Magnetische endcoder Als er geen encoder aanwezig is, is de controle gebasseerd op werktijd. De meeste Roger-motoren met een encoder gebruiken een optische encoder. Enkel de E-series gebruiken een magnetische encoder. 76 Programmatie van eerste radiokanaal 77 Programmatie van tweede radiokanaal PP Voetganger Openen Sluiten Stop Omgevingslicht, enkel geactiveerd via de zender omgevingslicht PP, via zender (ON-OFF) Knipperlicht, enkel geactiveerd via de zender Knipperlicht PP, via zender (ON-OFF) 7 Programmatie uitgang voor het flikkerend licht Vaste uitgang (elektronica in knipperlicht zorgt voor het knipperen) Hz ( keer per seconde) Hz ( keer per seconde) bij openen, Hz ( twee keer per seconde) bij sluiten NOTE: Parameter 7- in eenvoudige modus 79 Tijd van het omgevingslicht OFF Impuls, kort, wanneer de beweging start ON, gedurende de ganse beweging Aantal seconden omgevingslicht na het beeindigen van de beweging Aantal minuten (-9) omgevingslicht na het beeindigen van de beweging Programmatie van de klok (ORO) = sluiten contact: openen, openen contact: sluiting Wanneer de ingang van de klok gesloten is, negeert het alle ingangen Wanneer de ingang van de klok gesloten is, accepteert het alle ingangen 9 Herstellen van standaardinstellingen Druk op beide toetsen S en S gedurende seconden: op display LL : res- n Serienummer -FF Model van de sturing n Serienummer -99 Productiejaar 6

17 n -5 n -99 n -99 n5-99 n6-99 o -99 o -99 h -99 h -99 d -99 d -99 P -99 P -99 P -99 P -99 CP Serienummer Productieweek Serienummer e progressief nummer Serienummer e progressief nummer Serienummer e progressief nummer Serienummer software versie Aantal gemaakt bewegingen x bewegingen Aantal gemaakt bewegingen x bewegingen Werkuren van de motor x uren Werkuren van de motor uren Dagen dat de sturing onder spanning staat x dagen Dagen dat de sturing onder spanning staat dagen Paswoord Paswoord Paswoord Paswoord Wijzig paswoord Instelling en wijziging paswoord Door het opslaan van een paswoord kan u de gegevens beschermen. Enkel bij het ingeven van een wachtwoord kan u de gegevens wijzigen. ) Het invoeren van een paswoord: Voer de cijfers in de parameters P, P, P en P van het gekozen wachtwoord. Bv. 5 Ga naar de parameter CP en druk tergelijk op + en - voor seconden. Wanneer het display knippert betekent dit dat de code is opgeslaan. De beveiling wordt meteen geactiveerd na het af-en aan-sluiten van de sturing of na min inactiviteit. PAS OP! Wanneer er een wachtwoord is ingesteld kan u de parameters niet wijzigen en heeft de parameter CP, waarde. ) Ontgrendeling van het paswoord Voer het paswoord in in P,P,P en P en ga naar parameter CP en controleer op de waarde is. ) Verwijderen van het paswoord Je kan enkel het paswoord verwijderen als u het paswoord kent. Voer het paswoord in, daarna controleer op CP op waarde staat. Daarna slaat u paswoord P, P, P en P, en bevestig op parameter CP. 7

18 Herstellen standaardinstellingen De instelling is enkel mogelijk wanneer u geen paswoord heeft ingevoerd om uw data te beschermen. Zet de besturingseenheid uit. En druk gelijktijdig op de knoppen + en - en plaatst de besturingseenheid terug aan. Na sec. Foutmelding De functieparameters zijn gememoriseerd in een geheugen EEPROM met geschikte besturingscodes die de exacte waarde kunnen garanderen, een fout in de parameters wordt weergegeven op het display en tegelijkertijd zal de besturing niet toestaan om het commando te activeren. Voorbeeld: EE (fout in parameter ) EE duidt op de aanwezigheid van een fout. De besturingseenheid wordt geblokkeerd tot de juiste waarde wordt hersteld. LET OP: in geval van een fout in de parameter, wordt steeds de nummering weergegeven uit de uitgebreide modus, ook wanneer de vereenvoudigde modus is geactiveerd. Het display toont data wanneer er zich een fout voordoet in de werklengte. Het is noodzakelijk om de werklengte opnieuw aan te leren. Het is mogelijk om het display te ontgrendelen om de parameters te tonen door op de TEST-toets te drukken. C) Test-modus Je kunt dit activeren door de TEST-knop in te drukken, wanneer de vleugel stilstaat. Indien dit niet het geval is, heeft de TESTknop een commando STOP uit. Enkel bij een nieuwe succesvolle activatie van de TEST-knop komt men in de TEST-modus. Deze wordt als volgt weergegeven: (a) (b) naam van het commando het nummer van de klem van veiligheid in alarm in volgorde van prioriteit Deze modus stelt u in staat om de activering van commando s en beveiligingen visueel te inspecteren. Wanneer u een commando of beveiliging activeert, zal de besturing kort knipperen: > het commando wordt geactiveerd (op het linkse deel, vast licht voor 5 sec.) > het nummer van de klem (op het rechtste deel, knipperend, zolang de veiligheid in staat van alarm staat) Na seconden van inactiviteit komt de besturingseenheid opnieuw in modus van normaal functioneren. Indien u vroeger uit de Test-modus wil gaan, is het voldoende om maal op de RESET-toets te drukken. (a) (b) 7 Programmatie van de zenders Zie youtube-kanaal: Roger Belgium ) Een code opslaan Druk op knop om kanaal in te schakelen, druk op knop om kanaal in te schakelen. Als de knop wordt losgelaten zal de LED langzaam of x knipperen, druk gedurende deze tijd op de knop van de afstandsbediening die u wil gebruiken. De lange LED-activering (") geeft aan dat de opslag succesvol is geweest. De Led zal nogmaals of maal langzaam knipperen. Indien volgende zenders dienen geprogrammeerd te worden, druk dan op de gewenste drukknop van de volgende zenders tijdens het knipperen. Wanneer alle zenders zijn geprogrammeerd zal Led of Led uitgaan na het of maal knipperen. De programmatie is voltooid.

19 Wanneer Led of Led heel snel maal knippert, indiceren dat de code of de afstandsbediening al zijn opgeslagen in het kanaal. Knop LED Knop ) Verwijderen van zender uit het geheugen Druk seconden op knop of Knop terwijl Led of blijft branden. Laat knop of los en Led of zal knipperen. Druk op de drukknop van de zender welke u wil verwijderen. Led of blijft branden gedurende seconden: zender is verwijderd. ) Verwijder alle codes Druk op de ontvanger-knoppen P en P tergelijk in voor ". 5 snelle knipperingen en de twee LED's geven de totale verwijdering van de opgeslagen codes. Als de twee LED's knipperen en nooit stoppen: geheugen faalt en de ontvanger kan niet werken. Instellen van de werklengte Het is noodzakelijk dat u de werklengte instelt om de besturingseenheid optimaal te laten werken. Voor het instellen van de werklengte, zorg ervoor dat: ) De richting van de motor en poort correct is ingesteld in parameter - (eenvoudig) en 7 (geanvanceerd) ) Voor de veiligheid staat half open, zo kan u de motor tijdig stoppen als de richting niet correct is ingesteld. ) De aangesloten veiligheden staan in rust en de veiligheden die niet aanwezig zijn, zijn overbrugd of uitgesloten door de parameters. ) Je kan niet in het programmeren als een van de veiligheden actief is. Het display verandert naar TEST-mode en toont de ingangen die in staat van alarm zijn. 5) Je kan de werklengte niet aanleren als de dodemansbediening (parameter A7- en APPE) aantoont. NOTE: ) Het is verplicht om een STOP te hebben in het openen en sluiten. ) Het programmeren wordt onderbroken ( display: AP PE) in de volgende situaties: > De Test-knop wordt ingedrukt > Een van de beveiligingen (fotocellen, mechanische banden, stop-knop) is ingeschakeld. De programmatie van de werklengte gebeurt in de sluitingsfase. Als er eindschakelaars zijn aangesloten zal de motor op de eindschakelaars stoppen, anders op de poortstop. Het aanleren van de werklengte gebeurt in de vertraagde snelheid, ingesteld op parameter. Om de programmatie in te stellen, duw op de knop PROG voor sec. Het display toont AP P-. Op dit moment kan u de werklengte programmeren door de PROG-knop opnieuw in te drukken. Druk op PROG ( of PP): de programmatie gebeurt in een volledige automatische beweging. (veiligheden niet hinderen!) Het diplay toont AU to en de poort begint te openen. Als de poort volledig open is verschijnt AU to knipperend. Na seconden zal het automatisch sluiten starten en zal het diplay AU t niet meer knipperen. Als het programmeren succesvol is afgerond gaat het display terug naar de parametermodus. Als het programmeren niet is afgerond verschijnt AP PE en moet u de programmering opnieuw herhalen. Tijdens het aanleren niet door de fotocellen lopen en niet bedienen! 9