Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven"

Transcriptie

1 Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven Fase 2: Onderzoeksrapport Projectcode Datum 6 april 2009 versie Definitief Opdrachtgevers Paraaf Opdrachtgevers: Deelgemeente Delfshaven Gemeentewerken afdeling Watermanagement Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Hoogheemraadschap van Delfland Opsteller J. Lankester, P.Otten Paraaf Opsteller: Projectleider L. Rijnsburger Paraaf Projectleider: Definitief 8 april van 145

2 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doelstelling Aanpak Leeswijzer 8 2. Afwegingskader Waterkwaliteitsbeelden Criteria Ruimtelijke plannen en kansen Beschrijving ruimtelijke plannen Woningbouwlocaties nieuwbouw Studieprojecten Buitenruimteprojecten Kansenkaart begroeiing oevers en waterplanten Maatregelen algemeen Inleiding Algemene knelpunten en oplossingsrichtingen Verminderen verharding Maatregel A01/A02 afkoppelen verharde oppervlakken Vergroten waterbergend vermogen Vergroten afvoercapaciteit Inrichting (oevers, plasbermen en (onder)watervegetatie) Verbeteren verversingscapaciteit Beheer en onderhoud Watercompensatie bij RO projecten Grondwater Onderzoeksmaatregelen waterkwaliteit Aanpak knelpunten Delflands deel Inleiding Geconstateerde knelpunten Waterkwantiteitsopgave 37 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

4 5.2.2 Waterkwaliteitsopgave Locatiespecifieke streefbeelden Oplossingsrichtingen Basisscenario (autonome ontwikkeling) Systeemscenario (optimalisatie doorspoeling en afvoer) Emissiereductiescenario Maatregelen bij scenario s Basisscenario Systeemscenario Emissiereductiescenario Overige maatregelen Maatregelen vergroten waterbergend vermogen Bronmaatregelen waterkwaliteit Maatregelen ecologische kwaliteit water en oever Toetsing en prioritering maatregelen Delflands deel Toetsing en prioritering basisscenario Toetsing en prioritering systeemscenario Toetsing en prioritering overige maatregelen waterbergend vermogen Toetsing en prioritering bronmaatregelen waterkwaliteit Toetsing en prioritering maatregelen ecologische kwaliteit water en oever Conclusie na toetsing Verzameltabel toetsing en prioritering Delflands deel Advies Delflands deel Aanpak knelpunten Schielands deel Inleiding Geconstateerde knelpunten en opgave Waterkwantiteitsopgave Waterkwaliteitsopgave Locatiespecifieke streefbeelden Oplossingsrichtingen Basisscenario (autonome ontwikkeling) Emissiereductie scenario Maatregelen bij scenario s Basiscenario Emissiereductiescenario Overige maatregelen Maatregelen vergroten waterbergend vermogen Bronmaatregelen waterkwaliteit 71 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

5 6.5.3 Maatregelen ecologische kwaliteit water en oevers Toetsing en prioritering maatregelen Schielands deel Toetsing nulstituatie Toetsing en prioritering basisscenario Toetsing en prioritering emissiereductiescenario Toetsing en prioritering overige maatregelen waterbergend vermogen Toetsing en prioritering bronmaatregelen waterkwaliteit Toetsing en prioritering maatregelen ecologische kwaliteit water en oevers Conclusie na toetsing Verzameltabel toetsing en prioritering Schielands deel Advies Schielands deel Planning en Financiën Inleiding Investeringplanning algemene maatregelen Investeringsplanning Delflands deel Investeringsplanning Schielands deel Kostenverdeling maatregelen Uitvoeringsorganisatie Algemeen Uitvoering en organisatie Communicatie Literatuur Verklarende woordenlijst 93 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Overzichtskaart met ruimtelijke plannen Kansenkaart waterberging Kansenkaart oeverbegroeiing en waterplanten Modellering watersysteem Hoogheemraadschap van Delfland Modellering watersysteem Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Kaart maatregelen Toetsingstabellen Kostenraming Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

6 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

7 1. Inleiding De deelgemeente Delfshaven ontwikkelt samen met de waterbeheerders (Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, het Hoogheemraadschap van Delfland en Gemeentewerken afdeling Watermanagement) een deelgemeentelijk waterplan (DGWP). Het DGWP is een gebiedsgerichte uitwerking van het Waterplan 2 Rotterdam. Met het plan zet deelgemeente Delfshaven een stap naar een duurzaam, beheersbaar en veilig watersysteem in de deelgemeente. Het DGWP bestaat uit 2 fasen. Fase 1 is op 4 oktober 2007 door de stuurgroep vastgesteld en betrof het ontwikkelen van een visie op water in de deelgemeente, het benoemen van streefbeelden en functies voor het deelgemeentelijk watersysteem en een inventarisatie van de geconstateerde knelpunten (lit. 1). Tevens is het beleidskader waarbinnen een deelgemeentelijk waterplan tot stand komt hierin opgenomen. Fase 2 moet een totaal pakket aan maatregelen opleveren die de knelpunten uit fase 1 oplossen en uitwerking geven aan de in fase 1 benoemde streefbeelden. 1.1 Doelstelling Doelstelling van fase 2 van dit deelgemeentelijk waterplan is: de opzet van een maatregelenplan, dat de belanghebbende partijen willen inzetten om te komen tot een goed functionerend watersysteem. Hiermee wordt bedoeld een watersysteem dat voldoet aan de in fase 1 opgenomen gewenste streefdoelen en ambities, waarbij de geconstateerde knelpunten en kansen uit fase 1 worden opgelost en ingevuld. Het maatregelenplan heeft een looptijd van 5 jaar ( ). Aan het plan is een kostenoverzicht gekoppeld dat inzicht geeft in de benodigde investeringen. Op basis van al deze informatie kunnen de betrokken partijen afgewogen keuzes maken in het prioriteren en aanpakken van de knelpunten. Aanvullend uitgangspunt voor het Delflandse deel is bovendien dat Hoogheemraadschap van Delfland als doel heeft om de bergingsopgave voor 2050 in 2015 opgelost te hebben. Hier is met het opstellen van maatregelen rekening mee gehouden. 1.2 Aanpak Bij het tot stand komen van het maatregelenplan is allereerst een analyse gemaakt van de knelpunten uit fase 1 en de kansen voor water in de deelgemeente. Ruimtelijke ontwikkelingen die zijn meegenomen zijn o.a. nieuwbouwlocaties voor woningbouw, toekomstige nieuwbouwlocaties (zogenaamde studieprojecten), buitenruimteprojecten en de kansenkaart voor oeverbegroeiing en waterplanten. Op basis hiervan zijn, samen met specialisten van de betrokken organisaties, oplossingsrichtingen en mogelijke maatregelen opgesteld. Middels integrale riolerings- en oppervlaktewatermodellen en een algemeen afwegingskader zijn de maatregelen getoetst en heeft prioritering plaatsgevonden. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de beheersgebieden van beide hoogheemraadschappen (zie figuur 1-1). Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

8 Bij de keuze van maatregelen is onder andere gekeken naar bijdrage aan realisatie van streefbeeld/de visie, de effectiviteit en efficiëntie van maatregelen en de uitvoeringstermijn. Tevens zijn de hiermee samenhangende investeringskosten berekend en is een meerjaren investeringsplanning opgesteld. figuur 1-1 Deelgemeente met beheergebieden Hoogheemraadschappen 1.3 Leeswijzer Deze rapportage heeft twee delen: Deel 1 bestaat uit de afweging van maatregelen en een advies voor keuze van de uit te voeren maatregelen. Deel 2 bevat het maatregelenplan. Deel 1: In hoofdstuk 2 is het afwegingskader opgenomen, waarna in hoofdstuk 3 de relevante ruimtelijke ontwikkelingen zijn beschreven. Hierbij zijn de relevante wateraspecten en randvoorwaarden voor deze ontwikkelingen benoemd. In hoofdstuk 4 zijn algemene oplossingen voor algemeen voorkomende knelpunten beschreven en in hoofdstuk 5 en 6 zijn de maatregelen per deelgebied uitgewerkt. Hieraan zijn ook de investeringkosten toegevoegd. Deel 2 Hoofdstuk 7 geeft een totaaloverzicht van de maatregelen en wordt een voorstel voor investeringsplanning gedaan en in hoofdstuk 8 komt de uitvoeringsorganisatie aan bod. In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de ruimtelijke plannen en in bijlage 2 de kansenkaart voor waterberging. Bijlage 3 toont de kansen voor oeverbegroeiing en waterplanten. Bijlage 4 geeft de resultaten van de modelberekeningen en de samenhang tussen de Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

9 rioleringsmaatregelen weer voor het gebied van het Hoogheemraadschap van Delfland. In bijlage 5 zijn dezelfde gegevens vermeld voor het deel van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Tenslotte bevat bijlage 6 de kaart met maatregelen, bijlage 7 de toetsingstabel en bijlage 8 de kostenraming. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

10 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

11 DEEL 1 AFWEGING MAATREGELEN Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

12 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

13 2. Afwegingskader De kosten om het totale pakket aan maatregelen uit te kunnen voeren zullen dusdanig hoog zijn dat er keuzes gemaakt moeten worden. Om deze keuzes onderling af te kunnen wegen wordt een afwegingskader opgesteld met criteria waarop een maatregel gescoord zal worden. Om te bepalen of maatregelen aan de eisen voldoen, wordt gekeken naar het beleidskader rond waterkwaliteit en waterkwantiteit. De eisen rond waterkwaliteit worden vooral gesteld door de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Dit is een Europese richtlijn die zich richt op de bescherming van grond- en oppervlaktewater. De KRW stelt zich ten doel dat alle Europese wateren in het jaar 2015 een goede toestand hebben bereikt en dat er binnen heel Europa duurzaam wordt omgegaan met water. Hiervoor zijn doelstellingen opgesteld voor chemische en ecologische waterkwaliteit. Wat de ecologische kwaliteit betreft hoeft alleen de Delfshavense Schie te voldoen aan de eisen van de KRW, aangezien dit een erkend waterlichaam in het kader van de KRW is. Voor de chemische kwaliteit zijn ook de polderwateren van belang indien zij water lozen op de Delfshavense Schie of Nieuwe Maas. Voor waterkwantiteit levert het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) het kader. Het NBW schrijft voor dat de kans op wateroverlast door overstromende watergangen in 2015 niet groter is dan één maal per 100 jaar (stedelijk gebied). In het Waterplan 2 Rotterdam is de integrale wateropgave voor Rotterdam in beeld gebracht. Het oplossen van de bergingsopgave voor Delfshaven is een van uitgangspunten van dit waterplan. 2.1 Waterkwaliteitsbeelden Voor het opstellen en toetsen van maatregelen, is het 6S-model uit Waterplan 2 toegepast. De theorie achter de methodiek is gebaseerd op het 5S-model, dat een beeld geeft hoe de sturende factoren binnen de ecologie ten opzichte van elkaar gepositioneerd kunnen worden. Volgens het 5S model spelen vier factoren een sturende rol: systeemvoorwaarden, stroming, structuren en stoffen. Deze vier kenmerken zijn bepalend als het gaat om de aan- en afwezigheid van soorten in een systeem. In veel gevallen geldt bovendien dat ook de soorten invloed op het systeem kunnen hebben. De zesde, aanvullende S in het model wordt gevormd door het schonen, het beheer en onderhoud van het systeem. Door de wijze en de frequentie hiervan wordt de verschijningstoestand van een water beïnvloed. Wateren kunnen verschillende verschijningstoestanden hebben met als uitersten helder, plantenrijk water en aan de andere kant troebel, algenrijk water. In Waterplan 2 is voor de singels bepaald dat het hoge ambitieniveau streeft naar stabiel, helder en plantenrijk water met de vistypen Snoek-Blankvoorn als indicator voor de kwaliteit. Het tweede en lagere ambitieniveau gaat uit van troebel, plantenarm water met veel brasem en karper. In fase 1 van het waterplan is per singel het locale streefbeeld bepaald. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

14 2.2 Criteria Het afwegingskader heeft als doel een onderbouwde waardering te geven van de maatregelen. Hiermee wordt de keuze en de prioritering van maatregelen mogelijk. Het kader bestaat uit 10 criteria. In de projectgroep is gekomen tot de volgende criteria: 1. voldoen aan streefbeeld / visie (KRW) 2. voorkomen wateroverlast (NBW) 3. waterkwaliteit en ecologie (KRW) 4. robuustheid 5. snelheid en realiseerbaarheid 6. baten 7. verhouding kosten en baten 8. beheerbaarheid 9. draagvlak 10. aanleg- onderhouds- en beheerkosten De waardering geschiedt op basis van expert judgement door IGWR. Dit wordt vervolgens samengevat in een tabel weergegeven. Alle tabellen zijn verzameld en opgenomen in 5.6 voor het Delflands deel en in 6.6 voor het Schielands deel. In bijlage 7 zijn de tabellen samen weergegeven. Hieronder worden de criteria kort toegelicht 1 Bijdrage aan streefbeeld / visie Als uitvloeisel van de KRW is in fase 1 de visie op water in de deelgemeente opgesteld en is per watergang, op basis van het 6S-model, een locatiespecifiek streefbeeld opgesteld. Maatregelen kunnen in meer of in mindere mate bijdragen aan het invullen van dit streefbeeld. Ruimtelijke kwaliteit en maatschappelijke acceptatie maken onderdeel uit van het streefbeeld. Dit toetsingscriterium geeft aan in hoeverre de maatregel bijdraagt aan de realisatie van de visie en streefbeelden. Een volledige invulling van het streefbeeld en de visie is alleen mogelijk met een combinatie van maatregelen. Voor bijvoorbeeld schoon water met voldoende planten en dieren zijn maatregelen nodig op het gebied van waterkwantiteit, waterkwaliteit en ecologische maatregelen. 2 Voorkomen wateroverlast Eén van de doelstellingen van het DGWP is het oplossen van de bergingsopgave en knelpunten in het watersysteem. Wateroverlast kan optreden door slecht functionerende of onvoldoende gedimensioneerde riolering en oppervlaktewater. Maatregelen die deze knelpunten oplossen of bijdragen aan invulling van de bergingsopgave zullen positief scoren op voorkomen wateroverlast. 3 Waterkwaliteit en ecologie Eén van de doelstellingen van het DGWP is het verbeteren van de (ecologische) waterkwaliteit. Het is daarom van belang te beoordelen in hoeverre een maatregel hieraan bijdraagt. Maatregelen worden beoordeeld op de mate waarin een maatregel bijdraagt aan het verbeteren van de waterkwaliteit of de ecologische waarde. Ondanks dat de polderwateren geen officiële waterlichamen zijn in het kader van de KRW is de doelstelling van de richtlijn wel de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit te verbeteren. Hierop zal dan ook gelet worden. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

15 4 Robuustheid Het is van belang dat maatregelen bijdragen aan een robuust watersysteem, dat niet gevoelig is voor verstoring en autonoom kan functioneren. 5 Snelheid en realiseerbaarheid De mate waarin een maatregel op korte termijn kan worden ingezet. Bij dit criterium is het van belang dat bepaalde knelpunten voor een bepaalde tijd moeten zijn opgelost. Bijvoorbeeld de bestaande watertekorten zullen voor 2015 moeten zijn opgelost. Deze maatregel zal worden beoordeeld door de mogelijke uitvoeringsperiode aan te geven. 1: voor 2013 dus binnen de looptijd van dit DGWP. 2: na 2013 en vóór 2030 (visietermijn uit Waterplan 2) 3: na Baten De baten van een maatregel zijn niet alleen in euro s uit te drukken maar zijn ook maatschappelijk van aard en worden uitgedrukt in een combinatie van de criteria: voldoen aan streefbeeld / visie, voorkomen wateroverlast en waterkwaliteit en ecologie. 7 Verhouding kosten en baten De kosten en baten zijn samen bepalend of een maatregel haalbaar is. Een maatregel die weinig kost en veel effect heeft zal een positieve verhouding kosten en baten hebben maar als deze relatief veel kost zal dit lager scoren. 8 Beheerbaarheid Het effect van een maatregel staat of valt met de beheerbaarheid ervan. Wanneer de maatregel slecht kan worden beheerd zal deze op den duur niet meer functioneren en haar effect verliezen. 9 Draagvlak Draagvlak van een maatregel onder de bevolking is van groot belang voor het slagen. Een goede afstemming met bewoners is noodzakelijk om voldoende draagvlak te verkrijgen. 10 Aanleg- onderhouds- en beheerkosten De kosten van een maatregel zijn medebepalend voor de haalbaarheid. Hier worden de werkelijke kosten van de maatregel gegeven. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

16 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

17 3. Ruimtelijke plannen en kansen Binnen de deelgemeente Delfshaven zijn diverse ruimtelijke ontwikkelingen en visies die een relatie hebben met water. Je kunt hierbij denken aan de wateropgave die er vanuit deze ontwikkelingen en visies bestaat (bijvoorbeeld watercompensatie ten gevolge van een toename aan verhard oppervlak, aanleg (verbeterd) gescheiden rioolstelsel, afkoppelen verharde oppervlakken etc.). Maar er ligt ook een relatie met opgaven die volgen uit dit deelgemeentelijke waterplan (bijvoorbeeld de aanleg van BBB s (bergbezinkbassins), realisatie natuurvriendelijk oevers etc.). De betrokken partijen willen dat het deelgemeentelijke waterplan dit kader biedt. Onderstaande paragrafen gaan hierop in en bevatten voornamelijk informatie die is ontvangen van ds+v. 3.1 Beschrijving ruimtelijke plannen Ten behoeve van het Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven is door de Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting (ds+v) een overzicht opgesteld van relevante studies, lopende ontwikkelingen en bouw- en inrichtingsplannen. In diverse plannen zijn visies opgesteld die iets zeggen over de inrichting van het plangebied en de relaties die er zijn met water. De woningbouwplannen en studielocaties zijn weergegeven op de kaart in bijlage 1. De locaties zijn onder te verdelen in drie soorten, de woningbouwlocaties nieuwbouw, de studieprojecten en buitenruimteprojecten Woningbouwlocaties nieuwbouw De woningbouwlocaties betreffen concrete plannen voor nieuwbouw van woningen. In totaal gaat het om ruim woningen verdeeld over 19 locaties waarvan de bouw gepland staat in de komende jaren. De locaties zijn weergegeven in figuur 3-1 (zie voor een duidelijke legenda ook de kaart in bijlage 1). Per bestemmingsplan zal voor deze projecten de watertoets doorlopen worden. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

18 figuur 3-1 Ruimtelijke plannen binnen Delfshaven In roze vlekken staan de nieuwbouwprogramma s voor woningen weergegeven, in groen de studielocaties (mogelijke toekomstige nieuwbouw) en in blauw de buitenruimte projecten. De paarse stippen geven mogelijke studielocaties weer voor wijkstallingsgarages. Per wijk komt dit neer op: In de wijk Bospolder-Tussendijken zijn 6 locaties gepland waarbij voornamelijk sprake is van sloop voor nieuwbouw. In het algemeen wordt hierbij uitgegaan van het bestaande straatpatroon en behoud van de bestaande functie wonen. De wijk Bospolder-Tussendijken ligt in boezemland. De eventuele wateropgave door toename van verhard oppervlak zal in de boezem (Delfshavense Schie) moeten worden ingevuld, aangezien binnen het gebied geen oppervlaktewater aanwezig is waarop kan worden aangesloten. In het Nieuwe Westen zijn 2 locaties gepland waarbij eveneens sprake is van sloop voor nieuwbouw binnen de bestaande kavelgrenzen, met behoud van de bestaande functie wonen. Deze wijk ligt in het poldergebied van de Heemraadssingel. De eventuele wateropgave door toename van verhard oppervlak zal in het watersysteem van de Heemraadssingel en de Essenburgsingel moeten worden ingevuld, aangezien dit het enige oppervlaktewater in de omgeving zijn. Op het Coolhaveneiland zijn drie locaties van nieuwbouw gepland. In alle gevallen is sprake van sloop voor nieuwbouw en behoud van de bestaande functie wonen. Het Coolhaveneiland Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

19 is boezemland. Hoewel het Coolhaveneiland valt onder boezemland van HHD, zal de eventuele wateropgave door toename van verhard oppervlak in het nieuwe Westen (Heemraadssingel) moeten worden ingevuld. In het Lloydkwartier en de Müllerpier is de bouw gepland van diverse nieuwe woningen. Deze plannen maken onderdeel van een totale transformatie van de landtongen tot woningbouwlocaties. Vanwege de buitendijkse ligging is er geen wateropgave. De overige voorwaarden van deze locaties zijn vastgelegd in de bestemmingsplannen Studieprojecten Studieprojecten van ds+v betreffen vaak een groter gebied waarbij een visie wordt geformuleerd voor de toekomstige ontwikkelingen in dit gebied. Als onderdeel van de studie is het belangrijk om de waterbelangen goed af te wegen en eventuele wateropgaven (kwaliteit en kwantiteit) mee te nemen. Vanuit dit DGWP worden de kansen voor water aangegeven. De ruimtelijke inpassing en de stedenbouwkundige kwaliteit worden behartigd ds+v. De meest kansrijke ontwikkelingen zijn (zoals genoemd door ds+v): A. Staringplein: kans voor een waterplein; B. Alhena: kans voor groene daken en ontharden van de buitenruimte; C. Gijsingflats e.o.: kansen voor groene daken en ontharden van de buitenruimte; D. Schansplein e.o.: kansen voor direct afkoppelen, groene daken en ontharden van de buitenruimte; E. Pupillenbuurt: kansen voor direct afkoppelen, groene daken en ontharden van de buitenruimte; F. Driehoek Coolhaveneiland: kansen voor ontharden, groene daken en aanpassing van het rioolstelsel (is nu een absoluut stelsel zonder berging in oppervlaktewater); G. Blokmakerstraat: kansen voor groene daken; H. Aalbrechtskade: kansen voor direct afkoppelen van de daken; I. Vierambachtstraat: kansen voor groene daken; J. Supermarkt Oostkousdijk: kansen voor groene daken; K. Schiehaven Noord: Functieverandering, kansen voor afkoppelen. Opgave voor waterveiligheid; L. Oostervant: Kansen voor groene daken en ontharden buitenruimte; M. Spoorzone, spoorboog: Kansen voor het realiseren van oppervlaktewater. Zoekgebied voor wateropgave. Bij bebouwing en verharding zijn deze gebieden kansrijk voor afkoppelen. Verdere locaties waarin water een kwaliteitsimpuls kan zijn en die tevens een bijdrage kunnen leveren aan de wateropgave: De Schepenbuurt, kansrijk voor het afkoppelen van de buitenruimte en groene daken. Het Witte Dorp, aangemeld voor de pilot groene daken in het kader van het Waterplan 2 Rotterdam. De Hogenbanweg, locatie waar op de lange termijn een singel is te realiseren. De mogelijkheden voor het vegetatiedak op het Witte Dorp en de realisatie van waterberging op de Hogenbanweg zijn inmiddels dermate concreet dat deze als maatregelen zijn geformuleerd. De overige projecten zijn nog bij ds+v onderdeel van studie en zullen pas op langere termijn Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

20 verder worden ontwikkeld. Het is van belang dat de kansen voor water in deze plannen worden onderzocht en indien positief beoordeeld, worden geconcretiseerd. De link met het waterplan zal bij deze plannen moeten worden gewaarborgd. Dit is een aandachtpunt voor de uitvoeringsorganisatie van dit DGWP (zie ook hoofdstuk 8) waarin vastgelegd moet worden hoe alle belanghebbenden ook daadwerkelijk vanaf het begin van het proces bij de ontwikkelingen betrokken worden Buitenruimteprojecten Buitenruimteprojecten betreffen de (her)inrichting van de buitenruimte van gevel tot gevel. In het algemeen geldt hierbij dat bij deze projecten zal moeten worden onderzocht in hoeverre het aantal vierkante meters verharding kan worden gereduceerd en of er kan worden afgekoppeld. De ds+v ziet, vanwege de ligging ten opzichte van oppervlaktewater, kansrijke projecten voor afkoppelen op de volgende locaties (nummering op basis van de kaart van ds+v, bijlage 1) 2. Schelfplein 3. Hooidrift 4. Rochussenstraat 7. Pinasplein, een kans voor het verbinden van het watersysteem met Schiedam. 8. Justus van Effen 9. Aagje Deken / Betje Wolf, inclusief waterplein. 11, 12, 21, 22 Stadswerf e.o. (zit al in plan Stadswerf/Compagniekwartier) 14 Hoek Coolhaven Schiehaven-Müllerpier, gebied is reeds voorzien van (verbeterd) gescheiden stelsel. 24 Spangesekade. In de nadere uitwerking van deze plannen is het van belang dat de kansen voor water worden meegenomen. Hierbij zullen ondermeer de (on)mogelijkheden voor ontharden en afkoppelen van daken en wegen verder worden uitgewerkt. De link met het waterplan zal bij deze plannen moeten worden gewaarborgd. Dit is een aandachtpunt voor de uitvoeringsorganisatie van dit DGWP zodat opdrachtgever en waterbeheerder tijdig met elkaar kunnen overleggen over de (on)mogelijkheden van een project. 3.2 Kansenkaart begroeiing oevers en waterplanten Vanuit de ruimtelijke visie op de watergangen in Delfshaven is door ds+v een kaart opgesteld waarop de ruimte voor natuurvriendelijke oevers en drijvende beplanting is weergegeven, zie bijlage 3. Hoewel er tussen ds+v en de hoogheemraadschappen nog geen overeenstemming is over de exacte invulling, is deze kaart in dit DGWP gebruikt als kaart voor de ruimtelijke kansen van natuurvriendelijke oevers. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

21 figuur 3-2 Voorbeelden van natuurvriendelijke oevers De kaart geeft aan dat vanuit de ruimtelijke visie een bepaalde oeverinrichting en een bepaald percentage aan drijvende beplanting gewenst is. De oppervlaktes aan drijvende planten en het type natuurvriendelijke oever (traditioneel of natuurlijke plasberm) staan uitgewerkt per watersysteem in bijlage 3 en 6. Samengevat betekent dit dat de meeste watergangen worden voorzien van natuurvriendelijke plasbermen, dat de waterpartij aan de Tjalklaan en de oostelijke streng van de Essenburgsingel voor de helft kansen biedt voor de realisatie van een natuurvriendelijke oever en dat de kleine watergangen rondom het Witte Dorphof geen ruimte bieden voor natuurvriendelijke oevers of plasbermen. Uit de kaart blijkt bovendien dat er vanuit de ruimtelijke visie minder mogelijkheden worden gezien voor drijvende beplanting dan er in fase 1 vanuit ecologisch oogpunt werd beoogd. Hierover dient nadere afstemming plaats te vinden tussen ds+v, Gemeentewerken en de hoogheemraadschappen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

22 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

23 4. Maatregelen algemeen 4.1 Inleiding In onderstaande paragrafen zijn de algemene maatregelen beschreven die de, in de eerste fase van het waterplan geconstateerde knelpunten, moeten oplossen. In dit hoofdstuk worden in eerste instantie alleen de algemeen voorkomende knelpunten en voorgestelde maatregelen besproken. De specifieke uitwerking van de maatregelen per deelgebied (opgesplitst naar waterbeheerder) wordt in hoofdstuk 5 voor het Delflands deel en 6 voor het Schielands deel gedaan. Hier wordt bij ieder besproken thema binnen het betreffende kader aangegeven welke maatregelen worden onderzocht 4.2 Algemene knelpunten en oplossingsrichtingen De knelpunten die in fase 1 van dit deelgemeentelijk waterplan zijn beschreven zijn onder te verdelen naar de volgende thema s: waterberging, waterafvoer, waterkwaliteit (chemisch en ecologisch), riolering en grondwater. Daarnaast leveren beheer, visie/streefbeeld en RO randvoorwaarden op die leiden tot aanvullende knelpunten. Maatregelen kunnen een effect hebben op meerdere knelpunten. Het vergroten van het waterbergend vermogen levert bijvoorbeeld vaak ook een kwaliteitsvoordeel op doordat het watersysteem een groter bufferend vermogen krijgt. De in deze paragraaf beschreven oplossingsrichtingen zijn dus niet direct gekoppeld aan één knelpunt maar hebben vaak effect op meerdere vlakken. Bij de beschrijving van deze oplossingsrichtingen wordt hier op ingegaan. Voor algemeen voorkomende knelpunten zijn vaak meerdere oplossingsrichtingen mogelijk; het is afhankelijk van locatiespecifieke omstandigheden en andere knelpunten welke maatregelen het meest geschikt zijn. In de navolgende paragrafen worden daarom alleen algemene oplossingsrichtingen gegeven. De toepassing van maatregelen op de specifieke locaties wordt in respectievelijk 5.2 voor het Delflands deel en 6.2 voor het Schielands deel uitgevoerd. De oplossingsrichtingen die in dit hoofdstuk worden behandeld, zijn te verdelen naar de volgende strategieën: Verminderen verhard oppervlak, afkoppelen verharde oppervlakken, vergroten waterbergend vermogen, vergroten afvoercapaciteit, inrichting, verversingscapaciteit en beheer Verminderen verharding Door het verminderen van verharding wordt er meer water vastgehouden in het gebied. Deze strategie staat dus bovenaan in de trits vasthouden, bergen en afvoeren die in de visie voor Delfshaven is aangehouden voor de kwantitatieve opgave. Vermindering van verharding is in eerste instantie een kwantitatieve oplossingsrichting maar heeft tevens voordelen voor de waterkwaliteit. Voor Delfshaven zijn de volgende twee oplossingrichtingen mogelijk: - Ontharden buitenruimte (groen voor rood bij herinrichting) - Groene daken Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

24 Water vasthouden door het verminderen van de verharding houdt in dat er minder maatregelen nodig zijn voor de tweede stap in de trits, waterberging. Ontharden Door het verminderen van verhard oppervlak (vooral pleinen, of bij herinrichting ook aanleg van groen in plaats van een heel breed trottoir, of andere bestrating e.d.) zal neerslag minder snel in de riolering en het oppervlaktewater terechtkomen. Als gevolg hiervan neemt het overstortvolume vanuit het rioolstelsel op het oppervlaktewater af. Het regenwater zal infiltreren in de bodem en komt via het grondwater vertraagd in het oppervlaktewater terecht. De oplossing heeft een gunstig effect op het afvlakken van de piekbelasting op het rioolstelsel. Hierdoor zal het aantal riooloverstorten afnemen en als het riool overstort, is het volume hiervan kleiner. Afkoppelen heeft hierdoor zowel een positief effect op de waterberging als op de waterkwaliteit (minder overstort is minder verdund rioolwater in de singels). De belevingswaarde van de omgeving kan toenemen doordat meer ruimte beschikbaar is om groen in te passen in de buitenruimte. Door ontharden komt er wel meer water in de bodem. Dit kan leiden tot hogere grondwaterstanden en zelfs tot wateroverlast. Ontharden is dus niet altijd mogelijk en voor het toepassen hiervan dient altijd gekeken te worden naar de gevolgen voor de grondwaterstand en de mogelijke gevolgen voor gebouwen en infrastructuur. Deze maatregel heeft hangt nauw samen met onderzoeken in het kader van afkoppelen van rustige straten en dakoppervlakken, die worden uitgevoerd voor de ruimtelijke onderbouwing van ruimtelijke plannen. Groene daken Een groen dak is een dak dat bedekt is met vegetatie en begroeiing. Er zijn verschillende typen groene daken, namelijk extensieve en intensieve groene daken. Wanneer groene daken op grote schaal worden toegepast dragen ze bij aan een duurzame en gezonde stad. Groene daken vangen regenwater op, houden het tijdelijk vast en voeren het dan vertraagd af. Hierdoor wordt het riool minder belast als het hard regent. Hoewel groene daken maar een beperkte bergende capaciteit hebben, kan het net de top van een regenbui afvlakken waardoor riooloverstorten minder snel in werking treden en er dus minder (verdund) rioleringswater in de singels terecht komt. Daarnaast wordt van groene daken verwacht dat ze ook nog aanvullende positieve eigenschappen hebben. Voorbeeld hiervoor is dat groene stofdeeltjes uit de atmosfeer opnemen en daarmee een buffer vormen tegen luchtvervuiling. Verder isoleert een beplant dak het pand eronder. Daardoor vermindert de opwarming van de stad en verbetert de luchtkwaliteit. En natuurlijk wordt de stad groener, waardoor er meer kansen komen voor flora en fauna en de leefbaarheid verbetert. Op 8 juli 2008 heeft het College van B&W ingestemd met het instellen van een subsidie voor de aanleg van groene daken. Hierdoor krijgen particulieren die kiezen voor een groen dak ongeveer de helft van de kosten vergoed. Ook wordt er een monitoringsprogramma opgestart om de effecten van groene daken te meten. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

25 In Delfshaven worden door ds+v binnen ruimtelijke ontwikkelingen de kansen voor het realiseren van vegetatiedaken nagegaan. Kansen voor vegetatiedaken worden per deelgebied (H5,6) geconcretiseerd. Het realiseren past in de visie van het Waterplan Rotterdam en de visie van dit DGWP Maatregel A01/A02 afkoppelen verharde oppervlakken Bij afkoppelen wordt neerslag die valt op (geschikte) wegen, fietspaden en dakoppervlakken niet langer via het gemengde rioolstelsel afgevoerd naar de zuivering. In plaats hiervan wordt het geïnfiltreerd in de bodem of (al dan niet direct) afgevoerd naar oppervlaktewater. Hierdoor wordt het schone regenwater niet vermengd met vuil rioolwater maar draagt het bij aan de toevoer van schoon water naar de singels. De deelgemeente Delfshaven is veelal dicht stedelijk gebied met een hoge druk op de buitenruimte. De kansen voor het direct naar oppervlaktewater afkoppelen van de buitenruimte van het bestaande gebied zijn hierdoor in het algemeen beperkt. Alleen echt schone oppervlakken komen hiervoor in aanmerking. Ook voor grootschalige nieuwbouw op korte afstand van een singel is afkoppelen kansrijk. Bij grotere aaneengesloten oppervlakken die opnieuw worden aangelegd en gerioleerd kan worden overwogen om deze te voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. Een voordeel van dit type stelsel is dat de eerste neerslag naar de zuivering wordt afgevoerd, waardoor het riool en de straten eerst schoonspoelen. Alleen wanneer het hard blijft regenen, zal regenwater direct naar het oppervlaktewater stromen. Er komt hierdoor geen verdund rioolwater meer op de singels. Mits voorzien van goede zuiverende voorzieningen (zoals naast wegen) kan door afkoppelen de invloed van gemengde riooloverstorten worden verminderd. Tevens komt er, door direct afkoppelen, schoon regenwater op de singels waardoor het door gemengde overstorten vervuilde singelwater wordt verdund met schoon regenwater. De kans op vissterfte na overstorten neemt af en de voedselbeschikbaarheid voor vissen in het water is eerder weer op orde. In Delfshaven worden door ds+v binnen ruimtelijke ontwikkelingen de kansen voor het realiseren van afkoppelprojecten nagegaan. Het realiseren gebeurt autonoom aan dit waterplan, maar past in de visie van het Waterplan Rotterdam en dit DGWP. Kansen hiervoor worden in bijlage 2 weergegeven Vergroten waterbergend vermogen De wateropgave neemt als gevolg van klimaatverandering alleen maar toe. Hoewel de maatregelen om water vast te houden een positief effect hebben, zal de bulk van de wateropgave toch moeten worden opgelost door het vergroten van het waterbergend vermogen. Dit is de tweede stap in de trits vasthouden, bergen en afvoeren. De meest voor de hand liggende oplossing hiervoor is het toevoegen van oppervlaktewater. Door water te bergen en vervolgens vertraagd af te voeren, zal de benodigde capaciteit voor afvoer beperkt blijven. Het waterbergend vermogen kan worden vergroot door: Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

26 - aanleg nieuw oppervlaktewater - overloopgebieden (laag gelegen groen- en parkstroken die mogen overstromen) - vergroten berging in het riool (bijvoorbeeld bergbezinkbasins) - waterpleinen Aanleg van nieuw oppervlaktewater De meest robuuste methode om te voldoen aan de bergingseis is het realiseren van voldoende oppervlaktewater. Hiervoor moeten bestaande watergangen worden vergroot of nieuwe watergangen, die verbonden zijn met het overige watersysteem, worden aangelegd. Door vergroting van het wateroppervlak neemt het bergend vermogen evenredig toe. Voorwaarde is echter wel dat voldoende peilstijging mogelijk is. Naast een kwantitatief effect heeft het vergroten van het wateroppervlak heeft ook een positief effect op de waterkwaliteit. Doordat het totale watervolume toeneemt wordt de buffercapaciteit vergroot en is het watersysteem minder gevoelig voor verstoring. Het effect van bijvoorbeeld riooloverstorten wordt hierdoor kleiner. Vissen krijgen zo meer kans om te vluchten naar de zuurstofrijkere delen in de watergang. Bij het toevoegen van extra water is de stedelijke inpassing van groot belang. In het algemeen wordt dit uitgevoerd in combinatie met stedelijke ontwikkelingen, waarbij het extra water in het ruimtelijk plan wordt opgenomen. Een recent voorbeeld hiervan is het project Tjalklaan. In overleg met de ds+v is een kansenkaart opgesteld met zoeklocaties voor waterberging. Deze is opgenomen in bijlage 2. Overloopgebieden Een variant op de aanleg van oppervlaktewater is het benutten van laaggelegen gebieden langs watergangen. Deze gebieden kunnen overstromen bij enige peilstijging waarna ze bijdragen aan de waterberging. Door een kade langs de rand van deze gebieden aan te leggen kan het waterpeil worden bepaald waarbij deze gaat bijdragen aan de berging. Voorbeelden van overloopgebieden zijn wandelpaden langs oevers van watergangen en laag liggende sportvelden. Door deze methode is waterbergend vermogen te realiseren in combinatie met overig gebruik. Deze delen zullen sporadisch onder water staan waardoor het gebruik nauwelijks wordt belemmerd. Wel moet voorafgaand worden nagegaan of er op juridisch en operationeel vlak geen obstakels zijn om dergelijke locaties onder te laten lopen. Punt van aandacht hierbij zijn de grondwaterstanden. Door de lage drooglegging en de natuurlijke opbolling van het grondwater, kan de grondwaterstand relatief hoog ten opzichte van het maaiveld komen. Dit stelt eisen aan de doorlatendheid en de drainage van de ondergrond. Vergroten berging riolering Een andere wijze van het vergroten van de waterberging is het vergroten van de berging van het rioolstelsel. Oplossingen hiervoor zijn het aanleggen van rioolbuizen met een grotere diameter dan hydraulisch noodzakelijk (bij rioolvernieuwing) of de aanleg van een bergbezinkbassin (BBB). Een richtlijn voor de berging in het rioolstelsel is circa 9 mm. In het stedelijk gebied van Delfshaven voldoet de berging hier maar net aan. In dicht stedelijk gebied als Delfshaven heeft het vergroten van het bergend vermogen van de riolering een directe invloed op de waterberging van het totale systeem. Elke m 3 die extra wordt geborgen in het riool zal namelijk niet in de singel Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

27 terecht komen. In de singel blijft dus meer ruimte beschikbaar. Door het vergroten van de berging met enkele millimeters zullen vooral de wat kleinere buien minder snel tot overstorten leiden. Hoewel berging in de riolering primair een kwantiteitsdoel heeft, leidt bovenstaande ook tot een aanzienlijk kwaliteitsvoordeel. Minder overstortvolume vanuit het riool naar het oppervlaktewater betekent dat er minder verdund rioolwater in de singels terecht komt. Dit heeft een gunstig effect op de jaarlijkse vuilvracht in de singel en levert gunstigere Teworscores op: de zuurstofdip zal minder worden, waardoor minder vissterfte optreedt. Voorwaarde voor deze oplossingen is dat er voldoende ruimte is zowel onder- als bovengronds. Waterpleinen Een manier om regenwater op te vangen is het waterplein. Dit is een plein in de stad waarvan de openbare ruimte zó wordt ingericht dat regenwater dat op het plein en de nabije omgeving valt, tijdelijk wordt opgeslagen op het plein. De inrichting is zodanig dat het water geen overlast vormt, sterker nog: waar het water plezier brengt! Een waterplein gaat altijd in combinatie met het afkoppelen van de verharde oppervlakken in de omgeving. Voordeel van het waterplein is dat het regenwater tijdelijk wordt vastgehouden op de plek waar het valt. Pas later zal het water worden afgevoerd naar riolering of beter nog, het oppervlaktewater. Het rioolstelsel en oppervlaktewater krijgen hierdoor tijd om eerst overig water te bergen en af te voeren. Pas later komt het water van het waterplein tot afvoer. De beschikbare capaciteit wordt dus efficiënter benut. Dit heeft zowel voordelen voor waterkwaliteit als voor waterkwantiteit Vergroten afvoercapaciteit De laatste oplossingsrichting in de trits vasthouden, bergen en afvoeren is het vergroten van de afvoercapaciteit. Hierbij kan zowel worden ingezet op het vergroten van de capaciteit van de rioolgemalen als de capaciteit van de oppervlaktewatergemalen. Vergroten capaciteit rioolgemaal De riolering in Delfshaven is naast de gewone gemalen ook voorzien van een overstortbemaling. Hiermee is de afvoercapaciteit van het rioolstelsel relatief groot. De capaciteit van het normale rioolgemaal wordt beperkt door de capaciteit van de zuivering. Hiermee is de totale afvoercapaciteit niet meer te vergroten. Vergroten capaciteit oppervlaktewatergemaal De afvoercapaciteit van de oppervlaktewatergemalen is normaal gelimiteerd door de ontvangstcapaciteit van de boezem. De waterschappen hebben elk hun bemalingsnorm op de ontvangstcapaciteit gebaseerd. Voor zowel het Delflands deel als het Schielands deel voldoet de afvoercapaciteit nog niet aan deze norm. Als inzet in dit DGWP zal in elk geval de gemaalcapaciteit worden vergroot tot aan de norm wordt voldaan. De Nieuwe Maas is echter niet gelimiteerd in de ontvangstcapaciteit. Voor bepaalde delen van het watersysteem is het derhalve mogelijk om singelwater direct naar de Nieuwe Maas af te voeren. Hiermee is een aanzienlijke vergroting van de afvoercapaciteit te verkrijgen, waardoor het waterpeil in de singels na een regenbui sneller op niveau kan worden gebracht en door Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

28 overstorten vervuild singelwater sneller kan worden afgevoerd. Een bijkomend voordeel is dat de boezem wordt ontlast. Voorwaarde voor het direct afvoeren van singelwater naar de Nieuwe Maas is dat er doorvoervoorzieningen van voldoende capaciteit bestaan door de primaire waterkering. Hierop zal het afvoergemaal moeten worden aangesloten. Aanleg van nieuwe doorvoeren is zeer kostbaar. Alleen in de polder Oud Mathenesse zijn geschikte doorvoeren aanwezig. Bovendien is aanvullend onderzoek nodig naar eventuele beperking in de vergunningsvoorwaarden voor het verhogen van de afvoer Inrichting (oevers, plasbermen en (onder)watervegetatie) Bij een natuurvriendelijke oever is de overgang tussen water en land vaak geleidelijk en voorzien van oeverbegroeiing. De oevers zijn uitvoerbaar in zeer uiteenlopende vormen variërend van een smalle, strak vormgegeven oeverstrook met laag blijvende, bloeiende planten, tot een brede oever waar land en water geleidelijk in elkaar overvloeien en de hoogte van de begroeiing varieert. Indien dit niet mogelijk is kan ook overwogen worden om floatlands toe te passen (drijvende beplanting). Hiernaast is het ecologisch waardevol om in bredere watergangen waterplanten aan te planten. In het algemeen worden natuurvriendelijke oevers ingezet voor het verbeteren van de (ecologische) waterkwaliteit. De aanwezige planten nemen opgeloste nutriënten uit het water op waardoor de concentraties afnemen. Hiernaast zullen niet opgeloste deeltjes tussen de planten bezinken en minder nutriënten naleveren aan het water. Door een verscheidenheid aan begroeiing onder water worden schuilplaatsen voor vissen gevormd en ontstaat een veelzijdigheid aan leefmilieus dat de basis vormt voor een veelzijdige soortensamenstelling. Boven en onder water zorgen natuurvriendelijke oevers voor meer natuur in de stad. Een natuurvriendelijke oever levert een belangrijke bijdrage aan een gevarieerde dieren- en plantenwereld in en om het water. Binnen de KRW is afgesproken dat de overheden ervoor zorgen dat initiatiefnemers van ruimtelijke ontwikkelingen de ruimtelijke dynamiek gebruiken om natuurvriendelijke oevers en paaiplaatsen te realiseren op plekken waar nu onvoldoende ruimte is. Initiatiefnemers nemen de KRW-opgave mee in de planvorming en passen de opgave zo goed mogelijk in de uitvoering. Bij het ontwikkelen van natuurvriendelijke oevers in stedelijk gebied komen diverse aspecten kijken. Hieronder vallen de gebruiksintensiteit, het bodemtype, de beschikbare ruimte, de grondsoort en de waterkwaliteit. Het draagvlak voor natuurvriendelijke oevers bij de bevolking staat of valt met de inpassing ervan in het stedelijk gebied. Het ontwerpen van een natuurvriendelijke oever is een ontwerpopgave waarbij de ecologie, waterkwaliteit en buitenruimteontwerp samenkomen. Voor Delfshaven zijn natuurvriendelijke oevers mogelijk met en zonder behoud van beschoeiing. Flauw talud (zonder beschoeiing) Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

29 De meest natuurvriendelijke oevers bestaan uit een flauw talud (1:5 of flauwer) en zijn in het algemeen begroeid van onder tot boven de waterlijn. figuur 4-1 schematische weergave van natuurvriendelijke oever In figuur 4-1 is een schematische weergave gegeven van een natuurvriendelijke oever die in de deelgemeente toegepast zou kunnen worden. Hoewel er ontelbare variaties mogelijk zijn, zijn hier de belangrijkste kenmerken: een aflopend flauw talud met een begroeiing van water en vochtminnende planten. Beginnend vanaf het open water komen in een oeverzone ondergedoken waterplanten voor zoals waterpest, hoornblad e.d. Op ondiepere plaatsen komen planten met drijfbladeren voor zoals waterlelie en gele plomp. Geleidelijk gaat deze vegetatie over in een oevervegetatie. Een oevervegetatie kenmerkt zich door planten die in de waterbodem wortelen maar boven het water uitsteken. Voorbeelden hiervan zijn riet en lisdodde. Vanwege ligging in stedelijk gebied is voor Delfshaven in het algemeen een niet al te wilde bloemrijke oever gewenst. Natuurvriendelijke plasberm (met beschoeiing) Kenmerk van de historische singels van Rotterdam is de strakke glooiende oeverlijn waar het water overgaat in een gemaaide gazonoever. Op vele (historische) plaatsen is het wenselijk om deze historische oeverlijn te behouden. Hier is een natuurvriendelijke plasberm een goede optie om de ecologische kwaliteit van de watergang te verhogen zonder het historisch beeld geweld aan te doen. figuur 4-2 natuurvriendelijke plasberm De natuurvriendelijke plasberm gaat uit van het huidige ontwerp van de watergang. Het land en het water zijn met harde beschoeiing visueel gescheiden. Het ondiepe deel direct naast het land is de plasberm. Deze plasberm wordt natuurvriendelijk ingericht. Diverse kleurrijke bloemen en planten geven een accent aan de watergang. Hiernaast is de plasberm van belang als kraamkamer en foerageergebied voor vissen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

30 Een belangrijk nadeel van de natuurvriendelijke plasberm is dat de overgang van land naar water niet geleidelijk is. De oever vormt hierdoor voor veel bij of in het water levende dieren een obstakel. Het is hier aan te raden om de beschoeiing op sommige plaatsen te verwijderen of precies gelijk te leggen met het waterpeil. In overleg met ds+v is een kansenkaart voor de realisatie van natuurvriendelijke oevers opgesteld, zie ook 3.2 en bijlage 3. De aanleg en het beheer van natuurvriendelijke oevers dienen in samenwerking met ds+v te worden opgepakt. De afspraken over de inrichting, type oever en het beheer kunnen worden vastgelegd in het beheer- en onderhoudsplan (maatregel A11) Verbeteren verversingscapaciteit Het watersysteem van de deelgemeente is voorzien van in- en uitlaatpunten. De inlaatpunten functioneren nu vooral om het waterpeil op orde te houden in droge periodes. Door watergangen intensief door te spoelen nadat riooloverstorten kunnen de effecten hiervan sterk worden beperkt. Het vuile water wordt dan vervangen door schoon inlaatwater en het zuurstofgehalte neemt weer toe door het inlaatwater. Belangrijk bij het doorspoelen is dat water aan een ander uiteinde van de watergang wordt ingelaten dan waar het wordt afgevoerd. Dit is nu niet op alle (stelsels van) watergangen mogelijk. Per deelwatersysteem zal worden aangegeven op welke wijze hier verbetering in kan worden aangebracht Beheer en onderhoud Algemeen beheer De organisatie rondom de taakverdeling van beheer en onderhoud is in Rotterdam niet altijd even duidelijk. Hierdoor worden onderdelen van het watersysteem soms niet optimaal of geheel niet onderhouden. In het kader van Waterplan 2 Rotterdam wordt gewerkt aan een duidelijke taakverdeling en betere beheerafspraken tussen de betrokken organisaties. Naar verwachting worden de definitieve afspraken in het najaar 2008 bestuurlijk geaccordeerd. Onder beheer en onderhoud worden in de deelgemeente de volgende activiteiten verstaan: blad-, kroos- en vuilvissen, visstandbeheer, beheer van (natuurvriendelijke) oevers en baggeren. Maatregel A04 blad-, kroos- en vuilvissen Hoewel het reguliere onderhoud aan het openbare water voldoet aan de eisen en normen zorgt organisch materiaal in watergangen door bladval en kroos plaatselijk voor een verslechtering van de waterkwaliteit en slibaanwas. Met name in het stedelijke gebied is tevens regelmatig sprake van drijfvuil in de watergangen waardoor de belevingswaarde van het water afneemt. Bij de bestaande en toekomstige natuurvriendelijk oevers zal ook de drijfvuilproblematiek toenemen (drijfvuil blijft makkelijk in natuurvriendelijke oevers hangen). Optimalisatie blad- en kroosvissen Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

31 Voor blad- en kroosvissen in respectievelijk hoofd- en overige watergangen zijn HHSK, HHD en de Werf Delfshaven verantwoordelijk. Regulier wordt het kroos verwijderd op twee momenten per jaar; eenmaal in juni en eenmaal in oktober/november. Verder op afroep als een watergang voor meer dan 75% bedekt is met kroos, dit wordt verwijderd tot circa 30%. Door blad-, kroos- en vuilvissen flexibeler in te zetten, kan naar verwachting een beter resultaat worden bereikt met de zelfde beheerskosten. Hiervoor dient het jaarbestek onderhoud watergangen voor de deelgemeente worden aangepast. Bladvissen gebeurt nu één à twee keer per jaar in het najaar. Voorgesteld wordt om dit meer te richten op de locaties waar bladeren zich in het algemeen verzamelen en af te stemmen op de weersomstandigheden en de aanwezige boomsoorten. Kroosvissen kan worden geoptimaliseerd door te beginnen in de tijd dat kroos begint te groeien en het vervolgens bij te houden. Optimalisatie vuilvissen Voor vuilvissen heeft de werf een contract met de Roteb. In dit contract is geregeld dat het vuilvissen 1 keer per jaar in de winter een algemene ronde voor de singels wordt uitgevoerd. De singelkoppen worden 2 keer per jaar schoongemaakt. Waar nodig wordt meer frequent gereinigd. Als in een buurt regelmatig veel vuil in de watergang ligt of dan wordt dit door de werf aangegeven richting de deelgemeente. Communicatie richting de bewoners is in deze gevallen een effectiever middel dan het verhogen van de reinigingsfrequentie. Hierbij is het van belang dat er voldoende vuilnisbakken rondom de watergangen aanwezig zijn. Beheer (natuurvriendelijke) oevers Bij natuurvriendelijke oevers is het beheer van zeer groot belang. Wanneer er geen, op de oever afgestemd, beheer wordt uitgevoerd zal een oever snel verwilderen en zal riet snel overheersen. Het benodigde beheer is verschillend per type natuurvriendelijke oever. Er wordt momenteel bij Gemeentewerken een algemene beheersrichtlijn opgesteld voor het beheer van natuurvriendelijke oevers en moerasvegetaties. Binnen deze richtlijn wordt duidelijk onderscheid gemaakt naar verschillende typen waardoor het beheer naar verwachting zal verbeteren. Maatregel A05 visstandbeheer Actief visstandbeheer Door het actief beheren van de visstand wordt voorkomen dat er grote populaties met ongunstige soorten ontstaan en kunnen gunstige soorten worden uitgezet, passend binnen het gewenste streefbeeld (waterkwaliteitsbeeld). Het doel hiervan is het verbeteren van het ecologisch functioneren van het watersysteem door het herstellen van een gevarieerde, natuurlijkere en bij het watersysteem passende visstand. Door voor watergangen de gewenste vistypen overeenkomstig met de streefbeelden 2015 uit te zetten en de overmaat aan bodemwoelende soorten te verwijderen, zal zich een meer natuurlijke en een, voor de waterkwaliteit betere, visstand ontwikkelen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

32 Deze maatregel sluit aan bij: - Het uitvoeren van baggerwerkzaamheden. Als watergangen worden gebaggerd, worden de vissen in het kader van de zorgplicht van de Flora- en Faunawet weggevangen. Dit biedt kansen voor het uitzetten van de gewenste vissoorten, waarbij niet gewenste soorten niet worden teruggezet. - Als uitvoeringsmaatregel van het Waterplan 2 Rotterdam werkt de gemeente Rotterdam samen met de waterschappen aan een visstandbeheerplan. Er wordt hiervoor een visstandbeheercommissie ingesteld die zal inventariseren welke (mix van) maatregelen en beleid noodzakelijk is om te waarborgen dat de visstand past bij het watersysteem en de waterkwaliteitsbeelden (planning 2008/2009). Vispassages Het watersysteem in Delfshaven bestaat uit diverse afgeschermde compartimenten waardoor er geen migratiemogelijkheden bestaan voor vissen. Voor een gezonde vispopulatie is het van belang dat het leefgebied van vissen groot genoeg is met voldoende afwisseling, voedsel en paaimogelijkheden. In het Waterplan 2 Rotterdam is dit onderkend en er wordt ingezet op het verbeteren van de migratiemogelijkheden. Ten aanzien van de visstand is het vooral van belang om de leefomgeving van de vissen te verbeteren zodat de soortensamenstelling zich kan handhaven. Vanuit de KRW bestaat er een resultaatsverplichting voor de Boezem voor twee paaiplaatsen en een vispassage. In dit kader gebruikt Hoogheemraadschap van Delfland het beleidskader vismigratie, dat in nauwe afstemming met de Visstandbeheercommissies wordt opgesteld, om tot concrete afspraken met Rijkswaterstaat te komen over vismigratiebevorderende maatregelen op locaties die nu bij Rijkswaterstaat in beeld zijn. Tot deze locaties behoort een vispassage voor de Parksluizen. Waterbodem Een groot deel van de watergangen in de deelgemeente Delfshaven wordt gebaggerd in een cyclus van 10 jaar. Binnen deze periode kan er een dikke sliblaag op de bodem ontstaan. Een dikke sliblaag is ongunstig voor zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Ten aanzien van de kwantiteit zijn de belangrijkste problemen: belemmering van de doorstroming met problemen voor de verversing en kans op wateroverlast. Ten aanzien van kwaliteit zijn de belangrijkste problemen: snelle opwarming, onvoldoende paai- en overwinteringsplaatsen voor vissen en amfibieën, het opwoelen van slib en nalevering van nutriënten. Verdiepen watergangen (aanpassen leggermaat) Op locaties waar geen risico is voor opbarsten van de bodem en de grondslag en de beschoeiing dit mogelijk maakt, kan de leggermaat van de watergang worden verdiept. Een diepere watergang biedt in het algemeen voorwaarden voor een betere (ecologische) waterkwaliteit, stroomt beter door en zal minder snel opwarmen. Doordat de basisdiepte van een watergang dieper is zal de baggerlaag tevens minder snel tot een te ondiepe watergang leiden. HHSK werkt aan actualisatie van de Leggers en zal daarbij de feitelijke aanwezige c.q. de standaard in het baggerbeleidsplan afgesproken profiel gaan vastleggen (nu zijn slechts de minimale profielen ten behoeve van de transportcapaciteit vastgelegd). Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

33 Maatregel A03 vaker baggeren In watergangen met een grote slibaanwas, waar bronmaatregelen niet mogelijk zijn, kan worden overwogen om vaker te baggeren dan de standaardfrequentie. Deze standaardfrequentie is 1x per 10 jaar. Het vaker baggeren kan dan het best worden ingezet door tussen de normale baggercycli een extra ronde toe te voegen. De frequentie verdubbelt dan naar 1 keer per 5 jaar. Door deze maatregel zal de maximale dikte van de baggerlaag minder zijn en blijft de resterende waterdiepte groter. De noodzaak voor deze maatregel is afhankelijk van locatiespecifieke omstandigheden. Maatregel A10 beheer- en onderhoudsplan Door het gezamenlijk opstellen van een beheer- en onderhoudsplan door de werf Delfshaven, HHSK en HHD kunnen de oplossingsrichtingen uit deze paragraaf worden geconcretiseerd. In een beheer en onderhoudsplan wordt een gezamenlijke visie op het beheer van de watergangen en oevers opgesteld door de beheerders. Hiermee kan het beheer en onderhoud beter en efficiënter worden uitgevoerd. Een duidelijke omschrijving van aanpak, taken en verantwoordelijkheden voorkomt dat bepaalde onderhoudstaken niet of juist dubbel worden uitgevoerd. Naast de standaardonderwerpen dient dit integrale beheer- en onderhoudsplan afspraken te bevatten over de volgende zaken: Visbeheer (visrecht en visplan) Inrichting natuurvriendelijke oevers Aanpak diffuse bronnen Grondwaterzorgtaak Maatregel A08 protocol informatievoorziening beheerders In de praktijk blijkt dat het relatief veel tijd kost voor de beheerders om elkaar te bereiken. Hierdoor gaat er lang tijd overheen voordat maatregelen genomen worden, bijvoorbeeld na overstortingen. Om de lijnen tussen de verschillende beheerders kort te houden en informatievoorziening te garanderen wordt voorgesteld een protocol op te stellen waarmee beheerders elkaar in korte tijd kunnen bereiken en er snel op praktijkproblemen kan worden ingesprongen Watercompensatie bij RO projecten Uit fase 1 is gebleken dat de invulling van de wateropgave bij nieuwbouwprojecten of herstructureringsprojecten vaak nog een probleem is. Bij dit thema hebben de beide hoogheemraadschappen in de deelgemeente een verschillende benadering. HHSK gaat ervan uit dat de ontwikkelaar het toegenomen verhard oppervlak compenseert. Hierbij wordt een ondergrens aangehouden van een plangrootte van 500 m 2. Alleen bij grotere projecten waar veel verharding wordt toegevoegd is compensatie aan de orde. HHD gaat er van uit dat, zolang de bestaande tekorten nog niet zijn opgelost, alle nieuwe ontwikkelingen moeten voorzien in de volledige opgave voor het plangebied. Hier moet dan 325 m 3 water per ha verhard oppervlak aan berging worden toegevoegd. Met maatregelen uit dit DGWP zal een deel van de tekorten worden opgelost, echter niet alle tekorten. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

34 Om dit proces te vergemakkelijken wordt voorgesteld om een waterfonds in te stellen en afspraken te maken over de procedures rond de watertoets. Maatregel A09 versoepelen proces ruimtelijke plannen Uit fase 1 is gebleken dat het doorlopen van het watertoetsproces door ds+v soms als knelpunt werd ervaren. Om het proces in de toekomst makkelijker te laten verlopen wordt een set maatregelen voorgesteld waarbij overleg tussen betrokken partijen centraal staat. In eerste instantie is het van belang dat betrokken partijen procedurele afspraken maken over hoe het proces het beste kan verlopen om tot een ontwikkeling te komen die voldoet aan de eisen van ruimtelijke kwaliteit en de waterhuishoudkundige randvoorwaarden. Procedurele afspraken kunnen bestaan uit het plannen van overlegmomenten, maar ook hoe beide partijen bij kunnen dragen aan het oplossen van de waterberging en het beperken van overstorten door bijvoorbeeld af te koppelen. De eerste stappen voor dergelijke afspraken worden inmiddels gezet. Daarnaast is het voor Rotterdam zinvol om een waterfonds op te richten waarbij ontwikkelaars, onder bepaalde voorwaarden, hun wateropgave kunnen afkopen. De belangrijkste voorwaarde voor het afkopen van deze verplichting, is dat de invulling niet (zinvol) mogelijk is binnen de plangrenzen. In het kader van de uitwerking van het Waterplan 2 Rotterdam wordt al gewerkt aan een opzet vaneen waterfonds. In de uitvoeringsorganisatie van dit DGWP (zie hoofdstuk 8) kan het waterfonds voor de deelgemeente worden gecoördineerd Grondwater Een aantal knelpunten heeft betrekking op grondwateroverlast. In het algemeen betreft het hier knelpunten op particulier terrein: de grondwaterstand is hoger dan de vloer van een kelder, souterrain of een tuin. De eigenaar is hiervoor zelf verantwoordelijk en deze knelpunten vallen buiten het kader van dit DGWP. Wel heeft de gemeente in het kader van de wet gemeentelijke watertaken (januari 2008) de ontvangstplicht voor grondwater van particuliere percelen. Bovendien heeft de gemeente een zorgplicht in de aanpak van problemen wanneer er in een bebouwd gebied sprake is van structureel nadelige gevolgen voor de aan de grond gegeven bestemming door de grondwaterstand. Particulieren kunnen in geval van overlast terecht bij het waterloket van de gemeente. Maatregel A11 nader grondwateronderzoek Er wordt gedurende het opstellen van dit plan gewerkt aan een notitie voor de implementatie van de Wet gemeentelijke watertaken. Als uit deze notitie beleid ontstaat voor het grondwaterbeheer kan met deze maatregel worden nagegaan wat de consequenties zijn voor Delfshaven. Exacte invulling van het onderzoek zal op basis van de uitkomsten van de notitie later bepaald worden Onderzoeksmaatregelen waterkwaliteit In beide deelgebieden is maar beperkt inzicht in wat de exacte belasting van vervuilende stoffen op het watersysteem is. Om hier meer duidelijkheid over te krijgen wordt een drietal algemene maatregelen voorgesteld. Maatregel A06 opstellen stoffenbalans Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

35 Er is onvoldoende inzicht in de bronnen en de influx van nutriënten en zouten in het oppervlaktewater. Hierbij is de invloed van zoutindringing door klimaatverandering een belangrijk onderdeel. Om dit beeld helder te krijgen wordt voorgesteld om stoffenbalansen op te stellen. Aangezien hiervoor betrouwbare meetgegevens nodig zijn, zal aanvullende monitoring van de waterkwaliteit nodig zijn (A12). Wanneer bekend is welke aanvoer van stoffen er is, kan vervolgens onderzocht worden welke maatregelen er uitgevoerd kunnen worden. Maatregelen A12 opstellen en uitvoeren meetprogramma Om meer kennis te krijgen van de bronnen die het watersysteem bevuilen is monitoring van de waterkwaliteit noodzakelijk. Met het uitvoeren van deze maatregel kan in overleg met de hoogheemraadschappen bepaald worden of de huidige meetpunten voldoen, en zo niet, waar en hoe de metingen het beste uitgevoerd kunnen worden. Maatregelen A13 plan van aanpak diffuse bronnen Naast de belasting door overstorten wordt het watersysteem ook belast door diffuse bronnen als hondenuitwerpselen, bladinval en drijfvuil. Daarom wordt voorgesteld een plan van aanpak op te stellen waarbij afspraken gemaakt worden hoe de belasting door deze diffuse bronnen beperkt kan worden. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

36 Verzameltabel toetsing en prioritering algemene maatregelen Nummer Maatregel Omvang 1 Visie / streefbeeld 2 Voorkomen wateroverlast 3Waterkwaliteit en ecologie 4Robuustheid Snelheid en realiseerbaarheid5 6 Baten 7 Verhouding Kosten / Baten 8 Beheerbaarheid 9 Draagvlak 10 Kosten in Euro's excl. BTW, engineering etc kosten niet voor waterplan Prioriteit A01 Ontharden van verhard oppervlak (infiltreren in de ,- /m2 Hoog A02 Afkoppelen van verhard oppervlak (anders dan 0 infilteren in de bodem) /m2 Hoog A03 Vaker baggeren / m2 Midden A04 Frequenter blad- kroos- en vuilvissen ,06 / m2 Hoog A05 Visstandbeheer Door te sturen op de soorten vis (wegvangen bodemwoelende vis en uitzetten gewenste vissoorten als voorntjes en snoekbaars) kan een betere waterkwaliteit worden bereikt. Voordat actief visstandbeheer wordt uitgevoerd dient een visstandsonderzoek te worden uitgevoerd <HHSK/HHD> x Laag A06 Opstellen stoffenbalans Om inzicht te krijgen in de bronnen van stikstof en fosfor en zouten wordt een stoffenbalans opgesteld. Hiermee kan een brongerichte aanpak worden opgezet Laag A07 Vergroten waterbergingscapaciteit Met de aanleg van open water neemt de belevingswaarde toe en neemt de kans op natte voeten verder af ,--/m2 Midden A08 Protocol informatievoorziening beheerders Voor een goede bereikbaarheid tussen de beheerders wordt een protocol opgesteld. Hierin wordt ingegaan op: buitengewoon onderhoud, dagelijks onderhoud, storingsonderhoud, acties na overstortingen en een lijst met contactgegevens PM Midden A09 Versoepelen proces ruimtelijke plannen Oprichten van een waterfonds zodat ontwikkelaars onde PM Hoog A10 Beheer- en onderhoudsplan concrete afspraken beheer, visstand en inrichting natuu Hoog A11 Nader onderzoek grondwateroverlast PM 0 Hoog A12 Opstellen en uitvoeren meetprogramma PM 0 Hoog A13 Opstellen plan van aanpak diffuse bronnen PM 0 Hoog Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

37 5. Aanpak knelpunten Delflands deel 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden maatregelen voorgesteld voor aanpak van de knelpunten van het watersysteem in de deelgemeente dat onder het beheer van het Hoogheemraadschap van Delfland valt. In fase 1 zijn er knelpunten geconstateerd voor de wijken Oud Mathenesse en Spangen. Voor deze wijken wordt daarom in dit hoofdstuk een aanpak opgesteld. Hiertoe worden allereerst in 5.2 de knelpunten in het watersysteem en de opgave vanuit het streefbeeld beschreven. Op basis van deze knelpunten en de eigenschappen van het watersysteem komen in 5.3 mogelijke oplossingsrichtingen naar voren, uitgewerkt naar bijbehorende maatregelen in 5.4. Aanvullende maatregelen, die niet zijn meegenomen in de modellering, maar wel een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de genoemde knelpunten worden in 5.5 behandeld. Vervolgens worden de maatregelen in 5.6 getoetst op hun werking en op de criteria uit het afwegingskader uit hoofdstuk 2. Tot slot volgt in 5.7 een advies voor de maatregelen die in de looptijd van dit DGWP ( ) het best kunnen worden uitgevoerd. 5.2 Geconstateerde knelpunten In fase 1 van dit DGWP zijn de knelpunten voor het watersysteem bepaald. De opgave is te verdelen in een kwantitatieve opgave: (waterberging en doorstroming en gemaalcapaciteit), een kwalitatieve opgave (Tewor, chemie en ecologie), beheer (drijfvuil verwijderen en afstemming beheerswerkzaamheden) en grondwateroverlast. De knelpunten worden in de onderstaande paragrafen nogmaals samengevat. De nummers die aan knelpunten zijn gegeven, zijn gebaseerd op de eerste letter van het type knelpunt (bijvoorbeeld A1 voor een knelpunt rond afvoercapaciteit) Waterkwantiteitsopgave Afvoercapaciteit De aanwezige gemaalcapaciteit van het oppervlaktewater is vele malen kleiner dan de capaciteit die er volgens de norm zou moeten zijn. Door de aanwezigheid van een overstortbemaling blijft de belasting van het oppervlaktewatersysteem beperkt. Wel is het zo dat als overstort optreedt, de waterstand relatief lang hoog blijft staan. Nr Locatie Omschrijving Norm capaciteit (m3/min) A1 Gemaal Spaansebocht Huidige capaciteit (m3/min) Opgave (m3/min) Capaciteitstekort 8,37 0,50 7,87 A2 Gemaal Tjalklaan Capaciteitstekort 19,10 1,50 17,60 Naast de beperkte gemaalcapaciteit zijn de volgende knelpunten gesignaleerd: Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

38 - Vanaf gemaal Tjalklaan loopt een lange persleiding naar de Schie. Deze persleiding is in een slechte staat en belemmert mogelijk het vergroten van de gemaalcapaciteit van dit gemaal. - Het wateroverschot van de singel langs de Spaansebocht wordt afgevoerd naar de vijver aan de Tjalklaan. Dit gebeurt via het hoger gelegen peilvak III, waardoor het water opgemaald en vervolgens weer naar de vijver aan de Tjalklaan afgelaten moet worden. Vanuit deze vijver wordt het water vervolgens met het gemaal Tjalklaan naar de Schie afgevoerd. Deze situatie is zeer inefficiënt en kan verbeteren door het gemaal aan de Spaansebocht direct naar de Nieuwe Maas of de Schie af te laten voeren. Knelpunten doorstroming De duikers zijn getoetst aan de maximale stroomsnelheid en aan de maximale opstuwing. De eis voor maximale opstuwing blijkt hierbij maatgevend. Nr Locatie Omschrijving Knelpunt D1 Pasteursingel OW3142 Te grote stroomsnelheid en opstuwing in duiker tussen Pasteursingel en Tjalklaanvijver D2 Hoekersingel OW3146 Te grote opstuwing in duiker tussen Hoekersingel en Tjalklaanvijver D3 Professor Poelslaan Te grote opstuwing in duiker tussen Hoekersingel en Tjalklaanvijver Stuwing 220 mm Stroomsnelheid 0,75 m/s Stuwing 6 mm Stuwing 70 mm Bergingsopgave In de watersysteemanalyse van het Hoogheemraadschap van Delfland is de bergingsopgave bepaald voor de huidige situatie en voor Zowel in de huidige situatie als in 2050 is er een bergingstekort. Het totale tekort in de huidige situatie is m 3, in 2050 is dit opgelopen tot m3. In onderstaande tabel is de verdeling hiervan over de singels aangegeven. Overigens hanteert Delfland het uitgangspunt dat in 2015 de bergingsopgave voor 2050 opgelost moet zijn. Huidige opgave (op te lossen voor 2015) Nr Locatie Omschrijving Opgave B1 Totaal Mathenesse Bergingstekort bij T100 bui m 3 B2 Spaansebocht Bergingstekort bij T100 bui m 3 B3 Kinderboerderij vijver Geen tekort - Voor de opgave voor 2050 bleek dat de bestaande modellering niet uitging van de meest actuele en correcte gegevens. Het model is daarom op basis van de nieuwe uitgangspunten (zie bijlage 4) opnieuw doorgerekend met de wateropgave voor 2050 in onderstaande tabel als resultaat. Hieruit blijkt dat voor 2050 de wateropgave m 3 bedraagt. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

39 Opgave voor 2050 Nr Locatie Omschrijving Opgave B1 Totaal Mathenesse Bergingstekort bij T= m 3 (0,70 ha) B2 Spaansebocht Bergingstekort bij T= m 3 (0,66 ha) B3 Kinderboerderij vijver Geen tekort Waterkwaliteitsopgave Tewortoets Tewor geeft een totaalscore voor de zuurstofconcentratie die optreedt bij een bui met een herhalingstijd van 1, 2, 5 en 10 jaar. Op basis van de kans op vissterfte zijn vier klassen gedefinieerd. Uit de berekeningen volgt dat er een geringe kans op vissterfte is in de vijver bij de Tjalklaan en de Kinderboerderij. Op de kinderboerderijvijver komt geen overstort uit en de bestaande overstort in de vijver bij de Tjalklaan bevindt zich vlak naast het gemaal zodat het overgestorte water zeer snel kan worden afgevoerd. Wel vindt volgens HHD op deze locatie ook bij kleine buien al overstortingen plaats. De vuillast is op deze locatie groot. De Hoekersingel en de Spaansebocht kennen een matige kans op vissterfte. Beide singels zijn slecht doorspoelbaar doordat de gemaalcapaciteit te beperkt is (Spaansebocht) of omdat de singel doodlopend is (Hoekersingel). De Pasteursingel en de het noordelijke deel van de Spaansebocht kennen zelfs een grote kans op vissterfte vanwege een slechte verversingscapaciteit (Spaansbocht) en doodlopend (Pasteursingel). Nr Locatie Omschrijving Beoordeling T1 Hoekersingel Teworklasse II, matige kans op vissterfte Aandachtspunt T2 Tjalklaan Teworklasse I, geringe kans op vissterfte Geen knelpunt T3 Pasteursingel Teworklasse III, grote kans op vissterfte Knelpunt T4 Spaansebocht Noord Teworklasse III, grote kans op vissterfte Knelpunt T5 Spaansebocht Zuid Teworklasse II, matige kans op vissterfte Aandachtspunt T6 Kinderboerderij vijver Teworklasse I, geringe kans op vissterfte Geen knelpunt T7 Duiker Kinderboerderij Teworklasse II, matige kans op vissterfte Aandachtspunt Verversingscapaciteit In een ideale situatie is een inlaat aanwezig aan de ene kant van de watergang en een uitlaat aan de andere kant waardoor het water doorstroomt en vervuiling, door bijvoorbeeld riooloverstorten, wordt afgevoerd. De Hoekersingel en de Pasteursingel zijn niet doorspoelbaar, de singel langs de Spaansebocht is alleen beperkt doorspoelbaar. Het verversen van deze watergangen wordt hierdoor sterk bemoeilijkt hetgeen, in combinatie met de aanwezige bronnen, negatieve gevolgen heeft voor de waterkwaliteit. Voedingsstoffen en vuil hopen zich op wat leidt tot ongewenste plantensoorten (algen), zuurstofloosheid en stank. Ecologische kwaliteit van water en oever In 2005 is voor de Rotterdamse watergangen in het beheersgebied van HHD een ecologische beoordeling uitgevoerd (lit. 4). In deze ecologische beoordeling zijn alle oevers binnen Delfshaven als slecht beoordeeld. Dit is vanwege de minimale bedekking met oever- en Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

40 waterplanten. Ook is er plaatselijk flab (draadalgen) waargenomen, wat een indicatie is dat er veel voedingsstoffen in het water aanwezig zijn. Hierdoor kunnen deze algen zeer snel groeien. Het flab zorgt voor drijflagen op het water en verstikt de planten en dieren in het water eronder. De mindere kwaliteit van het oppervlaktewater is in het ecologische onderzoek ook aangetoond met de indicatorsoorten slakken, libellen- en muggenlarven en kokerjuffers. Hun aanwezigheid is een indicatie voor een slechte waterkwaliteit. Uit de ecologische beoordeling blijkt dat de oevers en het water vrijwel nergens ecologisch zijn ingericht. Hierdoor is het aantal soorten planten en dieren beperkt en zijn de leefomstandigheden voor vissen en andere waterdieren beperkt Locatiespecifieke streefbeelden In fase 1 van dit deelgemeentelijk waterplan is per singel een locatiespecifiek streefbeeld bepaald. Dit streefbeeld is een beschrijving van de gewenste situatie per (deel van een) singel. De locatiespecifieke streefbeelden zijn hieronder beschreven. Deze locatiespecifieke streefbeelden zullen op de lange termijn (voor 2030) moeten worden gerealiseerd. Voor enkele watergangen is het haalbaar om dit streefbeeld in de looptijd van dit deelgemeentelijk waterplan te realiseren. Opgave en strategie Hoekersingel Het streefbeeld voor de Hoekersingel is (stabiel) troebel water, viswatertype Snoek- Blankvoorn/Blankvoorn-Brasem, plantenarm water (5-10% van het wateroppervlak is begroeid). De Hoekersingel is nu een relatief kleine doodlopende parksingel. De Hogenbanweg zorgt voor een fysieke en ruimtelijke barrière in het singelsysteem dat voorheen een verbinding vormde met de Buijs Ballotsingel in Schiedam. De natuurlijkheid van de oevers is nu slecht ontwikkeld maar kan verder worden ontwikkeld zonder de cultuurdimensie te schaden. Door de aanleg van een natuurvriendelijke plasberm blijven de zichtlijnen intact en worden de overgangen van bebouwing naar water scherper geaccentueerd. De aanwezige riooloverstort zorgt voor een regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en er is kans op vissterfte na overstortingen. De opgave voor de singel is de cultuurdimensie behouden en de belevingswaarde verhogen. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - blad- en vuilvissen. Opgave en strategie Pasteursingel Het streefbeeld voor de Pasteursingel is (stabiel) troebel water, viswatertype Blankvoorn-Brasem, plantenarm water (2-5% van het wateroppervlak is begroeid). De Pasteursingel is thans een relatief kleine serie doodlopende waterpartijen, verbonden met duikers en vormt de ruimtelijke begrenzing van het Witte Dorp. Het sportterrein is een rare onderbreking van de singel. De natuurlijkheid van de oevers is nu slecht ontwikkeld maar kan in de vorm van de natuurvriendelijke plasberm verder worden ontwikkeld zonder de cultuurdimensie te schaden. De aanwezige riooloverstort zorgt voor een regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en er de kans op vissterfte na overstortingen is groot. De opgave voor de singel is de cultuurdimensie behouden en de belevingswaarde verhogen. De strategie hiervoor is: Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

41 - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - blad- en vuilvissen. Opgave en strategie Kinderboerderij Het streefbeeld voor de Heemraadssingel is (instabiel) helder water, viswatertype Snoek- Blankvoorn, plantenrijk water (5-10% van het wateroppervlak is begroeid). De Kinderboerderij is een relatief kleine singel. De vijver vormt een ruimtelijke scheiding tussen de kinderboerderij en de Tjalklaan. Doordat de singel nu oogt als een levenloze zwarte spiegel is de belevingswaarde beperkt. De aanwezige riooloverstort zorgt voor een regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en er is kans op vissterfte na overstortingen. De opgave voor de singel is de nutriëntenbelasting beperken en de doorstroming verbeteren. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de Spaansebocht; - toevoegen oevervegetatie en afstroom van uitwerpselen tegengaan; - blad- en vuilvissen. Opgave en strategie vijver Tjalklaan Het streefbeeld voor de vijver Tjalklaan is (instabiel) helder water, viswatertype Snoek- Blankvoorn, plantenrijk water (5-10% van het wateroppervlak is begroeid). De vijver aan de oostzijde van de Tjalklaan vormt het eindpunt van alle watergangen in het Delflandse deel van Delfshaven. Door uitbreiding van de vijverpartij kan de waterberging en de ecologische buffercapaciteit worden vergroot. De uitbreiding kan leidt tot een volwaardige parkzone met een sterke nadruk op natuurbeleving. De aanwezige riooloverstort zorgt voor regelmatige toevoer van nutriënten aan het water maar de kans op vissterfte is door de grootte van de vijver zeer gering. De opgave voor de singel is de belevingswaarde verhogen. De strategie hiervoor is: - vergroten van het zuiverende en bufferende vermogen (door het vergroten van de vijver); - terugdringen van de nutriëntenbelasting; - blad- en vuilvissen; - inrichten natuurvriendelijke oevers. In fase 1 heeft de vijver Tjalklaan door de projectgroep een hoge prioriteit in de aanpak meegekregen. Opgave en strategie Spaansebocht Het streefbeeld voor de Spaansebocht is (instabiel) helder water, viswatertype Snoek- Blankvoorn, plantenrijk water (5-10% van het wateroppervlak is begroeid). De Spaansebocht is een relatief lange parksingel en vormt de begrenzing van Spangen. De watergang vormt een samenhangend geheel met bebouwing, groen en spoortalud. De aanwezige riooloverstort zorgt voor een regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en er is (grote) kans op vissterfte na overstortingen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

42 De opgave voor de singel is nutriëntenbelasting reduceren en de belevingswaarde verhogen. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - verbeteren van de doorspoelmogelijkheden; - blad- en vuilvissen. 5.3 Oplossingsrichtingen De in 5.2 genoemde knelpunten die betrekking hebben op het functioneren van het watersysteem treden het gehele jaar op, maar leveren het meeste problemen op bij hevige neerslag. Deze knelpunten zijn ontleend aan de modellering van het watersysteem in de Watersysteemanalyse (WSA, lit. 2). In overleg met de werkgroep watersysteem Delflands deel zijn drie scenario s opgesteld waarmee de knelpunten kunnen worden aangepakt. De scenario s bestaan uit sets van maatregelen die een effect hebben op de waterkwantiteit (berging en afvoer) en de waterkwaliteit (waterkwaliteitsspoor). Met het model van de WSA worden de (eventueel) resterende bergingopgave en de Teworklassen berekend. De drie scenario s zijn: 1. Basisscenario 2. Systeemscenario 3. Emissiereductiescenario (op basis van scenario 1 of 2). De verschillende scenario s mogelijkheden worden hieronder nader beschreven Basisscenario (autonome ontwikkeling) Het basisscenario gaat uit van het huidige watersysteem, waarbij de maatregelen, genomen buiten het waterplan om, zich richten op het oplossen van de kwantitatieve knelpunten. Deze maatregelen zijn gericht op de aanpak van de afvoer- en bergingsopgave en verbetering van de verversingscapaciteit voor zover mogelijk binnen de bestaande waterstructuur. Deze maatregelen zijn grotendeels al door HHD en de gemeente Rotterdam opgenomen als autonome ontwikkelingen die toch al zouden worden uitgevoerd. Met dit scenario zal niet de gehele bergingsopgave binnen de looptijd van het waterplan kunnen worden ingevuld. Zie onderstaande figuur voor een schematische weergave van deze oplossingsrichting. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

43 figuur 5-1 schema oplossing basisscenario Het gaat om de volgende maatregelen (nader uitgewerkt in 5.4.1). - Aanpassen van de gemaalcapaciteit op basis van de afvoernormen van HHD (Tjalklaan en Spaansebocht) - De duikers die in de WSA als knelpunt zijn benoemd, zijn aangepast. - Het vergroten van de vijver aan de Tjalklaan met 6164m 2 in het kader van Waterplan 2 Rotterdam (i.c.m. herstructurering van de kruising Tjalklaan-Spaanseweg) - Gunstiger verdeling overstortwater over de waterpartijen door aanpassen overstortdrempels. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat de leidingen die voor dit scenario intensiever worden, hersteld of vernieuwd moeten worden Systeemscenario (optimalisatie doorspoeling en afvoer) Uitgangspunt voor het systeemscenario is dat het watersysteem wordt geoptimaliseerd door enerzijds directe afvoer van het wateroverschot naar de Nieuwe Maas en anderzijds verbetering van de verversingscapaciteit van het watersysteem. Het achterliggende idee hierbij is dat de berging en afvoer verbeteren en als gevolg van het doorspoelen de effecten van riooloverstorten worden gereduceerd. Net als in het basisscenario wordt het wateroppervlak van de vijver aan de Tjalklaan vergroot met 6164 m 2. Met dit scenario zal niet de gehele bergingsopgave binnen de looptijd van het waterplan kunnen worden ingevuld. Zie onderstaande figuur voor een schematische weergave van deze oplossingsrichting. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

44 figuur 5-2 schema oplossing systeemscenario Er zal worden ingezet op de volgende maatregelen (nader uitgewerkt in 5.4.2): Het gemaal aan de Tjalklaan, dat het peilgebied Oud Mathenesse bedient (Tjalklaanvijver, Pasteursingel en Hoekersingel), wordt aangepast aan de bemalingsnorm en wordt tevens verplaatst naar de Pasteursingel. Dit gemaal wordt aangesloten op de bestaande (inmiddels overbodig geworden) persleiding van de Spaanse Polder, waardoor het wateroverschot vanuit Oud-Mathenesse gelijk naar de Nieuwe Maas kan worden afgevoerd. De oude afvoerleiding die vanuit de Tjalklaan naar de Delfhavense Schie loopt, kan daardoor worden gebruikt om de Spaansebocht van vers water te voorzien. De Hoekersingel krijgt een pompverbinding met Schiedam zodat deze singel kan worden doorspoeld. De vijver aan de Tjalklaan wordt vergroot zodat de berging toeneemt Emissiereductiescenario De insteek van het basisscenario en het systeemscenario is verbetering van het watersysteem zodat het zowel op het vlak van waterkwantiteit als van waterkwaliteit beter functioneert. Hoewel een verbetering van de situatie mogelijk is, zullen de knelpunten (berging en Tewor) naar verwachting niet geheel verdwijnen. Het emissiereductiescenario is een aanvulling op het basisscenario of het systeemscenario waarbij maatregelen worden geformuleerd om de emissies (vanuit de riooloverstorten) te beperken. Mogelijke maatregelen zijn onder andere: - Bouwen van een bergbezinkbassin (BBB) waarmee de berging van het rioolstelsel kan worden vergroot en er minder of later overstorten op het oppervlaktewater plaatsvinden. - Aanleg van een waterplein, Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

45 - Aanleg van groene daken, - Ontharden van de buitenruimte. 5.4 Maatregelen bij scenario s De maatregelen voor de drie scenario s zijn in deze paragraaf beschreven Basisscenario Zie onderstaande figuur voor een overzicht van de maatregelen voor het basisscenario: figuur 5-3 Overzicht maatregelen basisscenario Maatregel D01 vervangen gemaalpomp Spaansebocht De pomp van het gemaal voldoet niet aan de bemalingsnorm. De minimaal benodigde capaciteit is 8,37 m 3 /min (huidige capaciteit: 0,5 + minimale toename: 7,87). Om dit debiet te bereiken zal een nieuwe pomp moeten worden geïnstalleerd. Deze krijgt een capaciteit van 10 m 3 /min waarmee voldaan wordt aan de bemalingsnorm. Randvoorwaarde bij deze maatregel is wel dat de bestaande persleiding hersteld of vervangen wordt zodat deze het nieuwe debiet aankan. Maatregel D02 vervangen gemaalpomp Tjalklaan De pomp van het gemaal voldoet niet aan de bemalingsnorm. De minimaal benodigde capaciteit is 19,1 m 3 /min (huidige capaciteit:1,5 + minimale toename van 17,6). Om dit debiet te bereiken zal een nieuwe pomp moeten worden geïnstalleerd. Deze krijgt een capaciteit van 20 m 3 /min waarmee voldaan wordt aan de bemalingsnorm van Delfland. Randvoorwaarde bij deze maatregel is dat de bestaande persleiding naar de Delfshavense Schie het nieuwe debiet aankan. Daarom zal er nader onderzoek plaats moeten vinden naar in Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

46 hoeverre de huidige diameter van de bestaande leiding voldoende is om het nieuwe debiet aan te kunnen en in welke staat van onderhoud de leiding is. Eventueel onderhoud of zelfs opnieuw aanleggen van de leiding zal grote kosten met zich meebrengen. Maatregel D03 verhogen overstortdrempel Pasteursingel en verbreden drempel Tjalklaanvijver Het Teworknelpunt in de Pasteursingel wordt veroorzaakt door de overstort op deze singel. Door de hoogte van de overstortdrempel aan de Pasteursingel te verhogen en de overstortdrempel aan de Tjalklaan te verbreden zullen de overstortvolumes zich anders over het systeem verdelen: er komt minder verdund rioolwater in de Pasteursingel en meer verdund overstort water in de vijver aan de Tjalklaan. Het verbreden van de overstort aan de Tjalklaan wordt reeds uitgewerkt door Gemeentewerken Waterhuishouding (op grond van de herberekening in het kader van het Gemeentelijk Rioleringsplan) en kan worden gezien als autonome ontwikkeling. De Tjalklaan heeft naar verwachting voldoende opvangvermogen om deze extra belasting op te vangen. Wat het effect van een verhoging van de Pasteursingel is, moet nader onderzocht worden voordat de maatregel verder uitgewerkt wordt. Maatregel D04 vergroten vijver Tjalklaan Bij de herinrichting van de Tjalklaan wordt tevens de vijver die langs en onder het metroviaduct ligt vergroot. Een deel van deze vergroting is bedoeld om het toegenomen verhard oppervlak van de Tjalklaan te compenseren. In het inrichtingsplan is tevens 6164 m 2 opgenomen ten behoeve van de bergingsopgave in de polder Oud Mathenesse. Deze vergroting levert een toename van de berging op van maximaal 4930 m 3. Dit werk is reeds in uitvoering. Een aandachtspunt bij het vergroten van de vijver is dat de totale verdamping en daarmee de benodigde wateraanvoer groter wordt, met ongeveer 1 m 3 /min. Dit kan opgelost worden door het inlaten van water uit de Buijs Ballotsingel (D09), het vergroten van het gemaal Spaansebocht of in het inlaten van water via de huidige persleiding van gemaal Tjalklaan (na uitvoering van D07). Maatregel D05 vervangen duikers In de stationaire toets van de watersysteemanalyse is geconstateerd dat 3 duikers in de polder Oud Mathenesse niet voldoen wegens een te krappe diameter. Deze duikers zullen worden vervangen door duikers met een grotere diameter. HHD heeft inmiddels al voorzien in het vervangen van deze duikers. Het gaat om de duikers met de volgende nummers: OW14631, OW3142 en OW3146. Hierbij is het nog niet duidelijk in hoeverre de vervanging van de duikers zal bijdragen aan het beperken van wateroverlast. Aangezien de opstuwing in twee duikers vrij beperkt is, wordt aangeraden nogmaals te bekijken welke duikers het beste vervangen kunnen worden Systeemscenario Zie onderstaande figuur voor een overzicht van de maatregelen voor het systeemscenario: Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

47 figuur 5-4 Overzicht maatregelen systeemscenario Maatregel D06 afvoer Spaansebocht naar de Merwehaven Met een gemaal aan de zuidzijde van de Spaansebocht (ter plaatse van het bestaande gemaal aan de Spaansebocht) wordt het water vanuit de Spaansebocht direct verpompt naar de Merwehaven (en dus de Nieuwe Maas). Hiertoe wordt nieuw gemaal gesticht aangebracht en aangesloten op de bestaande leiding van de overstortbemaling van rioleringsdistrict Spangen. Het huidige gemaal kan worden gehandhaafd om de waterpartij van de Kinderboerderij van vers water te voorzien. Vanwege de bemalingsnorm zou de minimaal benodigde capaciteit van het nieuwe gemaal 8,37 m 3 /min zijn (huidige capaciteit: 0,5 + minimale toename: 7,87). De exacte capaciteit zal echter in een nader onderzoek bepaald moeten worden, aangezien in het gebied ook nog overstortbemaling beschikbaar is, waardoor de piekafvoeren afgevangen zullen worden. Deze maatregel geeft een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, omdat het watersysteem bij de Tjalklaan niet langer wordt belast met water vanuit de Spaansebocht. Hierdoor neemt de berging in het gebied toe. In geval van overstortingen wordt verdund overstortwater niet door het gehele watersysteem gepompt maar kan het direct naar de Merwedehaven worden gepompt. Bij deze maatregel zal moeten worden onderzocht of deze leiding nog in goede staat is en geschikt is voor deze functie. Bovendien is aanvullend onderzoek nodig naar eventuele begrenzing in de vergunningsvoorwaarden voor het verhogen van de afvoer. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de eisen die Rijkswaterstaat kan stellen in het kader van de KRW, aangezien de Nieuwe Maas een KRW-waterlichaam is. Voor de daadwerkelijk planvorming en uitvoering moet daarom in overleg worden getreden met Rijkswaterstaat. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

48 Maatregel D07 stichten nieuw gemaal Pasteursingel Met een nieuw te stichten gemaal aan de zuidzijde van de Pasteursingel (Barkasstraat) wordt het wateroverschot van de polder Oud Mathenesse direct afgevoerd naar de Merwehaven (en dus de Nieuwe Maas). Dit nieuwe gemaal kan worden aangesloten op de bestaande persleiding die in het verleden is gebruikt voor de waterafvoer van de Spaanse Polder. Deze persleiding is nu buiten gebruik en wordt met de herinrichting van de Tjalklaan overbodig. Dit nieuwe gemaal vervangt het bestaande gemaal aan de Tjalklaanvijver. Deze wordt hiermee overbodig en kan worden verwijderd. Vanwege de bemalingsnorm zou de minimaal benodigde capaciteit van het nieuwe gemaal 19,1 m 3 /min zijn (huidige capaciteit:1,5 + minimale toename:17,6). De exacte capaciteit zal echter in een nader onderzoek bepaald moeten worden, aangezien in het gebied ook nog overstortbemaling beschikbaar is, waardoor de piekafvoeren afgevangen zullen worden. In combinatie met maatregel D06 hoeft de capaciteit bovendien maar 10 m 3 /min zijn omdat in dat geval via twee gemalen afvoer van water naar de Nieuwe Maas mogelijk is. Om de aansluiting van gemaal Pasteursingel op de bestaande persleiding naar de Nieuwe Maas te kunnen maken is onderzoek nodig naar of de oude afvoerleiding vanuit de Spaanse Polder nog aanwezig is en wat de onderhoudsstaat en capaciteit van deze leiding is. Door deze maatregel zal het watersysteem in de polder Oud Mathenesse beter doorspoelbaar worden. De Pasteursingel wordt doorspoeld door het wateroverschot van de polder hetgeen een goed effect heeft op het Teworknelpunt in deze singel. Als tevens gekozen wordt voor de installatie van een pomp op de Hoekersingel (maatregel D09) om deze door te spoelen met water vanuit Schiedam, zal ook in die singel de waterkwaliteit kunnen verbeteren. Maatregel D08 opheffen gemaal Tjalklaan en instellen inlaat Spaansebocht Het bestaande gemaal aan de Tjalklaan wordt overbodig met maatregel D07. De afvoerleiding van dit gemaal wordt tevens gebruikt voor de inlaat aan de Spaansebocht, waardoor de Spaansebocht niet kan worden doorspoeld als het gemaal in werking is. Met het opheffen van het gemaal Tjalklaan is de Spaansebocht wel altijd doorspoelbaar. Maatregel D09 doorspoelgemaal vanuit Buijs Ballotsingel Ruimtelijk loopt de Hoekersingel over naar de Buijs Ballotsingel. Waarschijnlijk vanwege het feit dat deze laatste singel in Schiedam ligt en het verschil in waterpeil tussen beide watersystemen, zijn deze singels niet met elkaar verbonden. De Hoekersingel is hierdoor een doodlopende singel en verversing is nauwelijks mogelijk. Met een gemaal kan water vanuit de Buijs Ballotsingel worden verpompt naar de Hoekersingel. Met een relatief klein debiet kunnen de effecten van de overstort sterk worden gereduceerd. Het verbinden van de twee singels heeft ook waterkwaliteitsvoordelen voor de Buijs Ballotsingel in Schiedam. Het in open verbinding stellen van beide singels is eerder in het proces in overweging genomen. Er is echter besloten de maatregel niet mee te nemen, omdat deze beperkt meerwaarde heeft voor de deelgemeente en omdat het ten koste zou gaan van de toelaatbare peilstijgingen in het gebied. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

49 Maatregel D04 vergroten vijver Tjalklaan Zie Maatregel D05 vervangen duikers Zie Emissiereductiescenario Op basis van de reeds verkregen gegevens uit de modellering van het basisscenario en het systeemscenario (zie bijlage 4) heeft de projectgroep besloten dat het emissiereductiescenario niet hoeft te worden gemodelleerd. Hiervoor is gekozen omdat de voorgenomen waterkwantiteitsmaatregelen (uit zowel basis- als systeemscenario), al zorgen voor de oplossing van het kwaliteitsprobleem. Dus zonder het nemen van kwaliteitsmaatregelen worden de bestaande knelpunten al opgelost. Mogelijke aanvullende emissiereducerende maatregelen zijn opgenomen in Overige maatregelen Bij het uitvoeren van de modellering is ervoor gekozen het basisscenario en het systeemscenario door te rekenen. Hierbij wordt verwacht dat nog niet alle knelpunten worden opgelost. Daarom worden in deze paragraaf potentiële maatregelen geschetst die kunnen bijdragen aan het oplossen van de knelpunten in het geval dat die knelpunten na uitvoering van de scenario s nog bestaan. Of dat inderdaad het geval is blijkt uit de toetsing van de scenario s en losse maatregelen in 5.6. Voor het Delflandse deel zijn deze maatregelen in de delen in de thema s waterberging, waterkwaliteit en ecologie Maatregelen vergroten waterbergend vermogen In deze paragraaf worden de mogelijke maatregelen voor het vergroten van het waterbergend vermogen besproken. Naast het voordeel van de toegenomen berging leveren deze maatregelen tevens als voordeel op dat het volume van deelsysteem toeneemt waardoor riooloverstorten beter kunnen worden opgevangen en minder schadelijk zijn. Maatregel D10 aanleg water aan de Barkasstraat (500 m 2 ) De Pasteursingel loopt ter hoogte van de Barkasstraat niet door maar voert via een omweg om het Witte Dorphof. Ruimtelijk is het mogelijk om de singel hier recht door te laten lopen ten koste van het aanwezige sportveld. Met deze maatregel wordt het wateroppervlak van de Pasteursingel vergroot met maximaal 500 m 2. Hiermee kan circa 325 m 3 van de totale wateropgave worden opgelost. Deze maatregel is vooral voordeling in combinatie met het systeemscenario. Het water kan in dat geval via een kortere weg naar het gemaal stromen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

50 Maatregel D11 aanleg extra water aan de Tjalklaan (3.781 m 2 ) Aan de Tjalklaan wordt open water gerealiseerd (autonome maatregel D04). Naast het reeds bestemde water is er op de locatie ruimte voor extra water. Dit water zou in een later stadium (na afronding van de huidige uitbreiding) kunnen worden gerealiseerd. Met deze maatregel wordt het wateroppervlak van de Tjalklaanvijver vergroot met maximaal m 2. Hiermee kan circa 2500 m 3 van de totale wateropgave worden opgelost. Maatregel D12 aanleg water Hoekersingel (983 m 2 ) Op de kop van de Hoekersingel, aan de kant van Schiedam is het ruimtelijk mogelijk om de singel te verlengen. Met deze maatregel wordt het wateroppervlak van de Hoekersingel vergroot met maximaal 983 m 2. Hiermee kan circa 640 m 3 van de totale wateropgave worden opgelost. Deze maatregel kan op lange termijn worden uitgebreid met het verbinden van het watersysteem van Schiedam met dat van Rotterdam. Maatregel D13 aanleg wadi Hogenbanweg (2.200 m 2 ) In de groenstrook van de Hogenbanweg tussen de Franselaan en de Schiedamsedijk is ruimte om een wadi aan te leggen. Er is een bruibaar oppervlak beschikbaar van circa 2200 m 2. Hiermee is maximaal circa 1100 m 3 aan waterberging te realiseren. De wadi ligt op de gemeentegrens van Rotterdam en Schiedam, deze maatregel zal daarom in samenwerking met Schiedam moeten worden opgepakt. Op de wadi kunnen omliggende schone verharde oppervlakken (daken en wegen) worden aangesloten. Deze maatregel zal moeten worden uitgevoerd in combinatie met het ) gefaseerd afkoppelen van deze oppervlakken. Een wadi heeft voordelen voor zowel de waterkwantiteit (berging) als de waterkwaliteit (vermindering overstortvolumes). Maatregel D14 waterplein Aagje Dekenstraat e.o. (3.000 m 2 ) Uit het, in het kader van waterplan 2, uitgevoerde onderzoek naar waterpleinen, is het plein dat wordt omsloten door de Betje Wolffstraat, Aagje Dekenstraat en Van Alphenstraat initieel aangemerkt als kanrijke locatie voor een waterplein. Inmiddels is deze locatie binnen Waterplan 2 echter als maatregel vervallen waardoor deze maatregel als niet meer kansrijk wordt geacht. Maatregel D15 waterplein omgeving Staringplein (3.000 m 2 ) Bij toekomstige herstructurering van de omgeving Staringplein is mogelijk een waterplein te realiseren. Hiermee kan tot 1500 m 3 aan water worden gerealiseerd. Maatregel D16 aanleg water Spaansebocht (2.400 m 2 ) De singel langs de Spaansebocht kan worden verlengd in de richting de Schie. Hiermee kan het wateroppervlak worden vergroot met circa 2400 m 2. Vanwege het gebrek aan ruimte in de huidige situatie zal deze maatregel moeten worden opgepakt in samenhang met verlegging van de Horvathweg of herstructurering van de woningen aan de Busken Huetstraat. Dit maakt dat deze maatregel pas op de lange termijn mogelijk is. Het verlengen van de Spaansebocht levert een toename op van het bergend vermogen van circa 1920 m 3. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

51 Maatregel D17 bergbezinkbassin Kasteeltuin (1000 m 3 ) Ter plaatse van de Kasteeltuin Spangen is ruimte voor een ondergronds bergbezinkbassin (BBB). Deze locatie ligt vlak naast een overstort op de Spaansebocht en kan hiermee een effectieve maatregel zijn. Met de aanleg wordt de berging in het rioolstelsel vergroot, waardoor de overstort minder snel in werking zal treden. Door een vermindering van het overstortvolume en een vermindering van de vuillast heeft deze maatregel een positief effect op de waterkwaliteit. Voor het BBB is uitgegaan van 3,5 mm aan berging, waarmee de berging van district Spangen uitkomt op 13,7 mm. De grootte van het bassin komt hiermee op 1000 m 3. Indirect draagt deze maatregel bij aan de bergingsopgave van de Spaansebochtsingel doordat de volumes vanuit de overstorten afnemen. Maatregel D18 waterplein Kasteeltuin (1500 m 3 ) De aanleg van een bergbezinkbassin in de Kasteeltuin kan goed worden gecombineerd met een waterplein. Met deze maatregel neemt de beschikbare berging van de Spaansebochtsingel toe. De Maatregel houdt in dat een deel van het verhard oppervlak van de omgeving van het waterplein wordt afgekoppeld naar de Spaansebochtsingel. Het waterplein dient hierbij als bergingsbak die alleen in extreme situaties zal worden gebruikt. Door het afkoppelen wordt het rioolstelsel ontlast waardoor overstorten vanuit de riolering niet of veel minder voorkomen. Indirect draagt deze maatregel bij aan de bergingsopgave van de Spaansebochtsingel doordat de volumes vanuit de overstorten afnemen. NB: maatregelen D17 en D18 kunnen niet beide volledig uitgevoerd worden, hiertussen zal een keuze gemaakt moeten worden Bronmaatregelen waterkwaliteit De kwaliteitsmaatregelen die hieronder genoemd worden hebben betrekking op het verminderen emissies op het watersysteem (overstortvolumes). Maatregel D19 vegetatiedak Witte Dorp De daken van de woningen in het Witte Dorp worden met deze maatregel voorzien van een vegetatiedak. Hier is een grote slag te slaan aangezien de woningen in bezit zijn van een wooncoöperatie. In het Witte Dorp is daardoor circa 1 hectare aan dakoppervlak voor aanleg beschikbaar. Een vegetatiedak is heeft hier als primair effect dat regenwater wordt vastgehouden, deels weer verdampt en vertraagd afstroomt naar het riool. Uitgaande van 10 tot 20 mm is het vermogen om water te bergen 100 tot 200 m 3. Deze maatregel heeft vooral tot effect dat water wordt vastgehouden en minder snel bijdraagt aan het overstorten van de riolering. Dit geldt vooral voor de kleinere buien die enkele malen per jaar voorkomen. Op jaarbasis heeft de maatregel daarom een positief effect op de uitstoot vanuit de riolering. Maatregel D20 ontharden Witte Dorp Het Witte Dorp biedt ook de mogelijkheid het aandeel verhard oppervlak te verminderen. Bij de geplande herinrichting van het Damloperplein kan deze maatregel op korte termijn worden toegepast. De bestrating kan geheel komen te vervallen of kan worden vervangen door waterpasseerbare verharding. Deze maatregel zal afstroming van water naar het riool beperken. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

52 Deze maatregel heeft als effect dat er minder regenwater naar de riolering zal afstromen. Hierdoor zullen riooloverstorten minder vaak en minder heftig optreden. Hiernaast zal de bergingsopgave kunnen afnemen met circa 25 tot 50 liter per m 2. Een voorwaarde voor deze maatregel is dat de grondwaterstand voldoende ver beneden maaiveld ligt. Maatregel D21 vegetatiedak Staringplein Voor de bebouwing rond het Staringplein is ongeveer 0,5 hectare aan groene daken mogelijk. Hiermee is 50 tot 100 m 3 aan waterbergend vermogen te realiseren. Maatregel D22 aanpassen kinderboerderij Om de afstroom van uitwerpselen van dieren van de kinderboerderij naar het oppervlaktewater tegen te gaan wordt het talud bij de kinderboerderij aangepast. Door te werken met grondwalletjes of een verandering in de uitlaatzone wordt de aanvoer van nutriënten vanuit de kinderboerderij beperkt. Deze maatregelen levert een direct voordeel op voor de vijver langs de Kinderboerderij doordat de belasting hiervan afneemt Maatregelen ecologische kwaliteit water en oever In fase 1 van dit deelgemeentelijk waterplan zijn locatiespecifieke streefbeelden geformuleerd voor alle watergangen in de deelgemeente. Onderdeel van deze streefbeelden zijn de percentages natuurvriendelijke oevers per watergang. Deze streefbeelden zijn per watergang vertaald naar globale maatregelen. Nadere uitwerking hiervan zal in samenwerking met ds+v moeten geschieden. Maatregel D23 natuurvriendelijke plasberm Hoekersingel Maatregel D24 watervegetatie Hoekersingel Hoewel de oevers van de Hoekersingel ruim van opzet zijn, leent deze singel zich vooral voor beplanting van de plasberm in combinatie met behoud van de beschoeiing. Voor het streefbeeld is een begroeide oever over een totale lengte van 75 meter nodig. Hiernaast kan op diverse plaatsen worden ingezet op drijvende vegetatie (2% van het wateroppervlak=55 m 2 ). Met deze maatregelen is een aanzienlijke verbetering van de ecologische waterkwaliteit in de singel mogelijk zonder dat het klassieke beeld van de singel wordt aangetast. Maatregel D25 natuurvriendelijke oever vijver Tjalklaan Maatregel D26 watervegetatie vijver Tjalklaan Met de herinrichting van Tjalklaan en de uitbreiding van de vijver langs de Tjalklaan wordt gelijk ingezet op een natuurlijke inrichting van de oevers. Hiermee wordt op korte termijn bijgedragen aan de realisatie van het streefbeeld voor deze vijver. Aanvullend op de oeverinrichting leent de nieuwe vijver zich voor de realisatie van drijvende watervegetatie. Maatregel D27 natuurvriendelijke plasberm Pasteursingel Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

53 Zowel in de Pasteursingel als op de oevers ontbreekt het aan ruimte voor de realisatie van natuurvriendelijke oevers. Plaatselijk is het wel mogelijk om de plasberm te beplanten. Het is hierbij een punt van aandacht dat de doorstroombaarheid van de singel behouden blijft, vooral in combinatie met het systeemscenario. Maatregel D28 natuurvriendelijke plasberm vijver Kinderboerderij Maatregel D29 watervegetatie vijver Kinderboerderij De vijver langs de Kinderboerderij is deels voorzien van een stenen kade en niet geschikt voor een natuurlijke inrichting. De kant van de Kinderboerderij is echter wel geschikt om natuurlijk in te richten. Deze maatregel leent zich om te combineren met maatregel D22 om afstroming van ontlasting tegen te gaan. Aanvullend op de oeverinrichting leent de vijver zich voor de realisatie van drijvende watervegetatie in het brede deel. Maatregel D30 natuurvriendelijke plasberm singel Spaansebocht Maatregel D24 watervegetatie singel Spaansebocht Hoewel de oevers van de Spaansebocht ruim van opzet zijn, leent deze singel zich vooral voor beplanting van de plasberm in combinatie met behoud van de beschoeiing. Voor het streefbeeld is een begroeide oever over een totale lengte van 165 meter nodig. Hiernaast kan op diverse plaatsen worden ingezet op drijvende vegetatie (2% van het wateroppervlak=128 m 2 ). Met deze maatregelen is een aanzienlijke verbetering van de ecologische waterkwaliteit in de singel mogelijk zonder dat het klassieke beeld van de singel wordt aangetast. Bovendien kan via de plasbermen regenwater van aanliggende straat rechtsreeks naar het oppervlaktewater worden afgevoerd. 5.6 Toetsing en prioritering maatregelen Delflands deel De maatregelen van het basis- en het systeemscenario zijn getoetst op basis van het SOBEK model uit de watersysteemanalyse. Uitgangspunt is het model van Witteveen en Bos (zie bijlage 4 voor beschrijving van de modellering en de resultaten). De resultaten van beide scenario s zijn vergeleken met de nulsituatie (huidige situatie op basis van geactualiseerd model WSA) op het vlak van peilstijging (T=1, 2 en 100) en Tewor. Zie hiervoor en Alle maatregelen zijn verder vergeleken op basis van de genoemde afwegingscriteria uit hoofdstuk 2. In is de toetsing en prioritering van de maatregelen weergegeven waarbij de uiteindelijke keuze voor de toe te passen maatregelen is gemaakt. Daarbij is er een kwalitatieve toetsing toegepast. De maatregelen krijgen voor de verschillende thema s een waardering die varieert van laag (--) naar middel (0) en hoog (++). De waardering wordt als volgt toegepast: ++ het probleem wordt (bijna) volledig opgelost + het probleem wordt gedeeltelijk opgelost 0 geen verandering - de situatie verslechtert enigszins -- de situatie verslechtert sterk Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

54 De maatregelen van het basisscenario en systeemscenario zijn getoetst middels het SOBEK model uit de watersysteemanalyse, zie bijlage 4 voor beschrijving van de modellering en de resultaten. De resultaten van het basismodel zijn vergeleken met de nulsituatie (huidige situatie op basis van geactualiseerd model WSA) op het vlak van peilstijging (T=1, 2 en 100 waterstanden) en Tewor. Bij deze toetsing is uitgegaan van de neerslaggegevens van de wateropgave van Toetsing en prioritering basisscenario Peilstijging T=1 Bij T=1 zijn de peilstijgingen in de wateren 8 tot 13 cm minder dan in de nulsituatie. Uitzondering hierop vormt de vijver bij de Kinderboerderij waarvan het waterpeil met 21 cm stijgt omdat er meer water op wordt geloosd van het krachtiger gemaal Spaansebocht. Het effect van de vergrote vijver aan de Tjalklaan en de grotere gemaalcapaciteit is duidelijk merkbaar in de peilstijgingen. Net als in de nulsituatie blijven de peilstijgingen overal beneden de overstortdrempels, er vindt dus geen terugstroming naar de riolering plaats. T=2 Bij T=2 zijn de peilstijgingen in de wateren 9 tot 11 cm minder dan in de nulsituatie. Ook hier stijgt het waterpeil in de kinderboerderij meer (+30 cm) vanwege het krachtiger gemaal Spaansebocht. Het effect van de vergrote vijver aan de Tjalklaan en de grotere gemaalcapaciteit is duidelijk merkbaar in de peilstijgingen. In tegenstelling tot de nulsituatie blijven de peilstijgingen overal beneden de overstortdrempels, er vindt dus geen terugstroming naar de riolering plaats hetgeen in de nulsituatie wel gebeurt. T=100 Bij T=100 zijn de (theoretische 1 ) peilstijgingen circa 40 cm minder groot voor het peilvak Oud Mathenesse en 13 cm minder groot voor de singel langs de Spaansebocht ten opzichte van de nulsituatie. In de watergang langs de Kinderboerderij zijn de peilstijgingen echter 39 cm hoger doordat het gemaal van de Spaansebocht dat loost op deze watergang krachtiger is. Zie de tabel met peilstijgingen en bergingsopgave in bijlage 4. De peilstijgingen zijn echter nog steeds groter dan toelaatbaar. Gemiddeld zijn deze 1 cm voor het peilvak Oud Mathenesse, 52 cm voor het peilvak Spaansebochtsingel en 31 cm voor het peilvak kinderboerderij. De bergingsopgave voor dit scenario komt hiermee uit op: - Peilvak Oud Mathenesse: 135 m 3 - Singel Spaansebocht: 4792 m 3 - Kinderboerderij: 488 m 3 Dit is dus de bergingsopgave waar nog aan voldaan moet worden, na het uitvoeren van de maatregelen. 1 Theoretisch omdat de singel in dit geval buiten de oevers treedt waardoor het waterpeil in werkelijkheid niet veel verder meer stijgt. Het model houdt hier geen rekening mee. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

55 De bergingsopgave in peilvak Oud Mathenesse treedt op in de Pasteursingel. Vergroten van de duiker tussen deze singel en de vijver Tjalklaan (van 1200 naar 1500 mm) lost dit knelpunt op. In het basisscenario blijft er een wateropgave over voor de watergang langs de kinderboerderij. De voornaamste oorzaak hiervan is dat het gemaal van de Spaansebocht wordt vergroot terwijl de duiker en stuw onder de Spaanseweg niet voldoende capaciteit heeft om deze hoeveelheid water door te laten. Wanneer deze duiker en stuw worden aangepast kan de wateropgave van de kinderboerderij worden opgelost ten laste van de vijver langs de Tjalklaan. Deze vijver heeft nog voldoende ruimte om dit extra volume te bergen. Tewor Het Teworknelpunt in de Pasteursingel verdwijnt (Teworklasse III naar klasse II) door de ophoging van de overstort aan de Professor Poelslaan en de verbreding en verlaging van de overstort aan de Tjalklaan (D03), waardoor meer overstortwater naar de vijver aan de Tjalklaan wegstroomt. Het Teworknelpunt aan de singel langs de Spaansebocht blijft ongewijzigd. Ook de Teworklasse (geen knelpunt) aan de Hoekersingel blijft gelijk (klasse II) Toetsing en prioritering systeemscenario Bij deze toetsing is uitgegaan van de neerslaggegevens van de wateropgave van Peilstijging T=1 Bij T=1 zijn de peilstijgingen in de wateren 11 tot 13 cm minder dan in de nulsituatie. Uitzondering hierop vormt de vijver bij de Kinderboerderij waarvan het waterpeil 1 cm lager is dan de nulsituatie. Ten opzichte van het basisscenario blijven de peilstijgingen in peilvak Oud Mathenesse circa 3 cm lager. Dit scenario heeft vooral een positief effect op de vijver bij de Kinderboerderij ten opzichte van het basisscenario. Het effect van de vergrote vijver aan de Tjalklaan en de grotere gemaalcapaciteit is duidelijk merkbaar in de peilstijgingen. Net als in de nulsituatie en het basisscenario blijven de peilstijgingen overal beneden de overstortdrempels, er vindt dus geen terugstroming naar de riolering plaats. T=2 Bij T=2 zijn de peilstijgingen in de wateren 15 cm minder dan in de nulsituatie. De peilstijging in de vijver bij de Kinderboerderij zijn gelijk aan de nulsituatie. Het effect van de vergrote vijver aan de Tjalklaan en de grotere gemaalcapaciteit is duidelijk merkbaar in de peilstijgingen. In tegenstelling tot de nulsituatie blijven de peilstijgingen overal beneden de overstortdrempels, er vindt dus geen terugstroming naar de riolering plaats hetgeen in de nulsituatie wel gebeurt. T=100 Bij T=100 zijn de (theoretische) peilstijgingen circa 36 cm minder groot voor het peilvak Oud Mathenesse en 13 cm minder groot voor de singel langs de Spaansebocht. In de watergang langs de Kinderboerderij zijn de peilstijgingen 3 cm lager dan de nulsituatie. Zie de tabel met peilstijgingen en bergingsopgave in bijlage 4. Voor het peilvak Oud Mathenesse is met dit Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

56 scenario het bergingstekort opgelost door de combinatie van het toegevoegde wateroppervlak aan de Tjalklaan en de toegenomen gemaalcapaciteit. In de singel langs de Spaansebocht zijn de peilstijgingen echter nog steeds groter dan toelaatbaar (overschrijding 52 cm) De bergingsopgave voor dit scenario komt hiermee uit op: - Peilvak Oud Mathenesse: 271 m 3 - Spaansebochtsingel: 4792 m 3 - Kinderboerderij: 0 m 3 De bergingsopgave in peilvak Oud Mathenesse treedt op in de Pasteursingel. Door de aanwezige overstort heeft deze watergang meer water te verwerken hetgeen leidt tot te grote peilstijgingen. Aanpassing van de duiker naar de vijver aan de Tjalklaan (van 1200 naar 1500) lost dit probleem op. Ten opzichte van het basisscenario is de resterende wateropgave van peilvak Oud Mathenesse iets groter (271 m 3 tegen 135 m 3 ). Dit is te verklaren doordat er in het basisscenario de overstort aan de Professor Poelslaan is opgehoogd waardoor minder water uit deze overstort op de watergang terecht komt. Voor de singel langs de Spaansebocht is in aanvulling op maatregel D06 gekeken wat het effect is op het vergroten van de gemaalcapaciteit (maatregel D06a). De maximaal haalbare gemaalcapaciteit, op basis van de persleiding naar de Merwehaven, is 23 m 3 per minuut. De peilstijging in de singel neemt af van 1,32 naar 1,06 m. hetgeen nog steeds meer is dan toelaatbaar. De bergingsopgave voor deze singel neemt af tot 2307 m 3 maar kan niet geheel worden opgelost. Dit betekent dat voor peilvak Spangen de wateropgave van 2050 niet in 2015 opgelost zal zijn, zoals Hoogheemraadschap van Delfland als uitgangspunt gesteld heeft. Om na te gaan of er alternatieven zijn om het bergingstekort op te lossen, heeft het hoogheemraadschap verzocht een aanvullende onderzoeksmaatregel op te stellen. Maatregel D32 onderzoeksmaatregel oplossen bergingstekort Spaansebocht In dit DGWP is geen oplossing op korte termijn gevonden om het bergingstekort van de Spaansebocht op te lossen. Om toch binnen de looptijd van dit waterplan alternatieven te vinden om aan de wateropgave te voldoen, wordt voorgesteld om hier op korte termijn verder onderzoek naar uit te voeren. Een van de te onderzoeken mogelijkheden is het in open verbinding brengen van peilvakken I en II, waardoor het bergingstekort van de Spaansebocht in het gebied rond de Tjalklaan kan worden gezocht. Tewor Het systeemscenario heeft tot gevolg dat alle Teworknelpunten verdwijnen. De voornaamste oorzaak hiervan is dat water wordt ingelaten aan de kop van de Spaansebocht en de kop van de Hoekersingel. Hierdoor wordt de vuilvracht van de overstorten verplaatst richting het gemaal. Hiermee treedt verdunning op en komt er extra zuurstof beschikbaar. Door het gemaal aan de Pasteursingel wordt de overstortvracht van de Professor Poelslaan snel vermengd met relatief schoon water en snel afgevoerd naar het gemaal. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

57 5.6.3 Toetsing en prioritering overige maatregelen waterbergend vermogen Watergang kinderboerderij De bergingsopgave in het basisscenario kan worden opgelost door de duiker en stuw onder de Spaanseweg te vergroten. Peilvak Oud Mathenesse De resterende wateropgave in peilvak Oud Mathenesse bedraagt 135 m 3 voor het basisscenario en 271 m 3 bij het systeemscenario. Deze kunnen worden opgelost door het vergroten van de duiker tussen de Pasteursingel en de Tjalklaan. De wateropgave wordt daardoor beter over het watersysteem verdeeld. Peilvak Spangen (singel Spaansebocht) Bij beide scenario s blijft er een opgave voor de singel langs de Spaansebocht van 4729 m 3 op basis van het scenario Met het systeemscenario is dit maximaal te reduceren tot 2307 m 3 (indien voor maatregel D06a in plaats van D06 gekozen wordt). In elk geval blijft er een bergingstekort over voor de Spaansebocht. Om deze opgave in te vullen zijn maatregelen noodzakelijk. Hiervoor komen de volgende maatregelen in aanmerking: D16 het verlengen van de singel langs de Spaansebocht (1920 m 3 ) D17 bergbezinkbassin Kasteeltuin (1000 m 3 ) Geen van deze maatregelen zal de bergingsopgave volledig kunnen invullen, er zal dus altijd en combinatie van maatregelen noodzakelijk zijn. Gezien de haalbaarheid op korte termijn is D17 het meest geschikt om op in te zetten. Hiermee wordt tevens de bron aangepakt waardoor het risico op zuurstofloosheid afneemt. Op de langere termijn kan worden ingezet op het verlengen van de singel langs de Spaansebocht (D16). Ruimtelijke ontwikkelingen Naast invulling van de wateropgave zullen (toekomstige) ruimtelijke ontwikkeling nog een extra wateropgave met zich meebrengen. Het is aan te raden om enkele of meerdere maatregelen die niet direct worden ingezet voor invulling van de bestaande tekorten, te reserveren voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Hiervoor komen onder andere de maatregelen D10, D11, en D12 voor in aanmerking Toetsing en prioritering bronmaatregelen waterkwaliteit Hoewel de bijdrage aan de wateropgave beperkt is, leveren vegetatiedaken goede bijdrage aan het terugdringen van nutriënten vanuit gemengde riooloverstorten. Hiernaast leveren vegetatiedaken een positieve bijdrage aan de isolerende waarde van daken en dragen ze bij aan het leefklimaat in de stad. Met een goede voorlichting is er naar verwachting een goed draagvlak onder bewoners te verkrijgen. Sinds juli 2008 heeft Rotterdam bovendien een subsidieregeling voor de aanleg van groene daken. Hierbij wordt de helft van de (meer)kosten van een groen dak vergoed tot een maximum van 25 per m 2. Het realiseren van groende daken op de woningen van het Witte Dorp D19 is een kansrijke maatregel die een goede bijdrage kan leveren aan de Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

58 waterkwaliteit. De aanpassingen bij de kinderboerderij, maatregel D22, hebben een direct effect op de instroom van voedingsstoffen en scoren op alle aspecten positief Toetsing en prioritering maatregelen ecologische kwaliteit water en oever De voorgestelde maatregelen (D23 t/m D31) zijn allemaal gebaseerd op de in fase 1 gedefinieerde streefbeelden. Met deze maatregelen wordt dit streefbeeld dan ook gedeeltelijk of volledig ingevuld. De vijver aan de Tjalklaan is in fase 1 aangemerkt als locatie waar op zeer korte termijn kan worden ingezet. Deze snelheid wordt nu al gerealiseerd met de herinrichting van dit gebied. Bij de overige locaties is het raadzaam om pas te beginnen met een meer natuurlijke inrichting als de Teworknelpunten zijn opgelost. Door de vuilvracht vanuit riooloverstorten zal het moeilijk zijn om een evenwichtige vegetatie te laten ontwikkelen. Deze maatregelen zijn pas realiseerbaar na de looptijd van dit DGWP Conclusie na toetsing Gedurende het proces is gebleken dat het basisscenario voor het Delflandse deel geen reëel alternatief is. Het oplossen van de knelpunten door het uitbreiden van gemalen Spaansebocht en Tjalklaan is geen optie omdat dit door het peilverschil veel pompcapaciteit kost en bovendien een slechte invloed heeft op de kinderboerderij. Daarbij zullen de persleidingen die voor dit scenario nodig zijn hersteld of opnieuw aangelegd moeten worden. Hoewel er nog geen exacte kostenschatting te geven is, heeft het Hoogheemraadschap aangegeven dat herstel op kan lopen tot boven de miljoen euro. Door deze aanvullende kosten is het basisscenario in feite niet uitvoerbaar. Het systeemscenario biedt betere resultaten. De Teworknelpunten verdwijnen met dit maatregelenpakket, doordat de meeste maatregelen in dit scenario zorgen dat de doorspoeling verbetert door met name het aanpassen van duikers en het vergroten van gemaal, inlaat -en afvoercapaciteiten. Tevens wordt bij dit scenario een nieuw gemaal bij de Pasteursingel gerealiseerd. Door het vergroten van de vijver langs de Tjalklaan wordt de hoeveelheid waterberging verhoogd, zodat voor Oud Mathenesse wordt voldaan aan de wateropgave. Aan de wateropgave in peilvak Spangen wordt niet voldaan. Ook aanvullende maatregelen buiten de scenario s om kunnen er op korte termijn niet voor zorgen dat het bergingstekort wordt opgelost. Aanvullend onderzoek naar de wateropgave Spaansebocht is daarom op korte termijn noodzakelijk. Om de waterkwaliteitsdoelstellingen te halen zal onder andere moeten worden ingezet op het aanleggen van groene daken. Groene daken dragen zowel bij aan het verminderen van overstorten, als aan verbetering van het leefklimaat. Door grote oppervlakken tegelijkertijd aan te leggen kunnen de beste resultaten gehaald worden. Voorlopig biedt de aanleg van vegetatiedaken in Het Witte Dorp de beste mogelijkheden. De aanleg van een ondergronds bergbezinkbassin in de kasteeltuin in Spangen levert een direct positief effect op de waterkwaliteit in de Spaansebocht op. Tevens draagt deze maatregel bij aan de reductie bergingsopgave in Spangen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

59 Het aanleggen van natuurvriendelijke oevers zal bijdragen aan de ecologische kwaliteit. Daarbij is het echter wel van belang dat alvorens de oevers worden aangelegd, de kwaliteitsknelpunten zijn opgelost zodat vegetatie zich zonder problemen kan ontwikkelen. Aanleg van natuurvriendelijke oevers is op korte termijn mogelijk bij de nieuw te realiseren vijver aan de Tjalklaan. Andere potentiële natuurvriendelijke oevers zullen in een later stadium aangelegd worden. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

60 5.6.7 Verzameltabel toetsing en prioritering Delflands deel Nummer Maatregel Omvang 1 Visie / streefbeeld 2 Voorkomen wateroverlast 3Waterkwaliteit en ecologie 4Robuustheid Snelheid en realiseerbaarheid5 6 Baten 7 Verhouding Kosten / Baten 8 Beheerbaarheid 9 Draagvlak 10 Kosten in Euro's excl. BTW, engineering etc. kosten niet voor waterplan Prioriteit D01 Vergroten gemaalcapaciteit Spaansebochtsingel** Installatie nieuwe pomp in bestaand pomphuis: 10m3/min ,00 Laag D02 Vergroten gemaalcapaciteit Tjalklaanvijver** Installatie nieuwe pomp in bestaand pomphuis: 20m3/min ,00 Laag D03a Aanpassen overstort Tjalklaan van 1,2m en NAP-1,75 naar 5,0m en NAP-2, ,00 Midden Aanpassing overstort prof Poelslaan van 5,0m en NAP-2,2 naar 5,0m en NAP-2, pm Midden D06 Gemaal Spaansebocht via overstortleiding naar Merwedehaven D07 Stichten nieuw gemaal Pasteursingel met afvoer naar Merwedehaven D08 Opheffen gemaal Tjalklaan en instellen inlaat Spaanse Bocht Installatie nieuwe pomp in bestaand pomphuis: 10m3/min + aanslutien op overstortleiding capaciteit van 20 m3/min + aansluiten op oude persleiding Spaanse Polder Inlaat maximaal 1 m3/min ,00 Hoog ,00 Hoog ,00 Hoog D09 Inlaat Hoekersingel vanuit Schiedam Inlaat maximaal 1 m3/min ,00 Hoog D06a Vergroten afvoercapaciteit gemaal spaansebocht, Vergroten capaciteit tot capaciteit van leiding: 23 m3/min ,00 Laag (aanvulling op D06) D04 Vergroten vijver Tjalklaan (+6164 m2) toevoegen 6164 m2 bergend oppervlak ,00 x Hoog D05 Vervangen duikers vervangen door grotere diameter Hoog OW14631 Hoekersingel - Tjalklaan Ø 500mm --> Ø 1500mm (269m1) ,00 x Hoog OW3142 Pasteursingel - Tjalklaan Ø 300mm --> Ø 1200mm (66m1) x Hoog OW3146 Pasteursingel - prof. Poelslaan Ø 800mm--> Ø 1000mm (15m1) ,00 x Hoog D10 Aanleg water Barkasstraat realiseren waterberging 400 m ,00 Midden D11 Aanleg water Tjalklaan 6025 realiseren waterberging m ,00 Midden D12 Aanleg water Hoekersingel realiseren van 786 m3 waterberging ,00 Midden D13 Aanleg wadi Hogenbanweg realiseren van m3 waterberging ,00 Laag D14 Waterplein Aagje Dekenstr e.o. realiseren van m3 waterberging ,00 Laag D15 Waterplein Staringplein realiseren van m3 waterberging ,00 Laag D16 Aanleg water Spaansebocht realiseren van m3 waterberging ,00 Midden D17 Bergbezinkbassin Kasteeltuin realiseren van m3 waterberging ,00 Hoog D18 Waterplein Kasteeltuin realiseren van m3 waterberging ,00 Laag D19 vegetatiedak Witte Dorp realiseren van 100 tot 200 m3 waterberging en 25,--/m2 Hoog verminderen van het overstortvolume D20 Ontharden Witte Dorp realiseren 36 m3 aan waterberging en verminderen van 9.600,00 Midden het overstortvolume D21 Groene daken Staringplein e.o. realiseren van 150 m3 aan waterberging en verminderen 25,--/m2 Midden van het overstortvolume D22 Aanpassen kinderboerderij De Bokkesprong afstroming van ontlasting tegengaan door bijvoorbeeld opwerpen van grondwalletjes of verandering uitlaatzone ,00 Laag D23 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Hoekersingel 15% van de oeverlengte (75 m) ,00 Midden D24 Realisatie watervegetatie Hoekersingel 5% van het oppervlak (138 m2) ,00 Midden D25 Aanleg natuurvriendelijke oevers Tjalklaan Aan de westzijde (250 m1) kosten in D04 x Hoog D26 Realiseren watervegetatie Tjalklaan 5-10% van het oppervlak (1000 m2) ,00 Hoog D27 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Pasteursingel 15% van de oeverlengte (53 m1) ,00 Midden D28 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Kinderboerderij 15% van de oeverlengte (45 m1) ,00 Midden D29 Realiseren watervegetatie Kinderboerderij 5-10% van het oppervlak (152 m2) ,00 Midden D30 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Spaansebocht 15% van de oeverlengte (165 m1) ,00 Midden D31 Realiseren watervegetatie Spaansebocht 5-10% van het oppervlak (433 m2) ,00 Midden D32 Invulling overige opgave Spaansebocht ,00 Hoog overige maatregelen systeemscenario basisscenario Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

61 5.7 Advies Delflands deel Algemeen Als maatregelenpakket voor het Delflandse deel is gekozen voor maatregelen die op korte termijn zullen bijdragen aan het oplossen van de knelpunten in het gebied. Deze maatregelen zijn hieronder benoemd. Maatregelen systeemscenario Aangeraden wordt om de maatregelen uit het systeemscenario (D04, D06, D07, D08 en D09) uit te voeren. Het doorspoelbaar maken van alle watergangen leidt tot het oplossen van deze knelpunten. Het vervangen van (te krappe) duikers (D05) verdient aanbeveling om voldoende doorstroming en verdeling van het water mogelijk te maken. Wel zal nader bepaald moeten worden in hoeverre de vervanging van welke duiker het gewenste resultaat oplevert. Vegetatiedaken Aanleg van vegetatiedaken in het Witte Dorp (D19) is vanwege het grote oppervlak een kans die op korte termijn kan en moet worden aangegrepen. Hiermee is een aanzienlijke reductie van de jaarlijkse overstorthoeveelheden mogelijk. Onderstaand wordt watergang bepaald wat de geadviseerde maatregelen zijn. Van belang is echter wel dat bij het verder uitwerken van de oplossingen niet alleen naar die watergang gekeken wordt, maar een integraal ontwerp van de omgeving gemaakt wordt. Vijver Tjalklaan (Oud Mathenesse) De vijver langs de Tjalklaan wordt momenteel uitgebreid met 6164 m 2 (D04). Gelijk met deze werkzaamheden worden de oevers van deze waterpartij voorzien van natuurvriendelijke oevers (D25). Hiermee wordt een verbetering bereikt van de ecologische waterkwaliteit. Door in de vijver aanvullend extra watervegetatie te planten (D26) kan een verdere verbetering van de ecologische situatie worden gerealiseerd. In combinatie met de algemene maatregelen van het systeemscenario komt het streefbeeld voor deze watergang binnen bereik. Pasteursingel (Oud Mathenesse) De Pasteursingel is pas op langere termijn kansrijk voor de aanleg van een natuurvriendelijke plasberm. Aandachtspunt hierbij is dat deze de doorstroombaarheid niet belemmert. Singel Spaansebocht (Spangen) Er blijft vooralsnog een bergingstekort in de Singel langs de Spaansebocht. Het graven van water in het verlengde van de Spaansebocht is pas op lange termijn mogelijk omdat hiervoor bebouwing gesloopt moet worden. Voor dit deel wordt geadviseerd om in te zetten op aanleg van een bergbezinkbassin bij de Kasteeltuin (D17). Ondanks dat Teworklassen met het systeemscenario geen knelpunt meer vormen wordt de belasting van de overstorten door bovenstaande maatregelen verminderd. Ook wordt geadviseerd om op korte termijn onderzoek te doen naar alternatieven voor het oplossen van de wateropgave langs de Spaansebocht (D32). Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

62 De maatregelen met de prioriteit midden (D10, D11, D12, D16, D20, D21, D23, D24, D27, D28, D29, D30 en D31) zijn pas voorzien na afloop van de periode van dit maatregelenplan. De overige benoemde mogelijke maatregelen met de prioriteit laag lijken vooralsnog niet noodzakelijk te zijn. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

63 6. Aanpak knelpunten Schielands deel 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden maatregelen voorgesteld voor aanpak van de knelpunten van het watersysteem in de deelgemeente dat onder het beheer van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard valt. Hiertoe worden allereerst in 6.2 de knelpunten in het watersysteem en de opgave vanuit het streefbeeld beschreven. Op basis van deze knelpunten en de eigenschappen van het watersysteem komen in 6.3 mogelijke oplossingsrichtingen naar voren, uitgewerkt naar bijbehorende maatregelen in 6.4. Aanvullende maatregelen, die niet zijn meegenomen in de modellering maar wel bovenop de scenario s een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de genoemde knelpunten, worden in 6.5 behandeld. Vervolgens worden de maatregelen in 6.6 getoets op hun werking en op de criteria uit het afwegingskader uit hoofdstuk 2. Tot slot volgt in 6.7 een advies voor de maatregelen die in de looptijd van dit DGWP ( ) het best kunnen worden uitgevoerd. 6.2 Geconstateerde knelpunten en opgave In fase 1 van dit DGWP zijn de knelpunten voor het watersysteem bepaald. De opgave is te verdelen in een kwantitatieve opgave: (waterberging en doorstroming en gemaalcapaciteit), een kwalitatieve opgave (Tewor, chemie en ecologie), beheer (drijfvuil verwijderen en afstemming van werkzaamheden) en grondwateroverlast. De knelpunten worden in de onderstaande paragrafen nogmaals samengevat. De nummers die aan knelpunten zijn gegeven, zijn gebaseerd op de eerste letter van het type knelpunt (bijvoorbeeld D1 voor een knelpunt rond doorstroming) Waterkwantiteitsopgave Berging Uit de berekeningen van het Waterplan Centrum lit. 5 volgt een totale bergingsopgave voor het centrum van circa m 3. Deze opgave geldt voor het centrum als geheel. In het kader van dit waterplan centrum zijn reeds maatregelen genomen of worden voorbereid om deze wateropgave op te lossen. Voor het deel van dit watersysteem dat in de deelgemeente Delfshaven ligt resteert een bergingsopgave van m 3. Deze opgave geldt voor het NBW scenario De actuele opgave (NBW scenario 2015) is nul. Doorstroming Het Schielands deel van Delfshaven kent twee peilvakken: De Heemraadssingel en het oostelijk deel van de Essenburgsingel liggen op NAP -2,40 meter en het deel van de Essenburgsingel ten westen van de Diergaardetunnel ligt op NAP -2,70 meter. De afvoer van het watersysteem verloopt via het westelijk deel van de Essenburgsingel, via een duiker onder het Mevlanaplein door naar het Roel Langerakpark. Het waterpeil van dit park is NAP -2,90 meter. De stuw die deze peilgebieden scheidt zorgt ervoor dat het water in de Essenburgsingel vrijwel direct doorstroomt naar het Roel Langerakpark. Er wordt daardoor nauwelijks water geborgen in het watersysteem van Delfshaven en de beschikbare bergingscapaciteit wordt nauwelijks gebruikt. In de praktijk levert dit geregeld wateroverlast op in het Roel Langerakpark. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

64 In fase 1 is verder nog geconstateerd dat de stuw bij de Diergaardetunnel niet voldoende capaciteit heeft waardoor het water in het peilgebied NAP -2,4 meter niet voldoende snel kan afstromen (knelpunt D5). Uit de modellering blijkt dat een aanzienlijk deel van het water uit de Heemraadssingel via de riolering naar de Essenburgsingel afstroomt. Nr Locatie Omschrijving D5 Diergaardetunnel Afvoerbeperking over stuw naar Essenburgsingel D6 (nieuw) Mevlanaplein Water kan nagenoeg ongelimiteerd naar Roel Langerakpark stromen waardoor nauwelijks water in de watergangen van Delfshaven wordt geborgen Waterkwaliteitsopgave Tewortoets Uit de, in 2003 in het Waterplan Centrum uitgevoerde, Tewortoets is gebleken dat de kans op vissterfte na overstortingen van het riool matig tot groot is (klasse II tot III). Met name het noordelijk deel van de Heemraadssingel en het westelijk deel van de Essenburgsingel scoren sterk negatief op dit punt vanwege de hier aanwezige overstorten. Inmiddels is er buiten dit DGWP een aantal ontwikkelingen in gang gezet die de waterkwaliteit positief kunnen beïnvloeden. Deze ontwikkelingen zijn: - aanleg ondergrondse waterberging parkeergarage Museumpark (in uitvoering) - verplaatsen van overstort aan de Heemraadssingel (uitgevoerd in 2007) - openzetten districtverbinding Centrum Westen (uitgevoerd in 2007) - aanleg van verbeterd gescheiden stelsel bij nieuwbouw Centraal Station met afvoer naar Essenburgsingel Deze aanpassingen hebben ertoe geleid dat de Teworknelpunten aanzienlijk zijn verminderd, (zie de resultaten van de modellering van dit watersysteem in bijlage 5). Alle Teworknelpunten die in het watersysteem aanwezig waren zijn door deze maatregelen verdwenen. Uit meldingen van afgelopen jaren ( ) blijken nog wel enige malen dode vissen te zijn aangetroffen na riooloverstorten in de Heemraadssingel. Op basis van de modelresultaten kan echter worden verwacht dat deze na realisatie van de waterberging Museumpark en het verbeterd gescheiden stelsel van het Centraal Station verdwenen zijn. Ecologische kwaliteit van water en oever De ecologische kwaliteit van het water en de oever is ontleend aan de inventarisatie uit fase 1 [lit. 1] en de separaat uitgevoerde studie ecologische beoordeling Stadswater [lit. 3]. Voor de exacte beschrijving hiervan wordt verwezen naar deze studies. Samengevat scoren de watergangen voldoende op beleving waarbij wordt opgemerkt dat de wateren duidelijk worden beïnvloed door de ligging in stedelijk gebied, zoals overstorten, bladval en afspoelend straatvuil. De oevers zijn beschoeid en ijl of weelderig begroeid met een beperkt aantal oeverplanten. De ecologie van de oevers scoort slecht voor de meeste watergangen door de overal aanwezige beschoeiing. De ecologie van het water scoort in het algemeen zeer slecht. De wateren zijn matig helder en plaatselijk is een drijflaag met kroos aangetroffen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

65 Het verhogen van het gehalte natuurvriendelijke oevers en verminderen van de negatieve effecten van riooloverstorten biedt goede mogelijkheden om de ecologische kwaliteit te verbeteren Locatiespecifieke streefbeelden In fase 1 is per singel een locatiespecifiek streefbeeld bepaald door het verschil na te gaan tussen de actuele situatie en het streefbeeld. In dit deel wordt de resterende opgave per singel bepaald. Opgave en strategie Heemraadssingel Het streefbeeld voor de Heemraadssingel is (stabiel) helder water, viswatertype Snoek- Blankvoorn, plantenrijk water (5-10% van het wateroppervlak is begroeid). Het water in de singel ten zuiden van de Vierambachtsstraat is nu helder en redelijk plantenrijk. Aan de noordzijde is het water matig helder waarbij geen waterplanten zijn aangetroffen. Op het gebied van ecologische belevingswaarde scoort de hele singel voldoende en de oever scoort vanwege de beschoeiing in combinatie met ijle begroeiing slecht. De aanwezige riooloverstorten zorgen voor regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en na hevige neerslagsituaties treedt vissterfte op. De opgave voor de singel is helder maken en houden en de belevingswaarde verhogen. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - blad- en vuilvissen; - verhogen van de ecologische waarde van de oever; - vaker baggeren. In fase 1 heeft de Heemraadssingel door de projectgroep een hoge prioriteit in de aanpak meegekregen. Opgave en strategie Essenburgsingel Oost Het streefbeeld voor de Essenburgsingel is (stabiel) troebel, viswatertype Snoek-Blankvoorn / Blankvoorn-Brasem, plantenarm, 5-10% van het wateroppervlak is begroeid. De watergang loopt momenteel dood en heeft geen verversingsmogelijkheid. Het water in de singel is matig helder maar vanwege het ontbreken van waterplanten scoort de watergang zeer slecht op ecologie. De oever aan de zuidzijde scoort slecht vanwege de harde beschoeiing, aan de noordzijde wordt de oever volledig afgedekt door bomen en struiken. De aanwezige riooloverstort zorgt voor een regelmatige toevoer van nutriënten aan het water en na hevige neerslagsituaties treedt vissterfte op. Het geplande Verbeterd Gescheiden Stelsel (VGS) van het Centraal Station biedt goede kansen voor de verversing van de doodlopende watergang. De opgave voor de singel is het reduceren van de nutriëntenbelasting en toevoegen van water en oeverplanten. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - blad- en vuilvissen; - verbeteren van verversingscapaciteit; - verhogen van de ecologische waarde van de oever; - vaker baggeren. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

66 Opgave en strategie Essenburgsingel West Het streefbeeld voor de Essenburgsingel is (stabiel) troebel, viswatertype Snoek-Blankvoorn / Blankvoorn-Brasem, plantenarm, 5-10% van het wateroppervlak is begroeid. Deze watergang vormt het afvoerputje van het Schielandse deel. De haalbaarheid van een goede waterkwaliteit is afhankelijk van de waterkwaliteit in de bovenstrooms gelegen watergangen. Aan de noordzijde van de watergang wordt momenteel de mogelijkheid onderzocht voor een nieuwe stedelijke ontwikkeling. Hierbij dienen zich mogelijkheden aan voor het realiseren van extra waterberging. Het water in de singel is matig helder en vanwege het ontbreken van waterplanten scoort de watergang zeer slecht op ecologie. Er wordt regelmatig een bedekking met Kroos aangetroffen. Langs de beschoeide oever zijn veel plantensoorten aanwezig, hierdoor scoort dit onderdeel voldoende. De opgave voor de singel is het reduceren van de nutriëntenbelasting en beperkt toevoegen van water en oeverplanten. De strategie hiervoor is: - terugdringen van de nutriëntenbelasting vanuit de riooloverstorten; - (gevolgen van) bladval bestrijden; - blad- en vuilvissen; - verhogen van de ecologie van de oever; - vaker baggeren. 6.3 Oplossingsrichtingen De in 6.2 genoemde knelpunten die betrekking hebben op het functioneren van het watersysteem treden op bij hevige neerslag. Deze knelpunten zijn ontleend aan de modellering van het watersysteem in het waterplan Centrum in 2003 (lit. 5). In overleg met de werkgroep watersysteem Schielands deel zijn twee scenario s geformuleerd. De scenario s bestaan uit sets van maatregelen die een effect hebben op de waterkwantiteit (berging) en de waterkwaliteit (waterkwaliteitsspoor). Met het (geactualiseerde) model van het waterplan Centrum zijn de (eventueel) resterende bergingopgave en de Teworscores berekend. De twee scenario s zijn: 1. Basisscenario 2. Emissiereductiescenario (op basis van het basisscenario). De twee scenario s worden hieronder nader beschreven Basisscenario (autonome ontwikkeling) Het basisscenario gaat uit van het huidige watersysteem waarbij de maatregelen zich richten op het optimaliseren van het kwantitatief functioneren van het watersysteem (berging en afvoer). Hierbij wordt tevens uitgegaan van reeds uitgevoerde en geplande autonome ontwikkelingen. De maatregelen die behoren tot de autonome ontwikkeling, zijn: ondergrondse waterberging Museumpark, verbeterd gescheiden stelsel Centraal Station, verplaatsen en vergroten van de overstort op de Heemraadssingel (ter hoogte van de Middellandstraat) en koppeling van het rioleringsdistrict centrum met district Westen. De verbetering van het watersysteem gaat verder uit van het beter benutten van de aanwezige berging in het watersysteem (zie kader) het toevoegen van extra waterberging in de spoorzone. Het instellen van de (bestaande) inlaat op de kop van de Heemraadssingel verbetert de doorspoeling van het watersysteem. Zie figuur 6-1 voor een schematisch overzicht van het basisscenario. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

67 figuur 6-1 Oplossingsrichting basisscenario Schielands deel Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

68 Het wateroverschot van de Heemraadssingel en de Essenburgsingel stroomt via een stuw en duiker bij het Mevlanaplein naar het Roel Langerakpark. Door deze situatie blijft de peilstijging in de watergangen in Delfshaven beperkt en wordt het water afgewenteld op het Roel Langerakpark en via een gemaal naar het Vroesenpark (peilgebied Noord) afgevoerd. Vanuit dit park wordt het wateroverschot, samen met het wateroverschot van de deelgemeente Noord en Blijdorp afgevoerd naar de Boezem. HHSK heeft een onderzoek opgestart naar mogelijkheden ter optimalisatie van het totale watersysteem in dit deel van Rotterdam. Hieruit zullen voorstellen voor maatregelen volgen ter optimalisatie van de berging en waterafvoer. Voor Delfshaven wordt in dit DGWP ervan uitgegaan dat in dit kader de afvoersituatie van de Essenburgsingel wordt aangepast zodat het watersysteem meer kan bijdragen aan de berging en er wordt, in de spoorzone, bergend oppervlak toegevoegd aan het watersysteem. Om de effecten hiervan te bepalen is in het model een stuw bij het Mevlanaplein toegevoegd met een maximale hoogte van NAP -2,1 meter. De waterafvoer wordt (met een virtueel gemaal in het model) ingesteld op 10 m 3 per minuut, hetgeen is gebaseerd op de bemalingsnorm voor stedelijk gebied Emissiereductie scenario De verwachting is dat met het basisscenario de waterkwaliteitsknelpunten grotendeels zijn opgelost. Teworknelpunten die overblijven zullen met emissiereducerende maatregelen worden aangepakt. In overleg met de werkgroep watersysteem Schieland is besloten om in te zetten op het terugdringen van de uitstoot van riooloverstorten door de berging in het rioolstelsel te vergroten met een bergbezinkbassin langs de Heemraadssingel. Aanvullend kan in dit scenario worden ingezet op maatregelen om het water meer vast te houden. Deze zijn verder niet opgenomen in dit scenario omdat de mogelijke maatregelen op zich te klein zijn van omvang om een effect te hebben dat in het model te toetsen is, hetgeen niet betekent dat deze maatregelen zinloos zijn. Voor deze maatregelen wordt verwezen naar Maatregelen bij scenario s De maatregelen voor de scenario s zijn in deze paragraaf beschreven Basiscenario Het basisscenario is opgebouwd uit drie nieuwe maatregelen (S01, S02 en S03) en autonome ontwikkelingen. Maatregel S01 Aanpassen afvoer naar Roel Langerakpark HHSK voert een onderzoek uit naar verbetering van de berging en afvoersituatie van het stedelijk watersysteem van Rotterdam west. Het uitgangspunt van deze maatregel is dat de afvoer van de Essenburgsingel wordt beperkt tot een debiet dat gelijk is aan de bemalingsnorm van Delfland. Het debiet komt hiermee uit op 23 m 3 /min. (bemalingsnorm van Delfland omdat uiteindelijk geloosd wordt op boezemwater van Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

69 HHD). De afvoer van dit water kan via een gemaal worden geloosd op de Boezem of alsnog naar het Roel Langerakpark. De keuze hiervoor zal in het onderzoek van HHSK worden gemaakt, waarbij ook de belangen van het Roel Langerakpark kunnen worden beoordeeld. Om wateroverlast in Delfshaven te voorkomen zal een stuw worden aangebracht op NAP -2,7 meter zodat bij een peilstijging van meer dan 0,6 meter in de Essenburgsingel alsnog water naar het Roel Langerakpark zal stromen. Van belang is dat het bestaande peil hierbij zoveel mogelijk moeten worden gehandhaafd, waardoor er alleen bij zware buien van de berging gebruik gemaakt kan worden. Deze maatregel zal voor uitvoering nader onderzocht en uitgewerkt moeten worden. Dit zal in Deelgemeentelijk Waterplan Noord gebeuren. Daarbij dienen ook beheersafspraken voor de toekomstige situatie gemaakt te worden. Maatregel S02 Toevoegen berging Essenburgsingel West In de spoorzone langs het westelijk deel van de Essenburgsingel is het ruimtelijk mogelijk om oppervlaktewater toe te voegen. Hiermee neemt het waterbergend vermogen van deze singel toe. Realisatie van dit oppervlaktewater kan in samenhang met de geplande (her)ontwikkeling van de Spoorzone. In de stedenbouwkundige randvoorwaarden voor dit gebied, lit. 6, is opgenomen dat het gebied ruimte moet bieden voor 8000 m 3 aan waterberging. De totale zoekruimte is volgens de kansenkaart in bijlage 2 ruim m 2 groot. Onduidelijk is echter of in het gebied meer waterberging mogelijk is dan de compensatie die voor de ontwikkeling verplicht is, aangezien het grootste deel van het gebied niet in eigendom van de gemeente is. Voor andere mogelijke vormen van waterberging in deze zone wordt verwezen naar Maatregel S03 Instellen (bestaande) inlaat Heemraadssingel Op de kop aan de zuidzijde van de Heemraadssingel zit een inlaatpunt om water vanuit de Coolhaven de singel in te laten. In het algemeen staat deze inlaat enigszins geopend zodat de singel continu wordt voorzien van vers water. Naar schatting (visuele waarneming) is het inlaatdebiet enkele tientallen m 3 s per uur. Om de effecten van riooloverstorten te voorkomen is het van belang dat de Heemraadssingel na deze overstorten zo snel mogelijk wordt doorspoeld zodat het overstortwater zo snel mogelijk wordt vermengd met relatief schoon en zuurstofrijk water. De inlaat zal hiervoor, na riooloverstorten, worden ingesteld op circa 1 m 3 per minuut. Tevens wordt door het instellen van de inlaat op de kop van de Heemraadssingel een meer verblijfstijdgestuurd systeem mogelijk. Door de hoge nutriëntenbelasting van het water kunnen algen snel groeien. Door doorspoelen (richtlijn verversen elke 10 dagen) spoelen algen weer uit voor ze zich kunnen vermenigvuldigen. Met het inlaatdebiet van 1 m 3 per dag wordt deze verversing bereikt. Ondergrondse waterberging Museumparkgarage (autonome ontwikkeling) In het kader van het waterplan Centrum is besloten om in combinatie met de aanleg van een parkeergarage in het Museumpark, een ondergrondse waterberging te bouwen. Dit systeem fungeert als bergingsbak voor het rioolstelsel van het rioleringsdistrict centrum. Vanwege de koppeling met het Rioleringsdistrict Westen heeft dit een positieve invloed op het watersysteem van Delfshaven. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

70 Aanleg verbeterd gescheiden stelsel Centraal Station (autonome ontwikkeling) Het dakoppervlak en de verharde buitenruimte van het nieuwe Centraal Station wordt voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. Dit stelsel zal gaan afvoeren via een bestaande leiding onder de Statentunnel naar de oostzijde van de Essenburgsingel. Dit heeft tot gevolg dat het gemengde rioolstelsel minder zwaar wordt belast en er bij hevige neerslag, schoon regenwater op de Essenburgsingel wordt geloosd. Hierdoor wordt deze singel doorspoeld en zal het effect van de overstort op deze singel worden gereduceerd Emissiereductiescenario Dit scenario is gebaseerd op het basisscenario. Aan dit scenario is een bergbezinkbassin toegevoegd om het effect hiervan op de overstortvolumes en de waterkwaliteit te bepalen. Maatregel S04 Bergbezinkbassin Heemraadssingel Een bergbezinkbassin voegt extra berging toe aan het rioolstelsel. Voor een goede werking is het van belang dat rioolwater er gemakkelijk naar toe kanstromen. De beste locatie voor een BBB is daarom in de buurt van het collecteurriool dat onder de Burgemeester Meineszlaan en langs de Heemraadssingel loopt. Hieruit blijkt de beste locatie onder de groenstrook langs de Heemraadssingel tussen de Mathenesserlaan en de Vierambachtsstraat. De omvang van de voorgestelde BBB is 2000 m 3, hiermee wordt bijna 2 mm berging aan het rioolstelsel toegevoegd (deze neemt toe van 6,4 mm tot 8,2 mm). Uit de modellering zal volgen in hoeverre deze omvang efficiënt is. Naast de emissiereductie levert deze maatregel ook een bijdrage van circa 2000 m 3 aan invulling van de wateropgave. 6.5 Overige maatregelen Bij het uitvoeren van de modellering is ervoor gekozen alleen het basisscenario en het emissiereductiescenario door te rekenen. Hierbij wordt verwacht dat nog niet alle knelpunten worden opgelost. Daarom worden in deze paragraaf potentiële maatregelen geschetst die kunnen bijdragen aan het oplossen van de knelpunten in het geval dat die knelpunten na uitvoering van de scenario s nog bestaan. Of dat inderdaad het geval is blijkt uit de toetsing van de scenario s en losse maatregelen in 6.6. Voor het Schielands deel zijn deze maatregelen in de delen in de thema s waterberging, bronmaatregelen en ecologie Maatregelen vergroten waterbergend vermogen Maatregel S05 aanleg van een waterplein aan Heemraadssingel Een innovatieve manier van waterberging kan worden gerealiseerd in de groenstrook langs de Heemraadssingel tussen de Mathenesserlaan en de Vierambachtsstraat. De vorm hiervan is een wadi of waterplein. Deze waterberging kan worden meegenomen in het planvormingsproces van de ruimtelijke inrichting van deze groenstrook. Er is een strook van circa 7800 m 2 beschikbaar. De beschikbare waterberging is hiermee maximaal 3900 m 3 (bij een gemiddelde waterdiepte van 0,5 meter). Voorwaarde voor realisatie is dat het water van de omringende verharde oppervlakken naar deze locatie kan worden afgekoppeld. Hiervoor komt in aanmerking het Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

71 gebied dat wordt omringd door de Mathenesserlaan, Jan Mulderstraat, Vierambachtsstraat en de Heemraadssingel. NB: maatregelen S04 en S05 kunnen niet samen uitgevoerd worden, tussen beide maatregelen zal een keuze gemaakt moeten worden. Maatregel S06 waterberging Essenburgsingel Oost (1.900 m 2 ) Aan de Essenburgsingel ten oosten van de Heemraadssingel is het ruimtelijk mogelijk om open water te graven. In totaal is maximaal 1900 m 2 geschikt. Bij de toelaatbare peilstijging levert dit tot 1900 m 3 aan waterberging op. Maatregelen S07 waterberging onder de sportvelden (Essenburgsingel West; m 3 ) De sportvelden in de spoorzone langs de Essenburgsingel liggen gemiddeld 0,5 meter boven het normale waterpeil. Bij grotere waterpeilstijgingen boven deze 0,5 meter zullen deze velden overstromen en dragen daarmee onbewust bij aan de waterberging. In deze maatregel wordt waterberging gecontroleerd mogelijk gemaakt door de sportvelden verhoogd aan te leggen. Onder de kunstgrasvelden/sportvelden wordt een poreuze fundering toegepast waarin water kan worden geborgen (voorbeeld watershells of kunststof kratten of een grindpakket met drains). Deze holle ruimte dient dan als een overloopgebied bij peilstijgingen in de Essenburgsingel. De sportvelden kunnen bij deze maatregel (afgezien van de dan heersende weersomstandigheden) in principe in gebruik blijven en de ontwatering zal verbeteren ten opzichte van de huidige situatie. Uitgaande van 2 voetbalvelden en een effectieve waterschijf van 0,3 meter is hiermee 4000 m 3 aan berging te realiseren. Maatregelen S08 waterberging op de sportvelden (Essenburgsingel West; m 3 ) Deze maatregel geldt voor dezelfde sportvelden als S07. Hierbij blijven de sportvelden op het huidige niveau liggen. Door een lage kade rondom de velden wordt gecontroleerd onderlopen mogelijk gemaakt. Uitgaande van 2 voetbalvelden en een effectieve waterschijf van 0,3 meter is hiermee 4000 m 3 aan berging te realiseren. Tijdens en direct na een overstroming zijn de velden niet te bespelen. Hoe vaak de velden in dit geval onder water zullen lopen zal nader bepaald moeten worden Bronmaatregelen waterkwaliteit Maatregel S04 bergbezinkbassin Heemraadssingel Zie Maatregel S09 ontharden deel Claes de Vrieselaan De Claes de Vrieselaan is een brede straat (30 meter) die ten noorden van de Mathenesserlaan voornamelijk is ingericht als parkeerplaats. Door in dit deel in overeenstemming met het deel ten zuiden van de Mathenesserlaan te brengen en de middenstrook te ontharden kan deze straat een positieve impuls krijgen. Deze maatregel heeft hiernaast als effect dat er minder regenwater naar Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

72 de riolering zal afstromen. Hierdoor zullen riooloverstorten minder vaak voorkomen en minder hevig zijn. Hiernaast zal de bergingsopgave kunnen afnemen met circa 25 tot 50 liter per m 2. Deze maatregel kan tot 140 m 3 reductie van de wateropgave opleveren. Maatregel S20 Onderzoeksmaatregel riooloverstorten Heemraadssingel Hoewel Teworscores uit de modellering laag genoeg zijn om geen vissterfte door riooloverstorten te verwachten, wordt in de praktijk regelmatig melding gedaan van stankklachten en vissterfte. Ondanks dat gebruik is gemaakt van een geavanceerd en gekoppeld oppervlaktewater en rioleringsmodel, lijkt het erop dat de modelresultaten niet overeenkomen met de praktijk. Dit komt door de beperkte informatie die beschikbaar is over de bronnen van de vuillasten. Daarom wordt voorgesteld om nader onderzoek in het veld te doen naar de overstorten aan de Heemraadssingel, waarbij een relatie kan worden gelegd tussen de regenintensiteit, de overstortvolumes en de zuurstofdip in het water. In dit onderzoek worden de genoemde parameters gemonitoord tijdens en na overstorten gedurende ten minste 2 jaar waarbij circa 5 overstortgebeurtenissen plaatsvinden. Op basis van de uitkomsten van deze monitoring kan nogmaals een modelberekening worden uitgevoerd waarbij de mogelijke noodzaak van een BBB bij de Heemraadsingel (maatregel S04) opnieuw beoordeeld kan worden. Maatregel S16 onderzoek naar optimalisatie rioolstelsel Coolhaveneiland Het rioolstelsel van Coolhaveneiland voert via een leiding onder de Coolhaven af op het rioleringsdistrict westen. Vanwege het ontbreken van een overstort in dit (hoger gelegen) gebied draagt dit deel bij aan de overstorten en bergingsopgave van de Heemraadssingel. Met deze onderzoekmaatregel wordt onderzocht in hoeverre deze situatie kan worden aangepast. Hierbij valt te denken aan - afkoppelen van (een deel van) het verhard oppervlak van Coolhaveneiland. Dit kan direct worden geloost op de Coolhaven. - creëren van een onderbemaling op het Coolhaveneiland en bouwen van een overstort op de Coolhaven. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

73 figuur 6-2 Parkeerstrook Claes de Vrieselaan Maatregelen ecologische kwaliteit water en oevers In fase 1 van dit deelgemeentelijk waterplan zijn locatiespecifieke streefbeelden geformuleerd voor alle watergangen in de deelgemeente. Onderdeel van deze streefbeelden zijn de percentages natuurvriendelijke oevers per watergang. De opgave en strategie zijn per singel weergegeven in 6.2.3, deze wordt in de paragrafen hieronder per singel vertaald naar concrete inrichtingsmaatregelen. Nadere uitwerking hiervan zal in samenwerking met ds+v moeten geschieden. In het hieronder staande zijn de maatregelen daarom nog algemeen beschreven in de vorm van het aantal meters beplanting per (deel van een) watergang. Heemraadssingel De Heemraadssingel is in fase 1 aangemerkt als watergang die met prioriteit wordt aangepakt. Met name het zuidelijk deel van deze singel is kansrijk om een goede (ecologische) waterkwaliteit te bereiken. Hiervoor zal moeten worden ingezet op het reduceren van de nutriëntenbronnen en verkorten van de verblijftijd. Door regelmatiger te baggeren blijft de watergang beter op diepte en vindt er minder nalevering van nutriënten plaats. Door visstandbeheer wordt voorkomen dat bodemwoelende vissoorten als karpers de bodem omwoelen. Maatregel S03 Instellen (bestaande) inlaat Heemraadssingel Zie 6.4. Maatregel S17 Visstandbeheer Heemraadssingel en Essenburgsingel Oost In het streefbeeld van de Heemraadssingel zijn de vissoorten Snoek en Blankvoorn de gewenste soorten. Door de bestaande vissen (naar verwachting meer bodemwoelende soorten als Karpers en Voorns en Brasem) af te vangen en de gewenste soorten terug te zetten, wordt bijgedragen aan verbetering van de waterkwaliteit en is een helderder water mogelijk. Door de hoge nutriëntenbelasting van het water is het mogelijk dat bodemwoelende soorten uiteindelijk weer de overhand gaan krijgen. In dat geval moeten bodemwoelende soorten periodiek (eens per 5 jaar) Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

74 worden gedund. Afspraken hierover kunnen in het beheer en onderhoudsplan (A11) gemaakt worden. Maatregel S18 Verhogen baggerfrequentie Heemraadssingel Door de aanwezige overstorten op, met name de noordelijk delen van de Heemraadssingel, komt er veel nutriëntenrijk slib in de singel terecht. Hoewel het overstortwater deels terugstroomt naar de riolering, zal het slib grotendeels bezinken. De slibaanwas is daardoor groot. Ondanks mogelijke maatregelen om de overstorten te reduceren is het zinvol om met een hogere frequentie te baggeren in de Heemraadssingel. Hiermee blijft het water beter op diepte en zullen er minder nutriënten uit de bodem naleveren. Maatregel S10 Natuurvriendelijke plasberm Heemraadssingel Maatregel S11 watervegetatie Heemraadssingel Hoewel de oevers van de Heemraadssingel ruim van opzet zijn, wordt in deze singel vooral ingezet op voor beplanting van de plasberm, in combinatie met behoud van de beschoeiing. Op diverse locaties kan (drijvende) watervegetatie zoals waterlelies aangeplant worden. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens voor het behoud van de strakke oeverlijn van de singel terwijl een goede ecologische waterkwaliteit kan worden bereikt. Voor beschrijving van deze maatregelen wordt verwezen naar De Heemraadssingel is te verdelen in 4 delen, per deel wordt hieronder de gewenste lengte aan natuurvriendelijke plasberm gegeven. plasberm beplanten (meter) drijvende planten (m 2 ) 1 Rochussenstraat Mathenesserlaan Mathenesserlaan Nieuwe Binnenweg Nieuwe Binnenweg Vierambachtsstraat Vierambachtsstraat Beukelsdijk Totaal Essenburgsingel Oost Hoewel het ambitieniveau van het oostelijk deel van de Essenburgsingel niet zo hoog is, kan vooral worden ingezet op maatregelen om de inrichting meer natuurlijk te maken, hiervoor worden natuurvriendelijke oevers voorgesteld. Dit deel staat via duikers in open verbinding met de Heemraadssingel. Deze singel zal daarom voor wat betreft visstandbeheer moeten aansluiten op de Heemraadssingel Maatregel S17 Visstandbeheer Heemraadssingel en Essenburgsingel Oost Zie onder Heemraadssingel Maatregel S19 Verwijderen opgaande begroeiing noordzijde Essenburgsingel Oost Langs de noordoever van de Essenburgsingel oost is sprake van een dichte opgaande begroeiing. Door bladval en beschaduwing heeft deze een negatieve invloed op de waterkwaliteit. Door deze begroeiing plaatselijk te verwijderen (in overleg met de beheerders en buitenruimteontwerpers) wordt ervoor gezocht dat er meer licht en lucht bij het water kan komen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

75 Het verwijderen heeft tevens als positief effect dat er minder bladval is, waarmee weer een sliben nutriëntenbron wordt weggenomen. Deze maatregel heeft pas effect nadat de invloed van overstorten is beperkt door de aanleg van het verbeterd gescheiden stelsel rond Rotterdam CS. Het verwijderen van begroeiing is een voorwaarde voor onderstaande maatregel S12. Maatregel S12 Natuurvriendelijke oevers Essenburgsingel Oost Maatregel S13 Natuurvriendelijke plasberm Essenburgsingel Oost Maatregel S14 Watervegetatie Essenburgsingel Oost In de Essenburgsingel Oost wordt zowel ingezet op de aanleg van natuurvriendelijke oevers aan de noordoever als op de aanleg van een natuurvriendelijke begroeide plasberm (zuiden). Op diverse locaties kan (drijvende) watervegetatie zoals waterlelies aangeplant worden. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens voor het behoud van de strakke oeverlijn van de singel terwijl een goede ecologische waterkwaliteit kan worden bereikt. Voor beschrijving van deze maatregelen wordt verwezen naar S12, natuurvriendelijke oever noordzijde over de gehele lengte: 400 meter S13, natuurvriendelijke plasberm zuidzijde over 15% van de lengte: 75 meter S14, watervegetatie over 2% van het oppervlak (116 m 2 ) 6.6 Toetsing en prioritering maatregelen Schielands deel De maatregelen van het basis- en het emissiereductiescenario zijn getoetst op basis van het SOBEK model uit het waterplan centrum. Dit model is geactualiseerd zodat de meest recente aanpassingen in de riolering en oppervlaktewatersysteem er in zijn verwerkt. Zie bijlage 5 voor beschrijving van de modellering en de resultaten. De resultaten van beide scenario s zijn vergeleken met de nulsituatie (huidige situatie op basis van geactualiseerd model waterplan centrum) op het vlak van de Teworklassen en peilstijging. De kwantitatieve toets van de maatregelen blijft achterwege, uitgangspunt is dat het toevoegen van de benodigde berging en automatische stuwen de kwantitatieve opgave oplost. HHSK heeft aangegeven dat zij het totale afvoersysteem van Rotterdam Centrum en Blijdorp als één geheel opnieuw gaan bezien. Alle overige maatregelen zijn verder vergeleken op basis van de afwegingscriteria uit hoofdstuk 2. Deze zijn samengevat in de tabel in Daarbij is er een kwalitatieve toetsing toegepast. De maatregelen krijgen voor de verschillende thema s een waardering die varieert van laag (--) naar middel (0) en hoog (++). De waardering wordt als volgt toegepast: ++ het probleem wordt (bijna) volledig opgelost + het probleem wordt gedeeltelijk opgelost 0 geen verandering - de situatie verslechtert enigszins -- de situatie verslechtert sterk Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

76 6.6.1 Toetsing nulstituatie Tewor De Teworscores waren door de maatregelen die in het kader van waterplan centrum zijn en worden getroffen al veel gunstiger dan in De Teworklasse is in grote delen <2,5, alleen in de kop van de Heemraadssingel, de Heemraadssingel ten noorden van de Beukelsdijk en de Essenburgsingel bij de overstort valt de Teworscore in de klasse 2,5 tot 5. Deze klasse leidt echter nog niet tot grote knelpunten voor vissterfte. Zoals hierboven vermeld zijn de Teworscores laag. Dit is in tegenspraak met praktijkervaringen waarbij vissterfte en stankoverlast wordt gemeld. Hoewel de, in het model gehanteerde vuilconcentraties, overeenkomen met de waarden die in 2003 zijn gebruikt kan het mogelijk zijn dat de vuillast van de overstorten en/of het zuurstofgehalte in het oppervlaktewater in de praktijk hiervan afwijkt. Om hier in meer inzicht in te verkrijgen wordt voorgesteld om de (belangrijkste) overstorten te monitoren (maatregel S20) en zo een beeld te krijgen van de werkelijk optredende vuilbelasting Toetsing en prioritering basisscenario Voor de modelresultaten wordt verwezen naar bijlage 5. Tewor Alle berekende Teworscores zijn in het basisscenario kleiner dan 2,5. Er zijn dus geen Teworknelpunten meer aanwezig in Heemraadssingel en de Essenburgsingel. De kans op vissterfte na riooloverstorten is dus zeer gering. Het inlaten van vers water vanuit de Coolhaven op de Heemraadssingel en het water vanuit het VGS van het Centraal Station op de Essenburgsingel zorgen beide voor voldoende doorspoeling van deze watergangen. Hiermee wordt het water uit de overstort verplaatst en afgevoerd, er treedt verdunning op en er wordt zuurstofrijk water toegevoegd. De Teworknelpunten worden hiermee voldoende opgelost. Door de stuw bij het Mevlanaplein wordt het water langer in het systeem vastgehouden. Dit heeft echter geen merkbaar nadelig effect op de Teworscores in de Essenburgsingel. Gevoeligheidsanalyse De gevoeligheid van het model met maatregelen is bepaald door te variëren met twee parameters: de sedimentatiesnelheid en de bodemzuurstofvraag. De bodemzuurstofvraag staat voor de opnamesnelheid van zuurstof door de bodem. Als er organisch slib op de bodem ligt zal dit zuurstof opnemen. Organisch slib dat nog niet bezonken is, heeft een veel grotere zuurstofopname dan reeds bezonken slib. De sedimentatiesnelheid bepaalt hoe lang het slib nog zweeft en een hoge zuurstofvraag heeft. Deze twee parameters zijn dus zeer bepalend voor de zuurstofdip in het water en daarmee voor de Teworscores. In deze gevoeligheidsanalyse zijn de Teworscores bepaald voor het basismodel met verdubbeling van de bodemzuurstofvraag en halvering van de sedimentatiesnelheid. Hiernaast is nogmaals gerekend met dubbele vuilconcentratie uit de overstorten. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

77 Bij verdubbeling van de bodemzuurstofvraag en halvering van de sedimentatiesnelheid nemen de Teworscores iets toe. Dit leidt (ten opzichte van het basisscenario) in de Heemraadssingel tot een klein stukje bij de overstorten nabij de Mathenesserlaan waar de Teworscore iets slechter wordt (van <2,5 naar >2,5). Dit treedt ook op in de Heemraadssingel ten noorden van de Beukelsdijk. Wanneer de vuillast wordt verdubbeld zijn de effecten veel groter. In het gehele watersysteem stijgen de Teworscores tot de klasse 2,5-5,0. Op enkele locaties (Heemraadssingel bij de overstorten en ten noorden van de Beukelsdijk) en de Essenburgsingel west ter hoogte van de overstort wordt zelfs een Teworklasse van 5,0-7,5 bereikt. Hieruit kan worden afgeleid dat het model zeer gevoelig is voor de vuillast. Dit is mede aanleiding om nader onderzoek te doen naar de werkelijke vuillast vanuit overstorten (maatregel S20) Toetsing en prioritering emissiereductiescenario Voor de modelresultaten wordt verwezen naar bijlage 5. Tewor Het basisscenario geeft geen hoge Teworklasse. Voor het bepalen van de effecten van een bergbezinkbassin nabij de Heemraadssingel (maatregel S04, ter hoogte van de Mathenesserlaan) is daarom gebruik gemaakt van het meest zwaarbelaste model uit de gevoeligheidsanalyse. Hierbij is uitgegaan van verdubbelde vuillast, halvering van de sedimentatiesnelheid en verdubbeld bodemzuurstofverbruik. Ten opzichte van het model zonder bergbezinkbassin is er een verschil in de Teworklassen. Dit treedt op in de Essenburgsingel west. In het basisscenario is hier een Teworklasse >5,0 berekend. Door het bergbezinkbassin verlaagt de klasse naar 2,5-5,0. Het lijkt vreemd dat alleen een effect wordt opgemerkt in de Essenburgsingel omdat de bergbezinkbassin nabij de Heemraadssingel is geplaatst. Het blijkt dat de overstort in de Essenburgsingel veel eerder in werking treedt omdat de drempelhoogte hiervan veel lager is. Vergroting van de berging in het rioleringsdistrict heeft daarom het eerste effect in de Essenburgsingel. Overstortvolumes Uit analyse van de overstortvolumes blijkt dat het bergbezinkbassin bij T=1 voor circa 64% gevuld raakt en hiermee voor 80% reductie van de overstortvolumes zorgt. Bij T=10 is het bassin voor 92% gevuld en de reductie van het totale overstortvolume is dan 7%. Conclusie scenario Op basis van deze gegevens kan worden geconcludeerd dat aanleg van een bergbezinkbassin in het rioleringsdistrict westen bij dit scenario positieve gevolgen heeft voor de Essenburgsingel west. Ten aanzien van de Teworscores is de noodzaak van een bergbezinkbassin niet hoog omdat er volgens het model geen Teworknelpunten in het systeem aanwezig zijn. Een bergbezinkbassin heeft wel tot gevolg dat de totale overstortvolumes afnemen, bij T=1 tot wel 80%. Ten aanzien van de jaarlijkse vuilvracht op de singels levert een bergbezinkbassin wel een aanzienlijke reductie op. Voor de gemiddelde waterkwaliteit heeft een bergbezinkbassin dus wel degelijk een positief effect. Zonder aanpassingen aan het rioolstelsel treedt dit effect vooral op in de Essenburgsingel en minder in de Heemraadssingel (waar op korte termijn hogere ambities Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

78 bestaan). Het is aan te bevelen om in een nadere studie te kijken in hoeverre een groter effect voor de Heemraadssingel te bereiken is. Een onderzoek naar de functionaliteit en het effect van een BBB kan pas worden uitgevoerd, nadat er onderzoek gedaan is naar de werkelijke vuillast die in de singel terecht komt (S20) Toetsing en prioritering overige maatregelen waterbergend vermogen De maatregelen ter vergroting van het waterbergend vermogen zijn te verdelen in bronmaatregelen om de overstortvolumes te beperken en maatregelen om de bergingscapaciteit van de watergangen te vergroten. Met alle maatregelen is een verbetering van het waterbergend vermogen te realiseren. Bronmaatregelen hebben als neveneffect dat de vuilvracht uit de overstorten zal afnemen en hebben daarmee ook een waterkwaliteitsvoordeel, met name voor de Essenburgsingel. Maatregelen ter vergroting van de waterberging zijn verder enkel mogelijk aan de Essenburgsingel. De keuze van de maatregelen is afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen. Het graven van oppervlaktewater (S06, S02) gaat alleen in combinatie met herinrichting van de Spoorzone. Binnen deze plannen is het goed mogelijk om oppervlaktewater toe te voegen. Wanneer de bestaande invulling van dit gebied gehandhaafd blijft kunnen de sportvelden dienen als waterberging. De beide maatregelen (S07 en S08) ontlopen elkaar niet veel in effectiviteit, wel in kosten. Het gecontroleerd laten overstromen van de velden heeft veel lagere kosten dan de realisatie van berging doormiddel van kratjes onder de velden. De voorkeur gaat hierbij uit naar het onderlopen van de velden (S08). Op dit moment loopt er in het kader van Waterplan 2 een onderzoek naar berging onder sportvelden. Hierop kan aangesloten worden bij eventuele planvorm van maatregelen S07 en S08. Doordat waterberging tot 2015 niet noodzakelijk is, kan gekeken worden bij welke ruimtelijke ontwikkeling het beste meegelift kan worden bij de aanleg ervan Toetsing en prioritering bronmaatregelen waterkwaliteit Zie voor de toetsing van het bergbezinkbassin. Naar verwachting heeft het ontharden van de Claes de Vrieselaan (S09) vergelijkbare effecten op de emissies als het bergbezinkbassin. De aanleg van een overstort aan de Coolhaven voor Coolhaveneiland heeft positieve gevolgen voor de overstorten op de Heemraadssingel. Punt van aandacht is echter dat het ontvangende water, de Coolhaven, hierdoor zwaarder wordt belast met verdund rioolwater. Er is geen inzicht in het effect van deze maatregel Toetsing en prioritering maatregelen ecologische kwaliteit water en oevers De voorgestelde maatregelen (S10, S11, S12, S13, S14, S15 en S17) zijn allemaal gebaseerd op de in fase 1 gedefinieerde streefbeelden. Met deze maatregelen wordt dit streefbeeld dan ook gedeeltelijk of volledig ingevuld. De Heemraadssingel is in fase 1 aangemerkt als locatie waar op zeer korte termijn kan worden ingezet. Het is wel aan te bevelen om meer inzicht te verkrijgen in de belasting van deze watergang vanuit de riooloverstorten (S20). De Essenburgsingel-oost heeft goede potenties voor een meer natuurlijke inrichting en waterkwaliteit. Voorwaarde hiervoor is echter wel dat deze watergang beter doorspoeld kan worden. Met de aanleg van het verbeterd gescheiden stelsel voor Centraal Station wordt aan Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

79 deze voorwaarde voldaan. Belangrijk is dat het visstandbeheer van dit deel van de Essenburgsingel gelijk loopt aan de Heemraadssingel. Voor de Essenburgsingel-west zijn maatregelen ter verbetering van de ecologische inrichting pas zinvol als de belasting op deze singel is afgenomen. Hiervoor dienen eerst de Essenburgsingeloost en de Heemraadssingel te worden aangepakt. Verder biedt de herinrichting van de Spoorzone goede kansen voor een meer natuurlijke inrichting van deze singel Conclusie na toetsing Uit de toetsing blijkt dat in de nulsituatie en de geplande autonome ontwikkelingen aan de kwantitatieve opgave voor 2015 wordt voldaan. Aanvullende maatregelen voor waterberging zijn op korte termijn daarom niet noodzakelijk. Ook voor de doelstellingen aangaande waterkwaliteit en ecologie draagt het basisscenario (maatregel S01 en S03 ) bij aan het oplossen van knelpunten. Omdat in het model na het basisscenario geen Teworknelpunten meer voorkomen, draagt het emissiereductiescenario voor de waterkwaliteit volgens het model weinig meer bij. Wel blijkt uit een gevoeligheidsanalyse van het model dat het systeem gevoelig is voor vuillasten. Omdat ook uit de praktijk blijkt dat er vissterfte optreedt, lijkt het erop dat de waterkwaliteit nog niet voldoende is. Het is aan te bevelen om nader onderzoek in het veld te doen naar de overstorten aan de Heemraadssingel (S20). In dit onderzoek moeten diverse parameters gemonitord worden tijdens en na overstorten gedurende een periode van ten minste 2 jaar. Op basis van de uitkomsten van deze monitoring kan nogmaals een modelberekening worden uitgevoerd waarbij de mogelijke noodzaak van een BBB bij de Heemraadsingel (maatregel S04) opnieuw beoordeeld kan worden. Als met dit onderzoek gestart wordt kan dit het beste gecombineerd worden met het onderzoek naar de optimalisatie van het rioolstelsel op het Coolhaveneiland (S16) Wat betreft ecologie kan het beste per singel worden bepaald wat de juiste oplossing is. Het is hierbij van belang dat de waterkwaliteit in orde is en het watersysteem de belasting aankan. Zolang maatregelen in dat kader nog niet zijn uitgevoerd, kan beter gewacht worden met de aanleg van oevervegetatie. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

80 6.6.8 Verzameltabel toetsing en prioritering Schielands deel Nummer Maatregel Omvang 1 Visie / streefbeeld 2 Voorkomen wateroverlast 3Waterkwaliteit en ecologie 4Robuustheid Snelheid en realiseerbaarheid5 6 Baten 7 Verhouding Kosten / Baten 8 Beheerbaarheid 9 Draagvlak 10 Kosten in Euro's excl. BTW, engineering etc. kosten niet voor waterplan Prioriteit S01 Aanpassen afvoer naar Roel Langerakpark beperken afvoer tot 23 m3/min en opstuwen tot -2,1m <P.M.> Hoog S02 Toevoegen berging Essenburgsingel West Open water 4400 m ,00 Laag S03 Inlaat Heemraadsingel (bestaand) Instellen op 1m3/min na overstort Hoog S04 Bergbezinkbassin Heemraadsingel Inhoud 2000m ,00 Laag S05 Aanleg waterplein Heemraadsingel realiseren van m3 aan waterberging <P.M.> Laag S06 Essenburgsingel oost, waterberging realiseren van m3 aan waterberging ,00 Laag S07 Essenburgsingel west, sportvelden realiseren van m3 aan waterberging d.m.v. "kratjes" onder de nieuw aan te leggen velden S08 Essenburgsingel west, sportvelden realiseren van m3 aan waterberging door inundatie gecontroleerd toestaan (opwerpen kades) ,00 Laag ,00 Laag S09 Ontharden deel Claes de Vrieselaan realiseren van 140 m3 aan waterberging ,00 Laag S10 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Heemraadssingel 15% van de oeverlengte (375 m1) ,00 Midden S11 Realiseren watervegetatie Heemraadssingel 5-10% van het oppervlak ( m2) ,00 Midden S12 Aanleg natuurvriendelijke oevers Essenburgsingel Oost Noordzijde (400 m1) ,00 Midden S13 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Essenburgsingel Oost 15% van de zuidzijde (75 m1) ,50 Midden S14 Realiseren watervegetatie Essenburgsingel Oost 2% van het oppervlak (116 m2) ,00 Midden S15 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Essenburgsingel West S16 Onderzoek naar optimalisatie rioolstelsel Coolhaveneiland S17 Visstandbeheer Essenburgsingel Oost en Heemraadssingel 15% van de zuidzijde (128 m1) ,00 Midden Door de hoge ligging van het gebied bij de Willem Buytewechstraat zal in geval van overstortingen water eerder in Heemraadsingel terechtkomen. Combineren met onderzoeksmaatregel S20 Afvangen van bestaande bodemwoelende vissen en vervangen door gewenste soorten, snoek en blankvoorn. Combineren met S ,00 Hoog ,00 x Midden S18 Verhogen baggerfrequentie Heemraadssingel Eens per 5 jaar ipv per 10 jaar ,00 Midden S19 Verwijderen opgaande begroeiing noordzijde Essenburgsingel Oost S20 Onderzoeksmaatregel overstorten Heemraadssingel Resultaten van dit onderzoek (werkelijke vuillast) kunnen uiteindelijk gebruikt worden om de geplande BBB bij de Heemraadsingel opnieuw door te rekenen en op basis daarvan een uiteindelijke keuze te maken Over een lengte van 400 meter, ,00 Midden ,00 Hoog basisscenario Overige maatregelen emissiereductiescenario Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

81 6.7 Advies Schielands deel Op basis van de bevindingen in de voorgaande paragrafen wordt geadviseerd om in te zetten op de volgende ingrepen per singel. Algemeen Aangeraden wordt om maatregel S01 (aanpassen afvoer naar Roel Langerakpark) op korte termijn uit te voeren. Deze zal worden opgepakt in de algemene studie van HHSK naar de berging en afvoer van het westelijk deel van het stedelijk gebied van Rotterdam. Verwacht kan worden dat op basis van deze studie de beschikbare berging van het centrum van Rotterdam veel beter kan worden benut en waardoor toevoegen van oppervlaktewater een daadwerkelijk effect voor de bergingsopgave heeft. Uit de toetsing blijkt dat met het basisscenario en de geplande autonome ontwikkelingen er een kwantitatieve opgave (bergingsopgave van m 3 ) is voor Aan de opgave voor 2015 wordt inmiddels voldaan, waardoor aanvullende maatregelen op dit gebied op korte termijn niet noodzakelijk zijn. Onderstaand wordt per deel van een singel bepaald wat de geadviseerde maatregelen zijn. Van belang is echter wel dat bij het verder uitwerken van de oplossingen niet alleen naar dat deel van de singel gekeken wordt, maar een integraal ontwerp van de omgeving gemaakt wordt. Heemraadssingel benedenstrooms (Middelland/Nieuwe Westen) De Heemraadssingel ten noorden van de Vierambachtsstraat staat onder zware belasting van onder andere een aantal overstorten. Het is dan ook belangrijk dat de bronnen snel worden aangepakt, waarbij in eerste instantie nader onderzocht zou moeten worden op welke manier de omvang van overstorten het meest kunnen worden gereduceerd (S16 en S20). Nadat deze maatregelen zijn onderzocht dient in nauwe samenhang hiermee het onderzoek naar het bergbezinkbasin (S04) te worden uitgevoerd. Dit kan pas nadat de resultaten van S20 bekend zijn. In elk geval draagt inlaat van water op de kop van de singel (S03) bij aan het verkleinen van de effecten, dit kan op zeer korte termijn voor weinig geld worden aangepakt. Heemraadssingel bovenstrooms (Middelland/Nieuwe Westen) Op de bovenstroomse Heemraadssingel, ten zuiden van de Vierambachtstraat, zijn geen overstorten aangesloten, waardoor bronmaatregelen hier niet noodzakelijk nodig zijn. Op het moment dat het watersysteem door de bovengenoemde maatregelen op orde is kan worden ingezet op verdere verbetering richting streefbeeld door de aanleg van natuurvriendelijke oevers (S10), aanplanten watervegetatie (S11). Deze integrale waterkwaliteitsverbetering is verder mogelijk door een combinatie maatregelen: baggeren en visstandbeheer (S17 en S18) om de gewenste soorten te krijgen en te voorkomen dat een dikke baggerlaag voor troebel water zorgt. Hierbij zullen plasbermen worden beplant en watervegetatie worden aangeplant zodat een beter ecologisch milieu ontstaat waar de vissoorten en andere waterorganismen zich meer thuis voelen. Deze maatregelen zijn pas voorzien na afloop van de periode van dit maatregelenplan (2014 en later) Essenburgsingel Oost (Middelland) Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

82 De Essenburgsingel Oost staat in open verbinding met de Heemraadssingel. Voor visstandbeheer is het daarom nodig om deze singel gelijk met de Heemraadssingel aan te pakken. Inrichting van een natuurvriendelijke oever, in combinatie met het snoeien van bomen (S12, S13, S14 en S19) kunnen het best aangepakt worden als het verbeterd gescheiden stelsel van Centraal Station in werking is gesteld. De invloed van de bestaande riooloverstort wordt dan voldoende geëlimineerd. Deze maatregelen zijn pas voorzien na afloop van de periode van dit maatregelenplan. Essenburgsingel West (Nieuwe Westen) De Essenburgsingel West is het afvoerputje van dit watersysteem. Maatregelen ter verbetering van de (ecologische) waterkwaliteit zijn alleen zinvol als de Heemraadssingel en de Essenburgsingel Oost een betere waterkwaliteit hebben gekregen (S15). Dit is pas voorzien na afloop van de periode van dit maatregelenplan. De overige benoemde mogelijke maatregelen (S2, en S4 t/m S9 ) blijken vooralsnog niet op korte termijn noodzakelijk te zijn. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

83 7. Planning en Financiën 7.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de maatregelen, kosten en planning per deelgebied. De totaalkosten per deelgebied zijn afgerond op duizendtallen. Voor uitvoeringsplanning is uitgegaan van drie tijdpaden: sneller dan 5 jaar (looptijd van dit DGWP), na de looptijd van dit waterplan maar voor 2030 en de lange termijn (na 2030). In het Delflands deel en Schielands deel worden de maatregelen onderverdeeld in onderzoeksmaatregelen en uitvoeringsmaatregelen. Vervolgens worden nog onderscheid gemaakt in maatregelen die bijdragen aan knelpunten rond de kwantiteit en knelpunten rond de kwaliteit. In bijlage 8 zijn de tabellen nogmaals in grotere vorm weergegeven. In dezelfde bijlage worden ook de uitgangspunten voor de kostenramingen uiteengezet. 7.2 Investeringplanning algemene maatregelen In tabel 7-1 wordt de investeringsplanning van de algemene maatregelen voor heel Delfshaven weergegeven. De maatregelen betreffen planvormingsmaatregelen waardoor de kosten in het algemeen beperkt blijven tot de besteding van manuren. tabel 7-1 investeringsplanning algemene maatregelen ALGEMEEN DEEL GEMEENTE HHD HHSK DG % GW % % % Organisatie ** ** ** ** ** ** Communicatie ** ** ** ** ** ** A01, A02 Kansen benutten afkoppelen, ontharden ** ** ** ** ** ** A09 Waterfonds ** ** ** ** ** ** A10 Ruimtelijke plannen (waterfonds, procesafspraken watertoets, ** ** ** ** ** ** - procesafspraken watertoets, - kansen studieprojecten en buitenruimteprojecten, - kansen voor KRW -maatregelen Delfshavense Schie A08 Protocol Informatievoorziening beheerders ** A14 Plan van Aanpak diffuse bronnen ** A12 Grondwater (implementatie beleid) ** A13 Opstellen en uitvoeren meetprogramma (fysisch-chemische parameters) PM PM PM PM PM PM PM PM A11 Beheer- en onderhoudsplan (t.b.v. aanleg en onderhoud D26 t/m D31 en S10 t/m S14) Totale kosten kosten zijn exclusief indexering, onvoorzien, BTW, directievoering ** betreft alleen uren planvorming trekker maatregel 7.3 Investeringsplanning Delflands deel In tabel 7-2 zijn de investeringskosten en bijbehorende planning van de maatregelen voor het Delflands deel weergegeven. De planning en begroting hebben een looptijd van 5 jaar. Tevens is indien van toepassing een doorkijk naar de periode vanaf 2014 en na 2030 In de tabel is onderscheid gemaakt in de planvormings-, ontwerp- of uitvoeringsfase van het project. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

84 tabel 7-2 investeringsplanning Delflands deel DEEL DELFLAND GEMEENTE HHD GW DG % % OBR % % Onderzoeksmaatregelen waterkwantiteit D06 Gemaal Spaansebocht via overstortleiding naar Merwedehaven D07 Nieuw gemaal Pasteursingel met afvoer naar Merwedehaven (waaronder opheffen gemaal Tjalklaan en instellen inlaat Spaansebocht) D14, D15, D18 Waterpleinen Aagje Dekenstr., waterplein Staringplein, waterplein Kasteeltuin in combinatie met rioolvervanging D32 Invulling overige wateropgave waterkwaliteit Type I brongerichte maatregelen D17 Bergbezinkbassin Kasteeltuin Uitvoeringsmaatregelen waterkwantiteit D04 Vergroten vijver Tjalklaan (6164 m2 berging tbv wateropgave) **1 D05 Vervangen duikers (Hoekersingel-Tjalklaan en Pasteursingel-Tjalklaan) **1 D06, D07 Uitvoering systeemscenario ** (wijzigen afvoerrichting, doorspoeling, vervangen van duikers en gemalen Pasteursingel en Spaansebocht) D32 Oplossen bergingstekort Spaansebocht en bergingstekort n.a.v ** PM **3 ruimtelijke ontwikkelingen**3 (peilvak 1: 550 m3, peilvak 2: m3 geeft totaal bergingstekort m3 x 185/m3 (kostennorm HHD) D14, Eventueel invulling overige wateropgave gedeeltelijk via waterpleinen D15, D18 (kosten vallen onder uitvoering D32) waterkwaliteit Type I brongerichte maatregelen D20 Ontharden Witte Dorp D19 Groene daken Witte Dorp **4 D21 Groene daken Staringplein e.o. **4 D17 Bergbezinkbassin Kasteeltuin (emissiebeperkende maatregelen) PM PM Uitvoering mogelijk na onderzoek D17 **5 Type II inrichtingsmaatregelen D09 Aanleg inlaat Hoekersingel vanuit Schiedam Type II inrichtingsmaatregelen Tjalklaan D25 Aanleg natuurvriendelijke oevers Tjalklaan **1 D26 Realiseren watervegetatie Tjalklaan Type II inrichtingsmaatregelen Pasteursingel D27 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Pasteursingel Type II inrichtingsmaatregelen Kinderboerderij D28 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Kinderboerderij D29 Realiseren watervegetatie Kinderboerderij D22 Aanpassen terrein Kinderboerderij Type II inrichtingsmaatregelen Hoekersingel D23 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Hoekersingel D24 Realisatie watervegetatie Hoekersingel Type II inrichtingsmaatregelen Spaanse Bocht D30 Aanleg natuurvriendelijke oevers Spaanse Bocht D31 Realiseren watervegetatie Spaanse Bocht D33 Vispassage Parksluizen Type III beheersmaatregelen A11 Aangepast beheer i.v.m. natuurvriendelijk onderhoud **6 PM Totale kosten PM kosten zijn exclusief indexering, onvoorzien, BTW, directievoering **1 Autonome maatregel, totale kosten D04 en D05 1,7 milj. ( 1,2 milj. voor gemeente en 0,5 milj. voor HHD). **2 Het systeemscenario heeft kwantiteits- en kwaliteitsaspecten, door het scenario worden Teworknelpunten opgelost. De bijdrage van de gemeente in de kosten is gebaseerd op de kwaliteitsverbetering. **3 Concrete afspraken over inbreng en kosten van grond voor deze waterbergingslocatie moeten nog met OBR worden gemaakt. **4 Geen actieve maatregel maar stimuleringsmaatregel met subsidie. **5 Voor de kostenverdeling van de maatregel is het rapport 'Kostenverdeling uitvoering waterplan Rotterdam' aangehouden, dat ik oktober 2008 is vastgesteld **6 Voordat eerste NVO is aangelegd, moet ook afspraken gemaakt worden over onderhoud. Kosten op basis van onderhoudsplan (is een alg. maatregel). planvorming ontwerp uitvoering trekker maatregel Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

85 7.4 Investeringsplanning Schielands deel In tabel 7-3 zijn de investeringskosten van de maatregelen voor het Schielands deel weergegeven. De investeringsplanning en investeringsbegroting hebben een looptijd van 5 jaar. Tevens is indien van toepassing een doorkijk naar de periode vanaf 2014 en na In de tabel is onderscheid gemaakt in de planvormings-, ontwerp- of uitvoeringsfase van het project. tabel 7-3 investeringsplanning Schielands deel DEEL SCHIELAND EN KRIMPENERWAARD GEMEENTE HHSK DG % GW % OBR % % Onderzoeksmaatregelen waterkwantiteit S01 Aanpassen afvoer naar Roel Langerakpark (uitwerking via DGWP Noord) **1 ** ** S02 Aanleg waterberging Essenburgsingel West, Spoorzone (wateropgave, lange termijn 2050) ** ** ** ** S05, S06, S09 ** ** ** Onderzoek alternatieve locaties waterberging (Essenburgsingel-Oost, waterplein of sportvelden) Voor onderzoek waterberging sportvelden gebruik maken van studie projectbureau R'dam ** Waterkwaliteit Type I brongerichte maatregelen S04, S20 Gecombineerd onderzoek S20 en S04 **1 ** S20 Onderzoek overstorten Heemraadsingel ** **1 ** S04 Bergbezinkbassin Heemraadsingel ** ** Uitvoeringsmaatregelen waterkwantiteit S02 Uitvoering maatregelen onderzoek S02, t.b.v. wateropgave 2050 ** ** **3 waterkwaliteit Type I brongerichte maatregelen S04 Uitvoering maatregelen nav onderzoek S04, S20 (emissiebeperking p.m 50 op Heemraadsnl.) **3 pm pm p.m. 50 S01 Uitvoering n.a.v. onderzoeksmaatregel S01, afvoer naar R.Langerakpark pm pm p.m. Type II inrichtingsmaatregelen Heemraadsingel S03 Aanpassen protocol beheer inlaat Heemraadsingel ** ** S10 Aanleg natuurvriendelijke oever Heemraadsingel S11 Realiseren watervegetatie plasberm Heemraadsingel Type II inrichtingsmaatregelen Essenburgsingel (na realisatie CS) S12 Aanleg natuurvriendelijke oevers Essenburgsingel Oost, noordzijde S13 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Essenburgsingel Oost, zuidzijde S14 Realiseren watervegetatie Essenburgsingel Oost S15 Aanleg natuurvriendelijke plasberm Essenburgsingel West, zuidzijde Type III beheer en onderhoudsmaatregelen S19 Verwijderen opgaande begroeiing noordzijde Essenburgsingel Oost S17 Visstandbeheer Essenburgsingel Oost en Heemraadsingel S18 Verhogen baggerfrequentie Heemraadsingel (waarvan afvoer ca voor deelgemeente) ** A11 Aangepast beheer i.v.m. natuurvriendelijk onderhoud **6 pm pm pm pm pm pm Totale kosten Geraamde kosten zijn indicatief en exclusief indexering, onvoorzien, BTW en directievoering ** betreft alleen uren **1 Onderzoek wordt uitgevoerd in kader van het DG Waterplan Noord (watersysteemanalyse samenhang met riolering), daar is ook de financiering geregeld. **2 kosten aanleg waterberging gebaseerd op grondkosten voor gemeente (indicartieve aanname 60/m2) en aanlegkosten voor waterschap (aanname 260/m2), engineering alleen over aanlegkosten Voor grondkosten is een indicatief bedrag aangehouden. Bij grond die bestemd is voor woningbouw kan dit bedrag een veelvoud zijn. Binnen de gemeente gaat OBR over de gronden. Voor de Spoorzone is contact met OBR over inbreng van de grond als randvoorwaarde voor de ontwikkeling. Voor de kostenverdeling van de maatregel is het rapport 'Kostenverdeling uitvoering waterplan Rotterdam' aangehouden, dat ik oktober 2008 is vastgesteld **3 **4 visstandbeheer is pas nadat emissie en inrichting op orde zijn **5 kosten moeten opgenomen worden in de exploitatiebegroting. Afweging kosten extra baggeren afwegen tegen bijv. extra bladvissen ter voorkoming baggeraanwas in het op te stellen beheerplan **6 nadat eerste NVO is aangelegd, moet ook afspraken gemaakt worden over onderhoud. Kosten op basis van onderhoudsplan (is een alg. maatregel) planvorming ontwerp uitvoering trekker maatregel 7.5 Kostenverdeling maatregelen In het kader van het Waterplan 2 Rotterdam wordt gewerkt aan afspraken over de algemene kostenverdeling van maatregelen (lit. 7). Deze afspraken zijn nog niet definitief en de verdeling van de kosten varieert per kostensoort. De verdeling van de kosten is als volgt 2 : Invulling wateropgave NBW 2015 Gemeente stelt de grond beschikbaar en zorgt voor inrichting van de buitenruimte. Het betreffende waterschap neemt het graven voor rekening en zorgt voor de inrichting van de watergang. Compensatie verhard oppervlak De initiatiefnemer, de instantie die door realisatie van een project verhard oppervlak aan een gebied toevoegt, betaalt voor de compensatie. 2 Verdeling is gebaseerd op het concept rapport, lit. 7. Hier kunnen nog wijzigingen in optreden. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

86 Duikers Een duiker die oppervlaktewateren verbindt zal worden betaald door het waterschap. Bergbezinkbassins De gemeente draagt de kosten voor de aanleg van een bergbezinkbassin. Gemalen Voor rioolgemalen draagt de gemeente de kosten, voor oppervlaktegemalen is dat het waterschap. Groene daken Groene daken dienen te worden aangelegd door de eigenaar van de bebouwing waarop het dak wordt aangelegd. Overige opgaven Voor de overige opgaven geldt dat de taakhouder betaalt. Onderstaand worden de taakhouders van de belangrijkste onderwerpen weergegeven: Riolering en bergbezinkbassins: Gemeente Primaire watergangen: Waterschap Secundaire watergangen: (Deel)gemeente Oppervlaktewatergemaal: Waterschap Rioolgemaal: Gemeente Waterveiligheid binnendijks: Waterschap Waterveiligheid buitendijks: RWS / Gemeente 3 Waterkwaliteit: Waterschap Aquatische ecologie: Waterschap Natuurvriendelijke oevers: (Deel)gemeente en waterschap Ontharden: Waterschap Duikers: Gemeente 3 Volgens lit. 7 is RWS verantwoordelijk. De gemeente is verantwoordelijk voor de buitenruimte en stelt uitgiftepeilen vast. Beleid hierover is nog in ontwikkeling. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

87 8. Uitvoeringsorganisatie 8.1 Algemeen Met dit deelgemeentelijk waterplan is inzicht verkregen in het functioneren van het watersysteem in de deelgemeente Delfshaven. Op basis van dit inzicht is een integrale visie op water in de deelgemeente opgesteld, waaruit locatiespecifieke streefbeelden zijn afgeleid. Tevens is een overzicht opgesteld van de knelpunten in het watersysteem. In fase twee is een maatregelenpakket opgesteld waarmee de meest urgente knelpunten kunnen worden aangepakt en waarmee een eerste stap kan worden gemaakt in de invulling van de visie en streefbeelden. Na bestuurlijke vaststelling van het waterplan door de betrokken organisaties zal moeten worden gestart met het uitvoeren van maatregelen. Het is hiervoor van belang dat er tussen de betrokken partijen afspraken worden gemaakt over de uitvoering. Een aanzet voor een uitvoeringsorganisatie wordt in de volgende paragraaf gegeven. Een belangrijk onderdeel van de uitvoeringsfase is het verkrijgen van draagvlak en betrokkenheid bij de bewoners van de deelgemeente. Hiervoor is een goede communicatie van groot belang. Dit komt aan de orde in Uitvoering en organisatie De deelgemeente Delfshaven is de initiatiefnemer van het deelgemeentelijk waterplan. Het waterplan is tot stand gekomen in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, het Hoogheemraadschap van Delfland en Gemeentewerken Rotterdam (afdeling Watermanagement en de Werf Delfshaven). De maatregelen die in dit deelgemeentelijk waterplan zijn geformuleerd hebben op basis van hun prioriteit een beoogd jaar van uitvoering meegekregen. Met de bestuurlijke vaststelling van het waterplan wordt tevens een definitieve keuze gemaakt voor de, binnen de looptijd van het waterplan, uit te voeren maatregelen en de prioritering daarin. Maatregelen zullen in principe worden uitgevoerd door, of in opdracht van de desbetreffende taakhouder. Deze is verantwoordelijk voor de uitvoering en de financiering ervan. Over de kostenverdeling kunnen per maatregel nadere afspraken worden gemaakt. Om de uitvoering van de maatregelen te coördineren en (indien nodig) bij te sturen zal de projectgroep blijven bestaan. De projectgroep heeft hierbij de volgende taken: - Coördineren en bewaken van de voortgang van het maatregelenplan; - terugmelden van de voortgang naar de besturen; - eventueel bijstellen voortgang; - uitzetten onderzoeksmaatregelen en indien van toepassing omzetten van de conclusies in aanvullende maatregelen; - organiseren van de communicatie van de maatregelen; - monitoren effecten van maatregelen; - bewaken financiële voortgang; - oprichten, coördineren en beheren waterfonds voor Delfshaven; Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

88 - bewaken waterkansen en opgaven bij studieprojecten en buitenruimteprojecten; - bewaken einddoel. Tijdens de uitvoering zal de projectgroep bestaan uit vertegenwoordigers van de betrokken organisaties met de volgende rollen: - Deelgemeente Delfshaven, voorzitter projectgroep, - Deelgemeente Delfshaven, communicatie - Gemeentewerken werf Delfshaven, inbreng vanuit beheer - Gemeentewerken afdeling WM, riolering en afstemming met Waterplan 2 Rotterdam - Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hoofdwatergangen, waterkwaliteit en peilbeheer. - Hoogheemraadschap van Delfland afdelingen PIB en OWB, hoofdwatergangen, waterkwaliteit en peilbeheer. 8.3 Communicatie Een zorgvuldig communicatietraject rondom de te nemen maatregelen uit dit waterplan is essentieel om draagvlak bij burgers, omwonenden en overige belanghebbenden te creëren en overlast en klachten te beperken. De meeste van de beschreven maatregelen zullen in een vervolgfase nog nadere detaillering, engineering of ontwerp fase moeten ondergaan. Het is aan te bevelen om tijdens deze projectfase de communicatie naar de omgeving te starten. Het voordeel hiervan is dat in deze fase duidelijk is of de maatregel ook uitgevoerd gaat worden, en bij benadering aangegeven kan worden binnen welk tijdspad dit gaat gebeuren. Tevens zijn de gevolgen voor de belanghebbenden met een concreet ontwerp beter te visualiseren en te presenteren. Invulling van communicatie Voorgesteld wordt om de deelgemeente Delfshaven als trekker van de communicatie activiteiten rondom de uit te voeren projecten te laten optreden. De deelgemeente staat het dichtste bij de burgers in het gebied en heeft de beste lokale contacten. Het verdient de voorkeur om een vaste contactpersoon te benoemen voor de coördinatie van alle communicatieactiviteiten rondom het waterplan. Deze persoon coördineert de communicatieactiviteiten maar hoeft ze niet per definitie persoonlijk uit te voeren. Afhankelijk van de specifieke maatregel kan bijvoorbeeld het HHSK, het HHD of de gemeente Rotterdam, of kunnen de taakhouders gezamenlijk de inhoudelijke communicatie verzorgen. Toolkit Waterplan Om de invulling te geven aan de specifieke communicatie rondom waterplannen is de Toolkit Waterplan ontwikkeld. Bij deze toolkit faciliteert het communicatieteam van waterplan II Rotterdam (GW) de deelgemeenten in de communicatie over het waterplan. De bedoeling is dat onder het intranetgedeelte van de website van het Waterplan ( een button voor deelgemeenten wordt ontwikkeld, dat leidt naar een toolkit voor de waterplancommunicatie. De idee is dat de toolkit bouwstenen bevat, die (communicatie)medewerkers van de deelgemeenten kunnen toepassen bij de communicatie rondom het waterplan. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

89 De Toolkit Waterplan kan bestaan uit de volgende bouwstenen: - Achtergrondinformatie over het nut en de noodzaak van waterplannen in het algemeen; - Inhoud van het Waterplan Delfshaven op hoofdlijnen; - Standaard presentatie Waterplan Delfshaven; - Betrokken partijen en hun verantwoordelijkheden; - Contactgegevens van leden van het communicatieteam Waterplan Delfshaven; - Standaardteksten over onderwerpen waterkwaliteit en kwantiteit; - Links naar relevante websites: Rioned, Waterloket, Nederland leeft met Water en de Unie van Waterschappen; - De logo s van Waterplan Delfshaven, Gemeentewerken en de waterschappen; - Suggesties voor communicatie naar diverse doelgroepen, waaronder kinderen en scholen; - Beschikbaar foldermateriaal; - Rechtenvrij fotomateriaal. Het verdient de aanbeveling om bovenstaande toolkit in de volgende fase van het waterplan voor Delfshaven verder te ontwikkelen. Overige communicatiemiddelen De overige communicatie middelen die ingezet kunnen worden zijn o.a.: Bewonersbrieven Bewoners kunnen middels bewonersbrieven individueel geïnformeerd worden over aanstaande werkzaamheden of kunnen voor een gesprek of bewonersavond uitgenodigd worden. Informatiebijeenkomsten/inloopavond/bewonersavond Een specifieke groep bewoners of belanghebbenden kunnen in een informatie bijeenkomst uitgebreid over een bepaalde maatregel geïnformeerd worden. Een of meerdere deelnemende partijen in het waterplan (deelgemeente, HHSK, HHD, gemeentewerken, werf) kan de maatregel presenteren, waarna er gelegenheid is voor vragen en opmerkingen. Op deze wijze kunnen de mogelijke wensen van bewoners tijdens de uitvoering, in de planning worden meegenomen. Artikelen/Advertentie in lokale kranten en op de website van het Waterplan Rotterdam Indien alleen voor het eenzijdig informeren van bewoners en belanghebbende wordt gekozen, kan men dit doen door het plaatsen van artikelen in lokale kranten of website van het Waterplan Rotterdam. Deze vorm van communicatie is tevens geschikt om partijen over de voortgang van een bepaalde maatregel te informeren. Bouwborden/informatieborden Het brede publiek kan middels bouw- en informatieborden tijdens de uitvoering geïnformeerd worden over de lopende werkzaamheden. Tevens kan op de bouwborden duidelijk gemaakt worden wie de opdrachtgever(s) zijn en waarom een bepaalde maatregel wordt uitgevoerd. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

90 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

91 9. Literatuur lit. 1 Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven; fase 1 inventarisatie en visie, eindconcept, september lit. 2 Watersysteemanalyse Hoogheemraadschap van Delfland, lit. 3 Ecologische beoordeling stadswater, Rotterdam Delfshaven 2007, b&d natuuradvies, december lit. 4 Ecologische beoordeling Rotterdam, Delflands deel, Hoogheemraadschap van Delfland, lit. 5 Waterplan Centrum Rotterdam, Ingenieursbureau Gemeentewerken Rotterdam, lit. 6 SPOORZONE OOST DELFSHAVEN, Stedenbouwkundige randvoorwaarden - concept. ds+v lit. 7 Kostenverdeling uitvoering waterplan Rotterdam, Taakhouderschap als basis voor de kostenverdeling, DHV en Eggers Water Consulting in opdracht van projectbureau waterplan Rotterdam, juni lit. 8 Waterplan 2 Rotterdam, werken aan water voor een aantrekkelijke stad, Gemeente Rotterdam in samenwerking met de waterbeheerders, 17 oktober lit. 9 Europese Commissie, Europese Kaderrichtlijn Water. Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad, 23 oktober lit. 10 Nationaal Bestuursakkoord Water, Den Haag, 2 juli Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

92 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

93 10. Verklarende woordenlijst Afkoppelen Bergbezinkbassin Boezem Drooglegging Natuurvriendelijke oever Ontwateringsdiepte Opbarsten Overstortbemaling Plasberm Primaire waterkering Tewor Waterplein Het loskoppelen van de regenwaterafvoer van het riool. Regen wordt daarbij geïnfiltreerd in de ondergrond of direct afgevoerd naar het oppervlaktewater. Een ondergrondse bak die gekoppeld is aan de riolering. Hiermee wordt de bergingscapaciteit van het riool vergroot waardoor riooloverstorten minder vaak en hevig zullen zijn. Een stelsel van met elkaar in open verbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventuele tijdelijke berging en lozing op het buitenwater. De afstand tussen het oppervlaktewater en het maaiveld. Oevers met een geleidelijke overgang van nat naar droog met mogelijkheden voor groei van vegetatie en verblijf van organismen. De diepte van de grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld. Omhoogdrukken van de bodem van diepe watergangen of bouwputten als gevolg van een hoge kweldruk. Gemaal waarmee het riool kan worden ontlast bij hevige regenval door rioolwater direct naar de Nieuwe Maas te pompen. Ondiepe strook van circa 0,5 langs de waterkant. Meestal aangelegd voor de veiligheid. De dijk die het achterland beschermt tegen het water van de zee of de rivier. Toetsing van de Effecten op de Waterkwaliteit van Overstorten uit Rioolstelsels. De Teworsystematiek wordt gebruikt voor het toetsen van de korte termijn effecten op het oppervlaktewater door lozing van zuurstofvragende stoffen uit de riolering. Innovatieve vorm van waterberging, in ontwikkeling bij de gemeente Rotterdam. Hierbij worden pleinen en de regenwaterafvoer in de omgeving zodanig ingericht dat er bij hevige regenval tijdelijk water kan worden geborgen. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

94 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

95 Bijlage 1 plannen Overzichtskaart met ruimtelijke Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

96 Bijlage 1: Overzichtskaart met ruimtelijke plannen WONINGBOUWPROJECTEN NIEUWBOUW a. projectnaam start bouw woningaantal HORVATHWEG 7 FRANSELAAN TJALKLAAN HORVATHWEG M A AELBRECHTSKADE SPANGESEKADE ABRAHAM VAN STOLKWEG H M BEUKELSWEG VAN CITTERSSTRAAT 2 BEUKELSDIJK HEEMRAADSSINGEL GRAAF FLORISSTRAAT BEUKELSDIJK L 1 1E MIDDELLANDSTRAAT HENEGOUWERLAAN `S-GRAVENDIJKWAL WEENA 1 Lloydpier Blok A Aelbrechtskade Blok B Machinistenschool e.o Mullerpier Blok Hooiman-woningen Westzeedijk Compagniekwartier Punt fase Mullerpier Blok Mullerpier Blok Lloydpier Blok F Mathenesserdijk - Van Dorp A Ganzepoot rest Blok E Lloydpier Blok C Schippersbuurt fase SCHIEDAMSEWEG 10 TJALKLAAN M 8 SCHIEDAMSEWEG MARCONIPLEIN 9 B VIERHAVENSSTRAAT MATHENESSERDIJK C G MATHENESSERWEG SCHIEDAMSEWEG MATHENESSERBRUG AELBRECHTSKADE SPANJAARDSTRAAT I H DELFSHAVENSE SCHIE 13 D MATHENESSERLAAN NIEUWE BINNENWEG LAGE ERFBRUG 22 VIERAMBACHTSSTRAAT 3 5 E 4 MATHENESSERLAAN HEEMRAADSSINGEL ROCHUSSENSTRAAT WILLEM BUYTEWECHSTRAAT 7 21 F 6 CLAES DE VRIESELAAN NIEUWE BINNENWEG MATHENESSERLAAN ROCHUSSENSTRAAT COOLHAVEN G.J.DE JONGHWEG `S-GRAVENDIJKWAL `S-GRAVENDIJKWAL 16 Schippersbuurt fase 3 > Blokmakersstr.-Zeilmakersstr. > Lloydpier Blok D > Lloydpier Blok E > STUDIEPROJECTEN A B C D E F G H I J K L M Staringplein e.o. Alhena Marconiplein/Gijsingflats e.o. Schansplein e.o. v.d. Hilstdwarsstr./Pupillenbuurt Driehoek Coolhaveneiland Blokmakerstraat Aelbrechstkade-/plein, Sam. Mullerplein Vierambachtstraat Supermarkt Oostkousdijk Schiehaven Noord Oostervant Spoorzone/-boog BUITENRUIMTEPROJECTEN 1 IP Beukelsdijk 2 IP Schelfplein 3 IP Hooidrift (gekoppeld) 4 IP Rochussenstraat 5 IP Snellinckstraat (gekoppeld) 6 IP Nieuwe Binnenweg 7 IP Pinasplein herinr. 8 IP Justus van Effen 9 IP Aagje Deken/Betje Wolff 10 IP Damloperplein 11 IP Stadtswerf 12 IP Waaldijk 13 IP Mathenesserdijk 14 IP Hoek Coolhaven (gekoppeld) 15 IP Westkousdijk 16 IP Pelgrimstraat 17 IP Mullerpier (gekoppeld) 18 IP Parkje Mullerpier 19 IP Lloydstraat (gekoppeld) 20 IP Lloydpier (gekoppeld) 21 IP Havenstraat 22 IP Oranje Nassaustraat 23 IP Punt Schipper fase 2/3 (gekoppeld) 24 IP Spangensekade 16 PELGRIMSSTRAAT J 6 WESTZEEDIJK 19 nieuwbouwprogramma woningen studielocaties buitenruimteprojecten eventuele studielocatie wijkstallingsgarages WESTZEEDIJK K hotspot / speldeprik OVERZICHT WONINGBOUWPLANNEN + STUDIELOCATIE'S DELFSHAVEN / Peildatum 1 januari 2008 Schaal: bron: ds+v OVERZICHT Woningbouwplannen + Studielocatie's Delfshaven ds+v Gemeente Rotterdam Afdeling Stedenbouw DELFSHAVEN Bestandsnaam: Formaat: A0 div_projectenkaart-2008_dh.dwg

97 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

98 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

99 Bijlage 2 Kansenkaart waterberging Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

100 Bijlage 2: Kansenkaart waterberging

101 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

102 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

103 Bijlage 3 Kansenkaart oeverbegroeiing en waterplanten Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

104 Bijlage 3: Kansenkaart oeverbegroeiing en waterplanten

105 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

106 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

107 Bijlage 4 Modellering watersysteem Hoogheemraadschap van Delfland Uitgangspunten Nulsituatie: Uitgangspunt is Model Witteveen + Bos Extra verhard oppervlak rechtstreeks afvoerend op singels toegevoegd. (Marconiplein bij Kinderboerderij 1,067 ha, Spaansebocht 1,885 ha) Duikers aangepast: Hoekersingel-Tjalklaan Ø 500mm --> Ø 1500mm, Tjalklaan- Pasteursingel Ø 300mm --> Ø 1200mm, Pasteursingel-Pasteursingel Ø 800mm --> Ø 1000mm Overstort Tjalklaan 1,20 m breed x -1,75m NAP hoog --> 5,00 m x -2,20 m Basisscenario (aanpassingen t.o.v. nulsituatie) 6164 m 2 wateroppervlak toegevoegd aan Tjalklaan Gemaalcapaciteit Tjalklaan naar 20 m 3 /min Gemaalcapaciteit Spaansebocht naar 10 m 3 /min (Overstort Tjalklaan 1,20 m breed x -1,75m NAP hoog --> 5,00 m x -2,20 m) Overstort Professor Poelslaan 5,0 m breed x -2,20m NAP hoog --> 5,00 m x -2,00 m Systeemscenario (t.o.v. nulsituatie) 6164 m 2 wateroppervlak toegevoegd aan Tjalklaan Nieuw gemaal Pasteursingel 10 m 3 /min Gemaal Tjalklaan opheffen Gemaalcapaciteit Spaansebocht naar 10 m 3 /min afvoer rechtstreeks naar Maas Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

108 Kwantitatieve toetsing (peilstijgingen) bij T=100 De verschillende scenario s zijn doorgerekend met een reeks van 23 buien aangeleverd door het Hoogheemraadschap van Delfland. Deze zijn gebaseerd op de watersysteemanalyse van Witteveen en Bos. Onderstaande tabel geeft bij T=10, 25, 50 en 100 de maximaal optredende waterpeilen aan, gebaseerd op de Gumbelverdeling. T= Hoekersingel Pasteursingel Spaanse bocht Tjalklaan Kinderboerderij Witbo ,60-1,56-1,37-1,90-1, ,41-1,37-1,19-1,74-1, ,27-1,23-1,05-1,62-1, ,13-1,09-0,92-1,51-1,59 Nulsituatie 10-1,83-1,77-1,32-1,83-1, ,67-1,60-1,13-1,67-1, ,55-1,47-0,99-1,55-1, ,43-1,34-0,85-1,42-1,48 Verschil Witbo-nul 10-0,23-0,21 0,05 0,07 0, ,26-0,23 0,06 0,07 0, ,28-0,24 0,06 0,07 0, ,30-0,25 0,07 0,09 0,11 Basisscenario 10-1,98-1,94-1,51-1,98-1, ,82-1,74-1,30-1,82-1, ,70-1,60-1,14-1,70-1, ,58-1,45-0,98-1,57-1,02 Verschil nul-basis 10-0,15-0,17-0,19-0,15 0, ,15-0,15-0,16-0,15 0, ,15-0,13-0,15-0,15 0, ,15-0,11-0,13-0,15 0,46 Systeemscenario 10-2,11-2,00-1,51-2,12-1, ,01-1,83-1,30-2,01-1, ,94-1,70-1,14-1,94-1, ,86-1,57-0,98-1,86-1,52 Verschil nul-systeem 10-0,29-0,23-0,19-0,29-0, ,35-0,23-0,16-0,35-0, ,39-0,23-0,15-0,39-0, ,44-0,23-0,13-0,43-0,04 nulsituatie De peilstijgingen in de Hoekersingel en Pasteursingel zijn in de nulsituatie beduidend (circa 25 cm) minder dan in de berekeningen van Witteveen en Bos. Dit wordt veroorzaakt doordat er veel grotere duikers zijn toegepast in de verbinding Hoekersingel-Tjalklaan-Pasteursingel. (Hoewel Witteveen + Bos in bijlage II van hun rapportage aangeven dat de duikers reeds vergroot zijn, blijkt dat niet uit de peilverschillen die optreden bij de verschillende herhalingstijden.) Keerzijde hiervan is dat de peilstijgingen in de Tjalklaan iets (circa 7 cm) toenemen. In de Spaansebocht zijn er iets lagere peilstijgingen. Dit wordt veroorzaakt doordat er verhard oppervlak rechtstreeks op de singel is aangesloten. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

109 Ook bij de kinderboerderij is er rechtstreeks verhard oppervlak aangesloten, waardoor er ook hier grotere peilstijgingen (10 cm) ontstaan. basisscenario Bij het vergelijken van het basisscenario met de nulsituatie zijn de peilstijgingen circa 15 cm minder. Dit wordt veroorzaakt door een groter bergend oppervlak en een grotere bemalingscapaciteit. Bij de kinderboerderij stijgt het waterpeil, omdat dit water meer belast wordt door het gemaal aan de Spaansebocht. systeemscenario Bij het systeemscenario worden (t.o.v. het basisscenario ) de peilstijgingen minder (circa 3 cm) omdat de kinderboerderij niet meer wordt belast met water uit de Spaansebocht. Bij het systeemscenario wordt door aanpassingen in het bemalingsysteem het water sneller en directer afgevoerd. De peilstijgingen zijn daardoor minder dan in het basisscenario. Toetsing peilstijgingen T=1,2 In onderstaande tabel staan de waterpeilen die maximaal optreden bij T=1 en T=2. t=1 Hoekersingel Pasteursingel Spaansebocht Tjalklaan Kinderboerderij nul -2,26-2,26-2,00-2,26-1,63 basis -2,34-2,34-2,13-2,34-1,42 systeem -2,37-2,37-2,13-2,37-1,64 t=2 Hoekersingel Pasteursingel Spaansebocht Tjalklaan Kinderboerderij nul -2,16-2,16-1,80-2,16-1,61 basis -2,25-2,25-1,91-2,26-1,31 systeem -2,31-2,26-1,91-2,31-1,61 Op basis van de peilstijgingen kunnen onderstaande conclusies worden getrokken: nulsituatie Bij T=1 blijven de peilstijgingen overal beperkt tot onder de overstortdrempels. Bij T=2 stijgt het waterpeil in de nulsituatie tot boven de overstortdrempel. Uit de optredende peilstijgingen blijkt dat er tussen de Hoekersingel en Tjalklaan nauwelijks verschil zit. De tussenliggende duiker veroorzaakt dus geen opstuwing. basisscenario Bij T=1 blijven de peilstijgingen overal beperkt tot onder de overstortdrempels. Bij T=2 Bij het basis- en systeemscenario blijft de peilstijging beperkt tot onder de overstortdrempel. Uit de optredende peilstijgingen blijkt dat er tussen de Hoekersingel en Tjalklaan nauwelijks verschil zit. De tussenliggende duiker veroorzaakt dus geen opstuwing. systeemscenario Bij T=1 blijven de peilstijgingen overal beperkt tot onder de overstortdrempels. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

110 Uit de optredende peilstijgingen blijkt dat er tussen de Hoekersingel en Tjalklaan nauwelijks verschil zit. De tussenliggende duiker veroorzaakt dus geen opstuwing. Tussen Tjalklaan en Pasteursingel is er alleen bij t=2 in het systeemscenario een verschil. Dit wordt veroorzaakt door het relatief grote gemaal wat direct op de Pasteursingel staat. Tewortoets De Teworklassen voor de verschillende situaties zijn op de volgende pagina s weergegeven. Hieruit zijn de onderstaande conclusies gehaald: nulsituatie De Teworscores zoals aangegeven in de nulsituatie komen overeen met de beschrijving in het rapport van Witteveen en Bos. Door het (gering) doorspoelen van de Spaansebocht wordt al bereikt dat het waterkwaliteitsknelpunt daar verdwijnt. basisscenario In het basisscenario blijft alleen het knelpunt aan de Spaansebocht over. Dit is eenvoudig op te lossen door de Spaansebocht door te spoelen. systeemscenario In het systeemscenario zijn er geen knelpunten meer voor de waterkwaliteit. Voor de duidelijkheid is het effect van het inlaten van water op de Spaansebocht apart zichtbaar gemaakt. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

111 Resultaten berekening bergingsopgave van de scenario s. T100 model 2050 oppevlak toetshoogte toelaatb max waterstastijging stijging over schrijding bergingstekort m2 (m tov NAP) (m tov NAP) (m) (m) m3 m2 Huidige situatie (W&B) Peilvak I -2,45 Hoekersingel ,80-1,13 0,65 1,32 0, ,36 vijver Tjalklaan ,60-1,51 0,85 0,94 0, ,06 Pasteursingel ,65-1,09 0,80 1,36 0, ,26 Peilvak II -2,3 Spaanse Bocht ,50-0,92 0,80 1,38 0, ,62 Peilvak III -1,7 vijver Kinderboerderij ,40-1,59 0,30 0,11 0,00 0 0,00 nulsituatie Peilvak I -2,45 Hoekersingel ,80-1,43 0,65 1,02 0, ,19 vijver Tjalklaan ,60-1,42 0,85 1,03 0, ,13 Pasteursingel ,65-1,34 0,80 1,11 0, ,14 Peilvak II -2,3 Spaanse Bocht ,50-0,85 0,80 1,45 0, ,70 Peilvak III -1,7 vijver Kinderboerderij ,40-1,48 0,30 0,22 0,00 0 0,00 Basisscenario Peilvak I -2,45 Hoekersingel ,80-1,89-0,56 0,00 0 0,00 vijver Tjalklaan ,60-1,89-0,56 0,00 0 0,00 Pasteursingel ,65-1,61-0,84 0, ,02 Peilvak II -2,3 Spaanse Bocht ,50-0,98 1,32 0, ,60 Peilvak III -1,7 vijver Kinderboerderij ,40-1,09 0,61 0, ,16 Systeemscenario Peilvak I -2,45 Hoekersingel ,80-1,86 0,65 0,59 0,00 0 0,00 vijver Tjalklaan ,60-1,86 0,85 0,59 0,00 0 0,00 Pasteursingel ,65-1,57 0,80 0,88 0, ,03 Peilvak II -2,3 Spaanse Bocht ,50-0,98 0,80 1,32 0, ,60 Peilvak III -1,7 vijver Kinderboerderij ,40-1,52 0,30 0,18 0,00 0 0,00 Systeemscenario 22m3/min Peilvak II -2,3 Spaanse Bocht ,5-1,24 0,8 1,06 0, ,29 (NB: aangepaste resultaten van W&B zijn hierin nog niet verwerkt) Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

112 Nulsituatie Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

113 Nulsituatie met inlaat Spaansebocht Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

114 Basisscenario Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

115 Systeemscenario Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

116 Systeemscenario met inlaat Spaansebocht Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

117 Bijlage 5 Modellering watersystemen HHSK Uitgangspunten Model waterplan centrum 2003; Ondergrondse Waterberging Museumpark toegevoegd; Verplaatsen en vergroten overstort Heemraadssingel; Permanente verbinding tussen district Westen (3) en district Centrum (9) gerealiseerd; Aanpassen duikers in Heemraadssingel; Toevoegen m 2 extra wateroppervlak Spoorzone; 12,1 ha verhard oppervlak van Verbeterd gescheiden stelsel Centraal station; Inlaat Heemraadssingel 1 m 3 /min.; Stuw Essenburgsingel op NAP -2,10 m.. Door het plaatsen van een stuw aan de benedenstroomse zijde van de Essenburgsingel wordt er in de Essenburgsingel / Heemraadssingel in totaal circa m 3 extra berging gecreëerd. Deze berging is exclusief de berging van de spoorzone (circa m 3 ). Bij het berekenen van de berging is gerekend met de ruimte tussen het streefpeil (respectievelijk NAP -2,40 (Heemraadssingel en oostelijk deel Essenburgsingel) en NAP -2,70 (westelijk deel Essenburgsingel) en de overstortdrempel (NAP -2,20 m)). Met deze stuw en het extra wateroppervlak in de spoorzone wordt er dus ruimschoots voldaan aan de bergingsopgave van m 3. Zonder stuw heeft het creëren van extra wateroppervlak in de spoorzone weinig effect. Immers al het water dat zich boven het streefpeil bevindt zal vrijwel direct afstromen naar het lager gelegen peilvak van NAP -2,90 (Roel Langerakpark). Teworscores In overleg met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard zijn er 3 situaties doorgerekend: De nulsituatie zonder OWB museumpark (model Waterplan Centrum met nieuwe Sobek rekenmethode) De situatie met de standaardinstellingen voor waterkwaliteit van Sobek (Huidig+) Verdubbeling bodemzuurstofvraag en halvering sedimentatie snelheid (Huidig+ SOD/SED) Verdubbeling bodemzuurstofvraag, halvering sedimentatie snelheid en verdubbeling vuilconcentraties (Huidig+ 200% + Sod/Sed ) Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

118 De resultaten staan hieronder vermeld: Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

119 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

120 Uit de resultaten blijkt niet dat er problemen zijn te verwachten met de waterkwaliteit. Alleen bij een verdubbeling van de vuillast ontstaan er Teworscores groter dan 5. Deze hogere Teworscores doen zich voor ter plaatse van de overstorten en ter plaatse van de duikers. Overstortvolume In onderstaande tabel is de waterbalans van de Heemraadssingel/ Essenburgsingel weergegeven voor de verschillende herhalingstijden. De waterbalans is opgesteld voor een periode van 5 dagen. t=1 t=2 t=5 t=10 In bruto via overstorten VGS CS inlaat Heemraadssingel Totaal in Uit terugstroom via overstorten Stuw Essenburgsingel Totaal uit Berging (=In-Uit) Netto via overstorten Uit de tabel vallen de volgende conclusies te trekken: De berging tussen streefpeil (NAP-2,40 / -2,70) en de overstortdrempel (NAP -2,20) bedraagt circa m 3. Bij t=5 wordt het maximale singelpeil hoger dan NAP -2,10 m en zal er water over de stuw stromen. Effect van de stuw op de riolering Door het plaatsen van een stuw zullen er tijdens een bui hogere singelpeilen ontstaan. In principe kan dit leiden tot opstuwing van de afvoer vanuit de riolering, waardoor er meer water-op-straat kan ontstaan. Bij t=2 echter blijven de peilstijgingen in de singel beperkt tot onder de overstortdrempel. Er zal dus geen opstuwing plaatsvinden. De water-op-straat situatie bij t=2 zal dus niet verslechteren ten gevolge van de stuw. NB Conform de aanbevelingen in de Leidraad mag er geen water-op-straat ontstaan bij een bui met een herhalingstijd van t=2. Analyse effect van BBB op overstorten en Teworscores In overleg met HHSK is nader onderzocht wat het effect is van het plaatsen van een bergbezinkbassin (BBB) nabij de Heemraadssingel. Hiertoe is het rioolstelsel uitgebreid met een bak met een inhoud van 2000 m 3. Dit komt overeen met ongeveer 2 mm extra berging voor het district Westen (afvoerend oppervlak is ongeveer 100 ha). Voor de effectbepaling hiervan is het Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

121 model uit de gevoeligheidsanalyse gebruikt met de minst gunstige parameters voor belasting, sedimentatie en bodemzuurstofverbruik. Zie onderstaande figuur voor de Teworklassen. De resultaten staan hieronder vermeld. Zonder BBB Met BBB t=1 t=2 t=5 t=10 t=1 t=2 t=5 t=10 In bruto via overstorten VGS CS inlaat Heemraadssingel Totaal in Uit terugstroom via overstorten Stuw Essenburgsingel Totaal uit Berging (=In-Uit) Netto via overstorten Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

122 In onderstaande tabel staat het verschil aangegeven tussen de situatie met en zonder BBB. t=1 t=2 t=5 t=10 Zonder BBB Met BBB Verschil Reductie 80% 21% 9% 7% Uit de tabel blijkt dat de BBB nog niet geheel gevuld is als de overstorten plaatsvinden. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de voorgestelde locatie nabij het Heemraadsplein hydraulisch niet de optimale locatie is. Verder blijkt dat de reducties in volume aanzienlijk te zijn. Door een betere locatie te kiezen kan worden bereikt dat de BBB wel helemaal gevuld is bij het begin van een overstort. De resultaten komen er dan als volgt uit te zien: t=1 t=2 t=5 t=10 Zonder BBB Met BBB Verschil Reductie 100% 27% 11% 7% Bij t=1 zal er geen overstort meer optreden. Circa 60% van het totale overstortvolume van district westen gaat via 2 grote overstorten gelegen aan de Heemraadssingel. Daarnaast zal het in de praktijk zeer moeilijk worden om een locatie te vinden waar ruimte is voor een BBB. Daarom is het aantrekkelijk om in plaats van 1 groot BBB, uit te gaan van 2 kleinere BBB s. Deze kunnen makkelijker worden gerealiseerd en leveren een grotere reductie van de vuilvracht op. Uitgaande van een bezinkingsrendement van 50 % en een ongewijzigde verdeling van de overstortvolumes over de overstorten zal de vuilvracht met 30% dalen ten opzichte van bovenstaande. De vuilvrachtreducties komen er dan als volgt uit te zien: t=1 t=2 t=5 t=10 Reductie 100% 49% 38% 35% Het doorrekenen van het BBB met Teworscores is weinig zinvol. De Teworscores zijn al laag, en zullen door een BBB verder verlaagd worden, maar geen significante verbetering opleveren. Conclusies De nulsituatie (zonder OWB museumpark) scoort beter dan het waterplan Centrum 2003, De voornaamste reden hiervoor is dat gebruik is gemaakt van een nieuwe versie de software om Teworscores te berekenen. Deze geeft nauwkeurigere (en in dit geval gunstigere) resultaten dan de software uit Op basis van de modellering zijn er geen knelpunten te verwachten met betrekking tot de waterkwaliteit. Door het plaatsen van een stuw, ter plaatse van de Essenburgsingel, wordt er voldaan aan de bergingsopgave. Het plaatsen van de stuw leidt niet tot problemen in de riolering. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

123 Circa eens per vijf jaar zal er water over de stuw stromen richting het lagere peilgebied. Zoals hierboven vermeld zijn de Teworscores laag. Dit is in tegenspraak met praktijkervaringen waarbij vissterfte en stankoverlast wordt gemeld. Het vermoeden bestaat dat de in het model gehanteerde vuilconcentraties niet overeenkomen met de werkelijk optredende vuilbelasting. Om hier in meer inzicht in te verkrijgen wordt voorgesteld om de (belangrijkste) overstorten te monitoren en zo een beeld te krijgen van de werkelijk optredende vuilbelasting. Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

124 Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

125 Bijlage 6 Kaart maatregelen Delfshaven Definitief 25 oktober van 145

126 S12, S13 en S14 S06 S01 S02 S15 S07 en S08 D16 D08 D09 D12 D05 D23 en D24 D17 D11 S10 en S11 D18 D15 D25 en D26 D21 Oud Mathenesse (03-27) D04 D05 D02 D05 D13 D27 D03 D14 D28 en D29 S04 D30 en D31 S09 S05 D20 Witte Dorp (03-28) D19 D07 Middelland (03-25) Nieuwe Westen (03-24) D22 D10 Spangen (03-23) D03 D13 D01 D06 Tussendijken (03-22) S03 Bosploder (03-21) Delfshaven (03-20) S16 Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven Maatregelen Rapport: maatregel overstort/gemaal/duiker inlaatmaatregel Schiemond (03-29) uitlaatmaatregel onderzoeks maatregel waterberging ontharden vegetatiedaken waterplein oever- en watervegetatie 0 overig water peilgebieden Datum: m

Bijlage 1, Samenvatting, fase 1, Inventarisatie en Visie. Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven, Rotterdam

Bijlage 1, Samenvatting, fase 1, Inventarisatie en Visie. Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven, Rotterdam Bijlage 1, Samenvatting, fase 1, Inventarisatie en Visie Deelgemeentelijk Waterplan Delfshaven, Rotterdam 1. Inleiding Het deelgemeentelijk waterplan Delfshaven is een gebiedsgerichte uitwerking van het

Nadere informatie

Waterplan Hoek van Holland: Visie-samenvatting

Waterplan Hoek van Holland: Visie-samenvatting Waterplan Hoek van Holland: Visie-samenvatting 1. INLEIDING De deelgemeente Hoek van Holland stelt samen met het Hoogheemraadschap van Delfland en Gemeentewerken Rotterdam een deelgemeentelijk waterplan

Nadere informatie

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009. Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven

Nadere informatie

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen Het belang van natuurvriendelijke oevers Christa Groshart Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard Opbouw Beleid en Maatregelen Verwachtingen Knelpunten KRW innovatie-onderzoek Waterbeleid Europese

Nadere informatie

Notitie. 1. Beleidskader Water

Notitie. 1. Beleidskader Water Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:

Nadere informatie

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten.

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten. Rotterdam, 16 oktober 2012. Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A. Bonte (GroenLinks) over riooloverstorten. Aan de Gemeenteraad. Op 18 september 2012 stelde het raadslid

Nadere informatie

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en

Nadere informatie

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014

Integraal Waterplan Haarlem. Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014 Integraal Waterplan Haarlem Erhard Föllmi afd. OGV/SZ 17 sept. 2014 Inhoud presentatie 1. Enkele begrippen 2. Waterplan Haarlem Aanleiding en doel Gerealiseerde maatregelen Actualisatie Geplande maatregelen

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein. Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein

Nadere informatie

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement.

Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. Een slimme oplossing voor ecologisch watermanagement. OVERHEID & PUBLIEKE DIENSTEN www.hydrorock.com Overheden en watermanagement Watermanagement in stedelijke gebieden is zeer actueel. Klimaatverandering

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

2. Afkoppelen en vasthouden van regenwater Van regenton naar tuinbeek naar vijver of poel 11

2. Afkoppelen en vasthouden van regenwater Van regenton naar tuinbeek naar vijver of poel 11 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Bergen van water in de buurt 3 1.2 Schoon oppervlaktewater in de wijk 4 1.3 Wat u kunt doen 5 2. Afkoppelen en vasthouden van regenwater 7 2.1 Van regenton 8 2.2 naar tuinbeek

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure

Notitie. Watertoets Westkanaalweg Ter Aar. 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. 1.2 Procedure Notitie Contactpersoon mw. ing. M. (Megan) Bijl Datum 22 september 2008 Kenmerk N001-4586492MBY-efm-V01-NL 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Matrix Bouw is voornemens langs de Westkanaalweg in Ter Aar woningen,

Nadere informatie

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen.

In de beslisnota wordt aan u gevraagd in te stemmen met de vastgestelde doelen en maatregelen. Nummer Onderwerp : B-3.11.2008 : Beslisnota Kaderrichtlijn Water Korte inhoud : Water Beheer 21 e eeuw, 2008, Schoon en gezond water in Noord-Nederland 1. Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water in

Nadere informatie

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.

Het nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen. NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum

Nadere informatie

Toetsing waterhuishouding

Toetsing waterhuishouding Toetsing waterhuishouding Bedrijventerrein Hattemerbroek - deelgebied Hattem Quickscan waterhuishouding - nieuwe stedenbouwkundige opzet Ontwikkelingsmaatschappij Hattemerbroek B.V. december 2009 concept

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: Joost Veltmaat. Ons kenmerk: :0.11. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Mercatorplein 1 Postbus 1018 5200 BA 'shertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Onderwerp: 2D berekening water op straat Blarenkamp Ottersum 'shertogenbosch,

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens:

UITGANGSPUNTEN NOTITIE. Plan: Algemene projectgegevens: UITGANGSPUNTEN NOTITIE Plan: Algemene projectgegevens: Projectomschrijving: 8 woningen Holtenweg Vries Oppervlakte plangebied: 2185 m2 Toename verharding in plangebied: 400 m2 Kaartlagen geraakt: Ja Aanvrager

Nadere informatie

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in:

33.116 m2 Toename verharding in plangebied: 350 m2 Het plangebied ligt in: Digitale watertoets: Code: 20101212-33-2805 Datum: 2010-12-12 Waterschap kenmerk: IN2010-5379 W. Heijnen STANDAARD WATERPARAGRAAF PLAN: Schapenhouderij Holtstraat 44 (Mts. Plas) te Weerdinge Algemene projectgegevens:

Nadere informatie

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen

Water in Eindhoven. Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans. 28 september Water in Eindhoven - Studiedag Lokaal waterbeleid, Antwerpen Water in Eindhoven Studiedag Lokaal waterbeleid water in balans 28 september 2010 Aanleiding voor de stedelijke wateropgaven Maatregelen Effecten van maatregelen Omgaan met nieuwe extremen 1835 1921 2004

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water Natuurvriendelijke oevers Droge voeten, schoon water VOOR WIE IS DEZE FOLDER BESTEMD? Deze folder is bestemd voor eigenaren van oevers die in aanmerking komen om hun oever natuurvriendelijk in te richten.

Nadere informatie

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor?

introductie waterkwantiteit waterkwaliteit waterveiligheid virtuele tour Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor? Waar zorgen de waterschappen in mijn omgeving voor? De waterschappen zorgen voor voldoende en schoon water, gezuiverd afvalwater en stevige dijken. De waterschappen zorgen voor voldoende en schoon water,

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Delfland

Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap van Delfland Waterplan 2 Rotterdam Beleidsveld: Aard voorstel: 150 Thema en gebiedsgerichte plannen Besluitvormend Vergaderdatum: 27 september 2007 Agendapunt: Kenmerk VV: Aantal bijlagen:

Nadere informatie

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015

Afkoppelen hemelwater. Oude Pastoriebuurt. Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015 Afkoppelen hemelwater Oude Pastoriebuurt Auteur(s): Dhr. T. van den Kerkhof Dhr. R. Thijssen 04-09 - 2015 Opening - welkom Ton van den Kerkhof Projectleider Roy Thijssen Adviseur riolering en water Luuk

Nadere informatie

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Gemeente Nederweert Projectnummer : NDW-041-01 Projectomschrijving : Carpoolplaats Nederweert Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 13 juli

Nadere informatie

Rapportage watertoets

Rapportage watertoets BIJLAGE 1 Rapportage watertoets Waterparagraaf Herinvulling locatie aan de Wjitteringswei te Aldeboarn projectnr. 176812 revisie D0 augustus 2008 Opdrachtgever Dr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX Tijnje

Nadere informatie

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe)

: gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) ogo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : gemeente Heerde : Evert de Lange : Rob Boshouwers (DHV), Jasper Timmer (Waterschap Veluwe) : BA7950-100-100 : Bedrijventerrein Wapenveld Noord : Watertoetsnotitie

Nadere informatie

Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne

Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne Memo Aan AB 30 mei 2012 Datum 15 mei 2012 Doorkiesnummer 055 527 2115 Afzender Hedzer Gietema/ Andrea Swenne docbase nummer : 251132 Afdeling Planvorming Aanleiding Tijdens het AB van 18 april 2012 zijn

Nadere informatie

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens

Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Omgang met hemelwater binnen de perceelgrens Ir. Emil Hartman Senior adviseur duurzaam stedelijk waterbeheer Ede, 10 april 2014 Inhoud presentatie Wat en hoe van afkoppelen Wat zegt de wet over hemelwater

Nadere informatie

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte?

Vragen: Gaat het plan uitsluitend over functiewijziging van bestaande bebouwing zonder fysieke aanpassingen van de bebouwing en de ruimte? datum 24-7-2014 dossiercode 20140724-9-9338 Samenvatting In deze paragraaf worden puntgewijs de resultaten van de toetsing samengevat. Tekenen: Heeft u een toetslaag geraakt? In welke gemeente ligt uw

Nadere informatie

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen

Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6

Nadere informatie

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip vastgesteld bestemmingsplan West-Terschelling West Aletalaan fase 4 Gemeente Terschelling Projectnummer 250651 Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip blad 259 van 381 Ruimtelijke Ordening - Oranjewoud WFN1215886

Nadere informatie

Aan de leden van de verenigde vergadering

Aan de leden van de verenigde vergadering Aan de leden van de verenigde vergadering V.V: 24 november 2010 Datum 5 oktober 2010 Agendapuntnr. H.8 Bijlagen Inrichtingsplan Kleinpolderplen Overzichtskaart Besluit Onderwerp Kredietaanvraag waterberging

Nadere informatie

Richtlijn versus maatwerkberekening

Richtlijn versus maatwerkberekening Memo DM 1063841 Aan: Peter Van Hoof [peter@vanhoof-watermanagement.nl] Van: HDSR Datum: 23 juni 2016 Onderwerp: Notitie maatwerkberekening Vierde Kwadrant Kockengen In deze memo heeft het waterschap een

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water"

Projectnummer 111769 Bedrijventerrein Smilde aspect Water Memo Ter attentie van Gemeente Midden-Drenthe Datum 4 december 2012 Opgesteld door Maarten van Vierssen Projectnummer 111769 Onderwerp Bedrijventerrein Smilde aspect Water" In deze memo zijn de watertoetsen

Nadere informatie

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de

Nadere informatie

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Waterparagraaf Heistraat Zoom Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit

Nadere informatie

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan

Nadere informatie

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel

MEMO. Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl. - Gemeente Gemert-Bakel MEMO Aan: - Gemeente Gemert-Bakel Van: - Buro SRO Datum: - 20-11-2012 Onderwerp: - Watermemo De Hoef 16 Gemert Sweerts de Landasstraat 50 6814 DG Arnhem 026 35 23 125 arnhem@buro-sro.nl www.buro-sro.nl

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer

B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer B3.1. Normstelling en relevant beleid waterbeheer Europees beleid De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat vanaf 2015 alle waterlichamen een "goede ecologische

Nadere informatie

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN

BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN BIJLAGE 5: WATER- EN RIOLERINGSPLAN INTERNE NOTITIE voor: Gemeente Cuijk, Waterschap Aa en Maas van: Erik van Grunsven telefoon: afdeling: Ruimtelijk Beheer onderwerp: hemelwater de Valuwe datum: 22-december-2011herzien

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015 Bestuursrapportage 204 Vechtstromen Versie 24 november 205 Deze rapportage bevat een overzicht op hoofdlijnen van de voortgang van de uitvoering van het waterbeleid en dient als basis voor jaarlijks bestuurlijk

Nadere informatie

DEELGEMEENTELIJK WATERPLAN Delfshaven Fase 2 Uitvoeringsplan

DEELGEMEENTELIJK WATERPLAN Delfshaven Fase 2 Uitvoeringsplan DEELGEMEENTELIJK WATERPLAN Delfshaven Fase 2 Uitvoeringsplan 2009-2013 Deelgemeentelijk waterplan Uitvoeringsplan, fase 2 Projectcode 2006-0564 Datum Eindconcept Iburo, 24 oktober 2008 Aangepaste versie

Nadere informatie

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra

FAZ: ja AB: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra Onderwerp: Stedelijke wateropgave - waterberging Musselkanaal Nummer: Bestuursstukken\1836 Agendapunt: 9 DB: Ja 7-4-2015 BPP: Ja 24-4-2015 FAZ: ja 24-4-2015 VVSW: Nee AB: Ja 13-5-2015 Opsteller: Robert

Nadere informatie

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens.

Samenvatting van de watertoets. Hieronder vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens. Samenvatting van de watertoets De toets is uitgevoerd op een ruimtelijke ontwikkeling in het beheergebied van het waterschap Regge en Dinkel. Voor algemene informatie over de watertoets van Regge en Dinkel

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven

Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Project : Rioleringsplan Tivolikerk te Eindhoven Projectnummer : NC8110503 Versie : definitief Datum : 15 juli 2008 Aanleiding Het terrein van de Tivolikerk en het naastgelegen Zusterhuis aan de Heezerweg

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer Aan Gemeente Maassluis Behandeld door Richard Wilbrink T.a.v. De heer E. Zeeman E richard.wilbrink@mwhglobal.com Van Richard Wilbrink MSc. T 015-7511854 Betreft Voorbereidende onderzoeken winkelcentrum

Nadere informatie

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee

1) Gaat het om een ruimtelijk plan dat uitsluitend een functiewijziging van bestaande bebouwing inhoudt? nee datum 16-5-2013 dossiercode 20130516-34-6989 Tekenen: Heeft u een beperkingsgebied geraakt? Welke gemeente omvat het grootste deel van het door u getekende plangebied? Winsum Vragen: 1) Gaat het om een

Nadere informatie

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water

2 november 2009 C M.J.C. Kerkhof Jonkman. Team stedelijk water WATERPARAGRAAF Onderwerp: Rentray Rekken Apeldoorn, Projectnummer: 2 november 2009 C01031.200803 Opgesteld door: M.J.C. Kerkhof Jonkman Gecontroleerd door: M. Swenne ARCADIS NEDERLAND BV Het Rietveld 59a

Nadere informatie

Memo. Figuur 1: Globale aanduiding plangebied wijzigingsplan Waldeck. blad 1 van 7

Memo. Figuur 1: Globale aanduiding plangebied wijzigingsplan Waldeck. blad 1 van 7 Memo memonummer 408594_WaldeckB1 datum 26 september 2016 aan Gemeente Den Haag van Heleen van der Kooij Antea Group kopie Hester Lindeboom Antea Group project Wijzigingsplan Waldeck Kijkduin-Ockenburgh

Nadere informatie

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014 1 Diepte-/profielschouw, wat en waarom? EEN SLOOT MOET EEN SLOOT BLIJVEN. Het is om meerdere redenen belangrijk dat de diepte en breedte van een sloot door

Nadere informatie

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud Wat is gewoon onderhoud? Gewoon onderhoud is het jaarlijks verwijderen van een overmaat aan begroeiing, vuil enzovoort dat zich in en direct naast de watergang

Nadere informatie

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure)

datum dossiercode Samenvatting watertoets (korte procedure) datum 14-9-2015 dossiercode 20150914-63-11571 Samenvatting watertoets (korte procedure) In dit document vindt u een samenvatting van de door u ingevulde gegevens op de website www.dewatertoets.nl. De toets

Nadere informatie

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig. Waterparagraaf Algemeen Huidige situatie De Ir. Molsweg tussen de Pleijweg en de Nieland bestaat uit een enkele rijbaan met twee rijstroken. Via een rotonde sluit de Ir. Molsweg aan op de Nieland. De rijbaan

Nadere informatie

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek Situatie Nieuw-Schoonebeek Nieuw-Schoonebeek ligt in het zuidoosten van de gemeente Emmen, ten oosten van Schoonebeek. Het dorp bestaat overwegend

Nadere informatie

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer, DATUM 15 maart 2016 REGISTRATIENUMMER ONDERWERP Watersysteem Bijdorp Geachte mevrouw, heer, 1. Aanleiding De wijk Bijdorp ondervindt bij zware neerslag wateroverlast. De gemeente Schiedam en Delfland zijn

Nadere informatie

Duurzame daken Groen of Blauw

Duurzame daken Groen of Blauw Droge voeten en schoon water Duurzame daken Groen of Blauw Een visie op de inzet van daken in het waterbeheer Agnes van Zoelen 23-04-15 Intro Intro Daadkracht en Samenwerken De meerwaarde van duurzame

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

Watervelden in Helmond: met afkoppelen anticiperen op regenwateroverlast

Watervelden in Helmond: met afkoppelen anticiperen op regenwateroverlast Maatregelen 6 Helmond Watervelden in Helmond: met afkoppelen anticiperen op regenwateroverlast Rond de eeuwwisseling was het gemengde rioolstelsel in de Luchtvaartbuurt van Helmond toe aan vervanging.

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.

Rioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Rioleringsplan Plan Mölnbekke te Ootmarsum Projectnummer: 2653 Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Postbus 66 7630 AB Ootmarsum Status Concept Opgesteld door: Dhr. H.

Nadere informatie

Impulsregeling Kwaliteitswater in de Stad 2017

Impulsregeling Kwaliteitswater in de Stad 2017 Impulsregeling Kwaliteitswater in de Stad 2017 Inleiding Met de impulsregeling kwaliteitswater in de stad stimuleert het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden gemeenten financieel om de waterkwaliteit

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018

PROVINCIAAL BLAD. Openstellingsbesluit POP-3 niet-productieve investeringen water Zuid-Holland april 2018 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Zuid-Holland Nr. 2046 19 maart 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 maart 2018, PZH-2018-641006755 (DOS 2013-0010135) tot vaststelling van het

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

Dakbedekking en waterhuishouding - Hoe blauw zijn groene daken?

Dakbedekking en waterhuishouding - Hoe blauw zijn groene daken? Dakbedekking en waterhuishouding - Hoe blauw zijn groene daken? Kees Broks (STOWA), Harry van Luijtelaar (Stichting RIONED) Groene daken zijn hot, ook vanuit het oogpunt van stedelijk waterbeheer. Ze vangen

Nadere informatie

Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging'

Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging' Beleidsregels 'Compensatie verhardingstoename' en 'Alternatieve vormen van waterberging' Auteurs K.S. Bruin-Baerts Registratienummer 14.38137 Versie 9 Status Ontwerp Afdeling Watersystemen Beleidsregels

Nadere informatie

Schoner water in sloten en plassen Maatregelen voor een betere waterkwaliteit

Schoner water in sloten en plassen Maatregelen voor een betere waterkwaliteit Schoner water in sloten en plassen Maatregelen voor een betere waterkwaliteit We leven in een land vol water. Daar genieten we van. We zwemmen, vissen, besproeien de tuin, varen in bootjes en waarderen

Nadere informatie

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen

Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Subsidie voor aanleg natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen Heeft u een perceel of grenst uw woning of bedrijf aan een watergang en wilt u uw oever veranderen in een natuurvriendelijke oever? Dan

Nadere informatie

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Documentnummer: Zaaknummer: 12IT027757 12.ZK09281 DEEL 1: Aanleg van natuurvriendelijke oevers in de vijver van het Van Duinkerkenpark

Nadere informatie

WATEROPGAVE EN VOORKEURSMAATREGELEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM

WATEROPGAVE EN VOORKEURSMAATREGELEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM WATEROPGAVE EN VOORKEURSMAATREGELEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM Beleidsveld: Inrichting en onderhoud Vergaderdatum: 18-12-2008 watersystemen Aard voorstel: Besluitvormend Agendapunt: Kenmerk VV: 717679 Aantal

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN

Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee. gemeente Assen Verbouwing woning Venestraat 175 9402GM ASSEN Waterschap Hunze en Aa s Ontvangen d.d.: Documentnummer: Raakvlak waterbeheer: ja/nee gemeente Assen Verbouwing woning 9402GM ASSEN Algemeen Betrokkenheid waterschap Voor de verdere procedurele afhandeling

Nadere informatie

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5

MEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5 MEMO Aan : bewoners Plakstraat - Raadhuisstraat - Julianastraat - Kerkstraat Van : Cristian Timmermans projectleider gemeente Stein Jean-Philippe Janssens Ducot Engineering & Advies Datum : 24 juni 2015

Nadere informatie

Programma Water en klimaatveranderingen

Programma Water en klimaatveranderingen Programma Water en klimaatveranderingen Ger Renkens / Luuk Postmes 7 juni 2016 Doel Beschermen van de volksgezondheid en het milieu en het leveren van een bijdrage aan het in stand houden en verbeteren

Nadere informatie

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen

1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De

Nadere informatie

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte.

De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. De slimme ecologische oplossing tegen wateroverlast én droogte. HUIS & TUIN www.hydrorock.com Particuliere markt en watermanagement De klimaatverandering zorgt voor meer en heviger regenbuien waardoor

Nadere informatie

Waterparagraaf BIJLAGE 5

Waterparagraaf BIJLAGE 5 BIJLAGE 5 Waterparagraaf Inleiding In de waterparagraaf legt de initiatiefnemer van een plan verantwoording af over het doorlopen proces en de gemaakte keuzes met betrekking tot water. De gemeente Gemert-

Nadere informatie

Bijlage 5-1: Stedelijke wateropgave Emmerhout

Bijlage 5-1: Stedelijke wateropgave Emmerhout Bijlage 5-1: Stedelijke wateropgave Emmerhout Situatie Emmerhout Emmerhout is een stadswijk van Emmen en ligt aan de noordoostzijde van Emmen. De gebruiksfuncties van het gebied zijn wonen en in mindere

Nadere informatie

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen

Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt 1. Aanleiding In 2012 is het uwbp door de Verenigde Vergadering vastgesteld. Hierin is opgenomen om 5 KRW maatregelen uit het Waterbeheersplan 2009-2015

Nadere informatie

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem Memo DM 1013497 Aan: Marktpartijen uitwerking plannen het Burgje, gemeente Bunnik Van: Beke Romp, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Datum: 13 januari 2016 Onderwerp: Notitie gebiedskenmerken (waterthema

Nadere informatie

Memo * *

Memo * * Memo M emo Ontwerp (groene) buffer Ysselsteynsel oop Memo 2014.24961 *2014.24961* ter attentie van Erik Weijzen kopie aan behandeld door programma E. Raaijmakers Watersysteem doorkiesnummer +31 77 38911

Nadere informatie

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel

Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel Waterparagraaf Melkveebedrijf M.C.M. Sieben, Witte Plakdijk 6 Ospel De heer M.C.M. Sieben is voornemens een nieuwe rundveestal op te richten op het perceel, kadastraal bekend als gemeente Nederweert, sectie

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.

Nadere informatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie NOT01-0252596-01a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie tot de watertoets. In deze notitie wordt verwoord

Nadere informatie

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging Stedelijke wateropgave (van traditionele rioolvervanging i naar duurzame leefomgeving) Landelijke bijeenkomst waterambassadeurs 21-09-2010 Inhoud: Wettelijk kader en doelen Stand van zaken invulling sted.

Nadere informatie