Stageverslag HBO Verpleegkunde Jaar 1

Transcriptie

1 Stageverslag HBO Verpleegkunde Jaar 1 Instelling: Vivium zorggroep Zorgcentrum Overs in gel in Weesp Afdelin g PG, Binnenhof Naam: Suzanne van Vliet Studentnummer: Groep: LV11-1E2 Docentbegeleidster: Margriet Dijkmans van Gunst Stagebegeleidster: Angelika Fodorova Stage periode: blok 3, 25-1 t/m 30-3

2 Inhoud Inleiding pagina 1. Korte beschrijving van het doel en de opbouw van het eindverslag 3 Leerresultaten Persoonlijke leerdoelen: 1. Zorgzaamheid 4 2. Inlevingsvermogen 4 3. Flexibiliteit 5 Stage leerdoelen: 1. Zorg verlenen in standaard zorgsituaties 7 2. Preventieve zorg 8 3. Geven van voorlichting 9 4. Oriëntatie eigen geschiktheid voor beroep 10 Conclusie 1. Conclusie 12 Literatuu r 1. Literatuur 13 Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 2

3 Inleiding Korte beschrijving van het doel en de opbouw van het eindverslag Blok 3 van mijn propedeuse is bijna afgelopen, net als mijn stage. Om mijn stage goed af te ronden en te evalueren schrijf ik dit stageverslag, met daarin mijn behaalde leerdoelen en aandachtspunten voor de komende stages. Per leerresultaat zal ik een beschrijving geven van het voorgenomen leerdoel, het leerproces en wat het uiteindelijke leerresultaat is geworden. Daarbij zal ik ook praktijkvoorbeelden uit de stage geven die voor mij een bijzonder leerrendement hebben opgeleverd. Tot slot zal ik bij elk leerresultaat aandachtspunten formuleren waar ik mijn komende stages mee aan de slag kan. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 3

4 Persoonlijke leerdoelen 1. Zorgzaamheid Onder zorgzaamheid wordt verstaan de bereidheid de ander bij te staan, iets te doen voor een ander en zorgvuldig zijn. Vooral de zorgvuldigheid is een punt waar ik aan zou kunnen werken. Ik heb vaak de neiging om dingen snel uit te voeren en soms sta ik net niet lang genoeg stil bij wat ik aan het doen ben. Dan kan het gebeuren dat ik dingen vergeet of over het hoofd zie. Voornemens Mijn voornemens voor dit leerdoel waren dat ik bewoners goed in de gaten hield en hun behoeftes zoveel mogelijk nakwam, dat ik iedereen voldoende aandacht gaf, dat ik zorgvuldig te werk ga en dat ik iedere dag reflecteerde hoe het ging en wat er beter had gekund. Ik heb vanaf het begin van mijn stageperiode mijn best gedaan om mijn aandacht zoveel mogelijk te verdelen over de bewoners. Ik merkte daarbij dat het met de ene bewoner moeilijker was om contact te maken dan met de ander. Ik heb aan mijn zorgvuldigheid gewerkt door voordat ik aan een handeling begon steeds alles goed voor te bereiden en klaar te leggen zodat ik zo min mogelijk bij de bewoner weg hoefde te lopen tijdens de handeling. Ik merkte dat bewoners er onrustig worden als je tijdens een handeling wegloopt omdat je iets vergeten bent. Dat is vervelend en je wordt er zelf ook onrustig van waardoor je misschien weer dingen over het hoofd ziet. Zorgzaamheid is een van de belangrijkste elementen van het verpleegkundig beroep en ik denk dat ik daaraan voldoe. Ik ben al mijn voornemens nagekomen en heb veel ervaring opgedaan tijdens de stage. De beste beoordeling van mijn zorgzaamheid zijn de bewoners geweest, want ik heb aan veel bewoners gemerkt dat ze echt blij waren als ik er weer was en dat ze de zorg die ik hun gaf waardeerden. Voorbeeld uit de praktijk: Een bewoonster is depressief en ze heeft veel aandacht nodig. Op een middag was zij met haar zoon in gesprek aan de telefoon. Ik hield haar hand vast en ze zei tegen haar zoon: ik vind het hier niet leuk maar er staat hier een meisje naast mij, en altijd als zij bij mij is voel ik mij vele malen beter. Een betere beoordeling kan je denk ik niet krijgen. Tijdens mijn komende stages zal ik eraan werken dat ik mijn aandacht beter leer verdelen. Want zonder je aandacht te verdelen weet je ook niet wanneer er ergens zorg nodig is. Het verdelen van je aandacht gaat beter als je weet op welke dingen je moet letten en dat leer je door ervaring. 2. Inlevingsvermogen Soms vind ik het lastig om mij echt in iemand in te leven omdat ik niet op een zelfde manier over iets denk of hetzelfde heb meegemaakt als de ander. Bijvoorbeeld wanneer iemand iets ergs heeft meegemaakt of iemand heeft verloren. Hier komen bepaalde emoties bij kijken. Ik wil hier beter mee leren omgaan. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 4

5 Voornemens Mijn voornemens bij dit leerdoel waren dat ik contact zou leggen met de bewoners, dat ik duidelijk naar de bewoners toe ben, dat ik erachter kom wat ze prettig vinden en wat niet, hoe ik op verschillende emoties moet reageren en dat ik elke dag reflecteer hoe het ging en wat beter kon. Aan het begin van mijn stage liet mijn stagebegeleidster mij met een bewoonster aan tafel zitten om samen een stukje te lezen. Dit was voor mij het begin van het contact maken met de bewoners. Het was even wennen in het begin want ik had hiervoor nog geen ervaring met dementerende ouderen. Ik wist dus ook nog niet zo goed wat ik ermee aan moest. Na een week ging het eigenlijk voor een groot deel al goed. Bij sommige bewoners heeft het wat langer geduurd voordat ik ze pas echt begreep. Een voorbeeld uit de praktijk: Een mevrouw die kan bijna niet meer bewegen en ze praat ook niet meer door haar dementie. De enige vorm van contact maken met haar is oogcontact. Toen ik haar voor het eerst een bordje pap gaf zat ik een beetje tegen haar te kletsen maar ik kreeg natuurlijk geen reactie. Dit voelde heel ongemakkelijk. Na een poosje merkte ik al aan haar ogen dat ze alles goed in de gaten hield. Gedurende mijn stage merkte ik steeds meer signalen op waaraan ik kon zien of ze iets prettig vond of niet. Ik merkte ook dat als ik soms naast haar kwam zitten en haar hand vast hield dat ze er een beetje in ging knijpen. Daaruit kon ik opmaken dat ze het (denk ik) fijn vond dat er iemand bij haar was die haar hand vast hield. Met dementerende ouderen werken doet echt een beroep op je inlevingsvermogen. Het is moeilijker om contact met ze te leggen dan met anderen, maar als je eenmaal wat meer ervaring hebt opgedaan gaat het al een stuk makkelijker. Aan de hand van mijn voornemens bij dit leerdoel kan ik zeggen dat ik het leerdoel behaald heb. Tijdens komende stages zal mijn inlevingsvermogen denk ik op een hele andere manier op de proef gesteld worden dan bij dementerende ouderen. Ik zal andere mensen uit andere leeftijdscategorieën en met andere ziektebeelden tegenkomen. Daar ligt voor mij de uitdaging in de toekomst. 3. Flexibiliteit Om flexibel te kunnen zijn moet je soepel kunnen schakelen tussen verschillende situaties, ik denk vooral door alert te zijn. Ik ben soms traag in mijn reactie op dingen die in mijn omgeving gebeuren. Dat is soms best vervelend omdat ik dan gebeurtenissen mis doordat ik te laat reageer. Hier wil ik graag aan werken. Voornemens Ik werk niet afwachtend maar onderneem actie als dat nodig is, ik stel vragen en zoek dingen op die ik niet weet, ik ga elke dag uitgerust naar mijn stage, ik reageer adequaat in uiteenlopende situaties en als een situatie verandert pas ik mijn handelingen daar op aan. Tijdens mijn stage kwam ik regelmatig in uiteenlopende situaties terecht waarop ik mijn handelen moest aanpassen. Je werkt toch met mensen en mensen kunnen zich de ene dag anders gedragen en anders reageren dan de andere dag. Je kan met iets of iemand bezig zijn wanneer je plotseling ergens anders nodig bent. Dat heb ik veel verschillende situaties meegemaakt deze stage en ik heb geleerd Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 5

6 hoe ik daar op een adequate manier op reageer. Soms moet je dingen laten voor wat ze zijn en soms moet je snel omschakelen en dingen op een andere manier doen dan je van plan was. Ik heb tijdens mijn stage geleerd adequaat te reageren op verschillende situaties en flexibel te zijn. Flexibel werken gaat het beste als je jouw werkzaamheden aanpast op de situatie, en niet andersom. Een voorbeeld uit de praktijk: s morgens als ik op mijn stage kom ga ik altijd eerst alle kamers langs om te zien of er al iemand wakker is en of het met iedereen goed gaat. Meestal wordt één mevrouw altijd als eerste wakker en dan help ik haar. Mijn stagebegeleidster heeft mij erop gewezen dat ik er nooit vanuit moet gaan dat ik haar als eerste help maar dat ik kritisch moet blijven kijken naar de situatie. Wanneer een andere bewoner ook al wakker is en al graag haar bed uit wil kan ik haar ook als eerste helpen. Iemand kan ook opeens ziek zijn of al door de gangen wa ndelen. Je kijkt dus eerst naar de situatie en plant dan je werkzaamheden. Ik moet er tijdens mijn komende stages aan denken dat ik kritisch blijf en niet zomaar geroutineerd te werk ga. Situaties veranderen en daar moet ik op in blijven spelen. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 6

7 Stageleerdoelen 1. Zorg verlenen in standaard zorgsituaties Na 8 weken kan ik geheel zelfstandig iemand wassen, afdrogen, aankleden en steunkousen aantrekken. Voornemens Ik zal de theorie van het wassen en aankleden doorlezen, mijn collega s observeren bij het wassen en aankleden van een bewoner, zelf onder begeleiding bewoners wassen en om feedback vragen bij het wassen en aankleden. Daarbij reflecteer ik elke keer hoe het is gegaan en hoe het beter kan. Ik heb dit leerdoel iedere dag veel kunnen oefenen. In het begin moest ik nog wat handigheid krijgen in het wassen en aankleden van bewoners. Al vrij snel ging dit goed. Ik heb geleerd hoe ik op een efficiënte manier steunkousen bij een bewoner aantrek en ik heb hier tijdens de stage meer handigheid in gekregen. Na verloop van tijd ging ik ook de passieve bewoners zelfstandig wassen en aankleden. Dit is moeilijker omdat ze niet mee kunnen werken en je dus alles zelf moet doen. Ik moest daarbij vooral leren om ergonomisch te werken en om mijn rug te denken. Ik moet altijd het bed of de douchestoel op werkhoogte zetten zodat ik zo min mogelijk hoef te bukken en ik moet zo min mogelijk tillen, duwen of trekken. Binnen 8 weken kon ik geheel zelfstandig iemand wassen, afdrogen en aankleden. Ook de mensen die niet kunnen bewegen en niet mee kunnen werken. Ik moet erom denken dat ik niet teveel zelf probeer te doen maar ook waar nodig hulp blijf vragen van collega s. Ik moet voor mijzelf de grens leren leggen tussen wanneer ik werk nog zelfstandig kan uitvoeren en wanneer het eigenlijk te zwaar voor mij wordt om alleen te doen. Ik wil leren hoe ik de op een juiste manier de urine opvangzak moet verwisselen en blaasspoelen bij een bewoner. Voornemens Ik neem de theorie door over het blaasspoelen, ik observeer mijn collega s bij het blaasspoelen en stel daarbij vragen, ik voer het blaasspoelen uit onder begeleiding en vraag daarbij om feedback van mijn stagebegeleidster. We hebben op de afdeling één mevrouw met een katheter. Ik ben bij het leerproces gelijk begonnen met het uitvoeren van blaasspoelen onder begeleiding. Ik heb alle stappen gevolgd die ik had uitgewerkt aan de hand van de theorie en terwijl ik dat deed vertelde ik aan een begeleidster wat ik aan het doen was. Er gaan op mijn stage 2 dingen anders dan ik heb geleerd op school. Ze gebruiken op mijn stage geen kogger maar gewoon hun vingers om de katheter dicht te houden. Dat vond ik best onhandig en het heeft er soms toe geleid dat er wel urine ontsnapte uit de katheter tijdens het Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 7

8 verwisselen. Daarnaast wordt hier de uitgang van de katheter bij het wisselen van zak niet gedesinfecteerd met alcohol, er is mij uitgelegd dat het geen toegevoegde waarde heeft om dat te doen. Het kan soms voorkomen dat het blaasspoel middel niet goed doorloopt of niet goed terug komt. Dat kan verschillende ooraken hebben. De katheter kan bijvoorbeld niet goed doorgankelijk zijn. Voorbeeld uit de praktijk: Een keer toen ik de blaas van mevrouw aan het spoelen was liep het blaasspoelmiddel niet goed door en haar bed was een beetje nat na afloop. Er kwam ook maar weinig terug uit de blaas in het zakje. Ik heb een collega gevraagd wat ik moest doen. Ze zei dat ik niets hoefde te doen, gewoon laten voor wat het was. De volgende dag liep het blaasspoelmiddel wel goed door en terug in het zakje. Ik heb vaak kunnen oefenen met blaasspoelen en ik kan het nu zelfstandig uitvoeren. Ik moet in de toekomst altijd goed opletten dat ik al mijn benodigdheden bij de hand heb en ik moet vóór het blaasspoelen altijd eerst de bewoner/patiënt observeren. Als bijvoorbeeld het bed nat is van urine moet mij dat opvallen. Dat kan erop wijzen dat de katheter niet goed zit of verstopt is en urine daarom een andere uitgang zoekt, namelijk langs de katheter. Ook moet ik overdag regelmatig controleren of de urine opvangzak nog goed gesloten is en urine niet weg kan lopen. 2. Preventieve zorg Na 8 weken ben ik geheel bekend met de risicofactoren die ertoe kunnen leiden dat iemand valt en probeer ik dit zoveel mogelijk te voorkomen. Voornemens - Ik zal de theorie over valpreventie bij ouderen bestuderen, er altijd voor zorgen dat iemand schoenen of sokken met anti-slip aan heeft bij het lopen, struikelgevaar beperken rondom de bewoner, altijd mijn aandacht bij de bewoner(s) houden en bij een transfer met tillift zorg ik er in verband met veiligheid voor dat de bewoner goed vast zit aan de lift, dat de lift opgeladen is en dat de bewoner niet te hoog in de lucht hangt. Tijdens mijn stage was ik altijd wel bezig met valpreventie. Als eerste wanneer ik mensen ging wassen en aankleden. Daarbij moeten ze vaak van bed naar toilet verplaatsten en van toilet naar douchestoel enzovoort. Bij een transfer is er altijd meer risico op vallen omdat iemand dan moet verplaatsen, of verplaatst wordt, en daarbij zijn evenwicht kan verliezen. De tillift is in principe een goed, betrouwbaar hulpmiddel. Het is wel belangrijk dat je altijd dicht bij de bewoner blijft. Dat is prettiger voor de bewoner en je kan op die manier gemakkelijker de bewoner de kant op sturen die jij wilt. Daarnaast heb ik geleerd dat de bewoner nooit te hoog in de lucht moet hangen. Stel dat er iets gebeurd dan wil je de schade zoveel mogelijk beperken. Het is dus veiliger om zo laag mogelijk te blijven en de transfer zo goed en vlot mogelijk uit te voeren. Ik heb mijn voornemens voor dit leerresultaat veel kunnen uitoefenen tijdens mijn stage. Ik heb tijdens mijn stage bijna altijd veilige situaties voor bewoners kunnen scheppen en het risico op uitglijden, struikelen en vallen zo klein mogelijk gehouden. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 8

9 Voorbeeld uit de praktijk: Er is tijdens mijn stage één keer een bewoonster gevallen op haar rug. Dat was eigenlijk haast niet te voorkomen. Ze was naar het toilet gegaan en had de deur achter haar op slot gedaan, terwijl ik en andere collega s haar al wel eens hadden gezegd dat ze dat niet mocht doen ivm haar veiligheid. Op het moment dat ze viel zat ik zelf ook op het toilet. Ik hoorde haar roepen en ben toen snel naar haar toe gekomen. Gelukkig heeft ze er niets aan overgehouden, behalve de angst dat ze weer zal vallen. In de toekomst zal ik andere patiënten tegen komen met andere beperkingen die misschien op een andere manier risico lopen om te vallen, zoals kinderen. Dit is deels vergelijkbaar maar ik zal hier op een andere manier mee om moeten leren gaan dan met ouderen. Daarnaast heb je ook patiënten die bijvoorbeeld een gebroken been hebben. Bij deze patiënten kan ik aan valpreventie werken door hun voorlichting te geven over bijvoorbeeld lopen met krukken. Ik zal bewoners goed laten eten en drinken om uitdroging, ondervoeding en/of vermagering te voorkomen. Voornemens Ik verdiep mij in de theorie over voeding bij ouderen, ik houd bij wat de bewoners eten en drinken, ik probeer bewoners goed te laten eten en drinken door het ze regelmatig aan te bieden, wanneer iemand te veel eet dan merk ik dat ook op en rem ik het eetgedrag en ik reflecteer iedere dag hoe het gegaan is. Ik heb tijdens mijn stage vaak maaltijden voor de bewoners verzorgd. De bewoners hebben elke dag rond dezelfde tijd hun ontbijt, hun lunch en hun avondeten. Tussendoor verwennen wij ze meestal met koekjes en met fruitsalade. Het kwam wel eens voor dat een bewoner haar bed niet uitkwam voor 1 uur in de middag. Dat houdt dus in dat ze haar ontbijt daarmee overgeslagen heeft. Het heeft geen zin om dit later nog in te halen maar bij de lunch lette ik er dan wel altijd op dat ze genoeg at. Ik ben mijn voornemens bij dit leerdoel nagekomen. Ik heb op mijn stage elke dag bijgehouden of bewoners goed aten en dronken en bood het aan wanneer dat nodig was. Als iemand niet wilde eten dan hoefde dat natuurlijk ook niet. Ik lette er bij het verzorgen van de maaltijd ook altijd op dat mensen gevarieerd aten en dat ze voldoende groente en fruit binnen kregen. Ik zou mij nog meer kunnen verdiepen in wat iedere bewoner specifiek nodig heeft aan voedingsstoffen. 3. Geven van voorlichting Wanneer ik een bewoonster ga helpen of iets in haar omgeving uit ga voeren dan zal ik dit altijd aan haar duidelijk maken. Dat doe ik door te vertellen wat ik ga doen, of wat ik aan het doen ben, en door de bewoonster mee te laten kijken terwijl ik iets aan het doen ben. Na 5 weken kan ik dit duidelijk naar de bewoners communiceren. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 9

10 Voornemens Ik ben duidelijk naar de bewoner over wat er in korte termijn gaat gebeuren, als ik een handeling uitvoer dan vertel ik altijd wat ik ga doen en hoe ik dat ga doen en ik vraag mijn begeleidster en andere verzorgenden om feedback. Ik heb tijdens mijn stage vaak situaties gehad waarbij ik de bewoner moest inlichten over wat ik aan het doen was of wat ik ging doen. Bijvoorbeeld wanneer ik iemand aan het wassen was. Aan het begin van mijn stage deed ik dat nog niet veel. Het voelde bijvoorbeeld raar om tegen iemand te praten die niet kon reageren en dan had ik snel de neiging om maar niks te zegge n en gewoon mijn werk te doen. Later ging ik wel steeds meer vertellen bij mijn handelingen. Je kan niet altijd zeker weten of iemand je begrijpt of niet, maar ik vind het altijd het beste om maar gewoon te zeggen wat ik aan het doen ben. Dan weet iemand in ieder geval waar ze aan toe is en hoe ze daarop moet reageren. Meestal ging dit leerdoel wel goed en vertelde ik stap voor stap wat ik ging doen. Bewoners kwamen hierbij niet voor verrassingen te staan. Ik heb soms nog steeds momenten dat ik met een handeling bezig ben en halverwege denk oeps! Ik heb de bewoner nog niet verteld wat ik ging doen en ben zomaar begonnen. Dan vertel ik meestal vanaf dat punt wel wat ik verder ga doen. Ik moet er in de toekomst aan blijven denken dat ik duidelijk ben naar patiënten toe zodat ze altijd weten waar ze aan toe zijn. 4. Oriëntatie eigen geschiktheid beroep Wat is de zorgvisie van mijn stageafdeling en hoe heb ik deze ervaren? Ik heb tijdens mijn stage een bijeenkomst bijgewoond over de visie van Vivium Weesp. Naast het bieden van zorg gaat het bij Vivium vooral om wonen, leven, bezig zijn en je prettig voelen. Alles is erop gericht dat de dementerende ouderen de mogelijkheid hebben om zo normaal mogelijk te wonen en te leven, zodat zij het leven min of meer kunnen voortzetten zoals zij gewend waren. Uitgangspunt daarbij is dat bewoners hun eigen leefstijl houden. Vivium Weesp onderscheidt zeven verschillende leefstijlen. Ik kan mij in principe goed vinden in de visie van Vivium. Ik vond het fijn om het de bewoners naar hun zin te maken en het feit dat de sfeer heel huiselijk was gaf denk ik voor de bewoners ook een fijn gevoel. Alleen het bezig zijn ontbrak naar mijn idee vaak doordat er vaak gewoon te weinig personeel was om de bewoners bezig te houden. Om die reden waren vrijwilligers ook vooral heel belangrijk. Hoe heb ik werken als student verpleegkundige ervaren? Ik heb niet het gevoel dat ik als verpleegkundige aan het werk ben geweest tijdens mijn stage. Ik heb meer werk gedaan als helpende of verzorgende. Wel heb ik geprobeerd om Klinisch Redeneren en Verpleegkundige Modellen te betrekken bij mijn stage. Er lopen hier maar een paar verpleegkundigen rond en dat zijn MBO verpleegkundigen. Daar kan ik mij dus minder goed mee relateren dan met een HBO verpleegkundige. Ik heb het verzorgen van de bewoners als leuk ervaren. Ik zorg graag voor anderen en op dat gebied kan ik mij in dit beroep echt uitleven. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 10

11 Geeft het mij voldoening? Ja, ik denk echt dat het werk als verpleegkundige mij voldoening zal geven. Het werk dat i k tijdens mijn stage verrichte gaf mij ook voldoening. Ik miste nog wel een bepaalde uitdaging hierin. Er was niet veel afwisseling, de dagen verliepen gemiddeld wel steeds hetzelfde en ik werkte vaak met dezelfde bewoners. Ik denk dat ik die uitdaging in het ziekenhuis wel zal vinden. Wat ik wel prettig aan deze stage vond was dat ik echt een band op heb kunnen bouwen met de bewoners. Dat is ook iets bijzonders. Hoe ervaar ik de professionele relatie met zorgontvangers? Aan de ene kant ging ik op een zo professioneel mogelijke manier met mijn cliënten om. Ik bleef altijd beleefd, ik sprak ze aan met u, behalve wanneer ze zelf aangaven dat ze het ook prettig vonden als ik je zei. Aan de andere kant voelde het contact met de zorgontvangers ook persoonlijk aan, door de situatie waarin je ze ontmoet en met ze werkt. Wat is mijn mening over de samenwerking met collega s? De samenwerking met collega s verliep met sommige collega s heel goed en met anderen minder. Sommige collega s hebben heel erg hun eigen werkwijze en hun eigen gewoontes waardoor het voor mij moeilijk is om mijzelf daarin te passen. Dan voelde ik mij soms het hulpje in plaats van een stagiaire die meeloopt om iets van ze te leren. Ik heb ook collega s gehad met wie ik heel goed kon samenwerken en die mij echt zagen als stagiaire en bereid waren om mij dingen uit te leggen en te leren over de zorg. Mijn stagebegeleidster deed dit heel goed maar er waren ook andere collega s met wie ik goed daarin kon samenwerken. Heb ik onregelmatige diensten gedraaid en zo ja hoe was dat? Ik heb tijdens mijn stage bijna alleen maar dagdiensten meegelopen. Ik moest iedere dag om half 8 s morgens beginnen tot 4 uur in de middag. Ik heb in een weekend twee avonddiensten meegelopen omdat ik dat ook eens een keer meegemaakt wilde hebben. Ik vond de afwisseling heel leuk. De avonddienst heeft een andere sfeer dan overdag omdat de mensen dan moe zijn en graag naar bed willen. Het heeft daardoor iets rustigs/vredigs. Ik heb toen ook met de nachtdienst gepraat over hoe zij het ervaart om s nachts te werken in het verpleeghuis. Dat vond ik ook heel leuk om te horen. Het lijkt mij wel moeilijk om veel onregelmatige diensten te moeten draaien. Ik weet niet of ik daar goed tegen zal kunnen omdat ik mij meestal wel vasthoudt aan een vast dag- en nachtritme. Wat zijn mijn sterke kwaliteiten in dit beroep? Ik ben heel zorgzaam voor mijn bewoners/patiënten en ik denk dat ik goed de behoeftes van bewoners in kan schatten. Ik heb een open houding. Ik ben leergierig en nieuwsgierig want ik leer graag nieuwe dingen. Ik sta open voor andere meningen en andere visies waardoor ik mijn eigen mening/visie bij kan stellen. Waar liggen aandachtspunten qua persoonlijke ontwikkeling? Een eerste aandachtspunt voor mij is dat ik moet leren om meer initiatief te (durven) nemen, daar kan ik soms nog wat terughoudend in zijn. Net als het geven van mijn mening wanneer ik het ergens niet mee eens ben. Daar wil ik tijdens mijn volgende stages meer aan gaan werken. Ga ik door met de opleiding? Absoluut. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 11

12 Conclusie Ik heb veel geleerd van deze stage en ik heb meer inzicht gekregen in wat mij nog te wachten staat voordat ik mezelf echt een verpleegkundige mag noemen. Ervaring is wat je bezit, kort nadat je het nodig had (R. Vervoort) Tijdens mijn eerste stage als HBO-verpleegkundige heb ik al veel ervaring opgedaan, die ik de rest van mijn opleiding en carrière met mij mee zal dragen, want ik zal het nodig hebben. Ik heb geleerd zorgzaam te zijn voor anderen, mijn inlevingsvermogen is gegroeid en ik heb mijn communicatieve vaardigheden verbeterd. Ook heb ik verpleegtechnische handelingen kunnen oefenen en verbeteren. Daarbij merkte ik dat de praktijk soms complexer is dan de theorie die ik op school heb geleerd. Kennis is namelijk niet genoeg, je moet het in de praktijk kunnen toepassen. Situaties kunnen steeds veranderen. Het is dus belangrijk dat je flexibel bent en op veranderde situaties kunt inspelen. Mijn eerste stage heb ik doorgebracht in een woning waarin 7 dementerende en zorgbehoevende ouderen wonen. Elke bewoner is verschillend en ze reageren allemaal anders op bepaalde situaties, mensen en prikkels. Ik heb voor mijn gevoel tijdens de stage echt een band met deze mensen opgebouwd. Door met verschillende collega s samen te werken heb ik gezien hoe iedereen op zijn eigen manier te werk gaat en op zijn eigen manier de bewoners benaderd. Dit heeft mij geholpen mijn eigen mening te vormen over de zorg en de manier waarop ik vind dat dit zou moeten gaan. Mijn stagebegeleidster heeft mij goed geholpen door mij te stimuleren kritisch te blijven, vragen te stellen en een eigen mening te vormen. Tijdsplanning Leerdoel Behaald Ja/nee Week 5 Zorgzaamheid Ja Week 5 Inlevingsvermogen Ja Week 5 Flexibiliteit Ja Week 8 Zorg verlenen in standaard zorgsituaties Ja Week 8 Preventieve zorg verlenen Ja Week 5 Geven van voorlichting Ja Week 8 Oriëntatie eigen geschiktheid voor beroep Ja Ten slotte wil ik graag mijn stage afdeling en alle collega s bedanken voor de begeleiding/samenwerking. Met name mijn stagebegeleidster waar ik erg tevreden over ben. Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 12

13 Literatuur Transferpunt vaardigheidsonderwijs. Persoonlijke hygiëne. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2006 Transferpunt vaardigheidsonderwijs. Uitscheiding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2006 Transferpunt vaardigheidsonderwijs. Voeding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; Stageverslag jaar 1, blok 3: t/m Suzanne van Vliet Pagina 13