Kwaliteitsmonitor fietsregio s

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitsmonitor fietsregio s"

Transcriptie

1 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2017

2

3 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2017 Stichting Landelijk Fietsplatform mei

4 2

5 Inhoudsopgave Samenvatting blz Inleiding Nederland Fietsland Aanleiding kwaliteitsmonitor fietsregio s 9 2. Opzet kwaliteitsmonitor Uitvoering Indeling Kwaliteitscertificering Fietsregio s de provincies Kwaliteitsmeting Beoordelingskader Onderdeel 1: Kwaliteit routenetwerken 16 - Hoofdindicator 1.1: Uitvoering routenetwerken 16 - Hoofdindicator 1.2: Beheer en onderhoud routenetwerken Onderdeel 2: Kwaliteit randvoorwaarden 32 - Hoofdindicator 2.1: Aantrekkelijkheid omgeving 32 - Hoofdindicator 2.2: Voorzieningen langs de route 33 - Hoofdindicator 2.3: Provinciale betrokkenheid 34 - Hoofdindicator 2.4: Toegankelijkheid route-informatie 36 - Hoofdindicator 2.5: Algemeen oordeel Totaalbeeld en conclusies 39 Bijlagen A. Rapportage per provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 55 B. Vragenlijst provinciaal beleid 56 C. Lijst met personen die hebben gereageerd 66 D. Uitleg CVO en CVTO 67 E. Bronnen/ verantwoording 69 3

6 Samenvatting Dat Nederland bij uitstek een land is om er met de fiets op uit te trekken behoeft weinig betoog. Jaarlijks stappen miljoenen mensen op de fiets voor een korte of langere recreatieve fietstocht (2016: 200 miljoen tochten). Om dit vast te houden moeten we blijven investeren in het recreatieve fietsen. Een belangrijke en grote stap is een aantal jaren geleden gezet met het ontwikkelen van een landsdekkende recreatieve fietsroutestructuur: een netwerk van Landelijke Fietsroutes (LF-route) en aansluitende regionale knooppuntroutes, bij elkaar maar liefst km. Gezamenlijk (Landelijk Fietsplatform en circa 40 regio s) zijn we er in geslaagd er een samenhangend en herkenbaar landelijk netwerk van te maken. De fietser waardeert dit, die wil en kan grenzeloos genieten! Het komt nu aan op het borgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de routestructuur een routenetwerk is geen statisch product. Verder is het zaak te blijven investeren in productontwikkeling en promotie, om de fietsmogelijkheden goed op de radar te krijgen en te houden. Dit zijn de basisvoorwaarden om bewoners en bezoekers te kunnen blijven verleiden op de fiets te stappen, om actief te genieten van ons mooie fietsland en de mooie fietsregio s. Om het recreatieve fietsen in Nederland op een hoog niveau te houden en/of naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen heeft het Fietsplatform, vanuit zijn onafhankelijke positie, een aantal jaren geleden initiatief genomen voor het ontwikkelen en uitvoeren van een landelijk vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van fietsregio s de kwaliteitsmonitor. Dit benchmarkonderzoek is een effectief instrument gebleken voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en verbetering. De monitor in 2012, 2013 en 2015 kreeg veel aandacht en heeft kwaliteitsimpulsen gestimuleerd. De kwaliteitsmonitor wordt in principe iedere twee jaar gepubliceerd is gebruikt om voorbereidingen te treffen voor deze kwaliteitsmonitor Net als de vorige editie richt de monitor zich volledig op de Nederlandse provincies. De gemeten gegevens hebben betrekking op De opzet is grotendeels gelijk gebleven aan die van Gebleven is het sterrensysteem, waarbij regio s 1 tot 5 sterren kunnen krijgen. Het gaat hier dus niet zozeer om wat de beste regio is maar wat hun sterrenstatus is. Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio s ook mogen gebruiken in hun uitingen. De kwaliteitsmonitor 2017 bestaat uit twee onderdelen: 1. de kwaliteit van het routenetwerk (knooppunt- en LF-routes) en 2. de kwaliteit van de randvoorwaarden. Per onderdeel zijn hoofdindicatoren uitgewerkt. Voor de kwaliteit van het routenetwerk zijn dat: a) uitvoering en b) beheer en onderhoud. Voor de kwaliteit van de randvoorwaarden zijn dat: a) aantrekkelijkheid van de omgeving, b) voorzieningen langs de routes, c) provinciale betrokkenheid, d) toegankelijkheid van de routeinformatie en e) het algemene oordeel van de consument. Elke hoofdindicator heeft verschillende meetbare subindicatoren. Kleine veranderingen ten opzichte van de Kwaliteitsmonitor 2015 zijn: 1) toevoeging organisatie beheer knooppuntnetwerken (robuustheid); 2) toevoeging aspect openbare rustpunten (waardering consument); 3) toevoeging uitkomsten ANWB onderzoek Fan van fietsen (bij algemeen oordeel consument). De kwaliteit van het routenetwerk is rechtstreeks beïnvloedbaar door de beheerders van de regionale netwerken en het LF-net. De provincies hebben, meer dan de be- 4

7 heerders, direct of indirect invloed op de randvoorwaarden. Voor beide onderdelen geldt dat het oordeel is opgebouwd uit een combinatie van objectief meetbare zaken, antwoorden van provincies op vragen en een consumentenoordeel. De scores op de onderdelen zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor iedere provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige en realistische beoordeling te komen. Uitvoering, beheer en onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%). Bij de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Als enige provincie wilde Flevoland niet meewerken aan de kwaliteitsmonitor. Deze gegevens zijn daarom buiten de monitor gehouden. Wel is informatie opgenomen over het beheer en onderhoud van de bewegwijzering, vanwege de gewenste landelijke continuïteit. Onderstaande tabel toont een totaaloverzicht van de scores en de toegekende sterren. Geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van het aanbod voor de recreatieve fietser over het algemeen voldoende op peil is. Niet één provincie scoort minder dan drie sterren. Dit spoort met het beeld dat ons fietsland geen slechte fietsregio s kent. Tabel 1: samenvattend overzicht totaalscore Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen wegingspercentage score Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken ,2% percentage van de maximale score 89,0% 96,5% 89,5% 94,2% 91,6% - 83,1% 62,5% 65,4% 96,5% 83,4% 80,8% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,45 4,83 4,48 4,71 4,58-4,16 3,13 3,27 4,83 4,17 4,04 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden ,8% percentage van de maximale score 71,7% 95,7% 97,8% 95,7% 92,9% - 69,6% 67,4% 60,9% 84,2% 79,9% 65,8% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,59 4,78 4,89 4,78 4,65-3,48 3,37 3,04 4,21 3,99 3,29 totaalscore, punten ,0% percentage van de maximale score 83,0% 96,2% 92,4% 94,7% 92,0% - 78,4% 64,2% 63,8% 92,2% 82,2% 75,6% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,15 4,81 4,62 4,73 4,60-3,92 3,21 3,19 4,61 4,11 3,78 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) Een aantal ontwikkelingen ten opzichte van 2015 valt op: Met uitzondering van de provincie Utrecht zijn alle provincies er in puntenaantal op vooruitgegaan. Het iets mindere aantal punten voor Utrecht wordt veroorzaakt door een iets lagere publiekswaardering. 5 provincies komen nu aan het maximaal aantal van vijf sterren: naast Friesland en Drenthe nu ook Overijssel, Gelderland en Zeeland. Door alle inzet op de Veluwe de afgelopen jaren heeft Gelderland een sprong van 2 sterren gemaakt. 4 provincies houden hun vier sterren: Groningen, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. Voor Limburg en Noord-Brabant is winst te boeken op de organisatie van de routedata. 2 provincies zijn op drie sterren blijven staan maar zitten daarbij wel minder dicht bij de ondergrens dan bij de monitor van 2015: Noord-Holland en Zuid- Holland. Dit zijn de provincies waar relatief veel kleine fietsroutenetwerken en ook veel netwerkbeheerders zijn. Hier is winst haalbaar. 5

8 1. Inleiding 1.1. NEDERLAND FIETSLAND Dat Nederland bij uitstek een land is om er met de fiets op uit te trekken behoeft weinig betoog. De basisomstandigheden voor het maken van recreatieve fietstochten in ons land zijn in principe ideaal: veel afwisseling op korte afstanden, weinig hoogteverschillen en veel paden en wegen. Jaarlijks stappen miljoenen mensen op de fiets voor een korte of langere recreatieve tocht. In 2016 maakten we met z'n allen maar liefst 193 miljoen recreatieve fietstochten. Een belangrijke factor voor de populariteit van het recreatieve fietsen vormt het landsdekkende netwerk van fietsroutes. Het recreatieve routenetwerk biedt de fietser een uitgebreide, aantrekkelijke selectie uit het aanbod van paden en wegen. Het bestaat uit knooppuntroutes (40 regionale netwerken) en lange-afstandroutes (LFroutes). Op basis van deze recreatieve fietsroutestructuur ( km, waarvan km LF-route) kan de fietser eenvoudig zelf een route naar keuze samenstellen maar worden ook vele thematische routes aangeboden. De twee soorten netwerken zijn daarbij complementair; ze vullen elkaar aan, ook qua doelgroep. Het LF-net is met name bedoeld voor lange-afstand tochten, zoals fietsvakanties. De knooppuntroutes zijn vooral populair voor kortere (dag)tochten. Het landelijke routenetwerk is een groot succes; de knooppuntroutes en de LF-routes worden goed gebruikt, investeringen worden snel terugverdiend. In 2014 resulteerden volgens onderzoek alleen al de LF-routes in ruim 100 miljoen aan bestedingen onderweg (zie kader op blz. 8). 6

9 Recreatieve fietsroutestructuur: LF-net en regionale (knooppunt)netwerken status jan (bron: Stichting Landelijk Fietsplatform, landelijke routedatabank) Fietsroutestructuur Landelijke fietsroutes (4.500 km) Knooppuntroutes ( km) 25 LF-routes vormen landelijk netwerk Hoofdgebruik: lange afstand fietstochten Aansluiting op knooppuntroutes (gekoppeld) Aansluiting op Europese routes Fietsplatform: (door)ontw, beheer/borging Regio s: onderhoud (74 contractpartners) knooppunten, 48 regionale netwerken Hoofdgebruik: dagtochten Basis voor vele beschreven themaroutes ± 40 beherende instanties ± km organisatorische grenzen Regio s: (door)ontw, beheer, onderhoud Fietsplatform: bewaken samenhang, advies 7

10 Om de populariteit van het recreatieve fietsen vast te houden en het succes van de routestructuur uit te bouwen - ook richting de buitenlandse toerist - moeten we blijven investeren in het recreatieve fietsen. Het is daarbij in de eerste plaats zaak om gezamenlijk - de circa 40 regio's en het Landelijk Fietsplatform - de continuïteit van het landelijk netwerk te bewaken. Het is geen statisch product. De kwaliteit van de routestructuur moet worden geborgd en waar nodig worden verbeterd. Verder is het zaak te blijven investeren in productontwikkeling en promotie, om de fietsmogelijkheden goed op de radar te krijgen en te houden. Dit zijn de basisvoorwaarden om bewoners en bezoekers te kunnen blijven verleiden op de fiets te stappen, om actief te genieten van ons mooie fietsland en de mooie fietsregio s. Investeren in routenetwerken loont! 8 miljoen Nederlanders maken jaarlijks ruim 190 miljoen recreatieve fietstochten, waarvan ongeveer 22% via de routenetwerken *); Routenetwerken vormen stimulans voor regionale economie. Recreatieve fietstochten resulteren in ruim 500 miljoen/jaar aan bestedingen onderweg, in de vorm van consumpties en overnachtingen *); Routenetwerken ontsluiten en verbinden natuur/landschap/platteland en gastronomie/verblijf; Routenetwerken dragen bij aan prettig woon- en vestigingsklimaat. Ze stimuleren bovendien het verblijf in de regio (eigen bewoners/toeristen); Routenetwerken stimuleren fietsgebruik en dus bewegen; goed voor gezondheid! *) Fietsrecreatiemonitor 2016 Fietsplatform i.s.m. NBTC/NIPO (CVO/CVTO) Niet investeren (in nazorg, de puntjes op de i) kost geld! Slechte kwaliteit leidt tot imagoschade, negatieve publiciteit; Ontevreden gebruikers zullen afhaken succes zal niet aanhouden; Vermindering binnen- en buitenlandse concurrentiepositie; Kapitaalvernietiging! Meer cijfers? 8

11 1.2. AANLEIDING KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO'S Het Fietsplatform is als landelijk kennis- en coördinatiepunt nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de fietsroutestructuur en het bewaken van de samenhang en continuïteit daarvan - in het belang van de recreatieve fietser. Het Fietsplatform heeft hierbij diverse adviespublicaties uitgebracht. Voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en -verbetering is een landelijk vergelijkend kwaliteitsonderzoek een effectief instrument. Vanuit zijn onafhankelijke positie heeft het Fietsplatform een aantal jaren geleden initiatief genomen voor het uitvoeren van een landelijke benchmark voor het monitoren van de kwaliteit van de Nederlandse fietsregio s. In 2012, 2013 en 2015 heeft de kwaliteitsmonitor veel aandacht gekregen en provincies/regio s gestimuleerd om de kwaliteit van het fietsroutenetwerk te verhogen. De landelijke benchmark moet provincies en regio s prikkelen om het fietsproduct naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Dat werkt als de verantwoordelijke instanties zich committeren aan de resultaten van de kwaliteitsmonitor en de onafhankelijke positie daarbij van het Fietsplatform erkennen. 9

12 2. Opzet kwaliteitsmonitor 2.1. UITVOERING De opzet van de monitor is in hoofdlijnen vergelijkbaar met de vorige uit Die monitor is destijds in overleg met regionale netwerkpartners bijgeslepen. De basis van de monitor bestaat uit een groot aantal indicatoren die duiding geven aan de kwaliteit van het netwerk. Per indicator is een optimale meetmethode bepaald. Bij de meting zijn drie soorten bronnen gebruikt: 1. Objectieve, landelijk vergelijkbare basisgegevens Fietsplatform (landelijke routedatabank, landelijk meldsysteem, landelijke administratie afspraken uitvoering en instandhouding); 2. Diverse landelijke consumentenonderzoeken (CVO/ Continu Vakantie Onderzoek NBTC-NIPO, CVTO/ Continu Vrijetijds Onderzoek NBTC-NIPO, Fietsen123, ANWB onderzoek); 3. Vragenlijst provincies. Om tot een zo objectief en gelijkwaardig mogelijk beeld te komen van de kwaliteit van het fietsproduct in de provincies is rekening gehouden met de volgende zaken: De mate van beschikbaarheid van de benodigde gegevens De benodigde gegevens dienen ook daadwerkelijk voorhanden te zijn. De mate van interpreteerbaarheid van de aangeleverde gegevens De gegevens dienden zo helder en zuiver mogelijk te worden verzameld. Daarom is er met vragenlijsten voor provincies gewerkt. In de vragenlijst is met de vraagstelling zo min mogelijk ruimte voor interpretatie opengelaten. Daarnaast zijn er aan de antwoorden eisen gesteld zoals de vermelding van bronnen of de verwijzing naar beleidstukken. De zorgvuldigheid en compleetheid van de gegevens De zorgvuldigheid van de aangeleverde gegevens is afhankelijk van de deskundigheid van de persoon die daarvoor is benaderd. Om de zorgvuldigheid van de gegevens zoveel mogelijk te garanderen is bij de schriftelijke vragenlijst aan de provincies specifiek geadviseerd deze met hulp van de netwerkbeheerders in te vullen. De netwerkbeheerders werden daarbij met naam en e- mailadres aangegeven. De netwerkbeheerders zelf zijn op de hoogte gesteld van het feit dat Fietsplatform aan de provincie heeft gevraagd om een vragenlijst in te vullen. De gegevens hebben betrekking op INDELING De indeling van de kwaliteitsmonitor is nagenoeg gelijk aan die van Dit maakt het mogelijk om vergelijkingen te maken en ontwikkelingen te signaleren. Dezelfde twee onderdelen zijn van toepassing: Onderdeel 1. Kwaliteit van de routenetwerken (knooppunt- en LF-routes) Onderdeel 2. Kwaliteit van de randvoorwaarden. Kwaliteit routenetwerken (onderdeel 1) De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn grotendeels direct en voor een kleiner deel indirect beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. Om de kwaliteit van de netwerken goed in beeld te brengen heeft het Fietsplatform gebruik gemaakt van diverse bronnen. De administratie van het Fietsplatform en het landelijk meldsysteem leverden samen met de antwoorden die provincies hebben gegeven op speci- 10

13 fieke vragen, een groot deel van de input voor de onderdelen uitvoering en beheer en onderhoud van de netwerken. Het consumentenoordeel over de netwerken is grotendeels ingebracht vanuit extra vragen die het Fietsplatform laat meelopen in het CVO (Continu Vrijetijds onderzoek)en CVTO (Continu Vakantie Onderzoek). Het CVO en het CVTO zijn bestaande landelijke onderzoeken van het NBTC-NIPO Research die door de provincies veelal ook als standaard worden gebruikt. Daarnaast zijn andere bronnen gebruikt. De uitwerking is terug te vinden in hoofdstuk 3.2. Kwaliteit randvoorwaarden (onderdeel 2) De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn niet direct beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. De provincie heeft hier, door middel van het beleid, wel invloed op. Om de kwaliteit van de randvoorwaarden in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de administratie van het Fietsplatform, consumentenoordeel (zie uitleg hierboven) en de antwoorden van de provincies op diverse vragen. Bij het consumentenoordeel zijn ook de resultaten van het recente ANWB onderzoek meegenomen. De uitwerking van dit onderdeel is terug te vinden in hoofdstuk 3.3. Afspraken gemaakt en vastgelegd Voor (het behoud van) de kwaliteit van de routenetwerken is het belangrijk dat afspraken niet alleen mondeling zijn gemaakt, maar ook zijn vastgelegd. De praktijk wijst helaas uit dat afspraken vaak mondeling worden gemaakt tussen twee personen. Personeel wisselt en opvolging van afspraken is dan niet geregeld. Als afspraken (hoe eenvoudig ook) schriftelijk worden vastgelegd, wordt in principe gewaarborgd dat deze door een opvolger worden overgenomen. Dit verbetert de continuïteit van de afspraken over de netwerken en daarmee de kwaliteit ervan. Om deze reden is bij diverse indicatoren een vraag gesteld over het vastleggen van de afspraken KWALITEITSCERTIFICERING Voor beide onderdelen geldt dat het onderzoek niet gericht is op het aanwijzen van specifiek één provincie die wordt uitverkoren als de beste fietsprovincie. Het Fietsplatform gaat uit van een kwaliteitsbeoordeling waarbij provincies die het beter doen dan anderen, ook beter scoren. Gekozen is voor een sterrensysteem waarbij maximaal 5 sterren kunnen worden behaald. Het aantal behaalde sterren moet de regio s prikkelen om dit aantal bij een volgende meting te behouden of te vergroten. Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio s ook mogen gebruiken in hun uitingen. Provincies met 4 of 5 sterren mogen met recht zeggen dat zij het op recreatief fietsgebied goed of uitstekend doen. Verbeterpunten zijn er altijd, dat geldt met name voor regio s met drie sterren. Toekenning punten Voor ieder aspect dat gemeten is, zijn antwoordcategorieën gemaakt waaraan een bepaald aantal punten is toegekend. Bij het toekennen van punten aan de diverse antwoordcategorieën is zoveel mogelijk getracht de maximale score alleen toe te kennen aan de gewenste situatie. Daarmee kan het dus voorkomen dat geen enkele regio het maximum aantal punten scoort. Het kan echter ook zijn dat alle regio s de maximale score behalen. 11

14 Bij enkele indicatoren wordt uitgegaan van een gemiddelde waarde over heel Nederland. De provincies die ruim boven deze gemiddelde waarde scoren ontvangen het maximum aantal punten, provincies die er ruim onder scoren ontvangen geen punten. Het hanteren van deze werkwijze heeft tot gevolg dat er altijd regio s zijn die boven en onder het gemiddelde scoren. Het zal dus nooit zo zijn dat alle regio s op deze aspecten de maximale of minimale score behalen. In een groot deel van de provincies worden de regionale (knooppunt)netwerken beheerd door regio s, routebureaus of andere samenwerkingsverbanden. Dit heeft tot gevolg dat niet voor alle vragen een eenduidig antwoord voor de gehele provincie gegeven kan worden. Dit is opgelost door in de vragenlijst voor de provincies een antwoordcategorie op te nemen met: ja, in een deel van de provincie, namelijk:. Daarbij werden alle knooppuntnetwerken in de provincie specifiek benoemd. De provincie kon aankruisen voor welke netwerken het antwoord van toepassing was. Voor de puntentoekenning is per netwerk een percentage van de provincie berekend. De percentages van de netwerken die van toepassing waren zijn vervolgens opgeteld en op basis daarvan is een score berekend. Als een klein netwerk de zaken niet op orde heeft, heeft dit minder gevolgen voor de score dan wanneer de zaken in een relatief groot netwerk niet geregeld zijn. Weging punten voor een evenwichtige beoordeling De scores per onderdeel zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor elke provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige, realistische beoordeling te komen. Het ene aspect wordt belangrijker geacht dan het andere. Uitvoering, beheer/onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%; resp. 176, 168 en 184 punten). Binnen de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Berekening aantal sterren Om het aantal sterren te berekenen wordt het totaal aantal behaalde punten gedeeld door het maximaal aantal punten dat behaald kan worden. Vervolgens wordt dit door 5 gedeeld. De score wordt daarna afgerond naar een heel getal. Daarbij is gekeken naar de score met twee cijfers achter de komma. 4,49 wordt daarbij 4 sterren en 4,50 levert 5 sterren op. Voor ieder van de twee onderdelen: kwaliteit routenetwerk en kwaliteit randvoorwaarden wordt apart een score in sterren gegeven. Het totaal aantal sterren dat aan de provincie wordt toegekend is geen gemiddelde van de sterrentoekenning van beide onderdelen, maar wordt bepaald op basis van het totaal aantal behaalde punten en het maximaal aantal te behalen punten. Tabel 2: omrekening scores naar sterren Totaalscore Aantal sterren > 90% van de totale score 70%-90% van de totale score 50%-70% van de totale score 30%-50% van de totale score 10%-30% van de totale score 12

15 2.4. FIETSREGIO S - DE PROVINCIES De kwaliteitsmonitor richt zich op de 12 Nederlandse provincies. Deze indeling sluit aan op de wijze waarop het beheer, onderhoud en de aanleg van het fietsproduct in Nederland is georganiseerd. De provincie Flevoland heeft ervoor gekozen om niet deel te nemen aan de kwaliteitsmonitor. Om deze reden ontbreekt in de tabel de kolom met de provincie Flevoland. Wanneer in de tekst gesproken wordt over alle provincies, is Flevoland hier niet in meegenomen. Wel wordt bij beheer en onderhoud de situatie in Flevoland beschreven, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken. 13

16 3. Kwaliteitsmeting 3.1. BEOORDELINGSKADER Het doel van de kwaliteitsmonitor is om regio s te stimuleren de kwaliteit van het fietsrouteaanbod te behouden of naar een hoger niveau te tillen. Dit gaat het best als regio s invloed uit kunnen oefenen op de score die zij behalen. Dit onderdeel van de kwaliteitsmonitor richt zich daarom voornamelijk op door netwerkbeheerders/regio s beïnvloedbare indicatoren. De kwaliteit van de knooppunt- en LF-routes is gemeten op twee hoofdindicatoren: uitvoering en beheer/onderhoud. De kwaliteit is bepaald op basis van aantal subindicatoren die gemeten kunnen worden op diverse aspecten. Tabel 3 geeft een overzicht van de hoofdindicatoren, de subindicatoren, de gemeten aspecten en de gebruikte bronnen. Tabel 3: Beoordelingskader Kwaliteitsmonitor 2017, beoordelingskader 1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) Bron (+ meeteenheid) 1.1 Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering is bewegwijzering conform landelijke standaard? Fietsplatform; landelijke administratie waardering consument: kwaliteit bewegwijzering NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) b Dichtheid knooppuntnetwerk(en) is dichtheid conform landelijke norm? Fietsplatform; landelijke routedatabank (lengte netwerk/ km 2 ) c Afstemming routes en regio's zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? Fietsplatform; landelijke administratie zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? vragenlijst provincies (vraag 1) zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? vragenlijst provincies (vraag 2) zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio s, sluiten ze goed aan? vragenlijst provincies (vraag 4) is behoud aansluiting gewaarborgd? vragenlijst provincies (vraag 5) is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? vragenlijst provincies (vraag 7) zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes? vragenlijst provincies (vraag 8) zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? vragenlijst provincies (vraag 9) d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) waardering consument; drukte op fietspaden NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) e Aantrekkelijkheid tracé waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) waardering consument; kwaliteit routeverloop NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) 1.2 Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is het beheer van knooppuntnetwerken robuust georganiseerd? Fietsplatform; landelijke administratie is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? Fietsplatform; landelijke administratie b Onderhoud bewegwijzering is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert? vragenlijst provincies (vraag 10) is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand? Fietsplatform; landelijke administratie zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud? vragenlijst provincies (vraag 11) oplossingspercentage landelijk meldsysteem (aantal opgeloste meldingen/aantal meldingen) oplossingstermijn landelijk meldsysteem (gem. aantal weken tussen melding en afmelding) waardering consument; kwaliteit bewegwijzering NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt? vragenlijst provincies (vraag 12) zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd? vragenlijst provincies (vraag 13) worden panelen vervangen na beschadiging? vragenlijst provincies (vraag 16) worden panelen vervangen na routewijziging? vragenlijst provincies (vraag 17) d Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routewijzigingen? vragenlijst provincies (vraag 18) is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen? vragenlijst provincies (vraag 19) is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd? vragenlijst provincies (vraag 20) is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd? vragenlijst provincies (vraag 21) actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk(en) bij gemeenten/wegbeheerders? vragenlijst provincies (vraag 22) e Omgang met grote infrastructurele projecten is verantwoordelijkheid borging kwaliteit/continuïteit routenetwerk(en) vastgelegd? vragenlijst provincies (vraag 24) stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerk(en) bij grote infrastructurele werken? vragenlijst provincies (vraag 25) f Digitale bestanden knooppuntnetwerk(en) zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar? Fietsplatform; landelijke administratie is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)? vragenlijst provincies (vraag 26) is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd? vragenlijst provincies (vraag 27) stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk? vragenlijst provincies (vraag 28) g Digitale bestekken bordlocaties zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig? vragenlijst provincies (vraag 29) is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden? vragenlijst provincies (vraag 30) worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd? vragenlijst provincies (vraag 31) stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken? vragenlijst provincies (vraag 32) h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? vragenlijst provincies (vraag 33) is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? vragenlijst provincies (vraag 34) 14

17 Kwaliteitsmonitor 2017, beoordelingskader (vervolg) 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.1 Aantrekkelijkheid van de omgeving a Aantrekkelijkheid omgeving waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) 2.2 Voorzieningen langs de routes a Horeca waardering consument; horeca NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) b Bezienswaardigheden waardering consument; bezienswaardigheden NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) c Openbare rustpunten waardering consument; bezienswaardigheden NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) 2.3 Provinciale betrokkenheid a Recreatie- en fietsbeleid is er algemeen recreatiebeleid/ beleid vrijetijdseconomie? vragenlijst provincies (vraag 35) is er specifiek fietsbeleid? vragenlijst provincies (vraag 36) b Provinciale coördinatie routezaken is er structureel overleg tussen provincies en regio's? vragenlijst provincies (vraag 38) c Themaroutes conform standaard is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn? vragenlijst provincies (vraag 39) zijn er plannen om aantal routes en verloop tegen licht te houden en evt te saneren? vragenlijst provincies (vraag 40) is er budget beschikbaar voor sanering bewegwijzerde themaroutes? vragenlijst provincies (vraag 41) is sprake van provinciale sturing om bewegwijzerde themaroutes te saneren? vragenlijst provincies (vraag 42) stuurt provincie op voorkomen wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes? vragenlijst provincies (vraag 43) 2.4 Toegankelijkheid van route-informatie a Toegankelijkheid voor beleidsmakers afspraken over wijze waarop prov.ambtenaar bij dig. bestanden routenetwerken kan? vragenlijst provincies (vraag 44) stuurt provincie op bekendmaking routedata bij gemeenten/waterschap/regio? vragenlijst provincies (vraag 45) zijn er afspraken gemaakt over wijze van doorgeven routewijzigingen aan provincie? vragenlijst provincies (vraag 46) b Toegankelijkheid voor productontwikkelaars is actueel bestand fietsroutenetwerk vrij beschikbaar voor consumententoepassingen? vragenlijst provincies (vraag 47) is netwerk als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar? vragenlijst provincies (vraag 48) 2.5 Algemeen oordeel consument a Oordeel consument fietsen in de provincie waardering consument; fietsen algemeen NBTC-NIPO research (CVO/CVTO; rapportcijfer consument) score fietsprovincie van het jaar (fietsen123) Fietsen 123 (score Fietsprovincie van het jaar) waardering consument vanuit ANWB onderzoek "fan van fietsen" ANWB fietsonderzoek/bureau Blauw; 2016 (rapportcijfer consument) 15

18 3.2. ONDERDEEL 1: KWALITEIT ROUTENETWERKEN Hieronder wordt per hoofd- en subindicator een toelichting gegeven op de meting en de puntentoekenning. Hoofdindicator 1.1: Uitvoering routenetwerken (knooppunt/lf) In de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (Fietsplatform, 2011) zijn adviezen gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk, de uitvoering van de bewegwijzering en de synchronisatie met de LF-routes. Gekeken is hoe de verschillende provincies en de eventuele regio's daarbinnen de adviezen uit deze notitie op het routenetwerk hebben toegepast. a. Uitvoering bewegwijzering Netwerk conform landelijke standaard Uniformiteit in de uitvoering van de routenetwerken draagt bij aan herkenbaarheid voor het publiek. Fietsers weten daarmee wat ze kunnen verwachten. Gekeken is of de bewegwijzering van de fietsroutenetwerken zijn uitgevoerd conform de landelijke standaard (systematiek, materiaalgebruik). Dit is in de meeste regio s het geval. Enkele regio s wijken hiervan af. Zo wordt in Noord-Brabant op enkele plaatsen (nog) gebruik gemaakt van centrumverbindingen die niet tot de landelijke standaard behoren en is er in Zuid-Holland een regio die afwijkende borden gebruikt. In Amsterdam is een deel van de rechthoekige borden vervangen door aanduidingen op handwijzers en in Drenthe wordt een bewegwijzeringsystematiek gebruikt waarbij de borden van de rondritten onderdeel uitmaken van de knooppuntbewegwijzering. Deze afwijkingen verminderen de uniformiteit van het fietsknooppuntensysteem in Nederland. Dit geeft verwarring voor de fietser en maakt extra uitleg nodig. Waardering consument; kwaliteit bewegwijzering De waardering van de consument van de bewegwijzering van het routenetwerk is een goede indicator voor zowel de uitvoering als het onderhoud. Dit aspect wordt daarom bij beide onderdelen meegenomen. Om de waardering van de consument over de kwaliteit van de bewegwijzering tussen de verschillende provincies te kunnen vergelijken wordt gebruik gemaakt van de rapportcijfers die door consumenten gegeven worden in het CVO en CVTO. Een gemiddelde van beide cijfers wordt genomen om het rapportcijfer per provincie te bepalen. De gemiddelde waardering van de bewegwijzering tijdens vakanties ligt hoger dan tijdens dagtochten. Dat was in voorgaande jaren ook het geval. De provincie Utrecht heeft als enige provincie een waardering van de consument gekregen die onder het gemiddelde ligt. Dit geldt zowel voor de waardering van de fietsvakantieganger (CVO) als de dagtochtfietser (CVTO). Tabel 4: Resultaten kwaliteitsmonitor; uitvoering bewegwijzering aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering is bewegwijzering conform landelijke standaard? niet conform standaard 0 0 grotendeels conform standaard volledig conform standaard waardering consument: kwaliteit bewegwijzering gemiddeld rapportcijfer uit CVO en CVTO ,8 8,0 7,9 7,9 8,0 7,6 7,9 7,7 7,9 7,7 7,8 onder gemiddeld (< 7,7) 1 1 gemiddeld (7,7-7,8) boven gemiddeld (> 7,8) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 16

19 b. Dichtheid knooppuntnetwerken Het Fietsplatform heeft in de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (2011) advies gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk. Een netwerk moet een bepaalde dichtheid hebben om de fietser keuzes te bieden. Met de gegevens van het netwerk in de landelijke routedatabank kon eenvoudig de dichtheid berekend worden. Gemeten is of deze dichtheid binnen de marges van het advies valt. Alle provincies blijken aan de indicatieve norm te voldoen. Tabel 5: Resultaten kwaliteitsmonitor; dichtheid knooppuntnetwerk(en) aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering b Dichtheid knooppuntnetwerk(en) is dichtheid conform landelijke norm? niet conform landelijke norm 0 conform landelijke norm Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) c. Afstemming routes en regio s Een knooppuntnetwerk staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van het geheel aan fietsroutenetwerken in Nederland. Het sluit aan op andere knooppuntnetwerken, op LF-routes en op themaroutes. Het is belangrijk dat afstemming met deze netwerken en routes plaatsvindt. De provincies Noord-Holland en Zuid-Holland, laten op dit onderdeel de meeste punten liggen. Dit zijn tevens de provincies met het grootst aantal beheerders/regio s waardoor afstemming juist extra belangrijk is. Synchronisatie LF-routes en knooppuntroutes Landelijk wordt gestreefd naar een situatie waarbij LF-routes altijd eenzelfde tracé volgen als de knooppuntroutes en de bewegwijzering van beide soorten routes gezamenlijk aan één drager is bevestigd. Deze combinatie is prettig voor de recreatieve fietser, die kan daardoor eenvoudig overstappen. Daarnaast is bewegwijzering door synchronisatie duidelijker en minder ontsierend in het landschap. Bovendien kan hiermee efficiencyvoordeel in het onderhoud worden behaald. Het al dan niet gesynchroniseerd zijn is als kwaliteitsindicator meegenomen. In veel regio s is sprake van volledige synchronisatie van de LF- en de knooppuntroutes. In enkele regio s is dat nog niet gelukt. Redenen hiervoor waren bijvoorbeeld: gemeenten die niet instemden met verplaatsing van het tracé of regio s die toezeggingen hebben gedaan de knooppuntroute te verplaatsen naar het LF-tracé maar dit nog niet hebben uitgevoerd. Het behoud van de tot stand gebrachte synchronisatie is van belang. Daarom is aan de provincies gevraagd of er afspraken zijn gemaakt over het behoud van de synchronisatie én of deze afspraken zijn vastgelegd. Afstemming met aangrenzende regio s Aan iedere regio zitten grenzen. Het komt de kwaliteit van Nederland als fietsland ten goede als de fietser zo min mogelijk van deze bestuurlijke grenzen merkt. Hij moet via de knooppunt- en LF-routes ongestoord van de ene naar de andere regio kunnen fietsen. Om dit mogelijk te maken dienen bewegwijzering en tracering tussen twee aangrenzende regio s naadloos op elkaar aan te sluiten. Niet alleen op papier, maar ook in het veld. Aangezien het ondoenlijk is om alle grenzen in het veld te 17

20 controleren, is aan de provincies gevraagd of de netwerken zijn afgestemd met de aangrenzende regio s. Omdat het belangrijk is dat die aansluitingen behouden blijven als routes wijzigen, is tevens gevraagd of het behoud van de aansluiting is gewaarborgd. Ter controle is gevraagd op welke wijze dat gebeurt. In veel provincies is dit goed geregeld, in Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland nog niet bij alle netwerken volledig. Afstemming met themaroutes Knooppuntnetwerken vormen de basis voor ontelbare fietstochten. Landelijk beleid is dat tracés van de oorspronkelijke bewegwijzerde themaroutes worden opgenomen in de knooppuntnetwerken en dat deze routes vervolgens zo veel mogelijk worden gesaneerd. Alleen voor sterke thema's is een eigen bewegwijzering naast knooppuntbewegwijzering relevant, vooral uit oogpunt van herkenbaarheid en marketing. Het saneren van themaroutes komt verderop aan de orde. Bij dit onderdeel gaat het erom of bestaande/resterende themaroutes gebruik maken van dezelfde paden en Tabel 6: Resultaten kwaliteitsmonitor; afstemming routes en regio s aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering c Afstemming routes en regio's zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? nee 0 ja, grotendeels ja, volledig zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? nee 0 ja, voor deel van provincie 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? nee, niet vastgelegd 0 ja, voor deel van provincie 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor gehele provincie zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio s, sluiten ze goed aan? nee 0 ja, voor een deel 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is behoud aansluiting gewaarborgd? nee 0 ja, voor deel van provincie 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? nee 0 ja, voor een deel van de provincie 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor gehele provincie zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes? nee 0 ja, voor een deel 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor de gehele provincie zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor de gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 18

21 wegen als de knooppuntroutes. Voor de kwaliteitsmonitor is gevraagd a) of de tracering van de themaroutes over de knooppuntroutes loopt, b) of afspraken over de afstemming zijn gemaakt en c) of deze zijn vastgelegd. In enkele provincies zijn themaroutes volledig geïntegreerd en gesaneerd. Als er geen themaroutes meer bewegwijzerd zijn, zijn er ook geen afspraken nodig over de afstemming en hoeven deze ook niet vastgelegd te worden. Deze provincies krijgen dan het maximaal aantal punten op het onderdeel afstemming. d. Kwaliteit paden en wegen Dit onderdeel wordt gemeten aan de hand van de waardering van de consument van zowel de kwaliteit van de paden en wegen zelf als aan de waardering van de drukte. De score op waardering kwaliteit paden en wegen wordt zwaarder meegewogen in het totaal. Waardering consument kwaliteit paden en wegen Een objectieve meting van de kwaliteit van de paden en wegen in het veld is (nog) niet mogelijk. Daarom is voor dit onderdeel gebruik gemaakt van het oordeel van de consument. Zowel in het CVO als in het CVTO is gevraagd naar de waardering van de consument op het onderdeel kwaliteit van de paden en wegen. Consumenten hebben een rapportcijfer gegeven. Hieruit is een gemiddeld cijfer per provincie berekend. De waardering ligt dicht bij elkaar waardoor veel provincies de gemiddelde score krijgen. De gemiddelde score (7,9) ligt iets lager dan bij de kwaliteitsmonitor van 2015 (8,0). De waardering van de dagtochtfietsers (CVTO) is in iedere provincie lager dan de waardering van de vakantiefietser (CVO). In de monitor van 2015 was dit ook zo. De provincie Limburg scoort (naast Flevoland, die niet is meegenomen in de monitor) onder het gemiddelde. Dit geldt zowel voor de waardering in het CVO als het CVTO. De provincies Gelderland en Zeeland scoorden bovengemiddeld en kregen 3 punten. Waardering consument drukte op paden en wegen Een weg of pad kan goed asfalt hebben en goed onderhouden worden. Maar als de breedte van het pad of het aantal beschikbare paden en wegen niet is afgestemd op de drukte in het gebied, voldoet het pad toch niet aan de kwaliteit die de fietser wenst. Daarom is ook de beleving van de drukte op paden en wegen in het onderdeel kwaliteit meegewogen. Zowel in CVO als in het CVTO is aan de fietsers gevraagd een rapportcijfer te geven aan de drukte op de fietspaden. Het cijfer varieert tussen de 7,4 en 8,0 met een gemiddelde van 7,6. Het gemiddelde ligt lager dan bij de kwaliteitsmonitor van Tabel 7: Resultaten kwaliteitsmonitor; kwaliteit paden en wegen aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,9 7,9 7,8 7,9 8,0 7,8 7,9 7,9 8,0 7,8 7,6 onder gemiddeld (<7,98) 1 1 gemiddeld (7,8-7,9) boven gemiddeld (> 7,9) waardering consument; drukte op fietspaden gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,6 7,6 7,6 7,8 7,7 7,5 7,5 7,7 7,8 7,7 7,4 onder gemiddeld (< 7,5 ) 1 1 gemiddeld (7,5-7,6) boven gemiddeld (>7,6) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 19

22 e. Aantrekkelijkheid tracé Aantrekkelijkheid van een tracé is zeer subjectief. Door veel mensen hierover te bevragen kan echter toch een objectieve vergelijking gemaakt worden. De aantrekkelijkheid van het tracé kan worden bepaald door de waardering van de consument op het onderdeel aantrekkelijkheid van de omgeving én de kwaliteit van het routeverloop. Achterliggende gedachte is dat door de tracékeuze een beeld van de omgeving aan de fietser wordt gegeven. Met slimme keuzes kunnen aantrekkelijke delen van de omgeving getoond worden. Daarmee heeft de regio, die de routekeuzes maakt, invloed op de beeldvorming van de consument over de omgeving. Ook voor dit onderdeel is gebruik gemaakt van de waardering die de consument heeft aangegeven in het CVO en CVTO. De gemiddelde rapportcijfers per provincie voor de aantrekkelijkheid van de omgeving variëren tussen de 7,8 (Flevoland) en 8,3 waarbij een gemiddelde over alle provincies ligt op 8,2. De provincies Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland scoren bovengemiddeld en krijgen 3 punten. De rapportcijfers voor de kwaliteit van het routeverloop liggen lager; tussen de 7,7 en de 8,2 met een gemiddelde van 7,9. Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland scoren hier 3 punten. Omdat de waardering van de consument van de kwaliteit van het routeverloop belangrijker wordt geacht dan de aantrekkelijkheid van de omgeving (zie toelichting hierboven) wordt deze score zwaarder meegewogen in het totaal. Tabel 8: Resultaten kwaliteitsmonitor; aantrekkelijkheid tracering aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering e Aantrekkelijkheid tracé waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,0 8,3 8,3 8,3 8,3 8,0 8,1 8,0 8,1 8,1 8,0 onder gemiddeld (< 8,1) gemiddeld (8,1-8,2) boven gemiddeld (> 8,2) waardering consument; kwaliteit routeverloop gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,0 8,0 8,0 8,2 8,0 7,7 7,9 7,8 8,0 7,8 7,7 onder gemiddeld (< 7,8) gemiddeld (7,8-7,9) boven gemiddeld (> 7,9) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 20

23 Hoofdindicator 1.2: beheer en onderhoud routenetwerken a. Verantwoordelijkheid beheer De score op dit onderdeel wordt bepaald door de mate van robuustheid van de organisatie van het beheer van de knooppuntnetwerken en of er per knooppuntnetwerk één of meer partijen zijn betrokken bij het beheer. De score op het eerste aspect wordt zwaarder meegewogen in het totaal. Is het beheer van de knooppuntnetwerken robuust georganiseerd? Voor een goed beheer is een robuuste organisatie wenselijk. Steeds meer provincies hebben inmiddels één of meer routebureaus die zorg dragen voor het beheer en onderhoud van de knooppuntnetwerken. Een geringe omvang van het werkgebied per netwerkbeheerder leidt tot een versnipperde, inefficiënte aanpak. Dit vergroot bovendien de kans op continuïteitsproblemen - er zijn meer administratieve grenzen. Dit aspect wordt gemeten door per provincie het landoppervlakte te delen door het aantal netwerkbeheerders; dit geeft een gemiddelde omvang van het werkgebied. In Noord- en Zuid-Holland is nog sprake van een versnipperde organisatie. Hoewel Flevoland niet meegenomen is, is de versnippering hier het sterkst - het beheer is hier per gemeente georganiseerd. In Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg is de organisatie op zich op orde maar zou nog wel enige winst kunnen worden geboekt door het aantal netwerkbeheerders te verminderen. Ligt netwerkbeheer van één netwerk in één hand? Om goed beheer van het routenetwerk te kunnen waarborgen is het belangrijk dat één partij aanspreekbaar is voor het volledige netwerk en dat er één partij is die beslissingen kan nemen. Dit is bijv. belangrijk bij routewijzigingen, publicaties of belangenbehartiging. Het afstemmen met aangrenzende regio s, met LF-netwerken en met thematische routes werkt efficiënter en is minder foutgevoelig als er één partij is die beslissingen kan nemen. Het Fietsplatform heeft overzicht van alle netwerkbeheerders. Bekend is wie voor welk (deel van) het netwerk verantwoordelijk is. Dat overzicht is de basis voor de score op dit onderdeel. In het overgrote deel van Nederland is het netwerkbeheer van één netwerk bij één partij ondergebracht, maar niet overal. In de Kop van Noord Holland zijn bijvoorbeeld de individuele gemeenten ieder verantwoordelijk voor hun eigen deel van het netwerk. In Noord-Brabant is het netwerkbeheer van één van regio s gesplitst over twee partijen. Tabel 9: Resultaten kwaliteitsmonitor; beheer netwerk aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is het beheer van knooppuntnetwerken robuust georganiseerd? aantal netwerkbeheerders gemiddelde omvang werkgebied per netwerkbeheerder (x km 2 ) 2,33 1,67 2,64 1,11 1,24 0,28 1,39 0,33 0,35 1,79 1,23 1,08 gemiddelde omvang gering (< km 2 ; sterk versnipperd) gemiddelde omvang redelijk ( km 2 ; enigszins versnipperd) gemiddelde omvang goed (> km 2 ; robuuste organisatie) is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? niet één beheerder per netwerk 0 deel provincie één beheerder per netwerk (< 75%) 1 1 overgrote deel van de provincie één beheerder per netwerk (> 75%) 2 2 gehele provincie één beheerder per netwerk Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 21

24 b. Onderhoud bewegwijzering De score op dit onderdeel wordt bepaald aan de hand van diverse aspecten. Het oplossingspercentage en de oplossingstermijn van meldingen zijn de belangrijkste, deze wegen ook het zwaarst mee in het totaal. Ook het consumentenoordeel (waardering kwaliteit bewegwijzering) weegt zwaarder mee. Is vastgelegd wie het onderhoud uitvoert en wie het betaalt? Dat onderhoud van de bewegwijzering van belangrijk is behoeft geen uitleg. Om onderhoud goed uit te kunnen voeren, is het allereerst van belang dat goede afspraken zijn gemaakt. Om het onderhoud te kunnen waarborgen, dient vastgelegd te zijn wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. Dit is een belangrijke graadmeter voor de daadwerkelijk kwaliteit van het onderhoud nu en in de toekomst. Voor de LF-routes is dit geregeld door het Fietsplatform. Aan de provincies is gevraagd of is vastgelegd wie het onderhoud van het fietsknooppuntnetwerk betaalt en wie het uitvoert. In vrijwel heel Nederland is dit goed vastgelegd. In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn nog enkele regio s waar dit niet geregeld is. Ligt het onderhoud van fietsknooppuntnetwerken en LF-routes in één hand? Landelijk beleid is dat de tracés van LF-routes en knooppuntroutes gecombineerd zijn en de bewegwijzering op dezelfde palen is aangebracht. Om deze synchronisatie in stand te houden is het belangrijk dat beide soorten borden door dezelfde organisatie worden onderhouden. Als het onderhoud van beide routes in één hand ligt, is dit enerzijds efficiënt en anderzijds een goede basis voor het behoud van de synchronisatie van beide routes. Bij het Fietsplatform is bekend in welke regio s het onderhoud van beide soorten routes bij dezelfde organisatie ligt. Het Fietsplatform heeft de afgelopen jaren veel tijd gestoken in het onderbrengen van het LF-onderhoud bij de organisatie die ook het knooppuntonderhoud in beheer heeft. Dit is voor vrijwel heel Nederland gelukt. In Zuid-Holland en Noord-Holland is dat nog niet het geval. In de monitor van 2015 gaven we aan dat verwacht werd dat de situatie in Zuid-Holland zou veranderen. De plannen die er op dat moment lagen zijn niet doorgegaan waardoor voor een groot deel van Zuid-Holland nog steeds sprake is van separaat onderhoud van LF- bewegwijzering en bewegwijzering van fietsknooppuntnetwerk. Zijn afspraken gemaakt over de exacte grens van het onderhoud? Voor ieder bord dient duidelijk te zijn wie het onderhoud uitvoert en wie de kosten daarvoor draagt. In theorie lijkt dit eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk te zijn waar de exacte grens van de regio of onderhoudsverplichting ligt. Daardoor ontstaan stukken niemandsland waar geen onderhoud wordt uitgevoerd. De situaties waarin afspraken niet duidelijk zijn komen naar voren wanneer op die locaties meldingen in het landelijk meldsysteem worden gedaan. De melding wordt automatisch doorgestuurd naar de regio waarbinnen de melding valt. De netwerkbeheerder geeft aan dat het niet zijn verantwoordelijkheid is. Vervolgens gaat dezelfde melding naar de aangrenzende regio. Als die aangeeft dat het ook niet zijn verantwoordelijkheid is, is duidelijk dat de grenzen niet goed op elkaar aansluiten. Aan de provincies is gevraagd of afspraken zijn gemaakt over de exacte grens van het onderhoud. In vrijwel heel Nederland is dat inmiddels geregeld. In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn nog enkele regio s waar dit niet exact bekend is. 22

25 Oplossingspercentage en oplossingstermijn De kwaliteit van het daadwerkelijke onderhoud kan gemeten worden aan het oplossingspercentage en de oplossingtermijn van meldingen. Dit geeft een goede indicatie van de wijze waarop het onderhoud wordt geregeld. Voor een goede meting van het oplossingspercentage van meldingen kan alleen gebruik gemaakt worden van objectieve bronnen waarbij een landelijke vergelijking mogelijk is. Het landelijk meldsysteem bordjeweg.nl voorziet hierin, het levert een landsdekkend overzicht waarbij iedere regio op dezelfde wijze wordt gemeten. Jaarlijks worden ongeveer 1400 meldingen in het meldsysteem gedaan. In veel regio s komen ook op andere manieren, bijvoorbeeld via eigen websites, meldingen binnen. Het aantal meldingen dat via het landelijk meldsysteem binnenkomt, zegt dan ook niets over de kwaliteit van het onderhoud. Het percentage van de meldingen dat wordt opgelost en de snelheid waarmee dat gebeurt daarentegen wel. Daarom wordt gekeken naar het oplossingspercentage en de gemiddelde oplossingstermijn van de meldingen. Daarbij is alleen gekeken naar de meldingen die over routeborden gaan. De meldingen over informatiepanelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Alle netwerkbeheerders hebben hun medewerking verleend aan het landelijk meldsysteem. Daarmee mag je van de netwerkbeheerders verwachten dat zij de meldingen die binnenkomen ook afmelden. Enkele netwerkbeheerders hebben aangegeven de meldingen in het veld wel opgelost te hebben, maar deze niet afgemeld te hebben in het meldsysteem. Dat is niet objectief te meten, daarom zijn alle meldingen die niet zijn afgemeld, als onopgeloste meldingen meegenomen. 23

26 Het afmelden is geen onnodige administratieve handeling. Het is tevens de communicatie met de indiener van de melding. Deze krijgt nadat de onderhoudsinstantie de melding op afgerond zet, automatisch een waarin is aangegeven dat de melding is opgelost. Dit stimuleert het doen van nieuwe meldingen. Dit is belangrijk. De fietsers zijn de ogen in het veld en met hulp van deze fietsers, kunnen we gezamenlijk de kwaliteit van de bewegwijzering hoog houden. Om het oplossingspercentage te berekenen is begin februari 2017 een bevriezing gemaakt van het meldsysteem. Gekeken is naar het aantal meldingen uit 2016 dat is opgelost. Uitgegaan is van de situatie van eind januari Regio s hebben zo nog een maand tijd gehad om evt. meldingen die in december zijn gedaan op te lossen. Tabel 10: Resultaten onderhoud bewegwijzering in 2016 Meldingen landelijk meldsysteem bordjeweg.nl provincie aantal meldingen oplossingspercentage oplossingstermijn (weken) Groningen % 97% 0,5 6,1 Friesland % 58% 1,4 4,6 Drenthe % 100% 0,5 0,5 Overijssel % 98% 5,4 8,1 Gelderland % 79% 3,0 3,7 Flevoland % 49% 9,9 8,1 Utrecht % 70% 1,4 9,7 Noord-Holland % 58% 5,3 8,9 Zuid-Holland % 56% 5,8 10,9 Zeeland % 92% 1,2 4,2 Noord-Brabant % 81% 3,7 4,3 Limburg % 91% 3,4 2,0 Totaal (gem.) % 74% 4,0 7,2 Het gaat goed met het onderhoud van de bewegwijzering. Het landelijk oplossingspercentage is gestegen van 74% in 2014 naar 89% in In 2016 hebben alle provincies een hoger oplossingspercentage gehaald dan in Gestreefd wordt naar een oplossingpercentage van meer dan 85% en 10 van de 12 provincies hebben dat in 2016 gehaald. Ook de oplossingstermijn werd in de meeste provincies verbeterd. In 2014 gaven we aan dat het lager oplossingspercentage van Friesland (58%) waarschijnlijk werd veroorzaakt doordat de netwerkbeheerder de meldingen niet op afgerond had gezet in het systeem. In 2016 scoort Friesland inderdaad vele malen hoger. Friesland werkt inmiddels met de ontwikkelde API waardoor de handmatige afmelding niet meer nodig is; afmelding door de aannemer in hun systeem betekent dat de melding ook automatisch in het systeem van bordjeweg.nl wordt afgemeld. Flevoland en Zuid-Holland scoren laag op het oplossingspercentage. In Zuid-Holland doen vele regio s het goed (oplossingspercentage groter dan 85%) op dit onderdeel en zijn echter ook regio s die laag scoren (oplossingspercentage van 25% en lager). De oplossingstermijn is logischerwijs alleen berekend over de opgeloste meldingen. Hierbij is gekeken hoe snel na de melding een probleem wordt opgelost. De gemiddelde oplossingtermijn is berekend in weken. Om te voorkomen dat uitschieters het gemiddelde teveel bepalen, zijn de langste en de kortste oplossingstermijn niet meegenomen. Gestreefd wordt naar een gemiddelde oplossingstermijn van minder dan 4 weken. In 2017 zijn er 8 provincies die hun meldingen gemiddeld binnen 4 weken oplossen. In 2015 waren dat er nog maar 3. De ontwikkelde API waarmee het beheerssysteem van aannemers gekoppeld wordt met bordjeweg.nl heeft daaraan waarschijnlijk een positieve bijdrage geleverd. 24

27 Waardering consument; kwaliteit bewegwijzering De kwaliteit van de bewegwijzering kan ook door de consument beoordeeld worden. Zowel in het Continu Vakantieonderzoek (CVO) als in het Continu Vrijetijdsonderzoek (CVTO) is gevraagd wat de consument van de bewegwijzering vond. De rapportcijfers over de bewegwijzering uit deze beide onderzoeken zijn gemiddeld om de waardering van de consument te bepalen. De waardering van de bewegwijzering door de consument is het hoogst in Gelderland en Friesland. Ook Drenthe, Overijssel, Noord- Holland en Zeeland scoren boven het gemiddelde. In alle provincies is de waardering van de bewegwijzering in het CVO hoger dan in het CVTO. Het kan zijn dat de vakantieganger de bewegwijzering anders waardeert, maar het kan ook zijn dat deze andere routes volgt of in specifieke gebieden fietst. Provincies die bovengemiddeld scoren in het CVTO scoren vrijwel altijd ook bovengemiddeld in het CVO. Datzelfde geldt voor de provincies die onder het gemiddelde scoren. Uitgaande van verhoudingen ten opzichte van een gemiddelde laten beide onderzoeken vrijwel eenzelfde beeld zien. Uitzondering zijn Overijssel en Limburg. De kwaliteit van de bewegwijzering in Overijssel scoort onder het gemiddelde in het CVO en boven het gemiddelde in het CVTO. De bewegwijzering in Limburg wordt juist door de vakantiefietser hoger dan gemiddeld gewaardeerd en de door de dagtochtfietser lager dan gemiddeld. Tabel 11: Resultaten kwaliteitsmonitor; onderhoud bewegwijzering aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud b Onderhoud bewegwijzering is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor de gehele provincie is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie oplossingspercentage oplossingspercentage meldingen uit meldsysteem 2016 (%) lager dan 50% 0 tussen 50-75% 1 1 tussen 75-85% 2 hoger dan 85% oplossingstermijn gem. oplossingstermijn meldingen uit landelijk meldsysteem in 2016 (weken) gemiddelde oplossingstermijn langer dan 10 weken 0 gemiddelde oplossingstermijn tussen 6 en 10 weken 1 gemiddelde oplossingstermijn tussen 4 en 6 weken gemiddelde oplossingstermijn korter dan 4 weken waardering consument; kwaliteit bewegwijzering gemiddeld rapportcijfer uit CVO en CVTO ,2 7,8 8,0 7,9 7,9 8,0 7,6 7,9 7,7 7,9 7,7 7,8 onder gemiddeld (< 7,7) 1 1 gemiddeld (7,7-7,8) boven gemiddeld (> 7,8) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 25

28 c. Onderhoud en actualisatie informatiepanelen Het onderhoud en de actualisatie van de informatiepanelen hoort ook bij het adequaat onderhouden van de knooppuntnetwerken. In het landelijk meldsysteem bordjeweg.nl worden sinds 2014 meldingen over informatiepanelen apart bijgehouden. Uit deze meldingen en de reacties van diverse regio s hierop, blijkt dat het onderhoud van de informatiepanelen niet standaard is meegenomen bij de afspraken over het onderhoud van het netwerk. Daardoor stuiten fietsers op onleesbare, ontbrekende of verouderde panelen. Goede afspraken over het onderhoud van de panelen vormen de basis voor goed onderhoud. Goed onderhoud van informatiepanelen houdt het volgende in: - Schoonmaken van panelen (incl. het verwijderen van stickers, verf en graffiti); - Bij schade aan panelen: nieuwe panelen plaatsen met de op dat moment actuele kaart (dus niet het oude paneel terugplaatsen); - Plaatsen nieuwe kaart/nieuw paneel op het moment dat essentiële wijzigingen in het netwerk zijn uitgevoerd. Onder essentiële wijzigingen wordt verstaan: Het toevoegen of verwijderen van knooppunten en/of tracé of het verplaatsen van tracé of knooppunt zodanig dat het verschil zichtbaar is op de op het paneel getoonde kaart. Vanuit het veld zijn ook gegevens beschikbaar; er werden in meldingen over informatiepanelen gedaan in bordjeweg.nl. De wijze waarop de beheerders deze meldingen afhandelen is zeer divers. Dit heeft gevolgen voor het oplossingspercentage en de oplossingstermijn. Om die reden nemen we deze aspecten niet mee, maar wel het beleid ten aanzien van het onderhoud van de panelen. Achterliggende gedachte daarbij is: hoe beter de afspraken en budget zijn ingebed en vastgelegd, hoe beter het onderhoud van de panelen zal worden uitgevoerd. Het onderhoud van de informatiepanelen is gemeten aan de hand van vier vragen: a) is geregeld wie het onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt?, b) zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd?, c) worden panelen vervangen na beschadiging?, d) worden panelen vervangen na routewijziging? Uit de antwoorden op deze vragen wordt duidelijk dat het onderhoud van de informatiepanelen in de meeste provincies is geregeld. In de provincies Noord- en Zuid-Holland is dat nog niet volledig het geval. In enkele regio s is nog niet vastgelegd wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. In die regio s worden de panelen dan ook niet vervangen als deze beschadigd zijn of als routewijzigingen hebben plaatsgevonden. 26

29 Tabel 12: Resultaten kwaliteitsmonitor; onderhoud informatiepanelen aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie worden panelen vervangen na beschadiging? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor de gehele provincie worden panelen vervangen na routewijziging? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) Het al dan niet hebben van een afspraken over onderhoud van de informatiepanelen wordt zwaarder meegewogen in het totaal dan de wijze van uitvoering daarvan. d. Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen Beslissingsbevoegdheid routewijzigingen De praktijk wijst uit dat de routenetwerken niet statisch zijn; er zijn voortdurend wijzigingen soms tijdelijk, soms permanent. Het is belangrijk dat hier zorgvuldig mee om wordt gegaan en dat verantwoordelijkheid wordt genomen om te zorgen voor continuïteit van de tracering en de bewegwijzering. Een belangrijk aspect daarbij is de beslissingsbevoegdheid. Als duidelijk is wie een besluit kan nemen over (tijdelijke) wijzigingen van de routes, kan adequaat worden gehandeld. Verantwoordelijkheid financiering routewijzigingen Een tweede aspect in de omgang met routewijzigingen is de financiering ervan. Als zich problemen of mogelijkheden voordoen, wie gaat dat dan betalen? Als duidelijk is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de financiering van de wijzigingen, kunnen beslissingen sneller genomen worden en kan beter worden ingesprongen op situaties die zich voordoen. LF-routes en fietsknooppuntroutes gelijktijdig wijzigen Landelijk beleid is dat de tracés van LF-routes en knooppuntroutes gecombineerd zijn en de bewegwijzering op dezelfde palen is aangebracht. Wijzigingen in een knooppuntnetwerk kunnen daarom tot gevolg hebben dat ook de LF-route gewijzigd moet worden. De praktijk wijst uit dat, in de haast van het wijzigingen van de knooppuntroutes, soms vergeten wordt om daarbij ook de LF-routes mee te nemen. Dit kan worden voorkomen door goed vast te leggen dat LF-routes gelijktijdig met knooppuntroutes gewijzigd moeten worden. Wijzigingen in beide routes kunnen daarmee efficiënt plaatsvinden en voordeliger gefinancierd worden. 27

30 Tijdelijke omleidingen Veel problemen met de bewegwijzering van fietsroutes ontstaan doordat er werkzaamheden aan wegen plaatsvinden waardoor routes niet meer te volgen zijn. Goede tijdelijke bewegwijzering kan de fietser een hoop ongemak besparen. Het is belangrijk dat de afspraken over verantwoordelijkheden vast liggen zodat snel ingesprongen kan op situaties die zich voordoen. In Limburg, Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland is dat op dit moment niet goed geregeld. Als deze provincies hier aandacht aan schenken, kan het zijn dat ook de waardering van de consument voor de bewegwijzering en de totale fietstocht stijgt. Communicatie met gemeenten/wegbeheerders Door de wegbeheerders duidelijk te maken wat het belang is van de bewegwijzering en goede relaties met de wegbeheerders te onderhouden, wordt gestimuleerd dat informatie over geplande wegopbrekingen sneller en beter aan netwerkbeheerders wordt doorgegeven. Tabel 13: Resultaten kwaliteitsmonitor; omgang met wijzigingen aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud d Omgang met wijzigingen is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routewijzigingen? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd? nee 0 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd? nee 0 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk(en) bij gemeenten/wegbeheerders? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) Het vastleggen van de verantwoordelijkheid voor het routenetwerk en de beslissingsbevoegdheid bij routewijzigingen wordt zwaarder meegewogen in het totaal. Dit geldt ook voor de afspraken over het gelijktijdig wijzigen van LF-routes en knooppuntroutes. In Zuid-Holland en Noord-Holland zijn de verantwoordelijkheden en de financiering nog niet overal goed geregeld waardoor niet snel kan worden ingesprongen op problemen of mogelijkheden die ontstaan. 28

31 e. Borging kwaliteit en continuïteit fietsroutenetwerk Infrastructurele werken leveren soms kansen, maar vaak problemen op voor recreatieve routes. Veelal worden de consequenties voor het fietsroutenetwerk pas gezien/onderkend op het moment dat werkzaamheden aan de gang zijn. Door beter te anticiperen op komende werkzaamheden, kan voorkomen worden dat problemen ontstaan. Belangrijke paden/wegen en routes kunnen dan worden beschermd. Zo nodig moet een alternatieve of nieuwe route worden gerealiseerd en bewegwijzerd. Onder infrastructurele werken wordt verstaan: - Aanleg,verbreding of veranderingen in provinciale wegen,rijkswegen, waterwegen of spoorwegen; - Aanleg of verwijdering/afsluiting van bruggen, tunnels en spoorwegovergangen; - (Her)inrichting (natuur)gebieden, bijvoorbeeld wateroverloopgebieden/ woonwijken enz. Aan de provincies is gevraagd of is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het signaleren van problemen voor het fietsroutenetwerk bij infrastructurele werken, oftewel voor het borgen van de kwaliteit en continuïteit van het routenetwerk. Ook is gevraagd of de provincie actief stuurt op behoud van de kwaliteit van het routenetwerk bij infrastructurele werken. Tabel 14: Resultaten kwaliteitsmonitor; borging kwaliteit routenetwerk(en) aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud e Borging kwaliteit en continuïteit routenetwerk(en) is verantwoordelijkheid borging kwaliteit/continuïteit routenetwerk(en) vastgelegd? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerk(en) bij grote infrastructurele werken? nee 0 ja, voor gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) Bij de meeste provincies zijn deze zaken goed geregeld. In Noord-Holland en Zuid- Holland niet in alle regio s. In de provincie Limburg is niet vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het behoud van de kwaliteit en daar vindt ook geen sturing plaats. f. Uitwisselbaarheid digitale bestanden routes Om informatie over het verloop van de routes goed uit te kunnen wisselen, zijn digitale bestanden onmisbaar. In deze digitale bestanden dienen de routelijnen en de knooppuntlocaties opgenomen te zijn. Uitwisseling is van belang voor het afstemmen van de netwerken, voor belangenbehartiging, voor het inspelen op infrastructurele werken enz. Daarnaast kan het ook gebruikt worden voor consumententoepassingen. Regio s kunnen wijzigingen in de netwerken aan het Fietsplatform doorgeven zodat deze in de landelijke routedatabank verwerkt kunnen worden. Op basis van de informatie die wordt aangereikt is bij het Fietsplatform bekend of actuele bestanden van de netwerken digitaal beschikbaar zijn. Niet alle regio s beschikken over actuele digitale gegevens. 29

32 Aan de provincies zijn drie vragen gesteld over de uitwisselbaarheid van de digitale gegevens: a) is budget beschikbaar voor de actualisatie (minimaal eens per jaar)?, b) is vastgelegd dat de data minimaal eens per jaar worden geactualiseerd?, c) wordt door de provincie gestuurd op actualiteit/uitwisselbaarheid van de bestanden? In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn nog regio s waar geen budget is en waar ook niet is vastgelegd dat digitale gegevens geactualiseerd moeten worden. In deze provincies vindt ook geen sturing door de provincie plaats op het gebied van actualisatie routedata. Tabel 15: Resultaten kwaliteitsmonitor; digitale bestanden knooppuntnetwerk(en) aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud f Digitale bestanden knooppuntnetwerk(en) zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) ja, voor de gehele provincie is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk? nee ja Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) g. Digitale bestekken bordlocaties Een digitaal bestek is een bestand waarin exact is aangegeven op welke locatie welk bord hoort te staan. Digitale bestekken bevorderen de kwaliteit van (het onderhoud) van de bewegwijzering. Ze vergemakkelijken de communicatie over de exacte locatie van het bord, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Daarom is het belangrijk dat er digitale bestekken zijn en dat deze actueel worden gehouden. Het is belangrijk dat er beleid en budget is om deze gegevens actueel te houden. Er wordt naar vier onderdelen gekeken: a) zijn digitale bestekken van het knooppuntnetwerk aanwezig?, b) is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden?, c) is vastgelegd dat de bestekken minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd?, d) wordt door de provincie gestuurd op de actualiteit van de bestekken? In Noord-Holland en Zuid-Holland beschikken nog niet alle regio s over digitale bestekken. De provincies geven aan hier wel op te sturen. Daarmee is de basis gelegd om alle fietsknooppuntnetwerken van Nederland binnen afzienbare tijd digitaal te hebben. 30

33 Tabel 16: Resultaten kwaliteitsmonitor; digitale bestekken bordlocaties aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud g Digitale bestekken bordlocaties zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 2 ja, voor de gehele provincie stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken? nee 0 ja Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) h. Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken Fietsroutenetwerken zijn niet statisch. De omgeving verandert waardoor problemen of juist nieuwe mogelijkheden voor de routenetwerken ontstaan. Ook kunnen nieuwe inzichten of reacties van fietsers leiden tot wensen om de routenetwerken aan te passen. Het is goed om de netwerken regelmatig tegen het licht te houden en verbeteringen aan te brengen (innovatie). Aan de provincies is gevraagd of er provinciaal beleid is ten aanzien van doorontwikkeling van het netwerk en of hiervoor budget beschikbaar is. Tabel 17: Resultaten kwaliteitsmonitor; doorontwikkeling en kwaliteitsbehoud aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2 Beheer en onderhoud h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? nee 0 per project/ per wijziging 1 ja, structureel/ voor langere termijn is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? nee 0 per project/ per wijziging 1 ja, structureel/ voor langere termijn/ voor hele netwerken Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 23 (blz. 40) 31

34 3.3. ONDERDEEL 2: KWALITEIT RANDVOORWAARDEN De kwaliteit van een fietsregio wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van het netwerk zelf, vele andere aspecten spelen een rol. Netwerkbeheerders hebben veelal weinig invloed op deze factoren. Ervoor gekozen is om deze randvoorwaarden als aparte categorie mee te nemen in de weging. Bekende randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld de aantrekkelijkheid van de omgeving en de voorzieningen langs de route. Maar het gaat verder dan dat. Het provinciaal beleid op het gebied van toerisme en op het gebied van het fietsen biedt kaders waarbinnen de beheerders van de fietsroutenetwerken moeten opereren. Hier kan wel op worden gestuurd. Hoofdindicator 2.1: Aantrekkelijkheid van de omgeving De aantrekkelijkheid van de omgeving is niet objectief te meten. Door veel mensen hierover te bevragen, kan echter toch een objectieve vergelijking gemaakt worden. In het CVO en het CVTO is door fietsers een rapportcijfer gegeven voor de aantrekkelijkheid van de omgeving. Dit aspect is ook meegenomen bij onderdeel 1.1.e; de aantrekkelijkheid van het tracé. Het feit dat de fietsers aangeven dat zij groot belang hechten aan de aantrekkelijkheid van de omgeving, rechtvaardigt het om dit aspect twee keer mee te laten wegen. De consumenten zijn tevreden over de aantrekkelijkheid van de omgeving. Gemiddeld geven zij hiervoor een 8,2. Dat ligt iets lager dan in 2015, toen was het gemiddelde een 8,3. Zowel in het CVTO als in het CVO is het gemiddelde rapportcijfer een tiende punt gedaald. Friesland, Drenthe, Overijssel en Gelderland scoren bovengemiddeld op de waardering van de aantrekkelijkheid van de omgeving. Tabel 18: Resultaten kwaliteitsmonitor; waardering omgeving aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.1 Aantrekkelijkheid van de omgeving a Waardering omgeving consumentenoordeel aantrekkelijkheid omgeving gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,0 8,3 8,3 8,3 8,3 8,0 8,1 8,0 8,1 8,1 8,0 onder gemiddeld (< 8,1) gemiddeld (8,1 en 8,2) boven gemiddeld (> 8,2) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 41) 32

35 Hoofdindicator 2.2: Voorzieningen langs de route Een veel gehoord geluid is dat mensen niet alleen willen fietsen, maar ook willen afstappen. Dan moeten daar wel mogelijkheden voor zijn. Twee subindicatoren werden hiervoor in 2015 meegenomen: waardering horeca en bezienswaardigheden. In 2015 was er een sterke wens om rustbankjes/picknickbankjes mee te nemen, gegevens ontbraken toen. In het CVTO van 2015 zijn extra vragen opgenomen over rustpunten. De resultaten daarvan zijn meegenomen in deze kwaliteitsmonitor. a/b/c. Waardering horeca, bezienswaardigheden en openbare rustpunten Via het CVO en het CVTO zijn hierover rapportcijfers bekend van het publiek. Het gaat hierbij niet om de waardering/beleving van het aantal horecapunten of het aantal bezienswaardigheden. Het kan zijn dat er veel horeca is, maar dat de fietser dit niet als zodanig ervaart. Bijvoorbeeld omdat de fietser de adressen niet tegenkomt langs de route, of niet op het moment dat hij of zij eraan toe is. Het is een subjectief oordeel van de consument, maar omdat dit oordeel door veel mensen is gegeven, kan het zeker gebruikt worden voor een objectieve vergelijking. Voor de openbare rustpunten is in het CVTO gevraagd naar een rapportcijfer voor het aantal openbare rustpunten en een rapportcijfer voor de kwaliteit van de rustpunten. Het gemiddelde daarvan is berekend en dat wordt meegenomen in de monitor. De consumenten kennen relatief lage rapportcijfers toe aan de aanwezigheid van horeca. De rapportcijfers lopen uiteen van een 5,8 in Flevoland tot een 7,3 in Zeeland. Gemiddeld een 7,1. Het gemiddeld rapportcijfer voor bezienswaardigheden (7,3) ligt hoger dan dat voor horeca. De waardering van bezienswaardigheden in de verschillende provincies ligt dicht bij elkaar. Flevoland, Utrecht en Noord-Brabant scoren op het gebied van bezienswaardigheden onder het gemiddelde. De openbare rustpunten zijn alleen beoordeeld in het CVTO en krijgen hierin een gemiddelde waardering van 6,9. Dit lijkt laag ten opzichte van de hierboven genoemde rapportcijfers. Als we deze cijfers echter willen vergelijken met de waardering van de andere voorzieningen, dan zullen we alleen moeten kijken naar de gemiddelde waardering in het CVTO. Deze lag voor de waardering van de horeca op 6,4 en voor waardering van bezienswaardigheden op 6,8. Dan scoren de rustpunten hoger dan de horeca en bezienswaardigheden. Voor iedere provincie afzonderlijk ontlopen de waardering voor het aantal rustpunten en de kwaliteit van de rustpunten elkaar niet veel. Dit met uitzondering van Zeeland, daar scoort het aantal rustpunten een 7,3 terwijl de kwaliteit een 6,9 krijgt. Drenthe krijgt de hoogste waardering voor de openbare rustpunten, op de voet gevolgd door Overijssel en Zeeland. 33

36 Tabel 19: Resultaten kwaliteitsmonitor; voorzieningen langs de routes aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.2 Voorzieningen langs de routes a Horeca consumentenwaardering horeca gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,6 7,0 7,2 7,0 7,0 7,0 7,1 7,0 7,3 7,2 7,2 onder gemiddeld (< 7,0) 1 1 gemiddeld (7,0 t/m 7,1) boven gemiddeld (> 7,1) b Bezienswaardigheden consumentenwaardering bezienswaardigheden gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,3 7,4 7,4 7,4 7,4 7,1 7,4 7,3 7,4 7,1 7,2 onder gemiddeld (< 7,2) gemiddeld (7,2 t/m 7,3) boven gemiddeld (> 7,3) C openbare rustpunten consumentenwaardering bezienswaardigheden gemiddeld rapportcijfer CVTO ,0 7,0 7,2 7,1 7,0 6,7 6,9 6,8 7,1 6,9 6,7 onder gemiddeld (< 6,9) gemiddeld (6,8 t/m 6,9) boven gemiddeld (> 6,9) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 41) Hoofdindicator 2.3: Provinciale betrokkenheid Veel zaken ten aanzien van de routenetwerken worden door regio s/ netwerkbeheerders geregeld. Toch is enige sturing van bovenaf nodig om continuïteit en uniformiteit te waarborgen. Bovendien opereren de regio s binnen de kaders die door de provincies geschetst worden. Daarom is het goed om ook de provinciale betrokkenheid bij de routenetwerken in de kwaliteitsmonitor mee te wegen. a. Recreatie en fietsbeleid Recreatie en fietsbeleid biedt de basis voor het borgen van een kwalitatief hoogwaardig fietsroutenetwerk. Aan de provincies is gevraagd of er sprake is van een algemeen recreatiebeleid en of er sprake is van een provinciaal fietsbeleid. In alle provincies is sprake van een algemeen recreatiebeleid en ook hebben vrijwel alle provincies een specifiek fietsbeleid. Noord-Holland is hierop een uitzondering. b. Provinciale coördinatie routezaken Om te zorgen voor goede afstemming van routezaken binnen een provincie is het belangrijk dat betrokkenen elkaar weten te vinden. Een structureel overleg tussen de provincie en de betrokken regiovertegenwoordigers helpt daarbij. c. Beleid en sturing op themaroutes Daar waar netwerkbeheerders streven naar uniformiteit en continuïteit worden zij, binnen hun werkgebied, met zaken geconfronteerd die dat tegenwerken: onduidelijkheid over eigenaren van bestaande bewegwijzerde thematische rondritten, nieuwe bewegwijzering die verschijnt. Provinciale sturing hierop zou wildgroei kunnen voorkomen en zou sanering van bestaande routes kunnen vereenvoudigen. Dat komt de uniformiteit en daarmee de duidelijkheid naar de fietser ten goede. Bekendheid met themaroutes Aan de provincies is gevraagd of bekend is welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn. In de meeste provincies zijn de bewegwijzerde themaroutes bekend. Bij enkele provincies is dit nog niet volledig. 34

37 Saneren bewegwijzerde themaroutes Het Fietsplatform heeft in de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (2011) en in de daarop aansluitende notitie over themaroutes (2014) adviezen gegeven over bewegwijzerde rondritten. Saneren kan in de meeste gevallen omdat knooppuntnetwerken en bewegwijzerde rondritten dezelfde doelgroep bedienen: de dagtochtenfietser. Thematische routes kunnen worden aangeboden op basis van de knooppuntroutes. Alleen voor sterke thema s heeft een eigen bewegwijzering naast knooppuntbewegwijzering in sommige gevallen een toegevoegde waarde, vooral uit oogpunt van herkenbaarheid en marketing van deze routes (bijvoorbeeld Elfstedenroute en Van Goghroute). Door rondritten te saneren kan het aantal borden worden verminderd en kan bovendien worden bespaard op de onderhoudskosten. Aan de provincies is gevraagd of er plannen zijn om het aantal en verloop kritisch tegen het licht te houden/ saneren en of hier budget voor is. Vrijwel alle provincies hebben plannen om de routes te saneren, of hebben dat reeds gedaan. In Noord- Holland en Zuid-Holland wordt dit per netwerk geregeld.. Provinciale sturing Specifiek is gevraagd naar de provinciale sturing om wildgroei in bewegwijzering te voorkomen. Alle provincies sturen hierop. Dat gebeurt op verschillende manieren bijvoorbeeld door hierover iets op te nemen in de subsidievoorwaarden. Tabel 20: Resultaten kwaliteitsmonitor; provinciale betrokkenheid aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.3 provinciale betrokkenheid a Recreatie- en fietsbeleid is er algemeen recreatiebeleid/ beleid vrijetijdseconomie? nee 0 ja is er specifiek fietsbeleid? nee 0 0 ja b Provinciale coördinatie routezaken is er structureel overleg tussen provincies en regio's? geen overleg 0 0 wel overleg, maar niet structureel 2 2 structureel overleg tussen provincies en regio's c Beleid en sturing op themaroutes is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn? nee 0 deels ja zijn er plannen om aantal routes en verloop tegen licht te houden en evt te saneren? nee 0 deels n.v.t, dit heeft al plaatsgevonden ja is er budget beschikbaar voor sanering bewegwijzerde themaroutes? nee 0 0 deels 1 1 n.v.t, niet nodig ja is sprake van provinciale sturing om bewegwijzerde themaroutes te saneren? nee n.v.t ja stuurt provincie op voorkomen wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes? nee 0 ja Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 41) 35

38 Hoofdindicator 2.4: Toegankelijkheid van route-informatie a. Toegankelijkheid route-informatie voor beleidsmakers Het Fietsplatform stuurt 2 keer per jaar een update van de fietsroutenetwerken naar de GIS afdelingen van de provincies. De data van de netwerken zijn daarmee beschikbaar voor alle provincieambtenaren. Of ambtenaren gebruik maken van die data bij het ontwikkelen van of reageren op beleid, hangt mede af van de vraag of deze data voor hen ontsloten is. Als afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop provincieambtenaren bij de routedata kunnen komen, is de kans groter dat zij daar ook daadwerkelijk gebruik van maken. Uit de antwoorden van de provincies hierop is duidelijk dat hier bij de meeste provincies wel afspraken over zijn gemaakt. Vanuit de wens om een grotere bekendheid bij gemeenten en wegbeheerders is de vraag gesteld of er sprake is van provinciale sturing om de routedata bekend te maken bij ambtenaren van gemeenten/wegbeheerders/regio. Een deel van de provincies stuurt hierop. Fietsroutenetwerken zijn aan verandering onderhevig. Gevraagd is of er afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop regio s de routewijzigingen doorgeven aan de provincies. Diverse provincies geven in antwoord op deze vraag aan dat dit geregeld is via de routedatabank van het Fietsplatform. b. Toegankelijkheid route-informatie voor productontwikkelaars Als routes verkeerd staan ingetekend op kaarten of in planners, heeft de fietser daar last van. Dit heeft zijn weerslag op de beleving van de fietstocht en daarmee op beleving van Nederland Fietsland. Het zou dan ook goed zijn om de routedata vrij beschikbaar te stellen. Daarmee wordt voorkomen dat gemakkelijk wordt teruggegrepen naar oude bestanden of dat verkeerde routes worden ingetekend. Dit past ook goed in het overheidsbeleid dat steeds verder gaat met open data. Van de meeste netwerken is een digitaal bestand vrij te verkrijgen voor consumententoepassingen. Zeeland en Limburg stellen hun data niet vrij ter beschikking. 36

39 Ontwikkelaars vragen daarbij om een landelijk bestand omdat dat sneller werkt dan 12 provinciale bestanden of 50 losse bestanden van knooppuntnetwerken. Om innovatie en productontwikkeling te stimuleren is het belangrijk dat er vanuit één landelijk bestand geleverd kan worden. In de landelijke routedatabank zijn de routes en knooppunten van alle fietsknooppuntnetwerken in Nederland opgenomen. Het Fietsplatform levert deze data alleen uit voor consumententoepassingen als de netwerkbeheerder daar toestemming voor geeft. De afgelopen jaren zijn steeds meer regio s overgegaan op vrije uitlevering van data. In 2016 is ruim 70% van de km aan fietsroutenetwerk in Nederland vrij uit te leveren via de landelijke routedatabank. Alleen de drie zuidelijke provincies hebben geen toestemming verleend. Uit de reacties op de vragenlijst, lijkt hierin wat beweging te zitten. Aan die provincies waarbij niet via de landelijke routedatabank uitgeleverd kan worden, is gevraagd of de routedata via een ander landelijk bestand beschikbaar zijn. Dat is niet het geval. Tabel 21: Resultaten kwaliteitsmonitor; toegankelijkheid route-informatie aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.4 Toegankelijkheid van de routeinformatie a Toegankelijkheid voor beleidsmakers afspraken over wijze waarop prov.ambtenaar bij dig. bestanden routenetwerken kan? nee 0 ja stuurt provincie op bekendmaking routedata bij gemeenten/waterschap/regio? nee ja zijn er afspraken gemaakt over wijze van doorgeven routewijzigingen aan provincie? nee 0 ja, voor deel van de provincie (< 75%) 1 ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%) 2 ja, voor de gehele provincie b Toegankelijkheid voor productontwikkelaars is actueel bestand fietsroutenetwerk vrij beschikbaar voor consumententoepassingen? nee 0 ja, deels 1 ja is netwerk als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar? nee ja, deels 1 ja, voor de gehele provincie Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 41) Hoofdindicator 2.5: Algemeen oordeel a. Oordeel consument fietsen in de provincie In het CVO en CVTO is aan fietsers gevraagd een rapportcijfer te geven voor hun fietstocht. Dit geeft een algemeen oordeel over het fietsen in de provincie. Het is een subjectief oordeel van de fietser die door de grote aantallen waarin een oordeel is gegeven, als een objectieve vergelijking kan fungeren. Het is een aparte vraag geweest en dus niet een gemiddelde van het oordeel van de consument op de diverse onderdelen die in eerdere paragrafen zijn genoemd. Het kan worden gezien als een afweging van de fietser tussen belang en waardering van de diverse aspecten. In iedere provincie ligt de waardering voor de fietsvakantie hoger dan de waardering voor een dagtocht. Het gemiddelde van beide waarderingen is genomen om een totaalwaardering per provincie te creëren. De waarderingen varieert van een 7,8 voor Flevoland tot een 8,2 voor Groningen, Friesland en Gelderland. 37

40 b. Oordeel consument fietsprovincie van het jaar, Fietsen123 Jaarlijks wordt door Fietsen123 een verkiezing van de fietsprovincie van het jaar gehouden, een verkiezing van de populairste provincie voor fietsers. In de verkiezing van Fietsen123 wordt een ranking van de 1 ste t/m 12 e plaats aangegeven. Het Fietsplatform heeft samenwerking gezocht met Fietsen123. De resultaten van hun onderzoek zijn, net als in de monitor van 2015 meegewogen in de kwaliteitsmonitor. Dit gaat uit van de stelling dat kwaliteit een belangrijke basis vormt voor populariteit. In de kwaliteitsmonitor is de verkiezing van Fietsen123 zodanig verwerkt dat de eerste 4 provincies 3 punten hebben gescoord (bovengemiddeld), de tweede vier provincies 2 punten (gemiddeld) en de provincies die bij de laatste vier eindigden 1 punt (onder gemiddeld). c. ANWB onderzoek: fan van fietsen De ANWB heeft in de zomer van 2016 een onderzoek gehouden onder in totaal recreatieve fietsers. Respondenten hebben een oordeel gegeven over het recreatief fietsen in de provincie waar zij veel fietsen. Dit kan de provincie zijn waarin zij wonen, maar ook de provincie waar men vaak fietst, waar een tweede huis staat of waar men op vakantie gaat. Daarnaast is een oordeel over het recreatief fietsen in heel Nederland gegeven. Het fietsen in Nederland wordt gemiddeld met een 7,9 beoordeeld. Het oordeel over het fietsen in de individuele provincies varieert van een 7,7 in Groningen en Zuid-Holland tot een 8,4 in Drenthe. Tabel 22: Resultaten kwaliteitsmonitor; algemeen oordeel consument aantal punten per onderdeel score provincies Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.5 Algemeen oordeel consument a Oordeel consument fietsen in de provincie waardering consument; fietsen algemeen (CVO/CVTO) gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2016 en CVTO ,2 8,2 8,1 8,1 8,2 8,0 8,0 8,0 8,1 8,1 8,1 onder gemiddeld (< 8,0) 1 gemiddeld (8,0 t/m 8,1) boven gemiddeld (> 8,1) score fietsprovincie van het jaar (fietsen123) score fietsprovincie van het jaar (fietsen123), ranking rankingsposities rankingsposities rankingsposities waardering consument; ANWB onderzoek gemiddeld rapportcijfer uit ANWB onderzoek 7,7 8,0 8,4 8,1 8,2 7,9 7,9 7,7 8,2 8,1 7,9 onder gemiddeld (< 7,8) gemiddeld (7,8 t/m 7,9) boven gemiddeld (> 7,9) Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 41) De waardering van de consument voor een aantal provincies ligt dicht bij elkaar. In de verschillende onderzoeken komen verschillende provincies als beste naar voren. In het CVO/CVTO krijgen Groningen, Friesland en Gelderland de hoogste score. Gelderland komt bij Fietsen123 als populairste fietsprovincie uit de bus. In het ANWB onderzoek krijgt Drenthe de hoogste score. De kwaliteitmonitor gaat niet uit van de beste, maar van de provincies die bovengemiddeld scoren. Dat kunnen er meerdere zijn. Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant scoren op 2 van de drie onderdelen bovengemiddeld. 38

41 4. Totaalbeeld en conclusies Totaal Met uitzondering van de provincie Utrecht zijn alle provincies in puntenaantal erop vooruitgegaan. Het iets mindere aantal punten voor Utrecht wordt veroorzaakt door een iets lagere publiekswaardering. Over all komen Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Zeeland het best uit de bus. Als enige provincie komt Friesland wat betreft de totaalscore boven de 95% van het maximaal haalbare aantal punten uit. Onderdeel 1: kwaliteit routenetwerken De resultaten laten zien dat er meerdere provincies zijn die heel hoog scoren op de kwaliteit van de netwerken. Friesland en Zeeland springen er uit; zij scoren meer dan 95% van de te behalen punten. De provincies die het laagst scoren zijn ook de provincies waar relatief veel kleine fietsroutenetwerken en veel netwerkbeheerders zijn. Zichtbaar is dat deze provincies veel punten mislopen op afstemming, het vastleggen van afspraken en het omgaan met wijzigingen in de routes. Provinciale coördinatie zou de score op deze aspecten kunnen verhogen. Onderdeel 2: kwaliteit randvoorwaarden Op dit onderdeel scoren Friesland, Drenthe en Overijssel het hoogst, boven de 95%. Verschillende provincies laten hier punten liggen op de toegankelijkheid en de ontsluiting van digitale route-informatie. Dit geldt met name voor Noord-Brabant, Zeeland en Limburg. Binnen dit onderdeel weegt het consumentenoordeel aanzienlijk mee. Daar is bewust voor gekozen. Met name Groningen en Zuid-Holland scoren op het algemeen oordeel van de fietser lager dan gemiddeld. Utrecht heeft op het onderdeel voorzieningen een waardering gekregen die onder het gemiddelde ligt en de aantrekkelijkheid van de omgeving om te fietsen wordt in Limburg, Groningen en Utrecht minder dan gemiddeld gewaardeerd. Op de volgende bladzijden: Tabel 23 en 24: Totaalresultaten kwaliteitsmonitor 39

42 Kwaliteitsmonitor 2017 score (op basis van gegevens 2016) max aantal punten per onderdeel wegingsfactor max aantal punten per onderdeel, gewogen wegingsfactor max aantal punten per deelindicator, gewogen wegingsfactor max aanal punten per hoofdindicator, gewogen wegingspercentage Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1 Uitvoering ,2% a Uitvoering bewegwijzering ,2% is bewegwijzering conform landelijke standaard? ,0% waardering consument: kwaliteit bewegwijzering ,2% b Dichtheid knooppuntnetwerk(en) ,3% is dichtheid conform landelijke norm? ,3% c Afstemming routes en regio's ,7% zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? ,7% zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? ,7% zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? ,7% zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio s, sluiten ze goed aan? ,5% is behoud aansluiting gewaarborgd? ,7% is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? ,7% zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes? ,7% zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? ,7% d Kwaliteit paden en wegen ,5% waardering consument; kwaliteit paden en wegen ,0% waardering consument; drukte op fietspaden ,5% e Aantrekkelijkheid tracé ,5% waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving ,5% waardering consument; kwaliteit routeverloop ,0% Beheer en onderhoud ,8% a Verantwoordelijkheid beheer ,5% is het beheer van knooppuntnetwerken robuust georganiseerd? ,6% is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? ,9% b Onderhoud bewegwijzering ,7% is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert? ,7% is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand? ,9% zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud? ,9% oplossingspercentage ,4% oplossingstermijn ,4% waardering consument; kwaliteit bewegwijzering ,5% c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen ,7% is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt? ,5% zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd? ,7% worden panelen vervangen na beschadiging? ,7% worden panelen vervangen na routewijziging? ,7% d Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen ,1% is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routewijzigingen? ,7% is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen? ,9% is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd? ,7% is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd? ,9% actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk(en) bij gemeenten/wegbeheerders? ,9% e Borging kwaliteit en continuïteit routenetwerk(en) ,9% is verantwoordelijkheid borging kwaliteit/continuïteit routenetwerk(en) vastgelegd? ,7% stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerk(en) bij grote infrastructurele werken? ,2% f Digitale bestanden knooppuntnetwerk(en) ,4% zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar? ,7% is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)? ,7% is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd? ,7% stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk? ,2% g Digitale bestekken bordlocaties ,2% zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig? ,9% is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden? ,9% worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd? ,9% stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken? ,6% h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken ,3% is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? ,2% is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? ,2% totaalscore kwaliteit routenetwerken ,0% percentage van de maximale score 89,0% 96,5% 89,5% 94,2% 91,6% - 83,1% 62,5% 65,4% 96,5% 83,4% 80,8% omgerekend: subresultaat kwaliteit routenetwerken (0-5 sterren) 4,45 4,83 4,48 4,71 4,58-4,16 3,13 3,27 4,83 4,17 4,04 40

43 Kwaliteitsmonitor 2017 score (op basis van gegevens 2016) max aantal punten per onderdeel wegingsfactor max aantal punten per onderdeel, gewogen wegingsfactor max aantal punten per deelindicator, gewogen wegingsfactor max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg 2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.1 Aantrekkelijkheid van de omgeving ,6% a Aantrekkelijkheid omgeving ,6% waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving ,6% Voorzieningen langs de routes ,6% a Horeca ,5% waardering consument; horeca ,5% b Bezienswaardigheden ,5% waardering consument; bezienswaardigheden ,5% c. openbare rustpunten ,5% waardering consument; openbare rustpunten ,5% Provinciale betrokkenheid ,1% a Recreatie- en fietsbeleid ,5% is er algemeen recreatiebeleid/ beleid vrijetijdseconomie? ,3% is er specifiek fietsbeleid? ,2% b Provinciale coördinatie routezaken ,5% is er structureel overleg tussen provincies en regio's? ,5% c Beleid en sturing op themaroutes ,1% is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn? ,6% zijn er plannen om aantal routes en verloop tegen licht te houden en evt te saneren? ,6% is er budget beschikbaar voor sanering bewegwijzerde themaroutes? ,6% is sprake van provinciale sturing om bewegwijzerde themaroutes te saneren? ,1% stuurt provincie op voorkomen wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes? ,1% Toegankelijkheid van route-informatie ,2% a Toegankelijkheid voor beleidsmakers ,4% afspraken over wijze waarop prov.ambtenaar bij dig. bestanden routenetwerken kan? ,3% stuurt provincie op bekendmaking routedata bij gemeenten/waterschap/regio? ,3% zijn er afspraken gemaakt over wijze van doorgeven routewijzigingen aan provincie? ,9% b Toegankelijkheid voor productontwikkelaars ,8% is actueel bestand fietsroutenetwerk vrij beschikbaar voor consumententoepassingen? ,9% is netwerk als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar? ,9% Algemeen oordeel consument ,6% a Oordeel consument fietsen in de provincie ,6% waardering consument; fietsen algemeen (CVO/CVTO) ,5% score fietsprovincie van het jaar (fietsen123) ,5% waardering consument; ANWB onderzoek ,5% totaalscore kwaliteit randvoorwaarden ,0% percentage van de maximale score 71,7% 95,7% 97,8% 95,7% 92,9% - 69,6% 67,4% 60,9% 84,2% 79,9% 65,8% omgerekend: subresultaat kwaliteit randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,59 4,78 4,89 4,78 4,65-3,48 3,37 3,04 4,21 3,99 3,29 Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore score (op basis van gegevens 2016) max aantal punten per onderdeel wegingsfactor max aantal punten per onderdeel, gewogen wegingsfactor max aantal punten per deelindicator, gewogen wegingsfactor max aanal punten per hoofdindicator, gewogen wegingspercentage wegingspercentage Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken ,2% percentage van de maximale score 89,0% 96,5% 89,5% 94,2% 91,6% - 83,1% 62,5% 65,4% 96,5% 83,4% 80,8% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,45 4,83 4,48 4,71 4,58-4,16 3,13 3,27 4,83 4,17 4,04 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden ,8% percentage van de maximale score 71,7% 95,7% 97,8% 95,7% 92,9% - 69,6% 67,4% 60,9% 84,2% 79,9% 65,8% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,59 4,78 4,89 4,78 4,65-3,48 3,37 3,04 4,21 3,99 3,29 totaalscore, punten ,0% percentage van de maximale score 83,0% 96,2% 92,4% 94,7% 92,0% - 78,4% 64,2% 63,8% 92,2% 82,2% 75,6% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,15 4,81 4,62 4,73 4,60-3,92 3,21 3,19 4,61 4,11 3,78 Totaalscore, sterren (schaal 0-5)

44 Conclusies Geconcludeerd kan worden dat de kwaliteit van de fietsroutestructuur en de randvoorwaardelijke activiteiten om dit unieke landsdekkende netwerk in stand te houden over het algemeen voldoende op peil is. Niet één provincie scoort minder dan drie sterren. Dit spoort met het beeld dat ons fietsland eigenlijk geen slechte fietsregio s kent. Ten opzichte van de vorige monitor (2015) valt op: 5 provincies komen nu aan het maximaal aantal van vijf sterren: naast Friesland en Drenthe nu ook Overijssel, Gelderland en Zeeland. Gelderland heeft daarbij een sprong van 2 sterren gemaakt. 4 provincies houden hun vier sterren: Groningen, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. 2 provincies zijn op drie sterren blijven staan maar zitten daarbij wel minder dicht bij de ondergrens dan bij de monitor van 2015: Noord-Holland en Zuid- Holland. Flevoland heeft als enige provincie niet meegedaan aan de monitor. Zij zijn ook niet meegenomen in de metingen, met uitzondering van de landelijk beschikbare gegevens over het onderhoud van de bewegwijzering vanuit het meldsysteem. Zij scoren hierin het laagst van alle provincies. Hieronder een overzicht van de provincies en de regio s en het aantal sterren dat ze dit jaar en vorig jaar hebben behaald. Provincie Aantal sterren Groningen Friesland Drenthe Overijssel +1 Gelderland +2 (Flevoland) - - Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland +1 Noord-Brabant Limburg 42

45 Bijlage A: Rapportage per provincie Op de volgende pagina s per provincie een rapportage en conclusie. 43

46 1. GRONINGEN Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen score Groningen Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 89,0% 79,4% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,45 3,97 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 71,7% 66,3% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,59 3,32 totaalscore, punten percentage van de maximale score 83,0% 74,8% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,15 3,74 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 4 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Groningen: De provincie Groningen scoort evenals in 2015 en 2013 in totaal 4 sterren (exact: 4,15.; 83,0% van de punten). Daarmee is een verbetering bewerkstelligd ten opzichte van 2015 (3,74 / 74,8%). Een mooi resultaat. Kwaliteit routenetwerk De provincie Groningen heeft ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op ondermeer verkorting va de oplossingstermijn van meldingen (2017: maximale score) en op het vastleggen van de verantwoordelijkheden bij tijdelijke omleidingen. Buiten de niet direct te beïnvloeden consumentenwaardering kan nog winst worden behaald op het vastleggen van afspraken voor gelijktijdige wijziging LF-routes en knooppuntroutes en op het volledig gelijk trekken van de tracering van bewegwijzerde themaroutes met knooppuntroutes. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Groningen heeft hier een verbetering weten te bewerkstelligen op het sturen op bekendmaking routedata bij gemeenten/wegbeheerders. Winstpunten zijn voor dit onderdeel te behalen bij de waardering van de consument op het gebied van horeca en bezienswaardigheden. In de vorige monitor scoorde Groningen hier beter op dan in deze monitor. In de kwaliteitsmonitor wordt de waardering afgezet tegen de waardering in andere provincies. Alleen de provincies die bovengemiddeld scoren krijgen het maximaal aantal punten. 44

47 2. FRIESLAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Friesland Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 96,5% 91,6% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,83 4,58 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 95,7% 90,8% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 4,78 4,54 totaalscore, punten percentage van de maximale score 96,2% 91,3% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,81 4,56 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 5 5 Resultaat kwaliteitsmonitor Friesland: De provincie Friesland scoort in 2017 in totaal 5 sterren (exact: 4,81; 96,2% van de punten). Een prachtig resultaat, net als in 2015 de hoogste score van alle provincies! Kwaliteit routenetwerk De provincie Friesland heeft zich verder verbeterd op onder meer de volgende onderdelen: - Themaroutes: tracering gelijk met de knooppuntroutes, afspraken hierover vastgelegd. - Het oplossingspercentage en de oplossingstermijn van meldingen (2017: maximale score) - Friesland heeft inmiddels beleid en budget voor de doorontwikkeling van het knooppuntnetwerk. Friesland scoort bijna het maximaal aantal punten. Er valt alleen nog winst te behalen op de waardering van de consument op de kwaliteit van en drukte op de paden en wegen: Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Friesland heeft hier een verbetering weten te bewerkstelligen op ondermeer voorzieningen langs de route (bovengemiddelde score consumentenwaardering openbare rustpunten) en op de organisatie van de sanering van themaroutes (sturing en budget). 45

48 3. DRENTHE Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Drenthe Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 89,5% 90,7% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,48 4,53 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 97,8% 91,8% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 4,89 4,59 totaalscore, punten percentage van de maximale score 92,4% 91,1% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,62 4,55 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 5 5 Resultaat kwaliteitsmonitor Drenthe: De provincie Drenthe scoort in 2017 in totaal wederom 5 sterren (exact: 4,62; 92,4% van de punten). Daarmee heeft Drenthe een iets hogere score gehaald dan in de monitor van 2015 (4.55/91,1%). Een prachtig resultaat dat behaald kon worden met een maximale score op het beheer en onderhoud, provinciale betrokkenheid en toegankelijkheid van de route-informatie. Kwaliteit routenetwerk De provincie Drenthe heeft ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen door provinciaal beleid te maken voor de doorontwikkeling van het fietsnetwerk en hiervoor budget beschikbaar te stellen. Voor Drenthe valt nog slechts op enkele aspecten winst te behalen. Éen daarvan is het bewegwijzeren van het knooppuntnetwerk conform landelijke standaard. Dit is een belangrijk aandachtspunt. Als dit onderdeel iets zwaarder zou wegen - wat mogelijk de volgende monitor het geval zal zijn - dan zou Drenthe al snel een ster in moeten leveren. De overige winstpunten liggen bij de waardering van de consument. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Drenthe scoorde in 2015 al hoog op de randvoorwaarden. Toch heeft Drenthe ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen. Drenthe heeft afspraken gemaakt over de wijze waarop routewijzigingen worden doorgegeven, waardoor de score op het onderdeel toegankelijkheid routeinformatie verbeterde. 46

49 4. OVERIJSSEL Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Overijssel Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 94,2% 86,0% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,71 4,30 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 95,7% 83,7% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 4,78 4,18 totaalscore, punten percentage van de maximale score 94,7% 85,2% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,73 4,26 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 5 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Overijssel: De provincie Overijssel scoort in 2017 in totaal 5 sterren (exact: 4.73; 94,7% van de punten). Een mooi resultaat na de 4 sterren die de provincie in de vorige monitor kreeg. Kwaliteit routenetwerk De hogere score op het onderdeel kwaliteit van de routenetwerken wordt deels behaald door een hogere waardering van de consument. Overijssel krijgt van de consument in 2017 vaker een bovengemiddelde waardering dan bij de vorige monitor. De totale score op het onderdeel beheer en onderhoud is verbeterd ten opzichte van 2015, maar de oplossingstermijn kan nog steeds beter. Winstpunten zijn verder nog te behalen bij de digitale uitwisseling van bestanden. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie heeft ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen. Dat komt voornamelijk door een hogere waardering van de consument op diverse onderdelen. Op de overige onderdelen scoorde de provincie in 2015 reeds het maximaal aantal punten. Dat heeft de provincie Overijssel in 2017 weten te behouden. 47

50 5. GELDERLAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Gelderland Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 91,6% 70,3% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,58 3,52 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 92,9% 66,3% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 4,65 3,32 totaalscore, punten percentage van de maximale score 92,0% 68,9% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,60 3,45 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 5 3 Resultaat kwaliteitsmonitor Gelderland: Gelderland scoort in 2017 in totaal 5 sterren (exact: 4.60; 92% van de punten). De provincie stijgt hiermee 2 sterren ten opzichte van 2015 een prachtig resultaat. Kwaliteit routenetwerk De provincie Gelderland heeft op dit vlak ten opzichte van 2015 een geweldige verbetering weten te bewerkstelligen. Dit komt met name doordat het netwerk van de Veluwe voortvarend is opgepakt. Dit levert een sterke verbetering van de score op beheer en onderhoud op. De waardering van de consument voor het Gelderse netwerk is bovengemiddeld. Gelderland haalt hier de maximale score. Voor Gelderland valt nog winst te behalen door afspraken vast te leggen en door de LF-routes en knooppuntroutes volledig te synchroniseren. Met de aanleg van het net netwerk van de Veluwe zal dit naar alle waarschijnlijkheid al in de eerste maanden van 2017 worden bewerkstelligd. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Gelderland heeft ook op dit vlak ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen. Extra punten zijn nog te behalen wat betreft toegankelijkheid van de route-informatie. 48

51 6. FLEVOLAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen (Flevoland) Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score - - omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score - - omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) - - totaalscore, punten percentage van de maximale score - - omgerekend naar sterren (schaal 0-5) - - Totaalscore, sterren (schaal 0-5) - - Resultaat kwaliteitsmonitor Flevoland: Flevoland wilde als enige provincie niet meewerken aan de kwaliteitsmonitor. Daarom is besloten Flevoland geheel buiten de meting te houden. In de rapportage wordt bij beheer en onderhoud de situatie in Flevoland wel beschreven (1.2a en b), vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken. Binnen Flevoland blijken op dit terrein veel aandachtspunten. Zo was het oplossingspercentage van meldingen te laag en de oplossingstermijn te lang. Er is geen sprake van provinciale coördinatie en afstemming op het gebied van beheer en onderhoud. 49

52 7. UTRECHT Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Utrecht Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 83,1% 89,5% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,16 4,48 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 69,6% 87,0% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,48 4,35 totaalscore, punten percentage van de maximale score 78,4% 88,6% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,92 4,43 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 4 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Utrecht: De provincie Utrecht scoort in 2017 in totaal 4 sterren (exact: 3,92; 78,4% van de punten). De 4 sterren van 2015 zijn behouden, maar de exacte score is licht gedaald. Dit heeft vooral te maken met de consumentenwaardering. Kwaliteit routenetwerk De provincie Utrecht heeft op dit vlak ten opzichte van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op het beheer en onderhoud. De consumenten waarderen de kwaliteit van de bewegwijzering echter als onder gemiddeld waardoor niet de maximale score op onderhoud ontstaat. Ook de aantrekkelijkheid van de omgeving en de kwaliteit van het routeverloop worden door de consument onder het gemiddelde gewaardeerd. Verbetering van de score op kwaliteit routenetwerk zal uit een betere waardering van de consument gehaald moeten worden. Vooral de waardering van de dagtochtfietser over de kwaliteit van de bewegwijzering is relatief laag. Kwaliteit randvoorwaarden Ook bij de randvoorwaarden is de waardering van de consument de reden dan niet de maximale score behaald wordt. Op provinciale betrokkenheid en toegankelijkheid route-informatie heeft de provincie Utrecht, evenals in 2015, de maximale score behaald. 50

53 8. NOORD-HOLLAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Noord-Holland Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 62,5% 48,3% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 3,13 2,41 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 67,4% 65,8% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,37 3,29 totaalscore, punten percentage van de maximale score 64,2% 54,4% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,21 2,72 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 3 3 Resultaat kwaliteitsmonitor Noord-Holland: De provincie Noord-Holland scoort in 2017 in totaal 3 sterren (exact 3,21; 64,2% van de punten). Daarmee behoudt de provincie hetzelfde aantal sterren, maar is in score wel gestegen (2015: 2,72; 54,4% van de punten. In het algemeen kan gezegd worden dat het groot aantal regio s meer provinciale sturing vereist. In de resultaten is te zien dat veel vragen zijn beantwoord met voor een deel van de provincie. Afhankelijk van het aantal regio s waar iets voor is geregeld komt dat uit op 1 of 2 van de maximaal te behalen 3 punten. Provinciale sturing hierin zou een consistenter fietsproduct in de provincie geven. Kwaliteit routenetwerk De provincie heeft op dit vlak ten opzichte van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen in de waardering van de consument op de onderdelen kwaliteit van paden en wegen en drukte op de fietspaden. Het oplossingspercentage van meldingen en de oplossingstermijn ervan zijn beide verbeterd. De oplossingtermijn moet echter nog korter zijn om de maximale score te behalen. Ook is veel winst te behalen door het onderhoud van informatiepanelen binnen de provincie goed te regelen en voor de gehele provincie de verantwoordelijkheden en budgetten duidelijk vast te leggen. Kwaliteit randvoorwaarden In de randvoorwaarden scoort de provincie Noord-Holland laag op de provinciale betrokkenheid. Dat is jammer want juist in deze provincie met veel verschillende netwerken, is provinciale coördinatie gewenst. In 2015 werd in de monitor reeds het volgende aangegeven: Ook binnen de randvoorwaarden kunnen verbeteringen aangebracht worden. In de antwoorden viel op dat diverse netwerkbeheerders niet goed weten welke verantwoordelijkheden bij henzelf en welke bij de provincie liggen. Zo werd door twee netwerkbeheerders aangegeven dat zij niet wisten of er een digitaal bestek van het netwerk aanwezig is en was er één netwerkbeheerder die aangaf dat de vraag of het bestek wordt geactualiseerd en of hier budget voor is, een vraag is die de provincie moet beantwoorden. Deze beheerder gaf ditzelfde antwoord in Een structureel overleg tussen provincies en netwerkbeheerders zou dergelijke onduidelijkheden eenvoudig kunnen wegnemen. 51

54 9. ZUID-HOLLAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Zuid-Holland Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 65,4% 49,1% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 3,27 2,46 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 60,9% 52,7% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,04 2,64 totaalscore, punten percentage van de maximale score 63,8% 50,4% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,19 2,52 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 3 3 Resultaat kwaliteitsmonitor Zuid-Holland: De provincie Zuid-Holland scoort in 2017 in totaal 3 sterren (exact: 3,25; 65% van de punten). In 2015 behaalde de provincie ook 3 sterren, maar de exacte score was toen lager (2,52; 50,4% van de punten). Kwaliteit routenetwerk De provincie Zuid-Holland heeft in de afgelopen 2 jaar een verbetering weten te bewerkstelligen op het gebied van afstemming tussen routes en tussen regio s. Ook op het gebied van onderhoud is beter gescoord dan in bij de vorige kwaliteitsmonitor. De score blijft echter duidelijk achter bij vele andere provincies. Quick wins zitten in het maken en vastleggen van afspraken, het clusteren van het onderhoud van LF- en knooppuntroutes en het verbeteren van de uitvoering van het onderhoud. Een provinciaal routebureau zou een duidelijke toegevoegde waarde hebben Kwaliteit randvoorwaarden Opvallend is dat de score van de provincie Zuid-Holland op het totaal van de randvoorwaarden is gestegen, maar op het onderdeel Provinciale betrokkenheid is gedaald ten opzichte van de monitor van Een structureel overleg met alle netwerkbeheerders zou een goede start kunnen zijn om alle verbeterpunten onder de aandacht te brengen. 52

55 10. ZEELAND Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Zeeland Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 96,5% 89,2% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,83 4,46 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 84,2% 72,3% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 4,21 3,61 totaalscore, punten percentage van de maximale score 92,2% 83,3% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,61 4,17 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 5 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Zeeland: De provincie Zeeland scoort in 2017 in totaal 5 sterren (exact: 4,61; 92,2% van de punten). Een prachtig resultaat; een ster meer dan in de kwaliteitsmonitor van De organisatie is in Zeeland heel goed op orde. Kwaliteit routenetwerk De provincie Zeeland heeft ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op de afstemming van routes en op het onderhoud van de bewegwijzering. Daarnaast is de verantwoordelijkheid voor de netwerken vastgelegd. De waardering van de consument voor de bewegwijzering van Zeeland is gestegen naar een bovengemiddelde waardering. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Zeeland heeft ten opzichte van de monitor van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op de randvoorwaarden. Toch komt de totaalscore van de randvoorwaarden nog niet uit op 5 sterren. Op voorzieningen en provinciale betrokkenheid wordt de maximale score behaald. De waardering van de omgeving en de algemene waardering van de consument is gemiddeld. De provincie Zeeland heeft de score op toegankelijkheid van route-informatie verbeterd door bestanden van het routenetwerk vrij beschikbaar te stellen voor consumententoepassingen. Als deze bestanden ook nog via een landelijk bestand vrij beschikbaar komen, kan ook op het onderdeel toegankelijkheid van route-informatie de maximale score behaald worden. 53

56 11. NOORD-BRABANT Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Noord-Brabant Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 83,4% 78,2% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,17 3,91 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 79,9% 72,3% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,99 3,61 totaalscore, punten percentage van de maximale score 82,2% 76,1% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 4,11 3,81 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 4 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Noord-Brabant: De provincie Noord-Brabant scoort in 2017 in totaal 4 sterren (exact: 4,11; 82,2% van de punten). Daarmee heeft Noord-Brabant de 4 sterren van de kwaliteitsmonitor van 2015 weten te behouden. Een mooi resultaat. Kwaliteit routenetwerk De provincie Noord-Brabant heeft op dit vlak ten opzichte 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op de totaalscore kwaliteit van het netwerk. Het totaal aantal punten voor uitvoering bewegwijzering is gestegen terwijl de totaalscore voor beheer en onderhoud is gedaald ten opzicht van Het netwerkbeheer van de vier netwerken in Noord-Brabant was bij de meting van 2015 nog in handen van 4 netwerkbeheerders. Bij de meting van 2017 is het beheer van het netwerk Noordoost Brabant over twee partijen gesplitst. Winst is te halen uit het volledig gelijktrekken van de tracering van LF-routes en knooppuntroutes. Dit zal in het kader van de ontwikkeling van de LF-icoonroutes in de komende jaren gebeuren. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie heeft op dit vlak een kleine verbetering weten te bewerkstelligen. Dit komt door een hogere waardering van de consument. Op vrijwel alle onderdelen waar direct invloed op uit te oefenen is, scoort de provincie Noord-Brabant de maximale score. Enige uitzondering is de toegankelijkheid van de routeinformatie. De route-informatie van de Brabantse netwerken zijn vrij beschikbaar voor consumententoepassingen, maar niet als onderdeel van een landelijk bestand. 54

57 12. LIMBURG Kwaliteitsmonitor 2017; totaalscore (op basis van gegevens 2016) max aanal punten per hoofdindicator, gewogen Limburg Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerken percentage van de maximale score 80,8% 77,6% omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 4,04 3,88 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden percentage van de maximale score 65,8% 57,1% omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) 3,29 2,85 totaalscore, punten percentage van de maximale score 75,6% 70,5% omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,78 3,52 Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 4 4 Resultaat kwaliteitsmonitor Limburg: De provincie Limburg scoort in 2017 in totaal 4 sterren (exact: 3,78; 75,6% van de punten). Daarmee heeft Limburg de 4 sterren van 2015 weten te behouden. Kwaliteit routenetwerk De provincie Limburg heeft op dit vlak ten opzichte van 2015 een verbetering weten te bewerkstelligen op de afstemming van routes; daar wordt nu de maximale score behaald. De consumentenwaardering is echter ten opzichte van de andere provincies gedaald. Fietsers waarderden de drukte op paden, aantrekkelijkheid van de omgeving en het routeverloop bij de vorige monitor nog gemiddeld, in de monitor van 2017 is dat gedaald naar een waardering onder het gemiddelde. De score op de onderdelen waar de netwerkbeheerders direct invloed op hebben is verbeterd ten opzichte van de monitor van Op veel onderdelen wordt de maximale score behaald. Verbeteringen kunnen nog gezocht worden in het volledig gelijktrekken van themaroutes en fietsknooppuntnetwerk en het vastleggen van verantwoordelijkheden bij omleidingen. Kwaliteit randvoorwaarden De provincie Limburg heeft op dit vlak een verbetering weten te bewerkstelligen. In Limburg is afgelopen jaren gewerkt aan plannen voor de themaroutes, dat is terug te vinden in een hogere score op het onderdeel beleid en sturing op themaroutes. Ook is de toegankelijkheid van de route-informatie verbeterd. Limburg zou de score nog kunnen verbeteren door de digitale bestanden van de fietsroutenetwerken vrij beschikbaar te stellen via een landelijk bestand. De waardering van de consument voor de rustpunten ligt onder het gemiddelde. Dit geldt zowel voor het aantal rustpunten als voor de kwaliteit ervan. Investering in rustpunten zou deze score wellicht kunnen verhogen. 55

58 Bijlage B: Vragenlijst provinciaal beleid 56

59 57

60 58

61 59

62 60

63 61

64 62

65 63

66 64

67 65

68 Bijlage C: Lijst met personen die de vragenlijst hebben aangeleverd Provincie/regio Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Contactpersoon Linda Eekma (provincie Groningen) Femke van Akker (provincie Friesland Ina Roelfs (provincie Drenthe) Jan van Oene (provincie Overijssel) Michaël ten Holder (provincie Gelderland) - (provincie Flevoland) Andrea Lion (provincie Utrecht) Anne Slettum (provincie Noord-Holland) Hans Heupink (provincie Zuid-Holland) Peter Michielsen (provincie Zeeland) Nathalie Verdult (routebureau Brabant) Veronique Hoedemakers (provincie Limburg) * Bij de provincie Flevoland was geen sprake van het invullen van de vragenlijst, deze provincie is niet bereid deel te nemen aan de kwaliteitsmonitor 66

69 Bijlage D: Uitleg CVO en CVTO ContinuVakantieOnderzoek (CVO) Het ContinuVakantieOnderzoek is een grootschalig consumentonderzoek naar het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking. Basis voor het onderzoek vormt een consumentenpanel van ca personen (representatief voor de Nederlandse bevolking). Deze vaste groep respondenten wordt vier keer per jaar ondervraagd over hun vakantiegedrag (januari-april-juli-oktober). Daarbij wordt gebruik gemaakt van een standaardvragenlijst waarin op een groot aantal aspecten rond ondernomen vakanties wordt ingegaan. Op basis van het CVO kan een goed beeld worden verkregen van de omvang en structuur van het gebruik van de fiets tijdens vakanties. In het onderzoek wordt (sinds 2002) standaard gevraagd of er tijdens de vakantie een fietstocht is ondernomen (ja/nee)*. Aan personen die één of meer fietstochten hebben ondernomen wordt aanvullend gevraagd of sprake was van een fietsvakantie, waarbij dit gedefinieerd is als een vakantie waarbij meer dan de helft van de dagen aan fietsen is besteed. De resultaten m.b.t. fietsvakanties kunnen gekoppeld worden aan andere kenmerken uit de CVO-vragenlijst, zodat een uitgebreide beschrijving van ondernomen fietsvakanties mogelijk is (vakantieduur, vakantiemaand, bestemming, bestedingen, boekingsgedrag e.d.). Daarnaast kan een uitgebreid profiel geschetst worden van de fietsvakantieganger in termen van leeftijd, opleiding, sociale klasse, woonprovincie, mediaconsumptie e.d. Extra vragen recreatief fietsen CVO (2016) Aanvullend bestaat de mogelijkheid om in de standaard vragenlijst extra vragen toe te voegen. In de juli- en oktobermeting van het CVO (informatie over de periode april-september) hebben voor het Landelijk Fietsplatform extra vragen meegelopen, de vragen die voor deze kwaliteitsmonitor zijn gebruikt zijn: 1. Hoe beoordeelt u deze aspecten bij de door u gemaakte fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening'. a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten 2. Wat is uw totaaloordeel over de fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend), inclusief weet niet. 3. Deze vraag heeft in eerdere jaren meegelopen. Het wordt niet nodig geacht dit ieder jaar te herhalen. Hoe belangrijk vindt u de volgende aspecten bij een fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=volstrekt onbelangrijk, 10=zeer belangrijk). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening'. a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO) Het ContinuVrijeTijdsOnderzoek brengt de vrijetijdsmarkt van Nederlanders in kaart. Hierbij wordt de volgende definitie van vrijetijdsactiviteiten gehanteerd: alle (dag)recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning en waarbij men minimaal een uur van huis is (inclusief reistijd). Bezoek aan familie / vrienden / kennissen en activiteiten ondernomen tijdens vakanties blijven buiten beschouwing. Dit onderzoek wordt eens in de twee jaar uitgevoerd. Het meest recente onderzoek vond plaats in In 52 wekelijkse metingen worden in totaal zo n respondenten ondervraagd naar dag en dagdeel waarop de activiteit is ondernomen, de duur van de activiteit, de locatie, afstand tot het woonadres, vervoermiddel, bestedingen, samenstelling van het reisgezelschap, etcetera. 67

70 Extra vragen recreatief fietsen CVTO 2015 Het Fietsplatform heeft extra vragen mee laten lopen voor de ondernomen fietstochten voor plezier. De onderstaande vragen zijn gesteld aan Nederlanders die een fietstocht van 1 of 2 uur of langer hebben ondernomen en zijn meegewogen in de kwaliteitsmonitor. 1. Hoe beoordeelt u deze aspecten bij de door u gemaakte fietstocht? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening' a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten 2. Wat is uw totaaloordeel over de door u gemaakte fietstocht? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend), inclusief weet niet. 68

71 Bijlage E: Bronnen/ verantwoording Het onderzoek is uitgevoerd door het Fietsplatform op basis van intern en extern onderzoek. Bij het Fietsplatform is al veel informatie in huis: - Landelijke routedatabank recreatief fietsen; - TOP10NL; - Meldsysteem bewegwijzering fietsroutenetwerken ( - Onderhoudscontracten; - Informatie over netwerkbeheer en bewegwijzering. Op basis van deze informatie konden vele antwoorden worden verstrekt, maar aanvullende informatie was nog nodig. Deze is verkregen via: - CVO (continu vakantie onderzoek; NBTC-NIPO research, informatie over waardering en belang); - CVTO (continu vrijetijdsonderzoek; NBTC-NIPO research, informatie over waardering en belang); - Fietsen 123, Fietsprovincie van het jaar 2016; - ANWB, onderzoek fan van fietsen, 2016; Daarnaast is veel informatie verkregen via de contactpersonen bij provincies en fietsregio s. Het opvragen van gegevens bij de provincies is schriftelijk gebeurd via de contactpersonen van het Fietsplatform. Aan de provincies is gevraagd om de regio s te betrekken bij het invullen van de vragenlijst. De vragenlijst en het overzicht van degenen die hebben gereageerd is opgenomen in de bijlagen. De gegevens hebben betrekking op De projectcoördinatie was bij het Fietsplatform in handen van Myron ter Haar. Amersfoort, mei 2017 Stichting Landelijk Fietsplatform Myron ter Haar/ Eric Nijland 69

72 De Stichting Landelijk Fietsplatform is het onafhankelijke coördinatiepunt voor het recreatieve fietsen in Nederland. Het fungeert als landelijk kenniscentrum en geeft impulsen aan belangen behartiging, verdere productontwikkeling en voorlichting/promotie (zie nederlandfietsland.nl). Het Fietsplatform is ver antwoordelijk voor het landelijk netwerk van lange-afstandsroutes (LF-routes). Samenwerkingspartners, vertegenwoordigd in bestuur: Samenwerkingspartners overheid: + 11 provincies Strategische samenwerkingspartners en Europese samenwerking: Stichting Landelijk Fietsplatform is initiator van: Stichting Landelijk Fietsplatform Amersfoort, mei 2017 Postbus 846, 3800 AV Amersfoort tel.: info@fietsplatform.nl internet: (consumentenportal)

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015. mei 2015

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015. mei 2015 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015 mei 2015 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2015 Stichting Landelijk Fietsplatform mei 2015 1 2 2 Inhoudsopgave Samenvatting blz. 4 1. Inleiding 6 1.1. Nederland Fietsland

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor

Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor Jubileumsymposium Fietsplatform, Driebergen, 10 mei 2012 Fietsrecreatiemonitor en kwaliteitsmonitor Eric Nijland, directeur Fietsplatform beheer KWALITEIT! voorlichting monitoring 2 Monitoring kennis van

Nadere informatie

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013

Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 september 2013 nederlandfietsland.nl Kwaliteitsmonitor fietsregio s 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform september 2013 1 2 2 Inhoudsopgave Samenvatting blz. 4 1.

Nadere informatie

Route-netwerk-bijeenkomst. 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen

Route-netwerk-bijeenkomst. 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Route-netwerk-bijeenkomst 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Route-netwerk-bijeenkomst 22 mei 2014, Geofort, Herwijnen Wandelnet/Fietsplatform waar staan we/ waar gaan we naar toe? Spanningsveld: Wandelen/fietsen

Nadere informatie

25 jaar Fietsplatform waar staan we?

25 jaar Fietsplatform waar staan we? Jubileumcongres Fietsplatform, Driebergen, 10 mei 2012 25 jaar Fietsplatform waar staan we? Jan Dijkema, voorzitter Fietsplatform organisatie Vertegenwoordigd in bestuur: Strategische samenwerkingspartners:

Nadere informatie

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten

Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 3800 AV Amersfoort 033-4653656 info@fietsplatform.nl Fietsrecreatiemonitor Cijfers Fietsdagtochten Kerncijfers fietsdagtochten 2012/2013 Aantal fietsdagtochten

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN. Beantwoording statenvragen CU recreatief fietsen

PROVINCIE FLEVOLAND. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost INTERN. Beantwoording statenvragen CU recreatief fietsen PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffier mevrouw A. Kost Telefoon (0320)-265265 Fox (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland. nl Website www.flevoland.nl

Nadere informatie

Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen. Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform

Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen. Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform Brug slaan tussen recreatief en utilitair fietsen Eric Nijland, directeur Landelijk Fietsplatform www.fietsplatform.nl Nationaal Fietscongres; Rotterdam 21-06-2018 Inhoud Recreatief fietsen in NL Organisatie

Nadere informatie

Verdieping Fietsdagtochten

Verdieping Fietsdagtochten Verdieping Fietsdagtochten (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Verdieping Fietsvakanties

Verdieping Fietsvakanties Verdieping Fietsvakanties (2013) Het Fietsplatform presenteert met de Fietsrecreatiemonitor cijfers en trends rondom het recreatieve fietsen in Nederland. Deze verdieping is een aanvulling op de cijfers

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012) Bekendheid Overijsselse regio s Rapportage meting 4 (december 202) NBTCNIPO Research Postadres Postbus 63470 2502 JL Den Haag Bezoekadres Prinses Catharina Amaliastraat 5, Den Haag Grote Bickersstraat

Nadere informatie

Fietsknooppuntensysteem 2.0. Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem

Fietsknooppuntensysteem 2.0. Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem Fietsknooppuntensysteem 2.0 Rapportage van het onderzoek naar verbetermogelijkheden van het Zeeuwse fietsknooppuntensysteem Achtergrond onderzoek Als onderdeel van de businesscase recreatieve infrastructuur

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 1-meting december Rapportage: januari 2010 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 2-meting december Rapportage: januari 2011 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260

Nadere informatie

Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur. Bouwsteen voor Actieagenda 2020

Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur. Bouwsteen voor Actieagenda 2020 Toekomstvisie recreatieve fietsroutestructuur Bouwsteen voor Actieagenda 2020 voorverkenning 20 februari 2016 Inhoud Aanleiding blz. 2 Kerncijfers 3 Aanpak: Toekomstvisie > Actieagenda 2020 5 Projectgroep

Nadere informatie

Inzicht kwaliteit routestructuren

Inzicht kwaliteit routestructuren Inzicht kwaliteit routestructuren Kwaliteitsimpuls Routestructuren 2015 Monica Wagenaar De Afdeling Onderzoek in opdracht van Marketing Oost Zwolle/Zutphen versie 16-07-2015 (concept) Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Uitgangspunten voor selectie indicatoren

Uitgangspunten voor selectie indicatoren Uitgangspunten voor selectie indicatoren Startvragen 1 Beginnen met doorontwikkeling indicatoren OF eerst investeren in betere doelstellingen OF beide tegelijk? 4 commissies: grote verscheidenheid of grote

Nadere informatie

Recreatieve routenetwerken. Recreatieve Routenetwerken

Recreatieve routenetwerken. Recreatieve Routenetwerken Recreatieve routenetwerken Frans Meijdam TeVoet Jeanette van t Zelfde ANWB Wie is de recreant? Wandelaar Fietser Watersporter Type recreant: Ommetjes Dagrondjes Kilometermaker Wat wil de recreant? Beleving

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 3-meting december 2011 Rapportage: januari 2012 Bestemd voor: Aljona Wertheim-Davygora, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Thematische fietsroutes

Thematische fietsroutes Stichting Landelijk Fietsplatform Postbus 846 3800 AV Amersfoort 033-4653656 info@fietsplatform.nl Aanvulling op notitie Recreatieve fietsroutenetwerken - Welke kant op? Thematische fietsroutes Adviesnotitie

Nadere informatie

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op?

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Adviesnotitie maart 2011 Advies voor beheer, productontwikkeling en promotie LF-netwerk en knooppunt - netwerken, uitgegeven door stichting Landelijk Fietsplatform.

Nadere informatie

Kennis over routestructuren in Brabant 2013

Kennis over routestructuren in Brabant 2013 Kennis over routestructuren in Brabant 2013 Totale bestedinge paardensport Onderlegger bij factsheets fietsen, wandelen, mountainbiken, varen en paardensport in Brabant bestedingen Besteding door paardensporter

Nadere informatie

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten

Verduurzamen, verbinden, vertrouwen. Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Verduurzamen, verbinden, vertrouwen Adviezen van het culturele werkveld aan nieuwe Gedeputeerde Staten Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst, Utrecht 2019 Inhoud Samenvatting 3 1 Inleiding

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Zicht op Nederland Fietsland

Zicht op Nederland Fietsland Zicht op Nederland Fietsland Samenvatting - juli 2009 Kansen verzilveren Investeren in recreatief fietsen loont! In Nederland worden jaarlijks miljoenen recreatieve fietstochten gemaakt. Ritjes van een

Nadere informatie

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s Rapport Bekendheid Overijsselse regio s Resultaten 0-meting december 2008 Rapportage: januari 2009 Bestemd voor: Jolanda Vrolijk, Provincie Overijssel nbtc nipo research postadres Postbus 458 2260 MG Leidschendam

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Groningen

Recreatief fietsen in Groningen Recreatief fietsen in Groningen Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Groningen en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Groningen mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Rapporteigenschappen. Netto respons

Rapporteigenschappen. Netto respons Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Ridderkerk ging over het jaar: Aantal organisaties in de totale benchmark 20 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden

Resultaten Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Instelling: (17) Regionaal Archief Leiden Toelichting op het rapport Dit rapport bevat een samenvatting van de belangrijkste resultaten van de 2007-meting van de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven.

Nadere informatie

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies Stichting Duurzame Samenleving www.gdindex.nl info@gdindex.nl 0317-750645 1 De GDI omvat de 3 dimensies van duurzaamheid: Mens & Maatschappij,

Nadere informatie

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013

Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland. Den Haag, december 2013 Kracht van regiomerken onderzoek 2013 Provincie Flevoland Den Haag, december 2013 Aanleiding onderzoek regiobranding gaat tegenwoordig verder dan alleen promotie ontwikkeling van toeristisch merk inzicht

Nadere informatie

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op?

Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Recreatieve fietsroutenetwerken Welke kant op? Adviesnotitie maart 2011 Advies voor beheer, productontwikkeling en promotie LF-netwerk en knooppunt - netwerken, uitgegeven door stichting Landelijk Fietsplatform.

Nadere informatie

Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008

Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008 De economische waarde van welkom recreatief fietsen Investeren in de fiets: gegarandeerd rendement 29 oktober 2008 De economische waarde van recreatief fietsen Voorzitter: Maartje Schlebusch bestuurslid

Nadere informatie

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016 MAAKT HET WAAR Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16 Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat: aanvullende analyses Augustus 2013 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doorstroming 5 3. Wegwerkzaamheden 7 4. Informatie 11 5. Aangeven maximumsnelheid

Nadere informatie

Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant

Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant Bureau voor Ruimte 8i Vrije Tijd, 2018 A. Alle vakanties Vakanties van binnenlandse (Nederlandse) gasten, zowel toeristisch als op vaste

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Friesland

Recreatief fietsen in Friesland Recreatief fietsen in Friesland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Friesland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Friesland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Zeeland

Recreatief fietsen in Zeeland Recreatief fietsen in Zeeland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Zeeland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Zeeland mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

Almere Delft Dordrecht Enschede Groningen Haarlem Leiden

Almere Delft Dordrecht Enschede Groningen Haarlem Leiden Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Leiden ging over het jaar: 2016 Aantal organisaties in de totale benchmark 17 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Leiden. Een vergelijking met gemeenten uit de benchmark vindt plaats op basis van deelname 2016.

Leiden. Een vergelijking met gemeenten uit de benchmark vindt plaats op basis van deelname 2016. Rapporteigenschappen Dit is de POK-rapportage van het jaar: 2018 De laatste meting voor Leiden ging over het jaar: 2018 Aantal organisaties in de totale benchmark 0 Gekozen vergelijkingsgroep in dit rapport

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme Hartelijk welkom Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme Harry van Waveren Gedeputeerde Recreatie & Toerisme Toeristische cijfers 2008 Marcia Besems Kenniscentrum (Kust)toerisme Cijfers van nu. Vakantiegedrag

Nadere informatie

Rapporteigenschappen. Netto respons

Rapporteigenschappen. Netto respons Rapporteigenschappen Dit is de POK rapportage van het jaar: 2016 De laatste meting voor Terneuzen ging over het jaar: Aantal organisaties in de totale benchmark 20 Gekozen selectiegroep in dit rapport

Nadere informatie

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Een kinderbeschermingsmaatregel? Een kinderbeschermingsmaatregel? Stand van zaken naar aanleiding van het vervolgonderzoek naar de kwaliteit van de Bureaus Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming bij de besluiten over een kinderbeschermingsmaatregel

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang : Leeftijd intermediaire bedrijven Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang INLEIDING Het Ratinginstituut Financieel Dienstverleners (RiFD) publiceert regelmatig actuele,

Nadere informatie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie Zuid-Limburg Position Paper van de 16 Zuid-Limburgse gemeenten, aangeboden door de voorzitters van het Bestuurlijk Overleg Ruimtelijke Economie en Nationaal

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Flevoland

Recreatief fietsen in Flevoland Recreatief fietsen in Flevoland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Flevoland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Flevoland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten.

Ontwikkeling naar duurzaamheid is te belangrijk om aan het toeval over te laten. Ing. maart 2014 PS2014-1 2014-0039 PS23/4 Van: geurt van de kerk Verzonden: maandag 10 maart 2014 9:44 Aan: info@gdindex.nl Onderwerp: Gemeentelijke duurzaamheidsindex GDI#2014

Nadere informatie

Nota van Inlichtingen. Schadetaxaties Faunafonds

Nota van Inlichtingen. Schadetaxaties Faunafonds Nota van Inlichtingen Behorend bij de Europese aanbesteding Schade Faunafonds (Referentie: BIJ12.2015.0006.FF) Datum en versie: 17 februari 2015, definitief Inleiding In deze Nota van Inlichtingen worden

Nadere informatie

Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen

Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord-Groningen Eerste resultaten onderzoek aardbevingen en imagoschade Noord- Groningen Auteur: Dr. Karel Jan Alsem Juni 2013 Kenniscentrum Ondernemerschap

Nadere informatie

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd.

De uitvoering van de onderzoeken is gebaseerd op het zogenaamde Groninger Model. Over dit model hebben wij u reeds eerder geïnformeerd. 26-7-200725 september 2007 Corr.nr. 2007-34133, FC Nummer 23/ 2007 Zaaknr. 47817 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot vaststelling van de Verordening onderzoek doelmatigheid

Nadere informatie

Een digitale versie van deze publicatie kan worden aangevraagd via

Een digitale versie van deze publicatie kan worden aangevraagd via Provinciale rapportage RECREATIEF FIETSEN ZUID-HOLLAND 2016 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Landelijk Fietsplatform. Deze is tot stand gekomen met financiële bijdragen van het Ministerie I&M en

Nadere informatie

Sterkste groei vacatures in Zeeland

Sterkste groei vacatures in Zeeland Sterkste groei vacatures in Zeeland Cijfers Adzuna : Gemiddeld aangeboden salaris in vacatures neemt met 4,6% toe. AMSTERDAM De Nederlandse arbeidsmarkt heeft in het eerste kwartaal van 2017 de groei verder

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2016-2017 Samenvatting van de monitor 2016-2017 en de volgmodules najaar 2017 Sectorraad Praktijkonderwijs december 2017 Versie definitief 1 Vooraf In de periode 1 september

Nadere informatie

Een digitale versie van deze publicatie kan worden aangevraagd via

Een digitale versie van deze publicatie kan worden aangevraagd via Provinciale rapportage RECREATIEF FIETSEN DRENTHE 2016 Colofon Dit is een uitgave van Stichting Landelijk Fietsplatform. Deze is tot stand gekomen met financiële bijdragen van het Ministerie I&M en de

Nadere informatie

Analyse resultaten CVO 2014

Analyse resultaten CVO 2014 Analyse resultaten CVO 2014 Toelichting: Deze analyse heeft betrekking op toeristische binnenlandse vakanties. Vakanties van vaste standplaatshouders zijn hierin niet meegenomen, omdat de CVO cijfers van

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2

Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Onder embargo. 2 1. Inleiding Voor de verdeling van de middelen uit de hoofdlijnennotitie van het ministerie van EZ ( 200 miljoen) is advies gevraagd aan onze commissie (Commissie Jansen-2). Dit advies is uitgebracht in

Nadere informatie

Monitoringsrapportage. Gastvrijheidseconomie Fryslân. Vastgesteld door Deputearre Steaten fan Fryslân op 18 juli 2017

Monitoringsrapportage. Gastvrijheidseconomie Fryslân. Vastgesteld door Deputearre Steaten fan Fryslân op 18 juli 2017 Monitoringsrapportage Gastvrijheidseconomie Fryslân 216 Vastgesteld door Deputearre Steaten fan Fryslân op 18 juli 217 1. Inleiding In de beleidsbrief Gastvrijheidseconomie, die op 29 juni 216 door Provinciale

Nadere informatie

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014 Kerncijfers toerisme Zeeland 214 Oriëntatiefase Informatiebronnen tijdens de oriëntatiefase van de se toerist in Zeeland (aantallen zijn gebaseerd op toeristische vakanties) 3 Rechtstreeks bij accommodatieverschaffer

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Noord-Holland

Recreatief fietsen in Noord-Holland Recreatief fietsen in Noord-Holland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Noord-Holland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Noord-Holland mogelijk te maken?

Nadere informatie

Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform

Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform Jaarverslag 2011 2013 Stichting Landelijk Fietsplatform 2 Stichting Landelijk Fietsplatform, Amersfoort, juni 2014 Postbus 846, 3800 AV Amersfoort tel.: 033-4653656 e-mail: info@fietsplatform.nl internet:

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Drenthe

Recreatief fietsen in Drenthe Recreatief fietsen in Drenthe Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Drenthe en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Drenthe mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2017

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2017 Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2017 Doel van de enquête Effectief gebruik door StapAf-abonnees van routeboekje zomereditie 2017 nagaan Eerdere bevragingen naar gebruik routeboekje in 2015

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Zuid-Holland

Recreatief fietsen in Zuid-Holland Recreatief fietsen in Zuid-Holland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Zuid-Holland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Zuid-Holland mogelijk te maken?

Nadere informatie

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009

Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Aan: Van: Ashna Nakched Evert Pommer en Klarita Sadiraj Inlichtingen bij Evert Pommer e.pommer@scp.nl T 7947 kamer D-0608 Datum 24 januari 2010 Actualisatie verdeelmodel jeugdzorg 2009 Het ministerie van

Nadere informatie

Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken

Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken Meer inzicht in Duitse vakantiegangers Rapportage multicliëntonderzoek Duitsland 2017 voor Nationale Parken Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Nederland algemeen 4 1.1 Nederland als bestemming voor vakantie

Nadere informatie

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer).

Tenzij anders staat aangegeven, bevat het rapport gemiddelde scores (schoolcijfer). Instelling: (45) Stadsarchief Amsterdam Toelichting op het rapport Dit rapport bestaat uit 3 onderdelen. Deel 1 Resultaten Dit deel bevat de actuele resultaten van uw instelling. Indien eerder aan de Kwaliteitsmonitor

Nadere informatie

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Uitstroommonitor praktijkonderwijs 2015-2016 Samenvatting van de monitor 2015-2016 en de volgmodules najaar 2016 Platform Praktijkonderwijs december 2016 Definitieve versie 161208 1 Vooraf In de periode

Nadere informatie

Nota van B&W. Onderwerp Fietsroutenetwerk Zuid Kennemerland Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Nota van B&W. Onderwerp Fietsroutenetwerk Zuid Kennemerland Bestuurlijke context. B&W-besluit: Onderwerp Fietsroutenetwerk Zuid Kennemerland Bestuurlijke context Nota van B&W Portefeuille M. Divendal Auteur M.R.J.M. Selten Telefoon 5113468 E-mail: seltenmr@haarlem.nl STZ/EC Reg.nr. 2008/25067 Bijlage

Nadere informatie

Verkiezing en methode

Verkiezing en methode Verkiezingsuitslag Verkiezing en methode Het Leukste uitje van het Jaar wordt bepaald op basis van een onderzoek onder ANWB leden. Dit onderzoek bestaat uit twee rondes, namelijk een nominatieronde en

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Limburg

Recreatief fietsen in Limburg Recreatief fietsen in Limburg Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Limburg en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Limburg mogelijk te maken? nov 16 Woord vooraf

Nadere informatie

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Resultaten BTO Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek BRZO inspectiejaar 11 Colofon Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring Datum 4 juli 12 Status Eindversie Samenvatting De aanpak van LAT

Nadere informatie

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond

Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Provincies, natuurlijk doen! Aanvulling BBL-oud-grond Aanvullend advies aan het Interprovinciaal Overleg over de verdelingsvraagstukken samenhangend met de BBL-oud-grond Juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 2

Nadere informatie

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% %

nee -> einde vragenlijst nee -> einde vragenlijst % ja % v01 0 0% % 04 Uitkomsten meting 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Nederland

Recreatief fietsen in Nederland Recreatief fietsen in Nederland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Nederland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Nederland mogelijk te maken? nov 16 Woord

Nadere informatie

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2018

Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2018 Resultaten bevraging StapAf Routeboekje zomer 2018 Doel van de enquête Effectief gebruik door StapAf-abonnees van routeboekje zomereditie 2018 nagaan Eerdere bevragingen naar gebruik routeboekje in 2015

Nadere informatie

BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS VOORWAARDEN

BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS VOORWAARDEN NTFU JAARPLAN 2015 BELEIDSCYCLUS MISSIE VISIE AMBITIE 2016: DE NTFU OP KOP STRATEGISCHE PIJLERS MARKTPOSITIE BELANGENBEHARTIGING VOORWAARDEN STERKE BONDSORGANISATIE INNOVATIEF HANDELEN NAAMSBEKENDHEID

Nadere informatie

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Enquête 'De Nieuwe Wildernis' van de Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 Inhoudsopgave 1...1 2 Vragenlijst...2 1 Wat zie je als oplossing voor de sterfte van de grote grazers tijdens de winter?...2 2 Wat moet er gebeuren op de lange termijn?...3 3 Hoeveel hectare denk je dat

Nadere informatie

Rijksmonumenten - nabijheid

Rijksmonumenten - nabijheid De Erfgoedmonitor Home > Indicatoren > Rijksmonumenten - nabijheid Rijksmonumenten - nabijheid Publicatiedatum: 18 januari 2018 Rijksmonumenten zijn in Nederland, met uitzondering van Flevoland, bijna

Nadere informatie

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf

Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10. Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten op het boerenerf Adviescommissie 30 maart 2010 Dagelijks bestuur 8 april 2010 / 10 juni 2010 (mondeling) Algemeen bestuur 1 juli 2010 Aantal bijlagen: 1 Agendapunt: 10 Onderwerp Vervolg kleinschalige recreatieknooppunten

Nadere informatie

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor: 2006 2007 Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Judith de Jong, Marloes Loermans, Marjan van der Maat, De aanvullende tandzorgverzekering, NIVEL, 2008) worden gebruikt.u

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg

04 Uitkomsten meting. 1 Inleiding. 2 De ontvangen zorg 04 Uitkomsten meting 1 Inleiding In dit hoofdstuk worden, per thema uit de vragenlijst, de resultaten van de meting gepresenteerd. De resultaten zullen op vraagniveau worden behandeld en waar mogelijk

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013 Gemeente Vlissingen Voorwoord Groningen, september 2013 Voor u ligt het resultaat van het in 2012 en 2013 gehouden onderzoek naar de MKBvriendelijkste

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Overijssel

Recreatief fietsen in Overijssel Recreatief fietsen in Overijssel Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Overijssel en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Overijssel mogelijk te maken? nov 16

Nadere informatie

Recreatief fietsen in Gelderland

Recreatief fietsen in Gelderland Recreatief fietsen in Gelderland Hoe beoordelen recreatieve fietsers de fietsmogelijkheden in Gelderland en welke verbeterpunten zien zij om de ideale fietstocht in Gelderland mogelijk te maken? nov 16

Nadere informatie

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Stand van zaken gemeentelijke woonvisies Colofon Teksten Jeroen de Leede (VNG) Dataverwerking Marieke de Haan (VNG Informatiecentrum) Opmaak Chris Koning (VNG) Januari 2016 2 Vereniging van Nederlandse

Nadere informatie

Krachtige Kust. Draagvlakonderzoek onder inwoners van Zuid-Holland over de mening en wensen ten aanzien van de kust

Krachtige Kust. Draagvlakonderzoek onder inwoners van Zuid-Holland over de mening en wensen ten aanzien van de kust Krachtige Kust Draagvlakonderzoek onder inwoners van Zuid-Holland over de mening en wensen ten aanzien van de kust Onderzoeksverantwoording Methode Doelgroep(en) Online Inwoners van Zuid-Holland, 18+ en

Nadere informatie

Consumentenonderzoek Toerisme

Consumentenonderzoek Toerisme Consumentenonderzoek Toerisme 2009 Toerdata Noord is een samenwerkingsverband van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. De uitvoering is in handen van het Stenden Instituut Service Management onderdeel

Nadere informatie

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015 Geldshop, onafhankelijk adviseur en bemiddelaar in consumptief krediet, heeft een grootschalig onderzoek gedaan naar leningaanvragen voor het leendoel

Nadere informatie

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006 Bedrijfsprofiel 1 & 2 sterrenhotels in beeld Van Spronsen & Partners horeca-advies December 26 In dit profiel: Aanbod - - - - - - - - - - - - - - - -2 Ontwikkeling - - - - - - - - - - - - 3 Branche onder

Nadere informatie

Onderzoek food tourism. Limburg-specifiek uitkomsten

Onderzoek food tourism. Limburg-specifiek uitkomsten Onderzoek food tourism -specifiek uitkomsten Inleiding Food Tourism omvat een brede range van belevingen, variërend van het eten van streekgerechten, het bezoeken van een food festival, het volgen van

Nadere informatie

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer

Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer Programma van Eisen kwaliteitshandboek Natuurbeheer In dit Programma van Eisen geeft de subsidiegever (in dit geval de provincie) aan, aan welke eisen een beheerder moet voldoen om voor certificering in

Nadere informatie