RIS.K (Risicosituaties op schooluitval positief doen kantelen)

Transcriptie

1 RIS.K (Risicosituaties op schooluitval positief doen kantelen) Project LOP SO Leuven CONCEPTNOTA Achtergrond: Ontstaan en situering Het Lokaal Overleg Platform (LOP) is een platform waar onderwijs, CLB en Welzijn elkaar ontmoeten vanuit een gedeelde zorg voor het realiseren van gelijke onderwijskansen voor iedere leerlingen. Daarvoor worden een aantal thema s bepaald waarrond de LOP s dienen te werken, o.a. inschrijvingsrecht, leerrecht, kleuterparticipatie, anderstalige nieuwkomers, schoolkosten, rechtsbescherming leerlingen. Uiteraard wordt de concrete werking rond elk thema lokaal, in onderling overleg tussen de partners van het LOP, uitgetekend. (zie voor meer info over LOP en LOPleuven op Vanuit het LOP SO Leuven werd als concretisering van de zorg voor gelijke onderwijskansen en het garanderen van het leerrecht aan allen - vorig schooljaar ( ) de werkgroep Jongeren met risicogedrag opgestart. Men had dan vooral de jongeren op het oog waarmee het heel moeilijk werken valt op school met het gevolg dat ze vaak worden uitgesloten of afhaken waardoor het perspectief op een succesvol afsluiten van de schoolloopbaan vaak verdwijnt. De werkzaamheden van deze LOP werkgroep resulteerden het projectvoorstel Ris.K waarvoor een subsidieaanvraag werd ingediend bij verschillende instanties. De stad Leuven is positief ingegaan op de subsidieaanvraag en stelt middelen ter beschikking om gedurende de komende 3 jaar dit project te realiseren. Beschrijving van het project: Missie: Voor wie doen we het? Ris.k richt zich op problematische situaties op school waarbij de relatie school/klas/leerkracht en jongere als zodanig moeilijk of problematisch wordt ervaren dat afhaken of uitsluiten van de jongere dreigt. Wat beogen we? Door bijkomende middelen en begeleiding te voorzien wil Ris.k de scholen tijdelijk ondersteunen in hun inzet om preventief en curatief te doen wat nodig is voor deze kwetsbare leerlingen alle kansen op leren en alle perspectieven op een zinvolle schoolloopbaan te blijven garanderen. Ris.k wil in de loop van de 3 projectjaren voornamelijk positieve praktijken (wat werkt) m.b.t. de aanpak van deze problematische schoolsituaties in beeld brengen, ontwikkelen en installeren. Het doel is het ontwikkelen van een regionaal beleid gericht op een drastisch terugdringen van het aantal jongeren dat verstoken wordt van het recht op leren of van een positieve en succesvolle deelname aan het onderwijs.

2 Waarin geloven we? Basisidee is dat er in iedere jongere een verlangen tot leren is en dat ieder het recht heeft om daarop aangesproken te worden. Voor sommige jongeren is dit een erg uitdagende opdracht, immers: Het zijn (vaak) leerlingen waarvan men zegt dat het nooit iets met hen gaat worden. Deze leerlingen komen nooit alleen naar school. Er komt een uit de klas binnen; een aantal lagen verdriet,angst, ongerustheid, rancune, boosheid, onbevredigde behoeften en een woeste onverschilligheid en dat alles tegen de achtergrond van een verleden vol schaamte, een heden die weinig goeds te bieden heeft en een verloren toekomst (uit D Pennac schoolpijn ). Voor deze jongeren is een intense en dynamische samenwerking tussen school, CLB en welzijn nodig gericht op het wederzijds versterken van de kracht van de interventies. Organisatie Partners: Het LOP SO is, zoals in inleiding aangegeven, de initiatiefnemer en De Stad Leuven is de subsidiërend overheid via het Stedenfonds. De scholen waarop het project zich richt zijn de scholen van het LOP-SO met het groot percentage GOK-Leerlingen. Voor het Katholiek Onderwijs engageerden zich: - Don Bosco Groenveld - Miniemen Instituut Leuven - St Jozefs Instituut Kessel-Lo - Vrij Technisch Instituut Leuven (VMSL) Voor het Gemeenschapsonderwijs gaat het over: - De Wijnpers Leuven - KA Redingenhof Leuven De beide CLB s die partner zijn in het LOP en deze scholen begeleiden, participeren actief aan het project: - VCLB Leuven - CLB GO! Leuven-Tienen-Landen De organisaties en diensten vanuit het welzijnswerk die werken met jongeren in problematische schoolsituaties zijn belangrijke partners in de uitvoering en sturing van het project. Het gaat o.a. om - Aanbieders Time-out projecten met name Arktos en Koïnoor - Aanbieders van andere schoolexterne interventies - Vertegenwoordigers BJB, werkgroep Schooluitval

3 Sturing: De stuurgroep heeft de opdracht het project in al zijn aspecten uit te werken en op te volgen. Deze stuurgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de partijen met een directe betrokkenheid op de problematiek. - Vanuit het onderwijs: De beide coördinerend directeurs van de scholengemeenschappen: Danny Pijls (KSL) en Marina Steegmans (SG GO) en uit iedere scholengemeenschap 1 directie vanuit de deelnemende scholen: - Vanuit CLB: Beide Directies: Filip Mels (VCLB) en Georges Baeten (CLB GO!) - Vanuit Welzijn: coördinatoren time-out projecten en vertegenwoordiger: Dirk Derijdt en Marie-Therese Michel; platform BIB: Sieg Pauwels en Werkgroep schooluitval - Vanuit de stad Leuven (preventiedienst): Daniëlla Descamps - De voorzitter van het LOP : Joost Lowyck en de LOP- deskundige: Barbara Janssens - Projectcoördinator : Laurent Thys De stuurgroep wordt voorgezeten door de coördinerend directeurs. De LOP- deskundige is de secretaris. De werkzaamheden van de stuurgroep worden voorbereid en opgevolgd door een dagelijks bestuur bestaande uit de voorzitters aangevuld met vertegenwoordigers van het LOP en de projectcoördinator. Vanuit het LOP SO zal een resonantiegroep worden gevormd die regelmatig wordt geïnformeerd over het project verloop mede met het oog op een participatie aan de vormgeving Het VCLB-Leuven heeft zich bereid verklaard om als opdrachthouder te fungeren. VCLB ontvangt en beheert de financiële middelen in opdracht van de stuurgroep. De leden van de stuurgroep nemen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de realisatie van de voorwaarden die de stad aan de financiering verbindt. Concretisering van de acties Algemeen: Het project voorziet 2 luiken, met name een curatief en preventief luik. Het curatieve luik bestaat erin dat de deelnemende scholen gedurende de looptijd van het project bijkomende ondersteuning voor interventies in risicosituaties op schooluitval kunnen inkopen bij relevante partners uit welzijnswerk. Verder wordt dit luik de Rugzakfinanciering genoemd. Het bedrag dat per casus ter beschikking wordt gesteld schommelt rond de Het tweede, preventieve luik is het zogenaamde Waarderend Onderzoek. Vanuit een inventarisatie en analyse van succesverhalen bij de verschillende actoren m.b.t. het hanteren van de risicosituaties op schooluitval wordt gezocht naar factoren die het verschil kunnen maken. Dit onderzoek naar wat werkt moet scholen en alle actoren in staat stellen om samen een beleid en praktijk te ontwikkelen gericht op preventie van afhaken, uitsluiten.

4 Het curatieve luik: de rugzakfinanciering Doelgroep: De deelnemende school wordt in staat gesteld om vanuit de cel leerlingenbegeleiding - op jaarbasis, voor een 3 à 4 jongeren waarmee het nu (of mogelijks naar de toekomst) zeer moeilijk werken valt bijkomende ondersteuning aan te vragen. Het kan gaan om jongeren die al verschillende keren in een school zijn uitgesloten, jongeren die op school terugkomen na een time-out, jongeren waarbij de relatie met de school erg verstoord is (blijven afwezig, zitten in escalatiespiraal), Aard van bijkomende ondersteuning: Deze is afhankelijk van de situatie. Het kan gaan om een coach voor de leerkracht of de leerlingenbegeleider die met de jongere vastzit, om een maatschappelijk werker die de brug maak naar thuis/instelling/jongeren, een beperkte time-out waarbij de school nauw betrokken blijft. Er zijn dus verschillende mogelijke aanbieders. Deze zullen t.a.v. de leerlingenbegeleiders en CLB-medewerkers hun aanbod bekend maken. Hoe en onder welke voorwaarden daarop beroep kan gedaan worden, wordt in een aanvraagprocedure uitgewerkt. Concrete planning: De werking i.v.m. de rugzakfinanciering bevat 4 elementen, namelijk: 1) Open markt: ieder werkjaar wordt van start gegaan met een voorstelling van nieuwe mogelijkheden van samenwerking met welzijnspartners rond concrete situaties van dreigende schooluitval. 2) Aanvragen: Na de open markt kunnen vanuit de cellen leerlingenbegeleiding aanvragen gedaan worden, voor een beperkt aantal casussen. 3) Afsluiting van begeleidingen: iedere begeleiding wordt afgesloten met een Ronde Tafel op school. 4) Intervisie: Een maal per jaar komen de betrokken leerlingenbegeleiders en CLB-medewerkers samen om ervaringen uit te wisselen in functie van het leren-van-elkaar. Het preventieve luik: waarderend Onderzoek Doelgroep: Het waarderend onderzoek betrekt de 4 kernactoren betrokken bij risicosituaties op schooluitval, met name de jongere zelf (en zijn ouders), leerkrachten, leerlingenbegeleiders ILB en CLB en de welzijnswerkers met ervaring.

5 Er wordt bij hen in eerste instantie gezocht naar positieve verhalen die als uitgangspunt kunnen dienen voor de training van schoolverantwoordelijken, CLB-medewerkers (en enkele partners uit welzijn) in het hanteren van de methodiek van het waarderend onderzoek binnen de organisatie. Het waarderend onderzoek: Voor de begeleiding van het proces van waarderend onderzoek wordt beroep gedaan op een organisatie die op dit vlak over de nodige expertise beschikt; namelijk Kessels & Smit. Concrete planning: Fase 1: Interviews (positieve verhalen) door Kessels & Smit (tot december 2011) Fase 2: Training (tot juni 2012) Fase 3: Toepassing ( schooljaar ) Fase 4: Slotconferentie voorbereiden en organiseren ( ) Tot slot: Het project Ris.K loopt van september 2011 tot augustus Er worden 2 sporen uitgezet die de deelnemers de mogelijkheden moeten bieden om zoveel mogelijk te leren over hoe met de uitdagende situatie van jongeren, waarmee zeer moeilijk te werken valt op school, positief om te gaan met respect voor ieders mogelijkheden en grenzen. Die ervaringsopbouw moet resulteren in een versterking van het beleid gericht op het realiseren van gelijke onderwijskansen (dus ook voor de meest kwetsbaren). We hopen voor de bundeling van de opgedane ervaringen een tweedaagse slotconferentie te kunnen organiseren waar een inspiratieboek kan voorgesteld worden. Daarnaast willen we een bindend beleid voor de regio ontwerpen gericht op het garanderen van een recht op leren en een positieve en succesvolle schooldeelname voor alle leerlingen. Leuven, oktober 2011

6 Middelen 1 Voorziene inkomsten Stedenfonds (SF): 2011: ; 2012: ; 2013: ; 2014: Voorziene inkomsten LOP: 2011: 1000; 2012: 1000; 2013: 1000; 2014: 1000 Werkingskosten Administratie 1000 (SF) 1000 (SF) 1000 (SF) 1000 (SF) Reiskosten 1000 (LOP) 1000 (LOP) 1000 (LOP) 1000 (LOP) Personeelskosten Waarderend onderzoek Projectcoördinator Begeleiders rugzakjongeren N x 1000 (gemiddeld 2 ) Totaal Stedenfonds Totaal LOP Tijdens de duur van het project wordt nog verder gezocht naar bijkomende fondsen. Deze zullen vooral worden benut voor het financieren van de begeleiders van de rugzakjongeren. 2 Het bedrag van 1000 is een gemiddelde.

7