Zondag 2 oktober 2016

Transcriptie

1 Zuiderkerk Nieuw-Amsterdam Zondag 2 oktober 2016 Thema: ' In de spiegel kijken'. Voorganger: ds. Elly Wisselink Organist/pianist: Willy Misker M.m.v. de Cantorij o.l.v. Willy Misker

2 Het groene kanselkleed vertelt: Groen is de kleur van de hoop. Brood en vis als symbool voor Jezus die ons door zijn leven hoop geeft. Daarmee varen wij de toekomst tegemoet

3 VOORBEREIDING Welkom Cantorij:.Als Gij bestaat Als Gij bestaat bewerk ons dan, herschep ons hart en ons verstand dat wij ontvankelijk worden voor uw Naam. Aanvangslied: ' Cantorij en gemeente: Die de morgen ontbood Cantorij: Die de morgen ontbood en het licht hebt geroepen zegen ons ook met uw licht. Allen: Die de morgen ontbood en het licht hebt geroepen, zegen ons ook met uw licht. Mannen cantorij: Ondoofbaar vuur over ons opgegaan als een zon, vat ons samen in uw stralen, doe ons gedijen in uw ogen! Allen: Die de morgen ontbood en het licht hebt geroepen, zegen ons ook met uw licht. Vrouwen cantorij: Die de weerstand van de nacht wilt breken, Onze toekomst aan het donker afdwingt. Allen: Die de morgen ontbood en het licht hebt geroepen, zegen ons ook met uw licht. Bemoediging en groet Drempelgebed Zingen: Lied 275 Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig en hoe onzegbaar ons nabij. Gij zijt gestadig met ons bezig, onder uw vleugels rusten wij. Gij zijt niet ver van wie U aanbidden, niet hoog en breed van ons vandaan. Gij zijt zo mens lijk in ons midden dat Gij dit lied wel zult verstaan.

4 Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen en niemand heeft U ooit gezien. Maar wij vermoeden en geloven dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient. Gij zijt in alles diep verscholen, in al wat leeft en zich ontvouwt. Maar in de mensen wilt Gij wonen met hart en ziel aan ons getrouwd. Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig waar ook ter wereld mensen zijn. Blijf zo genadig met ons bezig, tot wij in U volkomen zijn. Gebed voor de nood van de wereld, afgewisseld met lied 368D Loflied: Lied 839: 1, 2 en 3 Cantorij: Ik danste die morgen toen de schepping begon ik danste de dans van de sterren, maan en zon, de golvende velden en de deinende zee en alles wat ademt dat danste mee. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ben de heer van de dans, zegt Hij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de heer van de dans, zegt Hij.

5 Allen: De dans werd vergeten en het ritme verstoord; het lied van de schepping werd zelden nog gehoord. Ik kwam hier op aarde om een gloednieuw begin, in Betlehem zette de dans weer in. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ben de heer van de dans, zegt Hij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de heer van de dans, zegt Hij. Allen: Ik danste voor blinden die mij riepen om licht. Ik gaf aan verschopten een stem, een nieuw gezicht. Ik danste voor kinderen, de koning te rijk. Ik danste het lied van gerechtigheid. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ben de heer van de dans, zegt Hij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de heer van de dans, zegt Hij. De kinderen gaan naar de nevendienst en wij zingen Stap, stap, ga op weg. Hoor je, hoor je wat ik zeg? Geef niet op, stap maar door. Goede Herder, ga ons voor. Stap, stap, ga op weg. HET WOORD Cantorij en gemeente: Herschep ons hart heradem ons verstand dat wij elkaar behoeden en doen leven. Maak ons tot uw gemeente, wees de stem die ons geweten wekt, verberg U niet, verberg U niet. Lezing: Genesis 29: 1 14a

6 Zingen: Lied van de gaven van de Geest Cantorij en gemeente: Allen refr.: Onhoorbaar, onzichtbaar, onstuitbaar aanwezig, ons hoedend en voedend en toch zo verheven. Jij, Geest van het leven, wie ben Jij dat Jij aan ons denkt! Cantorij: Wie met open hart en zinnen luisterend door het leven gaat hoort soms het verborgen zingen van een ongekend bestaan. Cantorij: Ongeweten sluiers wijken als wij door de dagen gaan, onbegrepen levenslijnen worden aarzelend verstaan. Lezing: Genesis 29: 14b - 30 Zingen: Allen refr.: Onhoorbaar, onzichtbaar, onstuitbaar aanwezig, ons hoedend en voedend en toch zo verheven. Jij geest van het leven, wie ben Jij dat Jij aan ons denkt! Cantorij: Uit het duister van het lijden, uit de diepte van de vreugd, groeit de kennis der geheimen van de goedheid van de Geest. Cantorij: Wie die verten heeft gelezen, door dat donker is gegaan, zal als spiegel en als teken, lichtend in de wereld staan. Cantorij: Schuilplaats vindend tussen mensen werkt en woont en troost de Geest maakt tot vesting en tot sterkte wie Haar toegelaten heeft. Verkondiging

7 Cantorij: Tussen de Tijd 1. Tussen de tijd in woorden en gebroken zinnen klinkt zacht in mij aanhoudend door mijn botten heen tot in het diepste ruggenmerg en daar nog boven een zin van ragfijn draad omspoeld: ik zal er zijn. 2. Op zilte toon is deze naam van uit mijn binnen verwarmd, omhuld, gekoesterd en door mij bevraagd, dan weer ontkend, als was het allemaal gelogen aan het geweten weer ontsnapt: los, vogelvrij 3. Dan zie ik jou in flarden en in volle zinnen diep koningsblauw daar in de verte bij de einder lopend op blote voeten en door water, zo zoek ik mij een weg naar jou: ik zal er zijn Geloofsbelijdenis(staande): 'Ik geloof in mijn God' (Rakelings nabij) Ik geloof in mijn God als de kracht, die het licht ontsteekt, waar het duister is, die weer glans aanbrengt, waar geen luister is, die een vuurvlam is in de nacht. Ik geloof in mijn God als de bron, van waaruit alles leeft wat geboren is, die weer thuisbrengt wat ooit hier verloren is, die het woord sprak, waarmee het begon. Ik geloof in mijn God als het doel van de voeten die hier op de aarde staan, van de dromen die door alle landen gaan, van de zoektochten van het gevoel. Ik geloof in mijn God als de stem, die de wereld naar toekomst en vrede leidt en het uitzicht biedt, al zo lang verbeid, van geloof, hoop en liefde door Hem.

8 GEBEDEN EN GAVEN Gebeden Stil gebed Cantorij: Klankresten Klankresten van een onvoltooid verhaal steenlettergrepen sporen in woestijnzand, lichtwoorden ooit ontvangen, maar van wie Hij zal niet slapen, allerzielen hoeder. Collecte: 1. Diaconie 2. Eigen gemeente Slotlied: 'Zo ver en tóch nabij zij gij' (Rakelings nabij, melodie lied 834) Zo ver en tóch nabij zijt gij, hart van dit leven, bron in mij, hand op mijn schouder, diep geheim van liefde, die met mij wil zijn. Zegen U zet mij recht, wanneer ik val. U geeft mij kracht, en bovenal vergeeft U, waar oneffenheid zich op mijn weg heeft uitgebreid. U bent een God van rechtop staan. Van 'Mens, je mag weer verder gaan!' Van leven diep en menselijk, van liefde groot en goddelijk. Uitgangscollecte: Onderhoud gebouwen Na de dienst is er gelegenheid om koffie te drinken in de lokalen achter de kerk