hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek Aardrijkskunde voor het basisonderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek Aardrijkskunde voor het basisonderwijs"

Transcriptie

1 hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek 6 6 Aardrijkskunde voor het basisonderwijs Aardrijkskunde voor het basisonderwijs Proefles ZZ6_1_Ws.indd 1 Proefles :08:31 ZZ6_1_Ws.indd :08:31

2 Inhoud Werkschrift 3 Handleiding 7 Toetsboek 18 ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2006

3 1 1 Hoe kan Nederland overstromen? Hoofdstuk 1 Les 1 Kijkles 1 Kijk naar blz. 6 en 7 in je boek. Aan welke wereldbolletjes kun je zien dat een deel van Nederland kan overstromen? Vertel elkaar waarom je dat denkt. 4 Wat beschermt laag-nederland tegen overstromingen door de zee? Noem twee dingen. 2 5 Waar wonen deze kinderen: in hoog- Nederland of in laag-nederland? Zet een kruisje onder hoog of laag hoog laag Fenne zegt: "Zonder duinen overstroomt ons huis". Mimoun zegt: "Zonder dijken komt de zee onze klas binnen". Ayse zegt: "Ik woon boven de zeespiegel". Kijk naar de cijfers in de tekening. Welk woord hoort erbij? Kies uit: dijken polder - duinen 6 Kijk naar de kaart op blz. 7 van je boek. Leg uit waarom juist het westelijk deel van Nederland is overstroomd. Dat deel is overstroomd omdat Zet een kruisje voor de zinnen die waar zijn. Alleen laag-nederland kan overstromen. Dijken en duinen beschermen laag- Nederland tegen de zee. Alleen hoog-nederland kan overstromen. Hoog-Nederland kan nooit overstromen door de zee. 7 Kijk naar 1 op blz. 6 van je boek. Stel je voor dat jij daar woont. Je hoort dat morgen het water gaat stijgen. Wat ga jij dan doen? Spullen uit je huis halen? Hoe zorg je dat je konijn niet verdrinkt? Noem drie dingen die je gaat doen als je huis gaat overstromen

4 2 Hoe zie je op de kaart wat hoog en laag is? Hoofdstuk 1 Les 2 Provinciehoofdsteden c Hoe groot is de afstand van Amsterdam naar Utrecht in het echt ongeveer? De afstand in het echt is ongeveer kilometer. 3 Aan de noordpijl kun je zien waar het noorden is op een kaart. Op sommige kaarten staat een figuur met alle wind richtingen. Zo n figuur heet een windroos. Maak deze windroos af. Kies uit: zuid - west - oost. 1 Kijk goed naar de kaart. Wat is de titel van de kaart? Hoe heet de pijl die bij de kaart staat? En hoe noem je dit? 4 Welk deel van Nederland ligt vooral boven NAP? Zet een streep onder het goede antwoord. Het westen / Het oosten ligt vooral boven NAP. 2 Het schaalstokje bij de kaart is verdeeld in vijf stukjes. a Hoe groot is de afstand van één stukje in het echt? 2 kilometer 20 kilometer 40 kilometer 5 Wat geeft deze meetlat aan? Zet een kruisje voor het goede antwoord. onder NAP boven NAP b Meet de afstand van Amsterdam naar Utrecht met je liniaal. De afstand is ongeveer centimeter. 4

5 Kaart/topoles 9 a Schrijf de goede namen onder de foto s. Kies uit: Flevoland Gelderland Noord-Holland de Vaalserberg. 6 Kijk goed naar de kaart. Schrijf de onderstreepte letters op de goede plaats in de kaart. Friesland Noord-Holland Gelderland Overijssel Utrecht Drenthe. b Trek een lijntje van elke foto naar de goede plek op de kaart Hier staan de hoofdsteden van een paar provincies. Liggen die steden in hoog-nederland of in laag-nederland? Zet een kruisje onder hoog of laag. Provincie Hoofdstad hoog laag Flevoland Lelystad Friesland Leeuwarden Noord-Brabant Den Bosch Zeeland Middelburg 8 Welke provincie uit het rijtje ligt niet aan zee? Zet een kring om die provincie. In welke provincie is deze foto gemaakt? Zet een streep onder de goede provincie: Drenthe Noord-Holland Limburg. Weten jullie ook waarom de foto niet in de andere twee provincies genomen kan zijn? Groningen Friesland Drenthe Zuid-Holland Zeeland Noord-Holland 5

6 3 Hoe wordt Nederland beschermd tegen het water? Hoofdstuk 1 Les 3 Infoles 1 Lees de tekst. Schrijf op elke lege plek een ander woord. Kies uit: rivier dalen beken regenwater dijken heuvels Zuid-Limburg is niet plat. Je vindt er hoge Daartussen liggen 4 Kan deze foto genomen zijn in Zuidelijk Flevoland? Schrijf op: ja of nee. Schrijf erachter waarom je dat denkt. Denk aan: beken, sloten, heuvels, plat., omdat In het dal van de komt veel Dat komt omdat alle uit Limburg er naartoe stromen. de Maas terecht. 5 a Woon jij in hoog-nederland of in laag-nederland? Ik woon in Nederland. b Hoe weet je dat? Denk aan: polders, heuvels, duinen, zee. Kijk ook op de kaart. Langs de Maas zijn Zo worden de mensen beschermd tegen overstromingen. 2 Waarom zijn er dijken nodig in Zuid-Limburg? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Om het land te beschermen tegen te veel regenwater. Om het land te beschermen tegen 3 te veel zeewater. Welke weg legt het regenwater af in Zuidelijk Flevoland? Zet op alle lege plekken een ander woord. Kies uit: gebouwd. de sloten het Markermeer het gemaal. Het regenwater stroomt van naar Dat weet ik omdat 6 Kijk naar het lijstje woorden. a Wat kunnen jullie vinden in de buurt van jullie school of huis? Zet er een kruisje voor. b Het gemaal van Zuidelijk Flevoland heet De Block van Kuffeler. Zet achter de woorden die jullie hebben aangekruist, de namen die jullie kennen. een beek een dal een rivier een dijk een duin een gemaal een heuvel een polder Als laatste gaat het water naar 6

7 Handleiding bij proefles hoofdstuk 1

8 1 Kan jouw school overstromen? Hoofdstuk 1 Thema-inleiding Waar gaat het om? Wateroverlast in de eigen omgeving 8 Uw school kan overstromen... als deze op een ongunstige plek in Nederland staat. Maar hoe komt u erachter of uw school op een ongunstige plaats staat? In dit hoofdstuk gaat u met uw leerlingen op zoek naar het antwoord. Uw leerlingen vergelijken daarvoor hun eigen omgeving met gebieden in Nederland die kunnen overstromen. Onder de zee! Misschien staat uw school in een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Of beter gezegd: lager dan + 1 meter NAP (Normaal Amsterdams Peil), want ongeveer zo hoog komt de zee als het vloed is. Dat laag gelegen deel van Nederland wordt ook wel laag-nederland genoemd. Laag-Nederland kan op verschillende manieren overstromen. De zee kan over het land spoelen als de duinen en dijken voor de kust doorbreken. Het kan ook overstromen als het hard regent. Het regenwater dat in laag-nederland valt, stroomt immers niet vanzelf weg naar de zee. Elke (niet verdampte) regendruppel moet worden weggepompt. Hoog en droog? Misschien woont u in hoog-nederland. Dan hebt u het relatief makkelijk; het regenwater stroomt vanzelf weg naar laag-nederland. Soms brengt dat ook overstromingsgevaar met zich mee. Als het hard regent, overstromen rivieren en beken. Scholen die dichtbij een rivier of beek staan, kunnen dan ook overstromen. Pompen of verzuipen... In Nederland wordt er dagelijks hard gewerkt om het land droog te houden. Rijkswaterstaat is ervoor verantwoordelijk dat Nederland niet overstroomt; hij bewaakt en onderhoudt de kust- en rivierdijken. Een andere instantie, het waterschap, regelt het waterbeheer in de buurt van uw school. In laag-nederland is het belangrijk dat er voldoende water wordt weggepompt. Onder huizen bijvoorbeeld mag het grondwater niet te hoog staan, anders komt er te veel vocht in de kelder. In hoog-nederland proberen de waterschappen het regenwater juist langer vast te houden. Natuurgebieden bijvoorbeeld mogen niet te droog zijn, anders gaat de vegetatie dood. Elk gebied heeft dus een eigen waterstand. Zo n gebied met een beheerde waterstand heet polder. In de spreektaal gebruiken we het woord polders vooral voor gebieden die droog moeten worden gehouden, dus voor gebieden in laag-nederland. Een polder kan heel klein zijn (één strook groen of een wijk) maar er zijn ook heel grote polders zoals Zuidelijk Flevoland. In dit hoofdstuk staan twee gebieden beschreven die worden bedreigd door overstromingen. Probeer met uw leerlingen te zoeken naar verschillen en overeenkomsten tussen uw eigen schoolomgeving en deze gebieden. Om meer te weten te komen over het waterbeheer in uw eigen omgeving, gebruikt u de site De meeste waterschappen hebben een educatieve dienst met lesmateriaal voor basisscholen. Opbouw van de lessen Hoofdstuk 1: Kan jouw school overstromen? Aan het begin van het hoofdstuk zien de leerlingen dat een deel van Nederland kan overstromen. De eerste twee pagina s maken de leerlingen nieuwsgierig naar de vraag: kan mijn school eigenlijk overstromen? Rond deze vraag is het hoofdstuk opgebouwd. Les 1 Kijkles Hoe kan Nederland overstromen? De leerlingen maken kennis met het verschil tussen hoog- en laag-nederland. Laag-Nederland moet voortdurend beschermd worden tegen overstromingen. Sommige delen van hoog-nederland blijven ook niet altijd droog. Les 2 Kaart/topoles Hoe zie je op de kaart wat hoog en laag is? In deze les herhalen de leerlingen kaartvaardigheid uit groep 5 (titel, legenda, noordpijl en schaalstokje). Tot slot oriënteren de leerlingen zich op de hoogtekaart en de topografische kaart van Nederland. Les 3 Infoles Hoe wordt Nederland beschermd tegen het water? In deze les komen twee gebieden aan bod: Zuidelijk Flevoland en Zuid-Limburg. De gebieden worden zo beschreven dat de leerlingen de twee gebieden goed kunnen vergelijken. Daarnaast vergelijken de leerlingen ook hun eigen omgeving met deze gebieden. Les 4 Toetsles Wat heb je geleerd? In deze les geven de leerlingen antwoord op de hoofdvraag: Kan jouw school overstromen? Het leerlingenboek geeft een samenvatting van de leerstof, de topolijst en een overzicht van de begrippen. Na het lezen van de stof uit het leerlingenboek maken de leerlingen de toets. De toets bestaat uit een algemeen gedeelte met acht opdrachten en een verdiepingsgedeelte met twee opdrachten. Alle leerlingen maken het algemene ge-

9 deelte. De snellere (betere) leerlingen maken ook het tweede deel. Ter voorbereiding op de toets kunt u eventueel het kopieerblad samenvatting mee naar huis geven. N.B. De topografie uit les 2 is opgenomen in de toets van het hoofdstuk. Het is ook mogelijk om een aparte topografietoets af te nemen. Deze vindt u bij de kopieerbladen en op de cd-rom. Kopieerblad woordenschat Een deel van de lastige woorden wordt op een kopieerblad geoefend. Kopieerbladen herhaling en herhaling topografie Kinderen die uitvallen op de toets, kunnen het herhalingsblad maken. Leerlingen die uitvallen op de topotoets, maken het herhalingsblad topografie. Kopieerblad Creatieve opdracht Dit is een kopieerblad met uitbreidingsstof voor leerlingen die de toets goed gemaakt hebben. De creatieve opdracht biedt verrijkingsstof en is minder cognitief gericht. De opdracht vraagt om een vrijere en initiatiefrijkere benadering. Kopieerblad Mijn planeet Deze opdracht kan naar behoefte gegeven worden aan groepjes leerlingen of de hele groep. De opdrachten zijn gekoppeld aan het groene wereldbolletje op de openingspagina s van het hoofdstuk. U kunt deze opdrachten in de vorm van een project laten uitvoeren. De algemene lesdoelen Aan het eind van dit hoofdstuk weten de leerlingen:. welke delen van Nederland op welke manieren kunnen overstromen;. hoe Nederland wordt beschermd tegen het water;. of hun eigen omgeving het gevaar loopt overstroomd te worden. De begrippen de beek het dal de dijk de duin het gemaal de heuvel NAP de polder de zeespiegel De topografie Nieuw: Vaalserberg Maas Noordzee Waddeneilanden Herhaling (groep 5): De twaalf provincies Relatie met de kerndoelen In dit hoofdstuk komen de volgende kerndoelen aan bod:. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders in Nederland, vanuit de perspectieven landschap en bestuur.. Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken.. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. De hoofdvraag Kan jouw school overstromen? Het contrast Hoog-Nederland en laag-nederland De regio s Zuidelijk Flevoland en Zuid-Limburg Meer over dit thema Zoek de hoogteligging van uw school op met behulp van de postcode. Vertelstofboeken Jan Terlouw, Oosterschelde windkracht 10. Lemniscaat 1976 Tips Op deze beeldbank staan filmpjes over overstromingen in Nederland. 9

10 1 Hoe kan Nederland overstromen? Hoofdstuk 1 les 1 LB blz. 6-9 WS blz. 3 CD-ROM Kijkles 10 Deze les gaat over... Niet heel Nederland loopt even veel risico op een overstroming. De hoge delen (hoog-nederland) blijven meestal droog. Het lage land moet worden beschermd tegen de zee. En er is nog een gevaar: als het regenwater niet wordt weggepompt, overstroomt het land ook. Lesdoelen De leerlingen weten:. dat een deel van Nederland onder de zeespiegel/nap ligt (laag-nederland) en daardoor kan overstromen;. hoe Nederland wordt beschermd tegen overstromingen (dijken, duinen, regenwater wegpompen uit polders). De leerlingen kunnen:. op een vereenvoudigde tekening over het waterbeheer in Nederland (zoals de plaat op blz. 4-5 in het leerlingenboek) de volgende begrippen herkennen: dijk, duin, NAP, polder, zeespiegel, hoog-nederland en laag-nederland. De leerlingen realiseren zich dat:. Nederland goed beschermd is tegen overstromingen en dat de kans op een overstroming klein is;. de plaats waar hun school staat belangrijk is bij het beantwoorden van de vraag: Kan jouw school overstromen? Woordenschat Begrippen de dijk Verhoging om het water tegen te houden. Vaak zijn dijken gemaakt van klei en bedekt met stenen. de duin Zandheuvel. De wind blaast het zand van het strand weg. Zodra het zand in de luwte van bijvoorbeeld gras komt, blijft het liggen. Door gras te planten, zorgt Rijkswaterstaat ervoor dat de duinen steeds hoger worden. NAP Normaal Amsterdams Peil: maat waarmee de hoogte van het land en het water wordt gemeten. 1 meter + NAP wil zeggen: 1 meter boven de zeespiegel de polder Een gebied waar de mens de hoogte van het water regelt. In laag-nederland liggen heel veel polders: elke polder heeft zijn eigen waterstand. Het waterschap bepaalt hoe hoog de waterstand is. de zeespiegel De gemiddelde hoogte van de zee. Gemiddeld wil zeggen: tussen eb en vloed in. Leg de begrippen lager/ hoger dan de zeespiegel en boven/onder de zeespiegel uit aan de hand van de tekening op blz. 4 van het leerlingenboek of maak zelf een tekening op het bord. Niet alleen land kan lager liggen dan de zeespiegel, maar bijvoorbeeld ook een sloot. Lastige woorden beschermen Ervoor zorgen dat iets of iemand veilig is of ergens geen last van heeft. Geef voorbeelden: een jas beschermt je tegen de kou, een paraplu tegen de regen, een helm beschermt het hoofd van een soldaat of een motorrijder, een dier beschermt zijn jongen tegen roofdieren, enz. doorbreken Als een dijk doorbreekt, komt er een gat in. Dat gat is zo groot, dat het water door of over de dijk heen gaat. Leg uit hoe dat gaat. Heel soms is een dijk niet stevig meer of is het water heel sterk. Dan kan de dijk kapotgaan: hij breekt. Als de dijk zó kapot is dat het water er doorheen of overheen gaat, heet dat doorbreken. overstromen Als het land onder water komt te staan. Laat dit zien. Zet een kopje in een teiltje en giet het kopje langzaam vol water. Het water stroomt over de rand van het kopje en vervolgens stroomt het over de bodem van het teiltje. pompen Met een apparaat (een pomp) ergens water uit halen. In een wasmachine zit een pomp die het water uit de machine haalt. Als die kapot is, blijft de wasmachine vol water staan en kan hij zelfs overstromen. voormalig Vorige, vroegere. Van een oude school of oud ziekenhuis worden soms huizen gemaakt. Dan wonen er mensen in de voormalige school of in het voormalige ziekenhuis. Voormalig betekent dan dat die gebouwen vroeger een school of een ziekenhuis waren. Geef zo mogelijk een voorbeeld uit de eigen omgeving. Voorbereiding (optioneel) Zoek de hoogteligging van uw school op via Bekijk de site van het waterschap waaronder uw school valt via De meeste waterschappen hebben een educatieve afdeling met lesmateriaal over uw eigen omgeving. Bekijk als u tijd hebt een leuke site voor leerlingen: met alle informatie over de laagste plek van Nederland.

11 Materiaal (optioneel) plastic beker of blik met kleine gaatjes in de bodem, plastic doos met water en twee rietjes Op het bord De begrippen: de dijk, de duin, NAP, de polder, de zeespiegel. Organisatie onderdeel tijd met wie Oriëntatie 10 min. individueel of groepje Introductie 10 min. klas Bespreking 15 min. klas Verwerking 15 min. individueel of groepje Extra 10 min. in tweetallen Extra 10 min. individueel Lesverloop Oriëntatie (zelfstandig werken) De leerlingen maken opdracht 1 van het werkschrift. De opdracht gaat over de openingsbladzijden van het hoofdstuk. Introductie (leerkrachtgebonden) Maak uw leerlingen enthousiast voor dit hoofdstuk. U kunt dit op verschillende manieren doen. Bespreek opdracht 1: Welk wereldbolletje vond je het leukst, het spannendst, het ergst, het gekst? Of waar was je het meest verbaasd over? Vraag door op wat de leerlingen aansprak of verbaasde aan de tekst of de foto. Of: vertel over uw ervaring met het thema (wateroverlast) en laat uw leerlingen daarop reageren. U kunt denken aan:. Wateroverlast op de camping. Hoe zag het eruit? Waar bleef het water?. Noodweer in de wijk. Hoe zag het eruit? Waar bleef het water?. Overstromingen in het nieuws. Waar was het? Hoe zag het eruit?. Bruggen rondom de school. Hoeveel bruggen moet je over voordat je bij... bent? Waarom gooien de mensen die sloten niet dicht met zand? Sluit af met het voorlezen en toelichten van de hoofdvraag in het tekstkader op blz. 7. Bespreking (leerkrachtgebonden) Lees Wat ga je leren? op blz. 8 voor. Sta stil bij de verschillen tussen 'lage delen' en 'hoge delen'. Laat de leerlingen nadenken wat het betekent als je lager dan de zee staat.. Wat moet je doen om de zee tegen te houden?. Waar moet het regenwater naartoe? Hoe kom je van het water af? De leerlingen kunnen de antwoorden vinden door goed te kijken naar de grote tekening. Lees de tekst voor en licht hem toe met behulp van de tekening in het boek. Besteed aandacht aan de begrippen en het verschil tussen hoog- en laag-nederland. Gebruik hierbij de aanwijzingen in het begrippenoverzicht. (optioneel voor een snelle klas) Laag-Nederland heeft niet alleen last van regenwater en zeewater. Er komt ook nog water uit de grond opborrelen: grondwater. Vul een plastic doos met water. Duw een lege plastic beker of een blik met gaatjes in de bodem het water in. De beker loopt langzaam vol met water. Laat een leerling het bekertje met een rietje telkens leeg zuigen. Zo werkt een polder! De rand van het bekertje is de dijk. Het water dat door de gaatjes komt, is grondwater en loopt almaar door. Het rietje is de pomp die de polder droog houdt. Hoe dieper het bekertje in het water wordt gedrukt, hoe sneller loopt de beker vol. Zo gaat het ook met polders die heel laag liggen. Stel controlevragen na afloop van uw bespreking:. Welk deel van Nederland loopt de meeste kans op een overstroming? (wijs aan op de kaart). Op welke manieren kan laag-nederland overstromen? (regenwater, zeewater). Wat doen de mensen om overstromingen te voorkomen? (dijken, duinen, regenwater wegpompen uit de polders). Is het gevaarlijk om in laag-nederland te wonen? Verwerking (zelfstandig werken) De leerlingen maken de opdrachten in het werkschrift. Aandachtspunt: zijn er vraagtypen bij die de leerlingen nog niet kennen? Geef zonodig uitleg. De leerlingen kunnen ook oefenen met de cd-rom. Bespreek eventueel moeilijke opdrachten. Met het antwoordboekje kunnen de leerlingen hun werk zelf nakijken. Als u daar gelegenheid voor hebt, bespreek dan enkele opdrachten na. Besteed daarbij ook aandacht aan het proces: hoe zijn jullie aan het antwoord gekomen? Waar heb je het antwoord gevonden, in de tekst of in het plaatje? 11

12 2 Hoe zie je op de kaart wat hoog en laag is? Hoofdstuk 1 les 2 LB blz WS blz. 4-5 CD-ROM Kaart/topoles Deze les gaat over... Op de kaart kun je zien of je in hoog- of in laag- Nederland woont. In deze les herhalen de leerlingen kaartvaardigheid uit groep 5 (titel, legenda, noordpijl en schaalstokje). Tot slot oriënteren de leerlingen zich op de hoogtekaart en de topografische kaart van Nederland. Lesdoelen De leerlingen weten:. de plaatsnamen uit de topografielijst terug te vinden op een blinde kaart;. in welk deel van Nederland hun school staat, hoog- of laag-nederland. De leerlingen kunnen:. werken met de legenda en het schaalstokje op de kaart;. op een kaart aangeven waar het noorden is met behulp van de noordpijl;. met behulp van de titel aangeven waar een kaart over gaat.. van kenmerkende foto s in het boek aangeven of het in hoog- of in laag-nederland is. Woordenschat Begrippen de legenda Verklaring van de tekens op de kaart. Tekens kunnen kleuren of symbolen zijn. de noordpijl De pijl op de kaart die naar het noorden wijst. Meestal (maar niet altijd!) wijst de pijl naar de bovenkant van het kaartblad. het schaalstokje Meetlat die laat zien hoe groot de afstand op de kaart in werkelijkheid is. Het rekenen met schaalgetallen komt in deze methode nog niet aan bod in groep 6. de titel De naam van de kaart. De titel bestaat meestal uit een combinatie van een themanaam en een gebiedsnaam, bijvoorbeeld landbouw in Nederland. Lastige woorden het gebied Een stuk land. Geef concrete voorbeelden, bijvoorbeeld uit vakantielanden die uzelf of de kinderen hebben bezocht, of uit de eigen omgeving: in dit gebied staan veel fabrieken, in dit gebied regent het erg weinig, in dit gebied komen veel vossen voor, enzovoort. de grens Een plek waar het ene land of gebied ophoudt en het andere land of gebied begint. Kinderen zijn vaak erg bezig met het afbakenen van hun territorium, bijvoorbeeld op de achterbank van de auto: Dit is mijn helft en dat is jouw helft. Daartussen ligt de grens. Een grens zie je vaak niet, maar hij is er wel. Herkennen de leerlingen dit? de informatie Als je informatie krijgt, kom je meer over iets te weten. Geef voorbeelden van soorten informatie. het onderwerp Waar iets over gaat. Geef voorbeelden: dit boek gaat over dinosaurussen, dus het onderwerp is... Dit programma gaat over bergbeklimmen, dus het onderwerp is... het symbool Een ding, dier of plaatje dat iets anders voorstelt. Geef voorbeelden, bijvoorbeeld uit de sms-taal: :-) is het symbool voor ik maak een grapje. Een hart is een symbool van liefde Topografie Nieuwe topografie: de Vaalserberg de Maas De Noordzee De Waddeneilanden Herhaling (uit groep 5): De twaalf provincies Voorbereiding Geen speciale voorbereiding. Materiaal wandkaart van Nederland Op het bord Schrijf de begrippen op het bord: de legenda, de noordpijl, het schaalstokje, de titel. 12

13 Organisatie onderdeel tijd met wie? Introductie, 10 min. klas oriëntatie en bespreking Verwerking 30 min. individueel of groepje Extra 10 min. in tweetallen Extra 10 min. individueel Lesverloop Introductie, oriëntatie en bespreking (leerkrachtgebonden) Vraag de leerlingen of ze kunnen vertellen wat de vorige les aan de orde is geweest. In ieder geval komt de vraag: Welk deel van Nederland loopt de meeste kans op een overstroming? (wijs aan op de kaart) aan bod.u vertelt dat de leerlingen vandaag op de kaart mogen gaan uitzoeken of hun school in hoog- of laag-nederland staat, maar dat ze daarvoor wel moeten weten hoe je op de kaart ziet wat hoog en laag is. Daar gaat het eerste deel van deze les over. Het tweede deel van de les oefenen de leerlingen de topografie.u vertelt de kinderen dat ze eerst de tekst op de eerste twee bladzijden gaan lezen. De tekst gaat over de themakaart Hoog- en laag-nederland. Daarna maken ze de bijbehorende opdrachten in het werkschrift. Als die af zijn, lezen de leerlingen de volgende twee pagina s en maken ze de bijbehorende opdrachten in het werkschrift. Nabespreking van de opdrachten (leerkrachtgebonden) U kunt ervoor kiezen de opdrachten te bespreken. Het is ook mogelijk de leerlingen hun opdrachten zelf te laten nakijken. U stelt dan alleen controlevragen met het boek dicht, bijvoorbeeld:. In welk deel van Nederland ligt onze school: in hoog- of laag-nederland?. Hoe kun je dat zien op de kaart?. Welke titel heeft een kaart waarop je dat zou kunnen zien?. In welke (wind)richting moet je fietsen om in het andere deel van Nederland te komen? (herhaal de windrichtingen). Hoe ver is het fietsen naar het andere deel van Nederland? (laat een leerling op de wandkaart met behulp van een schaalstokje de afstand opmeten). Wijs... aan. (laat leerlingen plaatsnamen uit de topografielijst aanwijzen op de wandkaart) Opdrachten (zelfstandig werken) De leerlingen lezen de tekst van blz. 10 en 11 en maken de opdrachten in het werkschrift. Daarna lezen ze blz. 12 en 13 van het leerlingenboek en maken de overige opdrachten bij deze les. De leerlingen kunnen ook oefenen met de cd-rom. 13

14 3 Hoe wordt Nederland beschermd tegen het water? Hoofdstuk 1 les 3 LB blz WS blz. 6 CD-ROM Infoles Deze les gaat over... Zuid-Limburg ligt in hoog-nederland. Toch kunnen delen van het gebied overstromen. Zuidelijk Flevoland ligt in laag-nederland. Er wordt hard gewerkt om deze polder droog te houden. De leerlingen vergelijken de gebieden met hun eigen omgeving. de rivier Een grote waterstroom, die niet door mensen is gegraven. Grote rivieren zijn bijvoorbeeld de Maas en de Rijn. Meer over rivieren in groep 7. de sloot Een smal kanaal, dat door mensen is gegraven. Sloten zijn meestal recht. 14 Lesdoelen De leerlingen weten:. welke verschillen er zijn tussen het landschap in Zuid-Limburg en dat in Zuidelijk Flevoland (met betrekking tot reliëf en waterafvoer);. dat beide gebieden een kans lopen om te overstromen en dat beide gebieden maatregelen hebben getroffen om dat te voorkomen. De leerlingen kunnen:. verschillen en overeenkomsten in het landschap van Zuid-Limburg en Zuidelijk Flevoland verklaren (waarom zijn er in Zuid-Limburg beken en in Zuidelijk Flevoland sloten? Waarom zijn er in beide gebieden dijken?) De leerlingen realiseren zich dat:. je aan kenmerken van het landschap kunt zien of je in hoogof in laag-nederland bent;. waterlopen (sloten, beken, rivieren) nodig zijn om de omgeving van de leerlingen en de rest van Nederland droog te houden. Woordenschat Begrippen de beek Een smalle en ondiepe waterstroom, die niet door mensen is gegraven. Een soort klein riviertje. Beken kronkelen. In de buitenbocht van de beek stroomt het water het hardst. Daar schraapt de beek grond weg. Sommige boeren willen daarom dat de beken recht worden gemaakt. het dal De lage delen tussen de heuvels. De dalen in Zuid-Limburg zijn ontstaan doordat de rivieren telkens grond wegspoelden. het gemaal Een pomp die het water uit (of bij droog weer in) de polder pompt. Veel gemalen werken met de schroef van Archimedes: zie proefje in de lesbeschrijving. de heuvel Een berg tot 500 meter boven de zeespiegel noem je een heuvel. De hoogste heuvel van Nederland is de Vaalserberg, +322 meter boven NAP. Lastige woorden Besteed aandacht aan deze woorden en uitdrukkingen. de bodem De grond onder het water of de grond onder je voeten. Dit zijn de aardrijkskundige betekenissen; in deze les wordt specifiek de grond onder het water bedoeld. Bij bijvoorbeeld kopjes, flessen en dozen spreek je ook van een bodem. Laat de kinderen zelf met voorbeelden komen van voorwerpen die een bodem hebben. Ga dan naar de aardrijkskundige betekenis. Wat ligt er op de bodem van de zee? Als een zee of een meer heel diep is, kun je dan op de bodem staan? kaarsrecht Zo recht als een kaars, heel recht dus. Laat een kaars zien. slingeren Van een beek of rivier: niet recht vooruit stromen, maar nu eens de ene kant op, dan weer de andere kant op gaan; kronkelen. Teken een slingerende rivier op het bord. Met de fiets kun je ook slingeren. Weten de kinderen hoe dat gaat? de tocht Hier: de reis. Geef voorbeelden: een tocht door de bergen, een dagtochtje, enz. Hebben de kinderen zelf wel eens een tocht gemaakt? voorkomen Met de klemtoon op ko : ervoor zorgen dat iets niet gebeurt. Geef voorbeelden: ik doe een warme jas aan om te voorkomen dat ik het koud krijg, ik pak de vaas goed in om te voorkomen dat hij breekt, enz. Laat de kinderen zelf ook voorbeelden bedenken. Voorbereiding (optioneel) Bekijk clips over overstromingen op de beeldbank van schooltv: Materiaal wandkaart van Nederland (optioneel) paar grote schroeven Op het bord De begrippen: de beek, het dal, het gemaal, de heuvel, de sloot, de rivier.

15 Organisatie onderdeel tijd met wie? Oriëntatie 10 min. individueel of in groepjes Introductie 10 min. klas Bespreking 15 min. klas Verwerking 15 min. individueel of in groepjes Extra 10 min. in tweetallen Extra 10 min. individueel Lesverloop Oriëntatie (zelfstandig werken) De leerlingen maken opdracht 1 van het werkschrift. Ze lezen de titel, Wat ga je leren? en de tussenkopjes van les 3. Ze bekijken de afbeeldingen. Ze bedenken waar de les over zal gaan. Introductie (leerkrachtgebonden) In les 1 maakte u de leerlingen enthousiast voor het onderwerp overstromingen. Herinner uw leerlingen daar nog eens aan! Vraag de leerlingen of ze kunnen vertellen wat in de eerste les van het hoofdstuk aan de orde is geweest. Stel vragen als:. Welk deel van Nederland loopt de meeste kans op een overstroming? (wijs aan op de kaart). Op welke manieren kan laag-nederland overstromen? (regenwater, zeewater). Wat doen de mensen om overstromingen te voorkomen? (dijken, duinen, regenwater wegpompen uit de polders). Is het gevaarlijk om in laag-nederland te wonen? Sluit af met het lezen van Wat ga je leren? op blz. 14. Bespreking (leerkrachtgebonden) Bespreek opdracht 1:. Over welke gebieden gaat deze les? Laat een leerling de gebieden aanwijzen op een wandkaart.. In welke delen van Nederland liggen deze gebieden? Hoog- of laag-nederland?. In welk deel van Nederland staat onze school? Hoog- of laag-nederland? Staat uw school in hoog-nederland: laat uw leerlingen letten op de overeenkomsten en verschillen tussen de omgeving van de school en Zuid-Limburg. Staat uw school in laag-nederland: laat uw leerlingen letten op de overeenkomsten en verschillen tussen de omgeving van de school en Zuidelijk Flevoland. Lees de tekst voor. Licht de tekst en begrippen toe met behulp van de afbeeldingen in het boek. Leg de nadruk op het vergelijken van Zuid-Limburg en/of Zuidelijk Flevoland met uw eigen omgeving. Vraag de leerlingen naar overeenkomsten en verschillen. Zuid-Limburg Zuidelijk Flevoland. Heuvels en dalen.. Vlak.. (Natuurlijk kronkelende) beken.. (Gegraven) rechte sloten.. Water stroomt vanzelf weg. Water wordt weggepompt met gemalen. Na hevige regenval overstromen. Bij de Oostvaardersplassen de beken en rivieren. is het niet gelukt om al het water weg te pompen. (Optioneel voor een snelle klas) Laat zien hoe een gemaal werkt met behulp van een (grote) schroef. Zet de schroef schuin op een tafel. Laat een leerling zijn nagel in de groef steken en draai de schroef langzaam rechtsom. De nagel verplaatst zich langzaam naar boven. Een gemaal werkt ook zo: de draaiende schroef verplaatst het water naar boven! Stel controlevragen na afloop van uw uitleg:. Kan een school in hoog-nederland overstromen? Waar moet zo n school staan?. Waarom zijn er in Zuid-Limburg beken en in Zuidelijk Flevoland sloten? Waarom zijn er in beide gebieden dijken?. Hoe kun je aan het landschap in de omgeving van de school zien dat je in hoog- dan wel laag-nederland bent? Verwerking (zelfstandig werken) De leerlingen maken de opdrachten in het werkschrift. Aandachtspunt: zijn er vraagtypen bij die de leerlingen nog niet kennen? Geef zonodig uitleg. Met het antwoordboekje kunnen de leerlingen hun werk zelf nakijken. Als u daar gelegenheid voor hebt, bespreek dan enkele opdrachten na. Besteed daarbij ook aandacht aan het proces: hoe zijn jullie aan het antwoord gekomen? Waar heb je het antwoord gevonden, in de tekst of in het plaatje? De volgende les is een toetsles. Geef de leerlingen eventueel kopieerblad Samenvatting mee naar huis, zodat zij thuis de stof nog eens kunnen doornemen. 15

16 4 Wat heb je geleerd? Hoofdstuk 1 les 4 LB blz Toetsles Lesdoelen In deze toetsles wordt nagegaan of de leerdoelen van het hoofdstuk zijn bereikt. Bij een voldoende resultaat weet u dat de leerling op de volgende onderdelen de stof in voldoende mate beheerst: Wereldbeeld De leerling weet:. dat een deel van Nederland onder de zeespiegel/nap ligt (laag-nederland) en daardoor kan overstromen;. hoe Nederland wordt beschermd tegen overstromingen (dijken, duinen, regenwater wegpompen uit polders);. in welk deel van Nederland de school staat, hoog- of laag-nederland;. welke verschillen er zijn tussen het landschap in Zuid-Limburg en dat in Zuidelijk Flevoland (met betrekking tot reliëf en waterafvoer);. dat beide gebieden een kans lopen om te overstromen en dat beide gebieden maatregelen hebben getroffen om dat te voorkomen. Vaardigheden De leerling kan:. op een vereenvoudigde tekening over het waterbeheer in Nederland de volgende begrippen herkennen: dijk, duin, NAP, polder, zeespiegel, hoog-nederland en laag-nederland;. werken met de legenda en het schaalstokje op de kaart;. op een kaart aangeven waar het noorden is met behulp van de noordpijl;. met behulp van de titel aangeven waar een kaart over gaat;. van kenmerkende foto s in het boek aangeven of het in hoog- of in laag-nederland is;. verschillen en overeenkomsten in het landschap van Zuid-Limburg en Zuidelijk Flevoland verklaren (waarom zijn er in Zuid-Limburg beken en in Zuidelijk Flevoland sloten? Waarom zijn er in beide gebieden dijken?). Topografie De leerling kan de volgende namen terugvinden op een blinde kaart: Groningen Zuid-Holland Friesland Zeeland Drenthe Noord-Brabant Overijssel Limburg Gelderland de Vaalserberg Utrecht de Maas Flevoland de Noordzee Noord-Holland de Waddeneilanden Materiaal toetsboekje toets 1 16

17 Organisatie onderdeel tijd met wie? Bespreking 10 min. klas Leren 10 min. individueel Toetsing 20 min. individueel Nabespreking 10 min. klas Lesverloop Instructie (leerkrachtgebonden) U houdt een kort leergesprek, waarin u de hoofdvraag en de leerstof van het hoofdstuk bespreekt. U gaat nog eens in op de verschillen en overeenkomsten tussen hoog- en laag-nederland. U bespreekt:. de kaart (waar liggen hoog- en laag-nederland? Hoe kun je op de kaart zien of een gebied hoog of laag ligt?);. de afbeeldingen van de afgelopen lessen (welke begrippen zie je op de foto s? Welke foto s zijn in hoog- en welke zijn in laag-nederland genomen?);. de verschillen tussen Zuidelijk Flevoland, Zuid-Limburg en uw eigen omgeving als het gaat om waterbeheer (op welke manier raakt het gebied het regenwater kwijt? Op welke manier wordt het gebied beschermd tegen overstromingen?). Leren (zelfstandig werken) De leerlingen bestuderen de samenvatting in het boek of op de cd-rom. Daar staan twee oefentoetsen. Toetsing (zelfstandig werken) De leerlingen maken de toets. De toetsstof bestaat uit de kernstof uit de lessen, de begrippen en de lijst met topografie. De opdrachten 1 t/m 8 gaan over de stof die alle kinderen moeten beheersen, dus over de hoofdstukdoelen zoals vastgelegd in samenvatting en begrippen. De overige opdrachten vragen een diepgaander begrip van en mening over de stof: deze opdrachten zijn wat productiever en kosten meestal iets meer tijd. Nabespreking (leerkrachtgebonden) U kunt de opdrachten van de toets kort met de hele groep nabespreken. Welke vragen waren lastig, welke makkelijk? De antwoorden staan in de groepsmap. U vindt daar ook het registratieformulier om de resultaten vast te leggen. Normering Vier vragen of minder goed gemaakt, geeft aan dat de leerling de stof onvoldoende beheerst. U kunt ervoor kiezen het kopieerblad met herhalingsstof te laten maken. Ook kan met de cd-rom geoefend worden. Vijf vragen of meer goed gemaakt, is voldoende. 17

18 Toets 1 1 Kan jouw school overstromen? 1 Wat kun je zien in hoog-nederland en wat in laag-nederland? Zet een kruisje onder hoog of laag. 3 Vul in. Kies uit: regenwater zeewater hoog-nederland laag-nederland. Hilde zegt: Ik woon onder de zeespiegel in A B Als de dijken breken, overstroomt het land C hoog laag a b c d 2 D Gelukkig zijn de dijken sterk. De mensen hier moeten er elke dag voor zorgen dat het wordt weggepompt. Woonde ik maar in 4 Kijk nog eens naar de foto s van vraag 1. Hoe ziet het er in de buurt van jouw woonplaats uit? Je mag meer foto s kiezen. Bij mijn woonplaats lijkt het op foto 5 Zuid-Limburg ligt ver van de zee. Waarom vind je er dan toch dijken? Er zijn in Zuid-Limburg dijken omdat Schrijf de nummers van de begrippen op de goede plaats. Let op: je houdt twee begrippen over. Kies uit: 1 de beek 2 de dijk 3 de duin 4 het gemaal 5 de sloot 18

19 Toets 1 (vervolg) 1 Kan jouw school overstromen? 6 a Teken de noordpijl op de kaart. A B C b Hoeveel kilometer is de afstand tussen de nummer 6 en nummer 7? Zet een kruisje voor het goede antwoord. De afstand tussen 6 en 7 is: ongeveer 20 km ongeveer 40 km ongeveer 200 km ongeveer 400 km 7 Kijk op de kaart bij vraag 6. Vul de namen in die bij de nummers horen. 1 provincie 2 provincie 3 provincie 4 provincie 5 provincie 6 de 7 de 8 de 8 Waar denk je dat deze foto s gemaakt zijn? Vul het goede nummer in. foto a foto b foto c 9 Kan jouw school overstromen door de zee? Waarom wel of waarom niet? Mijn school kan wel / niet overstromen door de zee omdat 10 Lees wat deze kinderen zeggen: Eline: Hoog-Nederland kan niet overstromen door de zee. Murat: In hoog-nederland zijn soms ook overstromingen! Wie heeft er gelijk? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Eline heeft gelijk. Murat heeft gelijk. Ze hebben allebei gelijk. Ze hebben allebei geen gelijk. 19

20

21

22

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/67408 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Leontine Helmer 15 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67408 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 0-5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de kaart aan. Een legenda...... geeft aan

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt. Meander Samenvatting groep 5 Thema 3 Waterland Samenvatting Langs de kust Nederland ligt voor de helft onder de zeespiegel. Heel vroeger woonden mensen dicht bij zee op terpen. Langs de kust beschermen

Nadere informatie

aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND

aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND VOORBEREIDINGSTIJD 20 minuten LESTIJD 35 minuten aardrijkskunde PROVINCIES VAN NEDERLAND GROEP 5,6 LESDOEL De leerlingen leren door herhaling op snelheid, de provincies van Nederland te automatiseren.

Nadere informatie

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten. Meander groep 5 Thema 1 Onderweg Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren

Nadere informatie

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6 1 NAAM GROEP De reis van een waterdruppel Het water op aarde maakt verre reizen. De reizen van het water verlopen altijd in een rondje: de waterkringloop. Het begint met de zon De zon verwarmt het zeewater

Nadere informatie

5.1 De kaart van Nederland

5.1 De kaart van Nederland LB 40-4 5. De kaart van Nederland Wat betekent dit bord, denk je? Je rijdt de provincie Utrecht in. Welke zin hoort bij welk woord? Trek lijnen. Een schaalstok...... geeft de vier windrichtingen op de

Nadere informatie

hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek Proefles Aardrijkskunde voor het basisonderwijs

hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek Proefles Aardrijkskunde voor het basisonderwijs hoofdstuk 1 - werkschrift - handleiding - toetsboek 5 Proefles Aardrijkskunde voor het basisonderwijs Inhoud Werkschrift 3 Handleiding 7 Toetsboek 18 ThiemeMeulenhoff, Utrecht/Zutphen, 2006 1 1 Waarom

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP docentenmateriaal: 3 niveaus, incl. antwoorden Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP De toetsvragen staan gerangschikt

Nadere informatie

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B. In jouw stad of dorp zijn er vast wel wijken waar mensen met wat hogere inkomens wonen en wijken waar mensen met wat lagere inkomens wonen. Er wordt beweerd dat mensen met een hoger inkomen meer en verder

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Stem ook! Woensdag 18 maart kiezen we twee keer

Stem ook! Woensdag 18 maart kiezen we twee keer Provinciale Statenverkiezingen Woensdag 18 maart kiezen we twee keer Stem ook! Op woensdag 18 maart zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten en Waterschappen. Iedereen vanaf 18 jaar mag dan stemmen.

Nadere informatie

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK 5 Meander Aardrijkskunde WERKBOEK Eindredactie: Carla Wiechers Leerlijnen: Mark van Heck Auteurs: Marc ter Horst, Jacques van der Pijl THEMA 4 thema 4 les 1 Wat eten

Nadere informatie

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau

o Heuvelachtig o Platteland o Boven zeeniveau o Plat o Stad o Onder zeeniveau Vragenlijst overstromingen Deze vragen zijn niet bedoeld als een test. Je krijgt er geen cijfer voor. 0. Waar woon je?. In welke klas zit je?... 1. Hoe zou je het gebied waarin je woont omschrijven? (kies

Nadere informatie

Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water

Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water Naam: Opdracht 1 De strijd tegen het water in Noord-Holland Je hebt in de klas net de digibordles Noord-Holland werkt aan water gedaan. Wat heb

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Onderwijsactiviteit 11 Water Water. We denken er niet vaak over na, maar het is belangrijk voor het leven op aarde. Het is dan ook één van de vier elementen. In dit

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les: Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie

Nadere informatie

Samenvatting 1 Kan de regen opraken?

Samenvatting 1 Kan de regen opraken? Samenvatting 1 Kan de regen opraken? Kan de regen opraken? Je moet weten waar het regenwater blijft als het op de grond ligt. Je moet ook weten hoe het kan gaan regenen. Weet je dit allemaal? Dan kun je

Nadere informatie

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden. Thema 1 Water De watersnoodramp In 1953 braken tijdens een zware storm de dijken door in Zeeland en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het land overstroomde. Bij deze watersnoodramp kwamen veel mensen

Nadere informatie

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER

LESBESCHRIJVINGSFORMULIER LESBESCHRIJVINGSFORMULIER Beroepstaak 1 Omgaan met kinderen in een leersituatie Stageschool Plaats Stagementor Stagegroep Aantal kinderen Gegevens Stageschool Datum Naam student Groep Vakgebied Gegevens

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie Groep 5 t/m 8 Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen weten na de les dat leefomstandigheden op kleine stukjes van een gebied sterk kunnen verschillen. Leerlingen kunnen noemen dat er door hoogteverschillen

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Watersysteem Droge voeten en schoon water www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Droge voeten en schoon water Waterschappen zorgen ervoor dat jij en ik droge

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar Spelen met zand Zoals je hebt kunnen zien is zand heel interessant, maar zand is ook heel erg leuk. Je kunt er namelijk onwijs goed mee spelen! Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar Schrijf

Nadere informatie

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Thema: Problemen voor V&D. Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau AA Thema: Problemen voor V&D Een uitgebreide uitgeschreven aanpak vindt u in de Instapmodules: www.nieuwsbegrip.nl Download & prints Instapmodules Nieuwsrekenen. Benodigd

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8 0 Hoofstuk 1. Globe of kaart 2. Over tekens en kleuren 3. Schaal: Van groot naar klein 4. Over richtingen 5. Kaarten in soorten 6. De wegenkaart 7. Maak je eigen weerkaart 1 Globe of kaart 1. Hieronder

Nadere informatie

Voorspellen en tekst lezen

Voorspellen en tekst lezen Voorspellen en tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je gaat lezen, doe je eerst een voorspelling. Waar zou de tekst over gaan? Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de

Nadere informatie

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Toepassen Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: Zuid Nederland Constructies Toepassen Aardrijkskunde Nederland is vol met rivieren. Om de rivier te kunnen oversteken bouwt men bruggen. Dan hoef je niet op

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling

Aardrijkskunde. Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis. Bedoeling Aardrijkskunde Thema / onderwerp Aardrijkskundeles met gebruikmaking van de geografische vierslag. Betekenis Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen? Hoe leg je de relatie met de beginsituatie?

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."

Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken. Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Welke vraag hebben we daarbij nodig?"

Nadere informatie

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: De watersnoodramp. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: De watersnoodramp Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS LESBRIEVEN LEERLINGEN WERKBLAD LESBRIEF 3: VLIEGEN Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier (deel 3) Vliegen Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Ontwerp een vliegmachine Proefvliegen: drijven op

Nadere informatie

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen?

Sheet 2: Bekijk met de kinderen de tussenstand van Afval the Game op Instagram en/of Facebook. Hoe gaat het bij de kinderen met inzamelen? Afval the Game Docentenhandleiding les 2 Duur Voor deze les hebt u ongeveer 80 minuten nodig. Leerdoelen De kinderen hebben in de vorige les geleerd dat het belangrijk is om plastic te scheiden, zodat

Nadere informatie

Voorbereidende les Waterwolf in waterland

Voorbereidende les Waterwolf in waterland Voorbereidende les Waterwolf in waterland ------------------------------------------------------------------------------------------------------- Lesactiviteit: Een polder, dijk of boot maken Groep: 4

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Lente

Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de

Nadere informatie

Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval

Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval "Goedemorgen.. De vorige lessen zijn we bezig geweest met het ophelderen van moeilijke woorden in de tekst. Vandaag gaan we een andere manier proberen om de tekst beter

Nadere informatie

Wie ben jij? HANDLEIDING

Wie ben jij? HANDLEIDING HANDLEIDING Wie ben jij? Korte omschrijving lesactiviteit Iedereen legt vijf vingers op tafel. Om de beurt vertel je iets over jezelf, waarvan je denkt dat het uniek is. Als het inderdaad uniek is, dan

Nadere informatie

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6

Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht Groep 5 en 6 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Leskist THEMA-handleiding Een weekend in de provincie Utrecht

Nadere informatie

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Thema: de mosasaurus. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen Handleiding en opgaven niveau A1 Thema: de mosasaurus Benodigd materiaal - Voor alle leerlingen een exemplaar van Opgavenblad A1 (zie pagina 6) - Voor alle leerlingen drie exemplaren van Werkblad Stappenplan

Nadere informatie

Les 1 Ontstaan aardgas

Les 1 Ontstaan aardgas Les 1 Ontstaan aardgas In 1959 werd onder het land van boer Boon in de buurt van Slochteren gas ontdekt. Het bleek één van de grootste gasvelden van de wereld te zijn! Hoe is dat gas in de boden van Nederland

Nadere informatie

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat

Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Lesbrief www.leopold.nl Auteur: Enzo Pérès-Labourette / ISBN 978 90 258 7316 5 Leeftijd: 5-8 jaar Thema: Noordpool, natuur, dieren, reizen, klimaat Wat ik bomen wil vertellen Voor het lezen Vertel aan

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Energie 5 en 6 2 Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: begrijpen hoe elektriciteit en stroom ontstaan, als een brandstof wordt

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1

leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit

Nadere informatie

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Drents Museum Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen Les 1 Pratende dingen Samenvatting van de les Deze les is de eerste van vier lessen over beeldcultuur. Tijdens

Nadere informatie

Les met werkblad - biologie

Les met werkblad - biologie Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen hebben na de deze les een idee hoe het is om te wadlopen. Ze weten wat ze onderweg tegen kunnen komen. Materialen: - Werkblad 5: Wadlopen - Platte bak (minimaal

Nadere informatie

Handleiding leerkracht

Handleiding leerkracht Meer van Galilea Inleiding Thema: het Meer van Galilea en de watervoorziening. Er komt aan de orde waar het Meer van Galilea ligt, bijzonderheden van het meer, het Meer Galilea van de Bijbel en het meer

Nadere informatie

Ik en de maatschappij. Reizen

Ik en de maatschappij. Reizen Ik en de maatschappij Reizen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ferry van de Put Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Eindredactie: Daphne Ariaens

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen?

Samenvatting. 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen? 1 Kan jouw school overstromen? Weet je nu of jouw school kan overstromen? Om deze vraag te beantwoorden, moet je weten op welke manier Nederland kan overstromen. Verder moet je weten in welk deel van Nederland

Nadere informatie

Werkblad: Vind me dan

Werkblad: Vind me dan Werkblad: Vind me dan Stap 1 Stap 2 Wat is het probleem? Vraag het de natuur! Hoe lost de natuur dit probleem op? Hoe zorgen planten en dieren ervoor dat ze niet opvallen? Kennen jullie voorbeelden? Schrijf

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken www.edusom.nl Opstartlessen Les 1. Kennismaken Wat leert u in deze les? Uzelf voorstellen Kennismaken Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag en DWI Amsterdam HET GESPREK

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6

Lesbrief nr 1. voor Groep 5 + 6 Lesbrief nr 1 voor Groep 5 + 6 1 / 2016 + Download deze lesbrief ook op samsam.net Wat is Samsam Junior? Samsam Junior is een cross-mediale methode over mondiaal burgerschap, kinder rechten en duurzaamheid.

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Zoekopdrachten bij Het water komt. ** Module 1 De geschiedenis van de Delta. 1 Strijd tussen land en water 2 Overstromingen door de eeuwen heen 3 Oorzaken van overstromingen: de mens zelf 4 Waterbeheer. Blz. 4 Achter de duinen had je veengronden

Nadere informatie

Nederland Waterland Basisonderwijs

Nederland Waterland Basisonderwijs Nederland Waterland Basisonderwijs Introductie Nederland is een land vol met water. Water in rivieren en meren. De zee klotst tegen onze duinen. En de zachte bodem van Nederland zit ook vol met water.

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Teken een architect. Lees het volgende verhaal: Teken een architect Lees het volgende verhaal: Een architect heeft een hele dag nagedacht over een nieuwe brug die gebouwd moet worden. Via de brug moet het verkeer, ook zware vrachtwagens, over een brede

Nadere informatie

DOCENTENHANDLEIDING basisonderwijs

DOCENTENHANDLEIDING basisonderwijs DOCENTENHANDLEIDING basisonderwijs 1 Inleiding Welkom bij het lesmateriaal over het ir. D.F. Woudagemaal! Wat leuk dat u binnenkort met uw groep het ir. D.F. Woudagemaal gaat bezoeken. Dit lesmateriaal

Nadere informatie

Wat en waar zijn de wadden? Les met werkblad - topografie

Wat en waar zijn de wadden? Les met werkblad - topografie Les met werkblad - topografie Doel: De leerlingen kennen na afloop de namen van de waddeneilanden en de volgorde waarin ze liggen. Ze kunnen enkele belangrijke plaatsen rond het waddengebied aanwijzen

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

Domein: Leergebied: West Nederland. Besturing

Domein: Leergebied: West Nederland. Besturing Techniekkit: Domein: Competentie: Leergebied: West Nederland Besturing Ontwerpen Natuur Toepassen Reflectie Veel mensen hebben een huisdier. In Nederland zijn er in totaal 1,76 miljoen honden en 3,3 miljoen

Nadere informatie

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE THEORETISCHE OPDRACHT WATER EN DIJKEN IN EDUGIS 4 VMBO Naam: Klas: In deze opdracht ga je Waterschap Zuiderzeeland op verschillende manieren onderzoeken. Je kijkt

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID? Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW DUURZAAM BOUWEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel. basisonderwijs. Versie 26 april 2018

Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel. basisonderwijs. Versie 26 april 2018 Handleiding voorbereidende les bij Provinciespel basisonderwijs Versie 26 april 2018 1 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de provincie over?... 3 Filmpje Hoe werkt de provincie?...

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

Wijchense Molen. Lesbrief

Wijchense Molen. Lesbrief Wijchense Molen Lesbrief Lesbrief de Wijchense Molen Inleiding In het kader van het bezoek aan Wijchense Molen is deze lessenserie ontwikkeld. Tijdens het project maken de leerlingen kennis met de molen

Nadere informatie

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?

Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten? Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"

Nadere informatie

Hoe hoog is dat? groep Bron:

Hoe hoog is dat? groep Bron: Hoe hoog is dat? groep 5-6 Wat kan een satelliet allemaal zien vanuit de ruimte? En hoe meet een satelliet hoogte? In de les Hoe hoog is dat? onderzoeken de leerlingen de werking van een satelliet die

Nadere informatie

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP niveau 1: hoogste klassen basisschool KIJKEN EN METEN Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP Niveau 1: hoogste klassen basisschool Vul de

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT Omschrijving van de activiteit De leerlingen bedrukken een T-shirt met een eigen tekst op basis van instructies. Fase Overgang fase alfabetisering

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP

Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP niveau 3: onderbouw havo / vwo KIJKEN EN METEN Opdrachten bij de tentoonstelling over het NAP Niveau 3: onderbouw havo/vwo Vul de antwoorden van de

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. www.degeo-online.nl. 1ste druk De Geo 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1 www.degeo-online.nl 1ste druk De Geo, aardrijkskunde voor de onderbouw van th - Docentenhandleiding 1 TH 1 ThiemeMeulenhoff Utrecht/Zutphen,

Nadere informatie