Studiegids Praktijkroute Praktijkgestuurd leren met bedrijven. Maatwerk Geef je eigen opleiding vorm

Transcriptie

1 Studiegids Praktijkroute Praktijkgestuurd leren met bedrijven Maatwerk Geef je eigen opleiding vorm Persoonlijke + Meer dan alleen beroepsgericht Studiegids deel 2, Praktijkroute Friesland College

2 Beste student, Deze studiegids geeft je informatie over allerlei zaken die te maken hebben met het onderwijs bij het Friesland College. De studiegids kent twee delen. Het eerste deel is een algemeen deel waarin informatie staat die voor bijna alle opleidingen in het Friesland College geldt. Zo kun je er in vinden wanneer de vakanties zijn, maar ook waar je met een klacht terecht kunt. Je kunt het eerste deel vinden op de website van het Friesland College. Dit tweede deel van de studiegids bevat een uitwerking die speciaal voor jouw leertraject gemaakt is. Hierin vind je bijvoorbeeld een uitleg over de praktijkroute, maar ook praktische zaken zoals kosten van de opleiding, adressen en telefoonnummers. Daarnaast kun je ook lezen hoe zaken zijn geregeld rondom praktijk en verdieping. Iedere opleiding heeft naast een eigen studiegids een Onderwijs- en examenregeling, waarin de hoofdzaken en wettelijke regelingen van het onderwijs en de examinering zijn opgenomen. Deze OER is digitaal beschikbaar via de elektronische leeromgeving. Wij wensen je veel succes met je opleiding!

3 Praktijkgestuurd leren Het Friesland College is een school voor beroepsonderwijs. De school heeft de opdracht jonge mensen op te leiden tot vakmensen en hen tegelijkertijd voor te bereiden op een vervolgstudie. Een kwalificatie behalen op het FC is pas het begin. Daarna ga je verder leren en ontwikkelen: dat doe je immers je hele leven lang. Of je dat nu in je werk doet, bij een vervolgopleiding of in korte cursussen. Dit vraagt om onderwijs dat gericht is op actuele vakkennis en brede beroepsvaardigheden. Daarnaast is ook de ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten van belang. Denk maar aan: ondernemend gedrag, nieuwsgierigheid, probleemoplossend vermogen, kunnen samenwerken, zicht krijgen op de eigen beroepsidentiteit en maatschappelijk functioneren. Het Friesland College heeft het onderwijsconcept Praktijkgestuurd leren ontwikkeld. We spreken van praktijkgestuurd leren als hierin zes principes van leren zichtbaar worden, met als allereerste kenmerk (1) een context van praktijk. Vanuit dit vertrekpunt een (2) cyclus van doen en leren gericht op (3) verdieping door (4) voortdurende reflectie op denken en doen. Dit heeft consequenties voor vorm en inhoud van (5) begeleiding en heeft geleid tot (6) twee strikt gescheiden vormen van beoordeling. Het FC kent twee vormen van praktijkgestuurd leren: leereenheden en praktijkroute.

4 Praktijkroute De informatie in deze studiegids is alleen bedoeld voor studenten van het Friesland College die starten in de praktijkroute. In de praktijkroute leren BOL-studenten in bedrijven en instellingen. Je doet dit gedurende je hele opleiding, of een behoorlijk deel van je opleiding. Je docenten zitten vanzelfsprekend ook in de bedrijven en instellingen (en dus niet op school). De leeractiviteiten in de praktijkroute zijn aantoonbaar gelinkt aan het betreffende kwalificatiedossier. Examineren is ingericht vanuit het examenplan van de betreffende opleiding. Elke opleiding voldoet (uiteraard) aan wet- en regelgeving en het FC-kwaliteitskader. Je leert gedurende jouw opleiding altijd binnen meerdere bedrijven. Dit is niet alleen van belang om te voorkomen dat een praktijkroute gezien kan worden als een bedrijfsopleiding, maar met name om te realiseren dat je leert in meerdere contexten, en het geleerde leert toepassen in verschillende situaties.

5 De praktijkroute is werken vanuit de idee van een learning community : het is een gezamenlijk leerproces van studenten, medewerkers van bedrijven en docenten. Iedereen leert, met elkaar en van elkaar! De praktijkroute is geschikt voor alle studenten die tot het FC zijn toegelaten. De praktijkroute is - of maakt deel uit van - het leertraject. Het is dus niet zo dat een praktijkroute is voorbehouden aan studenten die daar zelfstandig genoeg voor geacht worden. Ook het ontwikkelen van zelfstandigheid maakt deel uit van het leerproces. Gemiddeld duurt de studie 1 jaar op niveau 1, 2 jaar op niveau 2 en 3 jaar op niveau 3/4. Je studieduur hangt daarnaast af van verschillende andere factoren: bijvoorbeeld van de praktijksituatie (de mogelijkheden van het bedrijf of instelling) en van jouw eigen keuzes en tempo. Dit is regelmatig onderwerp van gesprek in je leertraject.

6 Kosten van de opleiding Allereerst betaal je natuurlijk schoolgeld. Voor het studiejaar is dit 1.137,- Werken en leren in een praktijkroute betekent dat je op verschillende plekken werkt en leert. Dit betekent dat je regelmatig reist voor je opleiding. Dit kan kosten met zich meebrengen. In de praktijkroute werken we niet met een standaard boekenpakket. Je hoeft dus van te voren geen boeken aan te schaffen. Vanzelfsprekend maak je gebruik van je eigen tablet of laptop. Mogelijke andere kosten (afhankelijk van je opleiding): Licenties voor Nederlands, rekenen en MVT Kosten voor beroepskleding en gereedschappen Bijdrage voor koffie/thee en kopiëren WFT-kosten* in de bank- en verzekeringssector Extra kosten, afhankelijk van eigen keuzes * Materialen en examens in het kader van Wet Financieel Toezicht

7 Inschrijving en plaatsing Met alle studenten wordt een onderwijsovereenkomst afgesloten. Hierin staan de rechten en plichten van de student en het Friesland College. Je krijgt deze overeenkomst thuisgestuurd. Jij (of als je minderjarig bent je ouders) ondertekent/ondertekenen deze overeenkomst. Daarna stuur je de overeenkomst terug naar het Friesland College in de antwoordenvelop. Als je bent ingeschreven als student kun je een FC-pas laten maken bij de receptie van de grote locaties in Leeuwarden of Heerenveen. Je hebt de pas nodig om de locaties van het Friesland College te kunnen betreden (zoals het Talencentrum). Bij beschadiging of verlies van de pas worden kosten in rekening gebracht. Wanneer je inschrijving helemaal rond is gaan medewerkers van jouw opleiding een geschikt bedrijf voor jou zoeken, zodat je kunt starten met je leertraject in de praktijkroute. De eerste keer word je gewoon geplaatst: je hoeft dan nog niet te solliciteren. In het vervolg van je leertraject ga je - na overleg met je coach - zelf solliciteren om een passende plek te bemachtigen.

8 Hoe word je begeleid? Tijdens je leertraject worden wekelijks gesprekken gevoerd. Deze gesprekken zijn bedoeld om de voortgang van het werken en leren goed in beeld te krijgen en te houden. En natuurlijk om te bespreken hoe jij je ontwikkelt als persoon en als collega. Je krijgt in de praktijkroute te maken met verschillende begeleiders: De coach De coach is daar waar jij bent en dat is: zoveel mogelijk op de werkvloer. Jij bent wekelijks met je coach (en je praktijkopleider) in gesprek. Onderwerpen van gesprek zijn o.a.: Waar ga je aan werken (in praktijk en verdieping)? Hoe laat je dit zien? Wat betekent dit voor jouw ontwikkeling, je leertraject en uiteindelijke doelen? Wanneer ben je klaar? De coaches organiseren ook de (wekelijkse) groepscoaching.

9 De vakspecialist De vakspecialist verzorgt, op geroosterde tijden, verdieping naar aanleiding van jouw vragen uit de praktijk. Deze verdieping kan verschillende vormen hebben: workshops, trainingen, hoorcolleges of werkcolleges. De praktijkopleider/werkbegeleider/leermeester Dit is de medewerker van het bedrijf die jou op de werkvloer begeleidt. Hij/zij is beschikbaar voor feedback on-the-job, met name op vaardigheden, handelen en houding en gedrag. Je maakt met je praktijkopleider/werkbegeleider/leermeester afspraken over het werk, over de manier waarop je daarin begeleid wordt en over de planningen.

10 Je docenten hebben sturing op wat je in de bedrijven en instellingen doet en leert: je gaat daarom met heldere opdrachten op pad. Dit zijn natuurlijk meestal opdrachten van de bedrijven en instellingen zelf. De docenten vertalen die opdracht samen met jou in een leeropdracht die past in een evenwichtig, uitdagend en gevarieerd onderwijsprogramma, gericht op de kwalificatie-eisen. Over de begeleiding tijdens het leren in het bedrijf zijn heldere afspraken gemaakt tussen de docenten en de begeleiders in het bedrijf. NB: In het begeleiden van studenten in het bedrijf kunnen ook ouderejaars een rol hebben in het kader van leidinggeven (onder aansturing en verantwoordelijkheid van de docent).

11 Onderwijstijd In de praktijkroute maak je samen met je begeleiders weekplanningen. Dit geeft iedereen inzicht in je werkzaamheden. Je bepaalt met je coach welke verdieping nodig is om je doelen te bereiken. Zo kies je uit verschillende bronnen, workshops, trainingen, keuzedelen, e-learning of bedrijfstrainingen. Je hebt veel ruimte om eigen ideeën te realiseren. In het mbo zijn er enkele verplichte examenonderdelen, ongeacht je opleiding. Deze onderdelen, waaronder Nederlands, rekenen, moderne vreemde talen (MVT) en Loopbaan & Burgerschap, zitten daarom ook in je opleiding.

12 Verdieping en reflectie Werken in de praktijk maakt leren zinvol en spannend. Om het werk goed te kunnen doen, zijn vakkennis en vaardigheden nodig. Hiervoor wordt verdieping (bijvoorbeeld in werkplaatsen, bedrijfstrainingen of e-learning) georganiseerd. Deze worden in de praktijk flexibel aangeboden en uitgevoerd. Zo kun je het geleerde direct koppelen aan de werkzaamheden op de werkvloer. Daarbij is reflectie van groot belang. Reflectie leert je om kritisch naar jezelf te kijken. Het helpt je om te onderzoeken waarom iets wel of niet lukt, of wat een volgende keer anders moet. Zo ontstaat inzicht in eigen ontwikkeling en wordt het leerproces verdiept. Dat helpt je ook om in nieuwe of onbekende situaties de juiste dingen te doen.

13 Jouw leertraject Je gaat de eerste vijf weken starten met een oriëntatieperiode bij het bedrijf of de instelling waar je geplaatst bent. Je oriënteert je dan vooral op hoe dat bedrijf in elkaar zit: wat voor organisatie is het? Hoe wordt er gewerkt? Wat wordt er gedaan of geproduceerd? Hoe doen ze dat? Waar ga jij werken? Wie gaat jou begeleiden? Wat ga je allemaal doen? En hoe wordt doen ook leren? De eerste periode is vooral een tijd om je te oriënteren, te wennen en het werk te leren uitvoeren. Na de oriëntatieperiode leer je om bij het bedrijf of de instelling zelfstandig - en daarna zelfsturend - je werk te kunnen uitvoeren. Concreet betekent dat: - je werkt steevast aan opdrachten waar je van leert en van groeit - je krijgt ondersteuning en feedback Het is van belang dat je tijdens je opleiding nadenkt over je werk, wat je doet, hoe je dat doet en waarom je dat doet. Zo word je steeds professioneler! Je coach en praktijkopleider/werkbegeleider/leermeester helpen je hier bij. Alles wat je leert tijdens dit leertraject zal gespiegeld worden aan de kerntaken en werkprocessen van een bij jou passend kwalificatiedossier. De kwalificatiedossiers kun je vinden op:

14 In een bedrijf wordt veel gewerkt met competenties en/of kernwaarden. Tijdens de oriëntatieperiode onderzoek je welke dit zijn en bespreek je met je coach hoe je deze kunt gebruiken bij de ontwikkeling van jouw competenties. Het is van belang om, als je iets graag wilt, niet te blijven afwachten maar aan de bel te trekken. Neem initiatieven, bijvoorbeeld voor een gesprek. Initiatief nemen begint al bij de start van je opleidingstraject. Het geeft je veel duidelijkheid als je zelf tijdens gesprekken antwoord vindt op vragen zoals: Welke taken mag ik bij het bedrijf/de instelling uitvoeren? Wat verwacht ik te kunnen leren? Welke hulp heb ik daarbij nodig, en van wie? Op welke momenten is er overleg/afstemming? Wie zijn er allemaal betrokken bij mijn leertraject? Wat is de planning van reflectiegesprekken, evaluatiemomenten, (studie)bijeenkomsten, beoordelingsmomenten?

15 Portfolio Tijdens je opleidingstraject verzamel je verschillende bewijzen van de opdrachten waar je mee aan de slag bent geweest. Die bewaar je in je portfolio. Op deze manier heb je alle belangrijke stukken bij elkaar, is de voortgang van je ontwikkeling goed te volgen en hebben jij en de bij jou betrokken begeleiders inzicht in dit proces. Je bepaalt zelf wat je in je portfolio bewaart. Je kunt hierbij denken aan: Persoonlijk ontwikkelingsplan Zelfportret Feedback Reflecties Beoordelingen

16 Persoonlijk Ontwikkelingsplan In jouw persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) geef je aan hoe jij je de komende periode wilt gaan ontwikkelen. Je stelt jezelf concrete en meetbare doelen die je de komende tijd wilt behalen en geeft aan op welke manier je dat wil gaan doen. Je kunt bij je leerproces gebruik maken van hulpvragen. Deze hulpvragen staan op de volgende pagina van deze studiegids. Door specifiek te werken aan competenties of je eigen gestelde doelen, word je steeds bekwamer in je beroep. Na een afgesproken periode ga je meten wat de resultaten zijn van je inspanningen. Dat doe je met behulp van de kapstok en het formatieve toetsingsformulier. Beide formulieren geven de samenhang weer tussen de praktijk, jouw ontwikkeling en kerntaken. Ze laten je precies zien waar je staat in je opleiding.

17 Hulpvragen bij je leerproces 1.Waar sta ik? Je geeft hier aan wat je al goed kunt. Daarnaast bespreek je welke vaardigheden/competenties nog niet voldoende ontwikkeld zijn. 2.Waar wil ik naar toe? Je kiest een aantal doelen uit en vertelt waarom je aan deze doelen wilt werken. Een kortetermijndoel is anders dan een langetermijndoel: als je wilt weten welke doelen je over drie maanden hebt bereikt, stel je andere doelen dan wanneer iemand vraagt wat je over vier jaar bereikt hebt. Het is belangrijk dat je doelen goed afgebakend en reëel zijn. 3.Hoe kom ik daar? Elk doel vraagt om een andere aanpak en ook elke persoon is anders. Je kunt bijvoorbeeld een taak gaan doen om je doel te bereiken, maar je kunt ook een boek lezen of een werkplaats bezoeken. Kies een methode die bij jou en bij het doel past, zodat de kans van slagen groter is. 4.Hoe evalueren we? Daarnaast neem je ook de evaluatiemethode op in je plan, zodat achteraf vast te stellen is of je doelen zijn bereikt.

18 Zelfportret Je ontwikkeling als persoon laten zien! Hoe doe je dat? Aan het eind van het leertraject doe je examen. Een van de examenonderdelen gaat over jezelf en hoe jij je tijdens je leertraject ontwikkeld hebt. Je laat zien dat je hebt nagedacht over je loopbaan, je kwaliteiten, hoe jij jezelf ziet als professional in je beroep. Wat betekent dat voor jou? Je presenteert als het ware een portret van jezelf, waarin je laat zien wie je bent, waarin je je ontwikkeling beschrijft, waarin je een beeld geeft van wat je hebt geleerd over jezelf en je competenties en waarin je vooruit kijkt naar je loopbaan. Je kunt dit portret in geschreven vorm aanbieden, maar het kan ook een collage, presentatie, een film (of iets dergelijks) zijn. Aan jou de keuze. Je zelfportret wordt op inhoud beoordeeld, niet op de vorm. Inhoudelijk moet goed duidelijk worden dat je in staat bent geweest om te reflecteren op jezelf en je ontwikkeling, en dat die reflectie tot nieuw inzicht/nieuwe daden heeft geleid.

19 Reflecteren Deze vragen helpen je: Wat was je doel? Wat wilde je met deze opdracht bereiken? Wat heb je precies gedaan? Hoe heb je het aangepakt? Waar ben je mee begonnen? Wat waren de verschillende stappen daarna? Hoe beviel deze aanpak? Wat was moeilijk? Hoe komt het dat je dat moeilijk vindt? Hoe ging de samenwerking? Hoe kan de samenwerking volgende keer verbeteren? Welke feedback heb je gekregen? Wat doe je een volgende keer anders? Wat wilde je leren en op welke wijze heb je dat wel of niet bereikt? Waar ben je erg tevreden over en doe je de volgende keer weer precies zo. Welk nieuw leerdoel wil je voor de volgende keer formuleren? Wat voor persoon ben jij en welke invloed heeft dat op de wijze waarop je de opdracht hebt uitgevoerd? Welke werkomgeving past het beste bij jou? Wat heb jij nodig als persoon om je verder te ontwikkelen als professional?

20 Hoe word je beoordeeld? Tijdens je leertraject word je op verschillende manieren en momenten beoordeeld. Jij zorgt ervoor dat je praktijkopleider aan het begin van de praktijkperiode goed geïnformeerd wordt over de verschillende beoordelingsmomenten. De informatie hierover kun je opvragen bij je coach. In het Friesland College maken we een onderscheid tussen beoordelen om te leren en beoordelen om te beslissen. Beoordelen om te leren is gericht op je ontwikkeling. Het gaat erom vast te stellen of je je ontwikkelt en hoe je je ontwikkelt. Je mag fouten maken, want juist van die fouten kun je leren. Feedback van coaches, vakspecialisten, praktijkopleider/werkbegeleider/leermeester en medestudenten helpen je te benoemen wat en hoe verder geleerd kan worden. Alle feedback en reflectie tijdens de praktijkperiode is hiervoor van groot belang en de praktijkopleider/werkbegeleider/leermeester heeft hierin een belangrijke rol.

21 Beoordelen om te beslissen is gericht op de formele diplomering. Voor het behalen van een officiële kwalificatie (diploma, certificaat) moet je voldoen aan wettelijke eisen. In de leertrajecten van het Friesland College wordt gebruik gemaakt van landelijk ontwikkelde en vastgestelde kwalificatiedossiers. In deze dossiers worden de eisen die aan een beroep worden gesteld, beschreven in kerntaken en werkprocessen en competenties. Bij kerntaken en werkprocessen gaat het om wat je moet kunnen uitvoeren. Bij competenties gaat het vooral om hoe je het werk uitvoert. Welke algemene competenties en persoonlijke kwaliteiten zet je in? In het Friesland College gebruiken we bij het gesprek daarover o.a. de FC-competenties. Wanneer je beoordeeld wordt voor een formele (deel)beoordeling hangt af van je ontwikkeling en van de fase in je leertraject. Het oordeel van de praktijk is voor de formele beoordeling van groot belang. Aan het begin van je leertraject zal je coach met jou bespreken wat je in de formele beoordeling moet laten zien om een diploma te behalen.

22 Ongewenst gedrag We gaan er van uit dat iedereen zich gewoon aan de regels houdt. Soms gaat dat niet goed en ontstaan er problemen. *Het Friesland College heeft de plicht om iedere student die (geoorloofd of ongeoorloofd) afwezig is te registreren en actie te ondernemen om verzuim tegen te gaan. Daarbij behoort ook melding bij de leerplichtambtenaar. *De coach gaat met je in gesprek bij ongeoorloofd verzuim, wangedrag, misdraging of maatschappelijk ontoelaatbaar gedrag. Wanneer geen verbetering optreedt, kan worden besloten om de overeenkomst met het bedrijf of zelfs met de opleiding te beëindigen.

23 School voor Commercie & Dienstverlening Zakelijke Dienstverlening (locaties) Leeuwarden: Gebouw Triangel, Julianalaan 97, 8931 AH Leeuwarden, Heerenveen: J P Engelmanstraat 3, 8442 GE Heerenveen, Handel (locaties) Leeuwarden: Gebouw Triangel, Julianalaan AH Leeuwarden, Heerenveen: Abe Lenstra boulevard 29 (ingang Huismanstraat) 8448 JA Heerenveen, Praktijkroute ZD & Handel (headquarters) De Friesland Zorgverzekeraar, Harlingertrekweg HR Leeuwarden, Directeur: mw. P. Donkerbroek Spreekuur: op afspraak, via mw. A. de Jong (secretaresse), Belangrijke informatie ontvang je tijdens je opleiding via de coach en via de elektronische leeromgeving van de opleiding.

24 Friesland College Contactgegevens: Algemeen telefoonnummer: Studiegids deel 2, Praktijkroute Friesland College Algemeen adres: Algemeen postadres: Friesland College Postbus AA Leeuwarden Informatie over opleidingsmogelijkheden: FC-Advieslijn: Deze studiegids is gemaakt door Marcel van Dijk