Auto-immuun hemolytische anemie en veneuze trombo-embolie: is tromboseprofylaxe noodzakelijk?
|
|
- Eva van den Velde
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 7 Auto-immuun hemolytische anemie en veneuze trombo-embolie: is tromboseprofylaxe noodzakelijk? Autoimmune haemolytic anaemia and venous thromboembolism: is prophylactic anticoagulation indicated? I. Bank, A. Brand en H.C.J. Eikenboom Samenvatting Auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) is geassocieerd met een verhoogd risico op veneuze tromboembolie (VTE). De etiologie is vaak multifactorieel van aard. Er bestaat echter, evenals voor de meeste andere aandoeningen die gepaard gaan met significante hemolyse en daarbij een verhoogd risico op VTE, nog geen consensus over het nut van het voorschrijven van tromboseprofylaxe. Gerandomiseerde studies naar de effectiviteit van tromboseprofylaxe zijn niet voor handen. De problematiek van VTE bij AIHA wordt besproken. Daarnaast formuleren wij enkele aanbevelingen betreffende tromboseprofylaxe voor de klinische praktijk. (Ned Tijdschr Hematol 2012;9:271-6) Summary Autoimmune haemolytic anaemia (AIHA) is associated with an increased risk for venous thromboembolic complications (VTE). This risk is probably of multifactorial origin. As in case of other haemolytic conditions, which are associated with an increased risk for VTE, there is no consensus about the use of thrombosis prophylaxis, especially because of the lack of studies addressing this issue. We discuss available information on VTE in AIHA and propose some recommendations concerning prophylaxis of VTE for purposes of daily clinical practice. Inleiding Hemolyse wordt veroorzaakt door de afbraak van erytrocyten en gaat veelal gepaard met anemie. Hemolyse kan berusten op cellulaire, meestal erfelijke, of extracellulaire verworven defecten. De erytrocytendestructie kan intravasculair, extravasculair of gemengd plaatsvinden. Afhankelijk van de ernst van de anemie en duur van de hemolyse zullen patiënten zich met klachten presenteren. Bij chronische hemolyse betreft het vaak klachten van moeheid, galsteenlijden of splenomegalie. Acute hemolyse heeft een variabel klachtenpatroon, hetzij door acute anemie, hetzij door het basislijden dat ten grondslag ligt aan de hemolyse, dan wel de behandeling ervan. Afhankelijk van de etiologie van hemolytische anemie is er een variabele associatie met veneuze tromboembolie (VTE), die bijvoorbeeld bij patiënten met paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) zeer frequent is. Zo werd nog onlangs in dit tijdschrift een indrukwekkende casus besproken betreffende een patiënt met PNH en ernstige trombotische complicaties. 1 De VTE bij patiënten met auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) heeft, net als bij andere patiënten Auteurs: dhr. dr. I. Bank, internist-hematoloog, Stichting Sanquin Bloedvoorziening en Leids Universitair Medisch Centrum, mw. prof. dr. A. Brand, internist-hematoloog, Stichting Sanquin Bloedvoorziening, dhr. prof. dr. H.C.J. Eikenboom, internist-hematoloog, afdeling Trombose en Hemostase, Leids Universitair Medisch Centrum. Correspondentie graag richten aan dhr. dr. I. Bank, internist-hematoloog, afdeling DOO, kamer V7-046, Leids Universitair Medisch Centrum, Postbus 9600, 2300 RC Leiden, tel.: , adres: i.bank@lumc.nl Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: auto-immuun hemolytische anemie, hemolyse, tromboseprofylaxe, veneuze trombo-embolie Key words: autoimmune haemolytic anaemia, haemolysis, thromboprophylaxis, venous thromboembolism 271
2 die VTE ontwikkelen, vaak een multifactoriële genese, waarbij niet alleen de onderliggende aandoening en/ of de aanwezige hemolyse het risico op een tromboembolische episode kunnen verhogen. Ook andere bijkomstige factoren spelen dan een rol, zoals een operatie of een opname. Behalve in het geval van PNH bestaat er tot op heden nog onvoldoende consensus over het nut van het voorschrijven van tromboseprofylaxe bij patiënten met andere oorzaken van hemolyse. Hierna bespreken wij de weinig beschikbare wetenschappelijke gegevens betreffende VTE en tromboseprofylaxe bij patiënten met AIHA en geven wij enkele adviezen voor de dagelijkse praktijk. Pathofysiologische mechanismen van VTE bij hemolyse en AIHA Verschillende, slechts deels opgehelderde, mechanismen spelen een rol in de pathogenese van hypercoagulabiliteit bij hemolyse in het algemeen. Een belangrijke rol speelt vrij hemoglobine, een NO- scavenger die vasospasme veroorzaakt, leidend tot onder andere weefselhypoxie, stimulatie van de adhesie van erytrocyten en het activeren van endotheelcellen, resulterend in het vrijkomen van tissuefactor. 2 Een ander belangrijk mechanisme betreft het feit dat beschadigde erytrocyten fosfolipiden (fosfatidylserine/ PS) tot expressie brengen, uiteindelijk leidend tot de omzetting van protrombine naar trombine. Tevens spelen naast beide mechanismen cytokine-geïnduceerde inflammatie, al dan niet met complementactivatie met afgifte van tissuefactor door monocyten en endotheel een rol. 3,4 Vanzelfsprekend hebben ook bij patiënten met hemolyse transiënte en andere bekende risicofactoren voor VTE een rol. Onlangs beschreven wij een zwangere vrouw met een congenitale dyserytropoëtische anemie die VTE ontwikkelde ondanks tromboseprofylaxe. 5 Splenectomie lijkt een belangrijke additionele risicofactor waar rekening mee moet worden gehouden in het kader van de multifactoriële genese van VTE. Bij vrijwel alle hemolytische aandoeningen neemt de incidentie van VTE toe vergeleken met patiënten met dezelfde aandoening zonder splenectomie. Dit verhoogde risico kan worden verklaard door zowel tijdelijke als specifieke risicofactoren. Na splenectomie is er een verhoogd risico op VTE ten gevolge van de operatieve ingreep en eventuele postoperatieve immobilisatie. Ook bestaat er na splenectomie voor AIHA, die meestal wordt uitgevoerd voor extravasculaire hemolyse, een toename van subletaal beschadigde erytrocyten die PS tot expressie brengen in de circulatie, bijdragend aan een verhoogd risico op VTE. Bij meerdere aandoeningen die gepaard gaan met hemolyse, zullen de boven beschreven mechanismen in verschillende mate bijdragen tot VTE. Bij AIHA kunnen zowel het vrij hemoglobine bij intravasculaire hemolyse als een toename van beschadigde erytrocyten die PS tot expressie brengen, een belangrijke rol hebben, al dan niet in combinatie met door de antigeen-antilichaamgeïnduceerde cytokinegeneratie en dientengevolge expressie van tissuefactor op monocyten en of endotheel. 3,4 Epidemiologie en kliniek van VTE bij auto-immuun hemolytische anemie AIHA is een zeldzame en zeer heterogene aandoening met een geschatte prevalentie van 1: per jaar. Nog vóór de publicatie van Allgood en Chaplin in 1967 betreffende hun ervaringen met patiënten met AIHA, werd al door Dausset en Colombani in 1959 gerapporteerd dat patiënten met AIHA een verhoogde tromboseneiging zouden hebben. 6,7 Gedurende 10 jaar hebben Allgood en Chaplin 47 patiënten met AIHA verzameld en beschreven. Daarvan hadden 5 patiënten, allen met een splenectomie in de voorgeschiedenis, longembolie en 1 patiënt tromboflebitis. Uiteindelijk zijn van het gehele cohort 28 patiënten overleden, waaronder 4 van de 5 patiënten met longembolie. Obductie kon longembolie bevestigen. Recenter heeft Hendrick zijn ervaringen tussen 1986 en 2001 retrospectief bij 28 patiënten opgetekend. 8 Ook hij vond bij patiënten met AIHA een verhoogd risico op VTE (21%). De rol van antifosfolipide antistoffen (APLA) bij patiënten met AIHA is controversieel. 9,10 Zo beschreef een Californische studie prospectief een cohort bestaande uit 30 patiënten met AIHA die tevens APLA hadden. 10 Lupus anticoagulans (LAC) kwam vaker voor dan de anticardiolipine antistoffen. Patiënten met AIHA en daarbij LAC hadden ten opzichte van patiënten met AIHA zonder LAC een significant verhoogd risico op VTE (relatief risico 7,5 (95%-betrouwbaarheidsinterval 1,3-45,2). VTE trad echter ook op bij 15% van de patiënten zonder APLA. Bij 272
3 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE 7 de helft van de patiënten ontstond de VTE tijdens het begin van de acute episode van hemolyse. Het verhoogde risico op VTE bij APLA wordt tegengesproken door een eveneens prospectief onderzoek van Bongarzoni et al. 11 Bij 10 van de 21 patiënten met AIHA (48%) en bij 2 van de 42 controlepatiënten (5%) was sprake van APLA. Na een gemiddelde followupperiode van 55 maanden had niemand van de deelnemers VTE ontwikkeld. Kokori beschreef in een observationele studie verricht bij SLE-patiënten dat patiënten met SLE en AIHA bijna vijfmaal vaker VTE krijgen ten opzichte van patiënten met SLE zonder AIHA. 12 In dat cohort bleken vooral anticardiolipine IgG geassocieerd te zijn met VTE. Concluderend werd in enkele observationele, meestal retrospectieve, studies met een wisselende followupperiode en in totaal minder dan 150 patiënten betreffend, een verhoogde prevalentie van VTE gerapporteerd (0-27%), waarbij splenectomie en antifosfolipide antistoffen frequent als VTE-risico verhogend werden gerapporteerd. Het aanzienlijke risico op VTE bij AIHA werd recentelijk ondersteund door een Zweeds onderzoek gepubliceerd in de Lancet. 13 Met behulp van het Zweeds alomvattende datasysteem werden alle patiënten opgenomen met verschillende auto-immuunaandoeningen (AIA) tussen 1964 en 2008 gekoppeld aan een latere opname met de diagnose longembolie, in een tijd dat de meeste patiënten met longembolie nog intramuraal werden behandeld. In totaal waren er patiënten met 33 verschillende AIA. De incidentie van longembolie werd berekend als geiseerde incidentieratio, gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht en comorbiditeit patiënten hadden AIHA en 11% werd in het eerste jaar na ontslag met de diagnose AIHA opgenomen voor longembolie. Het risico bleef verhoogd gedurende 5-10 jaar follow-up. Op grond van deze historische gegevens is een verhoogd tromboserisico bij AIHA aannemelijk. Tromboseprofylaxe Studies Er bestaan helaas geen gerandomiseerde studies naar de effectiviteit van tromboseprofylaxe bij AIHA of andere hemolytische aandoeningen. Het enige onderzoek naar de effectiviteit van tromboseprofylaxe bij patiënten met AIHA is retrospectief van aard. 8 In het cohort van Hendrick et al. werd tot 1996 een deel van de beschreven 28 patiënten met AIHA, waarbij in totaal 36 episodes van hemolyse voorkwamen, profylactisch behandeld met ongefractioneerde heparine (tweemaal daags). Tussen 1996 en 2001 werd laagmoleculairegewichtheparine (LMWH) in profylactische doseringen geïntroduceerd en toegediend. Tijdens de hemolytische episoden tijdens profylaxe ontwikkelde 1 patiënt VTE (1/21). In de groep patiënten zonder profylaxe kregen 5 patiënten VTE (5/15 (oddsratio 3,3; p<0,10). Er wordt geen melding gemaakt van aan medicatie gerelateerde bloedingen. Deze studie pleit voor tromboseprofylaxe bij patiënten die worden opgenomen met een acute episode van hemolyse. Helaas bestaan er evenmin studies naar het effect van tromboseprofylaxe na splenectomie bij patiënten met AIHA. Casuïstiek beschrijft een verhoogd risico 7-35 dagen na splenectomie. 9 Tromboseprofylaxe lijkt wisselend effectief te zijn in het postoperatief voorkomen van VTE. Huidige richtlijnen Op dit moment is het gebruik van tromboseprofylaxe bij patiënten met AIHA of de meeste andere hemolytische aandoeningen noch in de recente richtlijn Transfusiegeneeskunde noch in de richtlijn Veneuze trombo-embolie en secundaire preventie arteriële trombose opgenomen. 14,15 Wel wordt expliciet het risico bij PNH genoemd. De protocollen van de verschillende Nederlandse academische centra geven er wel enige aandacht aan en pleiten over het algemeen voor het gebruik van profylaxe bij ernstige hemolyse en/of PNH, vooral bij opgenomen patiënten. Aanbevelingen Hoewel bovenstaande duidelijk maakt dat VTE een belangrijk probleem is, ontbreekt essentiële kennis om de verschillende aspecten van de gestelde vraag betreffende tromboseprofylaxe bij AIHA gefundeerd te beantwoorden. Dit hangt onder meer samen met het feit dat het een zeldzame aandoening met heterogene ziektemanifestatie betreft. Naast effectiviteit en veiligheid zijn er nog belangrijke vragen over de dosering en de duur van de tromboseprofylaxe. Ook is nog niet bekend of de endotheelactivatie, die vaak bij hemolyse aanwezig is, het risico op bloedings- 273
4 Tabel 1. Aanbevelingen gebruik tromboseprofylaxe bij patiënten met auto-immuun hemolytische anemie. Toestand Duur Dosering profylaxe ziekenhuisopname gedurende opname immobilisatie rug of onderste extremiteiten operatie hoog en middelgroot risico # laag splenectomie gedurende gehele periode gedurende opname $ gedurende opname 4-6 weken postoperatief zwangerschap gedurende zwangerschap of therapeutisch* kraambed 6-8 weken of therapeutisch* # Hoog en middelgroot risico voor veneuze trombo-embolie, zoals bijvoorbeeld darmresectie, oncologische chirurgie of amputatie. Laag risico voor veneuze trombo-embolie, zoals bijvoorbeeld liesbreukcorrectie, perifere bypass en laparoscopische ingrepen. 14 $ Overweeg verlenging tot normalisering hemolyseparameters. * In geval van 1 of meerdere episodes van veneuze trombo-embolie in de voorgeschiedenis. complicaties verhoogt. In afwachting van meer op onderzoek gefundeerde richtlijnen willen wij graag enkele aanbevelingen voor de dagelijkse klinische praktijk doen. Patiënten met een episode van acute hemolyse bij AIHA Het is belangrijk om bij iedere patiënt met AIHA te beoordelen in hoeverre er sprake is van bijkomende risicofactoren voor VTE. Zo let men tevens op andere risicofactoren, zoals bijvoorbeeld immobilisatie na trauma, leeftijd of gebruik van orale anticonceptie. Patiënten dienen onafhankelijk van de leeftijd of de mate van immobilisatie tijdens ziekenhuisopname vanwege AIHA tromboseprofylaxe te krijgen (zie Tabel 1). Na operaties dienen de procedures zoals beschreven in de CBO-richtlijn en geldend voor algemene patiënten te worden gevolgd. 14 Dat houdt in dat patiënten die een zogenoemde middelgrootrisico-vte -ingreep ondergaan (bijvoorbeeld darmresectie of amputatie) en patiënten die een zwaardere operatie moeten ondergaan (bijvoorbeeld operatie kleine bekken of oncologische resectie) in ieder geval tromboseprofylaxe dienen te krijgen. Daarnaast zouden wij ervoor pleiten om patiënten met een laagrisico-vte -operatie, zoals in het geval van bijvoorbeeld appendectomie of liesbreukcorrectie, ook over te gaan op tromboseprofylaxe. Bij persisteren van hemolyse dient verlengde profylaxe te worden overwogen totdat de hemolyseparameters nagenoeg normaliseren. Zwangere vrouwen met VTE in de voorgeschiedenis met een acuut hemolytisch ziektebeeld dienen vanzelfsprekend volgens de meest recente richtlijnen van het CBO te worden behandeld zoals vrouwen met VTE in de voorgeschiedenis zonder hemolyse. 14 Wel zouden wij adviseren om zwangeren die lijden aan hemolyse met reeds 1 VTE-episode in de voorgeschiedenis zowel tijdens de zwangerschap als tijdens het kraambed profylaxe voor te schrijven, dit in tegenstelling tot dezelfde categorie vrouwen zonder hemolyse. Voor patiënten die zonder overige risicofactoren bij AIHA een VTE ontwikkelden is aanbevolen antistolling na de periode te continueren zolang er nog actieve hemolyse is. Splenectomie bij patiënten met AIHA Omdat VTE nogal eens optreedt in de periode direct na ontslag na een splenectomie, zoals bijvoorbeeld ook het geval is bij patiënten met bètathalassemie die een splenectomie hebben ondergaan, zouden wij ondanks weinig wetenschappelijk bewijs willen 274
5 NEDERLANDS TIJDSCHRIFT VOOR HEMATOLOGIE 7 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Patiënten met auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) hebben een verhoogd risico op veneuze trombo-embolie. 2. Patiënten met een episode van acute hemolyse hebben vaak tevens meerdere passagère risicofactoren voor veneuze trombo-embolie. 3. Bij iedere patiënt met een opname-indicatie wegens een episode van ernstige hemolyse, evenals bij iedere patiënt die wegens hemolyse een splenectomie ondergaat of tijdens een hemolytische episode wordt geopereerd, dient adequate tromboseprofylaxe te worden voorgeschreven; na splenectomie bij voorkeur tot 6 weken na de ingreep. 4. Patiënten met veneuze trombo-embolie en hemolyse als enige risicofactor dienen de behandeling met antistolling te continueren zolang er actieve hemolyse bestaat. pleiten voor een verlenging van de profylaxe van 4-6 weken postoperatief. 16 Trombofilie Wij bevelen geen trombofiliescreening aan bij patiënten met hemolyse, alhoewel APLA frequent voorkomt bij patiënten met AIHA. Bij een acute hemolytische episode maakt het immers geen verschil voor de indicatie voor VTE-profylaxe. Hooguit kan de aanwezigheid van APLA (lupus anticoagulans en/of IgG-anticardiolipine en/of bèta-2-glycoproteïne-i-antistoffen) worden betrokken bij het besluit tot staken van tromboseprofylaxe bij een patiënt met persisterende maar gecompenseerde hemolyse. Voor patiënten die in het verleden zijn getest en drager blijken te zijn van 1 of meerdere trombofilieafwijkingen, zal kennis omtrent de trombofiele status vooral invloed hebben betreffende het preventieve beleid tijdens de zwangerschap, zoals overigens ook bij patiënten zonder AIHA het geval is. Vrouwen met deficiënties van antitrombine, proteïne C, proteïne S en/of gecombineerde of homozygote defecten van factor-v-leidenmutatie of protrombine 20210A-mutatie, of APLA, zonder VTE in de voorgeschiedenis, hebben een intermediair tromboserisico. In ieder geval zou in deze gevallen tijdens de kraambedperiode tromboseprofylaxe dienen te worden overwogen. Indien een draagster van een of meerdere trombofilieafwijkingen AIHA blijkt te hebben, dan is het gebruik van orale anticonceptie te ontraden en dient te worden gezocht naar adequate alternatieven. Antistollingsmiddelen In de meeste situaties dient niet te worden afgeweken van de profylactische dosering LMWH, maar moet wel rekening worden gehouden met lichaamsgewicht in geval van overgewicht. Indien wordt gekozen voor verlenging van de antistollingsduur, dan is het gebruik van therapeutisch gedoseerde vitamine-k-antagonisten een reële mogelijkheid. Enkele aanbevelingen betreffende duur en dosering van tromboseprofylaxe staan in Tabel 1. Conclusie AIHA gaat gepaard met verhoogd voorkomen van VTE. Het complicatierisico op VTE na splenectomie is in de meeste gevallen verhoogd ten opzichte van de situatie zonder splenectomie, indien de hemolyse persisteert. Er bestaan tot op heden te weinig bruikbare studies om te kunnen beargumenteren of tromboseprofylaxe effectief en veilig is voor patiënten met AIHA. Wij hopen dat aandacht voor dit onderwerp, met name op de multifactoriële etiologie van veneuze trombose bij verschillende oorzaken en mechanismen van hemolyse, zal leiden tot betere registratie en onderzoek. Momenteel zal echter iedere patiënt met AIHA op individuele basis dienen te worden beoordeeld, waarbij zowel individuele als omgevingsfactoren kunnen worden meegewogen om het tromboserisico zo goed mogelijk in te schatten. 275
6 Referenties 1. Schutgens RE, Pruissen-Peeters KA, Muus P. Een cascade van tromboembolische processen bij een patiënte met paroxysmale nachtelijke hemoglobinurie beëindigd door behandeling met eculizumab. Ned Tijdschr Hematol 2011;8: Cappellini CD, Grespi E, Cassinero E, et al. Coagulation and splenectomy: an overview. Ann NY Acad Sci 2005;1054: Thachil J. Autoimmune haemolytic anaemia-an under-recognized risk factor for venous thromboembolism. Transf Med 2008;18: Manodori AB, Barabino GA, Lubin BH, et al. Adherence of phosphatidylserine-exposing erytrocytes to endothelial matrix thrombospondin. Blood 2000;95: Bank I, Ermens AA, Van den Linden JM, et al. A life-threatening episode of treatment resistant haemolysis in a pregnant patient with dyserytropoietic anaemia (CDA) type I. Transf Med 2012;22: Allgood JW, Chaplin H. Idiopathic acquired autoimmune haemolytic anemia. Am J Med 1967;43: Dausset J, Colombani JI. The serology and the prognosis of 128 cases of auto immune haemolytic anemia. Blood 1959;14: Hendrick AM. Auto-immune haemolytic anaemia-a high risk disorder for thromboembolism? Hematology 2003;8: Mohren M, Markmann I, Dworschak U, et al. Thromboembolic complications after splenectomy for hematologic diseases. Am J Hematol 2004;76: Pullarkat V, Ngo M, Iqbal S, et al. Detection of lupus anticoagulant identifies patients with autoimmune haemolytic anaemia at increased risk for venous thromboembolism. Br J Haematol 2002;118: Bongarzoni V, Annino L, Roveda A, et al. Risk of thromboembolism in patients with idiopathic autoimmune haemolytic disease and antiphospholipid antibodies: results from a prospective, case-control study. Haematologica 2005:90: Kokori SI, Ioannidis JP, Voulgarelis M, et al. Autoimmune hemolytic anemia in patients with systemic lupus erythematosus. Am J Med 2000;108: Zöller B, Li X, Sundquist J, et al. Risk of pulmonary embolism in patients with autoimmune disorders: a nationwide follow-up study from Sweden. Lancet 2011:379: CBO. Richtlijn diagnostiek, preventie en behandeling van veneuze tromboembolie en secundaire preventie van arteriële trombose. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications, CBO. Richtlijn Bloedtransfusie. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications, Taher AT, Musallam KM, Karimi M, et al. Splenectomy and thrombosis: the case of thalassemia intermedia. J Thromb Haemost 2010;8: Ontvangen 16 maart 2012, geaccepteerd 10 augustus
Trombofilieonderzoek in 15 dia s Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen
Trombofilieonderzoek in 15 dia s - 2018 - Transmuraal Trombose Expertise Centrum Groningen Wat is trombofilie Erfelijke of verworven stollingsafwijkingen die gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatiePreventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Een van de objectieven van de «Thrombosis Guidelines Group of the BSTH (Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis) and the BWGA (Belgian Working
Nadere informatieVSV Achterhoek Oost Protocol Antistolling
VSV Achterhoek Oost Protocol Doel Preventie van veneuze trombo-embolie / vte in de verloskunde Tabel Absolute risico s op een eerste tijdens en na de zwangerschap bij trombilie met en zonder een positieve
Nadere informatieHypercoagulopathie. Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven
Hypercoagulopathie Peter Verhamme Vasculaire Geneeskunde & Hemostase UZ Leuven 1 Hypercoagulopathie Arteriele / Veneuze / Microvasculaire Trombose Aangeboren vs. Verworven Cutane Manifestaties van hypercoagulopathie
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC
Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014
Nadere informatieHOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE
HOOFDSTUK 13 SAMENVATTING EN DISCUSSIE 146 Hoofdstuk 13 13.1 SAMENVATTING Het wordt steeds duidelijker dat veneuze trombo-embolie vaak optreedt insamenhang met erfelijke en/of exogene risicofactoren. Het
Nadere informatieCover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:
Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/23449 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Roach, Rachel Elizabeth Jo Title: Sex-specific aspects of venous thrombosis Issue
Nadere informatiePreventie. bij zwangere vrouwen. van veneuze trombo-embolie. Thrombosis Guidelines Group. Update 2009
Preventie van veneuze trombo-embolie bij zwangere vrouwen Aanbevelingen van de Thrombosis Guidelines Group of the Belgian Society on Thrombosis and Haemostasis and the Belgian Working Group on Angiology
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28736 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Debeij, Jan Title: The effect of thyroid hormone on haemostasis and thrombosis
Nadere informatieMDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom. Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde
MDO-praatje (Catastrofaal) antifosfolipen syndroom Charlotte Schaap AIOS interne geneeskunde Casus Patient 51 jaar RvO: overname van elders ivm wisselende EMV-scores, oorzaak vooralsnog onduidelijk. Voorgeschiedenis
Nadere informatieTRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE
TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak
Nadere informatieAuto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie
Auto-immuun Hemolytische Anemie (AIHA) Transfusie Marit Jalink Internist-hematoloog Amsterdam UMC, AMC Promovendus, Sanquin CCTR 15 mei 2019 Auto immuun hemolytische anemie Een anemie die ontstaat door
Nadere informatieSamenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose.
1 Samenvatting Samenvatting Vitamine K antagonisten zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm. Ze worden voorgeschreven voor de behandeling en preventie van trombose. Zowel arteriële trombose (trombose
Nadere informatiechapter 10 Nederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) De bloedstolling speelde in de prehistorie al een grote rol om te voorkomen dat de jagende mens bij een bloeding geveld zou raken. Ook zorgde het stollingssysteem
Nadere informatiePerioperatief antistollingsbeleid UMCG. Samenvatting
1 2 Perioperatief antistollingsbeleid UMCG Samenvatting Patiënten ingesteld op antistollingsmiddelen hebben bij continuatie van de antistolling een verhoogde kans op bloedverlies en bij het staken van
Nadere informatieBespreking van de ingezonden resultaten
RESULTATEN EN BESPREKING CASUS MEI 2012 SECTIE STOLLING SKML Beschrijving van de casus Een 23-jarige vrouw wordt door de huisarts verwezen naar de SEH voor verder onderzoek i.v.m. pijn op de borst vastzittend
Nadere informatieVeneuze trombo-embolie: wanneer zijn laboratoriumtesten voor trombofilie zinvol?
Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 228-232 Veneuze trombo-embolie: wanneer zijn laboratoriumtesten voor trombofilie zinvol? J.B. de KOK 1, J. van der MEER 2, A.K. STROOBANTS 3, Y.M.C. HENSKENS
Nadere informatieLaboratoriumonderzoek van trombofilie
Laboratoriumonderzoek van trombofilie dr. F. van der Graaf, klinisch chemicus Inleiding De term trombofilie werd in 965 als eerste door Egeberg gebruikt toen hij een associatie aantoonde tussen het voorkomen
Nadere informatieAntitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde
Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift wordt het gebruik van aspirine (een bloedverdunner in tabletvorm) en laag-moleculair-gewicht heparine (een injectie die zorgt voor
Nadere informatieS. Kuipers. Chapter 9. Samenvatting
S. Kuipers Chapter 9 Veneuze trombose is een aandoening waarbij zich een bloedstolsel vormt op de verkeerde plaats, meestal in een van de venen van het been. Hierdoor wordt de terugvloed van het bloed
Nadere informatieStolling en antistolling. Esther Kragten, arts trombose en trombofilie
Stolling en antistolling Esther Kragten, arts trombose en trombofilie Inhoud Antistolling peri-operatief onderbreken continueren Risico op trombose Arterieel Veneus Risico op bloeding: Peri-operatief Nabloeding
Nadere informatieBehandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn
Behandeling VTE: aandachtspunten vanuit de 2 e lijn F.A. (Erik) Klok MD, PhD Department of Thrombosis and Hemostasis LUMC, Leiden, Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Disclosures None Affiliation/financial interest
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31463 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ocak, Gürbey Title: Vascular complications in kidney disease Issue Date: 2015-01-14
Nadere informatiecasuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen
casuistiek: bloedingscomplicaties bij het gebruik van de nieuwe generaties antistollingsmiddelen Dr. Marieke JHA Kruip Internist- hematoloog Erasmus MC inhoud casus indica>es nieuwe orale middelen risico
Nadere informatieDe pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico
17 februari 2016 De pil bij vrouwen met verhoogd tromboserisico Karina Meijer Minisymposium ter gelegenheid van de promotie van Lies van Vlijmen 170216 De pil Met stip populairste anticonceptivum Veneuze
Nadere informatieWetenschappelijke conclusies en redenen voor de conclusies
Bijlage IV Wetenschappelijke conclusies en redenen voor de wijziging van de voorwaarden van de vergunningen voor het in de handel brengen, en nadere uitleg over het onderscheid in de aanbeveling van het
Nadere informatieVoortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Nadere informatieHIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care
HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850
Nadere informatieCasuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar
Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole SKS symposium 30 oktober 008 Ad Castel Ton van den Besselaar Conclusies uit 006: De indicatie tot, en de interpretatie van laboratoriumonderzoek zijn wezenlijke
Nadere informatieCHAPTER 9. Samenvatting
CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting 143 Samenvatting Ondanks dat de kwaliteit van de antistollingsbehandeling met vitamine K antagonisten door de jaren heen is verbeterd, bestaat er nog steeds het risico
Nadere informatieKinderwens, zwangerschap en borstvoeding: dalteparine t/m 2800
Kinderwens, en : dalteparine 2797 t/m 2800 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;
Nadere informatieChapter 9. Samenvatting
Chapter 9 Samenvatting 130 Samenvatting 131 Samenvatting Complicaties van de onderste extremiteit, in het bijzonder voetulcera (voetwonden), veroorzaken een zeer grote ziektelast en een grote mate van
Nadere informatiePAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE
PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE Henk Wind Afdeling Immunologie Erasmus MC Woerden 30-10-2008 INTRODUCTIE PNH is het gevolg van een klonale expansie van een gemuteerde hematopoëtische stamcel. Klinisch
Nadere informatieDownloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.72605
Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.72605 File ID Filename Version uvapub:72605 Samenvatting unknown SOURCE (OR PART
Nadere informatieThe diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The diagnosis and prognosis of venous thromboembolism : variations on a theme Gibson, N.S. Link to publication Citation for published version (APA): Gibson, N. S.
Nadere informatie(hoofdstuk 2) vatting Samen
The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn
Nadere informatieKinderwens, zwangerschap en borstvoeding: enoxaparine t/m 2811
Kinderwens, en : enoxaparine 2808 t/m 2811 APTT = geactiveerde partiële tromboplastinetijd; HIT = heparine geïnduceerde trombocytopenie; LMWH = laagmoleculairgewicht-heparine; TGA = Therapeutic Goods Administration;
Nadere informatieBehandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn
Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede
Nadere informatieSamenvatting. Aanleiding voor de adviesvraag
Samenvatting Aanleiding voor de adviesvraag Op dit moment zijn bijna 400.000 mensen in Nederland aangewezen op behandeling met antistollingsmiddelen van het type vitamine K-antagonist (VKA). Hoewel zeer
Nadere informatieChapter 11. Samenvatting
Chapter 11 Samenvatting 11 173 Chapter 11 Dit hoofdstuk vat het onderzoek beschreven in dit proefschrift samen. Deel I In deel I hebben we gezocht naar nieuwe risicofactoren voor veneuze trombose door
Nadere informatieAddendum. Nederlandse Samenvatting
Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieNOAC s. Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog
NOAC s Bossche Samenscholingsdagen 2014 N. Péquériaux Laboratoriumarts/Medisch leider trombosedienst M. Jacobs Cardioloog Antistollingsmedicatie Toegepast ter preventie en behandeling van arteriële en
Nadere informatieCasusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd
Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en
Nadere informatieCover Page. Author: Musallam, Khaled Mousa Saleh and Taher, Ali Taher Title: β-thalassemia intermedia : morbidity uncovered Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19124 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Musallam, Khaled Mousa Saleh and Taher, Ali Taher Title: β-thalassemia intermedia
Nadere informatieSTANDAARDISATIE VAN DE PNH DIAGNOSTIEK IN NEDERLAND EN BELGIË
STANDAARDISATIE VAN DE PNH DIAGNOSTIEK IN NEDERLAND EN BELGIË SKML Kwaliteit in Harmonisatie Nijmegen 14 juni 211 Inleiding Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) is een zeldzame (incidentie 1/1..)
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)
Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Thrombophilia ad dies vitae Cohn, D.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Thrombophilia ad dies vitae Cohn, D.M. Link to publication Citation for published version (APA): Cohn, D. M. (2010). Thrombophilia ad dies vitae General rights It
Nadere informatieBelangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel
Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel
Nadere informatieAPS contactmiddag 14 november 2015 APS. Ruth Fritsch-Stork, MD, PhD Reumatologe, internist-klinische immunologe
APS contactmiddag 14 november 2015 APS Ruth Fritsch-Stork, MD, PhD Reumatologe, internist-klinische immunologe APS - de 4 W(eetje)s Wat is het? Definitie, geschiedenis Wie krijgt het (nog een keer)? Prognose
Nadere informatiePreventie tromboembolie
Preventie tromboembolie INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN Een verblijf in het ziekenhuis kan een verhoogd risico op de ontwikkeling van een veneuze trombo-embolie met zich meebrengen. In deze folder geven
Nadere informatieTromboseprofylaxe bij hematologische maligniteiten
Tromboseprofylaxe bij hematologische maligniteiten Moderator M. Nijziel 1st author / speaker Roger Schutgens Afdeling hematologie en Van Creveldkliniek, centrum voor benigne hematologie, trombose en hemostase
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Thrombophilia Coppens, M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Thrombophilia Coppens, M. Link to publication Citation for published version (APA): Coppens, M. (2008). Thrombophilia General rights It is not permitted to download
Nadere informatieInzoomen op hemolyse: zijn bijwerkingen te voorkomen?
Inzoomen op hemolyse: zijn bijwerkingen te voorkomen? Kristof Van Avondt, PhD Departement Immunopathologie, Inflammatie Groep PPOP-14-31 15 December 2016 1 Sikkelcelziekte Monogenetisch Systemische gevolgen
Nadere informatieNederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.
Nadere informatieTrombose op spoedgevallen: Wanneer aanvullend onderzoek naar onderliggend oorzaak of verwijzing internist?
Trombose op spoedgevallen: Wanneer aanvullend onderzoek naar onderliggend oorzaak of verwijzing internist? Roadshow ZNA Hematologie, 22 nov 2016 dr KL Wu internist-hematoloog Epidemiologie Incidentie (huisarts)
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In het eerste gedeelte van dit proefschrift worden verschillende coagulatie instrumenten tijdens laparoscopische ingrepen geëvalueerd ter voorkoming van bloedingen en gerelateerde
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting In dit proefschrift worden diagnostische en therapeutische aspecten van acute leukemie bij kinderen beschreven, o.a. cyto-immunologische en farmacologische aspecten en allogene
Nadere informatie(Anti)stolling in 2017
(Anti)stolling in 2017 Karina Meijer Afd Hematologie, UMCG Jaarsymposium Hematologie 5 april 2018 Disclosures K. Meijer (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatiestolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019
stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe
Nadere informatieHet kind met een stolsel
Het kind met een stolsel Heleen van Ommen EKZ AMC, Amsterdam Casus: meisje 15 jr Anamnese Sinds een aantal dagen benauwd en pijn op de borst, vastzittend aan de ademhaling, mn links Voorgeschiedenis: Week
Nadere informatieTrombose: preventie en behandeling
Trombose: preventie en behandeling s Herenbaan 172 2840 Rumst tel: 03 880 90 11 (algemeen) tel: 03 880 91 90 (afspraken) informatiebrochure e-mail: info@hfr.be www.azheiligefamilie.be 2 beste patiënt,
Nadere informatieANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER
ANNEX III WIJZIGINGEN IN DE SAMENVATTINGEN VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN DE BIJSLUITER Deze aanpassingen aan de SPC en bijsluiter zijn valide op het moment van de beschikking van de commissie. Na de beschikking
Nadere informatieConsortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016
Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement
Nadere informatiePreventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen. FTO 15-10-13 Paul van Buuren
Preventie en behandeling trombo-embolische aandoeningen FTO 15-10-13 Paul van Buuren Inhoud Trombo-embolische preventie bij ouderen Preventie bij atriumfibrilleren en behandeling longembolie Formularium
Nadere informatieMedicatie geïnduceerde hemolyse
Yvonne Henskens Diagnostic tools/conventional Lab tests Medicatie geïnduceerde hemolyse Yvonne Henskens, MCs, phd Head of units for hematology, hemostasis and transfusion Central Diagnostic Laboratory,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieStolsels van top tot teen. Marieke de Kuyper
Stolsels van top tot teen Marieke de Kuyper Casus Voorgeschiedenis man Vaatlijden fontaine IV waarvoor onderbeensamputatie infarcering milt, rechter nier en dunne darm Verdenking antifosfolipidensyndroom
Nadere informatieSAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY)
SAMENVATTIG (DUTCH SUMMARY) Anemie is een onvermijdelijk gevolg van malaria-infecties door Plasmodium falciparum, vooral in gebieden waar zeer veel malaria voorkomt. De groep met het grootste risico op
Nadere informatieNieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling
Nieuwe behandeltargets en behandelconcepten in stolling Moderator Prof. dr R.E.G. Schutgens Spreker Prof. dr H.C.J. Eikenboom Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de
Nadere informatieNOAC s: New Oral Anticoagulants
NOAC Safety protocol NOAC s: New Oral Anticoagulants Willem Bax, Internist-nefroloog-vasculair geneeskundige Namens Werkgroep NOAC s Werkgroep safety protocol NOAC s Matthijs Westerman, Internist Hematoloog
Nadere informatieParoxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018
Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018 PNH Oorzaak: mutatie PIG-A gen (codeert voor Glycosyl-Phosfatdyl-Inosytol) Gevolg:
Nadere informatieAntistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico
14 maart 2013 Antistolling rondom chirurgische interventies bij patiënten met verhoogd tromboembolierisico Roel Vink Internist-intensivist bridging = overbruggen 2 INR 2.0 4.5 = /- ongecompliceerde ingreep??
Nadere informatieAntitrombotica. Nederlands Vasculair Forum Melvin Lafeber. AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie)
Antitrombotica Nederlands Vasculair Forum 2017 Melvin Lafeber AIOS Interne (Vasculaire/Klinische Farmacologie) DISCLOSURES AIOS Interne Geneeskunde Consulent BENU apotheken Nederland Redactiecommissie
Nadere informatieSAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING
SAMENVATTING RICHTLIJN NEURAXISBLOKKADE EN ANTISTOLLING Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie 1 INLEIDING Een neuraxiaal hematoom na neuraxisblokkade is een zeldzame, maar ernstige complicatie. Onder
Nadere informatiehoofdstuk 3 hoofdstuk 4
Samenvatting Samenvatting Veneuze trombose is een veel voorkomende ziekte. Jaarlijks krijgt ongeveer 1 op de 1000 mensen een trombosebeen of een longembolie wat neerkomt op ongeveer 16 duizend gevallen
Nadere informatieBehandeling DVT/PE hoort thuis in de eerste lijn. Dr. Wim Lucassen, huisarts te Zwaag en senior-onderzoeker AMC
Behandeling DVT/PE hoort thuis in de eerste lijn Dr. Wim Lucassen, huisarts te Zwaag en senior-onderzoeker AMC Wat betekent eigenlijk een behandeling in de eerste lijn? Is dat een behandeling thuis onder
Nadere informatieNederlandse Vereniging voor Trombose en Hemostase
Nederlandse Vereniging voor Trombose en Hemostase NVTH Nieuwsbrief juli 2015 1 Inhoud Inleiding 3 Bestuurszaken 4 Congressen en symposia 5 Promoties 6 NVTH Nieuwsbrief juli 2015 2 Inleiding Hierbij de
Nadere informatieThe etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A.
UvA-DARE (Digital Academic Repository) The etiology, diagnosis and treatment of venous thromboembolism Kraaijenhagen, R.A. Link to publication Citation for published version (APA): Kraaijenhagen, R. A.
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
en Discussie 131 Veneuze trombose is een veel voorkomende ziekte met een jaarlijkse incidentie van 1.5 per 1000 individuen. De ziekte wordt veroorzaakt door activatie van het stollingsysteem, gevolgd door
Nadere informatieTTP. Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker
TTP Anke te Stroet Hemovigilantiemedewerker Disclosure belangen spreker bijeenkomst Onderwijsbijeenkomst Kennisplatform Transfusiegeneeskunde ZO Geen (potentiële) belangenverstrengeling Naam: Anke te Stroet
Nadere informatieUit voorraad leverbaar??
Uit voorraad leverbaar?? Kennisplatform ZO 31maart 2016 Jolanda Lambers-Scherrenburg Uit voorraad leverbaar? B neg ccdee K - Anti-Le(a) A pos CCDee K - Anti-Fy(a) 0 pos CcDee K - Anti-Jk(a) A pos CCDee
Nadere informatieRichtlijn Melden van ernstige bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten door de Nederlandse trombosediensten bij Lareb
Richtlijn Melden van ernstige bijwerkingen van Vitamine K-antagonisten door de Nederlandse trombosediensten bij Lareb Deze richtlijn is een initiatief van de Federatie van Nederlandse Trombosediensten
Nadere informatieInfections, inflammation and venous thrombosis; an epidemiological perspective Tichelaar, Ynse Ieuwe Gerardus Vladimir
University of Groningen Infections, inflammation and venous thrombosis; an epidemiological perspective Tichelaar, Ynse Ieuwe Gerardus Vladimir IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's
Nadere informatieAntistolling: stand van zaken. R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen
Antistolling: stand van zaken R.F.J. Schop, internist-hematoloog P.P.P.H. van den Homberg, huisarts, GC Krimpen Epidemiologie Landelijke afspraken Directe orale anti-coagulantia: DOAC s 10-4-2017 Voettekst
Nadere informatieVrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte
Samenvatting Vrouwen die zwanger zijn van een meerling hebben een verhoogde kans op vroeggeboorte in vergelijking met vrouwen die zwanger zijn van een eenling. Ongeveer 5-9% van de eenlingen wordt te vroeg
Nadere informatieInformatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis
Informatiefolder over trombose/longembolie en Eliquis Inleiding U heeft Eliquis (apixaban) van uw dokter voorgeschreven gekregen. Eliquis is een medicijn dat o.a. bij volwassenen wordt gebruikt om bloedstolsels
Nadere informatieBehandeling Diep Veneuze Trombose
Behandeling Diep Veneuze Trombose Danick Werner MSc Verpleegkundig specialist intensieve zorg Vasculaire geneeskunde & endocrinologie Amphia Ziekenhuis, Breda Continuing Nursing Education, 20 september
Nadere informatieAsymptomatische veneuze trombo-embolie bij oncologische patiënten: behandelen of niet?
Asymptomatische veneuze trombo-embolie bij oncologische patiënten: behandelen of niet? Asymptomatic venous thromboembolism in oncologic patients: to treat or not to treat? C.L.M.M. de Hoog, K. Hamulyák
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
EDERLADSE SAMEVATTIG Hoofdstuk 1 Dementie is een van de grootste uitdagingen voor de gezondheid wereldwijd en een aanzienlijk aantal mensen en hun families zullen het lot van dementie treffen. Dementie
Nadere informatieTrombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling. Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht
Trombocytopenie in de zwangerschap: analyse en behandeling Klinische dag 2 oktober 2014 Karin van Galen, hematoloog Van Creveldkliniek UMC Utrecht Zwangerschapgerelateerde trombocytopenie 3 e trimester
Nadere informatieFactsheet Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar)
1/4 Manuele therapie en therapeutische mogelijkheden bij zuigelingen (0-1 jaar) Auteurs F. Driehuis, MSc, FT Prof. dr. M.W.G. Nijhuis - van der Sanden, KFT E. R. I. C. Saedt, MT B. H. van der Woude, MT
Nadere informatieJ.M.T. Hendriksen, R.E.G. Schutgens, G.J. Geersing, R. Oudega en K.G.M. Moons
4 Het VISTA-onderzoek: effectiviteit en veiligheid van het gebruik van een predictiemodel voor het bepalen van de optimale duur van antistolling na een spontane veneuze trombose Venous thromboembolism:
Nadere informatie